Het was een oud cavalje, maar ik had dan toch een huis 444 m Tailleur voor honden EEN HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKEN Walawip als schatgraver Yan dichtbij bekeken ZONDAGSBLAD ZATERDAG 13 FEBRUARI 1960 DE regen werd door de wind met overdreven enthousiasme tegen het verzakte plaveisel gesmakt; met nederig buigen trachtten de kale boompjes hun sprietig bestaan te rekken en de straat zelf was het verveloze bestaan kennelijk moe. Dat waren de feiten. Maar $/at zijn feiten? Ik wandelde, nee ik zweefde langs een zonnige boulevard met onbuigzame palmen, en keek naar luidruchtige en lompe vrachtwagens die helemaal niet luidruchtig, lomp waren, maar geruisloos en elegant, glanzend als limousines, luchtig als ballerina's. ZO is het toch als je helemaal blij bent. Die complete blijheid, die ^je leert be- grijpen dat bliji beetje gek doen. Ik deed i I die dag: ik kreeg een huis. Kijk, het was natuurlijk maar een mo ment, niet langer. Maar wij hadden er lang op gewacht, op dat huis. En toen ik de sleutel kreeg, liep ik kletsnat over die zonnige boulevard, met de sleutel in mijn hand. Tot het laatste moment denk je dat er een vergissing in het spel is. Je weet niet wat je moet geloven en het Vertrouwen in de ambtenaren van volkshuisvesting keert pas weer als je de sleutel hebt. Zelfs dat gaat soms niet vlot. Mijn huiseigenaar was tenminste bepaald grof, hij wilde de wo ning voor zijn zoon die ging trouwen. Op zo'n moment staat de wereld op instorten; je bent maar wat gelukkig dat die huis eigenaar het niet voor het zeggen heeft. Je denkt vertederd aan die voortreffelijke ambtenaren die opdracht gaven jou dat huis te geven. Begrijp me goed, dat duurt maar een ogenblik, even later lach je weer om al dat toezicht van de staat en lytaar goed. die huiseigenaar van mij was een beetje grof. Daar moet je tegen kunnen. Je zet al je principes overboord en zegt: Ja. meneer de huiseigenaar en als dat zo uitkomt: Nee, meneer de huis eigenaar en denkt: Als ik die sleutel maar heb, dan kan meneer de huiseigenaar om vallen. „Dat is een belediging meneer, dat neem ik niet ik ben ambtenaar". „Ben je in functie?" „Natuurlijk, anders zou ik hier niet zijn. En wilt u nu onmiddellijk „Dat is dan belediging van een ambte naar in functie", concludeerde Arie nuch ter en hij klopte het mannetje bemoedi gend op de linker schouder. Het slacht offer brulde als een gewond dier en kerm de: „En nou is het afgelopen. U gaat hier onmiddellijk vandaan, anders roep ik de politie. Dit is een afgekeurde woning!" Dit is een afgekeurde woning. Die zin bleef als een afgebroken film voor mijn ogen schitteren. Pas op het moment, dat die zin werd uitgesproken, stond ik weer met beide benen op de grond. Ik zag weer dat het regende en ik zag dat er allerlei vreemde lieden in de kamer stonden en ik zag dat het huis niet zo mooi was als ik :'i HW 7FF FNRFRfi ,ot dat moment had gedacht. Verslagen, ■j lu" t-UCLLIlBLItU doodmoe, liep ik naar de deur. Toen ik bij de trap was hoorde ik Arie nog zeggen: „Maar dat kan niet. dit huis is pas toege wezen, door volkshuisvesting". Ik kreeg weer hoop, bleef staan. De ambtenaar ant woordde: „Dat kan allemaal heel goed, meneer, maar daar hébben wij niets mee te maken. Dat is een andere afde ling". Mijn hoop vervloog, langzaam zakte ik de eindeloze, kale trap af. lijk in die ruïne wonen". Achteloos hij op het bouwwerk, dat er al even ach teloos bijstond, maar dat niettemin van een onvergelijkelijke schoonheid was: de tweede etage bevatte mijn woning. „Wat mankeert er aan" vroeg ik, stra lend als iemand die wel beter weet. De verhuizer, die eigenlijk geen verhui zer Was maar een verre achterneef met een vrachtwagentje, krabde zich nadrukke lijk op de kruin. Hij bekeek het huis nog eens laatdunkend en zei: „Ja, waar za,l ik mee beginnen. Neem dat dak nou 's". Ik protesteerde. „Nee. neem dat dak voor de aardigheid. Ik geef het nog één, daar, 'twee dagen hooguit. En dan die gevels. Je vraagt je af. waar hangen ze aanlaten we maar opschieten voor ze naar beneden komen..." Hij stopte mij een end touw in de hand en keek vol verwachting toe hoe ik voor de eerste keer mijn eigen huisdeur met mijn eigen sleute.1 openmaakte. Ver huizer Arie staarde in oprechte bewonde ring naar het openkierende schot en zei: „Verdraaid, hij kan open". DE deur op de eerste etage kon ook open en deed dat zeer nadrukkelijk. Een omvangrijke bundel kleren viel door het deurgat op de overloop: het was mijn buur vrouw. Ze stond op. moeizaam en met hij gende energie en kefte: „Je ken hier kom- me wonc. maar kindere kenne we hier niet hebben en pianogefiedel mot ik ook De heer Herb Apfelbaum uit Philadelphia (U.S.A.) placht vroe ger damesmantels te maken, maar tegenwoordig maakt hij jasjes voor honden en de zaken gaan meer dan govd. Zijn eerste hondenjasje maak te hij om een vriendin van dienst te zijn, wier hondje ziek was. Deze vriendin vertelde het aan eèn andere en die weer aan een andere en binnen een paar weken hadden Apfelbaum en zijn vier broers meer bestellingen dan ze aari konden. De Apfelbaums gingen daarom maar helemaal op de hondencou- ture over en richtten een .maat schappij voor de vervaardiging van woef-woef-kleding" op, die in nog geen jaar een bruto omzet van meer dan een miljoen dollar (on geveer 3.800.000,bereikte. „Wij werken voor de gemiddel de Amerikaanse hond, de „géwone hond", zou je kunnen zeggen", zei- de Apfelbaum. Er zijn 26 miljoen geregistreerde honden in de Ver. Staten plus nog SS miljoen zonder stamboom en 1 Apfelbaum verwacht dus genoeg te doen te hebben tot het einde van -k—-- niet, we hebben zellef een radio en ik heb meer dan genog an me eige man". De deur klapte weer dicht. Er volgde nog een tweede klap, iets harder: mijn buurvrouw was weer gevallen, nu aan de andere kant van de deur. Het openen van de deur op de tweede etage was een plechtige ceremonie. In de lege kamer, hol en ontzettend groot, zat een klein mannetje. Zijn opstaan van een miniscuul viskrukje, midden in de grote kamer, was een omvangrijk karwei, dat zorgvuldig en tot het laatste detail werd afgewerkt. Hij zei: „Ik hoor dat u haar al gesproken hebt". We begrepen elkaar volkomen. „Jaze ker", antwoordde ik, „ze is niet makkelijk, nietwaar?" Hij schudde wijs-bedaard het schriele hoofd. „Ach, meneer, 't is m'n eigen vrouw, daar niet van, maar je moet ze le ren kennen. Ik ga maar liever een straat je om en als 't regent ga ik hier zitten, ik heb de sleutel en d'r komt hier toch geen mens, 't staat op instorten, begrijpt W"E waren niet langer alleen. Naast mij stond verhuizer Arie, groot en gespierd, met ons nieuwe tafeltje-met-het-blad-van- onbreekbaar-glas. dat belachelijk klein was in zijn enorme knuisten. „En waar zullen we dit 's effe mooi neerzetten?" vroeg hij en zonder adempauze: „Allemensen, wat een oüd cavalje, je moet 'r maar lol in hebben hier in te trekken, maar afijn dat zijn mijn zaken niet". Ik was nog steeds in een stemming om de kaas van mijn brood te laten eten zon der rancunes. Ik glimlachte vriendelijk naar Arie en keek naar de bejaarde per soon die op dat moment mijn kamer be trad. Hij droeg twee enorme boekwerken onder de ontoereikende armein en zei tegen Arie: „En u bent zeker de gelukkige be woner van dit huis. Aardig huisje, meneer, knus^huisje, meneer. Welgefeliciteerd, me- „Dat staat nog te bezien", zei Arie lomp. Het mannetje liet de boeken op de grond zakken, slaakte een bevrijdende zucht en antwoordde: „Natuurlijk zullen we dat even bezien. Aardig huisje, hoor meneer, maar d'r moet een nieuw behangetje op, begrijpt u, dat fleurt de boel weer een heleboel op." „Ook dat staat nog te bezien", zei Arie, nu een beetje uit het Veld geslagen. „Natuurlijk, meneer natuurlijk. Knus huisje en een knus behangetje, nietwaar meneer. Maar geen blauw, meneer, vooral geen blauw, dat is slecht voor opgroeien de kinderen". „Ik heb geen kinderen", zei Arie bot. „Natuurlijk, meneer, maar wat niet is hè. meneer?" Op dat moment arriveerden twee man nen met een wanstaltige lichtkroon. Ze na men bezit van de kamer, keken vakkundig rond en zeiden tegen Arie: „Voor een spot prijsje hangen wij deze kroon voor u op". „Dat ding", zei Arie, „dat ding zdu ik voor geen goud willen hebben. Trouwens, het kan hier niet eens hangen/' De mannen namen de uitdaging aan: „O.K., wij hangen deze kroon hier op, dan kan u het zalf allemaal eens rustig be kijken. Ze namen het tafeltje en plaatsten het midden in de kamer. Een van de man nen stond op het punt er op te stappen toen de ander tegen Arie zei: „Dat is toch zo'n onbreekbaar geval, niet?" Arie keek naar mij, ik knikte en op het zelfde mo ment zakte de eerste man door het tafel tje. Het blad- was vergruizeld in ontelbare kleine splintertjes. Het was ineens een enorme drukte in mijn kamer. Een aantal onbekende per sonen, waarvan er één zich later voorstel de als mijn toekomstige groenteleveran cier. schaarde zich om het vergruizelde tafeltje en keek met intens mededogen naar Arie, die beteuterd twee splintertjes aan elkaar paste. ,U moet met zonder jas in de regen lo pen, dat is bijzonder ongezond". Ik glimlachte flauw: „En u dan?". Het mannetje keek naar zijn colbertjas je. Hij mompelde verschrikt: „Laat m'n vrouw 't maar niet zien dan krijg ik er van langs. Maar voor je buren moet je ten slotte wjat over hebben, zeg ik altijd maar. U was er ook zo gauw vandoor." „Natuurlijk, buren! Die vent daarboven is helemaal geen ambtenaar, 't is een vriendje van de huisbaas. Die wil dat huis voor zijn zoon. Maar praat u er vooral niet over". Het laatste klonk angstig. Jk keek het mannetje na. Hij liep dicht langs de gevels, buiten het bereik van de spion netjes. het mijn leven niet vergeten. Vooral niet omdat juist op dat ogenblik het laatste mannetje in de deuropening verscheen. Het riep: „Wat heeft dat hier allemaal te be tekenen". Het mannetje had een fors stemgeluid, zo fors dat Arie verwonderd van zijn leg puzzel opkeek: „Moeilijkheden?" „Ik vraag wat dat hier allemaal te be tekenen heeft", zei de figuur in de deur opening. „U moet onmiddellijk deze wo ning allemaal verlaten". Arie stond op. „Zeg 's. kleine druiloor, jij hebt nog al wat praatjes of vergis ik Het mannetje werd driftig. Hij kwaakte: Chr. Zangersblad het schone Vlaanderen. Voor Kon. Bond v. Chr. Zang- en Orato- verenigingen (de Perponcher- 104, Den Haag) 'bevat „keizerin zonder gewe ten" kreeg, beschreven. Lady Wu bijzonder intelligent, vondeling. Een kluizenaar voedde hem op en gaf hem ook ook in hevige mate eerzuchtig Sint Niemand. En wreed. Zij deinsde er niet alle koren heel lezenswaardig stuk toen hij op eigen benen stond, rug om duizenden i de heer De Jager „Zin- i indruk welke sen er zoal geSteld moeten worden door een radio-vereniging. Het ge beurt nog wel eens dat n .boos óf zwaar teleurgesteld een afwijzing om voor de radi op te treden. zijn enige i harmo- van Afrika bij de uitgever Stok verscheen. Mevrouw Tadema blijkt de ga ve te hebben om veel feiten (ook historische gegevens) in haar ver en haal te kunnen opnemen zonder te- het gevaar te lopen, dat haar re- onder laas een dorre opsomming wordt. De heer De Jager geeft heel dui- leven verlangt delijk aap hoe men op zo'n afwij- lijk dankbaar zing moet reageren: altijd spor tief en kritiek en adviezen goed ter harte nemen. Er is tevens het vervolg opgenomen van „De Sprookspreker van Culemborch" van Barend de Graaff en door Corn. Basoski wordt de geboorte dag van Chopin, 150 jaar geleden op 22 februari, herdacht in een uitvoerig artikel. Verder zijn er besprekingen vaD nieuwe muziek en grammofoonpla ten en is er veel verenigings- nieuws opgenomen. ook iets. Zijn muziek kwam rechtstreeks uit zijn' hart en maakte iedereen blij. En daarbij óf komt nog, dat hij mensenkenner is zijn woordje kan doen. Kortom, iemand, die weinig jor wat het le- hem schenkt. Al lezende wor den we jaloers op hem. En wil len we graag een beetje Sint Nie- mand zijn. Blij en gelukkig zijn ten, die en dat ook anderen maken. Is dit geen ideaal, dat gekoesterd mag worden? Jan H. Eekhout bewees ook in. deze roman, dat hij een meesterverteller is. haar eigen kinderen, op de Zij voorkomt dat, rliet in de laat- ren om het le- ste plaats, door haar zeer per- zodoende maar soonlijke waarneming van kleine te brengen i zeker te zijn van haar eigen alledaagse dirtge: machtspositie. Lady Wu, een his- In vele opzichten is De zingende uitstekend torische biografié van het huis zeelui van Afrika een actueel uitstekend Tang, is geschreven van uit het boek; het beschrijft immers juist ""'om, standpunt van een kleinzoon van die Westafrikaanse landen, die op het de wrede keizerin. De lezer 'krijgt het ogenblik in de belangstelling behalve een goed inzicht in het hij- staan. Het boek werd door Auke zondere en vreemde karakter van Tadema fraai met tekeningen en de hoofdpersoon, door dit boeiende foto's geïllustreerd, en leerzame boek ook een idee de tradities en levensgewoon- de zevende eeuw in China golden. Fraaie kalender De zingende zeelui van Afri ka, door Bob Tadema-Sporry. Uitgave Ad. M. C. Stok. Den Haag. Aan boord „Taal van het materiaal" is de zeer juist gekozen titel voor de kalender voor 1960, die de Grafi sche Kunstinrichting „De Repro ductie Compagnie" n.v. te Rot terdam en de drukker gelegen- vrachtschip heid gaf een veelzijdigheid ve Zuidhollandsche Uitgevers- maakte de schrijfster Bob Tade- reproductie- en druktechniek te De man met de Harmonika, door Jan H. Eekhout. Uitga ve J. N. Voorhoeve. maatschappij, Den Haag. Lady Wu van Lin Yutang, ver taald door Hans de Vries, is een boek uit dé Cultuurserie. Het ver- haal neemt de lezer mee naar met de Harmonika. Hij het China van de zevende eeuw, hart barstensvol toen keizerin Wu Tsertien~het be- Een benijdenswaardig persoon. la-Sporry een reis langs Afrika's westkust. Op deze reis bezocht zij een groot aantal havensteden en haar indrukken van het leven in deze steden gaf zij weer in een vlot geschreven reisverhaal, demonstreren. De keus van het werk is voor al goed door de enorme verschei denheid in materiaal waarmee ij gewerkt en dat in deze uitsteken de kalender volkomen tot z'n geluk en kinderlijk geloof door wind voerde. Levendig wordt in onder de titel De zingende zeelui recht komt. DOOR THEA BECKMAJN bent", En daarvan werd Walawip zó vrolijk, dat hij meteen eer beter was en verheugd zijn bed uitsprong. In de werkplaats zat de wagenmaker en zodra hij Walawip in het oog kreeg, trok hij een droevig gezicht. „Alles is weg", riep hij uit. „Boeven hebben ons over vallen en ons van alles beroofd." „Ja, het is verschrikkelijk", gaf Walawip toe. „Maar waarom zouik treuren? Uw dochtertje heeft juist ge zegd, dat ze met mij wil trouwen. En waar ter we reld zou ik een .grotere schat kunnen vinden?" De valse wagenmaker liet zijn mond van verbazing openvallen. Hij wilde helemaal niet, dat zijn dochter met éen domme, arme jongen als Walawip ging trou wen, vooral niet, nu hij zelf zo ontzaglijk rijk was ge worden. Maar dat kon hij niet zéggen, want Walawip moest blijven veronderstellen, dat niiet alleen hij, 3'lle drie de schatgravers waren bestolen. O, zat de wagenmaker daar mee in. „Neen", zei hij eindelijk. „Dat gaat niet. Je bent veel te arm, Walawip. En je kunt niets." „Ik zal haar meenemen naar mijn geboortedorp", be sliste Walawip. „Mijn vader heeft gezegd, ik mocht alleen terugkeren met een schat. En die schat is Ani ta. U zult van ons geen last hebben. Toen kon d'e boze wagenmaker niiet anders doen dan zijn toestemming geven. Ook zijn dochter mocht niet weten, hoe oneerlijk haar vader was. De wagenma ker schaamde zich daar natuurlijk voor. En zo gebeurde het. dat Walawip naar Zijn dorpj. terugging, samen met Anita, met wie hij trouwde in de kerk en bij zijn ouders ging inwonen. Zijn moeder huil de van geluk, toen ze haar zoon weer bij zich had, zijn vader bromde een beetje, omdat dc enige schat, die hij had meegebracht een lieve vrouw was Maar einde lijk schikte hij zich ook in het onvermijdelijke. Hij leer de Walawip hoe hij torenhanen moest vergulden en zo werd ook Walawip torenhaanvergulder. Zijn leven lang bleef hij arm, precies zoals de grijze fee het had voor speld, maar hij was heel gelukkig, omdat Anita zo lief was en' ook omdat Walawip er nu eenmaal niets om gaf, of hij arm of rijk was. Soms, als hij op een kerk toren zat en het wijde, schone land om zich heen zag liggen, ontdekte hij diep in de grond een schat, die daar eeuwen geleden was begraven en sindsdien verge- Maar hij wist nu, dat het de moeite niet loonde. die schat op te graven want er zou toch weer een an door gaan. Dus hield Walawin zijn mond, vergulde zijn torenhaan en leefde lang. gelukkig en in vrolijke armoede met zijn Anita verder. EINDE Een leuke puzzel was dat hè, die kruiswoordpuzzel. De naam, van de dwerg „Puntneus" kwam te voorschijn als je alle woorden goed had ingevuld. Hier komen de woorden die je moest invullen: letter P, ui, net, tent, nagel, Europa, uurwerk, slagroom. De hoofdprijs gaat deze week naar WINIFRED VAN GEEST. De troostprijzen zijn voor TJITS HARINGSMA, ANS VAN ELDE- REN en WILLY DELLEMAN. Gefeliciteerd alle vier. Allereerste is Maaike van Andel. Een mooie tekening maakte je voor me Maaike, bedankt. Adriaantje de groeten. Jij zorgt dus dat. de kachel brandende blijft Kees van Andel. Mooie cadeaus heb je ge kregen zeg. Fijn dat jouw rapport in orde was Hénnie Akse. Nelly Blonk en ook Ineke schre ven over de verjaardag van Martie. Jij kreeg dus een extra cadeautje Ineke. Mooi is je postpapier nu met de goudhamster Ge- Greetje Barendrecht. Een rard Eikhuizen? Joke Kleine dingen worden groot als we er dichtbij komen. Dan ontdekken we tevens, dat de ge woonste dingen eigenlijk heel andersen dikwijls mooier zijn, dan we aanvankelijk ver moed hadden. Bijgaande foto van een paar vrouwenhanden, Iaat beter dan woorden, zien wat we bedoelen. De fotograaf was in het ple zierige bezit van een oude 9 x 12 cm platencamera met een z.g. dubbele balguittrek. Met dit soort camera's is het mo gelijk om zonder extra voorzie ningen tot op afstanden van 25 50 cm van een onderwerp te naderen en dan scherpe opna men te maken. Met een paar fotolampen als verlichting, maakte hij deze sprekende foto. Deze camera's zijn niet meer in de handel verkrijgbaar, want ondanks hun kwaliteiten hadden zij ook nadelen. Nade len die wij moderne mensen in onze tijd van ruimtevaart kernenergie niet zonder m slikken. Voo rzetlens Laat echter heit hoofd niet hangen, ook met uiw toestel kunt u dichtbij opnamen ken, mits u gebruik maakt de voorzetlens.... of bij c< ra's met een z.g. uitwisselbare lens van tussenringen. De voorzetlens is het simpel ste hulpmiddel voor de door snee-camera om dichtbij opna men te maken. In feite is het een gewoon brilleglas, dat de brandpuntsafstand van ons foto toestel dus kleiner maakt. De sterkte van de voorzetlens wordt uitgedrukt in dioptrieën. Voor het gemak geven we u hier een kleine tabel van voor- zetlenzen en hun opname-afstan den bij lensinstelling op onein- 1 dioptrie: geeft een opname afstand van 1 meter scherp. 2 dioptrie: geeft een opname-af stand van 50 om scherp. 4 dioptrie: geeft een opname-af stand van 25 cm scherp. 8 dioptrie: geeft een opname-af stand van 12% ertï scherp. 10 dioptrie: geeft een opname-af stand van 10 cm scherp. U ziet het is mogelijk tot óp zeer korte afstanden tot ons on derwerp te naderen en we krij gen dit object dan ook in ver houding groter op ons negatief. Op 25 cm Gemiddeld echter is een voor zetlens van 4 dioptrie, die ons laat naderen tot op 25 cm., voor de meeste onderwerpen voldoen de. Bij het fotograferen met dit systeem moeten we er rekening mee houden, dat onze zoeker (uitgezonderd de eenogige re flex) niet meer gewoon bruik- Bekijk uw camera maar eens, dan zult u zien dat de zoeker of zoekerlens een andere positie inneemt, dan de opna melens. Meestal zit de zoeker hoger en bestrijkt dus een an der beeldvlak. We zetten de camera voor het fotograferen daarom op een sta tief en meten de afstand tot het onderwerp precies na, hou den een latje bij de opname- lens en richten het midden Van onze lens precies op het onder werp. We moeten bij het foto graferen op die korte afstan den wel rekenen op zeer wei nig dieptescherpte en dus zo veel mogelijk diafragmeren, hieruit volgt wee? dat veel licht een prettige hulp wordt. Het meeste licht krijgen we eenvou dig met een flitslampje, maar we plaatsen de flitser liever niet OP de Camera, maar hou den de reflector liever links of rechts boven het toestel. Wat? Bloemen, paddestoelen, insec ten, maquettes, miniatuurspoor wegen, stillevens, speelgoed, zelfgemaakte werkstukken enz. Ook in 'kleur kunnen genoemde voorwerpen worden gefotogra feerd. Daglichtkleurenfilms worden met een blauw flits lampje belicht. Fotografeer op korte afstan den bij voorkeur met een draadontspanner, trillingen van onze hand kunnen de scherpte nadelig beïnvloeden. prachtig rapport heb ji Hoe was de juf Inge v. d. Blij? Ben je al lang kabou ter? Clasina de Best woont dichtbij zee, heerlijk zeg. Welkom hoor. Jij houdt dus erg van handen arbeid, Enny v. Bloois. Dat van jouw vorige brief be grijp ik niet hoor. Geluk kig dat jullie allebei beter zijn. Joop en Jaap d. Berg. Krijgen jullie el meër film? Een ..ïooi raadsel stuurde je me toe Sjanie Berkhout. Als weer eens plaats is, komt het in de krant hoor. Mattie Bagchus maakte het volgende gedichtje loopt een kaboutertj' rap. naar boven op ge trap, zijn naam kan ik wel raden heus. Het is ka bouter PUNTNEUS. Leuk Jouw puzzel was goed, Juri den Besten. Heb je het boek al gelezen? Piet Bak en Koos van Baar- len zijn twee nieuwelingen. Jouw gedichtje was ook erg mooi SaTy Brobbel, veel succes de 17e! Ben je al buiten geweest Aly van Boggelen? Kees en Ina v. d. Boogaart wonen aan de wal, vader en moeder varen. Hartelijk welkom hoor. Volgende keer weer beter Koos Boender. Anne-Maric Boekesteijn haar mooie postpapier is op. Hoe was de verjaar dag van pappa Marijke Bontenbal? Heeft oom Henk nog gefilmd? Wat fijn, zo'n mooi toiletgarni tuur Lea Brandwijk. Leuk dat Ada zo gauw thuis komt. Je mag meedoen als je letter aan de beurt is Alie Bosma. Wim Boer is ook al een nieuwe ling, schrijf je volgende keer weer? Nu en of ik het druk heb met al die brieven lezen, maar wel gezellig hoor Marijke en Yolande 'Croese. Een mooi muziekrapport hadden jul lie zeg. Schrijven jullie hoe het feestje is .geweest? Jennekc Cornet hoopt dat er weer ijs komt. Kun je goed schaatsen Jenneke? Wat een mooie dingen heb jij gemaakt met je mecca nodoos Peter van Dam. Bij Anneke Domburg thuis bloeien de sneeuwklokjes al. Ik zal voor je duimen 8 maart. Ineke Dekker stuurde leuke raadsels. Van harte gefeliciteerd met je verjaardag. Prachtige cadeaus heb jij gekregen voor je verjaardag Teunle Dankers. Fiets je al met j' niéuwe fiets? Als je 11 de nieuwe school zit schrijf je me er dan over Tijs Dalen? Jij vond het ker wel leuk dat je neef ook op de verjaardag van opa was Jan van Dam? Loes van Dalen heeft twee broers en een zusje. Wat zal jij er keurig uitzien met al die nieuwe kleding Adri Dankers. Een keurig briefje schreef Frans Coo- laard me. De oplossing was goed. Fijn dat de prijs naar je zin was Albert Duiken. Moet je wel school nu de beide juffrouwen ziek zijn Onno Elzinga? Hoe is 't nu Eikhuizen, help je moeder wel eens meer? Piet van Eyk is dus 9 jaar oud. Mooie cijfers heb jij zeg. Johan van Es schreef o.a. over de poes. Komt je neefje wel meer? Je moet me toch eens schrij ven hoe de film over Italië was Hans van Es. Jouw puzzel was ook goed Leo van Enkhuizen. Je hebt mij in elk geval een keu rige brief geschreven Dlni Faro. Ik kan me best be grijpen dat je een mooi cij fer hebt voor schrijven. Ja, nu sta je dan ook in de krant Aleid de Groot. Tot de volgende keer. Rina Guyt is een nieuweling. Hermien v. d. Grijn ook. Henk en Plet Goldberg, schreven voor het eerst. Li- da Giethoorn is ook lid van de padvinderij. Hoe is 't nu met de verkoudheid? Nog een nieuweling Frank de Groot. Wie wil er zilverpapier opsturen aan Hans en Nelly Grooten- dorst, Voorkade 52 in Bos koop? Mooi zijn die mo hairrokken Hanneke Groe- neweg. Hoe gaat 't op school? Corrie Goes is bij de tandarts geweest Jouw broertje wordt al groot. Dus jullie hebt heel wat bezoek gehad toen jarig was, Nellie en Gonnie van Gcnderen. Henriettc Goldschmedlng schreef over de hamster haar broer. Lida Giethoorn schreef over de verjaardag van de leraar. Hij vond de taart zeker wel lekker Lida? Jij hebt ont zettend veel gekregen voor je verjaardag zeg Tineke Hanswijk. Heerlijk zo'n jachtschotel Ria v. d. Heij den. Hoe is 't woensdag ge weest? Annette Heidsma stuurde me ook al zo'n leuk gedichtje. Heb - je krullend haar? Alie Hartman, schrijf je volgende keer weer wat meer? Natuur lijk mag jij ook mee doen voortaan Annie Huis man. Gerry Harteveld vond de puzzel niet erg moeilijk. Is" vader al weer weg? Theo van Halem schreef z'n eerste brief. Koos van 't Hof is naar de Cineac geweest. Ellie Hol schreef me een keuri ge brief. Jij bent dus fijn uitgeweest. Tineke van den Hil schreef me een ge dichtje. Heb je het zelf ge maakt? Mooie rapport cijfers heb jij Anneke Hil- geman. Gym je graag? Jenny v. d. Heuvel krijgt een nieuw truitje. Saar- tje v. d. Heuvel is hard aan 't repeteren voor de ouder avond. Dit waren de ant woorden dan. Volgende week zijn de neven en nich ten van I-R. weer aan de beurt. Jullie weten het alle maal nog wel waarschijn lijk: naam, adres en leef tijd in de brief en als je wilt schrijven wanneer je jarig bent, krijg je van Tante Jos een mooie kaart toegestuurd. Nu jongens en meisjes, de brievenbus is weer helemaal leeg van A-H. Dus ga ik maar ein digen. Tot de volgende week allemaal hoor, dag, Op dit plaatje zien we een gezicht met de won derlijkste krullen. Deze krullen bestaan bijna al lemaal uit cijfers. Nu is het de bedoeling, dat jul lie al die cijfers optelt. Cijfers die naast elkaar staan, moeten apart opgeteld worden. Als er dus bijvoorbeeld twee tweeën naast elkaar staan, dan moeten jullie tellen 2 en 2 en niet 22. Oplossingen moeten woren ingezonden. dinsag 16 februari

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 16