ABIE 1LTI
G.J. PEELEN,
Zuiderzeemuseum
..1 kent Harken-binnen
de meest
onderscheiden
Nederlander
van binnen en van buiten
ZATERDAG 12 MAART 1960
Slietiiup Cciiisrljc (üourttnl
Zijn opvolger heeft
zeven diploma's nodig
27 Grootkruisen en 6 „lagere orden"
tegenheid van het staatsiebezoek aan de omvang van de linten-
j reaen die op hem is neergedaald,
van de president van Peru aan reg p
ons land. En op „dikke dins- j.an meten met die van de meest
dag", de traditionele vasten- succesvolle generaals uit de laat-
avond, brachten de Huissense Sfe wereldoorlog.
T%™wmi™v°an?e NAAST le f
„kroanipe ™aone» e— er ook Z
door de minister, beminnelijk een zestai lagere onderscheidin-
als altijd, op hoge prijs werd gen, die de heer Luns kreeg vóór
gesteld. hij minister werd, zoals het offi-
cierschap in de Orde van Oranje
TT/IE de lange lijst van orden Nassau. De laatste orde. is de
die deze vermoedelijk meest hoogste Nederlandse onderschei-
onderscheiden Nederlender zijn di' v'n
Luns siert. De hierop volgende
verleend, doorneemt, moet een hogere onier,eheiding, die can
volledig spectrum van felle het ridderschap in de orde van
sprekende kleuren voor ogen de Nederlandse Leeuw, is de
onafhankelijkheids- dat een afgetreden minister ..de
strijd open gaan. Wat denkt u Leeuw ontvangt, tenzij hjj deze
van namen els „Grootkruis der ^ersihe'tdJng bez" °n"
nationale orde van Verdienste en e'
„Carlos Manuel de Céspedes"
van Cuba" of van „Grootkruis -
der Orde oen Verdienste van h">'- des m ieder geval
Duarte, SancHet y Mella van de 2i«"er X'p^d
Dominicaanse republiek" of van bijna zeker van. dat de huidige
„Grootkruis met zilveren plaque minister van buitenlandse zaken,
der Orde van Ruben Dario van de meest onderscheiden Neder-
Nicaragua" om niet te spreken lander is en men kan er van
van orden van Witte Olifanten, overtuigd zijn. dat zijn op dit
Afrikaanse sterren enz. terrein bereikte record door een
ander moeilijk gebroken zal
Mr. Luns heeft een grote ken- kunnen worden. Zijn collectie is
nis van de nationale en inter- ?r een. die eeJl ™u?eum waard
nationale orden, en misschien is hferbf
dat zwak niet geheel onschuldig plaatst.
QVER ENKELE dagen, om
precies te zijn op dinsdag
15 maart, zullen voor de tien
de maal in zijn bestaan de
poorten van het Zuiderzeemu
seum te Enkhuizen voor een
nieuw seizoen worden geo
pend. Dit kroonjaar is voor
de directie van het museum
dan ook aanleiding g-eweest
om in het kader van de bij
zondere exposities zoals b.v.
die over Hindelopen en Schok
land dit seizoen de schijn
werper te richten op een unie
ke collectie beschilderde meu
belen, toog- en priksleden. De
ze tentoonstelling kreeg de
toepasselijke titel „Paneel en
penseel" en zij zal op zater
dag 19 maart officieel worden
geopend. Wij zijn naar het
museum getrokken om een in
druk op te doen van de voor
bereiding die aan dergelijke
manifestaties voorafgaat. Daar
moet allereerst een speurtocht
langs musea en particulier
bezit voor nodig zijn geweest
om tot zo'n uniek appèl te
komen.
Bovendien weten we uit er
varing, dat de directie zich niet
alleen tevreden stelt met het
bijeenbrengen van voorwerpen,
maar altijd ook grote zorg geeft
aan de achtergronden als de
plaats van herkomst, de toege
paste techniek, de betekenis van
de afbeeldingen, het detail. Dit
alles verhoogt in niet geringe
mate de instructieve waarde
van dergelijke exposities. Hoe
wel wij vooraf nog geen com
pleet beeld konden krijgen „van
wat straks twee museumzalen
zal vullen, bleek ons toch over
duidelijk, dat de bezoeker op al
de hierboven genoemde punten
aan de volle trek zal komen. Het
is bewonderenswaardig wat bij
een is gebracht en het stemt tot
grote voldoening, dat bijna alles
wat werd verworven of in bruik
leen werd afgestaan uit het Zui
derzeegebied komt en al die
voorwerpen een totaalbeeld ge
ven van een cultuuraspect, dat
zonder museum aan de vergetel
heid zou zijn prijsgegeven.
Rijkdom
Welk een rijkdom aan kunsten
naarschap spreekt uit de
beschilderde kasten, tafels,
schrijnkisten, kap- en hoekkast
jes en niet minder uit de toog-
en priksleden, de raamhorren
en buttes (beschilderde reiskof
fers).
En naast de beschilderingen
is er het snijwerk, welks mo
tieven men soms terugvindt in
het schilderwerk. De wijze van
opstelling zal zodanig zijn, dat
de bezoeker zonder veel moe;te
zelf deze vergelijkingen zal op
merken. Het verkrijgen van dit
vergelijkbare matcnaa' vereiste
ongetwijfeld een groot geduld en
een fijne speurdersneus. Op een
tweetal hoekkastjes vindt men
het tafereel, dat op het eerste
gezicht sterk doet denken aan
de onthoofding van Johannes de
Doper. Het betreft hier echter
een copie van Rubens' schilder
stuk en gravure over de onthoof
ding van koning Cyrus, die vol
gens Herodotos door koningin
Tomyrus werd onthoofd en die
aan het van de romp geschei
den hoofd de bloedbekken voor
hield met de woorden: „Verza
dig u aan het bloed, waarnaar
u altijd hebt gedorst".
Invloeden
Bij een bezoek van de directie
aan het Louvre bleek, dat de
afbeelding op de panelen van
deze hoekkastjes werd beïn
vloed door het schilderij en een
gravure van Rubens over het
zelfde onderwerp, met een klein
verschil in de nuanceringen.
Een studiereis naar Noorwe
gen bracht mede aan het licht,
dat dc door Hindelopers be
schilderde buttes van Noorse oor
sprong zijn en door de zeeva
renden uit deze oude stad on
beschilderd werden meege
bracht. In de Marker kastjes,
evenals zovele voorwerpen date
rende uit de 18de eeuw, treft
men veelvuldig een tulpmotief
aan. Bijzondere aandacht zal
ongetwijfeld de collectie toog-
en priksleden trekken. In een
drietal toogsleden, in bruikleen
afgestaan door het museum te
Edam, daterende uit o.a. 1655
vindt men het Enkhuizer wapen
uitgesneden. Voorts zijn er de
rijkbewerkte Zaanse toogsleden
en zeldzame Noordhollandse
priksleden, kenbaar aan het ron
de hakkebord, daterende uit de
eerste helft van de 18de of 19de
eeuw. Zeldzaam zijn de glazen
Zaanse kastjes, de driedelige
gangstoel en in meer of minde
re mate ook de Marker schom-
melwiegen.
Nog veel werk
Er moet in de resterende da
gen voor de opening nog heel
veel werk in het museum wor
den verzet. Niet alleen voor de
ze bijzondere expositie, maar
ook voor die van permanent ka
rakter. In de zaal waar men
het fraaie Terschellinger inte
rieur vindt, komt ook een Zaan-
een buitengewoon mooie Zaanse
smuiger, een tegelschouw, be
schikt. In de klederdrachten-
zaal zal het zonlicht geen entree
meer tot het museum verkrij
gen. Gebleken is, dat het zon
netje schadelijk is voor stof en
kleuren. Hier is een doelmatige
kunstverlichting aangebracht en
we mogen zeggen, dat de toch
al zo rijke sfeer in deze zaal
er door gewonnen heeft. Het ligt
in de bedoeling in de toekomst
deze verduistering ook voor an
dere zalen toe te passen.
De interieurzaal krijgt ook
een geheel nieuwe opstelling.
De rijkbewerkte kasten, zoals
dat juweel uit Ameland, het
Westfriese kastje en anderen,
komen tegen de betegelde ach
tergrond veel beter tot hun
recht. Interessant is ook de col
lectie stoven, die men hier vindt.
Er komen in deze zaal vitrines
et koper- en glaswerk.
Wij geloven, dat de bezoeker
van het Z.Z.M. straks vele nieu
we ondekkingen in dit museum
zal doen.
Vandaag viert hij zijn 25-jarig
jubileum als chemigraaf. Vanmid
dag van 3 tot half 5 in hotel Cen
tral zou een receptie gehouden
worden waar ongetwijfeld tal van
vrienden uit het speciale wereldje
der filatelisten hem geluk komen
wensen. Een goed deel van de
postzegelvrienden heeft de heer
Peelen gekregen via onze krant,
waarin hij de postzegelrubriek
verzorgt.
„Buitenbeentje"
Het „buitenbeentje" van de fa
milie, die uit zakenmensen be
staat. is ondanks het verdriet van
moeder bij het publiceren van zijn
eerste korte verhaal goed terecht
gekomen. Maar... toch anders dan
algemeen werd verwacht. Gerrit
Peelen wilde leraar worden en
ging daartoe naar de Vrije Uni
versiteit Nederlandse letteren en
geschiedenis studeren. In de crisis
jaren ten tijde van Colijn gaf hij
zijn studie echter op omdat dc
tijd zo uitzichtloos was. Hij kon
een betrekking krijgen bij Maks
clichéfabriek, waarvan wijlen de
heer J. N. Voorhoeve president-
commissaris was. De heer Voor
hoeve kende hij al als uitgever
van het blad Timotheus waarin hij
verhalen schreef. Door de relaties
die de heer Peelen als schrijver
had met uitgevers, kreeg hij me
nige order voor het maken van cli
chés.
De heer Peelen is opgewekt van
nature en op vrolijke manier
schudt hij dan ook tïet verhaal uit
zijn mouw over de merkwaardige
wijze waarop hij in de postzegels
verzeild raakte.
Op de zolder.van een Renkum-
iq papierfabriek zaten vroeger
meisjes die oude archiefstukken
verscheurden. Men kende toen nog
niet de machinale vernietiging.
Scheurmeiden, noemden wij die
meisjes, vertelt de heer Peelen.
,,De vader van een vriendje was
opzichter over deze meisjes en
dat vriendje liet mij eens postze
gels zien die hij van die scheur
meiden had gekregen. Ik vroeg of
ik eens mee mocht en toen stopte
ik mijn zakken vol. Het waren de
nummers een, twee en drie 1852,
de eerste postzegels van Neder
land, de ongetande Willem III en
blauwe, rode en oranje Willem
Drie's.
Om de zegels tn een schrift te
plakken, ging ik de prullem&nden
in het postkantoortje afstropen.
Dat zag een postman, die vroeg
waarom ik dat deed. Ik liet hem
toen mijn zegels zien, waarop hij
voorstelde te ruilen. Hij ruilde
mijn zegels tegen zegels van de
Franse koloniën, waarop mooie
plaatjes stonden. Later heb ik be
grepen dat die man mij heeft be
drogen. Toen hij was gestorven
en zijn weduwe zijn verzameling
liet vellen, bracht die een vermo-
Enfin"!.'.
De heer Peelen is de grondleg
ger van een nieuw systeem verza
melen. Hij propageerde zegels te
verzamelen waarop afbeeldingen
die betrekking hebben op iets
waarvoor men belangstelling heeft
bijv. land- en tuinbouw, schepen,
politici, dieren. Dan leert men
veel van postzegels. De oude me
thode is het compleet zien te krij
gen van de series, het hokjes-ver
zamelen.
Hij is ook de auteur van „Post-
Auteur, postzegelexpert, chemigraaf
„Sinds mijn achttiende jaar schrijf ik korte verhalen. De eerste keer dat er een ver- grote groep mensen". Hierbij
haal van mij werd geplaatst dat was in de plaatselijke krant van mijn geboorte- verantwoordehjkheid8^
plaats Renkum schaamde mijn moeder zich diep, als men haar vroeg of de G. J. christelijk schrijver heeft.
Peelen die het verhaal had ondertekend, haar zoon was." „Ik houd niet van een ouderwet-
Nu, bijna veertig jaar later, kan de heer Peelen zeggen dat hij vijf romans, een tuur,Z^oa^Wd\eGvroeger 'In eonze
verzenbundel, jongensboeken en naar hij schat ongeveer 600 korte verhalen heeft ge- kringen maar al te veel werd ge
schreven. En toch is hij geen auteur van professie, maar een der directeuren van de hanfoirê^Lren^aarderenben dit
oudste Haagse clichéfabriek, de ,,N.V. Clichéfabriek Maks v/h Chemigrafische kunst-
pas ik ook toe in mijn lectuur.
inrichting 's-Gravenhage" aan het Oranjeplein. pV» zijn
Dit boek handelt over de pinda
zegels schrijven de geschiedenis chinezen die in de jaren dertig
van de Tweede Wereldoorlog". Katendrecht bevolkten Hoewel
welk boek op een gymnasium in ..Het begon onder melkenstijd"
Rotterdam wordt gebruikt. een bestseller werd, is hij zelf
Over zijn auteurschap zegt de toch niet zo best te spreken over
heer Peelen. ..Ik voel er niets deze verzetsroman,
voor diepzinnige boeken te schrij- Als alle mensen die er anders
ven die maar in beperkte kring over denken, hem op de receptie
worden gelezen. Prettig vind ik kwamen tegenspreken, zou de ju-
het gelezen te worden door een bilaris vreemd staan te kijken...
de klant naar een concurrent
overloopt om de eenvoudige re
den. dat die er niet is.
En daar ligt nu al dadelijk een
probleem. Want met vakantie
gaan is er niet bij. Dat zou je
desnoods nog kunnen doen als
kruidenier, al was het maar
voor enkele dagen. Maar als
Arie Nolten zou sluiten, dan was
daarmee rryeteen het hele zaken
leven van het dorp lamgelegd
en dat zou onhoudbaar zijn.
Want op elk uur van de dag is
er iets nodig, al is het maar een
doodgewone postzegel of een
pakje shag. Het P.T.T.-station
wordt in feite door de vrouw
bediend en dat loopt niet dade
lijk over de hand, want in
Markenbinnen hangt men niet
de hele dag aan de telefoon.
Maar toch, zegt Nolten, komt
het wel voor, dat ze 's morgens
voor zeven uur al voor de deur
staan om te kijken of we het bed
al uit zijn, omdat er even moet
worden gebeld.
Het café hebben we ook nog
even bekeken. Met een buffet, dat
door twee witte leeuwenkoppen
wordt geflankeerd. Met een bil
jart uit «roeger jaren. En met
aditer een houten schot het toneel,
dat zelden of nooit dienst meer
doet, omdat de toneelvereniging
ter ziele is. In het zaaltje hangt
nog een foto van het clubje, dat
hier tot het laatst de kunst aan
het volk heeft gebracht. Maar het
ging nut meer. Markenbinnen is
nu eenmaal voor deze dingen te
Niet zo maar een
Het probleem voor Arie Nolten
om aanstonds een geschikte op
volger te vinden, is niet alleen in
zijn belang. Evenzeer is het dit
van de kleine gemeenschap, wel
ke hij een reeks van jaren heeft
gediend en waarin hij zo'n ver
trouwde figuur is geworden. Het
zal iemand moeten zijn, die van
allerlei markten thuis is. die ver
stand dient te hebben van antra
ciet zowel als van tabak en van
grutterswaren zo goed als van
het edele vocht, waarvan Schie
dam nog altijd de moederstad
wordt geheten. Hij zal met men
sen moeten kunnen omgaan en op
z'n tijd een praatje weten te ma
ken met de vissers, die in het
seizoen eens even komen „opste
ken". En dit alles is nog maar
een kleide bloemlezing van de
eisen, die worden gesteld. Want
•als puntje hij paaltje komt zal
hij ook nog over een vrouw of
dochter hebben te beschikken, die
de PTT-honneurs kan waarnemen.
Zonder dt seven diploma's komen
er ongetwijfeld moeilijkheden, zo
als ook de kapper uit Grootscher
mer reeds heeft ervaren. Want
dan komt de overheid, die zo
veel wil doen om de leefbaarheid
op het platteland in de hand te
werken en zet de stok achter de
deur.
Wordt er echter zo iemand
gevonden, dan kan Markenbin
nen verlicht adem halen en dan
kan de man er van verzekerd
zijn, met open armen te wor
den ontvangen. Al zal het hem
ook even moeilijk vallen de
voetsporen van zijn voorganger
te drukken, zo is Arie Nolten
met het dorp vergroeid.
Officier der orde van Oranje-Nassau
Huwelijksmedaille 1937
Groot zilveren ereteken aan lint (grootkruis 2de klas)
voor Verdienste jegens de Republiek Oostenrijk
Grootlint der orde van Leopold van België
Grootkruis der orde van het Zuiderkruis van Brazilië
9 Grootkruis der orde Boyaca van Columbia
Grootkruis der nationale orde van Verdienste
Carlos Manuel de Céspedes" van Cuba.
..rootkruis der Dannebrogorde van Denemarken
Grootkruis der Orde van Verdienste van Duarte,
Sanches y Mella van de Dominicaanse Republiek
Grootkruis 1ste klas der orde van Isabel la
Catolica van Spanje
Grootkruis der orde van Menelik II van Ethiopië
Grootkruis der orde van het Legioen van Eer
van Frankrijk
Ridder Grootkruis der orde van St. Michael en
St. George van Groot-Britannië
Grootkruis der orde van George I van Grieken
land
9 Grootkruis met zilveren plaque der orde van
Morazan van Honduras
lste klas (grootkruis) der Homayoun-orde van
Iran
Grootkruis der orde van Verdienste van Italië
Al Merito del Ia Repubblica)
1 Grootlint der orde van de Ster van Afrika van
Liberia
1 Grootkruis der orde van burgerlijke en mili
taire verdiensten van Adolf van Nassau van
Luxemburg
1 Grootkruis der orde van de Eikenkroon van
Luxemburg
1 Grootkruis met zilveren plaque der orde van
Rubén Dario van Nicaragua
Nicaragua
1 Grootkruis der orde van St. Olaf van Noor
wegen
1 Grootkruis der orde van Manuel Amador Guer
rero van Panama
Grootkruis der orde van
Verdienste voor bijzondere
diensten van Peru
Grootkruis der Pius-Orde
(„Ordine Piano") van de
Heilige Stoel
Commandeur met het groot
kruis der Orde van Vasa
van Zweden
Commandeur met het groot
kruis der Orde van de
Poolster van Zweden
Knight Grand Cross (groot
kruis) der orde van de
Witte Olifant van Thailand
9 Ridder 3de klas der orde
van de Heilige Drieënheid
(Trishakti Patta) van Nepal
Officier in de orde van de
Academische Palmen van
Frankrijk
Officier der militaire orde
an Christus van Portugal
9 Ridder der orde van Leo
pold U van België
9 Grootkruis in de orde van
le zon van Peru.
TTET ministerschap mag dan financieel niet tot dc
lucratieve betrekkingen worden gerekend, dit tekort
wordt rijkelijk „gecompenseerd" met onderscheidingen,
die in het internationaal verkeer een door velen hogelijk
gewaardeerde honorering vormen. Dit geldt vooral voor
de minister van buitenlandse zaken. Zij, die geroepen
worden tot dienaar van de Kroon op dit terrein, zien
zich gewoonlijk al na enkele jaren dc borst van dc
statierok behangen met rijen van grootkruisen, door bui
tenlandse staatshoofden verleend. Het sterk toegenomen
diplomatiek verkeer in de na-oorlogse jaren is gepaard
gegaan met het onderscheiden van buitenlanders, auto
riteiten en burgers, over en weer. En de gewoonte is, dat
een buitenlandse minister grootkruisen ontvangt, dc
hoogste rang van een orde.
met grootkruisen „beladen" be- aan buitenlandse zaken ver
windsman te geven dan minister bonden, met minister mr. J. W.
Luns, die sinds 2 september 1952 Beyen als het officiële hoofd van
deel uitmaakt van de opeenvol- dit departement, is mr. J. M. A.
H. Luns sinds het optreden van
het laatste kabinet-Drees op 13
oktober 1956 enig departements
hoofd, daarbij dan door een
staatssecretaris geassisteerd. De
heer Luns zal dus dit jaar, naar
menselijke berekening, tien jaar
minister zijn en nog ieder jaar
zij het in veel langzamer
tempo tenslotte is het aantal
uit te reiken onderscheidingen
gelimiteerd moet hij enkele
malen het hoofd aanzienlijk
buigen om een staatshoofd of
ambassadeur van doorgaans aan
zienlijk geringere lengte, de ge
legenheid te geven hem weer een
nieuw ordelint om de schouders
te hangen.
T\EZER dagen kreeg minister
Luns zijn 33ste onderschei
ding, zijnde zijn 27ste grootkruis
uitgereikt, dit keer het groot
kruis in de orde van de zon van
Peru, hem toegekend ter ge-
uniek. Het is het probleem van vele
kleine dorpjes die, evenals Marken
binnen, klein en pittoresk zijn en waar
langs het heerlijk kronkelende dorpsweggetje nog de lande
lijke rust heerst. Het is het probleem van al die kleine dorpjes,
die te klein zijn voor een echte eigen middenstand, en nu nog
in het gelukkige bezit zijn van zo'n genoeglijke winkel van
Sinkel, die tevens als dorpscafé en postkantoor fungeert. En
overal is het probleem vrijwel gelijk: als Arie Nol ten of
hoe hij elders heten mag de suikerschep, de telefoon en de
bierkraan in de steek laat, moet er een opvolger komen met
een handvol diploma's, met kennis van grutten en jenever en
borstels en postpakketten en van alles en nog wat, en liefst
ook nog met een vrouw of dochter, die de P.T.T. daar ver
tegenwoordigen kan. En elke keer, dat men zo'n wonder
winkelier niet vindt, is er weer een dorpje dat in één grote
klap zijn hele middenstand tegelijk verliest.
ZAL WEER VELEN BOEIEN
A RIE NOLTEN is in Mar-
kenbinnen een man van
betekenis, ook al wil hij dit
zelf niet zo weten. Arie Nol-
ten woont er zo al een jaar
tje en hij kent er de mensen
van haver tot gort, zoals ook
iedereen hem kent, veel be
ter bijvoorbeeld dan de bur
gemeester van Uitgeest, on
der wiens domein het dorpje
ressorteert.
Arie is maar een doodge
woon mens, een uit velen,
maar wanneer hij zo aanstonds
het bijltje er bij neer gaat leg
gen omdat hij vijfenzestig
wordt, dan zal hij niet makke
lijk zijn te vervangen. Dan zal
er naar iemand moeten wor
den uitgezien, die maar liefst
zeven diploma's op z'n naam
heeft en dat is geen kleinig
heid. De vraag lijkt zelfs ge
wettigd, of Arie Nolten wel zal
zijn te vervangen, want zijn
kwaliteiten zijn veelzijdig.
Daar getuigt het huis al van,
waarin hij woont: komt men
aan de voorzijde, dan ziet men
een bordje met het opschrift
„Post- en Telefoonstation" en
opzij treft men een exemplaar,
waarop „Volledige vergunning"
prijkt. Dat zijn twee heel uit
eenlopende dingen, doch daar
mee zijn we er nog niet. Want
de etalages tonen aan, dat
Arie Nolten, tevens kruidenier
Is, dat hij handelt in klempen
en in grutterswaren, dat hij er
een galanteriezaak op nahoudt
en dat men ook voor een ro
kertje bij hem terecht kan.
Dan is hij nog drogist en bo
vendien doet hij in de meest
uitgebreide zin in brandstoffen.
Zo alles met elkaar kan het,
dunkt ons, nogal toe.
We hebben in zijn warenhuis zo
eens rondgeneusd en ons speurend
oog vond maar weinig artikelen,
die hij niet had. Met recht is zijn
zaak in Markenbinnen een winkel
van sinkel, waarin van alles te
koop is. Op het gebied van huis
houdelijke artikelen, op dat van
levensmiddelen en lekkernijen.
Zelfs zagen we in keurig cello
faan het heerlijkste gebak geëta
leerd, met het woord „keek" aan
geduid en voor nog geen gulden
Er is uiteraard een praatje in
de huiskamer van gekomen, een
praatje met de pen op de neus:
dat we de zaak absoluut niet
mochten ophemelen en daar hou
den-we ons aan. Maar we mogen
dan toch wel verklaren, dat het
er in al die jaren buitengewoon
gemoedelijk is toegegaan. Zo'n
dertig jaar terug kwam Arie, ge
boortig uit Wijk aan Zee en Duin,
als volkomen vreemde eend in de
bijt te Markenbinnen. maar hij
burgerde er al gauw in en nu
weet iedereen hem te vinden.
Iedereen noemt hem ook bij de
voornaam en hij doet dat z'n
klanten insgelijks. Daaronder
schuilen* geen meneer en me
vrouw, maar het is alles Jan en
Piet of Trijntje en Geertje, wat
de klok slaat. En met de afreke
ning gaat het er al even gemoe
delijk toe. Er wonen een vijftig
gezinnen in het dorp en er ligt
een groot boek op de toonbank en
de rest begrijpt u vermoedelijk
wel. „Je skraive 't wel effen op.
ei Arie" en dan komt het altijd
voor elkaar. In een zo kleine ge
meenschap valt dat wel bij te
houden en kom je er niet dade
lijk een cent aan te kort. Boven
dien bestaat er geen gevaar dat