GERBRAND BREDERO Het leven van M en niemand onzerallerminst onzen jongen poëten past het, smade lijk op den ouden Brederoo neer te zien, of zich van hem af te wenden met de opmerking, dat we daar over heen zijn'. WILLEM KLOOS. Inleiding programma Bredero-feesten (maart 1885). een direktheid, zo fel als niemand na hem bezeten heeft, en zoals laterverengd en breekbaarder, nog even te voorschijn slaat uit de jonge Luyken". ALBERT VERWEY. Artikel in het „Algemeen Handelsblad" (10 maart 1935). Y)E trits Vondel-Hooft-Bredero kennen wij vanaf de schoolbanken. AAflMMMf f.'T A Al Op treffende wijze zijn de drie religieuze gezindten des lands vertegenwoordigd in de eerste rij der Prinsen onzer Gouden Litera- TV-jeugddienst uit Rotterdam Morgen, zondag, zal het IKOR tus sen 5 en 6 uur een televisieuitzending uit Rotterdam verzorgen. Het is een korte reportage uit de sociëteit „De Laurenskelder" in het jeugdcentrum De Heuvel van de Centrale Herv. Jeugdraad te Rotterdam. Om kwart over 5 begint dan de jeugddienst in de St. Laurenskerk. Voor de derde maal kunnen de tele visiekijkers getuige zijn van een spe ciaal voor jongeren gehouden dienst, verzorgd door de Jeugdraad. Voorgan ger ds. M. L. W. Schoch, jeugdpredikant te Rotterdam Het koor van de CHJ zingt, met rit mische begeleiding, onder directie van André Verwoerd. George Stam be- De NCRV is speelt het orgel. Vier grote pianisten in één N.C.R. V. -uitzending Elektronisch pauzeteken Met ingang van zondag 13 maart zal de Nederlandse omroep een nieuw pauzeteken in gebruik nemen, geba seerd op de eerste mats helmus gezet en elektr seerd door ir. H. Badings. tprecht ten het volgende. Arthur Rubinstein is u een Pool, hij werd in 1889 in War- trots op, dat ZIJ lil haar ra- sChau geboren en trad op 11-jarige dio-uitzending van 21 maart a.s. leeftijd al als pianist-wonderkind op in Berlijn. In 1906 vestigde hij zich in de vier grote pianisten van het we- V.S„ maar hij maakte tournees over reldpodium rondom de micro- de gehele wereld. Hij is vooral be- fnnn Iran vprpnicrpn in ppn pp- kend om ziin vertolkingen van Chopin, toon Kan verenigen in een ge Beethoven Brahms en Liszt. sprek over hun kunst. In samen- Nikita Magaloff, een Rus, werd in werking met de concert-directie 191| in St. Petersburg geboren en gaf t, t_ op 3-jarige leeftijd al blijk van opmer- Beek IS het gelukt, een ontmoe- kelijk muzikaal talent, dat vooral door ting te arrangeren tussen de componist Prokofiev. huisvriend door Knuttel terecht een revue a Ia Aristophanes genoemd, maar tevens een stuk waarin het volle Amsterdam se leven van die tijd de lezer tege moet bruist. In dit werk, kort voor zijn dood, in 1617 geschreven, treft hij dero, de calvinist. Bredero is de laatste in deze reeks, en zijn plaats is omstreden geweest. Getuigenissen over hem van tijdgenoten ont breken. Afgezien van de middelmatige Jan Jansz. Starter (1594-1628) maakte hij geen school. Zijn werken daarentegen zijn vanaf zijn doodsdatum veel herdrukt, zodat zijn trouwe uitgever Van der Plasse het volk 'direct door twee machtige ei- nog vóór 1638 kon opmerken: „D'aengenaemheid. zyner veerzen dede usme.^temenSr vuTshakrapMre"a de druckpars menigmael kraecken". Bijna dertig lyckdichten riepen Boccaccio worden hierin vemationaü- bij zijn heengaan op 23 augustus 1618 zijn lof uit. Hendrik Hooft, de *,s broer van de Drossaard, schreef in één daarvan: „De geest die was het lijf te groot". En hoe begrijpelijk, want op zijn minst kan men beamen wat Willem Kloos in maart 1885 bij de Bredero-feesten schreef: ,J3rederoo's lyriek maakt onder die zijner tijdgenoten qeen sen slecht figuur". Daarnaast was Bredero een typisch nationaal dichter, en wel :.i stedelijke zin! Nationaal besef zoals wij dat ken- bestond nog niet in Bredero]» da- beid toch een nationale cultuurvormer geweest, dat hij zowel opnam uit vreemde culturen om eigen kunst te Maar. t kan verkeeren, telde Bre- leerde hij wat Latijn. Frans en En- voeden, als deze vreemde gegevens na- dero zelf reeds. Waardering tijdens gels, maar overigens noemde hij zich tionaliseerde, waardoor hij zich gron dig op het eigene van taal en cultuur bezinnen moest. Het volkse Amsterdam had de liefde van zijn hart. en het is zijn groot heid geweest dat hij de geweldige taal schat die hij beheerste, geheel indroeg binnen eigen uitgroeiende stedelijke cultuurkring. Hij stond geen Hollandse of „Duitse" taal voor, maar de „am- stelredamsche"! Fier kwam hij op het gebruik van het „begheckte is geen waarborg voor erkenning na zelf „een slechte-Amsterdammer, die het leven. Tegen het einde van de maer een weynich kintschoolfrans in achttiende eeuw merkte een thans ge- 't hoofd rammelde" Wanneer wij be- heel vergeten letterkundige op, dat denken, dat hij vlak voor het Twaalf- Bredero's verzen naar jenever roken, jarig Bestand stierf, en dat zijn dich- en deze belijdenis scheen sinds 1780 terlijke werkzaamheden in feite nauwe- de richting te wijzen van de gangbare lijks acht jaar besloegen, dan weten Br^«^w^ardertng! wij dat wij hem plaatsen moeten in Buderdijk, Busken Huet en Beets de rij van de jong gestorven Aarnout veroordeelden hem met harde woor- Drost (1810—1834). Jacques Perk (1859 den. vergetende hoe een nageslacht —1881), Gerard Bruning (1898—1926), eens ook hen een zelfde verguizing Jan Siauerhoff (1898—1936) en Hendrik I££terdam? "Óm dië taai te zou kunnen toedienen! In 1843 kwam Marsman (1899—1940). die ondanks hun Amsterdams urn ate a echter de ommekeer met Bakhuizen vroege heengaan een grote plaats in van den Brink, gevolgd door Alber- onze literatuurgeschiedenis toekomt, dingk Thijm, Van Vloten en Jonck- Onder hen is Bredero de grootste, en bloet, totdat Jan ten Brink Bredero's die grootheid is gelegen in de origina- nekendheld en Albert Verwey zijn er- litelt van zijn plaats temidden van kenning weer op nationaal niveau zijn tijdgenoten en in het geheel onzer verzekerden! Daarna stonden de hoog- letterkunde, terwijl hij voor ons te leraren J. Prinsen. C. G. N. de Vooys. vens aantrekkelijk is en blijft als één B H Molkenboer en Jos. J. Gielen. der zuiverste vertolkers van de protes- alsmede dr. J. A. N. Knuttel en Mar- tantse geloofsovertuiging in onze na- nix Gijsen gereed om Bredero de volle tionale letterkunde, eer te verzekeren die hem toekwam. DE DICHTER ERKENTELIJK J Jclc wil u vrijmoedigh belijden, dat ïit.r^r5. iÏÏLJ?. aanvan* van zijn tck van myn kindtsche beenen af fl'.l k J°' d< hoven alle soete t.jlfeortinflh* de lief- XSÏr f«nen"X7^tw™,ïuakrTli den. in enkele artikelen Bredero's s..eV. Breaer° m de voorrede van driehonderd vijftigste geboortedag her- een zijner werken. Zijn jeugdpoëzie dacb*K werd.kon Albert Verwey. zelf 0^n9 helaas verloren, maar vast staat zijn hoogleraar- dat hij reeds op 15- of 16-jarige leef- voldnpnin» in tjjd dichtte JgJJ werd toneelstuk opgevoerd voor de Kamer ,Jn Liefde Bloeiende". Bredero is de kruising van de Mid deleeuwse volksdichter en de individua listische kijk van de Renaissance. Van de Middeleeuwen stamt zijn voorliefde voor het volkslied, zijn humor, waar door hij, alles tesamen genomen, voortzetter lijkt het einde -9& schap gekomen, met voldoening artikel van 10 maart 1935 in het „Al- 8®meen Handelsblad" opmerken: ..Toch mogen wij over onze halve eeuw tevreden zijn. Wij hebben het recht Bredero te herdenken, zonder de oude taalschat des volks. En daar toe zocht hij aansluiting bij dat volk zélf. en riep hij de geleerden op dat volk ook werkelijk te dienen en op te voeden: „Eén dingh heb ick veeltijds be klaagt en 't berouwt mijn noch: dat de geleerde hare geleertheyt meer voor de school-geleerde als voor ons uytheemsche-letterloo- sen-ongheleerde leeren. Hoe sul len wy weten, dat ghy weet en kent. indien ghy ons niet wijs maackt hoe wijs dat ghy bent? Al u weten is niet, soo verre ghy 't maer selven weet: niemand is siin selver gheboren. Laet dan u Vaderlant so veel van u wijsheyt genieten als de Romeynen oft an dere verre gheleghen volckeren, so suit ghy uwe lantsluyden die de botste niet en zijn, verstandi ger en wijser maken". KRACHTIG De eer die Kalff aarzelend aan Bredero had geschonken, werd door diens opvolger Verwey volop toege kend. Verwey heeft niet alleen een groot aandeel gehad aan de Vondel- renaissance, maar ook de Bredero- liefhebbers zullen met grote erkente- Verwey Geen verheven, geen weidse, maar een eerlijke ziel spreekt in al zijn wer ken; een krachtige persoonlijkheid die in onze letterkunde in feite met nie- de doordringende mand te vergelijken roep van Maerlant. Zijn kluchten blijspelen vooral zijn Middeleeuws **rf®WWnB dan d,e. LEVENSLOOP Méér nog dan Vondel i komen Amsterdammer, stond in Amsterdam; in de hij naar het huis aan burgwal, waar hij dichtte Hij werd geboren op 16 'het jaar van de val van als derde zoon van Adriae Mary Gerbrands. Beide ouders werkelijkheid, daarin lééft de volksziel! Maar dat alles is gemengd met Re naissancistische geest: eigen kijk, eigen aanleg en persoonlijkheid komen uit in al zijn werken! Hij is de man van de nieuwe tijd, maar anders dan Vondel; over p0|mejt en rege_ optreden viel samen met Hooft, terecht heeft Knuttel opgemerkt: Hooft geen noodlottiger Bredero bij hij kil lijkt. Daarentegen gaat men van Gerbrand eerst door hem naast Hooft te leggen ten volle besef fen. welk een geweldig dichter hij ger „Iele veracht Heel de nacht, Doch ick doe 't met rede: Want mijn gewoonlijckhcde Was inde nacht, heel laet Te wand'len by der straet." „Myn Vrienden smaet en 's Vaders toren, Die heb ick om u, in 't begin, Met sware dreyging moeten hooren." „De angst die in 't verkiezen leijd Beswaert mijn hart soo seer. Dat mijn arme geneghentheyd Seer selden siet geleghentheyd Soo ick die wel begeer." Wat is hier meer gequel Of aerdscher droever hel Als 't knagen van de sonden. Die als sy zijn begaen Die ziele eeuwigh slaen Veel geestelijcke wonden7 Wat is hier meerder vreughd Als die heylsame deughd Met waerheyd te beleven En sich naer een gemoed. Dat niet nae hoogheyd wroet, Vreedzamich te begeven?" Kortom, door teleurstelling in de wereld èn geloof aan 't Evangelie waren zonde en genade voor Bredero een diepe ervaring geworden! In zjjn werk vinden wij het ger ♦uigenis van waarachtig zieleieed, en dat is van alle tijden. De gemartelde ziel in hem spreekt uit: „Ghelijck het hout in.'t vier gheleyt., So legh ick inde pijn." In die smart leerde hij in zijn „Nieu-jaer-liedeken" de Bijbelse waar heid vertolkèn: „De oude tijdt is soo snel Dat i de feiten van zijn „licht- overleefden hun talentvolle ue moeder stierf op 13 december 1619 de vader eerst in 1646. Deze laatste was schoenmaker, za kenman, handelaar in huizen, pachter t?rH beia8t,">?cn kapitein der schut- kMnst^evend- verzamelaar van schilderijen. Bredero's moeder was een vrome vrouw. De naam Bredero of In Brederode was ontleend aan een gevelsteen of uithangbord van het huis, waarop de naam voorkwam van de bekende edelman Brederode. De jonge Gerbrande (zoals hij zich ,.o hij dicht 1602 verhuis- ringspersonen: het Oranjehuis de O Z. Voor- voor nem niet te bestaan! n stierf. Bredero is Renaissancedichter, opge- aart 1585 nomen in de tijdstroom, waarin Karei ïtwerpen) van Mander. Jan van den Hout, Anna Cornelisz Byns, Hendrik Laurens Spiegel en Da- i niél Heinsius hem ieder op eigen wij ze waren voorgegaan. Dat Middeleeuws-volkse en die Re naissancistische verfijning hebben ver oorzaakt, dat men zijn oeuvre en geest zowel verbonden heeft aan de verhe ven lyriek van Gorter als met de lied- Achter Bredero's verzen staat steeds zinnig liefdesleven." Dat hij echter aller- een ziel die zich volkomen openbaart, minst als losbol bekend stond, bewijst en al treedt Hooft in zijn werk meer hetgeen hij als algemeen bekend kon als superieure geest naar voren. Bre- schrijven aan iemand: my, die de dero wint het bij aanhoudende bestu- meeste tijt een cluysenaar ben in myn dering. als mens altijd van Hooft, stil en afghesondert cluysjen." want Bredero's spontane melancholie Dat ook hij de verleidingen kende en waarborg dat hij zich geeft zoals ootmoedig belijdt, blijkt wel uit zijn jes Speenhof Heyermans! Want volks, tisch en nationaal was de inslag al Bredero's werken! hij is. regels: Hooft is Bredero's voorbeeld geweest in het gebruik van de sonnetvorm, maar hij was navolger, nimmer epi goon. en hoeveel bewogener dan Hooft uit Bredero zich ook in zijn son- het" volkstoneel netten over zijn liefdesleven! Bredero OPRECHT zelf noemde) werd opgeleid schildersvak en was enige tijd leer- schilder - .„JP Zijn boertige liederen wekten zijn po- i.'.f. «a.i de Italianiserende schilder pulariteit, en al bespotte hij boeren en Francisco Badens. maar geen enkel stedelingen op zachtmoedige wijze, het stuk van de leerling is ons bewaard deerde hen niet, want Bredero's kri- gedl®ven- ~oc^ schijnt Bredero als tiek was oprecht en natuurlijk. Maar schilder voorspoed te hebben gehad, tevens, waar de Renaissance de af- an 1613 schrijft hij aan Jacob stand tussen kunst en volk groter i roepen maakte, wist Bredero deze afstand die tot weer in te korten, door het volk zelf ■ne plaats te geven op het to neel. het weergevende temidden onderkende daarbij in al zijn werken de waarheid, die hij uitdrukte met de woorden: „Al sict men de luy, men kennse niet!" Dat Is dc waarheid die we bij Hooft missen, en bij Bredero temeer aanvaarden, aangezien Bredero voor deze les een diepe achtergrond „Een hoofd vol wind en wijn, Een hart vol suchts en pijn, Een lichaem gants vol qualen Heeft Venus en de kroes Of selfs die leyde droes My dickwils doen behalen." RELIGIEUS DICHTER Berthout: „Mijn eigen i. M'i_ f°t de schilderkunst Ook had Bredero Rembrandts zuster connecties B'eter Lastman (1583de doorzichtige schijngrootheid dezer n„L wereld, een grootheid die het publiek komt. mVr ■'•■l'ch- kon uitlachen, maar ook een kohier- v__ ,ntrede doen in de grond waartegen Bredero de w: Hoef., HuVo"e G,Z. Smuel VOlk" pl"""' dle h'.1 Coster en Maria Tesselschade be- Want met al het voorgs ware diepte van Bredero i peild! Die is eerst gegeven waar zijn lief desleven in het licht van zijn reli gie wordt geplaatst, iets wat in zijn telkens weer op de voorgrond Bovenstaande raakt daarom slechts het patroon waarop Bredero zijn meest persoonlijke gedichten borduurde, en dat was het werk van een diep reli gieuze ziel. Hij was een oprecht calvi nist in die zin dat de spanning tussen zonde en genade, die de oer-spanning van de Bijbel is. heel zijn werk doortrokken heeft. Niét in de strikt theologische zin, want hoewel hij tot in de zijn bruiloftsgedichten de predestinatie ge- belijdt, van predikanten-harrewarrerijen (ook in die tijd zo rijkelijk bloeiend!) ef- moest hij niets hebben: Is oud en bood gebleven." „Vader geeft dat ons hert en Geest U kinderlijcken eerd en vreest, Ootmoedigh en bequame, En maeckt ons Hèer van nieuwen wil Godvruchtigh, heyligh ende stil, Als nieuwelingen, Amen." Of om te herinneren aan een zijner laatste gedichten: „Elck sluyt de poort van zijn gemoed Voor God, het alder-hooghste goet, Die dat gedooght met smarten. Hy werd ter wereld niet geteelt In overvloed van lust en weeld, Maar in gebroken harten." BOODSCHAP kring arach- hoorden tot zijn omgang. In 1613 w«rra de Jonge Bredero vaandrig der Schut- tërye. welke benoem'ng met groot verantwoordelijkheidsbesef werd aan vaard. IN RIJ DER GROTEN Dat hij buiten zijn dichterschap enig inkomen genoot, was wel gewenst, want ook in die tijd leverde de dicht kunst vrijwel niets op: afgezien van enige betaling voor zijn negen brui- - loftsgedichten. zal Bredero nauwelijks de goede raad geeft om op te passen typerend, dat hiér zich juist de kritiek inzette van zijn tegensta.!- .1 hete: Bredero iou een onverantwr/rde- spelen aan zijn eenvoudige landgenoten LJke losbol zjJ".dichter gunde! In Bredero lééfde de volkszte" minder i Misschien nergens heeft hij dat con tact met de allereenvoudigsten des volks beter getoond dan in meestervers „Boeren-Gesclschap' zijn schilderachtige opsomming van na Arent, Pieter, Gys»n, met Mieu- wes. Jaap en Leen, die en Kloentjen naar Vinckeveen trokken een juweel van een kort volksver haal. kleurig aan het begin, moralis tisch aan het einde, wanneer Bredero uwelijks als christen-dichter des ceptabel! De waarheid is echter door prof. dr. J. Prinsen J. L.zn. wellicht precies uit gesproken, toen deze schreef: „Wij zun hebben in heel onze litteratuur bijna geen dichter, die zoo eenvoudig, na tuurlijk onbevangen en daardoor in zulk een zuivere, sublieme schoonheid „War-geesten kloeck en kibbel- Verwecken uyt een wrock of pieck Veel nickers (duivels) woest getuymel. Hoe derfstu, schim, met koener kop, Soo stijgen hen ten ladder op In Gods geheymenissen GEEN ANTIPAPIST iéts hebben verdiend aan zijn uitge breide oeuvre! Een klassieke opleiding miste hij. wat in die tijd wel bezwaarbjk was De beroemde klassieke auteurs kende hij hoofdzakelijk uit vertalingen.Wèl .1 te gretige vechtersbazen. Het vers vertolkt de goedmoedigheid die in al Bredero's verzen doorklinkt: Klaasjen heeft verklankt de geweldige ontroering teleurstelling en zielesmart, die hem het leven gaf'. Voegen wij daar aan toe. dat de moraal in die dagen een andere was dan de tegenwoordi ge. en de dichter een enkele maal een vertrouwelijk gegeven 'i zijn verzen in vlecht. en wij verstaan hoe de boze legende de wereld in kon komen, di- meer op fantasie omtrent B:edero's liefdesleven dan op studie van zijn ver zen gegrond is. Tot in zijn „Stommen Ridder" toe klinkt ons de boodschap tegen van een christelijk dichter die ondervonden heeft wat de zin van alle bestaan en streven is: /.Wze boven al zijn Godt bemindt. Zijn Godt in alle dinghen vindt, Wie yet meer wil verkiesen, Sal Godt in al verliesen." Daarom gedenkt al wie méér zoekt in de poëzie dan de schone vorm. in Bredero niet alleen een uniek Renais- sance-dichter, maar ook de jong ge storven dichter, die het reeds vroeg gegeven is geweest vanuit zijn veel bewogen leven een getuigenis te doen horen dat tot de schoonste behoort van de christelijke letterkunde! Boven zijn tijdelijke teleurstellingen uit rijzen zyn lofzeggingen en gebeden op, die s Bredero in zijn dagen aller- evenals de noden des minst antipapist. Het gaat hem i om theologische strijdvragen, maar oi de religie zelf, die hij onder meer vei tolkt met de woorden: ,J)ie God in zijn gemoed Houd voor het hooghste goed, Die zal niet anders wenschen Als zijnder zielen rust En weldoen met een lust Aen alle goede menschev alle geslachten zijn: ,JIoe salich is die man, Die met God spreken kan In 't tempeltjen der eeren! In 't kerekjen gebout Van silver noch van gout Maer van den Heer der Heeren! - ouders voor de Russische revolutie naar Fin land, maar werd later Zwitser. Sinds 1949 is hij leider van de meester-klas- se van het Geneefse conservatorium. Ook hij maakte vele wereldtournees en 's voornamelijk beroemd Chopin- tingen elders was het niet mogelijk, ve.ItoJke,r- de vier grootmeesters in een recht- i.r, nyi nu. streekse uitzending met elkaar de gesprekleider galoff, Robert Casadesus en Rudolf Firkusny. Dit is inder daad iets zeer bijzonders. In verband met muzikale verplich- Daarom wordt het gesprek op genomen op zaterdag 19 maart in het Amsterdamse Amstelhotel. Ook dan echter zullen de vier gro ten elkaar niet in levenden lijve ont- moeten, want Robert Casadesus, die rfn ^ariJ op die zaterdag in Maastricht moet .„„i33!, §rot® optreden, vond de reis naar Amster- ^on- w9ra* dam zo l.ort van tevoren te Dank zij echter de technische fa ciliteiten van de Ned. Radio Unie wordt er dan een telefoonverbinding tot stand gebracht tussen de studio van de Regionale Omroep Zuid en het Amstelhotel, zodat het gesprek toch kan worden gehouden. Gesprekleider is Herman Felderhof ®.Df Pianist Cor de Groot is solist barende c6 beroemd orkest ter wereld, dat solospel niet heeft begeleid. Robert Casadesus, nu 61 jaar oud. is die op de leeftijd van :onservatoriumpr ijzen een der allergroot- i. sten onder de pianisten genoemd. vanavond de titel waaronder het gesprek met de kunstenaars zal worden gevoerd luidt „De grote vier van het klavier". U kunt hetgeen er wordt gezegd be luisteren in de NCRV-avonduitzending van maandag 21 maart, *ussen half tien en tien uur. De Wereldomroep neemt de uitzending over voor een la ter tijdstip. Om u nog even te herinneren aan de status van de vier beroemde pianis- het concert, dat het Brabants Orkest, geleid door Paul Hupperts, tussen 7.30 en 8.20 uur geeft voor de KRO U hoort hem in het concert voor orkest en piano (linkerhand) van Ravel. Voorts hoort u werken van Van Otter- loo en Debussy. Om 8.30 uur wordt het hoorspel „God aan de grers" voortgezet en om 10 uur speelt het Commentaar: Amusement in het VARA-programma Week uit week in, tussen 8.05 en V Daarna het raadspel „Wie is het? en voor de rest van de avond lichte muziek, afgewisseld door poli tiek commentaar c- - Pl aatavond Vrugramma voor morgen De VARA heeft in haar televisie uitzending tvan gisteravond nog eens in den brede aandacht besteed aan de schrootaffaire, hoewel zij de oor spronkelijke opzet van het program ma moest laten varen. Ministers en andere officieel bij de kwestie be- trokkenen achtten namelijk de tijd nog niet gekomen, in het openbaar hun menina prove Hilversum I. 402 m. VARA: 8.00 Nws; i 945 Geestelijk leven, vwf ir- 1<ï'°°, V d Jeu«d. IKOR: 3.30 Henrormde kerkd; 11.30 Vragenbe- ntw. VPBn- ii,is n-. j- ,6 gel; 12.35 Lichte i hun mening erover te zeggen. Dit deden wel twee P.v.d.A.-Kamerleden, 8u,ge5' tevens lid van het Europees parle- ment, en twee dagbladjournalisten van wie de een met nieuwe „onthul lingen" over huidig geknoei in Duits land aankwam. In dit bijzonder lange op film opgenomen programma werd bijzonder veel gepraat weer onder leiding van Pier Tania, waarbij alles wat over de affaire bekend is op nieuw werd opgehaald. 12.30 Sportspie- 00 Nws en SOS- ■eid, Ie- -.20 - Boekbespr; ?era; 15.35 Filmpraatje; 15.50 16 30 Sportevue. VPRO: 17.00 m 17-15 Wereld lezing. VARA: 17.30 S( Nws, sportuitsl en sportjöurn" 18.3o' Zigei nermuz. 33 35 Journaiistenforum; 19 30 C; baret. AVRO: 20.00 Nws: 2005 Gevar.progi muz5 Kare^nina^hoo^sp;^2L15 Ijchj 22.00* Dai a" ,n"*n *"*f 22.40 Gra York calling; 23.20 Niei 23 55-24.00 Nws. Eerder op de avond was er een niet oninteressante, maar ook weer veel te praterige en daardoor voor het grote publiek weinig boeiende uitzending over beroepskeuze. Voor wie de moed heeft gehad dit alles te volgen was het een inspannend avondje dat ver op de zendtijd uit liep. De film over Interpol moest daarom vervallen en zelfs omroep- ster Karin was al naar huis gegaan, zodat Pier Tania maar welterusten wenste. Stereoscopisch tv-toestel Een fabriek in Leningrad bouwt een stereoscopisch televisietoestel voor drie-dimensionale ontvangst. Kijkers moeten dan tijdens de uitzendingen een speciaal gepolariseerde bril opzet ten Het persbureau Tass deelt mede. dat het diepte-effect wordt ver kregen door een gescheiden overbren ging langs twee kanalen naar een dubbel scherm. Door de (rode!) bril bezien wordt het beeld dan aanmerke lijk duidelijker maar., het ontvang toestel ook aanmerkelijk duurder! TIPS uit het buitenland De gast-dirigent Oivin Fjeldstad leidt het BBC Symfonieorkest, dat 8 50 en 10.40 uur concerteert in het Britse programma op 464 m. Er wor den werken van Grieg, Berkeley. Weber en Fartein Valen uitgevoerd. Hilversum II. 298 m. NCRV: 8.00 Nws en weerteer; 8.15 Gewijde muz; 8 30 IKOR: SoMNw!!orS5n'G?a™ TsTAfSg ëoo°i 00 Hoogmis; 11 30 Gram: 11.50 •uele geloofspro- 12.55 Act; 13.00 le ploeg, lezing; 13.30 Lichte Viool 12.30 Gevj 13.05 De har 12.15 13.10 De Wadders, 4.00 V d kind; 14.30 Ol sol; 15.00 Letterkundige pei in die ik gekend heb. praatje; lezing; 20.20 Cabaret; 20.50 U >ok van de partij?, lezing; 21.00 15 Zaakwaarnemers, hoorsp (dl IKOR: 17.00 Zo KRO. VARA fnanleren. rep; 17.15—18.00 Jeugd- 4, AVRO: 20.00 Filmprogr; 20.45 Act' 21.45 Film NTS: AVRO, 11 PRO: 22.00—22.30 Sport- Programma voor maandag i 9 Na het NTS-journaal en bericht komt om 8.20 uur de KRO in de lucht met een telerecording van het optreden van Peter Kreuder (al eerder uitgezonden) en. om 8.40 uur, een vrolijk programma uit Treslong in Hilversum met ojn. de verkiezing van „Miss Bril 1960". Om 9.50 moe ten kinderen onder 14 jaar naar bed. want de Hitchcockfilm „De huwe lijksreis" is niet voor hen bedoeld. Met Goddelijcke vingers, Daer weet men van geen twist, Van vonden noch van list Met felle, bitt're dringers. Daer soeckt men staet noch eer Maer de heylsaeme leer Met kinderlijcke vreesen; Met ivaer berou en boet Meer deughdelijck en goet Dan wereldwijs te wesen. Heer! als ghy my aenspreeckt En innerlijck bespreecict 't Geheym van mijn gewissen, Soo opent mijn gesicht En brenght mijn in het licht Uyt duysent duystemissen." Bijbeloverden- ■""g: '6.30 Koperensemble: 16 50 Gra 17.00 V d kleuters. 17 15 V d jeugd; 17.5 Gram; 17.40 Beursber; 17 45 Regerings uitz: Seroei. opleidingscentrum voor Ne derlands Nieuw-Guinea. d. i F van Brug gen; 18 00 Orgelspel: 18 30 Gram: 18.51 Cursus Openbaar Kunstbezit, lezing: 19 Oi Nws en weerpraatje: 19.10 Op de man af praatje; 19.15 Geestelijke liederen: 9 M diokrant; 19 50 Blaasork: 20.15 Dombei 2). hoorsD 21.30 Gram- muz; 22.00 Avondov A Zoon 23.30 Gra 22.40 23.00 Gra -24.00 Nw: das Madchen). «negro mmante con moto. Scherzo. Al legro molto. Presto Amadeus Quartet (Norbert Brainin, le viool Slegmund Nis- iel. 2e viool. Peter Schldlof, altviool. Mar tin Lovett. cello). II. Winterreise, liederencyclus op. 89 Gu- keit; Die Post; ihlingstraum: Ei :r greise Kopf; Letzte_ Hoffnung; Im^ Dorfe: •cher-Dleakau.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 6