04RISTFUJ Westduitse vakbond leed gevoelige verliezen KONING- RICHARD Kerken willen samen gaan bouwen Een woord voor vandaag Tweede conferentie over onderwij sresearch Duitsers stichten een Tillicli -vriendenkring STOMABRAS Afsluiting Lauwerszee biedt méér voordelen 2 „De Oud-Katholiek" vraagt Een zaak met vele problemen Sinds de verschillende protes tantse kerken zich daadwerkelijk op de noodzakelijke kerkbouw hebben geworpenis de discussie over de vraag of het kerkgebouw door verschillende kerkelijke ge zindten gebruikt kan worden opnieuw opgelaaid. Voorgesteld is reeds om in nieuwe buurten een gemeenschappelijk kerkelijk centrum te stichten dat door verschillende kerken kan wor den gebruikt. In een Luthers blad is geschreven over de mogelijk heid van verschillende kleinere kerkgenootschappen zoals de Doopsgezinde en Remonstrantse Broederschappen en de Evange- lisch-Lutherse Kerk om op dit punt samen te werken. In het blad ..Woord en Dienst" ging mr. dr. H. M. J. Wagenaar in op dit onderwerp en dat artikel deed weer het blad ,£>e Oud-Katho liek" reageren: VERSCHILLENDE mogelijkhe den tot samenwerking worden hier genoemd. Allereerst de in woning: de ene kerkelijke ge meente bouwt en de andere heelt tegen betaling var. een bepaald bedrag per jaar of tegen storting van een bepaalde som ineens het recht het kerkgebouw met zijn nevenruimten (gemeentezaal, le ringlokaal enz.) op zekere vast gestelde tijden ter beschikking *e krijgen. Op deze wijze zijn voor de ene gemeente de financiële zorgen verlicht, terwijl de andere zeker is van een onderdak. Het grote bezwaar van deze soort regeling is echter, dat de ..ir.wonende ge meente" zich nooit ten volle „thuis" zal kunnen voelen in het gebouw, dat eigendom is en blijft van de ander en zo ten aanzien van zichzelf een gevoel van niet- volwaardig zijn zal krijgen, wat weer drukkend kan werken op de ontplooiing van het gemeente leven. de weg geruimd worden door te komen tot de vorming van een stichting. Het kerkgebouw wordt dan het eigendom niet van een van de beide gemeenten, die er de beschikking over hebben, maar wel van de stichting, door mid del waarvan feitelijk een werke lijk gemeenschappelijk bezit wordt gewaarborgd. In de statuten van de stichting krijgen de gemeen ten gelijke rechten. Van groot ge wicht is het om de afspraken die voor het gebruik gemaakt wor den, vast te stellen in overleg met de notaris. Een goede bezin ning is hier geboden, omdat het gaat niet alleen om een regeling voor zichzelf maar ook voor de komende generaties. Wat zal er zoal geregeld moe ten worden? In de eerste plaats (het mag vreemd klinken) wat er gedaan moet worden, als er in de toekomst een ogenblik aan breekt, waarop men het toch be ter gaat vinden om uit elkaar te gaan. Dat behoeft natuurlijk lang niet altijd (liever nog: helemaal niet) het gevolg te zijn van een onenigheid, het is toch goed om van te voren een regeling voor zo'n geval te stellen tot schade vergoeding of uitkoop. Verder zullen er afspraken op schrift moeten worden gesteld over het personeel: de koster, do concierge, de werksters eniz. Ook de kosten van verlichting en ver warming zullen op redelijke wij ze moeten worden verdeeld, ter wijl een heel nauwkeurige rege ling dient te worden getroffen aan gaande dat gebruik, dat van te voren niet kan worden vastge steld: huwelijksinzegeningen, rouwdiensten, orgellessen enz. Dat de reeds genoemde nevenruimten hier een grote rol kunnen spelen (en tot grote moeilijkheden kun nen leiden), zal duidelijk zijn. toe g< groot belang, ze zijn toch nog van die aard. dat ze met behulp van een goed samengesteld reglement uit de weg zijn te ruimen. Anders is het gesteld zodra het om meer principiële zaken en vragen zal gaan. Zo spreekt het genoemde arti kel ook over het gebruik van de Vuimten. Zullen daar b.v. film voorstellingen mogen worden ge geven? Mag daar bij een'z.g. in stuif een biertje worden gedron ken of bij een trouwreceptie port worden geschonken? Dat hier grond ligt, waarop alle mogelijke wrijvingen welig kunnen gaan tie ren, ligt voor de hand. Willen kerken gaan samenwer ken in hun kerkbouw, dan zal die samenwerking het beste kun nen plaats vinden tussen kerken, die dicht bij elkaar staan in leer, liturgie, kerkorde en levensstijl. Natuurlijk wordt er m het genoemde artikel vooral ge dacht aan samenwerking tussen protestantse kerken. Maar als daar de zaken al zo moeilijk kun nen liggen, dan zullen wij, als Oud-Katholieken, onmiddellijk be grijpen, dat dit voor ons nog eens extra zal gaan gelden. Want de samenwerking zal in de praktijk, wat ons betreft, toch altijd moeten plaats vinden met een protestantse kerk. En dan denken wij natuurlijk in de eerste plaats aan het kerkgebouw zelf. Zodra zulk een kerkgebouw wij dus niet slechts als gast gebruik zullen maken, dan mogen wij er ook van verlangen, dat het een kerkgebouw zal zijn, dat aan alle door de liturgie gestelde eisen zal voldoen. Het zal dus een „echte" oud-katholieke kerk moeten zijn, waarin wij ons volkomen thuis kunnen voelen. Er zullen dus wij waterbakjes bij de ingang moe ten zijn. Het altrfar zal de cen trale plaats moeten innemen. Er zal op feestdagen gewierookt moe ten worden. Maar hoe zal de medeëigenaar daar tegenover staan? Zal hij die wijwaterbakjes kunnen „nemen"? Zal hij die plaats van het altaar kunnen verwerken? Zal de geur van de wierook hem niet af schrikken? Hoe zal het zijn ge steld met de reservatie (het be waren van het H. Sacrament des Altaars in de tabernakel?) Hoe zal de medeëigenaar er over den ken, dat de voorbede der heili gen gevraagd wordt in een huis dat ©ok zijn huis is? ZaJ de wijding van de kerk en dus het «ltijdgewijde karakter, dat de ruimte daardoor bezit, niet reeds onmiddellijk onoverkomelij ke moeilijkheden scheppen? Dit zijn maar enkele voorbeelden. Misschien kunnen wij het beter nog zo stellen: zal datgene bij ons. waartegen de reformatie nog altijd protesteert, niet maken dat het overleg reeds bij voorbaat tot mislukken gedoemd zal zijn? Geschipperd zal hier nooit mogen worden. Water in de wijn is hier uit de boze. TJET woord ..moeilijkheden" is -1-1- nogal dikwijls gevallen in de ze beschouwing. Dat betekent, dat wc ze ons niet mogen ontveinzen. Ze zullen zich onmiddellijk gaan voordoen, wanneer we met het genoemde probleem 'te maken krijgen. Wij geloven niet, dat dit een onnodig-pessimistische kijk op de zaak is. Want als er moeilijk heden, hoe groot ook, zijn, dan is onze taak om ze niet uit de weg gingen te doen ze op te lossen. En wanneer het moeilijkheden als de onderhavige betreft, dan zul len die pogingen tut ljet oplossen ervan altijd gepaard moeten gaan met gebed. En dan zal soms bo ven menselijk verwachten worden ervaren, dat de moeilijkheden ver dwijnen. Maar wat dan? Zijn wij dan klaar? Het slot van het artikel uit „Woord en Dienst" was wel het onderdeel, dat ons het meest ervan trof. Daar kwam de vraag aan de orde: En als het nu eens tot zover gelukt is, dat we sa men één kerkgebouw hebben, hoe moeten we dan nog voor de on- kerkelijken onze gedeeldheid aan nemelijk maken? Want die onker- kelijken zullen ons zeer zeker gaan vragen: „Waarom bouwt gij wel samen een kerk, maar gaat gij er op zondag niet samen binnen?" Deze vraag is een aanklacht tegen het gedeeld en verdeeld zijn van de christenen. Maar de Heer van alle christenen heeft gebeden voor degenen, die door zijn woord in Hem geloven zul len, opdat zij allen één zijn (Joh. 17 20). Wie weet, welke wegen de Heer ons doet gaan om ons weer tot één kudde samen te brengen? Het kunnen soms we gen zijn, waaraan wij helemaal niet gedacht zouden hebben of die wij, naar ons menselijk oordeel gemeten, nooit zouden zijn inge slagen! Schuren, bungalows, schuttlngei CETA-BEVER BUITENBIJTS awn wg-Tft TE Niet representatief meer Driekwart van HE geen lid (Van onze correspondent in Bonn) EEFT de overkoepelende Westduitse vakorganisatie, s~J/OTT1 „Deutsche Gewerkschafts Cit: WVl tl I if 11 It? I C> Bund" (D.G.B.) met haar 16 aan gesloten vakbonden, eigenlijk wel het recht om te spreken en te handelen namens de Westduitse werknemers? Dit is een vraag, die men in alle ernst mag stel len, nadat uit door de D.G.B. zélf gepubliceerde cijfers is ge bleken, dat bij de 16 vakbonden 6.331.735 werknemers waren aan gesloten op 30 september van het vorige jaar. Niet alleen betekende dit een verlies van 58.000 leden vergeleken met dezelfde datum van het jaar 1958, maar ook, dat niet meer dan 28 procent van de Westduitse werknemers in D.G.B.-verband is georganiseerd. Hierop heeft dezer dagen nog het „Deutsche Industrie-Institut" in Keu len dat de publicistische belangen behartigt van de Westduitse werk gevers gewezen in verband met de loonacties, die door verschillende vak bonden zijn begonnen, ondanks het dringende beroep der Bondsregering in looneisen matig te blijven. In de tien jaren van het Westduitse Wirt- schaftswunder" is het aantal georgani- seerden met rond 10 procent gedaald, in verhouding tot het totale aantal werknemers in het Westduitse arbeids proces. Het grootste verlies in het ver slagjaar boekte de Mijnwerkersbond (28.000 leden minder), hetgeen wel in de eerste plaats verband houdt met de langdurige afzetcrisis der mijnen, die miljoenen tonnen onverkoopbare steenkolen en cokes op deed hopen op mijnemplacementen en leidde tot be perking van de productie alsmede ontslag van mijnwerkers. Maar ook de machtigste (en rijkste) der 16 West duitse vakbonden, de Metaalbewer- kersbond. verloor 12.000 leden. De bond heeft er desondanks nog 1.7 mil joen over. Organisatie-moeheid Ook wanneer men ln vakbondkringen het de laatste jaren eigenlijk gesta dige verlies van leden niet dramati seert. geven de jaarcijfers toch alles zins aanleiding tot kritische beschouwin gen. Het is er nl. niet mee afgedaan wanneer men erop wijst, dat misschien hoogstens 3 tot 5 procent der Westduit se burgers leden zijn van c'e partijen, die over de bondsrepublikeinse politiek beslissen. Niemand twijfelt aan de betekenis der politieke partijen en niemand mag twij felen aan het belang van de „Deutsche Gewerkschafts Bund" als organisatie der Westduitse werknemers. Het moet echter voor de Wesduitse vakbondlei ders ietwat beklemmend zijn, dat het „Wirtschaftswunder" blijkbaar een ze kere organisatiemoeheid bij de werkne mers heeft gewekt, dat he overgrote deel der arbeiders in de vakbewej blijkbaar niet meer zo overtuigd gel en dat de „Vollbeschaftigung" in West duitsland d.w.z. de praktische afwe zigheid van werkloosheid vrijwel geen tijd meer overlaat voor belangstel ling in de vakbeweging En he'. moet ook beklemmend zijn, dat de werkge vers die daarmede zoveel later zijn begonnen voor vrijwel de volle 100 procent zijn „georganiseerd" Veroudering" Tussen 1950 en 1958 hebben de West duitse vakbonden er netto in totaal 800.000 leden bij gekregen. Indrukwek kend als dit cijfer moge zij.»: het re presenteert niet meer dan 16 procent van alle nieuw in het arbeidsproces op genomen werknemers. De jonge arbei ders en arbeidsters „ligt" de vakbewe ging niet meer. Dat blijkt ook uit de toenemende veroudering onder de bondeden. In 1932 was 28 procent de georganiseerde werknemers ouder dan 40 jaren. In 1957 lag dit cijfer bij 41 procent. Oorzaken Kort vóór de „Deutsche Gewerk schafts Bund" enkele maanden gele den zijn tienjarige bestaan herdacht, verschenen twee boeken van vakbond functionarissen, waarin een poging werd gedaan te doorgronden, waarom het de vakbeweging in Westduitsland niet beter is gegaan, waarom de groei van het le dental ontoereikend is geweest, waarom nog niet eens een-derde deel der werk nemers is georganiseerd (tegen meer dan twee-derden in Oostenrijk) De -voormalige „Welt der Arbeit"- redacteur Otto Stolz (de ,.W. d. A." is hel weekblad der D.G.B.), die het boek „De vakbeweging op een dood spoor" schreef, meent dat taktische zowel als organisatorische oorzaken een rol hebben gespeeld. De voor naamste taktische fout: het feit dat de Westduitse vakbeweging zich voort durend in de politiek mengde, politieke acties ontketende (o.a. die tegen de atoombewapening van de Westduitse strijdkrachtendie op niets zijn uitgelopen en het aanzien der vakbeweging eer schaadden dan ver beterden. De omstandigheid dat de D.G.B. zich in deze politieke acties zo on miskenbaar verpersoonlijkte met de sociaal-democratische partij was een der oorzaken, die leidden tot de heroprichting der christelijke vakbe weging in West-Duitsland, die de be staande vakbonden toch enkele hon derdduizenden leden heeft gekost van werknemers die naar de .„Christliche GewerkoChaftsbewe- gung Deutschlands" overliepen. Overheersing Stolz wees er in zijn boek verder op, dat de federatieve opbouw der D G.B slechts schijn is. De 16 aangesloten bon den zijn, volgens hem, niet gelijkberech tigd. De machtigste bond, de Metaalbe- werkersbond, gttft de toon aan. Nieu we vakorganisaties mogen niet ont staan. Voorts meent Stolz dat het D.G.B.-hoodbestuur, sinds de heroprich ting van de Westduitse vakbeweging, hoe langer hoe zwakker en sterieler is geworden Het heeft tegenover de „ba zen" van de Metaalbewerkersbond prak tisch niets meer in te brengen. Niet legitiem Hiermede zijn enkele intern-organic satorische oorzaken opgesomd die er toe leidden, dat bij de groei van het aantal werknemers in West-Duitsland (dat thans om en nabij de 20 miljoen bedraagt) de betekenis van de bij de D.G.B. aangesloten bonden verhou dingsgewijze hoe langer hoe geringer is geworden. Men kan de D.G.B geen hoop geven, dat er in deze si tuatie verbetering zal komen. Mach tig als hij ongetwijfeld is: hij is be paald niet gelegitimeerd om namens alle Westduitse werknemers op te treden. Integendeel: 72 pet. (rond 14 miljoen werknemers) beschouwt de vakorganisatie niet als zijn legitieme vertegenwoordigster. Advertentie Maagklachten? CHEFAROX Het lijkt alsof het verhaal van de tempelreiniging ons weinig meer te zeggen heeft. Onze kerken hebben geen voorhof zo als de tempel in Jeruzalem die had en onze eredienst is zo veranderd dat er voor dergelijke kooplieden geen emplooi meer is. Oppervlakkig beschouwd lijkt het dus voldoende om dit bijbeldeel voor kennisgeving aan te nemen en over te gaan tot de orde van de dag. Maar zo niet! Al hebben we dan geen tempel met koop lieden, we hebben wel vele organisaties die voor zichzelf het pretentievolle woordje christelijkaan hun naam hebben toegevoegd. Die christelijke organisaties bewegen zich op ve lerlei terrein en dikwijls is de commercie nauw verweven met hun doen en laten is er nu nog iemand die Jezus' hei lige toorn die Hem dreef tot de tempelreniging, als niet gel dend voor deze tijd" durft kwalificeren? Want ge weet het: Jezus toornt niet tegen het verkopen van offerdieren, want het brengen van offers was een deel van de oud-testamentische eredienst zijn toorn treft de sjag- gergeest der kooplieden. In onze tijd gezegd: zijn toorn treft het onder de dekmantel van de christennaam zoeken naar geld, macht, eer, Onder de dekmantel: niet ter wille van Christus maar van onszelf! EEN HISTORISCHE ONTMOETING TV/TEER nog dan wie ook zal de Israël kan niet vergeten, heeft Ben christen de loop der geschiede- Goerion gezegd. Hoe begrijpelijk, nis met spanning hebben te \-olgen. Het ware nóg meer te hopen, dat Want hoe menselijk het er ook veelal Duitsland al evenmin vergeten kan. in moge toegaan, zij is voor wie ver- Maar Israël heeft de kracht gevon- mag te zien en te luisteren tegelijk den voor een nieuwe ontwaking als I "n volk en als natie, en heel de wereld ziet in bewondering en veelal geluk- De geschiedenis der wereld is een kig ook in oprechte sympathie toe, geschiedenis van oorlogen en van hoe het alle volken een voorbeeld is verwijderingen tussen mensen. Zij is in volharding en in moed. En het is óók de geschiedenis van de i i de twintigste eeuw, die lijke toenaderingen en ontmoetingen, zich ten diepste aan dit volk van Is- Gaan wij te ver, wanneer wij de ont- raël verwant gevoelt, de kerk voor moeting, die gisteren ergens op een welke zo menige passage in Gods zoveelste verdieping van een hotel Woordopenbaring vandaag op veels- in New York heeft plaats gehad tus- zins ongedachte wijze wordt belicht, sen Adenauer van Duitsland en Ben En Duitsland, zich onder de grijze Goerion van Israël beschouwen als en hoogbejaarde staatsman Ade- dat het Duitse bewind van die dagen de bange en afstotende herinnering baar leed te berokkenen, om het tot dat zich met felheid en doortastend- op het diepst te vernederen, om zelfs heid heeft gekeerd tegen elk pogen te pogen* het systematisch van de van het verfoeide verleden om op- aardbodem te verdelgen. Met huiver nieuw tot herleving te komen. Dit heeft de wereld van de bijzonderhe- nooit weer, is hetgeen in miljoenen den kennis genomen. Zoals de we- Duitse harten leeft, is tegelijk de ge reld óók gehuiverd heeft, toen, nog dachte waardoor de Duitser Acle- luttele maanden geleden, een nieuwe zich bij het vóórgaan van zijn i antisemitisme dreigde op te volk naar een waarlijk democratisch steken. bestel gedragen weet. Maar Duitsland heeft zich beijverd Zo kon die ontmoeting gisteren, er- de wereld te laten zien, dat gens op de zoveelste verdieping van knagende wroeging om hetgeen is Was het een ontmoeting van twee lieden? Zij was, dunkt ons, dan dat: een ontmoeting van tien jaren na die wrede periode twee mannen, méér nog: van twee hebben de regeringsleiders van mensen. Duitsland en van Israël tegenover Wiens dank zal dan niet uitgaan naar elkaar gestaan, als twee mannen voor Hem, die de harten neigt en die, ten te kunnen zien. i de ogen te mogen de wereld niet over te laten aan een droef en al te menselijk lot? AMERIKA dat jarenlang kerke lijk gezien alleen theologi sche kennis importeerde daarbij vooral vaak terug viel op Duitse theologen heeft in de laat ste tientallen jaren theologen voortgebracht en door immigra tie aangetrokken die niet alleen een wereldnaam maar ook wereldinvloed beginnen te krijr gen. Zo hebben Duitsers een „Vriendenkring van Paul Til- lich" gesticht om de werken van deze Amerikaanse theoloog van Duitse afkomst te bestuderen en zijn inzichten ruimere bekendheid te geven. De Vriendenkring werd gevormd tij dens een conferentie van de „Evange lische Akademie" van Hofgeismar een kerkelijk vormingscentrum. Er bevond zich reeds in het Theologisch Seminarium te Göttingen een Paul Tillich-archief. Dit zal worden gebracht naar de universiteit Münster. In dit archief bevinden zich geschriften en brochures in het Engels en Duits van Tillich die van huis uit een Duit ser is. Voorzitter van de Vrienden kring werd de Hamburgse hoogleraar prof. dr. Noack, zijn vervanger zal zijn prof. dr. Carl Heinz Ratschow var de universiteit van Münster. De nu 74-jarige theoloog Tillich, die ir Amerika zeer grote invloed heeft ge kregen was voor de nationaal-socialis- tische machtsovername hoogleraar in Marburg, Dresden en Frankfurt a. d Main. Hij emigreerde in 1933 naar de Verenigde Staten. De Vriendenkring werd gesticht na een conferentie op het vormingscentrum te Hofgeismar over het thema: „De theologische inhoud van de werkelijk heid". Tijdens de conferentie kwam men tot de conclusie dat het streven van prof. Paul Tillich om de tegen stelling tussen openbaring en rede, ge loof en leven te doorbreken in Duits land met meer aandacht dan ooit wordt gevormd, omdat hij daardoor in de afgelopen jaren een sterke invloed heeft gehad op bet Amerikaanse pro testantisme. KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: De vorsten van Europa hebben samengespannen om een grote kruistocht naar het Heilige Land te >ndernemen. Koning Rlebard van Engeland Is de eigenlijke leider, maar zijn ziekte wordt door de inderc vorsten aangegrepen om tegen Leeuwenhart te Intrigeren. Een aanhanger van Richard, de Schot- e ridder Kenneth, heeft zijn hart verloren aan Edith, een nicht van de koning. Maar ook hem vordt de pas afgesneden door een lage Hst. Richard veroordeelt Kenneth ter dood, omdat hij zijn wac-ht- nst bij de Engelse Standaard heeft verlaten en He vlag ls juist op dat ogenblik gestolen. Dank zij 'e Mohammedaanse dokter, die Richard heeft ge lezen, krijgt Kenneth gratie. Maar ln het mlddel- •uwsc legerkamp duren de Intriges tegen Richard oort. Het zal de ontsnapping meer een schijn van verkelijkheid geven, zuchtte de Markies, ofschoon Ofschoon is een woord voo: slappelingen, legde le Grootmeester hem resoluut het zwijgen op. Man en en verstandige lieden aarzelen niet en kruiper net zo snel in hun schelp. Wijze lieden treffen be- luiten en voeren die uit. HOOFDSTUK XIX Toen Richard na zijn indrukwekkende redevoering ie vergadering der vorsten verliet, verheugd over ie gelukkige afloop van zijn tussenkomst, achtte hij et ogenblik aangebroken om ook de rust in zijn igen huisgezin te herstellen. Hi kon nu bedaarder .er de gebeurtenissen nadenken en eindelijk wilde uj dus nauwkeurig onderzoeken welke voorvallen it het verlies van zijn banier hadden aanleiding SIR WALTER SCOTT dan hem het initiatief te laten, nam woord en zocht allerlei uitvluchten klaringen om haar onbezonnen daden gelijk voor te stellen. Wel gaf tamus had uitgestuurd dus zelf het listige ver toe dat ze Nebec- de Schot van zijn wacht te melden dat ze zich moest klaarmaken om haar koninklijke gemaal te ontvangen, aangezien het in zijn bedoeling lag haar in haar tent te komen be zoeken. Aanvankelijk vervulde dit bericht de koningin met een bijna panische schrik, doch de Vaux slaagde er in haar met enkele goedgekozen woorden le troosten, er op wijzend dat de eerste aanvallen van drift bij Richard achter de rug waren, terwijl hij er niet de man naar was om zich ten over staan van vrouwen ruw of brutaal te gedragen. Enigszins kalmer kleedde Bcrengaria zich daarom in haar beste gewaad en wachtte met vertrouwen de komst van haar heldhaftige echtgenoot af. Deze verscheen even later, rustig doch met op het gelaat een trek van onbehagen, kennelijk van plan zijn echtgenote de les te lezen om de vreemde houding die zij daarstraks had aangenomen, toen ze ongevraagd in zijn tent was verschenen, op een ogenblik dat hij haar niet wenste te ontvangen Bc rengaria echter kende zeer goed de macht van haar schoonheid en de maat van Richard's liefde en bij voorbaat wist ze dus reeds dat hij niet beter zou vragen dan met haar vrede te sluiten, zodra maar de eerste wrevel zou zijn weggeëbd. Liever weg te lokken, doch met klem ontkende ze dat het haar bedoeling was geweest hém in de koninklijke tent te laten binnendringen. Dit laatste was slechts een gevolg van Nebectamus' eigengereidheid, aange zien hij zich met al te veel ijver van zijn plicht had gekweten en de zaken verder had doorgevoerd dan een van de dames van plan was geweest. Had Nebectamus zich bij de opdracht gehouden, de ge vaarlijke grap zou nooit zulke verregaande gevolgen hebben gehad. Terwijl ze dit alles vertelde liet ze niet na het verhaal af en toe te onderbreker om te zuchten of te snikken, wetend dat dit wapenen waren waar de ruige Richard niet tegen was opgewassen. Vervol gens nam ze een andere too- aan en ging van een bede om vergiffenis tot een verwijt over, Ri chard ten laste leggend dat hij haar had geweigerd haar verzoek om genade voor de Schot gehoor te verlenen. Het gezicht van de dode ridder, riep ze met goed gespeelde wanhoop, zou haar in haar dro men blijven vervolgen en nooit zou ze zich van dat waanbeeld kunnen bevrijden. Toen hij zo naar haar luisterde, voelde de goede Richard zich geweldig verlegen. Hij wist bij erva ring dat het weinig zin had met zijn vrouw een de bat te beginnen en evenmin kon hij er zichzelf toe krijgen in haar bijzijn nog langer harde woorden te spreken. Om haar enigszins tc troosten bekende hij dus dat hij de Schot uiteindelijk toch genade had verleend en hem had «weggeschonken aan de grote geneesheer, er aan toevoegend dat deze beter dan wie ook geschikt was om hem zo lang mogelijk in leven te houden. Wordt vervolgd I In zijn openingswoord van de gis teren in Krasnapolsky te Amsterdam begonnen tweede „conferentie over onderwijsresearch", georganiseerd door het Nutsseminarium voor Peda gogiek aan de Gemeente Universiteit, heeft prof. dr. Ph. J. Idenburg pleit voor de volledige vrijheid onafhankelijkheid .van het weten schappelijk pedagogisch onderzoek ten opzichte van het onderwijs. Men kan van een wetenschappelijk onderzoeker niet anders verwachten dan dat hij aan zijn resultaten be kendheid geeft onafhankelijk van on derwijspolitieke of andere overwegin gen, zo sprak prof. Idenburg. Hij vestigde er bovendien de aan dacht var. de aanwezige pedagogische deskundigen en vertegenwoordigers onderwijsorganisaties op, dat de weten schap wel bepaalde voor het onder wijs veelal belangrijke indicaties kan geven, doch nooit een definitieve uit komst. Dit kunnen de onderwijsmensen ook niet verlangen, omdat dit een kwes tie is van een andere verantwoordelij k- Primair Prof. dr. M. J. Langeveld uit Utrecht hield een inleiding over de onderzoeken op het gebied van het v.h.m.o. aan hc pedagogisch instituut der Rijksunivers Utrecht De hoogleraar zei or t dat het primaire probleem va, deze onderzoekingen is gelegen in vei kleining van de afstand tussen de op leiding van de leraar enerzijds e praktijk anderzijds. De centrale vraag voor de vele werk groepen is: Hoe verbeteren we de c derwijsmethodiek. Hij zei voorts, dat het onderwijzend corps een zekere velijk over „De experimentele controle in de onderwijsresearch" en „Een ulo- onderzoek en de toepassing van de ver kregen resultaten in de praktijk". Na afloop van de conferentie is ge sproken over de mogelijkheid van een permanent contact en een meer gere gelde samenwerking op het gebied van het pedagogisch onderzoek. Deze tweede conferentie (de eerste is in 1958 te Utrecht gehouden) werd on der meer bijgewoond door afgevaardig den fan het ministerie van O., ,K. en W en van pedagogische wetenschapsor ganen uit Gent en Leuven. Beroemn sswerk NED. HERVORMDE KERK Beroepen te Gouda (vac. H. Huting): L Schellevis te Waalwijk; te Gouda (zesde pred.pl.): J. v. d. Velden te Dordrecht. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Oostvoorne: D. C. Firet, kand. te Bergambacht; te Dieren (vac. v. d. Plaat): R Strijker te Emmeloord. GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT) Beroepen te Middelstum (bij accl.): A. N. Hendriks, kand. te Rotterdam. CHRIST. GEREF. KERKEN Tweetal te Barendrecht: M. Tanis te Middelharnis en E. Venema te Zwijn- drecht; te Zeist. G. J. Buys te Papen- drecht en N. de Jong te Katwijk aan Zee. Beroepen te Rotterdam-Charlois: T. Brienen te Mussel; te Klundert (bij accl.): van Ravenswaaij te Scheveningen. ffk lllilfaji 'si PINDAKAAS in kwaliteit de BAAS i de bestaande didactiek. Samenwerking Na de lunch spraken dr S. D. Fok- kema, wetenschappelijk hoofdambtenaar aan het psychologisch researchlabora- torium aan de Vrije Universiteit, en de heer W. de Hey, medewerker aan hel Hoogveldinstituut te Nijmegen respectie- maa9kl( Misschien zelfs' maanden of jar< I f'élM Neem dan aee Hebt U maagklachten? jaren? Neem dan geen lap middel, dat U slechts tijdelijk helpt en dat U dus moet blijven inne men, doch STOMABRAS dat een blijvende ver betering brengt Landbouwschap schrijft minister Kritiek op Kamernota Het bestuur van het Landbouw schap zal woensdag a.s. een con cept-brief aan de minister van verkeer waterstaat behandelen, waarin opnieuw wordt aange drongen op afsluiting en inpolde ring van de Lauwerszee. In de brief wordt gesteld, dat i\ nota van de 7iiinister aan de Tweede Kamer niet voldoende recht is gedaan de argumenten, die pleiten voor inpoldering en afsluiting. Met versterking van de zwakke plaatsen zal de onveiligheid waarin de bewoners rondom de Lauwerszee verkeren, nog niet zijn opgeheven Aan een tweede waterkering dient grotere waarde te worden toegekend, aldus de brief van het Landbouw schap. Ook legt de ministeriële nota vol gens het Landbouwschap niet voldoen de accent op de urgentie van de uit te voeren waterhuishoudkundige facetten. De bouw van een gemaa mate kunnen bijdragen tot verbete ring van de lozingscapaciteit in het noordelijke gedeelte van Frieslands boezem. Alleen maatregelen in het gebied zelf kunnen op redelijke wijze in de problemen voorzien en deze maatregelen moeten als urgent wor den aangemerkt. Indien de Lauwerszee niet wordt afgesloten, zal verder in verband met de afwatering in Groningen en Drente de bouw van een gemaal te Zoutkamp geen uitstel kunnen lij den. Ook met de landaanwinst zal het volgens de brief van het Landbouw schap wel meevallen. Dit in tegen stelling tot de opmerkingen die hier over in de ministeriële nota worden gemaakt. Over de financiële aspecten wordt gesteld, dat de baten van de recrea tie in geval van inpoldering hoger zullen blijken te zijn dan het mil joen, dat de minister heeft geraamd. Genoemd wordt een bedrag van 12 miljoen dat bespaard kan worden door o.a. de vondst van klei en kei- leem nabij de Lauwerszee. De brief besluit: Wordt bij het ra men van de baten tevens rekening gehouden met de in de kamerstuk ken niet geraamde voordelen, dan de rentabiliteit van het onderhavi- in Zuid-Friesland zal in onvoldoende ge project zeer bevredigend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2