Ongegeneerde zwerver PAULA BEN GOERION werd vioolbouwer van }ormaat „SPORTSCHECK" verkoopt SPORTARTIKELEN en SPORT ZONDAGS- BLAD Hieuiur Cciftsrtjc (üournnl ZATERDAG 13 FEBRUARI 1960 Henk Oorthuis, zoals htf tydens een gesprek op z\jn werkbank pleegt te zitten in zijn atelier in de bos sen van Leusden. bij Amersfoort. Soms zinkt hij even teeg met z'n gedach ten en hoort men alleen Een levensverhaal, opgebiecht in de bossen van Leusden „Als ik last heb van een inzinking, als ik een rotbui heb, maak ik snijwerk. Er zijn mensen die, wanneer ze de smoor in hebben, de deur uit lopen. Of ze gaan naar bed. Ik niet. Ik pak in zo'n geval een stuk appel- of perehout, of iets van een kers, en ik snijd een paard. Ook wel eens een varken, een schaap, of een vogel Hoe vind je die reiger? En als ik met zo'n ding gereed ben is bij mij de lucht weer opgeklaard Och, zo ben ik nou eenmaal, 'k Kan er niks aan doen. Van nature ben ik nogal agressief. Daar om gooi ik er zq af en toe ook wel eens iemand uit. Op journalisten heb ik het trouwens hele- móól niet begrepen. Die vragen je te veel waar een buitenstaander geen flikker mee te maken heeft. .IK HEB HET NIET OP JOURNALISTEN" Nog niet lang geleden begon lijj ook aan zijn eerste pedaal-harp, na reeds zeer veel violen, guitaren, liera's, ve dels en kleine harpen te hebben ge bouwd. Zo'n pedaalharp kost al gauw 16.000 a 17.000, de prijs, die men op het ogenblik voor een goede Duitse harp vraagt. „Ik uil proberen daar 5000 onder te blijven", zei Henk Oorthuis. Twee jaar geleden kwam er hier nog een vent langs van „Life". Hij noteerde en fotogra feerde alles wat los en vast was. Allemaal best. En dat stuk in zijn blad ging nog wel. Doch kort daarna verschenen er ook foto's van hem in een Neder lands blad een damesweek blad geloof ik. Als je het ver haaltje gelezen had dat' erbij geklodderd was! Onzin! Grote onzin! Zoiets heb ik trouwens al meer meegemaakt. Daarom had ik me vast voorgenomen, nooit meer een journalist te ont vangen. 't Is dat je nou binnen bent. En je mag alles in m'n werkplaats bekijken. Maar als je maar weet wat je wel en niet vragen kunt. Want heus, als je 't niet goed doet ga je d'r ook uit!" neemt geen blad voor de mond (Van een medewerker) TJ"ET is bepaald in strijd met de waarheid te beweren, dat de bevolking van Israël haar ministers hoog acht. Respect, omdat zij een hoog ambt bekleden, is niet voor hen weggelegd. In Israël acht in feite ieder een zich in staat minister te zijn. De huidige leiders van de Joodse staat hebben hun hoge posities kunnen innemen, omdat zij een der eersten waren, die zich in het toenmalige Palestina vestigden om daar te ijveren voor een Joodse staat. Worden de ministers niet met respect bejegend, hoe zou het dan wel gaan met hun eega's? Ook zij zijh niet speciaal geëerd omdat zij echt genoten zijn van ministers. Een van haar wofrdt echter door Israëls bevolking op handen gedragen. Het is de vrouw van premier Ben Goerion. Zij is bemind, niet omdat zij als lid van de society zoveel sociaal en cultureel werk verricht. Zij is geliefd om dat zij een gewone burgeres van Israël is gebleven, die zich niets aantrekt van het protocol en al le diplomatie van zich werpt, doorgaans tot ergernis van het Israëlische ministerie van bui tenlandse zaken. Paula ben Goe- rion-Munweiss neemt geen blad voor de mond. Paula'tje wordt zij met een liefkozend verklein woord zeer oneerbiedig ge noemd. Impulsief Erv met genoegen vertelt men haar impulsieve uitingen. En zij zijn talrijk. Toen enige jaren geleden Paula Ben Goerion haar man vergezelde op een reis naar Amerika, waar ze na een deel van haar jeugd te hebben door gebracht niet meer was geweest, werd ze ontvangen in een bijeen komst waar tal van gefortuneer- den tot vervelens toe vertel den hoe nauw zij zich met Is raël verbonden voelden en hoe zij van het Zionisme doordron gen waren. Op die bijeenkomst werd zij voorgesteld aan een Amerikaanse Jood. die vroeg of zij hem niet meer herinnerde. In hun jeugd waren zij im mers enige kéren uitgegaan! ..Of ik mij dat herinner", antwoord de de echtgenote van Israëls pre mier. „in die tijd voelde je je niet zo vreselijk belangrijk. Ik moest altijd mijn eigen plaats in de schouwburg betalen." Neen, een blad voor de mond neemt Paula ben Goerion beslist niet. Op diezelfde bijeenkomst stelde een zeer bejaarde man zijn zeer jonge vrouw, die zijn kleindoch ter had kunnen zijn. aan haar voor. „Aangenaam kennis te maken", zei mevrouw Ben Goe rion. „bent u mijnheer zijn twee de, derde of vierde echtgenote?" Het zijn dergelijke uitlatingen die het ministerie van buiten landse zaken soms tot razernij brengen. Waarom niet Dat was ook het geval toen Dag Hammarskjoeld. de secreta ris-generaal van de Verenigde Naties, met Ben Goerion onlangs een bespreking voerde. „Mijn heer Hammarskjoeld. waarom trouwt u niet, dan zou u wel zo veel zorgen hebben, dat u het mijn man niet steeds lastig maakt", voegde Paula ben Goe rion hem toe. Toch, al maakt zij van haar hart beslist geen moordkuil, heeft zij toegang tot alle diplo matieke en politieke besprekin gen die haar man als premier in hun huis voert. Ben Goerion heeft meer dan eens verklaard, dat zijn echtgenote evenveel recht heeft op het huis als hij zelf en hij heeft daaraan toege voegd „mijn vrouw heeft toe gang tot alle conferenties in ons huis. Zij roddelt als alle vrou wen. maar staatsgeheimen zijn bij haar veilig." Gelukkig Het huwelijk van' de Ben Goe- rions waaruit drie kinderen zijn geboren, geldt als zeer geluk kig. Als vierde van een negen kinderen tellend gefortuneerd gezin was Paula Munweiss in het Russische Minsk geboren. Op dertienjarige leeftijd kwam zij in de Verenigde Staten, waar ze bij een oom ging wonen te New York. In Amerika zou ze gaan studeren om haar har- tewens te vervullen. Paula Mun weiss wilde arts worden. Hier van kwam niet veel terecht, want door het overlijden van haar vader hielden haar toela gen op. Ze werd toen verpleeg ster. Bepaald aantrekkelijk moet ze niet zijn geweest, toen zij in 1915 als 23-jarige de zes jaar oudere David ben Goerion leer de kennen. Zelf heeft ze geschreven, dat ze een zeer ernstig meisje was. dat het haar strak naar achte ren gekapt droeg. Immer was zij gekleed in donkere eenvoudi ge jurkjes. Om het stijve te ver volmaken gebruikte ze een pince- nez zonder randen. Toch moet zij in haar onaantrekkelijkheid en eenvoud een grote indruk hebben gemaakt op de toeri reeds zeer ontwikkelde Ben Goe- Beiden kwamen uit een geheel andere wereld en hadden tegen gestelde idealen. Paula Mun weiss was niet bekoord door het Zionisme. En Palestina zei haar niets. Ze hield van uitgaan en jolijt, een verstrooiing, die Da vid ben Goerion tijdverspilling vond. Het zullen hun tegengestel de ideeën zijn geweest die aan trekkingskracht oefenden. Reeds in het begin van hun kennismaking geloofde zij in het geen Ben Goerion verkondigde. Bekend Is gebleven haar uiting tegen een vriendin. „Ben Goe rion is zo vast van het Zionisme overtuigd, dat ik het ook ga ge loven". Van de huwelijksplech tigheid zal Paula Munweiss zich waarschijnlijk in haar bak vis ja ren een andere voorstelling heb ben gemaakt. desillusie van haar dromen ge bleven. Zij had zich als jong meisje een leven voorgesteld in een grote stad. In plaats daar van reisde zij met haar man van de ene plaats naar de andere, steeds verblijvend in hotels, om .de Joodse zaak te bepleiten. En toen iij zich eindelijk in Pales tina permanent vestigden, voel de Paula bén Goerion-Munweiss zich als een vreemdelinge. Ze sprak Hebreeuws noch Ara bisch. Groot echter is de invloed die zij in al haar eenvoud heeft op haar man. Geen parlements vergadering slaat zij over. Zij zit dan niet in de loge voor voor aanstaanden, maar ze staat bij de deur van de vergaderzaal klaar met warm drinken voor Tekenend voor de zorg die zij David ben Goerion toedraagt is haar zelfopoffering. Toen in 1957 een geestelijk gestoorde jonge man in het Israëlische parlement een handgranaat gooide, werd o.a. David ben Goerion gewond. Hij werd opgenomen in het zie kenhuis. Enige dagen later werd Paula ben Goerion getroffen door ernstige aanvallen van de Aziatische griep. Ook zij moest op voorschrift van de artsen in een ziekenhuis worden ver pleegd. Zij weigerde, omdat ze dan niet meer bij haar man op bezoek zou kunnen komen en hij zich zorgen zou kunnen ma- Eerst toen de koortsen zo hoog waren dat zij niet meer op haar benen kon staan, stemde zij toe in het artsenadvies mits haar ziekbed zou staan in een kamer boven die van haar man. Ieder bezoekuur kleedde zij zich aan en ging met een boodschappen tas aan de hand bij David 'ben Goerion op bezoek alsof zij zó van huis kwam. Het is dit alles dat haar zo geliefd heeft ge maakt in Israël. Huwelijk Nadat een ambtenaar in Man hattan het huwelijk had voltrok ken ging David ben Goerion on middellijk naar een vergadering; Paula hervatte haar dienst als verpleegster. Zo verliep haar hu welijksdag. Het is niet de enige Enkele violen, zoals Henk Oort-, huis die bouude, en zoals ze nu in het magazijntje van zijn werk plaats wachten op kopers. „Met de winkels wil ik niets meer te maken hebben". harp-, guitaar-, vedel- en licra- bouwer Henk Oorthuis (61), die er gens in de bossen van Leusden. in het gehucht Den Treek, al twin tig jaar dit vak uitoefent. Ofschoon hij stellig méénde wat hij zei, lieten we alles maar rus tig over ons heen rollen. Van deze felle man toch, met zijn prachtige Wibaut-kop, ging een verbittering uit. die door haar grote oprecht heid méér aantrok dan het mooi ste doch geveinsde compliment. Toen ging hij, met zijn rug ge leund tegen de werkbank, en zijn armen gekruist over het blauw grijze wollen vest, voor tiet grote raam staan, dat uitzicht gaf op talloze kale dennen. Als wilde hij even afwachten, wat we precies met hem vóór hadden. In de diepe zwarte putten onder zijn ogen tril de iets. Zou bij ons dan straks toch nog onverhoeds bespringen? Haast niet bestaan Op dat moment echter stak hij de grote handen in de zakken van zijn ruime bruine (manchester- broek schuifelde wat met de lood zware leren schoenen over de vloer van zijn atelier en zei: „Je kunt van dit werk haast niet be staan. Als je in de stad woont gaat het altijd iets gemakkelijker om je spullen kwijt te raken. Daar om geef ik nog lessen in handenar- beid-hout. Vijfmaal per week ga ik naar de Juliana van Stolberg- kazerne te Amersfoort, waar ik in het'kader van de „welfare" de jongens meubelen leer maken en muziekinstrumenten; en ze verder het houtsnijden leer. Dat doe ik nu al acht jaar. En dat bevalt me best. Vroeger gaf ik ook nog les in handenarbeid-klei en in teke- maar mede hierdoor zó weinig be wegingsvrijheid bood, dat we aan vankelijk stokstijf op onze stoel bleven zitten. Zodra echter onze aandacht getrokken werd door de tientallen mensengezichten, die links en rechts aan de wand hin gen moesten we wel even van heel dicht bij het prachtige snijwerk gadeslaan. „Allemaal gemaakt om rotbul- en te verdrijven. Dat zijn zgn. maskers. En dat zijn koppen van i moffen die bier rondliepen in de bezettingstijd. Zie je die grote open bekken? O, die poppetjes maak ik altijd met zo'n twintig tegelijk. Ik heb kisten vol van dat goed. Misschien kom ik er wel nooit af. Want met de winkels wil ik niets te maken hebben. Die hebben me uitgebuit toen ik nog erg arm was. Van daag de dag verkoop ik ze niets „En de violen?" „Maak ik voorlopig niet. Is veel te weinig vraag naar. Kijk maar. ik heb er nog heel wat in voor raad oude en nieuwe". In het achterste deel van zijn werkplaats, dat was afgeschoten met planken om als magazijntje te dienen, zagen we tientallen vio len hangen, waarvan sommige van a tot zet door hemzelf werden ge bouwd. terwijl andere, hoe ver waarloosd ook aanvankelijk door hun vroegere eigenaren, nu weer hier met ware meesterhand waren gerepareerd. „Dit is tegenwoordig beter werk", zo ging hij verder, daar bij wijzend op enkele guitaren. „Guitaren zijn momenteel hard in trek. En ook deze kleine kamer- harpen doen het wel. Evenals die vedels en liera's. Maar de guita ren vormen de basis van m'n be staan. Zij zorgen ervoor, dat ik de helft van het jaar werk kan doen dat weinig of niets oplevert Even kwam er nu Iets van een glimlach op z'n gezicht cn hij zei toen: „Ja, zakelijk ben ik nim mer geweest. Geld heeft me nooit veel kunnen schelen. Ik doe dit alles, omdat ik het zo graag doe. En als het resultaat niet naar m'n zin is, sla ik de boel weer kort En i ik de koning cn klein. Virtd je dat gek? Natuur lijk, zo'n viool had ik beter voor wat minder kunnen opruimen. Maar dat is m'n aard niet. 't Is wel gebeurd dat ik één nieuwe had gebouwd die ik zo mooi van klank vond. dat ik al degene, die nog op een koper hingen te wachten, vernietigde. Ik zei dan tegen me zelf: Jc kunt het beter, dus weg met die rommel. En dit is toch eigenlijk niets bijzonders. Hoeveel doeken zijn er niet door schilders stuk gesneden omdat ze zich er later van bewust werden, dat ze tot hogere prestaties in staat wa ren. Op die manier werd er al voor kapitalen vernield. Tot heil echter van de kunst." In het veen Op onze vraag, of hij uit een kunstenaarsfamilie stamde, ant woordde Henk Oorthuis ontken nend. „Ik ben geboren in een ach tergebleven gebied", zo sprak hij zonder aarzeling. „M'n wieg stond in het veen, onder Emmen. waar m'n vader een boerderijtje had. Daarom snijd ik nog zo graag paarden, koeien, schapen en gei ten. Die vader van me was al zijdig ontwikkeld. Wel- is waar had hij ook niet meer dan wat la- ger onderwijs gehad, doch hij was biblio theekhouder van „het Nut". En als zodanig las hij van alles. Op deze manier kreeg ik 'n boekje van de we reldberoemde vioolbou wer Stradivarius in handen. Dat boeide me dermate, dat ik nog vóór m'n tiende jaar een viool kocht, 'k Had cr 6,25 voor bij el kaar gespaard. Toen uur fietsen naar Veendam, waar een boek- en muziekwin kel i Helaas was cr nie mand, zelfs in de ver re omtrek niet, die me les kon geven. Zo bleef er weinig anders over, dan zelf maar te oefe nen. En het lukte me inderdaad, 't Zat er nu eenmaal in...." Wederom staakte hij nu het praten. Hij liet dil zich van de werkbank glijden, waarop hij n" al half zittend, 'half leu- grootsu nend het gesprek plaa, gaande gehouden had. En hij greep een mesje of een beiteltje, begon daar mee wat te spelen, draaide zich om. en keek nu ook door het gro te raam naar de natte dennenbo men. die door de stormwind hef tig heen en weer werden gezwiept Na enkele minuten zwijgen ging hij weer verder: „Toen ik wat ou der werd wilde ik weg uit het veen. Vooral nadat ik in de mi litaire dienst was geweest. Ik ging zwerven. Eerst naar boeren in Brabant, daarna naar boeren in Frankrijk waar ik het tot be drijfsleider bracht en de vol gende tien jaar door haast alle andere landen van ons werelddeel, behalve Engeland cn Scandinavië. Overal zat ik op en in, want ik was zeer leergierig. Ik bezocht musea, dierentuinen, ik kwam te recht bij de zigeuners in Honga rije van wie ik veel heb geleerd Ik zat tussen allerlei muzikanten, kortom ik was een ongegeneerde zwerver, die nu eens door dit, dan weer door dat land over de grens werd gezet. Want papieren hield ik er niet op na. 't Was een hard, maar een boeiend besta: Soms moest ik aan de ko; men met boerenwerk, soms mi het repareren van niuziekinstri menten. welke kunst ik me ee beetje eigen had gemaakt dank dat goedkope sncrtviooltje Veendam, dat destijds elk ogen- redding, alsook die van m'n vrouw want tussen de bedrijven door was ik voor de tweede keer ge trouwd. In Leusden meldde ik me als distributie-ambtenaar en ik werd aangenomen. Zelfs werd ik plaatsvervangend chef. En door dat ik bijna tien jaar bij die dienst werkzaam was kreeg ik, na de opheffing ervan, nog twee jaar wachtgeld. Deze twee jaar heb ik van de eerste tot de laat ste dag benut om me volledig klaar te maken voor het werk dat ik nu doe. Daarvoor heb ik wel eens een goede vaste baan laten schieten. Collega's uit m'n amibte- narentijd zitten nu bijv. op een ministerie. Maar dit was toch niets voor mij. Ik wilde m'n vi oolbouw opbouwen. Of ik daarin ben geslaagd? 'k Kan alleen zeggen, dat ik er zeer veel heb gemaakt. En dat ik van tijd tot tijd persoonlijke be langstelling genoot van bekende bouwers als Max Mulder uit Am sterdam. Otto Stam uit Utrecht en W. J. Stüber uit Den Haag. Om er maar een paar te noemen. On langs was Stüber nog bij me. En van de familie De Beaufort, die medezeggenschap heeft over deze bossen, kreeg ik alle medewerking voor de bouw van deze werk- Intussen heb ik verleden jaar niets verdiend. Omdat ik een ide alist ben. Al m'n vijf kleine har pen, die in 1959 maakte, heb ik nl. weer afgebroken. Ze waren wel goed, maar naar mijn smaak toch niet goed genoeg. Dan maar geen geld verdienen." Henk Oorthuis haalde nu even de schouders op en vervolgde: „Mijn vrouw verklaart me wel eens voor gek. Zo van de zomer nog. Toen kwam er een Parijse dame bij me aan, die op de hu welijksreis was. Ze zag wat ik uit voerde en wilde met alle geweld een luit meenemen die ik hier had staan. Maar ze had geen geld ge noeg bij zich. Of ze hem zo mocht meenemen, want in november kwam ze weer naar Nederland. Daar Jk zag dat ze weg was van dat instrpment. gaf ik het haar in goed vertrouwen mee. Zo met de gedachte: En mocht je bedu veld worden, dan word je daar echt niet slechter van. Wel degene die het doet. Maar er was geen kou aan de lucht, ook al was het dan inmid dels november geworden. De Pa- risienne toc'.i hield haar woord en kwam me prompt betalen, zoals ee beloofd had." Met een mengeling van wijsge righeid en voldoening op het ver weerde gezicht ging Henk Oorthuis voort: „Dit ös prachtig werk: con- certharpen. Deze moet ik repare ren en die ben ik zelf aan het bouwen, 't Is mijn eerste, maar ,,'t sal tvel rogh kom". Het zijn alletwee pedaalharpen, zoals Rosa Spier er een heeft. Ze worden uit sluitend met de hand gemaakt, vooral in Duitsland, waar men er al gauw 16000 a 17000 voor vraagt. Ik wil nu próberen, ze 5000 goedkoper te leveren. Maar inderdaad, dan is het nog een hoop geld. Wélk handwerk is echter niet prijzig? Een fabrieksviooltje koop je al voor 65. En ik moet toch heus op z'n minst 400 vragen wil iik wat verdienen. Met de gui taren is het net zo. Die kun je reeds kopen voor 40 a 50, ter wijl ik ze onmogelijk beneden de 125 aanbieden kan. Hebben ze er dat niet voor over, dan laten ze ze maar rustig hangen. Verle den jaar heb ik er niettemin lek ker afzet voor gehad. Men weet waaj ik woon, men kent m'n werk Ook in ons wereldje is een goe de naam alles. Hoe beter je naam, hoe meer men wil betalen. Daar om lijkt het erger dan het is. wanneer je zo af en toe eens wat in elkaar trommelt." litte „tempeltje", met aan weerskanten twee sui jna twintig jaar. Dat wil zeggenhij eet er cn hij slaapt er, want hel deel van zijn dagelijks leven kan men hem vinden in zijn nieuwe s, schuin achter het huis. Deze foto werd nl. van terzijde genom ko- uit Terug In 1931 keerde ik eindelijk naar Nederland terug. Toen eerst een paar jaar vertegenwoordiger in Rotterdam, daarna demonstrateur in een warenhuis, vervolgens marktkoopman en., restaurateur van schilderijen. In m'n Parijse tijd had ik nl. tekenen en schil deren geleerd en was ik mede- werker-voor-caricatures aan een Franse krant. Ook heb ik nog il lustraties gemaakt voor Nederland se en Indische bladen. En toch was ik nimmer op een academie geweest. Intussen voelde ik de Tweede wereldoorlog naderen. Daarom wil de ik Rotterdam uit. Zo belandde ik in 1934 hier in Leusden. En om te kunnen leven zocht ik op di verse rommelmarkten, zoals het Waterlooplein in Amsterdam, naar oudé violen. Die repareerde en ver handelde ik. Maar bij een tocht per motorfiets naar Rotterdam, waar ik twee van zulke violen moest afleveren, kwam ik vlak voor Kralingen te vallen. Mijn vi olen mankeerden niets, doch ik moest voor m'n knie drie maan den het ziekenhuis in en helemaal goed is hij nooit meer geworden. Ik werd invalide en kwam zonder middelen van bestaan. Dat was in 1939, het jaar waarin we weer een 'distributie kregen. Dat was m'n Miljonairs, die na de oorlog met lege handen zijn begonnen en in betrekkelijk korte tijd een fortuin hebben gemaakt illus treren de welstand en de zake lijke mogelijkheden in de West- duitse bondsrepubliek. De beken de Amerikaanse story over man nen, die door hard werken, ini tiatief en vindingrijkheid een bloeiend bedrijf hebben opge bouwd, is geen niéuws meer. Er zijn sterke verhalen bij, maar een van de origineelste en sportiefste is het geval van de Münchense zakenman Otto Scheck (48), die in sportartike len doet. Het interessante is, dat hij zijn klanten ook van de sport laat genieten en daarvoor sterk gereduceerde prijzen berekent. Legerski's Een jaar of tien geleden was Scheck nog een klein zakenman netje, dat hoofdzakelijk in afge dankte legerski's 'handelde. Zijn land was bezig er bovenop te ko men en daarbij werd niet aller eerst gedacht aan sportuitrus- ting. Langzamerhand kreeg Scheck een grotere sortering, maar het ontbrak hem aan con- anten. Toen het Westduitse eco nomische wonder zich begon af e tekenen, zorgde Scheck er voor dat hij ook een voorschot opnam. Een bank verschafte hem een niet onaardige lening en toen kon hij zijn zaken wat ruimer opzetten. Het sportwin- kcltje in München werd een ge bouw van drie verdiepingen, maar dit werd binnen een paar jaar al weer te klein voor de snel stijgende omzetten. „Sport- scheck", zcrals de firma zich noemde, liet de zaak afbreken om plaats te maken voor een ge- De klanten moeten zich voordelig en prettig kunnen vermaken bouw van zes verdiepingen. De verkoop werd voortgezet in een grote tent. Om de toenemende vraag bij te houden opende Scheck een postorderfirma, die intussen reeds een paar honderd duizend klanten in binnen- en buitenland bedient. Sportscheck verkoopt alle denk bare artikelen en kleding in het sportgenre. Een kleine driehon derd man personeel is in dienst bij de firma. Op zichzelf is dit niets bijzonders, want er zijn wel meer grote warenhuizen met specialiteiten. Scheck geeft zijn klanten echter veel service. Er op uit Sportscheck zorgt ervoor, dat de kopers de sportuitrusting ook naar hartelust kunnen gebruiken. Het warenhuis organiseert elke week op grote schaal weekeind- uitstapjes naar de bergen. Elke zaterdag rijden vier tot vijfdui zend personen met door Scheck gehuurde autobussen naar de wintersport in de Zuidduitse, Zwitserse en Oostenrijkse alpen. Extra treinen worden van de Bundesbahn gehuurd om de klanten van Sportscheck, bela den met ski's, sleetjes en rug zakken naar de bergen te bren gen. De tarieven zijn verrassend laag, in vele gevallen 30 tot 50 percent goedkoper dan de nor male tarieven. Sportscheck wil zijn klanten zo voordelig en aangenaam mogelijk van de ge kochte sportartikelen laten pro fiteren. Leden van het personeel treden op als reisleiders, skile raars en gifteen. Het spreekt van zelf, dat er in deze sportreizen een enorm reclame-element voor de zaak zit. Elke week ziet Mün chen de colonne Sportscheck- klanten vertrekken en terugko men. Voor de jeugd heeft Scheck ook speciale attracties. De fir ma transporteert een paar dui zend kinderen naar ideale skiter reinen buiten München, waar ze van ski-instructeurs gedegen les in de gezonde sneeuwsport krij gen. Ook tennis Scheck heeft ook de tennissport voor het gewone publiek moge lijk gemaakt. In en om de Bei erse hoofdstad heeft hij vijftig tennisbanen laten aanleggen, waar iedereen tegen lage prij zen partijtjes kan spelen en van ervaren trainers les kan nemen. De huren van de banen zijn een stuk goedkoper dan die van de min of meer exclusieve clubs, die lang niet iedereen als lid toe laten. Het was te verwachten, dat door deze popularisering van de tennissport de verkoop van de betreffende artikelen belang rijk is gestegen. Sportscheck gaat al weer uitbreiden. Deze maand is een begin gemaakt met de bouw van een nieuw warenhuis van twaalf verdiepingen, dat in recordtijd gereed komt. Intussen rijdt Sport-Scheck in zijn sport wagen naar allerlei recreatie oorden om nieuwe mogelijkhe den voor zijn klanten te vinden. De service moet zo groot en compleet mogelijk zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 13