1 KONING- RICHARD God doet wonderen met die droppels zweet van ons Geen aanbeveling van geloofszendingen Zending van de kerk het belangrijkste Geen rooms-katholieke president in de V.S. Strijd tussen Poolse kerk en staat spitst zich toe Een woord voor vandam Kantteheninl WOENSDAG 10 FEBRUARI li „De ivereld in", nieuiv blad van Bijbelgei tootschap IJET Nederlandsch Bijbelge- nootschap geeft met ingang van deze maand vier keer per jaar het blad ,4)e Wereld ln" uit. Dit blad. dat in de plaats komt van het folder over het werk van het bijbelgenootschap en het zg. Besturennieuws, ver schijnt in een oplage van 175.000 exemplaren. In het eerste nummer troffen we het volgende aangrijpende verhaal aan, dat ds. J. H. Sillevis Smit op de algemene vergadering van het Nederlandsch Bijbelge nootschap vertelde: Meermalen in de tijd, dat ik predikant was in Semarang, be zocht ik de melaatsenkolonie Dono Redjo, gelegen aan de voet van de Moria, juister misschien aan de voet van het voorge bergte van de Moria, de Tji- Een onvergetelijke figuur in Dono Redjo was de oude Kan- dar. Ik werd eens naar Kandar toegebracht door een jonge Chi nees Piet, die ook melaats was. In gedachten zie ik de oude Kandar nog zitten, de benen ge kruist. Zijn handen waren ver schrompeld, van sommige vin gers de toppen afgevallen. De man zat vol melaatsheid. 41 meer dan 35 jaar leed Kan dar aan deze vreselijke ziekte. Hij bezat niets, had vrouw noch kind, bezat geen huis enhad alleen maar die ziekte. En een gróót geloof! Ik vergeet die ogen van Kandar nooit meer. Hij Had donkere, vonkende, lichtende ogen, met af en toe een twinke ling van humor. Zijn ogen wa ren de heldere spiegel van een klare ziel. Deze Kandar was voorganger in de kleine christe lijke gemeente van de melaat senkolonie. Mede door zijn wer ken en getuigen waren er onge veer honderd christenen in Donn Redjo. Nooit zal ik vergeten hoe tij dens ons eerste gesprek Kandar mij aankeek en zei „Dominee in één ding ben ik rijker dan u!" Enigszins verbaasd vroeg ik: „In welk opzicht Kandar, God heeft jou immers zoveel zwaarder beproefd?" Het ant woord van Kandar luidde: „Als u zondag op de preekstoel staat en zegt: „ik geloof in de weder opstanding des vleses", dan weet u niet wat u zegt. Maar ik, weet het wél, want met héél mijn ziel verlang ik er naar om uit dit verwoeste lichaam verlost, ver nieuwd en herrezen mijn God te aanschouwen". Op zekere dag kwam er een telefoontje van dokter Berre- voets. „Dominee, ik heb een droeve tijding voor u. Onze vriend Kandar is vannacht in Jezus ontslapen". Er verliep een jaar aleer ik weer Dono Redjo kon gaan be zoeken en m\jn wens in ver vulling kon gaan om bij het graf van Kandar, die grote Christen, te kunnen staan. Van zelfsprekend informeerde ik onmiddellijk hoe het ging met de christelijke gemeente in de melaatsenkolonie. En ik schrok van het antwoord: Slecht, erg slecht. Men vertelde mij, dat die gemeenschap van gelovigen vrijwel was verwoest en enigs zins verbaasd vroeg ik: Hoe kan dat nu, zo'n bloeiende gemeen te?" Het antwoord luidde: „Ja, maar Kandar, de herder is ge slagen en de kudde verstrooid." En men vertelde, dat er een ander gekomen was, een grote Padanger, die Djapar heette. ,JHij is wel net zo groot als u, maar tweemaal zo breed en hij is een verwoede Mohammedaan, die gezworen heeft, dat hij de jonge christen-gemeente zal ver nietigen en het ziet er naar uit, dat het hem lukken zal." Onder de indruk van dit relaas vroeg ik: „Mag ik het graf van Kandar bezoeken?" Ik werd er heen gebracht. Het graf lag on geveer drie minuten lopen van het strand. Vóór dat graf bleef ik staan. Degeen, die mij naar het graf had gebracht, verzocht ik alleen te mogen zijn en toen heb ik gebeden. Ik heb God ge dankt voor alles wat ik van Kan dar had mogen leren en wat deze man had mogen zijn voor de gemeente. Ik heb ook voor de gemeente gebeden. Daarna liep ik naar de zee. Ik stond aan de oever en zag, ongeveer een mijl uit de kust. het prachtige eilandje Mandaliko. Het is net een bloemenruïker. Allen, die de Javazee kennen, kennen ook Mandaliko. Het werd al scheme rig. Er trokken donkere wolken samen, loodzwaar en dreigend, zoals dat alleen maar in de tro pen het geval is in de tijd van de loest-mousson. Terwijl ik diep onder de indruk stond te kijken naar dat angstaanjagende be wegen der wolken, meende ik iets te zien fladderen. Even plot- seling als het gekomen was, ver dween het weer in die grauwe lucht. Het leken boze geesten, die zich verzamelden in die dreigende wolken om daarna weer tevoorschijn te komen. En toen zag ik 't: het waren kalongs, vliegende honden, die soms bij tien- en tienduizenden van Man daliko komen om zich te vergas ten aan de kostelijke vruchten van Java. Ik had het gevoel: dit zijn als het ware de boze geesten, die zich verzamelen boven de kleine christelijke kerk van het melaatsendorp. Het was een ang stig gevoel. Onmiddellijk keerde ik mii om en ging andermaal naar het graf van Kandar en daar heb ik gebeden, zoals ik in mijn leven maar weinia keren gebeden heb. Ik heb God ge vraagd: ,Jk bid U bij de trouw van Uw knecht Kandar, bevestig het werk van zijn handen en bekeer Djapar en als hij zich niet laat bekeren, breek hem DAARNA ging ik met verlof en het duurde weer een jaar, alvorens ik Dono Redjo kon gaan bezoeken. Mijn eerste vraag was: Hoe staat het luier met de ge meente?" En de- broeder ant woordde: „O, viitstekend!" Hij vertelde, dat Djapar vreselijk melaats geworden was en waar schijnlijk spoedirj sterven zou. Geschrokken vroeg ik: „en hoe staat het met zijn ziel?" Waarna de broeder zei: „Maar dominee, dat weet u toch wel. Djapar is bekeerd. Hij is een steunpilaar van de gemeenti'. Hij ontwikkelt een kracht geltyk aan die van Kandar". Verbaasd vroeg ik: ,J/Iaar hoe kan dat, hoe is dat gebeurd?" En dan wordt mij verteld, dat Dr. Rutgers namens het bijbelgenootschap in Sema rang was geweest en ook de melaatsen in Dono Redjo had bezocht. Ook Dr. Rutgers kreeg het relaas van de getroffen christelijke gemeente te horen en kreeg op zijn vraag of er voldoende bijbels waren ten antwoord, dat er geen bijbels in het Maleis en geen bijbels in het Javaans waren. Dr. Rutgers beloofde toen er voor te zullen zorgen, dat er spoedig voldoende bijbels zouden worden gezonden. Onmiddellijk nadat die waren ontvangen, had Djapar, de enorme en sterke Mohammedaan, gezegd: ,Jtu zal ik dat zwaard van die christenen breken. Ik ga die Bijbel bestu deren." Maar Djapar snapte van die Bijbel niets en ten einde raad zei hij tegen de jonge Chinees Piet: ,Kom jij mij helpen" en zo lazen zij samen het Evangelie van Johannes. En inplaats dat Djapar die Bijbel brak, brak het evangelie hem en opende zijn hart. Ontroerd had ik naar dit relaas geluisterd en zei: „nu gaan wij naar Djapar toe." Ik ging naar dat kleine burgemees tershuisje, want Djapar was in middels burgemeester van Dono Redjo geworden. Daar trof ik hem aan in zijn voorgalerij. „Djapar. weet je nog wie ik ben?", vroeg ik. „Ja", zo luidde het antwoord, „ik ken u nog wel, u bent de tuan pendita van Se marang. Wij hebben elkaar eens aangezien". Op mijn vraag hoe het nu met Djapar was, kreeg ik ten antwoord: „Mijn hele lichaam is in elkaar gevallen, dat ziet u wel. Maar ik heb de Here Jezus lief en nu is het Zo mocht ik na jaren de vrucht zien ontluiken daar in Dono Redjo, in dat verschrikkelijke kamp vol melaatsheid, omdat Dr. Rutgers trouw was aan zijn be lofte om daar de Bijbel in het Maleis te brengen, in een streek waar de boodschap nog niet in die taal bekend was. Zullen wij trouw blijven? God doet wonderen met dat beetje geld en die paar droppels zweet Generale Synode Herv. Kerk Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Nijkerk (toez.) Jac van Dijk te Garderen; te Waddinxveen H. N. van Heusbergen te Renkum. Beroep baarstelling ds. A. A. Spijkerboer te FVE generale synode van de Ned. Hervormde Kerk heeft gisteren uitvoerig gesproken over de zogenaamde geloofszending. De discussie werd gevoerd naar aanleiding van een concept-rond- schrijven, opgesteld door de Raad voor de zending. Herhaaldelijk ontvangt deze raad kerkeraden en zendingscommissies zoeken om inlichtingen over geloofszen- dingen. Vandaar dat het moderamen aan de Raad voor de zending heeft verzocht het rondschrijven op te stellen. De naam geloofszending is te verklaren uit de af keer van georganiseèrde financiële acties voor het bijeenbrengen van geld. De grondslag van hun financiële beleid is het geloof, dat God hun op de rechte tijd het nodige geld zal doen toekomen. De zendelingen ontvangen hun op leiding aan bjjbelscholen. Bij vele ge- loofszendingen bestaat de praktijk van het overdopen van reeds gedoopten. Vele geloofszendingen, niet alle, weigeren anderer arbeid te respecteren en tonen vaak grote onverdraagzaamheid ten op zichte van andere zendingen. Hoe moet men in de Ned. Herv. Kerk nu staan tegenover geloofszendingen? Het rapport zegt dat nooit in gesprek ken met vertegenwoordigers ervan de eindeloze verscheidenheid in deze groe pen vergeten mag worden. Voor vele zendingsarbeiders der geloofszending kan terecht grote achting en christelijke bondenheid ervaren worden. Het rapport meent dat de Ned. Herv. Kerk evenwel haar leden allereerst moet wijzen op hun verantwoordelijkheid voor de van die kerk uitgaande zending. Aan beveling van financiële acties van ge loofszendingen door predikanten en ker keraden moet ontraden worden. Nadat vanuit de synode enkele opmer kingen waren gemaakt, stelde de praeses voor het rondschrijven in grote lijnen te aanvaarden en de gemaakte opmerkingen te verwerken. Vervolgens sprak ds. Rumainum zijn dank uit dat hij voor de tweede maal is uitgenodigd de vergadering van de syno de bij te wonen en de discussies mee t€ maken. Uit naam van zijn eigen synode deed hij, nu hij naar Nieuw Guinea te ruggaat, de beste wensen aan de synode der Ned. Herv. Kerk toekomen. De praeses dankte ds. Rumainum t zijn komst en vroeg hem de groeten de zusterkerk in Nieuw-Guinea over te brengen. DE DOOP De Synode behandelde verder pastoraal advies inzake de heilige doop, waarmee reeds in de synode van nove— ber 1959 een aanvang werd gemaakt. Ds. Rudolf Bijlsma, rapporteur van commissie die het rapport opstelde, licht te dit opnieuw toe. De opdracht van de commissie was niet een uitvoerige theo logische uiteenzetting te geven van de doop, maar praktische pastorale aanwij zingen te geven ten aanzien van de doop, geplaatst in een theologisch kader. Ds. Bijlsma meende dat herdoop moet worden afgewezen en dat de doop niet afhankelijk mag zijn van particuliere be leving van de mens. Het geloof moet niet eenzijdig individueel worden benaderd. Aan ge meenteleden die de herdoop wensen, moeten deze dingen onder het oog worden gebracht zonder hen uit de gemeenschap der kerk te stoten. Ker- keraadsleden die deze inzichten heb ben, moeten niet uit het ambt den verwijderd, maar bij periodieke aftreding niet herkiesbaar worden gesteld. Ds. Frederikse, de voorzitter vai commissie, wilde de synode adviseren om aan het rapport een paragraaf toe te voegen over de herdoop en de opvat tingen van ambtsdragers daarover. Dit zal dan gebeuren volgens de lijnen door dr. Bijlsma aangegeven. Het moderamen stelde voor het rapport in hoofdlijnen te aanvaarden en het door de commis sie van ontwerp, aangevuld met enkele synodeleden, te doen bewerken, waarna het door het breed moderamen zal wor den vastgesteld. SEMINARIUM Dr. H. Berkhof en dr. J. M. de Jong, rector en conrector van het theologisch seminarium der Ned. Herv. Kerk, de den enkele mededelingen over het jaar verslag 1958/59 en over de afgelopen tien jaar van het seminarie. Wanneer over enkele jaren het pastoraal centrum der Ned. Herv. erk in gebruik zal ge- Fel verweer van protestants tijdschrift Belangen van de natie zouden niet geheel veilig zijn Een Amerikaans protestants tijd schrift heeft zich uitgesproken tegen een rooms-katholiek als president van de Verenigde Staten. Volgens liet blad doet het Vaticaan alles wat in zijn vermogen ligt om de regeringen van de wereld te overheersen en is het daar in het verleden en ook in deze tijd dikwijls in geslaagd. „Een kandidaat kan wel verklaren en zelfs oprecht geloven, dat hij immuun is voor de pressie van het Vaticaan", zo schrijft „Christianity Today", maar „wij kunnen er nooit zeker van zijn, dat hij in de biecht stoel niet zal bezwijken voor de be dreiging met het vagevuur en voor de zegen van de organisatie, die naar zijn mening de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen bezit". „Christianity Today", dat een op lage van 160.000 heeft, rekent tot zijn vaste medewerkers de evangelist Billy Graham en Edward L. R. Elson, pre dikant van de Nationale Presbyte riaanse Kerk, waar president Eisen hower zondags de dienst pleegt bij te wonen. In het hoofdartikel worden geen kandidaten voor het presidentschap bij name genoemd. De democratische senator John F. Kennedy, die actief ijvert voor een democratische kandi datuur, is, zoals men weet, rooms- katholiek. Volgens het tijdschrift beleidt de rooms-katholieke kerk evenals Charleville. GEREF. KERKEN Beroepen te Beetsterzwaag E. C. Kim, candidaat te Groningen te 's-Graveland, H. T. van Reenen te Lichtenvoorde. GEREF. GEMEENTEN Nunspeet P. Honkoop te :n. zal de arbeid rondom het semi- zich verbreden, omdat dan meer aandacht aan de nascholing van predi kanten kan worden geschonken. Een der synodeleden vroeg om een verplichte nascholing van predikanten na een bepaald aantal jaren. Ds. Wolfensberger wees op de ving van dè aanstaande predikanten, waaraan men met vereende krachten zal moeten werken. Ook de waarde va studie in het buitenland van theologi sche studenten kwam ter sprake. Dr. Berkhof antwoordde op dit laatste dat de studenten vaak te weinig gebruik maken van de overvloed van beurzen van het buitenland die beschikbaar zijn. De praeses dankte dr. Berkhof, die binnenkort als rector van het seminarie weggaat, voor wat hij hiervoor gedaan heeft. Hij bracht aan dr. Berkhof en aan dr. De ong de warme dank van de synode over voor hun arbeid. Ds. E. A. D. Pichal sprak vervolgens de synode toe namens de Evangelische Protestant se Kerk in België. Hij noemde de drang naar eenheid die er is in de schoot het Belgische protestantisme. Materieel heeft men zware zorgen. Daarom is mer dankbaar voor de hulp die uit het bui tenland, ook uit Nederland, gegeven wordt, in het bijzonder in de persoon pro. dr. A. J. Bronkhorst. Regering stimuleert geboortebeperking zullen binnenkort weer de tussen hen bestaande geschillen bespreken. Dit besluit is genomen in een geheime bijeenkomst, die tussen Gomulka en de r.k, primaat van Polen, kardinaal Wyszynski, pladits had. De strijd tussen de Poolse kerk en staat spitst zich de laatste tijd vooral toe op de maatregelen, die het ministerie van volksgezondheid heeft afgekondigd. Sedert 1956 is de wettelijke rege ling van de geboortebeperking de belangrijkste bron van wrijving tus sen de kerkelijke autoriteiten en de regering. Het ministerie van volks gezondheid overweegt nu echter de procedure nog te vereenvoudigen. Dezer dagen meldde het K.N.P., uit Warschau, dat een situatie dreigt te ontstaan, die ernstige gevolgen kan hebben voor de kerk in Polen. Advertentie GRIEP dreigt overal neem vlug „Akkertjes" in huis AKKERTJES helpen direkt in het verleden ook thans nog een politiek van vervolging en onder drukking. „Een katholieke presi dent alleen zou van de Verenigde Staten nog geen Colombia of Spanje maken, maar naar alle waarschijnlijkheid zou hij bewust of onbewust stappen in die richting kunnen nemen". De katholieken, aldus het tijdschrift, zijn gekant tegen een gelijke behan deling door de regering van alle kerk genootschappen. „Welingelichte protestanten zijn der halve van mening, dat de belangen van de natie veiliger zijn in de handen van iemand, die niet biecht voor een buitenlandse, aardse macht". Kardinaal Wyszynski, de primaat Polen, laat geen gelegenheid voorbij gaan om tegen de wet te ageren. Hij vecht, zoals hij zelf zegt, tegen deze wet, die van kraamklinieken knekel huizen maakt. Herhaalde malen is de kardinaal reeds fel aangevallen in de communis tische bladen van Polen. Kortgeleden schreef het communistische dagblad Try- buna Ludi in Warschau: ,,De staat wil iedere staatsburger het recht en de mogelijkheid verzekeren om door geboortebeperking de grootte van zijn gezin te bepalen. De Katholieke Kerk echter, wil het gezin dit recht ont nemen. Dit is intolerantie, een aanslag op de gewetensvrijheid". Het blad vindt dat kardinaal Wyszynski hoogst be ledigend is voor de Poolse gezondheids- De Poolse regering ziet zich voc economische en sociale opbouw het land voor ernstige moeilijkheden geplaatst. De industrie kan bij gebrek i kapitaal niet voldoende invfesteren uitbreiden om aldus de beschikbaar ko mende arbeidskrachten op te vangen. door de kinderbeperking te bevorde ren. Met name geldt dit voor de wette lijke regeling van de abortus. Sedert de wet in 1956 van kracht werd, is de r.k. kerk in fel verzet ge bleven. Kardinaal Wyszynski veroor deelde de wet als onwettig. In de laatste maanden preekt hij herhaaldelijk zelf en keert zich daarbij scherp tegen de wet geving. Met name richt de kardinaal zich tegen de bewering, dat Polen niet meer mensen zou kunnen voeden. ,,Een welvaren en vredelievend Polen miljoen mensen kunnen bergen", aldusi de kardinaal. (Vergelijkenderwijs kan op worden gewezen, dat Nederland niet ruim 30.000 km2 grondgebied miljoen mensen een goede levensstan daard verschaft. Het welvaartspeil van Polen met tien maal zoveel grondgebied en 26 miljoen inwoners ligt veel lager). DE MEDICI Doch behalve bij de kerk ontmoet de wet ook krachtig verzet bij de medici, die hun medewerking zo veel mogelijk vermijden, en zich in hun tegenwerking verschuilen achter de papieren romp slomp. De nieuwe wetgeving zal deze taktiek onmogelijk maken door de procedure aanzienlijk te vereenvoudigen. Voortaan is het voldoende wanneer een vrouw zelf verklaart dat om materiële of mo rele redenen abortus noodzakelijk is. De arts zal voortaan ook verplicht zijn om op verzoek van de patiënten voorbe hoedsmiddelen voor ie schrijven. Advertentie Koop nü IVOROL Dubbele tuben: Voordeliger prijfc Uw tonden vragen het bette. 46 Deze gebreken nu waren niet alleen voor anderen duidelijk merkbaar, doch de Aartshertog zelf scheen er zich op gegeven ogenblikken ook van bewust te zijn. Het gevolg daarvan was, dat het meer dan eens voorkwam dat hij zich in gemoede begon af te vragen of hij eigenlijk wel de nodige bekwaam heden bezat om de hoge rang, die hij had verwor ven. uit eigen kracht staande te houden. Met andere woorden: hij leed aan een minderwaardigheidscom plex met alle uitwassen daarvan. In het begin van de kruistocht had hij een poging gedaan om Richard's vriendschap en achting te winnen en aanvankelijk had Leeuwenhart zijp blij ken van kameraadschap ook wel beantwoord. Aange zien echter de Aartshertog bij Richard zo ver ach- terblef, zowel wat staatkunde als moed betrof, duurde het niet lang of de Engelse Koning kon niets anders dan een uitgesproken minachting voor hem voelen. Als vorst van een volk dat in alles de matigheid nastreefde werd Richard's misprijzen in de eerste plaats opgewekt door de typische nei ging van de Oostenrijker om al te veel aandacht te besteden aan de genoegens van het eetmaal en het zwelgen van grote hoeveelheden wijn. Na enige tijd deed Leeuwenhart dus zelfs geen poging meer om zijn ongenoegen onder stoelen of banken te ste ken en meteen ontstond de kloof die de beide vor sten van elkaar verwijderd hield. Als antwoord op de minachting kon Leopold slechts bittere haat la ten gelden. Zo gezien hoefde het dus geen verwondering te wekken dat de listige Markies van Montserrat juist de Aartshertog uitkoos als eerste schakel in een ketting, die hij wilde smeden om het verbond tus sen de kruisvaarders te ontbinden, of in ieder geval losser te maken. Als meest geschikte tijd voor zijn bezoek koos hij de middag zich bij Leopold aandienend met het SLR WALTER SCOTT met het druivensap uit Hongarije en van de Rijn. Als vanzelfsprekend nodigde de Aartshertog zijn be zoeker uit om naast hem aan de tafel plaats te nemen en even later werd een overvloed aan spij zen opgediend. De beschaafde Montserrat merkte natuurlijk terecht dat hij hier meer met dwaze ver kwisting dan wel met koninklijke praal te doen had. Over het algemeen hadden de Oostenrijkers in die dagen nog iets van de barbaarsheid van hun voorvaderen overgehouden en Leopold maakte op die regel geen uitzondering. Hij hield van veel en lekker eten en liet zich daarbij graag omringen door een hele groep edelen, die het op hun beurt prettig schenen te vinden zich zo luidruchtig mo gelijk aan te stellen. De aandacht van de Markies werd voornamelijk getrokken door hun lange baar den en hun korte wambuizen, grillig gesneden en versierd, op een manier die men in andere Wester se landen zelden te zien kreeg. Een groot aantal bedienden liepen door de tent heen en weer, mengden zich af en toe ongevraagd in het gesprek en wierpen zich gulzig op de over schotten die hun meester hen toewierp, telkens wan neer hij van een bepaalde schotel voldoende had geproefd om zijn gulzige honger te stillen. Daar al deze bedienden vrij gebruik mochten maken van de wijn, die in grote hoeveelheden stroomde, duurde het niet lang of het lawaai nam nog in hevigheid toe en een half uur later waande men zich in een Duitse herberg of op een kermis, meer dan in het verblijf van een regerend Hertog. De Aartshertog zelf liet zich bedienen door pages die geknield naast hem zaten, at van zilveren borden en dronk uit gouden bekers. Zijn mantel was versierd met kostbare hermelijn en de kroon die hij droeg even aarde in waarde die van een koning, terwijl zijn voeten in dure, fluwelen schoenen staken, rustend op een voetbank van massief zilver. Het gesprek was levendig en werd herhaaldelijk onderbroken door uitingen van vrolijkheid. Over het algemeen werd het geleid door twee mannen achter de Hertog hadden plaats genomen en v, van de een spreukspreker of dichter en de ander nar was. Deze twee kerels lieten om beurten grap pige of ernstige wartaal horen en om beiden werd door de aanwezigen even luidskeels gelachen en in de handen geklapt. Vooral Leopold zelf scheen de uitspraken van zijn twee dienaars hoog op prijs te stellen en om de haverklap keek hij hoopvol naar zijn gast, als om te zien welke indruk deze blijken van Oostenrijkse welsprekendheid op een zo be schaafd edelman maakten. Doch welke ook de werkelijke gevoelens van Koen- raad van Montserrat waren, vermeed hij daar iets van te laten blijken en geduldig hield hij zijn ge laat in een lachende plooi, even ijverig pratend als de anderen, teneinde bij zijn gastheer geen argwaan of wrevel te wekken. Ondertussen echter wachtte hij gespannen op een goede gelegenheid om het on derhoud op de persoon van Richard te brengen. Lang werd zijn geduld wat dit betrof niet op de proef gesteld want de nar, die Leeuwenhart maar al te graag als doelwit koos voor zijn spot, veroor loofde zich na enige tijd enkele grapjes te maken, waarin de Leeuw een minder leuke rol speelde en die op algemene goedkeuring werden onthaald Wordt vervolgd „Doch uw Vader weet dat ge deze dingen behoeft Het zijn de zorgen zan iedere dag van de huisvrouw en het goed is zijn het ook de mede-zorgen van de huisvai eten, drinken, kleding, de schoolopleiding, de leerboeken piano misschien of het televisietoestel. Al die zaken die ddj lijks onze aandacht vragen, onze aandacht opeisen dikw zodat we eronder gebukt gaan. Jezus zegt het heel simpel: „Uw Vader weet dat ge d< dingen behoeftNiet: „de almachtige Schepper van h en aarde", maar „uw Vader". Zo wordt heel duidelijk die persoonlijke relatie tussen God en christen: een band als tu een vader en een kind. Een kind vraagt zijn vader: mag dit en mag ik datSoms zegt die vader ja en soms moet hij nee zeggen en dan is die weigering voor het best van het kind. Dat kind begrijpt dat niet altijd en komt «oj in opstand. Een christen begrijpt ook niet altijd waarom a Vader in de hemel nee zegt en ook hij komt soms in opstaj Toch: uw Vader wéét dat ge deze dingen behoeft..) Daaraan kunt ge u altijd vastklampen. Spréékt ge God ook aan als uw Vader? Dat gaat vóór a „Zoekt Zijn Koninkrijk", zegt Jezus, „en al die dingen zul u bovendien geschonken worden." WELV AARTS ALCOHOLISME INJ het verleden was er meermalen verband aan te wijzen tassen so ciale misstanden en drankmisbruik. De lange arbeidstijden, de lage lonen, de slechte voeding, de ongunstige woningtoestanden bevorderden dat menigeen „ontspanning" ging zoeken in de alcoholsfeer. De drankbestrij ding heeft dan ook terecht gepleit voor sociale verbeteringen. Thans zien wij echter een welvaarts- alcoholisme opkomen, dat als een groot gevaar beschouwd moet wor den. De Duitse televisie gaf onlangs een drie kwartier durende uitzending, waarin op de grote gevaren van het toenemende alcoholisme, vooral bij de jeugd, de aandacht werd geves tigd. „De Wereldstrijd" deed er goed aan, enige gegevens, die in deze uit zending werden vermeld, aan het Nederlandse publiek voor te houden. Wij lopen immers evengoed gevaar voor een terugval in het alcoholisme als de Duitsers, al zijn wij misschien nog niet zo ver op de verkeerde weg, dank zij onze wetgeving en de acti viteit van de drankbestrijding. Maar het is ook ten onzent reeds erg genoeg. De vele verkeersongelukken als gevolg van drankgebruik spreken een duidelijke taal. Enorm is in de laatste jaren in West- Duitsland het bierverbruik toegeno men. Dit bedroeg in 1950 38 liter per hoofd van de bevolking en in 1959 niet minder dan 90 liter. In Beieren, vanouds een bierland, werd zelfs 180 liter bereikt. Duizenden nieuwe drankgelegenhe den zijn na de oorlog in Duitsland geopend. Alleen in de deelstaat Nordrhein-Westfalen 9000, terwijl daarnaast vele Clandestiene verkoop- gelegenheden worden aangetroffen. Men spreekt zelfs van 6000 clan destiene inrichtingen. Er zijn ook vele bier- en wijnautomaten, die het aan de drinkers gemakkelijk maken. DE „SLAG OM AZIË" eens vaker hebben we gewezen op de veranderingen, welke zich in de afgelopen jaren in de inter nationale samenleving hebben vol trokken. Nog niet zo lang geleden werd politieke invloed achter de schermen uitgeoefend en lieten ook de grote mogendheden zich door hun belangrijkste diplomaten ver tegenwoordigen. Die tijd ligt achter ons. De verhou dingen in de wereld zijn zo grondig gewijzigd en de belangen, die op het spel staan zijn van zo grote beteke nis, dat alleen de grootsten onder de staatslieden nog in staat worden geacht een wezenlijke bijdrage te leveren voor het verbeteren van de betrekkingen tussen de volkeren. Dat het persoonlijke element hierbij een heel belangrijke rol speelt, bleek reeds uit de reis, die Eisenhower in december naar Azië maakte, maar ook uit het bezoek, dat Worosjilóf, president van de Sowjetume, aan India bracht. Worosjilof heeft in zijn land vrijwel geen invloed op het be palen van de binnen- en buitenlandse politiek. En daarom gaat Chroesj- tsjef vanavond zelf naar India, waar hij vijf dagen zal verblijven. Het bezoek van Chroesjtsjef (hij reist ook naar Birma, Indonesië en Afgha nistan) heeft tot velerlei speculaties aanleiding gegeven. De reis zou een Een groot gevaar vormen de z«r- naamde „jeugdkelders". Alleen U Keulen kent men er reeds 200. lis gelieden komen hier samen omfor drinken en te dansen. p Overheidsambtenaren en maatschG pelijke werkers van de Evangelist Kerk dringen aan op overheidsinde pen. Zij vrezen voor de toekomst,] Evangelische Kerk heeft een speel1 zorg voor jeugdige alcoholisten! het leven geroepen. Volgens een cente mededeling staan thans jongeren onder toezicht. De gevolgen van dit welvaarts holisme worden onder meer ge! monstreerd door het getal van 250)rj alcoholisten in de Bondsrepubl^ Een der leiders van een sanatori), voor slachtoffers van de alcij schatte hun aantal zelfs op de bevolking. Uit een officiële verklaring v&n ambtenaar, die werkte in het re»; Essen, bleek, dat vóór de oorlogje dit ressort het aantal verslaafden f de alcohol niet boven de 3000 kw#j! maar thans bedraagt het reeds 15^, Er is een te gering aantal sanatoria Dat van het alcoholisme vele \ls keersongelukken het gevolg zijn, p hoeft geen betoog. De politiechef Düsseldorf deelde mede, dat 40%Is ongevallen met dodelijke afloop a wijten is aan het alcoholgebruik autobestuurders. Van vele bedrl ongevallen is eveneens de alcoholkj hoofdschuldige. In Nederland moeten wij ook n>( waakzaam worden tegen het gev» waarmede het weer toenemende^ coholisme ons bedreigt. Er is hier en daar een neiging P de wetgeving minder streng te Ijjj ken, om het aantal vergunningen te breiden. Men zij voorzichtig. W1 de aan wie gevaar loopt om inr kwaad te vervallen tijdig de lr geboden, die hij behoeft. |L onderdeel uitmaken van de strijd F de macht, die zich binnen het Cé1 munistische blok afspeelt tussen!1 Sowjetunie en rood China; zij I bedoeld zijn om het resultaat f het goodwill-bezoek van Eisenhof' teniet te doen; en voorts zou zijl organiseerd zijn om een einéi maken aan de conflicten tussen i king en India, Birma en Indonej Chroesjtsjef gaat echter in de eejj plaats naar deze drie landen omje voorkomen dat het luchtledig, 0 staan door het wegvallen van r king als politiek centrum in AL wordt opgevuld door de VerenC Staten. Wanneer zijn reis suij heeft, zal het mes dus naar tl kanten snijden: Chroesjtsjef drh zich dan in de positie, welke v/ heen door China ingenomen W en voorkomt dan, dat het Wes opnieuw economische en politij invloed in de Aziatische landen 1 werft. L De „slag om de onderontwikkij, gebieden" is in volle gang. i| Chroesjtsjef Azie heeft bezocht, gj hij naar Afrika, waar hij óók t-: mogelijkheden ziet. En overal is optreden tegen het Westen geri Dat is de „vreedzame coëxisten| politiek" in de praktijk. Een tiek, waarvan de Aziatische en A kaanse landen stuk voor stuk slachtoffer kunnen worden. Maatregel tegen prof. Smits was niet juist De kerkorde geeft een andere weg aan De Commissie voor het opzicht uit de generale synode van de Hervormde Kerk heeft de maatregel van de Zuid hollandse commissie voor het opzicht tegen prof. dr. P. Smits te Den Haag nietig verklaard. In haar uitspraak zegt de syno dale oommissie, dat de Zuidholland se commissie onbevoegd is te oor delen, aangezien de kerkorde voor een dergelijke aangelegenheid een andere weg aangeeft, die buiten het terrein van een commissie voor het opzicht ligt en meer geëigend is voor de behandeling van vragen het be lijden der kerk betreffende. Om deze reden heeft de synodale commissie zichzelf in deze zaak ook bevoegd verklaard. De uitspraak van de synodale c missie komt hierop neer, dat het besluit van de commissie van Zuid-Holland prof. Smits zijn emeritaatsrechten te ontnemen, is vernietigd. Tegen prof. Smits is derhalve geen maatregel ge nomen ter handhaving van de kerkelij ke tucht. Kardinaal Stepina ernstig ziek i 62-jarige r.k. kardinaal Stepi wie de Zuidslavische autorite gedwongen verblijf in zijn geboó dorp Krasic, bij Zagreb, hebben c legd, heeft longontsteking. Volgens arts is zijn toestand „ernstig", maar „kritiek". Advertentie j FEL1SOL écht kleurec Zoals men weet, heeft de Z hollandse commissie prof. Si die bevoegdheden heeft van emeritus predikant van de I vormde Kerk, de emeritaatsrecl ontnomen, vanwege zijn publii op Goede Vrijdag over het sta van Jezus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2