STERLING SHAG
VELPO
i
Dr. Geelkerken was
tijd ver vooruit
KONING-
RICHARD
Bij medezeggenschap is
staking minder urgent
Herderlijk schrijven over
de Pinkstergroepen
Een woord voor vandaag
Kanttekening
ChefarmeA
2
DINSDAG 9 FEBRUARI 1960
K
Actuele sociale
vraagstukken
(Van onze soc.-econ. red.)
„Nu in de vervoerssector zich
het vraagstuk van de werk
staking heeft voorgedaan, rijst
onwillekeurig bij menigeen de
vraag in hoeverre de werk
staking als middel tot het he
reiken van bepaalde doelstel
lingen geoorloofd is", zo be
gint het orgaan van de Christe
lijke Bond van Brandstofhande
laren een artikel, dat als volgt
luidt:
„Enkele tientallen jaren geleden
Werd over dit vraagstuk nogal het
een en ander geschreven. Er wa
ren naast voorstanders in het pro
testants-christelijke kamp ook te
genstanders. Maar er is in de
sindsdien verstreken jaren in so
ciaal opzicht het een en ander ge
beurd. De situatie van toen wijkt
in menig opzicht sterk af van die
van .nu. In 1923 werd onder mi
nister Aalberse een regeling ge
troffen in de Arbeidsgeschillenwet,
waarbij de Rijksbemiddelaars ten
tonele verschenen. In 1927 kreeg
onder minister Dormer de wet op
de collectieve arbeidsovereenkom
sten een afgeronde regeling, ter
wijl sinds 1937 de mogelijkheid
tot het algemeen verbindend ver
klaren van een cao is geopend.
In het verlengde van de cao
ligt de gedachte van bedrijfsorga
nisatie. De wet op de pbo van de
na-oorlogs» tijd. De gedachte van
de onderneming als een bedrijfs-
gemeenschap is een goede gedach
te. Van protestants-christelijke zij
de wordt ernaar gestreefd deze
gedachte gestalte te geven door
het pleit te voeren voor een her
ziening van ons vennootschaps
recht, door de verdere uitbouw
van de pbo te stimuleren.
Het is dus terdege van belang
de vraag naar het geoorloofd zijn
van werkstaking te zien tegen de
achtergrond van deze ontwikke-
Alvorens op de gestelde vraag
te antwoorden, geven we weer hoe
dr. A. Kuyper in 1872 over liet
recht van werkstaking dacht. Prof.
Diepenhorst heeft in het bekende
werk ..De Loonarbeid" hierover
geschreven. De mening van Kuy
per wordt als volgt weergegeven:
Juridisch zijn de werkstakingen
onbetwistbaar te verdedigeix.
Met welk recht zou men de
werkman willen verhinderen,
zijn kapitaal, de arbeid, op de
meest voordelige wijze te be
leggen, in overeenstemming en
samenwerking met anderen, die
hetzelfde belang hebben? Han
delt de geldbezitter, de beurs
speculant en ook de staatsamb
tenaar niet evenzo? De Kerk,
die sinds negentien eeuwen,
zonder aanzien des persoons, de
rechten van allen verdedigt,
staat hier de arbeider volkomen
ter zijde.
Op het Eerste Christelijk-Sociaal
Congres van 1891 werd met be
trekking tot deze kwestie de
voleende uitspraak aanvaard:
Het recht tot werkstaking,
mits nooit als politiek instru
ment of moedwillige contract
breuk, kan geenszins worden
ontkend. Het is eis der Christe
lijke consciëntie van .dit recht
geen gebruik te maken, vóórdat
de overtuiging is verkregen,
dat alle middelen zijn uitgeput
in sommige gevallen evenwel
kan werkstaking plichtmatig
Het komt ons voor, dat laatst
genoemde nltsnraak ook voor de
tegenwoordige tijd nog wel berken-
baar is. Er is sinds 1891 wel heel
veel bereikt met betrekking tot
de sociale toestanden, waaronder
gewerkt moest worden. We ken
nen een sociale wetgeving, die de
arbeiders beschermt en hun rechts
positie regelt. En het streven is
gericht op concretisering van de
solidarlteitsgedachte van onderne
mer, arbeider en kapitaalverschaf
fer hinnen het kader van de on
derneming. Wanneer dit alles als
een opdracht voor de toekomst
geldt, zal in een zodanig gedach
te toekomst het vraagstuk van de
werkstaking minder urgent zijn,
omdat de arbeiders dan zelf me
dezeggenschap en mede-beslis
singsrecht hebben met betrekking
tot de onderneming, waarin ze
Zolang een groot deel van deze
wensen en verlangens, nog on
vervuld zijn, is het mogelijk, dat
er in bepaalde ondernemingen toe
standen heersen inzake veitliende
lonen en loonvoorwaarde, die aan
leiding geven tot ernstige span
ningen.
Wanneer in dergelijke situaties
naar het middel van werkstaking
gegrepen wordt, om aan de gestel
de wensen en verlangens kracht
bij te zetten, rijst de vraag, wel
ke voorwaarden bij het hanteren
van dit middel in acht dienen te
worden genomen. De heer M.
Ruppert, oud-voorzitter van het
C.N.V., noemt in zijn werk „De
Nederlandse Vakbeweging", de
volgende voorwaarden, die naar
zijn mening bij het proclameren
van een werkstaking in acht die
nen te Worden genomen:
1. het doel moet rechtvaardig
zijn; 2. er mag geen contract
breuk plaatsvinden; 3. staking
mag geen politiek instrument
zijn; 4. solidariteitsstakingen
zijn in het algemeen .onaan
vaardbaar; 5. personeel in Over
heidsdienst mag niet aan sta
kingen deelnemen; 6. er dient
een redelijke kans aanwezig te
zijn, dat de staking gewonnen
wordt; 7. de staking dient als
ultimum redium, als laatste
middel te worden beschouwd.
Deze voorwaarden van de heer
Ruppert stemmen in grote trekken
overeen met de uitspraak van het
Eerste Christelijk-Sociaal Congres
i 1891.
Met instemming citeren we de
heer Ruppert, wanneer hij in het
slot van het hoofdstuk, waarin over
de werkstaking wordt gesproken,
zchrijft:
Opgemerkt zij, dat niet de
vorm, maar de geest, de ge
zindheid zowel van werkgevers
als werknemers beslissend blijft.
Wie het aantal conflicten wil
verminderen, bevordere daarom
de goede geest, de bereidheid
tot overleg en samenwerking.
Nog steeds is Da Costa's woord
ook op sociaal gebied van toepas
sing: „Toenaad'ring eist Gods orde
en dezer tijden nood", aldus be
sluit het artikel in „De Brand-
stoffenhandel".
Bouwmaatschappi j
„Er stroomt de laatste jaren te
weinig jong bloed naar het mid
den- en kleinbedrijf, zodat het
aantal vestigingen zelfs al geen
gelijke tred meer houdt met de
groei van de bevolking", aldus
schrijft het blad van de christe
lijke textielhandel „Textilia".
„De oorzaken van deze misstand
zijn velerlei: de veranderde gees
telijke instelling van de jeugd; de
volledige werkgelegenheid, die
goede kansen biedt in de loon
dienst; de voorkeur die vele mid
denstanders voor hun kroost ge
ven aan een werkkring met min
der hoofdbreken en risico; in zo
verre het geheel nieuwe vestigin
gen betreft ook de concurrentie
kracht en het expansievermogen
van het grootwinkelbedrijf.
In de nieuwe Middenstandsnota
wordt het daarom noodzakelijk
gevonden dat de middenstand als
§eheel, d.w.z. de individuele mid-
enstander en het georganiseerde
bedrijfsleven, voldoende belang
stelling voor het opvolgingsvraag-
stuk aan de dag legt en daarbij
in onderlinge samenwerking ook
naar de middelen zoekt om het
achterblijven van het midden- en
kleinbedrijf in de stedelijke ont
wikkeling tegen te gaan.
Nadat de bedrijfsfinanciële zijde
van het voortzettingsvraagstuk is
belicht, wordt in de nota de vraag
gesteld, of het middenstandsbe
ten
in de plaatselijke en gewestelijke
uitbreidingsplannen worden ont
worpen: „Wellicht zou het moge
lijk zijn te komen tot de oprich
ting van een maatschappij die tot
taak zou hebben gronden en ge
bouwen in eigendom te verkrijgen
en deze aan het midden- en klein
bedrijf betzij te verhuren, hetzij
in eigendom over te dragen."
Dit is wel een van de meest
concrete denkbeelden voor de
naaste toekomst die in de Mid
denstandsnota te vinden zijn. En
de vraag ligt voor de hand: Wie
legt de eerste steen tot deze In
stelling? Of is er al een begin
gemaakt? Ook hier rijst weer een
financieel vraagstuk, maar zulke
problemen zijn wel eens meer op
gelost, ook door de middenstand,
zij het meestal met behulp van
een duitje van overheidswege.
Voor de bedoelde maatschappij
zelf zal wel geen nieuw gebouw
nodig zijn; een paar vertrekken
In een bestaand huls aan een Am
sterdamse gracht of Haagse laan
zullen, tenminste voorlopig, haar
wel voldoende onderdak kunnen
In leder geval moet, dunkt ons,
voorkomen worden dat vanwege
de regering, in een derde nota
zou kunnen worden opgemerkt:
„Het advies, gegeven in onze vo
rige nota, een maatschappij voor
de verwerving van gronden en
gebouwen ten behoeve van het
midden- en kleinbedrijf in het le
ven te roepen, heeft tot
geen weerkTai
Textilia.
dank gevonden", aldus
m iü Piiiiii1 v4 iü niiiiiimp
Generale synode Herv. Kerk j Beroepingswerk
Appel van de
bewegingen
DE generale synode van de Ne-
derlandsch Hervormde Kerk
heeft gisteren op Woudschoten
een concept-herderlijk schrijven
over de kerk en de Pinkstergroe
pen besproken. Het concept is op
gesteld door de commissie voor
secte-wezen.
De synode oordeelde het nodig
zich tot de gemeenteleden tc wen
den in verband met de toegeno
men activiteiten van allerlei Pink
stergroepen.
In het stuk van de commissie
wordt gewezen op de sterke na
druk, die de Pinkstergroepen leg
gen op de geestesdoop, op de doop
op belijdenis en door onderdompe
ling, ook als men als kind reeds
gedoopt is.
Deze praktijk heeft bij de leden
van de kerk en vooral bij de ker
keraden nog al beroering gewekt,
Wat moet men doen met ge
meenteleden en ambtsdragers, die
zich laten herdopen?
Achtereenvolgens werd behandeld
wat verstaan moet worden onder de
pinkstergroepen, wat hun boodschap
is, wat het antwoord van de kerk
moet zijn op deze boodschap en ten
slotte de vraag of er in de kerk geen
gebrek is aan besef van de tegen
woordigheid van de Heilige Geest.
Door het optreden van de Pinkster
mensen is een belangrijk stuk van
de Bijbelse boodschap, namelijk de
leer omtrent de Heilige Geest, weer
aan de orde gesteld.
Daar staat tegenover, zo zegt dit
herderlijk schrijven, dat men er zich
voor moet hoeden de Heilige Geest
een wet voor te schrijven. Het con
cept herderlijk schrijven gaat ver
der in op de gave van de profetie
en van de genezing en op de doop
door onderdompeling.
Nadat een aantal leden van de sy
node opmerkingen over het rapport
gemaakt had en de commissie de
ze opmerkingen had beantwoord,
stelde het moderamen voor, dat de
daartoe benoemde commissie met de
commissie van rapport de opmerkin-
ïn van de synode zal bewerken.
Daarnaast moet het appèl van de
Pinksterbewegingen ten volle ge
hoord blijven. Daarna zal het dan
weer aan de generale synode wor
den aangeboden. Het voorstel van
de moderamen wordt daarna met al
gemene stemmen aangenomen.
Het oude praesidiaat (dr. A. A. Cool-
haas, praeses, ds. P. G. van den
Hooff, ds. A. Noorman en ds. Ph. F.
Faber) werd herkozen.
De praeses herdacht enkele mede
werkers, die in het afgelopen jaar zijn
overleden: mr. A. de Jong, secretaris
de Algemene Voogdijraad, ds. A.
der Flier, die namens de Raad
het verband met andere kerken
de synodevergaderingen bijwoonde
mr. S. C. de Vries, directeur van
bureau van de synode.
Ds. F. J. S. Rumainum. voorzitter
an de Protestants Christelijke Kerk
an Nieuw-Guinea en ds. E. A. D
Pichal, voorzitter van de Evungelischt
Prot. Kerk in België, werden als gas
ten welkom geheten.
Advertentie
Knotselaars ljjmen met
van Ceta-Bever
Algemene vergadering
Vereniging CHU-leden
van gemeentebesturen
De algemene ledenvergadering van de
Vereniging van Christelijk-Historische
Leden van Gemeentebesturen in Neder
land zal op 17 februari in het Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen te
Utrecht gehouden worden. De burge
meester van Nieuwer-Amstel, de heer
J. H. Reinders, zal spreken over „De
grenzen in functie van gemeenten".
Werken van Calvijn
in het Spaans
Tijdens een te Amsterdam gehouden
bijeenkomst van het bestuur van het
Internationaal Reformatorisch Ver
bond, waaraan vertegenwoordigers uit
de Verenigde Staten, Engeland, Neder
land, Duitsland, België, Frankrijk, Por
tugal, Zuid-Afrika, Indonesië en Korea
deelnamen, is besloten verder mede te
werken aan de versterking van de bi
bliotheek van het (interkerkelijk) theo
logisch seminarie te Carcavelos in Por
tugal door het zenden van reformato
rische boeken. Tevens werd steun toe
gezegd bij de uitvoering van een litera
tuurprogramma, waarmede de Portu
gese afdeling van het IRV op korte ter
mijn hoopt te beginnen.
In de komende maanden zullen met
steun van het IRV enkele kleinere werk
jes van Calvijn in het Spaans worden
gepubliceerd.
NED. HERV. KERK
Beroepen te Bodegraven: L. Blok te
Capelle a. d. IJssel! te Raamsdonk: P.
Kolijn te Aalst (Gelderland); te Wad-
dinxveen: H. N. van Hensbergen te Ren-
kum; te Goudriaan-Ottoland: kand. J. C.
e Bie te Sprang (N.B.)
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te 's-Gravenzande (vac. L. J.
Boeijinga) N. Korenhoff te Appingedam:
te Ernewoude en te Erica: J. de Hoop
cand. te Harderwijk; te Schermerhorn en
te Valthermond: F. Spoelstra, cand. te
Groningen.
CHR. GEREF. KERKEN
Tweetal te Mijdrecht: P. N. Ribbers te
Noordscheschut en P. H. Seggelink te
Maarssen.
Bedankt voor Murmerwoude: D. Slag
boom te 's-Gravenzande.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te St. Catharines (Ontario):
C. Hegeman te Genemuiden.
Bedankt voor Aagtekerke: A. Elshout
te Utrecht.
„De rijke dwaas" noemen we liem waarom eigenlijk? Wai
die man, die Jezus in zijn gelijkenis beschrijft, zo'n dwaast
Hij deed wat wij noemen aan „planning": na een jaar vat
overvloedige oogsten maakte hij een vele-jar en-plan om dl
verkregen welvaart gelijkmatig te spreiden. Is dat zo dwaast.
Is het niet veeleer verstandig?
Hoe zit de christen van vandaag soms met dat welvaartsbegrit
in de knoop! Want ook een christélijk-sociale politiek is eet
politiek van materialistische planning. Ook een streven vat
christelijke vakbonden is een streven, gericht op verhoginlM
van welvaart. Produktiviteitsverhoging en bedrijfsuitkomste&a
spelen in dit alles hun rol. Zijn we in dit alles niet bezig dal 5
te doen wat door God „dwaas" genoemd wordt?
Waarom was die rijke plannenmaker een dwaas? Niet omdat
hij rijk was en niet omdat hij plannen maakte hij was dwaai
omdat hij met dit alles zijn leven vulde. Hij verzamelde zijn
schatten voor zichzelf in plaats van dat hij ze dienstbaar steldé
aan God. Hij was een materialist en een christen kan nooit
materialist zijn. i
Hoort ge dat: een christen kan nooit materialist zijn
DE FAKKELDRAGERSDAG
Advertentie
GRIEP
dreigt overal
neem vlug
„Akkertjes"
in huis
AKKERTJES
helpen direkt
Overleden leider herdacht
1 ndrukwekkende
rouwdienst in
Parkkerk
(Van een onzer verslaggevers)
,,Iets van de adelaar was hem
eigen. Maar hij kon ook met tra
nen in de ogen spreken over Gods
zegeningen in zijn leven Hij
was een vertegenwoordiger van
het overtuigds gereformeerde le
venslicht, vAn aanleg beslist
conservatief fin toch was hij reeds
in zijn jonge jaren als predikant
zijn tijd ver vooruit De ingrij
pende gebeurtenissen in zijn leven
hebben hem wel gekwetst maar
toch niet echt verbitterd."
Dit waren enige typeringen, die prof.
dr. E. L. Smelik gaf van de gestorven
predikant dr. J. G. Geelkerken. Aan de
begrafenis van deze vroegere voorman
der gereformeerde .kerken in hersteld
verband, ging een rouwdienst vooraf in
de Parkkerk te Amsterdam, „het kerk
gebouw waarin zich zoveel heeft afge
speeld", gelijk prof. Smelik zei.
Een grote menigte was naar de kerk
gekomen. Tal van hen behoorden eer
tijds tot de parochie van dr. Geelker
ken. Tientallen predikanten uit Amster
dam en vele oud-voorgangers van de
kerken in hersteld verband waren aan
wezig; ook enige gereformeerde domi-
aes zaten in de Parkkerk.
De generale synode van de hervorm
de kerk had de emeritus-predikant W.
A. Zeydner te Rotterdam afgevaardigd.
Toen in 1946 de fusie tussen dc her
vormde kerk en de kerken in hersteld
verband tot stand kwam, reikten ds.
Zeydner destijds praeses der syno
de en dr. Geelkerken elkaar de hand
tot bezegeling van die gebeurtenis.
Voor de kansel, waar hij ontelbare
Advertentie
SupéA kuJaliUtf,
Altijd vers in
dubbelwandige
shagbeurs
Spaar de voetbalclub-emblemen I
malen het evangelie had verkondigd,
stond de kist met het stoffelijk over
schot van dr. Geelkerken. Bij het begin
an de dienst zong de gemeente de ver
in 7 en 8 van psalm 89.
Prof. Smelik jarenlang ambtge
noot van dr. Geelkerken tekende
de thans gestorvene eerst als de echte
herder en leraar, die hij rond 1920 in
de gereformeerde kerken was. Velen
zijn door hem geestelijk gevormd, ook
buiten zijn gemeente. Met name heeft
hij diverse studenten ingeleid in de
grondzekerheden van het reformato
risch geloof.
Wat er voor kwaads over hem te zeg
gen valt aldus prof. Smelik heb
ben anderen al meer dan genoeg ge
daan. Hij was in zeker opzicht een moei
lijk man. Daarom heeft hij het vele
tegenstanders, die hem in de grote za
ken niet aan konden, gemakkelijk ge
maakt om hem op kleine dingen aan
te vallen.
Geelkerken voelde zich zijn leven
lange en geestverwant van Bavlnck,
„Reeds lang voor de beruchte synode
vaai Assen heeft hij gewaarschuwd te
gen wat hij toen als een gevaar zag
voor de gereformeerde kerken."
GEKWETST
Van wat er te Assen tegen hem ge
daan werd, is Geelkerken nooit hele
maal losgekomen. Het heeft hem
griefd, dat men toen gebleken
dat de Asser synode èn kerkrechtelijk
èn theologisch de plank missloeg, het
geen nu in de gereformeerde kerken
wordt toegegeven dit nooit heeft wil
len erkennen; en dat men na jaren pro
beerde de toen ingenomen standpunten
goed te praten, waarbij dr. Geelkerken
woorden in de mond werden gelegd, die
hij nooit gesproken heeft.
„Gekwetst was hij en ik moet die
kwetsing ook op het gereformeerde
volksdeel leggen", zei prof. Smelik,
die dank bracht aan allen, welke ge
tracht hebben de kwetsing te verzach-
Twintig jaar was hij de centrale fi
guur in de kerken van het hersteld
band. De grootste daad, die hij
richtte, was dat hij de beweging van
het hersteld verband niet heeft laten
erstarren, maar dat hij zijn rijpste le
venskennis gebruikte om de hereniging
met de hervormde kerk te bewerkstel-
Hij toonde zich toen een eminent er
stijlvol man, die met Juridische precies
heid te werk ging.
Veel heeft dr. Geelkerken op wijder
terrein gedaan: voor militairen, voor
het bijbelgenootschap, voor de wereld
kerk. De laatste jaren ging hij ietwat
vereenzaamd zijn weg. Wie hem bezocht
hij is echt „ontslapen".
Na het zingen van gezang 282 (Blijf
bij mij, Heer), sprak prof. Smelik de
zegen uit. Op de begraafplaats heeft de
van dr. Geelkerken een woord
dank gesproken tot hen, die hun
oude leraar naar het graf vergezelden.
Schrik maar niet, antwoordde Koenraad luch
tig. voordat Richard genezen is zal nog heel wat
tijd verstrijken en intussen kunnen wij best een
openlijke breuk te weeg brengen tussen hem en
zijn Franse en Oostenrijkse bondgenoot. En zodra
dat gebeurd is, is voor Richard de kans verkeken.
Hij mag dan al zijn eigen leger aanvoeren, de an
deren zullen hem niet meer volgen.
Uw bedoeling is goed, zei de Tempelier, maar
is uw boog sterk genoeg om de pijl zo ver te schie
ten?
Hij bleef plotseling staan en keek angstvallig om
zich heen om te zien of niemand hem kon horen.
Dan greep hij de Markies bij de arm en fluisterde:
Maar neen; Richard mag niet meer van zijn bed
opstaan; dat is het enige middel om alles te red
den. De Markies van Montserrat schrok. Hij werd
bleek en zijn handen trilden. De Tempelier echter
keek hem hooghartig aan en er verscheen een spot
tende trek om zijn mond.
Weet u op wie u lijkt, heer Koenraad? vroeg
hij schamper, niet op een dapper Markies, maar
meer op een knaap die zonder het te weten de duivel
heeft opgeroepen en zijn bloed voelt verstijven bij de
consekwenties van zijn eigen woorden.
Ik geef toe, stamelde de Markies, dat de weg
die gij aantoont stellig de zekerste is. maar wij
zouden gevaar lopen door heel Europa vervloekt
te worden zowel door de paus als door de ellen
digste bedelaar als wij het wagen.
Als u dat werkelijk vreest, onderbrak hem de
Tempelier zonder zijn ijzige kalmte te verliezen,
laten wij dan denken dat wij niet met elkaar ge
sproken hebben.
Neen, dit gesprek kan niet ongedaan gemaakt
worden, riep Koenraad, zich eindelijk min of meer
herstellend.
Waarom niet? grinnikte de Tempelier. Omdat
SIR WALTER SCOTT
zich al te diep
Laten wij afspreken, besloot Koenraad, dat ik
eerst een poging zal ondernemen, om de vrede tussen
Oostenrijk en Engeland te verbreken.
Na die woorden namen zij van elkaar afscheid.
Koenraad bleef nog enige tijd staan en keek naar de
zich verwijderende witte mantel van de Tempelier,
die zich onder het lopen waaiend openplooide als een
dreigende vleugel. De laatste wending van het ge
sprek had de Markies vervuld met een knagende
vrees. Hij was in de grond een vreedzaam man, wel
iswaar eerzuchtig en niet zo bang om het met de
eerlijkheid nogal ruim te nemen, doch voor de rest
hield hij te veel van zijn goed en gemakkelijk be
staan om zich tot wrede en weerzinwekkende daden
te laten verleiden. Een hertogshoed was hem wel
kom, doch voor niets ter wereld wilde hij afstand
doen van zijn goede naam en gemoedsrust.
Ik vrees dat ik inderdaad de duivel in persoon
heb geroepen, fluisterde hij voor zich heen, maar
hoe kon ik ook weten dat die sombere grootmeester
zich zou laten verleiden om het verraad zo ver te
drijven? Neen, ik wil de kruistocht wel tegenwerken,
maar niets kan mij er toe brengen....
In zijn gedachten werd hij gestoord door een stem
die niet ver van hem opklonk en die nadrukkelijk
riep: Denk aan het Heilig Graf!
Op zichzelf genomen was dit in het geheel niets
bijzonders, want de wet van de kampplaats schreef
voor dat de- schildwachten elkaar die woorden van
tijd tot tijd moesten toeroepen om zodoende des te be
ter aan de taak te blijven denken die hen hier
had gebracht. De Markies had deze woorden dan
ook reeds heel dikwijls gehoord en nooit had hij
speciale aandacht aan besteed, maar thans na
gesprek van zoëven klonk die zin hem opeens
de oren als een dreigende, waarschuwende stem uit
de hemel. Hij keerde zich om en liep snel naar zijn
tent, waar hij zich op zijn veldbed liet vallen en pro
beerde helder na te denken.
Morgen, zuchtte hij eindelijk, zit ik aan de ta
fel van de Aartshertog van Oostenrijk en dan zullen
wij zien wat wij kunnen doen om ons plan ten uit
voer te brengen, zonder daartoe de duivelse voor
stellen van de Tempelier in het spel te betrekken.
HOOFDSTUK XI
Leopold, Aartshertog van Oostenrijk, de eerste ln
rang in het edel land waar de vorstelijke kroon toe
behoorde, was op de keper beschouwd meer een
zwak en ijdel personage dan wel een ijverzuchtig
en wreed vorst. Hij was groot, breed en uiterlijk
knap, met een fors gelaat waarin rood en wit fel
contrasteerden, omkranst door lange, sierlijke lok
ken. In zijn gang kon men echter een zekere stijf
heid bespeuren, eigen aan lieden die niet genoeg
veerkracht bezitten om zo'n grote vleesmassa soepel
in beweging te brengen. Een van zijn voornaamste
tekortkomingen bestond bovendien hierin, dat hij
niet steeds scheen te weten hoe zijn waardigheid op
te houden, zodat hij zich maar al te vaak liet ver
leiden tot uitbarstingen van woede en scheldpartij
en, liever dan gezag te laten gelden op een kalme
en autoritaire manier.
Wordt vervolgd
De VOORLAATSTE socialistische
„Fakkeldragersdag" was ge
richt geweest tegen de eigen socia
listische ministers in het toen nog
zittende kabinet-Drees, Is het won
der, dat met enige belangstelling is
uitgezien naar de Fakkeldragersdag
die voor vorige week was aangekon
digd?
Het resultaat moet ook voor de ob
jectieve beschouwer teleurstellend
heten.
Of is het niet teleurstellend, dat,
terwijl het socialisme steeds meer
afstand had genomen van allerlei
marxistische leerstellingen, nu toch
weer iemand als professor Scher
merhorn tracht zijn partijgenoten
deze oude plunje aan te trekken?
En is het niet teleurstellend, wan
neer nog altijd dezelfde professor
Schermerhorn zich keert tegen de
toch waarlijk niet overdreven po
gingen, ook van het huidige kabinet,
om tot wat meer bezitsvorming voor
de mensen te komen?
Moet het ten slotte niet teleurstel
lend heten, wanneer in een heel
forum van debaters slechts één over
de voetbaltoto de woorden wist te
vinden, die men tenminste van een
socialist verwachten mocht? Die
ene, een vrouw, was tegen de pool,
omdat zij hem a-socialistisch vindt.
Ze bedoelde kennelijk: anti-socia
listisch.
Wat trouwens op deze Fakkeldragers
dag over de toto werd gezegd, had
bedenkelijk weinig om het lijf. We
misten elk heenwijzen naar de be
dreiging van de volksgezondheid, iets
waartegen in het bijzonder de ker-
kélijke adressen met zo grote klem
hebben gewaarschuwd.
Hopen wij, dat de socialistische
■partij-voorzitter Vermeer bij de be
handeling van de toto aan deze
adressen zeker zoveel aandacht be
steden wil, als hij zich thans reeds
bezorgd blijkt te maken voor niet
óver het humanisme.
HOOG SPEL IN MOSKOU
Een teleurstellende Fakkeldragerszij
dag dus, die ook het socialisme gcei
stap verder heeft kunnen brengen
Ieder Nederlander zal dit nuchtere
en zonder vreugde of leedvermaalO.
moeten vaststellen. Je'
Een positieve bijdrage immers wa. j
al evenmin de klacht van de vooE°'
zitter, dat de huidige loonpolitiek dlcii
solidariteit onder de arbeiders onder
graaft. Wij voor ons menen, dat to01
de ondergraving van deze solidariterj
juist beweringen als deze dienstli
zijn.
Het ware een kwalijke zaak, indli
Ji
ld:
de solidariteit onder de arbeider.uu
zich zo spoedig ondergraven lieL.'
Het zou ook niet pleiten voor
scholing, die het socialisme hen wi
hebben laten ondergaan.
Maar bijzonder verdrietig achtéP1
wij toch wel de laatdunkende wij*
waarop gesproken is over een lm i
mers nog altijd bescheiden persooire
lijk bezit. Gemeenschappelijk bezl
gaat vóór persoonlijk eigendom, zr",
is op deze wat ouderwets aandoendpj
Fakkeldragersdag weer met kier
beweerd. Och, wij menen, dat er t
onze samenleving onderscheiden
vormen van bezit zijn. Er is gemeei^,
schappelijk bezit en er is persoonlik
bezit. Onze indruk is, dat het g&
meenschappelijk bezit een grol 1
omvang heeft aangenomen.
Wat bezit immers de staatsgemeen
schap zoal niet? Zou de mens daar
naast niet ook wat persoonlijk bezl
mogen hebben? Wc vragen h£'
maar, op gevaar af dat onze vraat';
zal gerekend worden tot wat meja
op de Fakkeldragersdag noemde
„gedrein om bezitsvorming". Vj
vragen het maar, doch het schijr
niet te mogen.
De dagen van wat men destijfilj
noemde het personalistisch socl£
lisme behoren ook voor iemand aj
professor Schermerhorn blijkbafc
alweer tot een overwonnen verledeiii
T70RIGE WEEK hebben wij, naar
aanleiding van de communis
tische topconferentie in Moskou,
reeds gewezen op het hernieuwde
streven van de Sowjetunie, haar
positie in Oost-Europa te consoli
deren door het sluiten van een af
zonderlijk vredesverdrag met het
communistische regiem in de Sowjet-
zone van Duitsland.
De verklaringen, die na bedoelde
conferentie werden afgelegd, wijzen
erop, dat Chroesjtsjef van plan is,
tijdens het topgesprek met de weste
lijke mogendheden, dat op 16 mei
in Parijs moet beginnen, hoog spel
te spelen om zijn doel te bereiken.
En dat het Westen de handen vol
zal hebben om zich tegenover de
voortvarende Russische premier
staande te houden.
Walter Ulbricht; de Oostduitse partij
chef, heeft reeds laten weten, dat er
geen akkoord over de ontwapening
mogelijk zal zijn, als niet eerst het
Duitse probleem zal worden opge
lost. Dit vraagstuk zal naar de op
vatting van de communisten pas
geregeld zijn, wanneer men zich in
het Westen neerlegt bij het bestaan
van twee Duitse staten en bij de
regeling, welke de Sowjetunie voor
de toekomstige status van West-
Herlijn heeft voorgesteld.
Chroesjtsjef zelf heeft van het be
zoek van de Italiaanse president,
Giovanni Gronchi, gebruik gemaakt
om nader uiteen te zetten, wat het
Westen op de komende topconfe
rentie van de Sowjetunie kan ver
wachten. Hij vertelde niets nieuws,
maar de wijze waaróp en de beslist
heid waarmede hij zijn opvattingen
uiteenzette, laten aan duidelijkhej,,
niet te wensen over. ei
Langzaam maar zeker is men er cl
de Sowjetunie in geslaagd, Wes
Duitsland in discrediet te brenge?'
De campagne begon al vele jare'
geleden, toen men een actie begoa
tegen het herleefde Duitse milili
risme. Daarna signaleerde men 11
Moskou een herleving van het natile
naal-socialisme en volgde men ef
politiek van verdachtmaking tege
vele vooraanstaande figuren in Wesi
Duitsland.
Of het herleefde antisemitisme oo,
zijn voedingsbodem in het commii
nistische kamp heeft gehad, kaj
moeilijk worden beoordeeld. Wel f'
het een onloochenbaar feit, dat dl
verschijnsel bijzonder goed in #i
kraam van Chroesjtsjef te pas korall
Chroesjtsjef heeft het ijzer dan o«s
willen smeden, terwijl het heet wa|'
Ongetwijfeld hebben de ontwikkf
lingen van de afgelopen maanden t
Wcst-Duitsland ertoe geleid, dl
velen zijn gaan twijfelen aan de di
mocratische gezindheid van velen
Dit kan tot gevolg hebben, dat me:
veel minder dan voorheen geneis»
zal zijn, rekening te houden met d-
politiek, die bondskanselier Adi
nauer ten aanzien van het Duit/
probleem wenst te volgen.
Het is zelfs niet onmogelijk, dat met'
niet alleen in Engeland, maar ook i
andere westelijke landen, tot c
overtuiging komt, dat de blijvend
verdeeldheid van Duitsland de bes
garantie voor de vrede in Europa l
En dat is nu juist, waar Chrocsjtsjè
naar streeft. 1
Jaarvergadering
G.J.O. op 23 april
Het agendum van d 48e jaarverga
dering van de Bond voor gereformeer
de Jeugdorganisatie, welke zal gehou
den worden op 23 april a.s. in „Kras"
te Amsterdam, vertoont een ander
beeld, dan het tot nu toe gebruikelijke
schema. De huishoudelijke vergadering
is n.l. verplaatst naar de middagverga
dering, Dit staat in verband met één
van de Bestuursvoorstellen n.l. de nieu
we formulering van de doelstelling. In
de morgenvergadering zal de voorzitter,
dr. J. L. P. Brants te Emmen, over
deze nieuwe formulering refereren,
welk referaat zal worden geïllustreerd
met twee uitbeeldingsspelen.
Een ander voorstel is het uitgeven
van een nieuwe periodiek voor de be
stuursleden van de Oudersverenigingen.
Aan het einde van de middagvergade
ring zal een Bondsdagspel veitoond wor
den: „En dit zal U het teken zijn."
De muzikale ontvangst van de deelne
mers zal geschieden door het Tamboer
en Pijpercorps „Willem van Oranje" te
A: ïsterdam.
Aan de beurt van aftreden zijn dr.
J. L. P. Brants en mej. M. van Doorn
te Rijswijk. Als tegencandidaten zijn
gesteld: de heer H. Snoek te Ede en
mevi. H. Vesseur-Baane te Rockanje.
De heer A. Deuzeman te Arnhem treedt
Griep? Chefarine„4'j
doet wondereni
n
Elk labiel Cheiarine „4" bevat 4 gent
middelen, die in dc gehele wereld beroei
zijn geworden en millioenen mensen
baat brachten. De vier middelen tezamcj
werken nóg beter en helpen ook vaak dar
wanneer andere middelen (alen.
KJt Ü9BH lYf /ill" 7f j
Tegon pijnen en griep. Geschikt voor de gevoeligsle m
want die wordt beichermd door het bestanddeel Chefa
20 tab!. 10.80. Voordelige gezinsverpakking 100 labl. I!
(reglementair) verplicht af als lid vl
de commissie tot nazien van de boekij
Voorgesteld wordt in diens plaats