Ernst Jünger - 65 {aar D PSALMUS HUNGARICUS» VAN KODALY ZONDAGSBLAD door woord en gebaar LIEFDE'S LOZE LES ZATERDAG 19 MAART 1960 Naasi wiskunde en moderne talen LES II EXPRESSIE Veelomstreden figuur JTINDELIJK heb Ik een school bezocht, waarover dankt me geen boos woord is te schrijven. Toch zijn de lessen er pittig en soms ook taai en er is geen kijk op dat zonder stevig blokken de „eind- £gnx AKADEMIE LEVERT EERSTE LEERKRACHTEN AF zen van Hooft voorgedragen koeken gegeten zoals slecnts n Hooft die kon bak- Aan dit feest streep" wordt gghaald. Het een school, slechts voor kunst- voorafgegaan, zinnigen, maar een toneel- of balletschool is het niet en hoewel het evenmin een kweekschool gesol Hoof «varen maanden arin alles in het het Muiderslot. rdrijkskunde, de taal en de chiedenis. De opvoering van loofts Granida als leerkrachten aan het werk Reumer huur van hèt slot met zich brengen. Voor mevrouw Wanda echter het belangrijk- gaan. Negen kandidaten zijn er ste: de hele school, geen leerling hopen over enige maanden handenarbeid. Een belangrijk derwijs te geven m „expressie spel. dat de leerlingen intens be door woord en gebaar". leefden. In die tijd ontstond de gedachte: iedere school moest tot vak op het lesroos- iets dergelijks in staat zijn. Het proef, waarvan het positieve resultaat bij voorbaat vaststaat. De school noemt men Akademie voor expressie door woord en ge baar. U vindt haar aan de Roy- aards van der Hamkade De Akademie L Er werd terloops c mei een jueuier- ---- i deel van de grote uitzondering enthousiast zolder is omgebouwd tot lokalen waar wordt geacteerd en gete kend en waar onderv J gegeven in historische dans bewegingskunst. Vormt echter niet f IjÉj ging die gedachte vaste vorm inemen. Er zou een opleiding waar onderwijs wordt nQc]f"jfj1 worden voldaan. In antwoord op een vraag wat met ex pressie door woord lerares of leraar in de expressie door woord en ge baar moet voldoen. Daarom is dit allerminst een vak voor iedereen. Kleine klassen JJjET IS opvallend dat de Ernst Jünger op 29 maart a.s. vijfen zestig jaar wordt, is het wellicht een passende gelegenheid, bij deze zeer belangrijke figuur in de literaire wereld van West-Duitsland en bij de stadia van zijn geestelijke ontwikkeling een ogenblik stil te staan. EEN DENKEND DICHTER - EEN DICHTERLIJK DENKER „Van alle kerken blijft nog slechts deze, die door de koe pel van de gevouwen handen wordt gevormd. Alleen daarin is veiligheid". ERNST JÜNGER klassen voornamelijk uit da- bestaan hoewel mevrouw gebaar wordt Reumer vertelde dat bij de aan- bedoeld. antwoord- meldingen voor het nieuwe leer jaar deze aanmeldingen zijn er dus nu reeds ook Veel jon gens zijn. Het zijn kleine klassen en plannen om ze uit te breiden zich sprekend ziSn niel- omdat de meeste van bewegend te de lessen onmogelijk aan een gro- leren te groep leerlingen kunnen wor- verplaatsen in de den gegeven. ander; Om ook belangstellenden die hun studietijd reeds achter de rug hebben in de gelegenheid te stel len zich in de expressie door woord en gebaar te verdiepen, is er naast de „vakopleiding"' Reu- rede: het stimule ren van de moge lijkheid het aankweken v gevoeligheid waardering vooi kunstuitingen literatuur Een voornamelijk door ziek; ertoe bijdra- onderwijzend personeel bezochte gen dat de slag van gegeven lessen (bijvoor beeld voor aard rijkskunde en ge schiedenis) beter behouden blijft; de kinderen stimule ren zichzelf te we- psychologie, letterkunde maturgie. Komt mijn sympathie lichtvaardig een waarmee in 1957 zou worden be- - gonnen. Het plan daarvoor had men in 1956 gemaakt. Een jaar was uit- getrokken voor de voorbereidin- Blieck* Een van de praktische lessen het maken en improviseren i toneelkostuums. kleuteronderwijzeres Mies Mevrouw Reumer gaf meer ant woorden, ik heb er een paar uit gehaald om die derde en laatste kant van deze opleiding toe te lichten. Om op de Akademie te slagen, moet men zich kunnen verdiepen in kinderproblemen. woensdagsmiddags en in de avonduren wordt gehou- Dat hiervoor bij onderwijzers en onderwijzeressen een zo grote belangstelling bestaat, bewijst wel dat men in deze kring de expres sie door woord en gebaar van be tekenis acht. De onderwijzer op een lagere school heeft meer di rect contact met zijn leerlingen dan op andere scholen doorgaans ar uii- ^et geval is. De expressie-leer zal Too+c*a dan ook op kweekscholen laatste - „,a nn ie Als jongmens doorziet hij reeds gauw de verwordenheid van de bourgeoise wereld, waarin hij ver keert, verlaat als 16-jarige het ouderlijk huis om zich voor het vreemdelingenlegioen te melden, maar wordt door zijn vader uit Zuid-Frankrijk teruggehaald. De oorlogsverklaring van augustus 1914 zal hem als een bevrijding zijn voorgekomen. Hij verricht staaltjes van ongelooflijke helden. de leraressen en leraren Akademie zullen, Reumer hoopt, op den duur volwaardige plaats krijgen naast de andere docenten op kweek scholen. Er is een tijd geweest dat bijvoorbeeld de leraar licha melijke opvoeding niet als een „volwaardig" docent werd ge- Terwijl men voor lichamelijke opvoeding nu te weinig akademies heeft, staat de Akademie voor expressie door woord en gebaar echter nog in de kinderschoenen. Een Akademie dunkt me waarover geen boos woord is te schrijven, waarvoor men integen- moed, is de enige frontofficier, die de onderscheiding „pour le méri te" krijgt, en schrijft in 1919 zijn eerste boek: In Stalhlgewittern, een uiting van zijn vreugde over het gevaar, een verheerlijking van de frontbelevenis, van heldhaftig heid en van een soldateske levens houding. Bloed en ras worden als geestelijke waarden beschouwd. Na zijn universiteitsjaren (zoölo gie, speciaal insecten en kevers) bestudeert en volgt hij Nietzsche, wil als deze het leven liefhebben, ook als het tragisch is (amor fa- ti) en oordeelt, dat we vabanque- spelers van onze tijd moeten zijn. Het normatieve mensentype van de toekomst is de arbeider (Der Arbeiter 1932); deze immers zal door de techniek eens in het be zit van de macht zijn. De tech niek dwingt het leven binnen be rekenbaarheid, is dus reeds door het feit van haar bestaan anti christelijk. (Spengler sprak reeds „het i de i deel slechts sympathie kan heb ben. En aan de Royaards van der Hamkade hoopt men dat de Gevoelens van de minister van on- erwijs dezelfde zijn. Ook voor een dergelijke opleiding is steun van de overheid broodnodig. WIM TIMMERS wat «„kinS.verlag nige, het aparte en echt wel heel Aan de Royaards moderne van de opleiding, die kade nog niet door het rijk wordt er I kend en gesubsidieerd, maar e desondanks in is geslaagd eei degelijke opleiding te worden Misschien speelt dat alles eei rol. Evengoed als het gesprek der Ham kweekschool de klasselokalen die met een kleuterschool deelde, en tiental leerlingen en een docenten betrok ïr de vrijgekomen - - De Akademie was dat eerste ten weten Wanda Reumer, de jaar één grote familie. Te weinig opleiding g< werd zij een van Wanda Reu- z^n' mers eerste leerlingen. Dit was wat ze zocht Op een dergelijke manier kwamen de andere leer lingen. Voor enkelen bleek in de loop van de vier jaren, dat de opleiding te zwaar was. De negen eindexamenkandida- directrice die ervan overtuigd dat haar Akademie een belangrij ke taak heeft, van invloed zal zijn. Ook trouwens het enthousias- de met hMP De Akademie al dat zij n werk behoeven te zijn aanvragen van jeugdvere- lange haren, dikke truien en mail lots. Maar er zijn meer redenen. Redenen die het eenvoudigst dui- delijk te maken zijn door de kor- tuuminprovisatie, te geschiedenis en vooral de voor- - - geschiedenis van de Akademie voor expressie door woord baar te vertellen. docenten en te weinig materiaal zoeken, om mee te "werken. scholen, Nu, vier jaar later, zijn al nigingen. Voor lichamelijk ge- die tekortkomingen verwijderd, handicapten is dit soort lessen ge- De Akademie is een degelijke weldig. „We geven veel lessen school met in haar bestuur tal aan gehandicapten. Vooral dat van autoriteiten, onder wie twee werk is dankbaar", vertelde Mies rofessoren. Er is stof voor kos- de Blieck, die ik overigens maar zijn spiegels kort heb gesproken, tussen twee langs de wand voor de les in gri- lessen in. Als oudste jaars geeft zijn vakkundige zij lessen (H de eerste jaars. ge" leerkrachten zelfs voor zulke vak- In feite is zo'n les voor haar ken als pantomime en bewegings- eveneens een les, een belangrijke kunst. Aan één belangrijke zaak les zelfs. zang. lijk dat erkenning .1» j n jiuusi. nan een uciaiigrijxe zaan Wanda Reumer ontbreekt het de Akademie echter IK heb zo terloops al enkele nog: erkenning door het rijk en vakken genoemd, welke op de TEDERE middelbare school be- toekenning van een subsidie. Men Akademie worden onderwezen. - - - Theoretische en praktische. Voor al die laatste behandelen uiteen lopende onderwerpen. Ik kan me voorstellen dat een lesrooster waarop voorkomen improvisatie. jeugdige ^ans, decorbouw en voordracht acteurs bij hun (r veel leerlingen van middelbare spel leiding krij- HMBMPr,>?gKaBg| scholen enthousiast maakt. Het gen van een „vak- - StiV grote aantal aanmeldingen man" komt tegen woordig nu en dan voor, maar was enige Jaren gele den nog een zeld zaamheid. Er wa ren uitzonderingen. Een daarvan was de bekende Werk plaats van Kees Boeke. Kort na de oor log werd in de werkplaats al ge acteerd onder lei ding van de voor drachtskunstenares Wanda Reumer. Aanvankelijk was het de bedoeling dat zij slechts to neelstukken zou re gisseren, dat de kleine groep „to neelspelers" van haar zou leren, zich zonder schroom te uiten, zelfs tegenover een groot publiek. In z gauw verkijkt men zich op dit vlotte, dit moderne. Er zijn nog twee kanten: de theoretische met haar pedagogiek, anatomie, ziektheorie enz. - - deel een kwestie studie dus en de laatste kant, waarvoor eisen gelden waaraan door studie alleen beslist niet kan De sympathieke directrice, vrouw IT'anda Reumer wal van een grote papieren sak en stuk karton te maken is. T\E componisten Zoltan Kodaly en Béla Bartók wor den veelal in één de Honqaren studeerden bij de Brahms-leerling Hans Koesslerste van het tweede deel, geheel beide,, grepeu bij de verluenwng der Hongaarse muziek terug Bijbel Klaïï Dair.d op het volkslied en beiden hebben Hongarije bevrijd van aan dit land vreemde elementen op muziekgebied. op zich laten hebben om zich ongedwongen te uiten, zonder alles „gek" te vin- Mevrouw Reumer kreeg de ge- legenheid haar werk uit te brei den. er de gehele school bij te n»et, ^an8 betrekken. Het hoogtepunt van wachten. «'ir, AH WEGEN jongelui zijn er dus W.tori,che"kanteel bu'veel lS.» d" d' "JTSttï v,n mevrouw £SS£*. SmSft eiTvlo? Reumer. Zij kreeg het tijdens een z°als d,emeeste meisjes in die j...l, u.1m:jj.i vier (kleine) klassen. Hoe zij er- kostuum staande voor dé toe is gekomen aan de Royaards pumiue ««.«..u jam. - eeuws Kostuum staanae voor ae Hamkade te gaan stu- bestaansstrijd van het dap- imponerende schouw in de ridder- eren-> Qd twaalfiariee leeftijd pere volk meegestreden heb- was er af hé? pSS om toneel- ben. ontwaakten in Kodély kunnen meemaken sneelster te worden maar al wil- muziekuitbeeldingen tot gebeuren Grootser Mlfs* en in- de Zlj dat ook laier- in plaa,s vJd0J)pend leVen" Sr^ekkenderTweeda een lang van naar de toneelschool ging zij Rondtrekkende zangers, d" 1 «5S«n *vïn Sf d« *»««kschool voor Leuter- gjj..£>ld.ten nunjeko Werkplaats in het Muiderslot het onderwijs. herders en vrolijke Kame huwelijk van P. C Hooft, de Meer nog dan Bartók heeft Kodaly zich bepaald tot de echte Hongaarse folklore en meer nog dan Bartók wist hij het wezenselement van het eigenlandse lied te pro jecteren op zijn kunst. Voor mij is Kodély een grotere nationale figuur dan Bartók, nationaal karakter heeft. Dorpen en provincies, die i den Vondel, Constantijn Huy- gens, Anna en Maria Roemer Vis- scher en de andere leden der Muiderkring. Gekleed naar de mode van hun tijd. Er werden Hongaarse dirigent Jai sik voerde voor E vei n van Kodaly en Bartók zijn ope ra's „Harry Janos" en „Het Spinvertrek", zuchten en jubelen, wenen en juichen. Zoltan Kodély werd op 16 dec. 1882 te Kecskemét geboren en studeerde aan de Muziekhoge- school te Boedapest. Hij promo- de mogelijkheden veerde op een proefschrift 1 Ajjjj het Hongaarse volkslied en - van 1906 tot 1940 leraar composi- taling in 3 talen is deze Psain Psalm JIBBW in het 1ste deel over zijn persoon lijk leed. over het verderf in de stad en de trouweloosheid van een vriend, in het 2de deel sterkt Da vid zichzelf en alle gelovigen in het vertrouwen op God, Die de vrome verlost en de goddeloze verdelgt. Kodaly heeft dit 2de deel dan ook een ander karakter gegeven, direct al beginnend met de vertroostende tenor-aria „Doch gij mijn hart. wees vrolijk en twijfel niet". De rechtvaardigheid van God wordt door het koor be zongen. stralend, achtstemmig ein digend in de wetenschap, dat God de vromen verlost. Als een bijzon der zinvolle epiloog besluit het f koor met een herhaling van het openingskoor, maar nu niet als een klacht, doch als een geeste lijke steun voor de gehele mens heid. David, zo laat Kodély het werk besluiten, schreef deze Psalm als troost voor de in nood verkerende gelovigen. In de „Psalmus Hungaricus" heeft Ko dély zijn zuiverste lyriek gegeven en zowel een instrumentale als een vocale kleurenrijkdom ge bracht, die niet zal nalaten te ont- VIA NAAtD ÊN PIAAI ding van Ferencsik. die koor en orkest tot topprestaties bracht en ook de tenor Nilsson inspirèerde. De achterzijde van de plaat be vat onder dezelfde leiding de „Danssuite" van Béla Bartók. ge- compQneerd in 1923 t.g.v. de 50ste verjaardag van de samenvoeging van Boeda en Pest. Het zijn vijf dansen, verbonden door een ritor nel en gevolgd door een samen vattend slotdeel. Elke dans heeft een eigen ritme en een eigen me lodie en Bartók is zich in de in strumentatie niet te buiten gegaan aan klankvolume, doch wist met eenvoudige middelen enorm veel te bereiken. In dit werk voelt men de Hongaarse volksmuziek en ondergaat men de bekoring van het volksritme. Tot welk een grote expressie heeft Bartók het alles weten te krijgen en tot welk een gespannen weergave heeft Janos Ferencsik het weten te brengen. Ook hier een fantas tisch spelend orkest en een opna me, die in elk opzicht prachtig ge slaagd is. Liefhebbers van de mu ziek van Kodély en Bartók mogen deze plaat niet vergeten. CORN. BASOSKI. chine"). Bij de door hem voorspel, de mechanistisch-collectivistische toekomststaat met zijn schrikaan jagende starheid blijft hij echter niet staan. We zien het in Das abenteuerliche Herz, waarin hij dieren, planten, kleuren en dro men beschrijft in het magisch licht van een diepere werkelijk heid. Tijdens de Hitlerterreur verschijnt: Auf den Maxmorkllp- pen, een als mythe gecamoufleer de oorlogsverklaring tegen de heerschappij van brute macht en gemene leugen. De bloedige ty- rannie is belichaamd in de per soon van de opperhoutvester (een wolk van vrees gaat voor hem uit). Zijn bloedhonden vernietigen het fijnere hondenras van een oude cultuurstaat. (Gelukkig dat niet precies kon uitgemaakt wor den, of met die houtvester Goe- ring, Hitler of Stalin was bedoeld). Tijdsdocument HET dagboek (Strahlungcn) neemt een belangrijke plaats in Jüngers werk in, niet als po ging om de chaos in zijn inner lijk te ordenen, maar als tijdsdo-, cument: het is merkwaardig te' zien, hoe hij insecten, planten, per sonen, anekdoten, dromen vast pakt en prikt op de naalden van zijn taalkunst. Het is een staalhard proza, waarin hij ons zijn overpeinzin gen en waarnemingen meedeelt. De laatste bundel, Jahre der Ok- kupation, omvat de tijd van 1945 tot 1948. met dit voorbehoud, dat tweederde gewijd is aan 1945 (te beginnen met 11 april) en de drie volgende jaren zeer summier be handeld worden. De titel is niet gelukkig: Okkupatlon betekent nl. bezetting (door de Amerikanen) en tevens: bezigheid. Junger ver telt, wat hij elke dag heeft ge daan: studie van de Bijbel, in 't hijzonder Jesaja en Jeremia hij constateert een grote overeen komst tussen hun geïsoleerde po sitie en die van een Duitser met verantwoordelijkheidsgevoel op geestelijk gebied; vooral de klaag liederen zijn bijzonder actueel ge worden. Maar ook de natuur het ontluiken van de planten en bloemen, de komst van de vogels, alle veranderingen in de tuin wordt deskundig en liefdevol be schreven. Als hij ziet, dat vele uitgehongerden er op uittrekken om eetbare paddestoelen te vin den. stelt hij zich tevreden met het bekijken van de bloemen: „het zuivere beschouwen onttrekt ons aan de concurrentie". Daartussen allerlei herinnerlngsflitsen aan het intelligent kannibalisme van de Hitlerterreur, aan de dood van zijn zoon (die is geslaagd voor de „Reifeprüfung"), en overpein zingen over de wandaden van sommige bezetters en de geruch ten over de inval van de Russen. Verder een résumé van zijn lec tuur in die dagen, waarbij hij de Duitse literatuur met geen blik verwaardigt. Glazen bijen EEN VAN DE tijdproblemen, die Jünger op de scherpzinnigste manier heeft geformuleerd, is de onthumanisering van de weten schap. Met een aan Huxley en Or well herinnerende fantasie ver telt hij in de novelle „Glaserne Bienen" over Zapparoni, een groot-industrieel, die door een uiterst vernuftig uitgedacht sys teem een bijna onbeperkte macht uitoefent in een fantasiestaat, waarin we zonder- veel moeite het na-oorlogse Duitsland herken nen, maar dan zoals dat vermoe delijk over enkele decennia zal zijn. Zapparoni heeft glazen bijen laten maken, die electrisch wor den voortbewogen, met een fij ne slurf de honing uit de bloe men zuigen, maar tegelijk de he le vegetatie doen sterven, omdat ze niet de bestuiving bewerken. Een vroeger cavalerie-officier kan geen emplooi meer vinden, omdat het paard in de oorlog is afgedankt: we kennen nu slechts tanks. Hij tracht bij Zapparoni werk te krijgen, wordt op de proef gesteld, maar ondanks diens waarschuwing slaat hij een van de glazen bijen stuk; hij begrijpt,1, dat wie in zulk een bedrijf wil kunnen arbeiden, als mens ver nietigd moet worden. Menselijke volmaaktheid en technische perfectie zijn volgens Jünger onverenigbaar. Wjj moe ten, als we het ene willen, het an dere opofferen: bij dit besluit gaan de wegen uit elkaar. Wie dat begrijpt, zal zindelijker le ren denken. De perfectie streeft naar het berekenbare, het vol maakte naar het onberekenbare. Perfecte mechanismen worden daarom door een onheilspellende, maar ook fascinerende glans om straald. Zij verwekken vrees,: maar ook een titanische trots, die niet gebogen wordt door het inzicht, maar alleen door de ca-l tastrofe (137). In die geïndustria liseerde maatschappij zijn de waarden vernietigd. Wat nu? Wat rest ons na dit koele, staalharde requisitoir over de huidige cul tuur? Niet veel. „Tegenwoordig kan alleen hiij leven, die niet meer gelooft aan een happy end ing, wie wetend daarvan afziet. Er is geen gelukkige eeuw, maar wel bestaat het ogenblik van het geluk, en er is vrijheid in het ogenblik. Men zegt, dat bij een val het he le leven nog eens voorbijtrekt. Dat wordt gerekend bij de geheimen van de tijd. Het ogenblik verbindt, z/ich met de eeuwigheid1" (178). Veelomstreden ERNST Jünger is een veel omstreden figuur in de Duit se letterkunde. Men noemt hem koel, arrogant, onverschillig, minachtend, iemand die vlijm-; scherp waarneemt en formuleert, maar zonder liefde. Eén enkel voorbeeld. Hij is we kenlang op een schip met onpret tige medereizigers, die evenals hij naar Zuid-Amerika gaan. „De massa der passagiers verliest zichtbaar de bladeren. Bij het be gin van de reis probeerde ieder een zo belangrijk mogelijke in druk van zichzelf te geven, waar tegen hij op de duur niet was op gewassen. In plaats daarvan krij gen anderen, die geheel onopval lend zijn begonnen, langzamer hand glans. Ook wisselden de paartjes al voor de tweede of derde maal. Zes weken houdt de illusie het, niet uit. In dit kortstondige menieven geven de stewards de indruk van grotere substantie, vergeleken met degenen, die door hen bediend worden. Dat hangt ook daarmee samen, dat de r in 't algemeen gesproken in de toestand van de arbeid gemakke lijker te verdragen is, zoals een zondagmiddag in Berlijn reeds be- Het is onmogelijk, een karakte ristiek van deze tegelijk boeiende en irriterende figuur te geven, maar één ding staat vast: hij is een van de scherpzinnigste ontle- ders van onze hedendaagse Wes terse cultuur. J. H. SCHOUTEN 1) Ernst Jünger: Jahre der Okkupation 1945—1948 310 blz. Prüs DM 17.80. id.: Glaserne Biencn. 180 blz. Prijs DM 7.80. beide uit gaven van Ernst Klett Verlag. Stuttgart. gehele wereld klassiek gi de worden. De grootste dirigenten de Academie voor voerden het werk uit, o.a. Men gelberg in New York en Toscani- De tekst is een vrije bewerking de 55ste Psalm bovengenoemde school. Thans is hij voorzitter Kunstraad van de Acade Kunsten en Wetenschappen. Koda ly is niet alleen een enorm con trapuntist en een groot Bachker.- de belang rijkste figuren zo niet de be- de 16de langrijkste op het gebied de koorzang (van 1920 componeerde hij alleen werken) en van de muzikale ont wikkeling van het kind. Zijn kin- Na mentale inleiding c 1935 koor van alten vocale de eigenlijke bede van David Eeuwige God. Vader, hoor mij i. wend Uw heilig oog op mij" derliederen en kinderkoren geven (tenor-solo), welke door duidelijk bewijs 1 voor het kind i de kinderziel. i zijn lief- expressief toegepaste dalende zijn kennis cunde tot een klacht uitgroeit: de het Londens Filharmonisch Koor, het Londens Filharmonisch Or kest en de tenor Raymond Nils son, alles o.l.v. de Hongaarse di rigent Janos Ferencsik (geb. 18 jan. 1907), een der .grootste diri- Vtamt'uit genten uit Oost-Europa, misschien een instru- zelfs wel van geheel Europa. Vo- het openings- rig jaar hoorde ik dit werk onder bassen, ^omt zijn leiding in Praag en het was toen een belevenis voor me. Dat is de opname opnieuw geworden, al wordt er dan nu in het Engels gezongen. Dit musiceren heeft zo'n enorme spanning en zoveel het openingskoor voorbij komt er een soort wisselzang tus- tenorsolist en koor. soms ver sterkt door jongensstemmen en iiav UU..CC.UC aiaj «u vwv. fms alleen vocaliserend, waarin het eerst deze compositie er. wel de dalende «ecunde weer een rol triottische symfonie „Psalmus Hungaricus" heeft Kodély veel njam gemaakt in het buitenland. 1926 dirigeerde hij zelf ge luisterde de stereo-opname (30 plaat SDBR-3022) af. die absoluut subliem is. Er is echter ook een prachtige monaurale opname (30 cm-plaat LPBR-6022). Het is een groots monument voor Kodély geworden, dank zij de geniale lei- MR. E. STRAAT heeft van Shakespeare's vele stukken voor waar geen gemakkelijk beestje gekozen om in het Nederlands te vertalen. „Love's Labour's Lost" staat achterin de Shakespeare en is dan ook naar men aanneemt het eerste stuk van de grote man. Hij kwam er omstreeks 1598 mee voor de dag en heeft zijn lust tot woordgespeel er ten volle in uit geleefd. Het spreekt vanzelf, dat dit jongleren met stijlbloempjes niet adacquaat in onze taal kan wor den overgezet. „Ik heb", aldus mr. Straat in zijn Verantwoording „gestreefd enerzijds naar zo groot mogelijke getrouwheid, met behoud van taalpracht, woorden spel, en rijm-rijkdom, anderzijds naar spreek- en verstaanbaarheid". Meer kan een mens niet doen, zou men zo zeggen. Reeds de vertaling van de ti tel legt een proefje af van boven vermeld streven: „Liefde's loze les". De koning van Navarre spreekt met zijn drie hovelingen af, dat zij drie jaar lang eens ernstig zul len studeren met terzijdestelling van alle pretjes. Zo antwoorden zijn vrienden; Longaville zegt: ,,lk ben besloten; 't is maar drie jaar vasten: de geest zal gaan te gast, al kwijnt het lijf. Vetpens heeft schrale kop, het lekker hapje mest ribbekast, maar moordt het fijne grapje". Dumain zegt: ,,Mijn toegenegen heer, Dumain sterft af: de grove vorm van 's werelds lusten wijst hij terug naar 't slavenvolk der grove wereld. Voor liefde dood, voor pracht en praal verloren wil ik in deze kring slechts wijsheid horen". Terwijl Biron ook beterschap be looft maar tot slot toch spijtig uitroept: ,,0, dorre plichten, niet te dragen ta/cen,| geen vrouwtjes zien, studeren, vasten, waken! i.' Deze voorbeelden zijn een feest der literaire verlustiging. Een tel kens vergelijken van vertaling origineel geeft nader toegang tót dit feest. Men krijgt dan grote be wondering voor mr. Straats toe wijding en vindingrijkheid en gaat iets navoelen van het plezier, dat hij ongetwijfeld in dit moeilijke werk gehad moet hebben, want Shakespeare vertalen en er zelf geen plezier in hebben, dat is iets ondenkbaars. Wie zich in deze ma terie verlustigen wil, leze de Li teraire Pocket van De Bezige Bij te Amsterdam, waarin de2e ver taling in druk verscheen. E. V. G.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 20