C+WSTFUJ Halitran Vernis van de welvaart verbergt W! Griepgevaarlf Een woord voor vandaag Kanttekening NEDO-MEX Kardinaal Stepinac overleden KONING- RICMD SUCROSA 2 Hij zeiDe Kerk is een belediging voor God Een open brief aan n iet-kerk gan gers In de 's-Gra.venhaagse Kerk bode troffen we een open brief aan van ds. J. F. van Woerden, welke brief in de Johannesbo- de" was gepubliceerd voor niet- kerkgangers. Deze brief luidt: Het was een van mijn beste vrienden, die het uitsprak, een paar maanden geleden. Het ge sprek liep over de Kerk. Na een wat tastend betoog scheen hij ineens het juiste woord te vinden. Hij zweeg even, deed een trek aan zijn sigaret en zei kalm: ik vind de Kerk eer. be lediging voor God. Ik vond dit een voortreffelijke formulering, heider, nuchter, hard. Hoe vernietigend ook voor mij en mijn Kerk, het merkwaardige was. dat dit kennelijk gezegd werdvanuit een bewust geloof in God en een diepe eerbied voor Jezus Christus. Ik weet, dat tiendui zenden er zo over denken. En tot hen richt ik mijn brief. Niet dus tot de onverschilli gen, de ongelovigen, maar tot die brede schare, die buigen voor het gezag van Jezus Christus, terwijl ze toch geen enkel contact wensen met eni- Ik wil beginnen met een be kentenis. Toen ik voor het eerst iemand ontmoette, die openlijk voor zijn geloo'f in Christus uitkwam, maar be slist paste voor de Kerk, was dat voor mij een nogal vreem de ontdekking.' Afkomstig uit wat men noemt „christelijke kringen", had ik zo iemand nog nooit ontmoet. En wat mij het meest verontrustte (ik her inner het me goed), was de ■stellige indruk, dat de man vol komen oprecht was. Hij meen de het: de ontmoeting met Christus was voor hem beslis send geworden. Zijn leven had daardoor een andere koers g kregen, een doel, een vreug devol uitzicht. Maar de Kerk neen, per se niet! Sindsdien lijkt het wel, alsof deze mensen speciaal op mijn weg worden geplaatst. Telkens weer ontmoet ik ze en zit te luisteren naar wat ze mij ver tellen. Zij weten met de beste wil niets met de Kerk aan te vangen. Er is niets, maar dan ook niets, dat hen aantrekt in de wekelijkse kerkdiensten. De taal van de Kerk is hun vreemd. Sterker nog: zij voelen een be sliste weerzin tegen heel het kerkelijk bedrijf, zoals het reilt en zeilt. Zij zien, oneindig veel scherper dan zij, die in deze toestanden grocrt gebracht zijn, de droevige comedie van de kerkelijke verdeeldheid. De „christelijke kringen" geven hun de indruk van een akelig, bedompte atmosfeer, een hope loos conservatisme, een klein burgerlijke levensstijl. Kortom: een belediging voor God' W/~AT ZAL IK antwoorden? Ik antwoord: het is waar! Ik wéét dat het zo is. Het heeft geen zin, hieronderuit le kruipen door te gaan wijzen op lichtzijden van de Kerk, die er óók zijn. Want het is een feit, dat God beledigd wordt in de matheid en gezapigheid van ontelbare kerkdiensten, in het eindeloze geleuter van veel kerkelijke vergaderingen, in het zielige gekibbel van onze clubjes en kringetjes en par- Twee dingen alleen wil ik zeg gen: Punt één, de Kerk is een wonder. Dat zij door de eeuwen heen toch blijft bestaan, dat zij elke vervolging doorstaat, dat zij na elke periode van geeste lijk verval zich toch weer ver jongt en vernieuwt, dat is niet minder dan een wonder. Het is alleen te verklaren, ais het wèar is wat de Bijbel zegt, dat Jezus Christus nog altijd onder ons lééft, dat Hij levend tegen woordig is in Zijn gemeente op dezelfde manier als Hij 2000 jaar geleden levend tegenwoor dig was in een menselijk li chaam. Dat is wat Paulus be doelt, als hij zegt: de Kerk is het mystieke lichaam van Christus, waarvan Hij het hoofd is en wij de leden mo gen zijn. Wij in de Kerk gelo ven hierin, ondanks alles, als in een verbijsterend wonder. Welnu, op gevaar af dat U ons voor krankzinnig houdt, roe pen wij U op om mét ons m deze dwaasheid te geloven. Wij vragen U dringend om mét ons te leven uit dit vreemde ge heimenis! Punt twee: wij dominees, ouderlingen, gemeenteleden zijn doodgewone vaderlandse vrij ers die zich, als het goed is, „hummeltjes voor Gods lens" weten. Wij hebben beslist niet de pretentie, beter te zijn dan U. Wij weten zelfs, dat we nogal eens ongunstig bij som migen van U afsteken. Wij 've ten het heus! Maar in de Kerk binden ons twee dingen sa- 1. De solidariteit van de ar moede (wij weten zeer bewust dat wij geestelijk arm zijn en ver beneden de maat blijven). 2. Het verlangen r.aar God, Die ons in de gestalte van Jezus Christus reddend is tegemoet getreden. Daarom wagen wij het, over de muur van vervreemding en teleurstelling en wanbegrip die ons scheidt, U een groet te zenden. Wij groeten U in de naam van Christus, ja méér, al is het met schroom, wij roepen U; „ge hoort bij ons! wij horen bij U! Herkent ge ons dan niet? Laat ons de ge meenschap met elkaar vie- 99 Gesprek met kolonel W. F. Palstra Advertentie Een menselijke barometer schuwen U bU elko wissellnsr ln tempera tuur en weersgesteldheid. Tijdelijke lichte Pt'nen laaien vaak !n alle hevigheid op en bederven Uw levensvreugde. Wrijf Uw reu matiek en Uw lendenpijn weg. maak Uw stUve spieren weer soepel met de beroemde Kloosterbalsem (Akker-Balsem), waarvan men al drie geslachten lang zegt: „Geen Beroepingswerk Beroepen: te Hoogblokland en Lin- schoten, kand. R. E. Kuus te Zeist; te Scherpenisse, P. Alblas, kand. te Utrecht. Ds. H. A. C. Hlldering. te Oegstgeest„ die per-1 september als zendingspredikant met emeritaat gaat, is beschikbaar vooi een kleine "gemeente of bijstand in he' pastoraat. Aangenomen de benoeming tot secreta- ris-generaal van de Wereldraad var Kerken te Genève: A H. van den Heuvel te Utrecht, secretaris van de Oec. Jeugd raad in Nederland. Bcroepbaarstelling: G. J. Rebel, Haven straat 28, Huizen (N.H.) GEREF. KERKEN Beroepen: te Bergum, R. Petersen te Oudemirdum. De classes Alkmaar en Gouda hebben praeparatoir geëxamineerd en beroep baar verklaard respectievelijk de heren A. J. van Gorcum te Alkmaar en D. C. Firet te Bergambacht. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) 1 Rodenrijs: M. J. VRIJE EVANGELISCHE GEMEENTEN ILLIAM FREDERIK PALSTRA dus heeft op last van generaal Wilfred Kitching het bevel op zich genomen over alle Heilssol daten binnen het Nederlandse territoir, en de generaal heeft laten weten, dat hijgraag uit' Londen over komt om hem te in stalleren. Die installatie vindt vanavond plaats in „Kras" te Amsterdam, in de stad waar het Leger van William Booth in 1887 zijn werk in Nederland begon en waar sinds vele jaren het hoofd-; kwartier is gevestigd. William Frederik Palstra is de tweedei Nederlandse Heilsofficier,, die op' dat hoofdkwartier als komman- dant gaat' resideren de eerste was de beminnelijke Bouwë. Vlas en de zevende, aan wie op de; wereldwijde akker van het Leger! de functie van territoriaal, kom- mandant is opgedragen. J Tot die zeven Nederlandse Heils- officieren heeft ook hoord, mevrouw Johanna van der I Werken, die en in Zwitserland het voormalige Nederlands-Oost-Indië als kommandante zegenrijk werk heeft kunnen verrichten, en een oom, Wiebe Palstra, die in Korea kommandant is geweest. William Frederik is de tweede gene ratie van het geslacht Palstra. dat het Leger dient. En er is ook al een derde generatie. Want zijn zoon is als oplei dingsofficier verbonden aan de Kweek school van het Leger des Heils te Am stelveen en zijn dochter hoopt binnen kort tot het Leger toe te treden. DRIE BROERS De Palstra's komen oorspronkelijk uit Friesland. De naam Wiebe. van de oom, duidt daar ook op. Grootvader Palstra onderhield een vrachtdienst tussen Har- lingen en Hull, en die twee plaatsen hebben in het leven van de eerste ge neratie een belangrijke, rol gespeeld. William Frederik Palstra heeft daar- /erverteld. Hij zei: „Mijn grootvader had drie ions, en de jongste, mijn vader, was drie maanden, toen mijn grootmoeder stierf. Met twee zoons vertrok grootva der toen naar Huil, waar hij hen bi; een tante onderbracht. Mijn vader bleef in Harlingen, en jarenlang hebben deze drie broers totaal geen contact met el kander gehad. Maar nu het merkwaar dige. Die twee broers uit Huil kwamen in aanraking met het Leger en de oud ste. Wiebe, werd als officier uitgezon den naar Nederland- Hij werd de derde Nederlandse Heilsofficier. De eerste was Tyler, de tweede Govaars. Mijn vader ging de bijeenkomsten van het Leger geregeld bezoeken en daar heeft nij zijn twee broers hervonden". Vader Palstra werd eveneens Heilsof ficier. Omstreeks 1920 werd hij uitge zonden naar Oost-lndië en aangesteld als divisie-officier van Midden-Celebes. William Frederik ging met het gezin mee. Hij was toen zestien jaar. Hij be gon met zijn medewerking te verlener het korps, dat verbonden was aar Leger des Heils heeft nieuwe kommandant ::f: «pi Neem elke dag Uw 2 Halitran capsules Halitran geeft: méér weerstand tegen griep, bronchitis en andere aandoeningen. Voorkomt en bestrijdt rachitis. Kweekt sterke beenderen en een gaaf gebit. arbeid van het Leger. Hij volgde een opleiding aan de Kweekschool te Djok jakarta en kreeg op 4 december 1925 zijn eerste aanstelling als officier. Het werkterrein van William Frederik Palstra heeft 21 jaar in het-oude Indië gelegen. Hij verbleef er tot 1! werd hij gerepatrieerd. Zijn verdiensten in het eilandenrijk staan voor altijd op getekend. Al van jong officier af had men grote verwachtingen bij heeft het Leger in die verwachtin gen nimmer teleurgesteld. Met mevrouw Palstra werkte hij onvermoeid in korp sen en militaire tehuizen. In de jaren dertig beheerden zij samen enige crisis tehuizen van het Leger op Java en Su matra en nog zijn er Nederlanders, die met grote dankbaarheid terugdenken aan hetgeen zij voor hen hebben gedaan. Later werd hij overgeplaatst naar het nationaal hoofdkwartier te Bandoeng en daar bekleedde hij verscheidene belang rijke functies.. Toep er in Oost-Java een nieuwe divisie moeét worden ge' werd hij met de organisatie er v. last. In het begin van de Japanse., be-, zetting was hij een van de leiders van- de centrale keuken, waar honderden Europeanen dagelijks van voedsel wer den voorzien. Dit werk nam een einde, toen hij op 15 december 1942 met de territoriaal leider en een aantal stafofr ficieren werd gearresteerd. De drie volg inde jaren bracht hij door op poli tiebureaus, in gevangenissen en ln kam pen- En in die periode bleek vooral zijn grote kracht. Velen, CHEF-SECRETARIS ervaring van het totale veneden". Hij I 'weet, dat hij een opdracht heeft te ver vullen. een opdracht van Gods wege. I voortvloeiend uit Gods liefde voor de j Over Gods liefde kan hij mee- spreken uit persoonlijke ervaring. ,Jn de eerste jaren van mijn verblijf in I. Indië had ik mij enigszins van het Leger gedistancieerd, en misschien ook wel wat van God. Maar op een samen- komst in het oude Batavia kwam ik tot de daad van overgave. De zoeken de liefde van God vond mij, en ik voelde toen, dat mijn overgave aan 1 Hem inhield, dat ik officier van het Leger moest worden". TAAK De taak, die hij zich als kommandant klaar aan zijn officieren en soldaten uit eengezet. In de Strijdkreet schreef hij: ,Wij Zién ons' in déze tijd geplaatst voor bepaalde problemen en moeilijkhe den, maar wij zullen die gezamenlijk in de haam van onze Heer trachten te ovi winnen. Anderzijds zijn onze kansen gelegenheden overvloedig. God heeft e grootse taak voor ons weggelegd. Ni: mer tevoren ook stelden overheid en 1 Nederlandse volk zulk een groot vertrc_ wen in ons. Heilssoldaten. De geestelijke r.ood. voor de zorgvuldige waarnemer zichtbaar onder het vernis van schijn baar algemene stoffelijke welvaart, roept om onze belangstelling en aan dacht. Allerlei nood van maatschappelij ke en lichamelijke aard, vraagt om voor ziening". Hij vertelde: „Onze taak: opheffend te willen werken ten aanzien geestelijk leven van onze m schept in deze tijd problemen, want hoe krijgen we contact? De tijd van de grote bijeenkomsten is voorbij. Zij, die ger maar al te graag bij ons kw hebben door de welvaart zo goed als geen belangstelling meer. Dat betekent, dat we door persoonlijk contact moeten trachten het Evangelie te brengen. En nu ontstaat dat contact het beste als de mens in moeilijkheden verkeert. En keert de mens van deze tijd niet moeilijkheden? Er is het besef, dat ach ter de schijnglans van de welvaart een tekort aan veel innerlijks verborgen aat. Daarom hebben we nog zo'n rijke ans om zegenend te werken." De nieuwe kommandant van het eger des HeUs in Nederland, kolonel illiam Frederik Palstra, gaat de geestelijke nood van deze tijd in de eerste plaats te lijf. En zijn soldaten, die hij heeft opgeroepen tot een her nieuwde aanval heeft hij gezegd hoe hij dat zal doen: „Blij en optimistisch, zeker van de overwinning, aaneenge sloten, officieren en soldaten, een- aclitig strijdend met één doel voor ;en, ziende op onze overste Leids- an, Jezus Christus". „Huichelaars!" zegt Jezus. Ja, ook tegen ons-. Ge vindt 7ief woord in het laatste gedeelte van Lucas 12 en het is alsof Jezusl daar doorgedrongen is tot in onze tijd. Wetenschap en techniekl zijn heel ver gevorderd: van het aanzien van aarde en hemel weet de ruimtevaarder van deze twintigste eeuw heel wat te vertellen. Jezus vraagt: „Waarom onderkent gij deze tijd niet?*j Een ander teken van deze tijd: het aanleunen tegen de.staatl In alles moet de overheid het beslissende woord spreken. Jezui vraagt: „Waarom oordeelt gij niet uit uzelf wat recht is?" Huichelaarswaarom onderkent ge deze tijd niet?" Het ver wijt van Jezus is ook tot ons gericht. Wel hebben we voor die kentekenen van onze tijd mooie woorden gevonden. We con stateren dat, naarmate onze steden groter en voller worden (massificatie), de kerken leger blijven (secularisatie) en de harten kouder (vereenzaming). We filosoferen over de wel vaartsstaat en de taak van de overheid maar wee als we in de vrijere loonvorming een procentje achterblijven. Huichelaars ge moogt u dat woord heel persoonlijk aantrek ken, want we zijn geen van allen aan de vloek van deze tijden ontkomen. Terwijl het zo anders kon als we maar meer bezU waren met het zoeken van Gods Koninkrijk. GEEN HALF WERK Q^ENERAAL De Gaulle neemt in Al- krachten van Algerije heeft ontbon- gerije geen halve maatregelen den, wijst er op, dat hij er ook niet. Het einde bracht hem r land dat hem i de oorlog met Japan Nederland, het vader- feite vreemd was. En ook hier viel hij op door zijn werk. Men leerde hem kennen als een officier met grote bekwaamheden, en van die be kwaamheden werd dankbaar gebruik gemaakt. Hij ging de hoogste posten in het Leger bekleden. Hij werd eerst be last met de leiding van de William Eooth Kweekschool, daarna werd hij overgeplaatst naar het hoofdkwartier om de functie van veldsecretaris te ver vullen. en in 1953 werd hij chef-secreta- het Leger des Heils in Neder land, wat hij bleef tot 28 januari jl., toen zijn benoeming afkwam tot kolo- nel-kommandant- Kolonel William Frederik Palstra werd op 9 november 1904 geboren. Hij is dus ruim 55 jaar. Wie hem een keer heeft ontmoet vergeet hem nooit meer. Hij is een lange, ietwat schrale man, met dun grijs haar. dat hij achterover gekamd draagt. Zijn gelaat is blozend. Achter brilleglazen twinkelen een paar vriende lijke ogen. Ogen, die veel hebben aan schouwd en daardoor veel kunnen be grijpen. Als kommandant heeft hij het bevel gekregen over 20.000 Heilssoldaten en 550 Heilsofficieren in actieve dienst. „Verder hebben we nog een honderdtal officieren in retaitre. We noemen ze: onze veteranen, en we houden ze in hoge ere, want uit het verleden hebben zij het heden mogelijk gemaakt". Dat „he den" spreekt hem het meest aan. „Ik geloof, dat het „heden" altijd de mooiste tijd is, want het brengt je de rijping en en dat is ondanks het onbehagen, dat zijn zeer persoonlijke optreden wekt Slechts een verwijdering van de zieke plek- zal terugschrikken, de leiders de Europese bevolking aan te verheugende zaak. pakken, als zij volharden in hun on- doortastend ingrijpen, verzoenlijke houding. Voor de mohammedaanse nationalis- bare tijd een oplossing wordt gevon- breekt thans een zeer moeilijke pe- den, die Fransen en mohammedanen riode aan. In de eerste plaats mag kan bevredigen. Dat de zuiveringsactie van 1 ie in de militaire sector zou beginnen, misten in Algiers een bijzonder gun-1 was duidelijk. De taak van de Franse stige invloed heeft gehad op de strijdkrachten in Algerije is niet, dit heen nog met wantrouwen vervulde gebied te besturen, maar de burger- mohammedaanse bevolking. Er be- lijke autoriteiten in staat te stellen, staat thans een reële mogelijkheid,1 de regeringspolitiek uit te dat zij iq de toekomst zal instemmen Het pleit opnieuw voor De Gaulle, Frankrijk. volledige aansluiting bij i dat hij niet geaarzeld heeft, maatre- Bovendien mag worden aangenomen,1 had ingevreten in de Algerijnse sa- zet van de nationalisten en he menleving, met wortel en tak uit te isoleren van de mohammedaanse be- Dat zal pas mogelijk zijn als volking. Indien het daarin slaagt zul- De Gaulle heeft nu niet alleen de le- genoodzaakt zien hun medewerking gerleidïng gesaneerd: hij heeft ook aan ^et P,an- van °e Gaulle te verle- het politie-apparaat gereorganiseerd nen- en aan de macht van het leger ont- dit inderdaad zal gelukken is ech- trokken. En het feit, dat hij zowel ter de £r°te vraag. Het verloop van de psychologische dienst van het le- de striid in de afgelopen vjjf jaren ger (die honderdduizenden militairen £eeft &ecn aanleiding, daar hoge ver- systematisch tegen het gezag van Pa rijs opzette) als de territoriale strijd- waehtingen van te hebben. Maar wel licht is er ook in dit opzicht iets ten goede veranderd. Transparante kleurlak van Ceta-Bever Begrafenis in Krasic zal sober zijn ALOYSIUS Kardinaal Stepinac, de rooms-katholieke primaat van Zuid-Slavië, is gistermiddag in de pastorie van zijn geboorte dorp Krasic bij Zagreb in Kroatië aan de gevolgen van een bloed ziekte en een longontsteking over leden. Krasic was hem door de Zuid- slavische autoriteiten als gedwon- Eer wie eer toekomt, nam de Markies van Montserrat de gelegenheid te baat. Op de keper be schouwd hebben wij allemaal het onze bijgedragen om onze veldslagen met overwinningen te bekro nen en dus komt het mij voor dat de andere vors ten ook iets verdienen van de lof die de minstreels uitsluitend Richard schijnen te willen toezwaaien. Hij mag dan een Leeuw zijn, andere vorsten hebben ook hun zinnebeelden die op moed en dapperheid wijzen. Het zinnebeeld van onze edele heer, knikte Koenraad. maar de Leeuw heeft zich niettemin boven de arend geplaatst. Een blos overtoog Leopold's gelaat en hij keek nieuwsgierig naar zijn dichter hopend dat die een geschikt antwoord zou vinden. De edele heer Markies haastte de spreukspreker zich dus te antwoorden, zal moeten toegeven dat een leeuw niet boven een arend kan vliegen. Hij heeft niet eens vleugels. Wilt u zeggen dat Richard aanmatiging genoeg heeft om zich hoger dan de andere vorsten te stel len? vroeg de Oostenrijker. Ik meen dat te mogen afleiden uit de gebeur tenissen, zei Koenraad geduldig, waarom anders hangt alleen zijn banier in het centrum gerplaats? Duidt dat gMriÉAÉAÉÉjU ning en opperhoofd v schouwt? En u riep de Hertog, langzaam onder de in vloed van de wijn komend, blijft u dat geduldig ver dragen zonder uw koelbloedigheid te verliezen? Ik ben slechts een arm Markies, ontweek Mont serrat, en dus is het niet mijn taak mij tegen die belediging te verzetten, zolang grotere vorsten dan ik het laten welgevallen. Philips van Frankrijk bij voorbeeld en Leopold van Oostenrijk. Als u zich aan de smaad onderwerpt, waarom zou ik die dan schandelijk vinden. SIR WALTER SCOTT Juist, schreeuwde hij dan, dat heb ik Filips al zo vaak gezegd, maar altijd antwoordt hij dat het een staatkundige fout zou zijn thans onrust te sto ken. Hij spreekt zeer geleerd van verhoudingen van leenheer en vazal. Wij weten dat Filips verstandig is, ging de Mar kies voort, en misschien heeft hij dus wel redenen om zich zo te gedragen. Zo zal het ook wel met u zijn. Als u zich er niet tegen verzet betekent dat allicht dat u het verkiest zich aan Engeland te on derwerpen. Nooit! riep Leopold verontwaardigd, ik ben de Aartshertog van Oostenrijk. De wereld zal zien dat ik mijzelf recht zal verschaffen! Sta op, leen mannen en volgelingen, wij zullen direct de Oosten rijkse adelaar plaatsen, hoger dan waar de Leeuw staat. Ons zinnebeeld zal van uit iedere hoek van het kamp te zien zijn. Met deze woorden sprong hij recht en liep, toe gejuicht door het hele gezelschap, naar de ingang van de tent waar hij zijn banier greep, die daar ge plant stond. Neen, Hoogheid, weerhield hem Koenraad, het zou verkeerd kunnen uitgelegd worden als u op dit uur tekenen van onenigheid geeft. Geen ogenblik wil ik nog wachten, tierde nu de Aartshertog, paars en zwetend, waarna hij met grote stappen de tent vex Let en in de richting ren de van de plaats waar de Engelse banier fladderde. Neem u in acht, dierbare meester, riep Jonas Schwanker, de nar. want leeuwen hebben tanden! Een arend klauwen, riep de Hertog woedend onwillekeurig echter de pas vertragend. Alleen de spreukspreker scheen over voldoende gezond verstand te beschikken om in deze aangele Senheid een verstandig woord te spreken. Hij wend e zich tot de Hertog en zei: De arend is de koning in de lucht, maar de leeuw is heerser van de dieren in het woud. Waar om zou de adelaar de leeuw aanvallen? Waarom plant u uw banier niet Vreedzaam naast die van En geland en niet er boven? Leopold aarzelde en keek naar de Markies var Montseirat om te zien wat deze hem in dit beslis sende ogenblik zou aanraden, doch zijn poging bleek tevergeefs, want de sluwe Koenraad was opeens nie meer te zien. Kennelijk had hij zich, zodra hij merk te tot wat zijn aanstoking leidde, behendig terugge trokken om niet meer in de geschiedenis te worden betrokken. Enigszins van zijn stuk gebracht riep dc Hertog daarom dat hij in het leger geen onenigheid duldde en dat het er hem slechts om te doen was een rechtmatig voorrecht op te eisen, door zijn ba- nier te laten wapperen naast die van de Engelse koning, wiens gelijke hij was. Terzelfdertijd gaf hij bevel een vat wijn te brengen, waarna hij alle om- staanders uitnodigde onder tromgeroffel een be ker te drinken op het heil van de Oostenrijkse arend. Intussen was het uur aangebroken, waarop, vol gens de berekening van de geneesheer, de zieke Richard uit zijn slaap mocht worden gewekt. Direct nadat dit was gebeurd, wendde de Oosterling zich tot de baron van Gilsland en verzekerde hem dat de koorts was verdwenen, in zoverre zelfs dat het hem onnodig, leek een tweede dosis van het krachtige middel toe te diénen. Ook Richard scheen dit trou wens te voelen, want onmiddellijk kwam hij in zijn Wordt vervolgd heid werd bejegend, tot het kardinalaat verheven. De een noch de ander kon januari 1953 naar Rome komen om kardinaalshoed uit handen van de Paus te ontvangen. De dood van de Kardinaal maakt een einde aan een feitelijke situatie waarin van normale betrekkingen tus- de heilige stoel geen sen Zuidslavië sprake kon zijn, daar van beide kanten in een kwestie beginsel wilde toegeven. Belgrado wilde de prelaat niet toestaan zijn bisschoppelijke functie te hervatten en het Vaticaan wilde er niet in toestem men dat een herder, die volgens de opvatting aan die zijde niets anders wilde dan de rechten van kerk en ge lovigen verdedigen, zou worden terug geroepen en feitelijk gedwongen worden in ballingschap te gaan. gen verblijfplaats aangewezen nadat hij, in 1946 op beschuldi ging van collaboratie met de vijand tijdens de Tweede Wereld oorlog tot zestien jaar gevange nisstraf veroordeeld, in novem ber 1951 voorwaardelijk in vrij heid was gesteld. Van zijn invrijheidstelling af was zijn gezondheid reeds kwijnende. Hij werd door religieuzen verzorgd en wanneer hij in het dorp wandelde door een politie man vergezeld. Zondag werd hij plotse ling erg ziek. Het nieuws van de dood van Kardinaal Stepinac, die in kringen van de Romeinse curie als een symbool van de vervolgde kerk werd beschouwd, heeft in het Vaticaan grote beroering Wijlen Paus Pius de twaalfde had hem einde 1952, tegelijk met de Poolse DWANGARBEID Aloysius Stepinac, op 8 mei 11 Krasic als boerenzoon geboren, in 1930 na theologische studies in Rome pries- ter gewijd, in 1937 tot aartsbisschop van Zagreb benoemd en in 1953 kar dinaal geworden, kwam door het in 1946 tegen hem gevoerde proces pas „in het nieuws". Zijn veroordeling ge schiedde op grond van „misdaden tegen het volk en de staat", maar zelf ontkende hij schuld. Hem was onder andere ten laste gelegd dat hij samen gewerkt had met Ante Pavelitsj, de leider van de door de nazi's bescherm* de Kroatische staat, dat hij gedwon gen „bekeringen" van het orthodoxe j tot het rooms-katholieke geloof had I gesanctioneerd, als aalmoezenier van {Pavelitsj's Oestasji-troepen was op- getreden en zich had ingelaten met de Servische anti-communistische Mihai- lovitsj in onderhandelingen over bui tenlandse interventie in Zuidslavië. Hij werd op elf oktober 1946 ver oordeeld tot zestien jaar dwangarbeid. Drie dagen later verklaarde het Vaticaan al degenene die bij zijn arrestatie en veroordeling betrokken waren in de ban. Naar aanleiding van de reactie in het westen op de veroordeling van mgr. Stepinac had de Zuidslavische regering voorgesteld de kardinaal vrij te laten op voorwaarde dat hij het land zou verla ten. Het vaticaan wees dit van de hand, waarop de Zuidslavische regering de kardinaal ten slotte op 5 december 1951 voorwaardelijk ln vrijheid stelde. Na dat 29 november 19-52 de kardinaalsbe noeming van mgr. Stepinac officieel was afgekomen, beschuldigde de Zuid slavische regering het vaticaan van in menging in haar binnenlandse aange legenheden en op 17 december 1952 verbrak zij de diplomatieke betrekkin gen met de heiligestoel. In juni 1953 maakte een Zuidslavische regeringsfunctionaris bekend dat de kardinaal leed aan een bloedziekte en dat hij door specialisten zou worden on derzocht. In juli werd bekend dat Brusselse predikanten spraken met leiders uit de Kongo In Brussel is een bijeenkomst gehouden tussen de plaatselijke predikanten, de in de stad. aanwe zige zendelingen en een aantal deel- i nemers van de rondetafel-confe rentie. Verscheidene Kongolese lei ders zijn namelijk protestant. Op de conferentie waren o.m. aanwezig de bekende Kalonji de voorzitter van de M.N.C., SendWe, de voorzitter van de Balubaka en de secretaris-generaal van" de Kar tel. Eén van de Kongolese leiders ver telde, dat hij predikant was geweest, maar in de: politiek was gegaan, omdat de protestantse christenen zich in deze belangrijke tijd voor hun land niet afzijdig mochten houden. De Brusselse predikanten hadden een verklaring opgesteld, die aan de Kongolese leiders en broeders werd voorgelezen. Advertentie Voor de slanke lijn! dij een teveel aan rode bloedlichaam pjes ontstaat, bij hem was geconstateerd. Deze ziekte stond in direct verband met een operatie wegens trombose die de kardinaal enige maanden tevoren had ondergaan. In 1957 meldden buitenlandse journa listen. die de kardinaal in Krasic had den opgezocht, dat hij zich erover be klaagde dat hij niemand van buiten de parochie daar kon ontmoeten. Hij mocht geen brieven of kranten ontvangen i hij had zelfs nooit zijn aartsbisschop c adjutor, mgr. Franjo Seper, die in 19 door de paus was benoemd, ontmoet. Begin 1958 werden de beperkende maatregelen enigszins verzacht. Kardi naal Stepinac mocht toen boeken ont vangen en meer bezoek, doch mgr Seper kreeg geen toestemming om hem te be zoeken, zelfs niet toen h(j in mei v, dat jaar ernstig ziek was. BEGRAFENIS In onofficiële kringen verwacht m dat de teraardebestelling zaterdag Krasic zal plaats hebben. Welingelichte zegslieden verklaren dat regeringsfunc tionarissen overleggen op welke wijze de begrafenis zal verlopen. Verbod van uitgebreide plechtigheid zou bitte- gevoelens wekken en aan de andere kant zou een grote openbare demonstra tie de nationalistische gevoelens in Kroa tië mot Z)jn drie miljoen katholieken. In katholieke kringen te Zagreb wordt vernomen dat alleen de bewoners het dorp Krasic en afgevaardigden 's 26 diocesscn van Zuid-Slavië bij de ïjrrafcnisplechtigheid tegenwoordig Het Is op grond van de wet niet i gelijk dat het stoffelijk overschot n de kathodraal van Zagreb wordt overge bracht. dit is pas mogelijk na afloop - van de straftijd waartoe de kardinaal weinig voorkomende bloedziekte, waai- werd veroordeeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2