C+WSTFUJ
Halitran
Vernis van de welvaart
verbergt
W!
Griepgevaarlf
Een woord voor vandaag
Kanttekening
NEDO-MEX
Kardinaal Stepinac
overleden
KONING-
RICMD
SUCROSA
2
Hij zeiDe Kerk is een
belediging voor God
Een open brief aan
n iet-kerk gan gers
In de 's-Gra.venhaagse Kerk
bode troffen we een open brief
aan van ds. J. F. van Woerden,
welke brief in de Johannesbo-
de" was gepubliceerd voor niet-
kerkgangers.
Deze brief luidt:
Het was een van mijn beste
vrienden, die het uitsprak, een
paar maanden geleden. Het ge
sprek liep over de Kerk. Na
een wat tastend betoog scheen
hij ineens het juiste woord te
vinden. Hij zweeg even, deed
een trek aan zijn sigaret en zei
kalm: ik vind de Kerk eer. be
lediging voor God.
Ik vond dit een voortreffelijke
formulering, heider, nuchter,
hard. Hoe vernietigend ook
voor mij en mijn Kerk, het
merkwaardige was. dat dit
kennelijk gezegd werdvanuit
een bewust geloof in God en
een diepe eerbied voor Jezus
Christus. Ik weet, dat tiendui
zenden er zo over denken. En
tot hen richt ik mijn brief.
Niet dus tot de onverschilli
gen, de ongelovigen, maar tot
die brede schare, die buigen
voor het gezag van Jezus
Christus, terwijl ze toch geen
enkel contact wensen met eni-
Ik wil beginnen met een be
kentenis. Toen ik voor het
eerst iemand ontmoette, die
openlijk voor zijn geloo'f in
Christus uitkwam, maar be
slist paste voor de Kerk, was
dat voor mij een nogal vreem
de ontdekking.' Afkomstig uit
wat men noemt „christelijke
kringen", had ik zo iemand
nog nooit ontmoet. En wat mij
het meest verontrustte (ik her
inner het me goed), was de
■stellige indruk, dat de man vol
komen oprecht was. Hij meen
de het: de ontmoeting met
Christus was voor hem beslis
send geworden. Zijn leven had
daardoor een andere koers g
kregen, een doel, een vreug
devol uitzicht. Maar de Kerk
neen, per se niet!
Sindsdien lijkt het wel, alsof
deze mensen speciaal op mijn
weg worden geplaatst. Telkens
weer ontmoet ik ze en zit te
luisteren naar wat ze mij ver
tellen. Zij weten met de beste
wil niets met de Kerk aan te
vangen. Er is niets, maar dan
ook niets, dat hen aantrekt in
de wekelijkse kerkdiensten. De
taal van de Kerk is hun vreemd.
Sterker nog: zij voelen een be
sliste weerzin tegen heel het
kerkelijk bedrijf, zoals het reilt
en zeilt. Zij zien, oneindig veel
scherper dan zij, die in deze
toestanden grocrt gebracht zijn,
de droevige comedie van de
kerkelijke verdeeldheid. De
„christelijke kringen" geven
hun de indruk van een akelig,
bedompte atmosfeer, een hope
loos conservatisme, een klein
burgerlijke levensstijl. Kortom:
een belediging voor God'
W/~AT ZAL IK antwoorden?
Ik antwoord: het is waar!
Ik wéét dat het zo is. Het
heeft geen zin, hieronderuit le
kruipen door te gaan wijzen op
lichtzijden van de Kerk, die er
óók zijn. Want het is een feit,
dat God beledigd wordt in de
matheid en gezapigheid van
ontelbare kerkdiensten, in het
eindeloze geleuter van veel
kerkelijke vergaderingen, in
het zielige gekibbel van onze
clubjes en kringetjes en par-
Twee dingen alleen wil ik zeg
gen: Punt één, de Kerk is een
wonder. Dat zij door de eeuwen
heen toch blijft bestaan, dat zij
elke vervolging doorstaat, dat
zij na elke periode van geeste
lijk verval zich toch weer ver
jongt en vernieuwt, dat is niet
minder dan een wonder. Het is
alleen te verklaren, ais het
wèar is wat de Bijbel zegt, dat
Jezus Christus nog altijd onder
ons lééft, dat Hij levend tegen
woordig is in Zijn gemeente op
dezelfde manier als Hij 2000
jaar geleden levend tegenwoor
dig was in een menselijk li
chaam. Dat is wat Paulus be
doelt, als hij zegt: de Kerk is
het mystieke lichaam van
Christus, waarvan Hij het
hoofd is en wij de leden mo
gen zijn. Wij in de Kerk gelo
ven hierin, ondanks alles, als
in een verbijsterend wonder.
Welnu, op gevaar af dat U ons
voor krankzinnig houdt, roe
pen wij U op om mét ons m
deze dwaasheid te geloven. Wij
vragen U dringend om mét ons
te leven uit dit vreemde ge
heimenis!
Punt twee: wij dominees,
ouderlingen, gemeenteleden zijn
doodgewone vaderlandse vrij
ers die zich, als het goed is,
„hummeltjes voor Gods lens"
weten. Wij hebben beslist niet
de pretentie, beter te zijn dan
U. Wij weten zelfs, dat we
nogal eens ongunstig bij som
migen van U afsteken. Wij 've
ten het heus! Maar in de Kerk
binden ons twee dingen sa-
1. De solidariteit van de ar
moede (wij weten zeer bewust
dat wij geestelijk arm zijn en
ver beneden de maat blijven).
2. Het verlangen r.aar God,
Die ons in de gestalte van Jezus
Christus reddend is tegemoet
getreden.
Daarom wagen wij het, over
de muur van vervreemding en
teleurstelling en wanbegrip die
ons scheidt, U een groet te
zenden. Wij groeten U in de
naam van Christus, ja méér,
al is het met schroom, wij
roepen U; „ge hoort bij ons!
wij horen bij U! Herkent ge
ons dan niet? Laat ons de ge
meenschap met elkaar vie-
99
Gesprek met kolonel W. F. Palstra
Advertentie
Een menselijke barometer
schuwen U bU elko wissellnsr ln tempera
tuur en weersgesteldheid. Tijdelijke lichte
Pt'nen laaien vaak !n alle hevigheid op en
bederven Uw levensvreugde. Wrijf Uw reu
matiek en Uw lendenpijn weg. maak Uw
stUve spieren weer soepel met de beroemde
Kloosterbalsem (Akker-Balsem), waarvan
men al drie geslachten lang zegt: „Geen
Beroepingswerk
Beroepen: te Hoogblokland en Lin-
schoten, kand. R. E. Kuus te Zeist; te
Scherpenisse, P. Alblas, kand. te Utrecht.
Ds. H. A. C. Hlldering. te Oegstgeest„
die per-1 september als zendingspredikant
met emeritaat gaat, is beschikbaar vooi
een kleine "gemeente of bijstand in he'
pastoraat.
Aangenomen de benoeming tot secreta-
ris-generaal van de Wereldraad var
Kerken te Genève: A H. van den Heuvel
te Utrecht, secretaris van de Oec. Jeugd
raad in Nederland.
Bcroepbaarstelling: G. J. Rebel, Haven
straat 28, Huizen (N.H.)
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Bergum, R. Petersen te
Oudemirdum.
De classes Alkmaar en Gouda hebben
praeparatoir geëxamineerd en beroep
baar verklaard respectievelijk de heren
A. J. van Gorcum te Alkmaar en D. C.
Firet te Bergambacht.
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt)
1 Rodenrijs: M. J.
VRIJE EVANGELISCHE GEMEENTEN
ILLIAM FREDERIK
PALSTRA dus heeft op
last van generaal Wilfred
Kitching het bevel op
zich genomen over alle Heilssol
daten binnen het Nederlandse
territoir, en de generaal heeft
laten weten, dat hijgraag uit'
Londen over komt om hem te in
stalleren. Die installatie vindt
vanavond plaats in „Kras" te
Amsterdam, in de stad waar het
Leger van William Booth in 1887
zijn werk in Nederland begon en
waar sinds vele jaren het hoofd-;
kwartier is gevestigd. William
Frederik Palstra is de tweedei
Nederlandse Heilsofficier,, die op'
dat hoofdkwartier als komman-
dant gaat' resideren de eerste
was de beminnelijke Bouwë. Vlas
en de zevende, aan wie op de;
wereldwijde akker van het Leger!
de functie van territoriaal, kom-
mandant is opgedragen. J
Tot die zeven Nederlandse Heils-
officieren heeft ook
hoord, mevrouw Johanna van der
I Werken, die en in Zwitserland
het voormalige Nederlands-Oost-Indië
als kommandante zegenrijk werk heeft
kunnen verrichten, en een oom, Wiebe
Palstra, die in Korea kommandant is
geweest.
William Frederik is de tweede gene
ratie van het geslacht Palstra. dat het
Leger dient. En er is ook al een derde
generatie. Want zijn zoon is als oplei
dingsofficier verbonden aan de Kweek
school van het Leger des Heils te Am
stelveen en zijn dochter hoopt binnen
kort tot het Leger toe te treden.
DRIE BROERS
De Palstra's komen oorspronkelijk uit
Friesland. De naam Wiebe. van de oom,
duidt daar ook op. Grootvader Palstra
onderhield een vrachtdienst tussen Har-
lingen en Hull, en die twee plaatsen
hebben in het leven van de eerste ge
neratie een belangrijke, rol gespeeld.
William Frederik Palstra heeft daar-
/erverteld.
Hij zei: „Mijn grootvader had drie
ions, en de jongste, mijn vader, was
drie maanden, toen mijn grootmoeder
stierf. Met twee zoons vertrok grootva
der toen naar Huil, waar hij hen bi;
een tante onderbracht. Mijn vader bleef
in Harlingen, en jarenlang hebben deze
drie broers totaal geen contact met el
kander gehad. Maar nu het merkwaar
dige. Die twee broers uit Huil kwamen
in aanraking met het Leger en de oud
ste. Wiebe, werd als officier uitgezon
den naar Nederland- Hij werd de derde
Nederlandse Heilsofficier. De eerste was
Tyler, de tweede Govaars. Mijn vader
ging de bijeenkomsten van het Leger
geregeld bezoeken en daar heeft nij
zijn twee broers hervonden".
Vader Palstra werd eveneens Heilsof
ficier. Omstreeks 1920 werd hij uitge
zonden naar Oost-lndië en aangesteld
als divisie-officier van Midden-Celebes.
William Frederik ging met het gezin
mee. Hij was toen zestien jaar. Hij be
gon met zijn medewerking te verlener
het korps, dat verbonden was aar
Leger des Heils
heeft nieuwe
kommandant
::f: «pi
Neem elke dag Uw
2 Halitran capsules
Halitran geeft: méér weerstand tegen
griep, bronchitis en andere aandoeningen.
Voorkomt en bestrijdt rachitis. Kweekt
sterke beenderen en een gaaf gebit.
arbeid van het Leger. Hij volgde een
opleiding aan de Kweekschool te Djok
jakarta en kreeg op 4 december 1925
zijn eerste aanstelling als officier.
Het werkterrein van William Frederik
Palstra heeft 21 jaar in het-oude Indië
gelegen. Hij verbleef er tot 1!
werd hij gerepatrieerd. Zijn verdiensten
in het eilandenrijk staan voor altijd op
getekend. Al van jong officier af had
men grote verwachtingen
bij heeft het Leger in die verwachtin
gen nimmer teleurgesteld. Met mevrouw
Palstra werkte hij onvermoeid in korp
sen en militaire tehuizen. In de jaren
dertig beheerden zij samen enige crisis
tehuizen van het Leger op Java en Su
matra en nog zijn er Nederlanders, die
met grote dankbaarheid terugdenken aan
hetgeen zij voor hen hebben gedaan.
Later werd hij overgeplaatst naar het
nationaal hoofdkwartier te Bandoeng en
daar bekleedde hij verscheidene belang
rijke functies.. Toep er in Oost-Java een
nieuwe divisie moeét worden ge'
werd hij met de organisatie er v.
last. In het begin van de Japanse., be-,
zetting was hij een van de leiders van-
de centrale keuken, waar honderden
Europeanen dagelijks van voedsel wer
den voorzien. Dit werk nam een einde,
toen hij op 15 december 1942 met de
territoriaal leider en een aantal stafofr
ficieren werd gearresteerd. De drie
volg inde jaren bracht hij door op poli
tiebureaus, in gevangenissen en ln kam
pen- En in die periode bleek vooral zijn
grote kracht. Velen,
CHEF-SECRETARIS
ervaring van het totale veneden". Hij I
'weet, dat hij een opdracht heeft te ver
vullen. een opdracht van Gods wege. I
voortvloeiend uit Gods liefde voor de j
Over Gods liefde kan hij mee-
spreken uit persoonlijke ervaring. ,Jn
de eerste jaren van mijn verblijf in
I. Indië had ik mij enigszins van het
Leger gedistancieerd, en misschien ook
wel wat van God. Maar op een samen-
komst in het oude Batavia kwam ik
tot de daad van overgave. De zoeken
de liefde van God vond mij, en ik
voelde toen, dat mijn overgave aan
1 Hem inhield, dat ik officier van het
Leger moest worden".
TAAK
De taak, die hij zich als kommandant
klaar aan zijn officieren en soldaten uit
eengezet. In de Strijdkreet schreef hij:
,Wij Zién ons' in déze tijd geplaatst
voor bepaalde problemen en moeilijkhe
den, maar wij zullen die gezamenlijk in
de haam van onze Heer trachten te ovi
winnen. Anderzijds zijn onze kansen
gelegenheden overvloedig. God heeft e
grootse taak voor ons weggelegd. Ni:
mer tevoren ook stelden overheid en 1
Nederlandse volk zulk een groot vertrc_
wen in ons. Heilssoldaten. De geestelijke
r.ood. voor de zorgvuldige waarnemer
zichtbaar onder het vernis van schijn
baar algemene stoffelijke welvaart,
roept om onze belangstelling en aan
dacht. Allerlei nood van maatschappelij
ke en lichamelijke aard, vraagt om voor
ziening".
Hij vertelde: „Onze taak: opheffend
te willen werken ten aanzien
geestelijk leven van onze m
schept in deze tijd problemen, want hoe
krijgen we contact? De tijd van de grote
bijeenkomsten is voorbij. Zij, die
ger maar al te graag bij ons kw
hebben door de welvaart zo goed als
geen belangstelling meer. Dat betekent,
dat we door persoonlijk contact moeten
trachten het Evangelie te brengen. En
nu ontstaat dat contact het beste als de
mens in moeilijkheden verkeert. En
keert de mens van deze tijd niet
moeilijkheden? Er is het besef, dat ach
ter de schijnglans van de welvaart een
tekort aan veel innerlijks verborgen
aat. Daarom hebben we nog zo'n rijke
ans om zegenend te werken."
De nieuwe kommandant van het
eger des HeUs in Nederland, kolonel
illiam Frederik Palstra, gaat de
geestelijke nood van deze tijd in de
eerste plaats te lijf. En zijn soldaten,
die hij heeft opgeroepen tot een her
nieuwde aanval heeft hij gezegd hoe
hij dat zal doen: „Blij en optimistisch,
zeker van de overwinning, aaneenge
sloten, officieren en soldaten, een-
aclitig strijdend met één doel voor
;en, ziende op onze overste Leids-
an, Jezus Christus".
„Huichelaars!" zegt Jezus. Ja, ook tegen ons-. Ge vindt 7ief
woord in het laatste gedeelte van Lucas 12 en het is alsof Jezusl
daar doorgedrongen is tot in onze tijd. Wetenschap en techniekl
zijn heel ver gevorderd: van het aanzien van aarde en hemel
weet de ruimtevaarder van deze twintigste eeuw heel wat te
vertellen. Jezus vraagt: „Waarom onderkent gij deze tijd niet?*j
Een ander teken van deze tijd: het aanleunen tegen de.staatl
In alles moet de overheid het beslissende woord spreken. Jezui
vraagt: „Waarom oordeelt gij niet uit uzelf wat recht is?"
Huichelaarswaarom onderkent ge deze tijd niet?" Het ver
wijt van Jezus is ook tot ons gericht. Wel hebben we voor die
kentekenen van onze tijd mooie woorden gevonden. We con
stateren dat, naarmate onze steden groter en voller worden
(massificatie), de kerken leger blijven (secularisatie) en de
harten kouder (vereenzaming). We filosoferen over de wel
vaartsstaat en de taak van de overheid maar wee als we in
de vrijere loonvorming een procentje achterblijven.
Huichelaars ge moogt u dat woord heel persoonlijk aantrek
ken, want we zijn geen van allen aan de vloek van deze tijden
ontkomen. Terwijl het zo anders kon als we maar meer bezU
waren met het zoeken van Gods Koninkrijk.
GEEN HALF WERK
Q^ENERAAL De Gaulle neemt in Al- krachten van Algerije heeft ontbon-
gerije geen halve maatregelen den, wijst er op, dat hij er ook niet.
Het einde
bracht hem r
land dat hem i
de oorlog met Japan
Nederland, het vader-
feite vreemd was. En
ook hier viel hij op door zijn werk. Men
leerde hem kennen als een officier met
grote bekwaamheden, en van die be
kwaamheden werd dankbaar gebruik
gemaakt. Hij ging de hoogste posten in
het Leger bekleden. Hij werd eerst be
last met de leiding van de William
Eooth Kweekschool, daarna werd hij
overgeplaatst naar het hoofdkwartier
om de functie van veldsecretaris te ver
vullen. en in 1953 werd hij chef-secreta-
het Leger des Heils in Neder
land, wat hij bleef tot 28 januari jl.,
toen zijn benoeming afkwam tot kolo-
nel-kommandant-
Kolonel William Frederik Palstra werd
op 9 november 1904 geboren. Hij is dus
ruim 55 jaar. Wie hem een keer heeft
ontmoet vergeet hem nooit meer. Hij is
een lange, ietwat schrale man, met dun
grijs haar. dat hij achterover gekamd
draagt. Zijn gelaat is blozend. Achter
brilleglazen twinkelen een paar vriende
lijke ogen. Ogen, die veel hebben aan
schouwd en daardoor veel kunnen be
grijpen. Als kommandant heeft hij het
bevel gekregen over 20.000 Heilssoldaten
en 550 Heilsofficieren in actieve dienst.
„Verder hebben we nog een honderdtal
officieren in retaitre. We noemen ze:
onze veteranen, en we houden ze in hoge
ere, want uit het verleden hebben zij
het heden mogelijk gemaakt". Dat „he
den" spreekt hem het meest aan. „Ik
geloof, dat het „heden" altijd de mooiste
tijd is, want het brengt je de rijping en
en dat is ondanks het onbehagen,
dat zijn zeer persoonlijke optreden
wekt
Slechts
een verwijdering van de zieke plek-
zal terugschrikken, de leiders
de Europese bevolking aan te
verheugende zaak. pakken, als zij volharden in hun on-
doortastend ingrijpen, verzoenlijke houding.
Voor de mohammedaanse nationalis-
bare tijd een oplossing wordt gevon- breekt thans een zeer moeilijke pe-
den, die Fransen en mohammedanen riode aan. In de eerste plaats mag
kan bevredigen.
Dat de zuiveringsactie van 1
ie in de militaire sector zou beginnen, misten in Algiers een bijzonder gun-1
was duidelijk. De taak van de Franse stige invloed heeft gehad op de
strijdkrachten in Algerije is niet, dit heen nog met wantrouwen vervulde
gebied te besturen, maar de burger- mohammedaanse bevolking. Er be-
lijke autoriteiten in staat te stellen, staat thans een reële mogelijkheid,1
de regeringspolitiek uit te
dat zij iq de toekomst zal instemmen
Het pleit opnieuw voor De Gaulle, Frankrijk.
volledige aansluiting bij i
dat hij niet geaarzeld heeft, maatre- Bovendien mag worden aangenomen,1
had ingevreten in de Algerijnse sa- zet van de nationalisten en he
menleving, met wortel en tak uit te isoleren van de mohammedaanse be-
Dat zal pas mogelijk zijn als volking. Indien het daarin slaagt zul-
De Gaulle heeft nu niet alleen de le- genoodzaakt zien hun medewerking
gerleidïng gesaneerd: hij heeft ook aan ^et P,an- van °e Gaulle te verle-
het politie-apparaat gereorganiseerd nen-
en aan de macht van het leger ont- dit inderdaad zal gelukken is ech-
trokken. En het feit, dat hij zowel ter de £r°te vraag. Het verloop van
de psychologische dienst van het le- de striid in de afgelopen vjjf jaren
ger (die honderdduizenden militairen £eeft &ecn aanleiding, daar hoge ver-
systematisch tegen het gezag van Pa
rijs opzette) als de territoriale strijd-
waehtingen van te hebben. Maar wel
licht is er ook in dit opzicht iets ten
goede veranderd.
Transparante kleurlak
van Ceta-Bever
Begrafenis in
Krasic zal
sober zijn
ALOYSIUS Kardinaal Stepinac,
de rooms-katholieke primaat
van Zuid-Slavië, is gistermiddag
in de pastorie van zijn geboorte
dorp Krasic bij Zagreb in Kroatië
aan de gevolgen van een bloed
ziekte en een longontsteking over
leden.
Krasic was hem door de Zuid-
slavische autoriteiten als gedwon-
Eer wie eer toekomt, nam de Markies van
Montserrat de gelegenheid te baat. Op de keper be
schouwd hebben wij allemaal het onze bijgedragen
om onze veldslagen met overwinningen te bekro
nen en dus komt het mij voor dat de andere vors
ten ook iets verdienen van de lof die de minstreels
uitsluitend Richard schijnen te willen toezwaaien. Hij
mag dan een Leeuw zijn, andere vorsten hebben ook
hun zinnebeelden die op moed en dapperheid wijzen.
Het zinnebeeld van onze edele heer,
knikte Koenraad. maar de Leeuw
heeft zich niettemin boven de arend geplaatst.
Een blos overtoog Leopold's gelaat en hij keek
nieuwsgierig naar zijn dichter hopend dat die een
geschikt antwoord zou vinden.
De edele heer Markies haastte de spreukspreker
zich dus te antwoorden, zal moeten toegeven dat een
leeuw niet boven een arend kan vliegen. Hij heeft
niet eens vleugels.
Wilt u zeggen dat Richard aanmatiging genoeg
heeft om zich hoger dan de andere vorsten te stel
len? vroeg de Oostenrijker.
Ik meen dat te mogen afleiden uit de gebeur
tenissen, zei Koenraad geduldig, waarom anders
hangt alleen zijn banier in het centrum
gerplaats? Duidt dat gMriÉAÉAÉÉjU
ning en opperhoofd v
schouwt?
En u riep de Hertog, langzaam onder de in
vloed van de wijn komend, blijft u dat geduldig ver
dragen zonder uw koelbloedigheid te verliezen?
Ik ben slechts een arm Markies, ontweek Mont
serrat, en dus is het niet mijn taak mij tegen die
belediging te verzetten, zolang grotere vorsten dan
ik het laten welgevallen. Philips van Frankrijk bij
voorbeeld en Leopold van Oostenrijk. Als u zich aan
de smaad onderwerpt, waarom zou ik die dan
schandelijk vinden.
SIR WALTER SCOTT
Juist, schreeuwde hij dan, dat heb ik Filips al
zo vaak gezegd, maar altijd antwoordt hij dat het
een staatkundige fout zou zijn thans onrust te sto
ken. Hij spreekt zeer geleerd van verhoudingen van
leenheer en vazal.
Wij weten dat Filips verstandig is, ging de Mar
kies voort, en misschien heeft hij dus wel redenen
om zich zo te gedragen. Zo zal het ook wel met u
zijn. Als u zich er niet tegen verzet betekent dat
allicht dat u het verkiest zich aan Engeland te on
derwerpen.
Nooit! riep Leopold verontwaardigd, ik ben
de Aartshertog van Oostenrijk. De wereld zal zien
dat ik mijzelf recht zal verschaffen! Sta op, leen
mannen en volgelingen, wij zullen direct de Oosten
rijkse adelaar plaatsen, hoger dan waar de Leeuw
staat. Ons zinnebeeld zal van uit iedere hoek van het
kamp te zien zijn.
Met deze woorden sprong hij recht en liep, toe
gejuicht door het hele gezelschap, naar de ingang
van de tent waar hij zijn banier greep, die daar ge
plant stond.
Neen, Hoogheid, weerhield hem Koenraad, het
zou verkeerd kunnen uitgelegd worden als u op dit
uur tekenen van onenigheid geeft.
Geen ogenblik wil ik nog wachten, tierde nu
de Aartshertog, paars en zwetend, waarna hij met
grote stappen de tent vex Let en in de richting ren
de van de plaats waar de Engelse banier fladderde.
Neem u in acht, dierbare meester, riep Jonas
Schwanker, de nar. want leeuwen hebben tanden!
Een arend klauwen, riep de Hertog woedend
onwillekeurig echter de pas vertragend.
Alleen de spreukspreker scheen over voldoende
gezond verstand te beschikken om in deze aangele
Senheid een verstandig woord te spreken. Hij wend
e zich tot de Hertog en zei:
De arend is de koning in de lucht, maar de
leeuw is heerser van de dieren in het woud. Waar
om zou de adelaar de leeuw aanvallen? Waarom
plant u uw banier niet Vreedzaam naast die van En
geland en niet er boven?
Leopold aarzelde en keek naar de Markies var
Montseirat om te zien wat deze hem in dit beslis
sende ogenblik zou aanraden, doch zijn poging bleek
tevergeefs, want de sluwe Koenraad was opeens nie
meer te zien. Kennelijk had hij zich, zodra hij merk
te tot wat zijn aanstoking leidde, behendig terugge
trokken om niet meer in de geschiedenis te worden
betrokken. Enigszins van zijn stuk gebracht riep dc
Hertog daarom dat hij in het leger geen onenigheid
duldde en dat het er hem slechts om te doen was
een rechtmatig voorrecht op te eisen, door zijn ba-
nier te laten wapperen naast die van de Engelse
koning, wiens gelijke hij was. Terzelfdertijd gaf hij
bevel een vat wijn te brengen, waarna hij alle om-
staanders uitnodigde onder tromgeroffel een be
ker te drinken op het heil van de Oostenrijkse arend.
Intussen was het uur aangebroken, waarop, vol
gens de berekening van de geneesheer, de zieke
Richard uit zijn slaap mocht worden gewekt. Direct
nadat dit was gebeurd, wendde de Oosterling zich
tot de baron van Gilsland en verzekerde hem dat de
koorts was verdwenen, in zoverre zelfs dat het hem
onnodig, leek een tweede dosis van het krachtige
middel toe te diénen. Ook Richard scheen dit trou
wens te voelen, want onmiddellijk kwam hij in zijn
Wordt vervolgd
heid werd bejegend, tot het kardinalaat
verheven. De een noch de ander kon
januari 1953 naar Rome komen om
kardinaalshoed uit handen van de Paus
te ontvangen.
De dood van de Kardinaal maakt
een einde aan een feitelijke situatie
waarin van normale betrekkingen tus-
de heilige stoel geen
sen Zuidslavië
sprake kon zijn, daar
van beide kanten in een kwestie
beginsel wilde toegeven. Belgrado
wilde de prelaat niet toestaan zijn
bisschoppelijke functie te hervatten en
het Vaticaan wilde er niet in toestem
men dat een herder, die volgens de
opvatting aan die zijde niets anders
wilde dan de rechten van kerk en ge
lovigen verdedigen, zou worden terug
geroepen en feitelijk gedwongen
worden in ballingschap te gaan.
gen verblijfplaats aangewezen
nadat hij, in 1946 op beschuldi
ging van collaboratie met de
vijand tijdens de Tweede Wereld
oorlog tot zestien jaar gevange
nisstraf veroordeeld, in novem
ber 1951 voorwaardelijk in vrij
heid was gesteld.
Van zijn invrijheidstelling af was zijn
gezondheid reeds kwijnende. Hij werd
door religieuzen verzorgd en wanneer
hij in het dorp wandelde door een politie
man vergezeld. Zondag werd hij plotse
ling erg ziek. Het nieuws van de dood
van Kardinaal Stepinac, die in kringen
van de Romeinse curie als een symbool
van de vervolgde kerk werd beschouwd,
heeft in het Vaticaan grote beroering
Wijlen Paus Pius de twaalfde had
hem einde 1952, tegelijk met de Poolse
DWANGARBEID
Aloysius Stepinac, op 8 mei 11
Krasic als boerenzoon geboren, in 1930
na theologische studies in Rome pries-
ter gewijd, in 1937 tot aartsbisschop
van Zagreb benoemd en in 1953 kar
dinaal geworden, kwam door het in
1946 tegen hem gevoerde proces pas
„in het nieuws". Zijn veroordeling ge
schiedde op grond van „misdaden
tegen het volk en de staat", maar zelf
ontkende hij schuld. Hem was onder
andere ten laste gelegd dat hij samen
gewerkt had met Ante Pavelitsj, de
leider van de door de nazi's bescherm*
de Kroatische staat, dat hij gedwon
gen „bekeringen" van het orthodoxe
j tot het rooms-katholieke geloof had
I gesanctioneerd, als aalmoezenier van
{Pavelitsj's Oestasji-troepen was op-
getreden en zich had ingelaten met de
Servische anti-communistische Mihai-
lovitsj in onderhandelingen over bui
tenlandse interventie in Zuidslavië.
Hij werd op elf oktober 1946 ver
oordeeld tot zestien jaar dwangarbeid.
Drie dagen later verklaarde het
Vaticaan al degenene die bij zijn
arrestatie en veroordeling betrokken
waren in de ban.
Naar aanleiding van de reactie in het
westen op de veroordeling van mgr.
Stepinac had de Zuidslavische regering
voorgesteld de kardinaal vrij te laten op
voorwaarde dat hij het land zou verla
ten. Het vaticaan wees dit van de hand,
waarop de Zuidslavische regering de
kardinaal ten slotte op 5 december 1951
voorwaardelijk ln vrijheid stelde. Na
dat 29 november 19-52 de kardinaalsbe
noeming van mgr. Stepinac officieel
was afgekomen, beschuldigde de Zuid
slavische regering het vaticaan van in
menging in haar binnenlandse aange
legenheden en op 17 december 1952
verbrak zij de diplomatieke betrekkin
gen met de heiligestoel.
In juni 1953 maakte een Zuidslavische
regeringsfunctionaris bekend dat de
kardinaal leed aan een bloedziekte en
dat hij door specialisten zou worden on
derzocht. In juli werd bekend dat
Brusselse predikanten
spraken met leiders
uit de Kongo
In Brussel is een bijeenkomst
gehouden tussen de plaatselijke
predikanten, de in de stad. aanwe
zige zendelingen en een aantal deel- i
nemers van de rondetafel-confe
rentie. Verscheidene Kongolese lei
ders zijn namelijk protestant.
Op de conferentie waren o.m.
aanwezig de bekende Kalonji de
voorzitter van de M.N.C., SendWe,
de voorzitter van de Balubaka en
de secretaris-generaal van" de Kar
tel.
Eén van de Kongolese leiders ver
telde, dat hij predikant was geweest,
maar in de: politiek was gegaan,
omdat de protestantse christenen
zich in deze belangrijke tijd voor
hun land niet afzijdig mochten
houden.
De Brusselse predikanten hadden
een verklaring opgesteld, die aan
de Kongolese leiders en broeders
werd voorgelezen.
Advertentie
Voor de slanke lijn!
dij een teveel aan rode bloedlichaam
pjes ontstaat, bij hem was geconstateerd.
Deze ziekte stond in direct verband met
een operatie wegens trombose die de
kardinaal enige maanden tevoren had
ondergaan.
In 1957 meldden buitenlandse journa
listen. die de kardinaal in Krasic had
den opgezocht, dat hij zich erover be
klaagde dat hij niemand van buiten de
parochie daar kon ontmoeten. Hij mocht
geen brieven of kranten ontvangen i
hij had zelfs nooit zijn aartsbisschop c
adjutor, mgr. Franjo Seper, die in 19
door de paus was benoemd, ontmoet.
Begin 1958 werden de beperkende
maatregelen enigszins verzacht. Kardi
naal Stepinac mocht toen boeken ont
vangen en meer bezoek, doch mgr Seper
kreeg geen toestemming om hem te be
zoeken, zelfs niet toen h(j in mei v,
dat jaar ernstig ziek was.
BEGRAFENIS
In onofficiële kringen verwacht m
dat de teraardebestelling zaterdag
Krasic zal plaats hebben. Welingelichte
zegslieden verklaren dat regeringsfunc
tionarissen overleggen op welke wijze
de begrafenis zal verlopen. Verbod van
uitgebreide plechtigheid zou bitte-
gevoelens wekken en aan de andere
kant zou een grote openbare demonstra
tie de nationalistische gevoelens in Kroa
tië mot Z)jn drie miljoen katholieken.
In katholieke kringen te Zagreb wordt
vernomen dat alleen de bewoners
het dorp Krasic en afgevaardigden
's 26 diocesscn van Zuid-Slavië bij de
ïjrrafcnisplechtigheid tegenwoordig
Het Is op grond van de wet niet i
gelijk dat het stoffelijk overschot n
de kathodraal van Zagreb wordt overge
bracht. dit is pas mogelijk na afloop
- van de straftijd waartoe de kardinaal
weinig voorkomende bloedziekte, waai- werd veroordeeld.