STERLING SHAG VELPO i Dr. Geelkerken was tijd ver vooruit KONING- RICHARD Bij medezeggenschap is staking minder urgent Herderlijk schrijven over de Pinkstergroepen Een woord voor vandaag Kanttekening ChefarmeA 2 DINSDAG 9 FEBRUARI 1960 K Actuele sociale vraagstukken (Van onze soc.-econ. red.) „Nu in de vervoerssector zich het vraagstuk van de werk staking heeft voorgedaan, rijst onwillekeurig bij menigeen de vraag in hoeverre de werk staking als middel tot het he reiken van bepaalde doelstel lingen geoorloofd is", zo be gint het orgaan van de Christe lijke Bond van Brandstofhande laren een artikel, dat als volgt luidt: „Enkele tientallen jaren geleden Werd over dit vraagstuk nogal het een en ander geschreven. Er wa ren naast voorstanders in het pro testants-christelijke kamp ook te genstanders. Maar er is in de sindsdien verstreken jaren in so ciaal opzicht het een en ander ge beurd. De situatie van toen wijkt in menig opzicht sterk af van die van .nu. In 1923 werd onder mi nister Aalberse een regeling ge troffen in de Arbeidsgeschillenwet, waarbij de Rijksbemiddelaars ten tonele verschenen. In 1927 kreeg onder minister Dormer de wet op de collectieve arbeidsovereenkom sten een afgeronde regeling, ter wijl sinds 1937 de mogelijkheid tot het algemeen verbindend ver klaren van een cao is geopend. In het verlengde van de cao ligt de gedachte van bedrijfsorga nisatie. De wet op de pbo van de na-oorlogs» tijd. De gedachte van de onderneming als een bedrijfs- gemeenschap is een goede gedach te. Van protestants-christelijke zij de wordt ernaar gestreefd deze gedachte gestalte te geven door het pleit te voeren voor een her ziening van ons vennootschaps recht, door de verdere uitbouw van de pbo te stimuleren. Het is dus terdege van belang de vraag naar het geoorloofd zijn van werkstaking te zien tegen de achtergrond van deze ontwikke- Alvorens op de gestelde vraag te antwoorden, geven we weer hoe dr. A. Kuyper in 1872 over liet recht van werkstaking dacht. Prof. Diepenhorst heeft in het bekende werk ..De Loonarbeid" hierover geschreven. De mening van Kuy per wordt als volgt weergegeven: Juridisch zijn de werkstakingen onbetwistbaar te verdedigeix. Met welk recht zou men de werkman willen verhinderen, zijn kapitaal, de arbeid, op de meest voordelige wijze te be leggen, in overeenstemming en samenwerking met anderen, die hetzelfde belang hebben? Han delt de geldbezitter, de beurs speculant en ook de staatsamb tenaar niet evenzo? De Kerk, die sinds negentien eeuwen, zonder aanzien des persoons, de rechten van allen verdedigt, staat hier de arbeider volkomen ter zijde. Op het Eerste Christelijk-Sociaal Congres van 1891 werd met be trekking tot deze kwestie de voleende uitspraak aanvaard: Het recht tot werkstaking, mits nooit als politiek instru ment of moedwillige contract breuk, kan geenszins worden ontkend. Het is eis der Christe lijke consciëntie van .dit recht geen gebruik te maken, vóórdat de overtuiging is verkregen, dat alle middelen zijn uitgeput in sommige gevallen evenwel kan werkstaking plichtmatig Het komt ons voor, dat laatst genoemde nltsnraak ook voor de tegenwoordige tijd nog wel berken- baar is. Er is sinds 1891 wel heel veel bereikt met betrekking tot de sociale toestanden, waaronder gewerkt moest worden. We ken nen een sociale wetgeving, die de arbeiders beschermt en hun rechts positie regelt. En het streven is gericht op concretisering van de solidarlteitsgedachte van onderne mer, arbeider en kapitaalverschaf fer hinnen het kader van de on derneming. Wanneer dit alles als een opdracht voor de toekomst geldt, zal in een zodanig gedach te toekomst het vraagstuk van de werkstaking minder urgent zijn, omdat de arbeiders dan zelf me dezeggenschap en mede-beslis singsrecht hebben met betrekking tot de onderneming, waarin ze Zolang een groot deel van deze wensen en verlangens, nog on vervuld zijn, is het mogelijk, dat er in bepaalde ondernemingen toe standen heersen inzake veitliende lonen en loonvoorwaarde, die aan leiding geven tot ernstige span ningen. Wanneer in dergelijke situaties naar het middel van werkstaking gegrepen wordt, om aan de gestel de wensen en verlangens kracht bij te zetten, rijst de vraag, wel ke voorwaarden bij het hanteren van dit middel in acht dienen te worden genomen. De heer M. Ruppert, oud-voorzitter van het C.N.V., noemt in zijn werk „De Nederlandse Vakbeweging", de volgende voorwaarden, die naar zijn mening bij het proclameren van een werkstaking in acht die nen te Worden genomen: 1. het doel moet rechtvaardig zijn; 2. er mag geen contract breuk plaatsvinden; 3. staking mag geen politiek instrument zijn; 4. solidariteitsstakingen zijn in het algemeen .onaan vaardbaar; 5. personeel in Over heidsdienst mag niet aan sta kingen deelnemen; 6. er dient een redelijke kans aanwezig te zijn, dat de staking gewonnen wordt; 7. de staking dient als ultimum redium, als laatste middel te worden beschouwd. Deze voorwaarden van de heer Ruppert stemmen in grote trekken overeen met de uitspraak van het Eerste Christelijk-Sociaal Congres i 1891. Met instemming citeren we de heer Ruppert, wanneer hij in het slot van het hoofdstuk, waarin over de werkstaking wordt gesproken, zchrijft: Opgemerkt zij, dat niet de vorm, maar de geest, de ge zindheid zowel van werkgevers als werknemers beslissend blijft. Wie het aantal conflicten wil verminderen, bevordere daarom de goede geest, de bereidheid tot overleg en samenwerking. Nog steeds is Da Costa's woord ook op sociaal gebied van toepas sing: „Toenaad'ring eist Gods orde en dezer tijden nood", aldus be sluit het artikel in „De Brand- stoffenhandel". Bouwmaatschappi j „Er stroomt de laatste jaren te weinig jong bloed naar het mid den- en kleinbedrijf, zodat het aantal vestigingen zelfs al geen gelijke tred meer houdt met de groei van de bevolking", aldus schrijft het blad van de christe lijke textielhandel „Textilia". „De oorzaken van deze misstand zijn velerlei: de veranderde gees telijke instelling van de jeugd; de volledige werkgelegenheid, die goede kansen biedt in de loon dienst; de voorkeur die vele mid denstanders voor hun kroost ge ven aan een werkkring met min der hoofdbreken en risico; in zo verre het geheel nieuwe vestigin gen betreft ook de concurrentie kracht en het expansievermogen van het grootwinkelbedrijf. In de nieuwe Middenstandsnota wordt het daarom noodzakelijk gevonden dat de middenstand als §eheel, d.w.z. de individuele mid- enstander en het georganiseerde bedrijfsleven, voldoende belang stelling voor het opvolgingsvraag- stuk aan de dag legt en daarbij in onderlinge samenwerking ook naar de middelen zoekt om het achterblijven van het midden- en kleinbedrijf in de stedelijke ont wikkeling tegen te gaan. Nadat de bedrijfsfinanciële zijde van het voortzettingsvraagstuk is belicht, wordt in de nota de vraag gesteld, of het middenstandsbe ten in de plaatselijke en gewestelijke uitbreidingsplannen worden ont worpen: „Wellicht zou het moge lijk zijn te komen tot de oprich ting van een maatschappij die tot taak zou hebben gronden en ge bouwen in eigendom te verkrijgen en deze aan het midden- en klein bedrijf betzij te verhuren, hetzij in eigendom over te dragen." Dit is wel een van de meest concrete denkbeelden voor de naaste toekomst die in de Mid denstandsnota te vinden zijn. En de vraag ligt voor de hand: Wie legt de eerste steen tot deze In stelling? Of is er al een begin gemaakt? Ook hier rijst weer een financieel vraagstuk, maar zulke problemen zijn wel eens meer op gelost, ook door de middenstand, zij het meestal met behulp van een duitje van overheidswege. Voor de bedoelde maatschappij zelf zal wel geen nieuw gebouw nodig zijn; een paar vertrekken In een bestaand huls aan een Am sterdamse gracht of Haagse laan zullen, tenminste voorlopig, haar wel voldoende onderdak kunnen In leder geval moet, dunkt ons, voorkomen worden dat vanwege de regering, in een derde nota zou kunnen worden opgemerkt: „Het advies, gegeven in onze vo rige nota, een maatschappij voor de verwerving van gronden en gebouwen ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf in het le ven te roepen, heeft tot geen weerkTai Textilia. dank gevonden", aldus m iü Piiiiii1 v4 iü niiiiiimp Generale synode Herv. Kerk j Beroepingswerk Appel van de bewegingen DE generale synode van de Ne- derlandsch Hervormde Kerk heeft gisteren op Woudschoten een concept-herderlijk schrijven over de kerk en de Pinkstergroe pen besproken. Het concept is op gesteld door de commissie voor secte-wezen. De synode oordeelde het nodig zich tot de gemeenteleden tc wen den in verband met de toegeno men activiteiten van allerlei Pink stergroepen. In het stuk van de commissie wordt gewezen op de sterke na druk, die de Pinkstergroepen leg gen op de geestesdoop, op de doop op belijdenis en door onderdompe ling, ook als men als kind reeds gedoopt is. Deze praktijk heeft bij de leden van de kerk en vooral bij de ker keraden nog al beroering gewekt, Wat moet men doen met ge meenteleden en ambtsdragers, die zich laten herdopen? Achtereenvolgens werd behandeld wat verstaan moet worden onder de pinkstergroepen, wat hun boodschap is, wat het antwoord van de kerk moet zijn op deze boodschap en ten slotte de vraag of er in de kerk geen gebrek is aan besef van de tegen woordigheid van de Heilige Geest. Door het optreden van de Pinkster mensen is een belangrijk stuk van de Bijbelse boodschap, namelijk de leer omtrent de Heilige Geest, weer aan de orde gesteld. Daar staat tegenover, zo zegt dit herderlijk schrijven, dat men er zich voor moet hoeden de Heilige Geest een wet voor te schrijven. Het con cept herderlijk schrijven gaat ver der in op de gave van de profetie en van de genezing en op de doop door onderdompeling. Nadat een aantal leden van de sy node opmerkingen over het rapport gemaakt had en de commissie de ze opmerkingen had beantwoord, stelde het moderamen voor, dat de daartoe benoemde commissie met de commissie van rapport de opmerkin- ïn van de synode zal bewerken. Daarnaast moet het appèl van de Pinksterbewegingen ten volle ge hoord blijven. Daarna zal het dan weer aan de generale synode wor den aangeboden. Het voorstel van de moderamen wordt daarna met al gemene stemmen aangenomen. Het oude praesidiaat (dr. A. A. Cool- haas, praeses, ds. P. G. van den Hooff, ds. A. Noorman en ds. Ph. F. Faber) werd herkozen. De praeses herdacht enkele mede werkers, die in het afgelopen jaar zijn overleden: mr. A. de Jong, secretaris de Algemene Voogdijraad, ds. A. der Flier, die namens de Raad het verband met andere kerken de synodevergaderingen bijwoonde mr. S. C. de Vries, directeur van bureau van de synode. Ds. F. J. S. Rumainum. voorzitter an de Protestants Christelijke Kerk an Nieuw-Guinea en ds. E. A. D Pichal, voorzitter van de Evungelischt Prot. Kerk in België, werden als gas ten welkom geheten. Advertentie Knotselaars ljjmen met van Ceta-Bever Algemene vergadering Vereniging CHU-leden van gemeentebesturen De algemene ledenvergadering van de Vereniging van Christelijk-Historische Leden van Gemeentebesturen in Neder land zal op 17 februari in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht gehouden worden. De burge meester van Nieuwer-Amstel, de heer J. H. Reinders, zal spreken over „De grenzen in functie van gemeenten". Werken van Calvijn in het Spaans Tijdens een te Amsterdam gehouden bijeenkomst van het bestuur van het Internationaal Reformatorisch Ver bond, waaraan vertegenwoordigers uit de Verenigde Staten, Engeland, Neder land, Duitsland, België, Frankrijk, Por tugal, Zuid-Afrika, Indonesië en Korea deelnamen, is besloten verder mede te werken aan de versterking van de bi bliotheek van het (interkerkelijk) theo logisch seminarie te Carcavelos in Por tugal door het zenden van reformato rische boeken. Tevens werd steun toe gezegd bij de uitvoering van een litera tuurprogramma, waarmede de Portu gese afdeling van het IRV op korte ter mijn hoopt te beginnen. In de komende maanden zullen met steun van het IRV enkele kleinere werk jes van Calvijn in het Spaans worden gepubliceerd. NED. HERV. KERK Beroepen te Bodegraven: L. Blok te Capelle a. d. IJssel! te Raamsdonk: P. Kolijn te Aalst (Gelderland); te Wad- dinxveen: H. N. van Hensbergen te Ren- kum; te Goudriaan-Ottoland: kand. J. C. e Bie te Sprang (N.B.) GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te 's-Gravenzande (vac. L. J. Boeijinga) N. Korenhoff te Appingedam: te Ernewoude en te Erica: J. de Hoop cand. te Harderwijk; te Schermerhorn en te Valthermond: F. Spoelstra, cand. te Groningen. CHR. GEREF. KERKEN Tweetal te Mijdrecht: P. N. Ribbers te Noordscheschut en P. H. Seggelink te Maarssen. Bedankt voor Murmerwoude: D. Slag boom te 's-Gravenzande. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te St. Catharines (Ontario): C. Hegeman te Genemuiden. Bedankt voor Aagtekerke: A. Elshout te Utrecht. „De rijke dwaas" noemen we liem waarom eigenlijk? Wai die man, die Jezus in zijn gelijkenis beschrijft, zo'n dwaast Hij deed wat wij noemen aan „planning": na een jaar vat overvloedige oogsten maakte hij een vele-jar en-plan om dl verkregen welvaart gelijkmatig te spreiden. Is dat zo dwaast. Is het niet veeleer verstandig? Hoe zit de christen van vandaag soms met dat welvaartsbegrit in de knoop! Want ook een christélijk-sociale politiek is eet politiek van materialistische planning. Ook een streven vat christelijke vakbonden is een streven, gericht op verhoginlM van welvaart. Produktiviteitsverhoging en bedrijfsuitkomste&a spelen in dit alles hun rol. Zijn we in dit alles niet bezig dal 5 te doen wat door God „dwaas" genoemd wordt? Waarom was die rijke plannenmaker een dwaas? Niet omdat hij rijk was en niet omdat hij plannen maakte hij was dwaai omdat hij met dit alles zijn leven vulde. Hij verzamelde zijn schatten voor zichzelf in plaats van dat hij ze dienstbaar steldé aan God. Hij was een materialist en een christen kan nooit materialist zijn. i Hoort ge dat: een christen kan nooit materialist zijn DE FAKKELDRAGERSDAG Advertentie GRIEP dreigt overal neem vlug „Akkertjes" in huis AKKERTJES helpen direkt Overleden leider herdacht 1 ndrukwekkende rouwdienst in Parkkerk (Van een onzer verslaggevers) ,,Iets van de adelaar was hem eigen. Maar hij kon ook met tra nen in de ogen spreken over Gods zegeningen in zijn leven Hij was een vertegenwoordiger van het overtuigds gereformeerde le venslicht, vAn aanleg beslist conservatief fin toch was hij reeds in zijn jonge jaren als predikant zijn tijd ver vooruit De ingrij pende gebeurtenissen in zijn leven hebben hem wel gekwetst maar toch niet echt verbitterd." Dit waren enige typeringen, die prof. dr. E. L. Smelik gaf van de gestorven predikant dr. J. G. Geelkerken. Aan de begrafenis van deze vroegere voorman der gereformeerde .kerken in hersteld verband, ging een rouwdienst vooraf in de Parkkerk te Amsterdam, „het kerk gebouw waarin zich zoveel heeft afge speeld", gelijk prof. Smelik zei. Een grote menigte was naar de kerk gekomen. Tal van hen behoorden eer tijds tot de parochie van dr. Geelker ken. Tientallen predikanten uit Amster dam en vele oud-voorgangers van de kerken in hersteld verband waren aan wezig; ook enige gereformeerde domi- aes zaten in de Parkkerk. De generale synode van de hervorm de kerk had de emeritus-predikant W. A. Zeydner te Rotterdam afgevaardigd. Toen in 1946 de fusie tussen dc her vormde kerk en de kerken in hersteld verband tot stand kwam, reikten ds. Zeydner destijds praeses der syno de en dr. Geelkerken elkaar de hand tot bezegeling van die gebeurtenis. Voor de kansel, waar hij ontelbare Advertentie SupéA kuJaliUtf, Altijd vers in dubbelwandige shagbeurs Spaar de voetbalclub-emblemen I malen het evangelie had verkondigd, stond de kist met het stoffelijk over schot van dr. Geelkerken. Bij het begin an de dienst zong de gemeente de ver in 7 en 8 van psalm 89. Prof. Smelik jarenlang ambtge noot van dr. Geelkerken tekende de thans gestorvene eerst als de echte herder en leraar, die hij rond 1920 in de gereformeerde kerken was. Velen zijn door hem geestelijk gevormd, ook buiten zijn gemeente. Met name heeft hij diverse studenten ingeleid in de grondzekerheden van het reformato risch geloof. Wat er voor kwaads over hem te zeg gen valt aldus prof. Smelik heb ben anderen al meer dan genoeg ge daan. Hij was in zeker opzicht een moei lijk man. Daarom heeft hij het vele tegenstanders, die hem in de grote za ken niet aan konden, gemakkelijk ge maakt om hem op kleine dingen aan te vallen. Geelkerken voelde zich zijn leven lange en geestverwant van Bavlnck, „Reeds lang voor de beruchte synode vaai Assen heeft hij gewaarschuwd te gen wat hij toen als een gevaar zag voor de gereformeerde kerken." GEKWETST Van wat er te Assen tegen hem ge daan werd, is Geelkerken nooit hele maal losgekomen. Het heeft hem griefd, dat men toen gebleken dat de Asser synode èn kerkrechtelijk èn theologisch de plank missloeg, het geen nu in de gereformeerde kerken wordt toegegeven dit nooit heeft wil len erkennen; en dat men na jaren pro beerde de toen ingenomen standpunten goed te praten, waarbij dr. Geelkerken woorden in de mond werden gelegd, die hij nooit gesproken heeft. „Gekwetst was hij en ik moet die kwetsing ook op het gereformeerde volksdeel leggen", zei prof. Smelik, die dank bracht aan allen, welke ge tracht hebben de kwetsing te verzach- Twintig jaar was hij de centrale fi guur in de kerken van het hersteld band. De grootste daad, die hij richtte, was dat hij de beweging van het hersteld verband niet heeft laten erstarren, maar dat hij zijn rijpste le venskennis gebruikte om de hereniging met de hervormde kerk te bewerkstel- Hij toonde zich toen een eminent er stijlvol man, die met Juridische precies heid te werk ging. Veel heeft dr. Geelkerken op wijder terrein gedaan: voor militairen, voor het bijbelgenootschap, voor de wereld kerk. De laatste jaren ging hij ietwat vereenzaamd zijn weg. Wie hem bezocht hij is echt „ontslapen". Na het zingen van gezang 282 (Blijf bij mij, Heer), sprak prof. Smelik de zegen uit. Op de begraafplaats heeft de van dr. Geelkerken een woord dank gesproken tot hen, die hun oude leraar naar het graf vergezelden. Schrik maar niet, antwoordde Koenraad luch tig. voordat Richard genezen is zal nog heel wat tijd verstrijken en intussen kunnen wij best een openlijke breuk te weeg brengen tussen hem en zijn Franse en Oostenrijkse bondgenoot. En zodra dat gebeurd is, is voor Richard de kans verkeken. Hij mag dan al zijn eigen leger aanvoeren, de an deren zullen hem niet meer volgen. Uw bedoeling is goed, zei de Tempelier, maar is uw boog sterk genoeg om de pijl zo ver te schie ten? Hij bleef plotseling staan en keek angstvallig om zich heen om te zien of niemand hem kon horen. Dan greep hij de Markies bij de arm en fluisterde: Maar neen; Richard mag niet meer van zijn bed opstaan; dat is het enige middel om alles te red den. De Markies van Montserrat schrok. Hij werd bleek en zijn handen trilden. De Tempelier echter keek hem hooghartig aan en er verscheen een spot tende trek om zijn mond. Weet u op wie u lijkt, heer Koenraad? vroeg hij schamper, niet op een dapper Markies, maar meer op een knaap die zonder het te weten de duivel heeft opgeroepen en zijn bloed voelt verstijven bij de consekwenties van zijn eigen woorden. Ik geef toe, stamelde de Markies, dat de weg die gij aantoont stellig de zekerste is. maar wij zouden gevaar lopen door heel Europa vervloekt te worden zowel door de paus als door de ellen digste bedelaar als wij het wagen. Als u dat werkelijk vreest, onderbrak hem de Tempelier zonder zijn ijzige kalmte te verliezen, laten wij dan denken dat wij niet met elkaar ge sproken hebben. Neen, dit gesprek kan niet ongedaan gemaakt worden, riep Koenraad, zich eindelijk min of meer herstellend. Waarom niet? grinnikte de Tempelier. Omdat SIR WALTER SCOTT zich al te diep Laten wij afspreken, besloot Koenraad, dat ik eerst een poging zal ondernemen, om de vrede tussen Oostenrijk en Engeland te verbreken. Na die woorden namen zij van elkaar afscheid. Koenraad bleef nog enige tijd staan en keek naar de zich verwijderende witte mantel van de Tempelier, die zich onder het lopen waaiend openplooide als een dreigende vleugel. De laatste wending van het ge sprek had de Markies vervuld met een knagende vrees. Hij was in de grond een vreedzaam man, wel iswaar eerzuchtig en niet zo bang om het met de eerlijkheid nogal ruim te nemen, doch voor de rest hield hij te veel van zijn goed en gemakkelijk be staan om zich tot wrede en weerzinwekkende daden te laten verleiden. Een hertogshoed was hem wel kom, doch voor niets ter wereld wilde hij afstand doen van zijn goede naam en gemoedsrust. Ik vrees dat ik inderdaad de duivel in persoon heb geroepen, fluisterde hij voor zich heen, maar hoe kon ik ook weten dat die sombere grootmeester zich zou laten verleiden om het verraad zo ver te drijven? Neen, ik wil de kruistocht wel tegenwerken, maar niets kan mij er toe brengen.... In zijn gedachten werd hij gestoord door een stem die niet ver van hem opklonk en die nadrukkelijk riep: Denk aan het Heilig Graf! Op zichzelf genomen was dit in het geheel niets bijzonders, want de wet van de kampplaats schreef voor dat de- schildwachten elkaar die woorden van tijd tot tijd moesten toeroepen om zodoende des te be ter aan de taak te blijven denken die hen hier had gebracht. De Markies had deze woorden dan ook reeds heel dikwijls gehoord en nooit had hij speciale aandacht aan besteed, maar thans na gesprek van zoëven klonk die zin hem opeens de oren als een dreigende, waarschuwende stem uit de hemel. Hij keerde zich om en liep snel naar zijn tent, waar hij zich op zijn veldbed liet vallen en pro beerde helder na te denken. Morgen, zuchtte hij eindelijk, zit ik aan de ta fel van de Aartshertog van Oostenrijk en dan zullen wij zien wat wij kunnen doen om ons plan ten uit voer te brengen, zonder daartoe de duivelse voor stellen van de Tempelier in het spel te betrekken. HOOFDSTUK XI Leopold, Aartshertog van Oostenrijk, de eerste ln rang in het edel land waar de vorstelijke kroon toe behoorde, was op de keper beschouwd meer een zwak en ijdel personage dan wel een ijverzuchtig en wreed vorst. Hij was groot, breed en uiterlijk knap, met een fors gelaat waarin rood en wit fel contrasteerden, omkranst door lange, sierlijke lok ken. In zijn gang kon men echter een zekere stijf heid bespeuren, eigen aan lieden die niet genoeg veerkracht bezitten om zo'n grote vleesmassa soepel in beweging te brengen. Een van zijn voornaamste tekortkomingen bestond bovendien hierin, dat hij niet steeds scheen te weten hoe zijn waardigheid op te houden, zodat hij zich maar al te vaak liet ver leiden tot uitbarstingen van woede en scheldpartij en, liever dan gezag te laten gelden op een kalme en autoritaire manier. Wordt vervolgd De VOORLAATSTE socialistische „Fakkeldragersdag" was ge richt geweest tegen de eigen socia listische ministers in het toen nog zittende kabinet-Drees, Is het won der, dat met enige belangstelling is uitgezien naar de Fakkeldragersdag die voor vorige week was aangekon digd? Het resultaat moet ook voor de ob jectieve beschouwer teleurstellend heten. Of is het niet teleurstellend, dat, terwijl het socialisme steeds meer afstand had genomen van allerlei marxistische leerstellingen, nu toch weer iemand als professor Scher merhorn tracht zijn partijgenoten deze oude plunje aan te trekken? En is het niet teleurstellend, wan neer nog altijd dezelfde professor Schermerhorn zich keert tegen de toch waarlijk niet overdreven po gingen, ook van het huidige kabinet, om tot wat meer bezitsvorming voor de mensen te komen? Moet het ten slotte niet teleurstel lend heten, wanneer in een heel forum van debaters slechts één over de voetbaltoto de woorden wist te vinden, die men tenminste van een socialist verwachten mocht? Die ene, een vrouw, was tegen de pool, omdat zij hem a-socialistisch vindt. Ze bedoelde kennelijk: anti-socia listisch. Wat trouwens op deze Fakkeldragers dag over de toto werd gezegd, had bedenkelijk weinig om het lijf. We misten elk heenwijzen naar de be dreiging van de volksgezondheid, iets waartegen in het bijzonder de ker- kélijke adressen met zo grote klem hebben gewaarschuwd. Hopen wij, dat de socialistische ■partij-voorzitter Vermeer bij de be handeling van de toto aan deze adressen zeker zoveel aandacht be steden wil, als hij zich thans reeds bezorgd blijkt te maken voor niet óver het humanisme. HOOG SPEL IN MOSKOU Een teleurstellende Fakkeldragerszij dag dus, die ook het socialisme gcei stap verder heeft kunnen brengen Ieder Nederlander zal dit nuchtere en zonder vreugde of leedvermaalO. moeten vaststellen. Je' Een positieve bijdrage immers wa. j al evenmin de klacht van de vooE°' zitter, dat de huidige loonpolitiek dlcii solidariteit onder de arbeiders onder graaft. Wij voor ons menen, dat to01 de ondergraving van deze solidariterj juist beweringen als deze dienstli zijn. Het ware een kwalijke zaak, indli Ji ld: de solidariteit onder de arbeider.uu zich zo spoedig ondergraven lieL.' Het zou ook niet pleiten voor scholing, die het socialisme hen wi hebben laten ondergaan. Maar bijzonder verdrietig achtéP1 wij toch wel de laatdunkende wij* waarop gesproken is over een lm i mers nog altijd bescheiden persooire lijk bezit. Gemeenschappelijk bezl gaat vóór persoonlijk eigendom, zr", is op deze wat ouderwets aandoendpj Fakkeldragersdag weer met kier beweerd. Och, wij menen, dat er t onze samenleving onderscheiden vormen van bezit zijn. Er is gemeei^, schappelijk bezit en er is persoonlik bezit. Onze indruk is, dat het g& meenschappelijk bezit een grol 1 omvang heeft aangenomen. Wat bezit immers de staatsgemeen schap zoal niet? Zou de mens daar naast niet ook wat persoonlijk bezl mogen hebben? Wc vragen h£' maar, op gevaar af dat onze vraat'; zal gerekend worden tot wat meja op de Fakkeldragersdag noemde „gedrein om bezitsvorming". Vj vragen het maar, doch het schijr niet te mogen. De dagen van wat men destijfilj noemde het personalistisch socl£ lisme behoren ook voor iemand aj professor Schermerhorn blijkbafc alweer tot een overwonnen verledeiii T70RIGE WEEK hebben wij, naar aanleiding van de communis tische topconferentie in Moskou, reeds gewezen op het hernieuwde streven van de Sowjetunie, haar positie in Oost-Europa te consoli deren door het sluiten van een af zonderlijk vredesverdrag met het communistische regiem in de Sowjet- zone van Duitsland. De verklaringen, die na bedoelde conferentie werden afgelegd, wijzen erop, dat Chroesjtsjef van plan is, tijdens het topgesprek met de weste lijke mogendheden, dat op 16 mei in Parijs moet beginnen, hoog spel te spelen om zijn doel te bereiken. En dat het Westen de handen vol zal hebben om zich tegenover de voortvarende Russische premier staande te houden. Walter Ulbricht; de Oostduitse partij chef, heeft reeds laten weten, dat er geen akkoord over de ontwapening mogelijk zal zijn, als niet eerst het Duitse probleem zal worden opge lost. Dit vraagstuk zal naar de op vatting van de communisten pas geregeld zijn, wanneer men zich in het Westen neerlegt bij het bestaan van twee Duitse staten en bij de regeling, welke de Sowjetunie voor de toekomstige status van West- Herlijn heeft voorgesteld. Chroesjtsjef zelf heeft van het be zoek van de Italiaanse president, Giovanni Gronchi, gebruik gemaakt om nader uiteen te zetten, wat het Westen op de komende topconfe rentie van de Sowjetunie kan ver wachten. Hij vertelde niets nieuws, maar de wijze waaróp en de beslist heid waarmede hij zijn opvattingen uiteenzette, laten aan duidelijkhej,, niet te wensen over. ei Langzaam maar zeker is men er cl de Sowjetunie in geslaagd, Wes Duitsland in discrediet te brenge?' De campagne begon al vele jare' geleden, toen men een actie begoa tegen het herleefde Duitse milili risme. Daarna signaleerde men 11 Moskou een herleving van het natile naal-socialisme en volgde men ef politiek van verdachtmaking tege vele vooraanstaande figuren in Wesi Duitsland. Of het herleefde antisemitisme oo, zijn voedingsbodem in het commii nistische kamp heeft gehad, kaj moeilijk worden beoordeeld. Wel f' het een onloochenbaar feit, dat dl verschijnsel bijzonder goed in #i kraam van Chroesjtsjef te pas korall Chroesjtsjef heeft het ijzer dan o«s willen smeden, terwijl het heet wa|' Ongetwijfeld hebben de ontwikkf lingen van de afgelopen maanden t Wcst-Duitsland ertoe geleid, dl velen zijn gaan twijfelen aan de di mocratische gezindheid van velen Dit kan tot gevolg hebben, dat me: veel minder dan voorheen geneis» zal zijn, rekening te houden met d- politiek, die bondskanselier Adi nauer ten aanzien van het Duit/ probleem wenst te volgen. Het is zelfs niet onmogelijk, dat met' niet alleen in Engeland, maar ook i andere westelijke landen, tot c overtuiging komt, dat de blijvend verdeeldheid van Duitsland de bes garantie voor de vrede in Europa l En dat is nu juist, waar Chrocsjtsjè naar streeft. 1 Jaarvergadering G.J.O. op 23 april Het agendum van d 48e jaarverga dering van de Bond voor gereformeer de Jeugdorganisatie, welke zal gehou den worden op 23 april a.s. in „Kras" te Amsterdam, vertoont een ander beeld, dan het tot nu toe gebruikelijke schema. De huishoudelijke vergadering is n.l. verplaatst naar de middagverga dering, Dit staat in verband met één van de Bestuursvoorstellen n.l. de nieu we formulering van de doelstelling. In de morgenvergadering zal de voorzitter, dr. J. L. P. Brants te Emmen, over deze nieuwe formulering refereren, welk referaat zal worden geïllustreerd met twee uitbeeldingsspelen. Een ander voorstel is het uitgeven van een nieuwe periodiek voor de be stuursleden van de Oudersverenigingen. Aan het einde van de middagvergade ring zal een Bondsdagspel veitoond wor den: „En dit zal U het teken zijn." De muzikale ontvangst van de deelne mers zal geschieden door het Tamboer en Pijpercorps „Willem van Oranje" te A: ïsterdam. Aan de beurt van aftreden zijn dr. J. L. P. Brants en mej. M. van Doorn te Rijswijk. Als tegencandidaten zijn gesteld: de heer H. Snoek te Ede en mevi. H. Vesseur-Baane te Rockanje. De heer A. Deuzeman te Arnhem treedt Griep? Chefarine„4'j doet wondereni n Elk labiel Cheiarine „4" bevat 4 gent middelen, die in dc gehele wereld beroei zijn geworden en millioenen mensen baat brachten. De vier middelen tezamcj werken nóg beter en helpen ook vaak dar wanneer andere middelen (alen. KJt Ü9BH lYf /ill" 7f j Tegon pijnen en griep. Geschikt voor de gevoeligsle m want die wordt beichermd door het bestanddeel Chefa 20 tab!. 10.80. Voordelige gezinsverpakking 100 labl. I! (reglementair) verplicht af als lid vl de commissie tot nazien van de boekij Voorgesteld wordt in diens plaats

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2