r KRAAMKAMER IMSté/e F£HOZt Belangrijkste oorzaak géén gezinsband SIETS te doen tegen deze j eugdcr iminaliteit COMMENTAAR Machteloosheid fataal; er moet iets gebeuren HOE IS DIT ALLES MOGELIJK ieuwe Leidsche Courant 'IE NA langdurige observatie van de meestal arbeidsschuwe jongelui, die de door ons geobserveerde espressobar bevolken, van de schrik :omen is, gaat zich afvragen: Moet dit nu maar zo door blijven gaan, [jongens zich vergrijpen aan het goed van anderen, daartoe aangespoord pr Penoze-figuren? Kunnen ze maar ongestraft hun op onrechtmatige jze verkregen goederen en geldsbedragen b 1 ij v e n verpokeren? Moet de fcebox b 1 ij v e n doorkreunen, gevoed door honderden kwartjes waarvan herkomst meestal duister is? Mogen hun vechtpartijen aan de orde van dag blijven en, wat het ergste nog is: moeten zij die cursus blijven Igen, die 2e volledig opleidt tot de „zware jongens" van de toekomst? >nt dat worden deze jongeren voor het merendeel. Deskundigen, die het [ten kunnen, geven het volmondig toe. hieraan te onderwerpen, en dat i onze geordende maatschappij alleen mogelijk als ze te bewijzen strafbare feiten hebben gepleegd. Hoevelen zijn er dat op het totaal? Slechts enkelen. Laten we nu eens aannemen dat die enkelen in een rijksopvoedingsgesticht belanden. Ze blijven daar enige tijd staan inderdaad onder strenge tucht. Maar krijgen ze, kunnen ze krijgen de liefde en het begrip bij een derge lijke instelling, waarvan de leiding goedwillend genoeg is, maar die kampt met zo'n tekort aan en verloop van per soneel, dat men daar aan de andere elementen van de therapie liefde begrip eenvoudig niet toekomt? Met andere woorden: ook dat middel blijkt slechts een zwak surrogaat te zijn! III ïatuurlijk wordt dit soort jongens, l wie de meesten voor de politie geen [ekenden zijn, in de gaten gehouden, t dit kan leiden tot het van tijd tot esteren van enkelen onder hen, jon- ie dan na gebleken vergrijpen voor :ier van justitie worden geleid. wat gebeurt er nu verder? Hun komt voor, er worden wellicht opgelegd en.... nadat deze on- i zijn, beginnen ze weer vrolijk /aar ze gebleven zijn. e jongens komen straks in de samen- s: hun „gang", terug om daar te worden ontvangen. Straffen pkenen dus in feite géén oplossing het probleem. t de „Kraamkamer van de Penoze" deze espressobar b 1 ij f t bestaan, i al werd dit ongure centrum met van de sterke arm opgedoekt, u er elders in de stad weer een ontmoetingspunt worden ge- £erd. Zoals er al zovele in Den Haag En verplaatst zijn. fer wat is er dan aan te doen, dit [ogen wij als geordende samenleving [ch niet tolereren, zult u opmerken, pist, zo is het en daar hebt u dan [eteen het probleem, waar politie en ïstltie, kinderbescherming en reclas- fcring, maatschappelijke werkers en [ugdleiders en gaat u nog maar een Bosje door, volkomen mee „zitten". Niemand hebben tientallen deskundigen ge- agd: Wat is hieraan te doen en land, letterlijk niemand weet er een voord op. Sommigen zijn zelfs nog aan dit probleem toe, druk als iet al hebben met bijvoorbeeld het gstuk van de „gewone" massajeugd, verantwoord bezig gehouden en Izaam maar zeker in de goede rich- gestuwd dient te worden. Arbeid, overigens ook nog maar „een drup- op de gloeiende plaat" betekent, denkt toch zeker niet, dat onze toe- istige Penoze-jongens in het zo- aamde clubhuiswerk te vangen zijn? dat stadium zijn ze al jaren heen. leven óns leven, zoals wij het bezen," is de leus van deze bekla- BWaardige jongelieden, die welk ge- ook eenvoudig aan hun laars lappen, klaarbaar in hun omstandigheden »u nog heel veel over te zeggen zijn naar het is dan toch maar zo. wal dit probleem nog ingewikkel- maakt is, dat zó er een verbcterings- zou zijn, deze jongelui indivi- ïl weer telkens anders aangepakt len moeten worden. Ziedaar! 'n algemene, maar dan ook zeer 'e therapie zou natuurlijk wel aan even zijn. Wat deze al ver gezonken 'd nodig heeft, is enerzijds een stren- leiding en anderzijds: liefde en be- Hiermee zijn ze namelijk nimmer mfronteerd geweest. Ontvangen ze •lies nog bijtijds, dan zijn ze wel- nog te redden. Maar dan zouden ze w o n g e n moeten worden zich In werkkamj pen Goed, zal een rigoureuze lezer mis schien opmerken: Pak al die jongelui, waarvan je weet, dat ze voor galg en rad opgroeien op, zet ze in een werk kamp, zodat ze van 's morgens vroeg tot 's avonds laat moeten werken, geef ze een aantal mensen mee, die zich des noods, gezien de ernst van de situatie beschikbaar willen stellen en geef ze dan daarnaast die liefde en dat begrip die ze zo nodig schijnen te hebben. De realiteit verwijst deze mogelijkheid naar het rijk der fabelen. Om te be ginnen leven we niet in een totalitaire staat, zo zullen deskundigen vertellen. Ons Nederlandse vrijheidsbeginsel houdt in dat wij niet mogen oordelen naar de geest, alleen mogen oordelen en dan nog door de onafhankelijke rechter over gepleegde strafbare fei ten, waarvoor de strafmaat aan be paalde limieten is gebonden. Bovendien: zo er al vrijwilligers waren die zich het lot van deze jon geren ivilden aantrekkenkunnen zij deze taak aan? Beslist niet als men bedenkt dat het werkzaam zijn in „gewone" massajeugdwerk al grondige opleiding vereist. Het zouden zeer gespecialiseerde mensen moeten zijn, mensen die èn door hun speciale gaven op dit gebied èn door hun jarenlange ervaring er bij enke van deze knapen misschien iets van terecht zouden brengen. Neen, zo simpel liggen de zaken niet. Maar wat dan wel, vraagt u voor de zoveelste keer. We willen een poging doen om er althans iets positiefs over te zeggen door. na er met zeer vele des kundigen over te hebben gesproken, enkele lijnen aan te geven die voor ons na „combinatie en deductie" naar voren kwamen. Dit geschiedt dan in het besef ons op glad ijs te begeven. De bittere ernst van deze zaak legt ons deze vrij moedigheid als het ware op. Geen geld In 1959 verscheen er bij uitgeverij De Bezige Bij in Amsterdam een boekje, getiteld „De Jeugd in het Geding" door D. E. Krantz en E. V. W. Vercruijsse. Het gold hier een observatie-studie van een Leidse dansgroep („nozems"), naar aanleiding van het optreden van jeug dig publiek tijdens een jazz-concert van Lionel Hampton, waarbij het, naar men zich wellicht herinnert, nogal druk is toegegaan. Deze studie geeft géén aansluiting aan ons onderwerp „Kraamkamer van de Penoze" en daérom memoreren we haar dan ook niet. Maar wel om de volgende zinsneden uit de inleiding van „De Jeugd in het Geding", namelijk: „Wij dachten aan een breed opgezet ondervragings- onderzoek. Toen bleek dat daarvoor geen fondsen te vinden waren, hebben wij ons beperkt tot een observatie studie van een kleine groep". En: „In een vergevorderd stadium van het pro ject ontvingen de onderzoekers een kleine (gespatieerd door ons, Red.) subsidie van het ministerie van o. k. Onderzoek ^IJ LACHEN hun ouders uit, trekken zich van de politie niets aan en willen eenvoudig niet werken. Dat is de mentaliteit van de jeugd die wij in onze vorige artikelen naar voren haalden. U hebt kunnen lezen hoe deze jeugd haar tijd doorbrengt, hoe de jongens aan geld komen en wat zij ermee doen. In deze laatste artikelen, waarmee wij onze serie afsluiten, willen wij u iets vertellen over de oorzaak en het gevolg van de levenswijze van deze jeugd en wat er misschien tegen te doen is. Er zijn verscheidene oorzaken, die een hepaalde groep van onze jeugd drijven tot lanterfanten, vechten, stelen en het plegen van ontucht. Een van die oorzaken is het milieu, waaruit een jongen of meisje afkomstig is. Nemen wij nu bijvoorbeeld Wim, een jongen die negentien jaar is, maar er uit ziet als 25. Vaste klant in bars en nachtclubs. Werken, ho maar. Hij heeft een paar jaar gevaren, vorig jaar kwam hij de wal op met bijna vijfduizend gulden. Twee maanden later had hij geen cent meer over. Blijvende aandacht TV7"IJ ZIJN hiermede aan einde gekomen van deze tikelenserle, die een triest schijnbaar onoplosbaar probleem aansneed. Wij hopen ernstig dat dit niet het einde betekent van de aandacht die dit vraagstuk door deze publikalies noodzake lijkerwijze in brede kring gehad moet hebben. Diverse reacties, meest monde linge, hebben ons bereikt. Dat stemt tot voldoening: zU vormen immers het bewijs dat men zich deze zaak aantrekt. Aan sommi gen, die het hier en daar wel erg realistisch vonden, zij medege deeld, dat de werkelijkheid tien maal erger ls! In de „Kraam kamer van de Penoze" spelen zich tonelen af wij denken hierbij In het bijzonder aan ontucht cn wat daarmee samenhangt die eenvoudig met geen pen te be schrijven zijn. Onze waardering gaat uit naar de Haagse politie, die ons met na me bij het achtergrondsonderzoek zoveel waardevolle inlichtingen heeft verschaft. \VU willen de hoofdcommissaris dank zeggen, en in hem allen danken die ons be hulpzaam waren bij het vinden van de weg In deze netelige zaak. De spontane medewerking èn de door ons geconstateerde werkwijze hebben ons respect voor de politie doen overgaan in bewondering. Wat wij hiermede alleen willen zeg gen is dit: er zal dunkt ons geld op tafel moeten komen teneinde een on derzoek naar dit, wat we nu maar ge makshalve „Kraamkamer van het Pe- noze"-vraagstuk zullen noemen, moge lijk te maken. Want het eerst nodige lijkt namelijk een gedegen wetenschap pelijke studie over dit onderwerp: men dient grondig van onderaan af te be ginnen. De wijze waarop lijkt ons in dit verband te ver te voeren. Bij de: veelheid van proefschriften die regelmatig in Nederland van de persen komen bevond er zich tot nu toe, voor zover ons bekend, geen een, die een aspect van dit toch uitermate urgente en nijpen de vraagstuk aan de orde stelde. XVelke crimonoloog of socioloog zou zich daaraan willen wijden? Hij dient er niet alleen de weten schap. maar ook maatschappelijk verdrinkende mensenkinderen mee. Ook een onmiddellijke aanpak lijkt ons mogelijk, al ligt deze in het idea listische vlak. Uitgaande van het principe „Wij naar hen en zij niet naar ons" zien wellicht enkele vak kundige jeugdleiders hier een spe ciale taak voor zich liggen, onder het motto: Ga zelf naar deze ontwortelde jeugd, wees een van hen en probeer althans iets, al is het nog maar zo weinig GOEDS te bereiken. Als de gezamenlijke jeugdorganisaties dat eens mogelijk zouden kunnen maken! Wim komt uit een groot gezin, woonwagenfamilie. Toen hij dertien jaar was, werd hij de straat opgestuurd met de soharesliep. Al gauw kwam hij i raking met de politie. Reden: afpersing met bedreiging. In verband met zijn jeugdige leeftijd werd hij toen ter beschikking van zijn ouders gesteld (waarschuwing), zonder resultaat evenwel. Want nauwelijks twee maanden later werd hij wéér opgepakt, nu wegens diefstal van een bromfiets. Wéér werd hij ter besohikking ouden gesteld (volgende waarschuwing). Het ging een tijdje goed met hem tot hij het ouderlijk huis verliet en sa een vriend achter een lorrewagen ging Zij werden toen zogenaamde „asbak- kenzoekers". Alles wat bij een vuilnis emmer stond en wat maar geld kon op brengen, haalden de beide jongens weg. Op deze manier „verdienden" ze allebei meer dan negentig gulden per week, een loon, dat hun vaders niet thuisbrachten. Het geld maakten zij op in café's eD nachtclubs Sterke drank Meer dan eens werden zij ver na het middernachtelijk uur ergens op straat bewusteloos door de drank, aangetrof fen. Tot de politie ook hier een spaak in het wiel stak en een eind maakte aan de „handel". De zucht naar drank had Wim echter te pakken en het ge brek aan veel geld deed zich al gauw gevoelen. Toen begon hij zjjn strooptochten, stal bromfietsen en fietsen. In een jaar tijds kwam hy meer dan twintig maal met de politie in aanraking. Inmiddels was hij weer in het ouderlijk huls teruggekeerd, maar vanwege zijn onbeschoft gedrag wilde zjjn vader hem niet meer aan tafel hebben. Maar de moeder had met haar jongen te doen en gaf hem voortdurend geld „om patat te kopen", niet wetende, dat haar zoon het geld omzette in jene- Of Wim nu werkelijk een misdadige geest had? Eerder had de jongen gebrek liefde. Bij hem thuis was het al tijd gemakkelijk geweest, zijn vader en moeder bemoeiden zich maar weinig met hem, gingen vaak 's avonds weg en wat de kinderen dan deden interesseer de hen niet. Totdat Wim op een gege- moment zo brutaal werd dat zij hem meer de baas konden. Bij Wim thuis ontbrak dus de gezinsband en dat or deze jongen funest geweest, is het ook gegaan met Koosje, enig kind van keurige ouders. Zijn vader is bedrijfsleider in een grote fabriek. Na de lagere school ging Koosje naar de Mulo maar langer dan een jaar hield hij het niet uit. Hij kwam terecht op een kantoor en ging naar een avondschool. Maar wanneer Koosje 's avonds uit school kwam waren vader en moeder niet thuis. Zij waren op visite, of naar de bioscoop, of wat dan ook. Het ge volg was, dat Koosje uit school niet meer regelrecht naar huis ging. Wat moest hij thuis doen, alleen? Hij zocht zijn vertier op straat, ging met jongen* en meisjes uit, bleef steeds weer van school weg en ging op den duur h e 1 e- Zonder dat zijn ouders er nu iets van wisten zat Koosje iedere avond ln een bar. Zijn eerste schreden op het slechte pad bleven niet lang uit. Koosje wist dat een „vriend", een jongen die hij regel matig in de bar ontmoette, een bromfiets had gestolen en liet zijn stilzwijgen ko pen met vijf gulden, een feit dat hem nog niet met de politie in aanraking bracht. Van het kantoorleven had Koosje ten slotte ook genoeg en hij besloot te emi greren naar Canada, zeer tot verdriet van zijn ouders, die niet beter wisten of bun Koosje deed vier avonden per week zijn best op school. In Canada bleek er geen werk voor ledereen opgeschept te liggen én Koosje was er de jongen niet naar om ernstig een baan te zoeken. Zo kwam het, dat hij - eenmaal in geldnood een „kraak" /fitte en voor twee jaar achter de hoge gevangenismuren verdween. Toen hij zijn straf eenmaal had uilgezeten werd hij uitgewezen en kwam hij weer terug in Nederland. Hij hing een paar maanden thuis rond. had geen zin om aan de slag te gaan en ging tenslotte weer vertier zoeken in bars. Vader en moeder vonden hun zoon nu zo volwasen, dat zij er niet op aandrongen dat hij werk ging zoeken. Zo kreeg hij dus niet het duwtje in de goede richting dat hij zo hard nodig had. Ouders deelden mee Een ander geval is dat van Hans, waarbij de ouders zélf ip de hand werk ten dat hun jongen het verkeerde pad opging. Als kleine jongen begonnen met voorbijgangers geld te vragen de tram mee te gaan", kwam hij in handen van de kinderpolitie. Op veertienjarige leeftijd zwierf hij al an de ene baas naar de andere slotte bleef er niets anders ov niets-doen. Het duurde ook met Hans niet lang of De traditionele opvatting is, dat de gezinsband praktisch alleen dair ver te zoeken zou zijn, waar men van „achterbuurten" moet spreken (foto boven). De feiten wijzen uit, dat dit manco ook voorkomt in straten, waar wel stand Heerst (foto links). hy nam ergens een bromfiets weg. Een jaar later zette hy een „kraak", waarbjj hy vijfhonderd gulden rijker werd. De bult deelde hy met vader en moeder en alle partijen zetten het geld om ln drank. De schuld lag hier dus ook voor het grootste deel weer bij de ouders. Zo zijn er honderden gevallen te noe men, gezinnen waarvan de ouders ge scheiden leven, gezinnen met stiefmoe der of -vader enzovoort. Dit alles heeft op kinderen heel vaak een funeste in- Zo gaat het vaak. Vader en moeder niet thuis, avond aan avond. De kinderen vinden een leeg huis, eten op tafel en een alleszeggend briefje„We zijn weg" vloed, al wil dit niet zeggen dat gezin nen met een stiefmoeder of -vader niet harmonisch zouden kunnen zijn. Buitenshuis Jeugdcriminaliteit is er altijd geweest en zal er vermoedelijk ook altijd blijven. Dat het de laatste jaren zo toegenomen is, kan gedeeltelijk worden toegeschre ven aan de verandering van de levens stijl. De moderne tijd wil van de men sen vaak meer dan zij eigenlijk kunnen opbrengen. Nemen wij bijvoorbeeld het geval van de behanger. Een goed vakman, eerlijk als goud dol op zijn vrouw en kinderen. Hij v dient een goede boterham maar i zozeer begeerd televisietoestel kan hy van zyn weekloon niet betalen. Hy gaat daarom 's avonds werken en ook zyn rouw zoekt een baantje. En dan is de gezinsband weg. Moeder overdag niet thuis, vader 's avonds niet. De kinderen vinden thuis geen gezellig heid meer en gaan de straat op. Zy ken hun vertier in bars en gaan vaak de bioscoop, waar zij soms films die voor hun ogen helemaal niet geschikt zijn, krijgen andere vrienden en vriendinnen en dat alles dus omdat de gezinsband ontbreekt. Natuurlijk moeten wij niet general!- •ren en zeggen dat van élle gezinnen, aarin de vader 's avonds niet thuis is de kinderen op het verkeerde pad ko men. Dat is zeer beslist niet waar. Maar het kén er de oorzaak van zijn dat de echte sfeer die een gezin bindt gaat ontbreken. En een geval als hierboven komt niet alleen voor in bijvoorbeeld arbeidersgezinnen. Geenszins. En eigen kinderen In de espressobar treffen wij ook de zoon van een hoge ambtenaar van een departement. De man is vaak op ren en de jongen ziet zijn vader niet veel. Mevrouw is onderwijzeres op een la gere school. Zij verzorgt de kinderen van anderen maarvergeet in feite haar eigen kinderen. U herinnert zioh tooh ook nog wei Annette, het meisje uit de espressobar? Annette zit in de vierde klas M.M.S., krijgt geen zakgeld meer omdat haar laatste rapport vier onvoldoendes aangaf. Door haar zakgeld in te houden dacht haar vader, overigens met de bes te bedoelingen, haar weer aan de studie te krijgen. Maar deze strafmaatregel werkte ave rechts, want het werkelijke gevolg was dat Annette vertier zooht by jongens die helemaal niet voor omgang met haar geschikt waren cn haar graag een kwar- "e voor de jukebox gaven. Ook dat kan er vaak de oorzaak van zyn dat kinderen de verkeerde weg op gaan door omgang met mensen van een heel ander (verkeerd) slag. De barkee per uit de espressobar bijvoorbeeld heeft al heel wat veroordelingen achter de rug. Geen toezicht Hoeveel ouder» slikken het niet wanneer hun zestienjarig dochtertje 's avonds, gekleed in een wyd uitstaande jurk met wie-weet hoeveel pettycoats, de deur uitgaat en niet vraagt, maar ge woon zégt, dat zy by een vriendinnetje gaat slapen? Een vriendin die de ouder» alleen maar van naam kennen. Hiermede werken zij tooh zelf in de hand dat hun kinderen een nachtclub bezoeken? Kan dat dan maar allemaal? Kunnen meisjes van zeetien jaar dan zomaar in een nachtclub? Is er dan geen toezicht? Toezicht is er inderdaad, niet alleen door de politie maar ook door de exploitanten van nachtgelegenheden. Hoewel de taak van de politie pas begint wanneer er een overtreding is begaan, worden desondanks vaak jongens en meisjes uit gelegenheden gehaald, waar zij helemaal niet thuishoren. De ouders worden ingelicht en daarmee is voor de politie de zaak dan afgedaan. Maar veelal krijgt de politie echter nog te horen: „Waar bemoeit u zioh mee?", alleen maar, omdat de mensen schrikken wan neer hün kind met de politie in aan raking is geweest. Het valt licht te be grepen, dat een jongen of meisje door de politie niet voor de derde maal uit zo'n gelegenheid wordt gehaald. In nachtclubs controleert de politie re gelmatig. Maar aan deze controle en ook aan het toezicht van een portier kunnen bijvoorbeeld zestienjarige meis jes gemakkelijk ontkomen. De wet zegt nameiyk dat een achttien jarige zonder geleide zich in een nacht gelegenheid mag ophouden. Wanneer dus een meisje zo'n gelegenheid be treedt en de portier vraagt haar leef tijd, dan behoeft zy maar te zeggen „achttien jaar" en zy mag erin! Hetzelfde is immers ook het geval met de zogenaamde „prikkellectuur", die men schriftelyk kan bestellen? Uitdrukkelijk wordb in een advertentie vermeld dat een bepaald boekje alleen voor volwas senen is, hetgeen het voor de jongeren slechts aantrekkeiyker maakt. Bij be stelling moet men de leeftyd opgeven, iets wat natuurlijk geen waarde heeft, omdat een vyftienjarige jongen gemak- keiyk op een briefkaart kan schryven dat hy 23, of zo u wilt 85 is. Geen klachten Opmerkelijk Is het overigens wel, dat bU de politie nooit klachten binnen komen van de ouders, dat hun kinderen ln bepaalde gelegenheden zyn geweest. Of de ouders weten het dus niet of zU trekken zich er niets van aan. Veel mensen wachten maar rustig af, tot hun kind weer thuiskomt en wan- r het een beetje laat ls wordt het een standje afgedaan. Rustig toezien ïydzaam afwachten, dat ls helaas de mentaliteit van vele ouders. En de en kele vader die zyn dochter wil contro leren belt naar de portier van een nacht- Club. inplaats van er zelf op af te gaan. Het komt haast niet voor dat 's nachts vaders of grote broers op zoek zyn naar dochtertje of zusje en desnoods Hy kent «Un arbeidsschuwe klanten* l®dere agent vragen of hy het meisje goed en wanneer er eens één zonder geld heeft gezien. zit, weet hy wel een manier om eraan te Rustig afwachten maar. zy komt wel komen. De jongens met werkeiyke kwa-1 weer thuis I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 11