Kleine Johnny Walker C B Koning Raggerol en de verdwenen prinses Halfversiaan van hele woorden ZATERDAG 2 APRIL 1960 KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZONDAGSBLAD VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE DE KLEINE JOHNNY WALKER had het al lang van te voren zien aan komen. Toen zijn zoster Gladys die avond tijdens de maaltijd ineens in een gierende huilbui uitbarstte en de hele familie verschrikt zich alle moeite getrooste haar tot bedaren te brengen, intussen almaar om beurten uitroepend: Maar liefje toch, wat is er dan? zij hij ineens: Mensen, mensen, houdt toch op. D'r verkering is natuurlijk uit. Deze mededeling, nuchter gedaan, had de uitwerking van een don derslag bij heldere hemel. Een ogenblik was het doodstil in de kamer. En toen begonnen paps en mams en Jane en Wilbur en Marion allemaal tegelijk te vragen. Niet aan Gladys, maar aan Johnny, en dat gaf hem het gevoel, dat hij, hoe klein hij ook was, in het familieleven, althans op dit ogenblik, een rol van betekenis speelde. Hij legde zijn vork en zijn mes er voor neer, ging breed-uit zitten en antwoordde: Zeggen jullie nou maar, wat je wilt weten. Ik kan je volkomen inlichten, want ik heb het zien aan komen. Ik heb ontdekt 14. Hendrik bij Gladys. Afgeluisterd: Hendrik zal het varen er aan moeten ge ven. Gladys stampt met de voet op de grond. Hendrik schreeuwt: No. (Goed zo!!!!!). Hendrik kwaad weggelopen. 15. Hendrik teruggekomen. Gladys poes lief tegen hem (nou. nou!!!!). Getracht on der de divan te komen om meer te weten. Niet gelukt. Gewoon de kamer uitgestuurd. 16. Uit school niemand thuis getroffen. Op mijn tenen door het huis gelopen. In Gladys' kamer Gladys horen huilen. Denk er het mijne van. Geloof, dat Hendrik ge lijk heeft. Jammer. Hendrik is een reuze knul. Al lekker veel van hem gekregen. Enfin, wat binnen is, is binnen. dat eens haarfijn uit de doeken zou gaan doen. sprong Gladys naar voren en gaf hem een draai om de oren, die klonk als een klok. Hij knipperde er zelfs niet voor met de ogen. Hij probeerde alleen een gro te minachting in zijn stem te leggen, toen hij. toch nog met een zekere waardigheid, zei: Stomme meiden raken d'r knul altijd kwijt, en hij voegde er aan toe en haas tig toen hij zag, dat Gladys weer aanstal ten maakte hem een klap te geven: Jullie denken toch niet, dat wij gek zijn! Op dat moment greep mams in. Ze stuur de hem met een resoluut gebaar de ka mer uit en gebood hem zijn gezicht niet eerder te laten zien, voordat ze hem daar toe toestemming had gegeven. EN zo vertrok de kleine Johnny Walker, nonchalant met de handen in de zakken, wat moest bewijzen, dat hij er helemaal onverschilling onder bleef, naar zijn ka mer. Bij de deur draaide hij zich nog even om. en trok een lange neus tegen Gladys. Hard fluitend beende nij vervolgens de trap op, in het gelukkige gevoel, dat iedereen in de kamer zich nu zat te ergeren, want zijn fluiten leek te veel op het geluid van een jankende hond om mooi te zijn. Toen hij zich op zijn bed had neerge worpen. begon hij zijn gedachten te orde nen. Hij lag op de rug, met de handen onder het hoofd en hij keek naar de fi guurtjes op het plafond, zoals hij altijd deed als er moeilijkheden waren op te los sen. Stomme meiden, zei hij nog eens hardop. Stomme meiden. Hij wist precies wat er aan het handje was. De kleine Johnny Walker behoorde tot het type jongens, dat zijn ogen altijd goed de kost geeft en aan een half woord voldoende heeft. Nou, hij had de laatste weken zijn ogen goed de kost gegeven. Een kind kon zien, dat het mis moest gaan, hield hij zich voor. Maar die grote men sen daar beneden, die kinderen moesten opvoeden, waren stekeblind gebleven voor het naderende onheil. EN toch deed het hem pijn. Want hij hield van Gladys. Ze hielp hem niet alleen met zijn huiswerk, maar ze stopte ook stie- kum zijn broek als er weer eens een gat in zat en ze wist het altijd zo te plooien, dat niemand het ontdekte als hij te laat thuiskwam. Verder stopte ze hem geregeld allerlei lekkertjes toe, hoewel mams daar vreselijk op tegen was, omdat die de stel regel huldigde, dat jongens, beter gezegd: kinderen in het algemeen, vanwege hun gebit het snoepen dienden na te laten. En juist omdat hij van Gladys hield, had hij zich zo opgewonden, en dat gezegd van: stomme meiden. De kleine Johnny Walker keek naar de figuurtjes op het plafond en besprak met hen zijn problemen. Hij zei: Jongens, er moet iets gebeuren. En direct. Want lief desverdriet kan tot alles leiden. Johnny wist dat uit eigen ervaring. Hij had al eens verdriet gehad om Jennifer, die met haar twaalf jaren net een jaar jonger was dan hij. Jennifer dan had hem op een dag kwaad gezegd, dat ze bij na der inzien toch niet met hem, Johnny, wil de trouwen, en hij had toen besloten van huis weg te lopen, omdat hij meende, dat Jennifer aan de zijde van een ander hem te veel zou aangrijpen. Dat weglopen was niet doorgegaan, omdat hij op weg de wij de wereld in, Gladys letterlijk in de ar men was gelopen, die hem had gevraagd, waarom hij op dat middaguur niet in de schoolbanken zat. Hij was verplicht ge weest haar de reden daarvan mee te de len en daarop was ze niet gaan lachen, maar had ze hem meegenomen naar een taartjeswinkel en samen hadden ze een uurtje gezellig zitten babbelen. En mams was er nooit iets van te weten gekomen. Kijk. zei hij tegen de figuurtjes, zo is Gla dys nou. maal tegen de figuurtjes had gezegd dat er iets moest gebeuren, sprong hij van bed en ging hij achter zijn tafeltje zitten. Hij nam een stuk papier en een stompje Ktlood, en nam zich voor de gang van za- n van het begin af tot nu toe puntge- wijs neer te zetten. In een detective had hij eens gelezen, dat alle grote speurders dat doen, omdat bij moeilijke problemen de overzichtelijkheid een grote rol speelt. Hij schreef dus neer: 1. Nederlandse s.s. Utrecht doet Liver pool aan. Eerste stuurman Hendrik van Dalen maakt zijn opwachting bij de heer en mevrouw Walker, vrienden van Mary Moore, dié getrouwd is met de broer van Hendrik van Dalen, en dus nu in Neder land woont, precies gezegd in Den Haag. 2. Gladys ontvangt Hendrik van Dalen, omdat de heer en mevrouw Walker afwe zig zijn. Hij blijft een uur bij haar en vertrekt dan met de mededeling, dat hij de volgende dag zal terugkomen. 3. Hendrik van Dalen komt terug. Gla dys toevallig thuis. Zij belooft Hendrik van Dalen de stad te laten zien (Wat is er nou aan Liverpool te zien!!!!). 4. Hendrik van Dalen vertrekt met zijn schip naar Amerika. Gladys vertoont spo ren van nervositeit. Holt elke dag naar de brievenbus. Op mijn vraag: waarom? ant woordt ze: O. niks. 5. Gladys ontvangt de eerste brief uit Amerika. Sluit er zich mee op in haar ka- mer. Is de hele avond opgewonden vrolijk. 6. Gladys mag niet gestoord worden. Mams zegt: ze zit op haar kamer te wer ken (Had daar mijn eigen gedachten 7. Weer een brief uit Amerika. 8. Brief uit Spanje 9 Brief uit Holland- 10. Hendrik van Dalén bezoekt Gladys. Gaan samen wandelen. Op die dag met een boodschap naar tante Doris gestuurd (nep!!!!!). Thuisgekomen zijnde gehoord, dat ik tegen mr. Van Dalen Hendrik mag zeggen'. Mams erg zenuwachtig. Haar 's avonds op de trap tegen paps horen zeg gen: Die Hendrik is een heel nette jongen (Het mijne ervan gedacht!!!!!!) 11. Hendrik van Dalen wordt langzamer hand huisgenoot. Hij is er of hij staat op het punt te komen. Als Hendrik bij ons eet. eten we op z'n Hollands (bah!!). 12. Afgeluisterd: Gladys zegt tegen Hen drik. dat hij een baantje aan de wal moet zoeken. Paps zal er voor kunnen zorgen, dat hij in onze firma wordt opgenomen. Hendrik lacht hartelijk en roept almaar: No. no. darling, no. no. 13 Brief van Hendrik uit Holland Gla dys wordt stiL Vrolijkheid is totaal ver dwenen. Haar gevraagd of er moeilijkhe den zijn. Een schop gekregen (au. au. au! 1111). "TAE kleine Johnny Walker las zijn aante- -L' keningen driemaal over. Dat is het dan, r H. J. WAALWIJK dys heeft de bons gekregen. Hendrik heeft natuurlijk gezegd: Nou niet langer klet sen, of je ziet me nooit meer. Hij ging weer op bed liggen en sloot de ogen. Ik zou die Hendrik eens moeten schrijven, overdacht hij. Gewoon als man naar man. En gewoon zeggen, hoe ik er over denk. Mannen kunnen dat beter doen dan vrouwen. Dat doe ik, jongens, zei hij tegen de figuurtjes. Voor de tweede maal greep hij een stuk papier en met de tong tussen de tanden schreef hij: Liverpool, geschreven op mijn kamer in het geheim. Beste HendrikGladys heeft vanavond vreselijk gehuild. De dok ter is er aan te pas gekomen en die schudde erg met zijn hoofd, toen hij Gla dys op de grond zag liggen, wat er aan de hand is weten we geen van allen, maar we zijn erg bang, dat Gladys vreselijk ziek is, ze heeft me al in geen drie da gen wat gegeven en dat is niets voor Gladys, want die is net als jij erg royaal, maar we weten niet wat we met haar moeten beginnen, ze wil niet eten en niet drinken en niet slapen, ze ligt maar op de grond te huilen en dat is geen toestand, dat kun je wel begrijpen, want het kleed moet toch gestofzuigd worden en de boel gelucht, zou jij niet eens met haar kunnen praten, misschien dat ze naar jou wil luisteren en van de grond wil opstaan, maar laat nooit weten, dat ik je heb geschreven, want dat wil Gla dys misschien niet hebben, hoewel ze voortdurend klanken uitstoot, die op Hen drik, Hendrik, Hendrik lijken, kijk maar eens wat je kan doen, maar ja, het va ren gaat natuurlijk voor, tot ziens dan, zal ik maar zeggen, wees gegroet van Johnny Walker. P.S. Als je van plan bent te komen, breng je zeker wat voor me mee, het hoeft natuurlijk niet, maar ik heb jou nou gewaarschuwd en de ene dienst is de andere waard, en je weet dat ik gek ben op auto'tjes. van zijn vader om een postzegel uit diens bureau te halen. Zachtjes sloop hij daar na de trap af. Een ogenblik luisterde hij aan de deur. Hij hoorde mams zeggen: Toe nou. kindje, eet nu rustig af. dan zul len we vanavond met elkaar praten. Heus, geloof me, de soep wordt nooit zo heet ge geten als ze wordt opgediend. Het komt best in orde, 6chatje. Hij zei tot zichzelf: Johnny de kust is veilig. Als een hazewind rende hij vandaag of morgen ineens een taxi voor de deur stilhouden, en wie rolt daaruit? Hen drik van Dalen. Ik wil er alles om verwed den, dat ik TTIJ voelde hoe twee armen zich om hem heen sloten en hij hoorde Gladys zeg gen: O, jij kleine schat, wat weet jij er van. Een stevige zoen werd op zijn voor hoofd gedrukt. Ruw rukte hij zich los, want hij vond dat dit knuffelen op dit ogenblik zijn waardigheid en zijn gezag aantastte, en hem verlaagde tot een baby, wat hij nu juist niet wilde en kon zijn. Hij keek Gladys aan en zag. dat ze tranen in haar ogen had. Het werd hem bijna te mach tig. maar gelukkig wist hij zich goed te houden. Hij hoorde haar, bijna fluisterend vragen: Weet je zeker, dat Hendrik terug komt? Deze vraag was voldoende om hem zijn zelfbewustheid terug te geven. Hij lachte smalend. Zeker weten? Zeker we ten? Je moest eens weten, wat ik alle maal wist. Ik heb laatst lang met Hendrik over jou gesproken, loog hij, en hem ge zegd wie en wat jij allemaal was. Hij stond er versteld van. Letterlijk zei hij: Ik ben blij. Johnny, dat ik je zuster heb leren kennen. Je kunt er zeker van zijn. dat ik haar nooit in de steek zal laten. En hij gaf mij de hand er op. Nee, zei Johnny, ik zou me er echt niet druk over maken. Wedden om een autootje? TARÏE dagen leefde kleine Johnny Walker in angst en zorgen. Drie dagen lang voerde hij 's avonds lange gesprekken met de figuurtjes op het plafond. De vierde dag, juist toen hij er over dacht er maar voor goed tussen uit te knijpen, omdat hij de zaak, naar zijn mening, hopeloos had verknoeid, stopte er een taxi voor de deur en rende Hendrik van Dalen de stoep op, regelrecht in de armen van Gladys. De kleine Johnny keek eens verlegen naar hen beiden en koos toen de wijste partij. Hij smeerde 'm naar zijn kamer. Daar bleef hij tot hij een paar maal luid zijn naam hoorde noemen. Hij ging lang zaam de trap af. Gladys en Hendrik ston den hem op te wachten. Beiden lachten. Gladys trok hgm dicht naar zich toe en riep stralend: Jij, knulletje, jij hebt je weddenschap gewonnen, jij krijgt van ons een mooie auto, de mooiste, die je kunt vinden. Hij lachte wat verlegen, en gaf Hendrik, toen Gladys een ogenblik niet op hem let te, vlug een knipoogje. Hendrik knipoogde terug. Dat zit goed, dacht kleine Johnny, dat zit wel goed. Die Hendrik houdt z'n mond wel. Doch 's avonds, tijdens de maal tijd, schrok hij toch. Zo maar, midden in het gesprek, zei Gladys ineens: Ik zou wel eens drie dagen op de grond willen liggen huilen. En daarop begon paps te bulderen van het lachen. Maar toen heeft die kleine Johnny Walker die Hendrik van Dalen toch *s effetjes onder tafel een moord.trap te gen het scheenbeen gegeven MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 19. In snel tempo hebben Murr en Ben jamin Konijn alle gaatjes in de fietsban den geplakt en dan zegt Murr: „Vooruit, Benjamin, nu snel achter Leo aan. Je moet hem inhalen, want de weg is nog lang." Konijn zit al weer op zijn fiets en trapt zo hard als hij kan. Hij moet Leo inhalen en voorbijgaan. Hij moet. Maar wat is dat, een eindje verderop? Daar heeft Leo zijn fiets tegen een boom gezet en bij het bruggetje is hij met een nieuwe laffe streek bezig. Hij zaagt de planken kapot en jawel hoor, daar komt Benjamin aan en natuurlijk zakt hij met de brug in het beekje. Leo lacht en staat te springen van plezier. Ad> Gei 20. Kater Murr is naderbij komen hol len en vraagt: „Ben je nat, Benjamin. O ja, ik zie het al, je bent nat. Vooruit kom uit het water, het is geen zwemwed strijd. Spring gauw op je fiets. Nu moet je zeker van Leo winnen." Zo nat als hij is, gaat Benjamin toch weer verder. Hij i.s woedend. Moet Leo zo de wedstrijd winnen? Met laffe en gemene streken? Nee, dat zal niet gebeuren. Leo moet ingehaald worden. Leo trapt intussen op zijn gemak verder. Hij denkt, dat Ben jamin hem nu toch niet meer inhaalt. Bij het kruispunt staat juist een hooi wagen met een nogal koppige ezel tr voor, die niet verder wil. 21. Leo kan er niet door, maar hij pakt zijn fiets en begint tegen het hooi op te klimmen. „Als ik er niet langs kan, dan maar er over heen," zegt hij bij zichzelf. En nauwelijks heeft hij de bovenkant van het hooi bereikt of hij hoort aan de an dere kant de fiets van Benjamin Konijn al met gierende remmen tot stilstand komen. Benjamin zit hem op de hielen. En juist is Leo er aan de andere kant afgesprongen of de wagen begint te rij den. De ezel heeft zijn eigenwijsheid laten varen en is gaan lopen. Maar wat is dat? Benjamin zit nog bovenop de wagen en Leo fietst al weer verder. Zal het Konijn er nog op tijd af kunnen komen? (Vervolg) kala, Raggerols koninkrijk, bereikt en stonden voor de ..Gegroet, Koning van Si- grote verlaten vlakte van kala," zei ze met heldere Wirawar. Daar woonden stem. Maar ze boog niet. geen mensen meer. Nie- ,,Uit Wirawar, Sire," ant woordde het meisje. ..Maar daar woont nie mand meer, heb ik ge- Het meisje lachte opeens niet meer. Treurig liet ze het hoofd hangen. De ko ning (die toch wel een goed hart had) kreeg medelijden met het meisje, toen hij zag dat ze heimwee had naar haar eigen land en zich niet thuis voelde in het pa- plunderd er spookte. De vroegere be woners waren allen ver dwenen, de vijand had h«t land eenzaam en leegge- door THEA BECKMAN de: U zult haar vinden, waar u haar niet ver wacht." Folie, de hofnar, keek schuin naar de lucht, alsof hij hoopte daar de prinses met de talloze vlechten te zien. Toen keek hij r.aar be neden, naar de bossen, als of hij hoopte haar op een boomtop te zien zitten. Maar alles bleef stil en mng. ,,Nu, zorg dat de reistas sen morgen om zeven uur klaar staan." zei hij nog maals tot de opperhofkok en daarna verliet hij de keuken. Zeven dagen en zeven nachten waren Koning Rag gerol van Sikala en zijn trouwe hofnar nu al op reis. Ze waren over bergen en door dalen getrokken, door uitgestrekte bossen en langs „We zullen maar gewoort doorrijden," meende koning Raggerol. „Ik weet onge veer waar vroeger de hoofd stad van Wirawar lag en waar het verdwenen paleis van de verdwenen koning stond." Hij leidde zijn witte paard het pad af. Folie _chtergelaten. vreemde ko- Geen huis, geen boerderij, r geen stad was er overgeble- volgde gewillig op zijn grij- ven. Er groeiden nog za ezeltje. Tegen de avond slechts bomenuitge- waren ze al diep in de bos- strekte wouden, zo ver het sen doorgedrongen. Het oog kon zien. werd langzaamaan donker. heuveltop van zijn eigen land en keek uit over het verlaten Wirawar. „Dus déér moet ergens de prinses-met-de-zeven- vlechten verdwenen zijn," 0. zuchtte de koning. ,,Nu, het door steden zal niet meevallen haar te vreemdeling?" „Het lijkt wel. of die Beste neven en nichten, Het schiet nu al hard op naar de vakantie. Krijgen jullie allemaal een mooi rapport? 'k Ben zeer benieuwd naar jullie cijfers, 'k Heb van verschil lende jongens en meisjes gehoord, dat ze van die mooie versjes op school leren voor de bevrijdingsdag. Jullie ook? We zullen straks eerst de brieven beantwoorden, die met de letter H beginnen. Verleden week hadden we daar voor geen ruimte meer, weten jullie nog wel? De oplossing van de vorige puzzel was het hoofd van een heer met hoed. A< Plet Pols krijgt deze week de hoofdprijs. De troostprijzen krijgen Gert de Jong, Dicky de Korte en Theo v. d. Ma- rel. Lang zal die leven... Wies- je Gitz, Jan Post, K. van Rijs wijk en Willy van Soclen wor den met hun verjaardag van harte gefeliciteerd, door de neven en nichten. Allemaal een héél prettige dag! Nu gaan we de brieven be antwoorden. Elly den Haan, zo moeilijk was de puzzel toch niet? Heb jij al verkeerslessen op school? Wat leuk, dat al jouw vrienden Arie iSSS alle ne- Michiel en Jan zien allerlei bal lonnen boven hun hoofd zweven, die ze natuurlijk pro beren te grijpen. Ze lijken allemaal erg op elkaar, toch zijn er maar twee die gelijk zijn. Jullie moeten nu opzoeken wel ke het zijn. Op lossingen moeten vóór dinsdag 5 april 'worden in gezonden. veel vogels, die in de bladeren ritsel den. Soms was het, alsof ze fluisterden tegen de beide reizigers. .Waarheen gaat ge. dorpen, langs boerde- vinden in al die bossen, rijen en kastelen. Nu had- „Vergeet niet, Sire, den ze de grenzen van Si- de berk droom dat de brievenbus op de hoek van de straat, en na een paar minuten lag hij weer op bed, op zyn rug, met de handen gevouwen on der het hoofd. Maar wachten op de dingen, die gaan gebeuren, peinsde hij En vooral niet nieuwsgierig worden. Gewoon link wezen, dan kom je het verst. Johnny schuldbewust naar zijn zuster Gladys. Ze ziet er wat witjes uit, constateerde hij. en hij bemerkte ook. dat haar eetlust te wensen overliet, wat hij wel had verwacht. Hij kreeg die morgen geen gelegenheid haar apart te spreken, maar toen hij 's middags uit school kwam trof hij haar alleen thuis. Hallo Gladys!, zei hij opge wekt. Hallo boy!, antwoordde ze. niet erg vrolijk. Hij zei: 't Spijt me geweldig van gister avond, ik had het niet zo be doeld. wéét je, maar ja, ik mag je graag en daarom vind ik het zo jammer, dat je je alles zo aantrekt. Hij wist. dat hij maar stond te brabbelen, maai dacht: Zolang ze me niet biedt te spreken, kan ik tig doorgaan Hij voelde, dat er kleine druppeltjes op zijn voorhoofd kwamen. En ineens vond hij het ook vreselijk be* zich uitstaarde. Nonchalant ging hij verder: Wij, mannen, doen over het alge meen nog al vreemd, zie jé. maar daar moet je Je als vrouw niets van aantrekken. Leer dat van mij. zei hij t-rwijl hjj zijn wijsvinger waarschuwend op hief. een man moet jé af en toe links laten liggen. Heus wij hij Marsman dit geschreven heeft. Niet alleen de gevolgde metho- Het ls een omstreden vraag, of bijzonderheden uit het leven een dichter, over de omstandig- de',"ook het daarmee*verkregen resultaat is onvoldoende. heden waarin hij werkte, tot beter begrip van zijn poëzie kun nen leiden. Geeft men, met Arthur Lehnlng, een bevestigend antwoord, dan zal men veel verwachten van het werkje, dat Lehnlng schreef, om dergelijke verduidelijkende blj- ■onderheden te geven over de ver- Zonder critiek of reserve be aamt Lehning Marsmans eigen be wering. dat zijn gedichten uit 1919 en 1920 ..de meestzuivere Literai re parallel in Holland van expressionisme in beeldende kunst waren" (31). Wanneer men, terecht, Franz Mare ziet als de figuur in wiens werk het expressionisme het verst tot uiting komt en zt Marsman als Lehning doen dit, zo als (ook) blijkt uit de gegeven ci- Veel verwachten. Marsman is taten dan moet men toch het Lehning „De vriend principiële verschil zien tussen de dichter, die zich als heerser stelt tegenover en boven de hem om ringende kosmos, en de schilder, die buiten zichzelf treedt, om zich .v. 'e vereenzelvigen met dieren en vinden weinig of niets, dat al niet planten. uit zijn jeugd" én derhalve den wellicht gegevens verstrekt, waarover één ander niet kan be schikken. Die hoop blijkt ijdel te zijn. elders bekend was. Het niet in hoofdstukken verdeelde, maar slordig aaneéngeschrevén boekje is grotendeels gebaseerd op cita ten uit het gepubliceerde wer': van Marsman. Dé herkomst van die aanhalin gen wordt niet of onvolledig aan gegeven. zelfs zijn er vele hinder lijke indirêété citaten in de vorm van: „Marsman zelf heeft er eens op gèwezen Zo iets wordt al bijzonder velend wanneer men leest: een kenmerk der moderne poëzie hééft Marsman de verbinding van ongeveer alle concreta met onge- lustraties. Marsman, met al zijn bewon dering voor Mare, leefde toch in een andere wereld en kan niet dan zonder veel voorbehoud een expressionist genoemd worden. Deze verschillen en nuances heeft Lehning niet willen zien; het arti- De studie over „Marsman en Am»»i *c»- ^et expressionisme" moet nog ge leest: „Als schreven worden. Het nu verschenen boekje is in teressant door de opgenomen il- tréJmont te goed gelezen? En Lehning. gezien het uitblijven van commentaar helemaal niet? Het laatste neem ik hém niet kwalijk, wél dat hij niet vertelt hoe en M. BEINEMA. 1) n.a.v. Arthur Lehnlng, „Marsman en het expressionis me". L. J. C. Boucher, 's-Gra* venhage, 1959. fels kunnen praten, olie ongerust. ,,T'~ gen doen ze niet." „Onzin, je hoort de wind, die door de takken suist," zei de koning. Maar weer klonk het, o, zo zacht en droevig: „Vreemdeling, wees voorzichtig. Waar gaat ge heen?" De koning vond het ook niet prettig om te horen, maar toch reed hij verder, gevolgd door Folie. De hof nar begon, om zijn angst te verbergen, rare gezichten tegen de vogels te trekken. Verbeeldde hij het zich nu, of hoorde hij ze giechelen? Later op de avond kwam de maan op. Koning Ragge- postpapier. >ok allemaal want werd het weer lichter konden ze beter om zich heen zien. Hij durfde in dit stille, griezelige bos niet af stijgen en een kamp voor de nacht maken. Maar zijn witte paard en Folle's ezel tje werden moe en begon nen steeds langzamer te stappen. Eindelijk, het reeds bijna middernacht, bereikten ze een grote, open plek in het woud. De grond was daar dor .en kaal. er groeide zelfs geen grassprietje. Maar midden op die open plek, geheel alleen, stond een jonge, krachtige berk, die als zilver glansde I~~* maanlicht. „Dit is de plaats, van ik heb gedroomd!" riep koning Raggerol uit. „Hier heeft vroeger de hoofdstad van Wirawar ge legen. denk ik," antwoord de Folie, de hofnar. „Waar zouden nu al die huizen winkels en paleizen zijn gebleven? Er is geen bak steen meer terug te vin den. En de mensen? Waar zijn de mensen heenge gaan?" (Volgende week verder) Gelukkig dat er de vorige keer geen plaats meer was voor de H. Fijn, dat jullie verhuisd zijn Marjorie van Halem. Je hebt dus al weer vriendinnen. Het is dus allemaal meegeval len. Bedankt voor de mooie tekening Bram Wat heb jij leii Jullie worden hartelijk bedankt voor tekeningen Slem en Koos Hans- wijk. Hoe heet jouw din Tineke Hanswljk? Heb jij pas een nieuw broertj kregen, Gerry Hartcveld? Wat heb jij veel opgehaald voor 4 x Z.N., Alle Hartman! Hartelijk welkom Leo de Hay. Moet jij ook korfballen leren? Ik ben ook zeer be nieuwd naar jullie rapporten. Lenle en Peter Hebly. Heb een leuke dag gehad John d. Heiden? Je bent erg v« wend hoor! Zit jij graag de zon Anctte Heidsma? Nou ik wel, hoor! Hoe was het op jouw verjaardag Jan Hei koop? Woon jij op een boer derij? Zwem jij graag Kit ty v. d. Helm? Hoe heet het nieuwe nichtje? Wis het schriftelijk examen goed Ine ke van Herp? Sterkte op 9 mei. Saartje v. d. Heuvel speel jij ook blokfluit? Heb je al heerlijk buiten gespeeld? Julie verwennen Tippie maar, hoor Jenny v. d. Heuvell Wat grappig elf konijntjes. Leven ze nog? Is je truitje al klaar? Ria v. d. Heuvel, jij schrijft toch nog wel eens? Floor vind ik een mooie naam. Was de zanguitvoering v, d. Heijden? Wat zal jij knap worden. Is de trappelzak mooi geworden? Bertus Heijstek, wist jij niet meer te schrij- Is je zusje Jannie erg ver wend, Tineke v. d. HH? Je hebt aardig getekend. Koos van 't Hof, je brief was eigen lijk te laat. Geweldig, dat jul lie zoveel hebt opgehaald 4 x ZN. Jammer voor dL brekers. Ada Hoolmeijer, schrijf jij" de vogende keer wat meer? Jullie hadden dus met recht pech. Gerrlt veel huiswerk maken? Jan •mar, doe jij cr de vol gende keer een briefje bij? Hoe is jouw naam A. S. van Hulsbergen? Be jij al de Ja- je niet abuis? Be dankt voor je tekening Anne- lle de Jong. Gert de Jong, korfbal jij al lang? Je bent maar verwend hoor! Wat gewichtig, dat je nu in het be stuur zit Janny de Jong. Hoe is het met Nelleke? Grap pig zo'n klein broertje Corrie de Jong. Een héél prettige dag vrijdag. Is de juffrouw weer op school Wljnie de Jong? Was het dinsdag leuk? Heb jij al lang orgelles, Rla de Jon ge? Hoe heet jouw vriendin? Wat moet jij worden Jan Kees van Kleef? Annie van Kleef is het boekje mooi? Bedankt voor je gedichtje Marijke Klerk. Wat leuk, dat je mag. Hartelijk welkom Rob Korporaal. Heb je goed ge zwommen Dicky de Korte? Hartelijk welkom Harrie Kor teland. Jan Kraak krijg jij een mooi rapport? Sjoerd van de Kreeke, schrijf jij de volgende keer wat meer? Jij ook Wlm Kruithof? Van wie kreeg ik het rijmpje „opaa- tje"? Wat een voetballer zal jij worden Leo Lagendijk. Heel veel plezier in Middel burg Ad. van Leeuwen. Gaat Leo ook mee? Is je moeder weer beter Arjan van Leeuw van Weenen? Wat wordt er verbouwd? Wat speel jij Ria v. d. Lelie? Wat leuk, dat jij in de Eva staat. Een p tige avond vrijdag, Ria! Zijn je oma's weer beter Jan ny v. d. Linden? Welke kleur heeft je regenmantel? Heb jij nog meer zusjes en broer tjes Theo v. d. Marei? oud ben jij? Bedankt je brief Anja van Meeuwen? Wat voor een tekening wordt het? Jij boft maar met drie dagen vrij, Adrie v. d. Merwe! Leuk een zandbak, vind je Fijn, dat jullie nu wei lemaal bij elkaar zijn Nel Mes. Hoeveel jaar is Wimmie? Is j Houwelingen. Waar heb je dat moeder beter? Hartelijk wei- grote net gezien? Zijn jullie kom Dicky v. d. Meljden. Wat allemaal weer beter Hennis heb jij mooi postpapier. Zingt van Houwelingen? Moet jij zó-1 de kanarie mooi? Hans Mos, ik vind Paul een mooie naam. In welke klas zit jij? Lees jij veel Rietje Muijen? Heb en vriendin? Leuk, dat jullie nu een correspondentie- vriendin hebben, Jozina en Nel ly Naaljen. De puzzel was goed hoor! Wat ben jij ge groeid Janny Notenboom. Wordt het wandkleed mooi? Vond jij het toneelstuk ook mooi, Klement Notenboom? Heb jij te hard gewerkt Hen- nie Oltvoort? Ben jij ook naar de kijkavond geweest" Groeit Tanja al Annie Oppe- laar? Grappig, dat jullie het lammetje een lintje hebben om gedaan. Waar slaapt het? Is je pols al beter Herman Pieterse? Ben je gevallen? Plet Pols, bedankt voor je te keningen. Ga jij veel naar ds dierentuin? Gaat Pieter a! op school, Marianncke v. d. Poort? Je hebt mooi getekend. Hartelijk welkom Leo Prins, Krijg jij een mooi rapport? Kan de pop er in Jaqueline Pruim? Jacob Jelle Pruim, schrijf jij de volgende keer zelf een briefje? Het is een prachtig paasei Janle v. Pijpen Je brief was de vorige keer te laat Jannie. Wat knap. dat jij een club hebt opgericht. Dikkie van Ravenhorst, een feesten heb jij allemaal achter elkaar. Speel jij al leng blokfluit? Heb je goed je best gedaan op school? Lenie Riegman, jij kan goed rijmen hoor! Heb jij ook zo'n rr poppenwagen? Die domme Basje- Wie gaat er nou in de regen zitten Riekie Roscnbrand? Wat heb jij een grappige ka bouter getekend. Goed gedaan hoor! Jij stuurde me ook al en mooi gedicht Leny Ron- denburg. Hartelijk dank! Heb jij wel eens op de hei dwaald? Heb jij dinsdag een „mooie" dag gehad Adrie Rutters? Heb jij ook op school getrakteerd? Jongens en meisjes de brie- venbus ls weer helemaal leeg. Jullie moeten dus goed je best doen deze week. De letters S t.m. Z zijn nu aai. de beurt. Dag neven en nichten, tot de volgende week. Tante Jos.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 20