U U1IWE MU
6BN tCOZl %£&0êAl
«WITTE DOOD» LOERT IN HET ALPENLAND
Walawip als schatgraver
fot
Richt uw box
op uw boxer
kik'
4'
4
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 30 JANUARI 1%
ONZE bungalow Is op één na de laatste In de rij van tien langs de prach
tige Boslaan en mijn vrouw en i< zijn er verrukt over. Het is ook een
ongekende weelde, als je altijd in de stad hebt gewoond, dat je je eigen
huis kunt rondwandelen over eigen grond en dat het klaphek in de achter
heg je zomaar toegang geeft tot een bos, waarin je uren kunt wandelen.
Ik heb mijn werk in de stad maar ik waak tegenwoordig echt voor mijn
week-ends, die ik niet wil missen. De kinderen genieten zichtbaar en onze
vrienden en kennissen zijn erg jaloers op onze bungalow. Maar toch is
over deze vreugde voor mij een schaduw gevallen, die zich niet zomaar
laat verdrijven, want soms doe je de ervaring op, dat de wereld dan toch
maar klein is als je plotseling mensen ontmoet die je sinds de schooljaren
niet meer hebt gezien en waarvan je het bestaan niet eens meer wist. Dat
kan soms een plezierige ervaring zijn maar soms ook niet.
jV/TAAR Iaat ik het verhaal vertellen
van het begin af aan, want ik vraag
me af wat u zou doen in mijn geval. Het
gaat hierbij dan om de bewoners van de
laatste bungalow, waarvan wij de eerste
weken nauwelijks meer zagen dan de prach
tige Duitse herder, die de kinderen naar
school bracht en getrouw altijd onmiddel
lijk terugkeerde. Een heel enkele keer had
den we de vrouw dezes huizes gezien als
ze een paar stukjes wasgoed naast de
schuur in de tuin hing. Ze was knap en
vriendelijk ook, maar meer dan een kort
praatje en een groet kon er blijkbaar niet
af en we vroegen ons na enkele weken af
hoe de heer dezes huizes er wel kon uitzien.
We hadden slechts een schim van hem ont
dekt achter de ramen en z'n stem gehoord
als hij de kinderen uit de tuin binnenriep.
Maar het schoonste bewijs van zijn aan
wezigheid was wel de prachtige muziek op
de vleugel bij de open tuindeuren die soms
's avonds tot de stille tuinen doordrong,
soms weemoedig, wat mediterend, maar
een wonderlijke uitdrukking van de verstil
de sfeer in de stilaan verdonkerende tui
nen. Soms ook de brillante vertolking van
de klassieken. Mijn vrouw en ik hadden
vastgesteld, dat hij een gevoelsmens moest
Een klein deel van onze vragen werd be
antwoord toen kortgeleden een bordje in de
tuin werd bevestigd met de woorden: S.
van Genen muziekleraar. Maar daarme
de kwam ongemerkt voor mij de schaduw
op. Twee dagen later kwam mijn vrouw in
een gesprekje over het tuinhek met de jon
ge mevrouw Van Genen te weten, dat
haar man leraar was aan het conservato
rium en dat hij nu vakantie had, die over
twee dagen om zou zijn.
ZO kwam het dat wij hem op een mor
gen het tuinhek zagen uitgaan met eén
witte stok in de hand, een grote zwarte
bril op en geleid door de Duitse herder.
I Herm. Steggerda
ging
lijk
maakt. In het vervolg zou ik hem
nemen in mijn wagen naar de stad. Zo
kwam het dan, dat ik op een morgen
stopte aan de bushalte, waar Van Genen
stond te wachten. Ik sprak hem aan en zei:
,,Ik ben uw buurman, meneer Van Genen,
als u naar de stad moet dan breng ik u
graag met mijn wagen waar u zijn moet.
Wilt u instappen?"
,,Zo, zo", zei de blinde. „Bent u me
neer Van Zuylen.
Even verbaasd zei De: „Inderdaad."
„Ja. mijn vrouw las uw naam op de deur
en ik hoor uw kinderen wel eens in de
tuin. Ze zijn nog jong dacht ik, een jaar
of zes, zeven."
„Nou, ik hoef u weinig te vertellen, ge
loof ik. Ja, ze zijn vijf -
- he
Al pratend hielp
Dat ging vlotter dan ik verwachtte. Zijn
tastende handen waren bedreven. De hond
veroorzaakte meer last. Hij wilde beslist
naast zijn baas zitten, maar daar hadden
we geen ruimte voor, hij moest achterin
en het kostte heel wat sussende woordjes
en liefkozingen voor de hond in de wagen
stapte en af en toe liet hij nog steeds een
jankend geluid horen.
,,In de bus ligt hij altijd aan mijn voe
ten". zei Van Genen, „dat is'ie zo gewend
en iedereen kent hem. Hij is een vaste
passagier."
Het werd al gauw
de muziekleraar
en gewoonte, dat ik
het tuinhek oppikte
naar het conservatorium bracht. Wat
cu zelfs zeer scherp de vormen en oe
kleuren van de dingen kende, de sfeer en
de ligging van straten, pleinen en singels,
waaruit ik de conclusie trok, dat hij op
de een of andere manier later blind ge
worden moest zijn. maar ik vond het
vooralsnog te pijnlijk om hem daar naar
te vragen. Dit bleef echter niet lang voor
mij een geheim, want op een goede dag
zei mijn vrouw: „Ik heb het ronduit aan
zijn vrouw gevraagd. Hij heeft een onge
luk gehad toen hii in de vierde klas van
de H.B.S. zat. Hij moet toen m een
zandafgraving of zoiets gevallen zijn en
in aanraking zijn gekomen met kalk. Zijn
ogen werden zwaar beschadigd. Het ene
is volkomen blind, met het andere onder
scheidt hij nog alleen maar licht en don
ker"
rEN ik die avond in bed lag kon ik
de slaap niet vinden. Opeens was de
naam Van Genen door het verhaal van
mijn vrouw gaan leven De H.B.Sruim
twintig jaar geleden... Van Genen... ja dat
klopte S. van GenenSimon. Een iet
wat spichtige jongen, zeer eenzelvig, enig
kind en klaarblijkelijk sterk verwend. Met
niemand bevriend, maar daardoor veelal
mikpunt van onze plagerijen. De leraren
waren zeer od hem gesteld, want hij was
begaafd, de beste van de klas, altijd ten
voorbeeld - A-
de tra gen van geest. Bo-
i de incidenten in de klas
en op straat "waren legio. Soms kwam het
zelfs tot een vuistgevecht, waarin de kleine
Simon altijd het loodje legde. Simon van
Genen stond plotseling weer klaar voor
mijn geest en ook de schooldag met de
trieste afloop. We bivakkeerden in de bos
sen en toen de lunchtijd aangebroken was
zaten we in een wijde kring onze voorra
den te verteren. Maar wie zat er weer
alleen met opgetrokken knieën tegen een
boom geleund? Natuurlijk Simon. Dat kon
je soms plotseling ergeren en het spelle
tje begon met het gooien van denne-appels.
Die aanval werkte onder de jongens als
een infectie en al gauw werd het een waar
bombardement die Simon noopte ergens
anders rust te zoeken. Die werd hem na
tuurlijk niet gegund en onze zakken be
laden met „projectielen" begon een wilde
jacht die de bedoeling had om elke vlucht
af te snijden. Ik zat hem dicht op de hie
len en ik zag dat zijn oor bloedde. Maar
ik herinner me, dat ik nog veel meer schrok
toen ik zag hoe hij het bos uitrende
naar de rand van een steile zandafgraving.
We hadden daar 's morgens al staan kij
ken, hoe beneden de vrachtwagens af en
aan reden en hoe men daar bezig was met
kalk of cement voor een bouwerij in de
omtrek. Ik gaf een harde schreeuw van
schrik en maakte een enorme sprong
vooruit om hem te grijpen voor hij de
rand kon bereiken, maar mijn greep werk
te averechts. Mijn vaart was te groot en
inplaats van hem te grijpen gaf ik hem
ongewild een duw en met een kreet van
angst stortte Simon voorover van de steile
helling af. Ik zag verbijsterd hoe zijn han
den machteloos klauwden in het glijdende
zand en hoe hij overspoeld werd en er
gens beneden in de kalkbrij stortte. Door
mijn alarmerende schreeuw stond onmid
dellijk de hele klas aan de rand van de
zeker twintig meter diepe afgraving. Ik
lag schuin voorover gevallen precies op
de rand.
Midden in die consternatie zagen we
plotseling hoe een van de leraren, zon
der op de gevaren te letten, zich een
voudig van de helling liet glijden. Sprin
gend, vallend, glijdend kwam hij benedén
en wij zagen hoe hij de chauffeurs hielp
om Simon te bevrijden. Even later zagen
we hoe de leraar de jongen in zijn armen
naar de cabine van de vrachtwagen droeg
en hoe de wagen voorzichtig uit de diépte
T~JIT was het laatste wat ik van Simon
heb gezien. Wij hoorden later, dat hij
in het ziekenhuis was opgenomen en dat
hij waarschijnlijk wel blind zou worden. Ik
weet nog klaar hoe diep leraren en klas
onder de indruk waren. Maar het gaat
wonderlijk in het leven. De tijd ging voort.
We verhuisden naar de vijfde klas en lang
zamerhand stierven de berichten over Si
mon uit. Hij kwam niet meer terug op
school en hij raakte op *t laatst in het
vergeetboek.
Maar nu is Simon plotseling in mijn le
ven teruggekeerdmijn buurman, gé-
trouwd met een lieve, zorgzame vrouw, die
kennelijk haar leven aan hem wijdt. Hij,
een talentvol pianist en componist. De
waardering voor zijn werk is groot
maar nu ik dit alles weer weet voel ik
mij telkens wanneer ik hem zie schuldig
en ook elke morgen is de neiging in mij
groot om hem te zeggen wie ik ben en
dat ik het niet helemaal helpen kon, dat
hij viel, want dat had ik niet gewild.
Maar mijn vrouw hield me tegen. Ze zei:
„Zeg alsjeblieft nooit iets, want dan durf
ik die mensen nooit meer onder de ogen
te komen" en ik zag aan haar gezicht dat
ze iets wilde zeggen, dat me al lang op
de lippen lag: „laten wij maar verhuizen,
want dit is afschuwelijk."
Maar nog erger was de ontnuchtering
die hierop volgde. Op een morgen dat ik
hem naar het conservatorium bracht bègon
hij over mijn werk, de uitgeverij. „Van
Zuylens uitgeversmaatschappij", zéi hij.
,,'t Klinkt goed. Ik heb een paar uitgaven
„Gelezen?", vroeg ik.
„In braille natuurlijk", voegde hij er
verklarend aan toe. Na een poosje stilzwij
gen vroeg ik hem, en ik weet niet wat mij
daartoe bewoog. „Komt die naam u niet
bekend voor, Henk van Zuylen." Ik keek
hem gespannen aan, maar niets verraadde
enige opwinding. „Ja zeker", zei hij en
daarop meer nadrukkelijk: „Zo toen mijn
vrouw de naam noemde wist ik het. Henk
van Zuylen. We zaten op de H.B.S. in de
zelfde klas, is 't niet?"
„Inderdaad", zei ik en m'n stem beefde.
Ik verwachtte een verwijt, een uitbarsting
van toorn, een bevel van: Wilt u hier stop
pen alstublieft? Maar er gebeurde niets.
Achter mij jankte de hond. Na enige ogen
blikken begon Van Genen. „Ik was toen
voor jullie een wonderlijk jongetje, niet?
Tja, enigst kind en niet met het nodige
verstand grootgebracht. Maar ach, dat zie
je later pas in, vooral als je op jezelf
teruggeworpen wordt en niets meer over
houdt dan het gezicht op je eigen leven.
Ik ben veel dank verschuldigd aan mijn
vrouw, die mij in het ziekenhuis verpleeg
de en trouw gebleven is. Zij heeft een mens
van mij gemaakt en alle zelfbeklag in me
gesmoord."
„Maar ik", begon ik wijfelend. Maar
Van Genen ging voort: ,,U hoéft zichzelf
niets te verwijten. De schuldvraag is waar
schijnlijk voor u en voor mij even belang
rijk geweest Dat is zij nu niet meer. God
heeft me een rijk en gelukkig leven gege
ven en met twee ziende ogen had ik dat
misschien niet gekregen.... We zijn er ge
loof ik, is 't nietHenk?"
Ik was te verbouwereerd om Simon te
zeggen. Ik hielp hem nog bevend uit de
wagen en ik geloof achteraf, dat hij dat
voelde, want hij zei zeer nadrukkelijk:
„Henktot morgen."
TK woon nog steeds in de bungalow, maar
de schaduw wil nog niet verdwijnen
We zitten soms 's avonds tegenover elkan
der aan de haard, diep in gedachten en
dan kijken we elkaar plotseling aan, maar
zij noch ik hebben het verlossende woord
willen uitsprekende mooie bungalow,
de kinderen en de goedmoedige Simon.
„Ik heb er nooit met iemand over gespro
ken", zei hij mij op een morgen. „Zelfs
mijn vrouw weet niet dat wij samen in de
klas gezeten hebben en hoe het gebeurd
is., ik vond het beter om daarover te
zwijgen en zo verstandig móet jij ook zijn,
want zij zou het allicht anders bekijken
„Je moet blijven", zegt mijn vrouw.
„Misschien kun je nog eens iets belang
rijks voor hem doen." Daarom woon ik
nog steeds in de Boslaan, en mijn vrien
den en kennissen zijn jaloers....
De belangstelling voor de win
tersport en een vakantie in de
bergen neemt elk jaar ook in ons
land toe. De vakanties in het
bergland van bijv. Zwitserland,
Oostenrijk en Zuid-Duitsland heb
ben als voordeel, dat men heel
wat meer uurtjes zonneschijn
meepikt dan men normaal in de
wintermaanden in ons land kan
verwachten. Ook komen er geen
depressies voor van het type met
dagen achtereen druilerig en mis
tig weer en ook de waterkoude
zeewinden dringen niet tot de Al
pen door.
Daarmede willen wij niet bewe
ren, dat er ook in de wintersport-
centra geen zware sneeuwstormen
kunnen voorkomen. Het grootste
gevaar waarmee de natuur in het
bergland dreigt zijn de sneeuwla-
wines, die elk jaar slachtoffers
eisen, al zijn dit in vele gevallen
de waaghalzen, die alle goede
raadgevingen in de wind slaan.
Gemiddeld over de gehele wereld
bedraagt het aantal slachtoffers
tengevolge van sneeuwlawines in
een, jaar 150.
Stuif- of grondlawines
Men onderscheidt bij ..deze
sneeuwlawines, wanneer wij ons
tot het Alpenland bepalen, stuif-
of poederlawioes en grondlawines
die meer uit natte sneeuw be
staan. Zolang de temperatuur be
neden het vriespunt ligt is de
sneeuw droog (poeder of stuif
sneeuw), maar stijgt het kwik bo
ven het vriespunt, hetgeen meest
al met regen gepaard gaat, dan
wordt de sneeuw vochtig, pakt sa
men hetgeen een grond-(natte-
sneeuw) lawine in de hand werkt.
Ook de hoeveelheid sneeuw die er
valt is van groot belang en daar
naast de helling van de berg.
Hierdoor zijn er bepaalde plaat
sen bekend door hun lawinege
vaar, maar,... af en toe, zoals
in de beruchte lawinewinter van
1951, komen ook lawines naar be
neden waar men dit voordien nim
mer heeft waargenomen.
Een stuiflawine, die uit de meer
hoger gelegen bergtoppen komt,
kan onder alle kleine oorzaken als
luchttrillingen, windvlagen etc. in
beweging komen. Bij deze lawines
speelt de weerstoestand een min
der grote rol dan bij de meestal
gevaarlijker „grondlawines" die
zich op een lager niveau voordoen
en sterk afhankelijk zijn van de
weerstoestand. Wanneer depres
sies in de hogere luchtlagen piot-
lucht aanvoeren,
losgeraakte sneeuwmassa (lawi
ne) naar beneden stort, is zeer
groot. De topsnelheid van een
sneeuwlawine die zich onder don
derend geraas naar beneden stort
bedraagt ruim 320 kilometer per
uur. De grote stuiflawine die in
1890 te Glarnisch omlaag kwam
moet een snelheid van 350 km
per uur hebben gehad. De afstand
die de lawine aflegt varieert sterk
maar ze kan na 't neerstorten nog
vele kilometers langs effen terrein
blijven voortschuiven. De Altels
ijslawine van 1895 drong zelfs
dwars door een dal heen.
daten om door lawines dan door
oorlogvoering. Het bulderen van
de kanonnen (luchttrillingen) had
dikwijls enorme lawines tot ge--
volg.
Het laatste rampzalige lawine-/
jaar was de winter van 1951. Zeer
zware sneeuwval en op 3000 meter
hoogte orkanen met windstoten
van 185 km per uur, gevolgd door
een sterke dooi met regen had c
uitgebreide schaal lawines tot g-
volg. In Oostenrijk werden dor
pen, kerken, krachtstations en ve* Trouw
Een
zegi
waarbij het kwik voordien tot
het dal onder nul lag en nu tot
op een hoogte van bv. 2000 meter
boven nul stijgt, wordt de sneeuw
week en gaat glijden. Wanneer er
veel sneeuw valt en is gevallen
en er dringt in de hogere niveaus
een sterke dooi door, dan kunnen
verschillende lawines ook de dor
pen en de dalen bedreigen.
De snelheid waarmee zich een
De sneeuwmassa van een grote
lawine kan enkele honderdduizen
den tonnen wegen. Te Wellington
(Cascadegebergte) in Amerika
kwam op 1 maart 1910 een gro
te sneeuwmassa naar beneden die
een stationsgebouw, drie lokomo-
tieven en verschillende spoorwa
gens mee over de rotswand sleur
de, waarbij 90 personen om het
leven kwamen.
De zogenaamde „Witte Dood"
heeft vooral vroeger, toen nog
geen wetenschappelijke veilig
heids- en voorzorgsmaatregelen
waren ingevoerd, veel slachtof
fers geëist. In 1689 vernietigde
een sneeuwlawine het hele dorp
Saas in Wallis met al zijn inwo
ners. Een zelfde lot onderging in
1719 de stad Loueche, eveneens in
Wallis.
Tijdens de eerste wereldoorlog
kwamen er in de Alpen meer sol
door de „witte dood'
verrast. Er werd 2500 ha cultuur-
grond bedolven, 894 gebouwen! leer
Witte dood vernield, 530 stuks vee kwamen, ver
om. Over geheel Europa eisten de] In d
sneeuwlawines in januari en fe-UeloVl
bruari 1951 265 mensenlevens.
heef
Orkaanwind heel
Bij een sneeuwlawine komt nog den:
een grote natuurkracht vrij, na- in c
melijk een orkaansterke wind, diej 1®°*
soms op een tornado lijkt. Door-i °erj
dat de lawine zich met grote snel
heid naar het dal stort wordt er
een enorme hoeveelheid lucht ver-U
plaatst. Alleen door de orkaan die"®"
een lawine vergezelde werd inf
Zwitserland een brug, die enkele^lg w
tonnen woog, ruim 50 meter om- ^ei-h
hoog- en weggeslingerd. In 1819 loofl
verwoestte alleen deze lawine-or-j stra
kaan een groot deel van het dorp; *ere
Randa. Zelfs het statige kerkjej ^,®ri
werd tegen de grond geblazen. i af
if tiscl
DOOR THEA BECKMAN
(Vervolg)
De wagenmaker dacht na. Hij wilde de schat natuur
lijk graag hebben, maar daarvoor had hij Walawip no
dig om de juiste plaats dan te wijzen. En hij zou Walawip
er liever buiten gehouden hebben want hij gunde de vro:
lijke jongen al die rijkdommen niet. Eindelijk meende hij
een goed plan te hebben opgesteld. Hij ging naar de werk
plaats en sprak:
„Walawip, ik heb gehoord, dat je mijn dochtertje een
parelsnoer ten geschenke hebt gegeven en ook, dat je
nog veel meer juwelen weet te liggen. Zullen we ze samen
opgraven?"
„Goed", zei Walawip, legde de teerkwast neer en stond
al klaar om met de wagenmaker naar de rivier te
8 „Neen", zei de sluwe man. „Niet midden op de dag.
Want dan komen andere mensen kijken en zullen pro
beren ons de schat af te pakken. We moeten er van
nacht heen gaan en in het donker zoeken. Of... kun
je in het donker niets zien?"
„O, jar'el", zei Walawip. „Ik heb goede ogen."
„Prachtig. ï>an loop jij voor ons uit, want ik zal nóg
een knecht meenemen om ons te helpen. En als je de
plaats hebt teruggevonden, gaan we met ons drieën gra
ven en halende schat uit de grond. We zullen eerlijk
delen en dan zijn we rijk."
„Best", zei Walawip.
Hij werkte die dag even onhandig als de voorgaande
dagen, maar ditmaal mopperde de wagenmaker niet op
hem. Toen het avond was geworden, ging iedereen ge
woon naar bed, behalve de wagenmaker zelf. Hij sloop
de achterdeur uit, een steegje door en verdween in
onguur kroegje. Na een hall uurtje kwam hij wee:
voorschijn, gevolgd door een grote, lelijke kerel met
knuppel. „Kijk", zei de wagenmaker. „Tegen de och
tend zul je drie mannen zien lopen, die elk een zware
zak sjouwen. De achterste man moet je met de knup
pel een klap op zijn hoofd geven, dat hij van niets
meer weet. Dat is alles. Heb je het goed begrepen'
Als alles gaat, zoals het gaan moet, krijg je van mi
vijf goudstukken."
„Ik heb het begrepen", zei de boef en verstopte zich
in het kreupelhout langs de rivier. De wagenmaker
keerde terug naar huis, wekte Walawip en zei: „Het it
tijd, Walawip. Ga je mee?"
Ook de andere knecht werd wakker gemaakt en ge
drieën laadden ze de gereedschappen op hun rug er
sloegen de richting van de rivier in. Spoedig waren zi
aan de voet van de oude toren gekomen. Walawip
stampte met de voet op de grond en zei: „Hier ligt de
schatdrie meter diep."
(Volgende week verder)
H. de Jager, hoe heet jij
met je voornaam? Schrijf
je de volgende keer een
briefje? Wat ben jij ver
wend, Annie Jochem'. Is je
boek mooi? Ja, ik ken jouw
tante wel. Leuk, vind je
niet? Andries de Jong,
doe jij er de volgende keer
een briefje bij? Marijke
de Jong, jij ook? Ik
vond de kaart erg mooi
Wilma Kalkman. Gelukkig,
dat je zusje weer een beetje
beter is. Hoe is het op de
gymnastiek? Jij boft
maar weer, dat jij twee le
go-doosjes hebt gekregen,
Martien Kamerling! Wat
maak je nog meer dan ga
rages? Ellie Kamp, ik
Bij duizenden mensen zijn de
hond en de kat lid van het ge
zin. De kinderen sollen dc hele
dag met de hond, moeder schilt
pas „echt" aardappels wanneer
poes op de aanrecht ligt te spin
nen en vader leest pas rustig
zijn krantje, wanneer Wolf
staartkwispelend aan zijn voeten
ligt. Maar slechts zelden ziet
men poes of Wolf in een foto
album. Waarom eigenlijk?
Als kinderen opgroeien met
huisdieren, nemen die dieren
een grote plaats in hun herinne
ring in, zijn veel herinneringen
juist ontstaan door een voorval
met kat of hond. Waarom in het
fotoalbum dan ook geen plaatsje
voor Minet of Wolf?
Het is toch heus niet zo moei
lijk om een leuke prent te ma-
kén van een kat of een hond,
een kanarie of een tortelduif, een
papegaai of een tamme ekster,
een marmot, een geitje of een
Het moeilijkst is nog
tellen stil en juist
denkt te knippen, holt het al
weer ergens anders heen.
Voorwaarden
Aan twee voorwaarden moet
u voldoen voor een leuke foto
van een viervoeter: het beest
moet iets doén wat in zijn aard
ligt (geen poes met een lucht
ballon aan z'n staart en geen
Duitse herder in uw bed) en de
achtergrond moet zo rustig mo
gelijk zijn. Een foto van poes te
midden van bijschuiftafeltjes,
plantenstandaards en poefs voor
een druk behang vol rozenslin-
gers wordt een zoekplaatje, geen
bijna altijd een leuke prent: ze
hóren bij elkaar!
Maar houd de achtergrond in
de gaten.
„Portretlens"
Bij het kieken van kleine huis
dieren (vogéls, jonge poesjes)
zijn de eigenaars van een box
met een voorschuifbaar „por-
fretlensje" in het voordeel. Zij
kunnen tot VA meter bij het
dier komen. Met een gewone
box moet er ongeveer 3 meter
afstand bewaard blijven tussen
box en onderwerp.
Verreweg de meeste opnamen
van huisdieren zullen binnen ge
maakt moeten worden. Dat kan,
sinds u de zon kunt laten schij
nen in uw kamer door een mi
nuscuul klein lampje aan te ste
ken, een flitslampje. -
U hebt behalve uw box en
een filmpje van 17° Din slechte
een flitsapparaatje nodig (reeds
vanaf tien gulden verkrijgbaar)
en wat kleine flitslampjés.
Flitsen
huis betreft:
vooral kleine vogels kunnen niet
in hun kooi gekiekt worden. U
ziet dan op de prent meer tra
lies dan vogel.
Maar is het diertje niet zo
tém, dat u het op tafel laat
trippen, wanneer de kooi schoon
gemaakt moet worden? Dat is
hèt moment. Een papegaai laat
u op de arm van één der huis
genoten zitten, een duif op de
Flitsapparaat op de camera,
stekkertje in het flitscontéct ste
ken, een lampje in het flitser-
tje stoppen. Klaar is Kees!
Wanneer u nu maar 214 4 3
meter van uw onderwerp vèr-
wijderd blijft, is elk schot raak,
elke druk op de knop een ge
slaagde foto.
Dc gebruikers van een portret-
of voorzetlensje, mogen dichter
bij gaan tot op ca. VA meter,
maar dan moeten zij een witte
zakdoek over het flitsertje leg
gen of een sigaretten-vloeitje om
t lampje wikkelen, omdat het
flitslampje op zo'n korte afstand
teveel licht geeft, waardoor de
foto „overbelicht" wórdt. Een
zakdoek, en zo'n minuscuul
vloeitje reduceren de hoeveel
heid licht voldoénde.
Andere camera's
We schreven dit stukje niet al
leen voor de boxcamera-bezit
ters, de wenken zijn natuurlijk
ook van toepassing op de duur-
Het flitsrecept verandert er
echter niet ingrijpend door. Voor
een film van 17° din gebruikén
Een lensopening f: 11. Een
sluitersnelheid van 1+25 of 1/30
1/50. bij X contact. De afstand
is dan voor het kleinste flits
lampje 2 Vi meter.
Bij hogere sluitersnelheden
zoals 1-60—1-100 etc. stellen we
de caméra in op het M-contact,
indien u althans een dergelijke
instelling aan uw toestel bezit.
Voor grotere afstanden moeten
wé natuurlijk een andere lens
opening gebruiken als boven
staand. We raadplégen hiervoor
het richtgetal, dat op het doos
je van de lampjes staat aange-
Wilt u een wat zachtere ver
lichting met de flitser bereiken,
haal dan de reflector van de ca
mera af, en richt die omhoog
tegen een, bij voorkeur lichtge
kleurd plafond. Hét licht wordt
dan mooi egaal teruggekaatst.
Bij deze methode minstens twee
niet Lili Kamp. Heb jij
een leuke dag gehad, Rla
Keiler? Zijn je vriendinne
tjes ook geweest? Woont je
opa bij jullie? Is de juf
frouw weer beter, Gerrlt de
Kievit? Hoe heet jouw zus
je? Is het dinsdag leuk
geweest, Annie van Kleef?
Was je broer blij met de
cadeaus? En je moeder
met de schaar? Harte
lijk welkom Mieke Kleln-
hout. Je bent helemaal niet
te oud, maar voor verhaal
tjes heeft tante Jos geen
plaats. Ook jij bent har
telijk welkom Marijke
Klerkx. Heb jij veel pop
pen? Van jou kreeg ik
ook geen briefje Eveline v.
d. Klis, Lucas Kok,
graag zou ik van jou de
volgende keer een briefje
ontvangen. Van jou ook
Mieke Kool. In welke
klas zit jij Margareth Ko-
Wat leuk, dat jij
j zo'n klein broertje en
zusje hebt Marga de Koo-
ter. Wat maak jij op de
handwerkles? Bedankt voor
je brief. Tante Jos is 27
oktober jarig Dicky de Kor-
Heb jij nog meer broer-
i en zusjes? Wat
het voor films die je
op school hebt gezien Jan
Kraak? Heb je een leuke
verjaardag gehad? Erna
v. d. Kraan, jij schreef er
ook geen briefje bij.
Toos Lammering je moet
me nog eens schrijven hoe
je dat hebt gedaan.
Marjo Lammers, van jc
kreeg ik ook geen briefji
En van Marianne v.
Lee ook niet. Anneke 1
d. Lee, deed er ook geen
briefje bij. Gelukkig, dat
je weer beter bent
Leeuwen. Bedankt
tekening. Wanneer ben
jij geboren, Ad van Leeu
wen? Schrijf jij het ook de
volgende keer, Leo? Ja,
het is een gezellig spel El
lie de Lorm. Wat leuk, dat
jij al zo'n klein nichtje
hebt. Leo Luiendijk doe
jij er in 't vervolg ook een
briefje bij? Was je boek
mooi Cobie Luiendijk? Ga
jij al lang op de gymnas
tiek? 'k Geloof best, dat
je zusje erg is geschrokken,
Arjan de Leeuw van Wee-
nen. Ja het scheelt
één dag, Arjan! Hoeveel
jaar is je jongste zusje,
Ria Maaskant? Heb jij
geen vriendinnetjes?
Adrie Maris, ben
meisje of een jongen?
Schrijf je de volgende keer
wat meer? Arja van
Mastrigt schrijf jij de vol
gende keer een lange brief?
Van jou kreeg ik ook al
geen brief, Anja van Meeu
wen! Wat hebben jullie
een feesten gehad, Conja
Mcljers! Vonden de oma's
de foto leuk? Aart Mlk-
hout krijg ik de volgende
ook een brii
heet
Schrijf
volgende keer eei
Adje Molegraaf,
ben jij geboren? Heb jij
nog meer broertjes en zus
jes? Wat fijn, dat jij
een wissel voor je trein
hebt gekregen, Kees Muit!
Het is een prachtig rapport,
hoor! In welke klas zit
jij, Lla Mulder? Heb jij 11
^fet b
Beste neven en nichten, ,en
had
Verschillende neven en nichten vonden de puzzel wat te mol belc
lijk. Dit keer hebben we een leuke zoekplaat, die helemaal njblac
moeilijk is. Ook kreeg ik weer gedichtjes van jullie. Allemip00*
hartelijk bedankt. Verschillende neven en nichten schreven, <jwat
ze het erg druk hebben met het huiswerk maken. Maar een kli
briefje voor Tante Jos kan er toch wel op overschieten? 'k Vf
wacht in ieder geval weer veel brieven. Vergeten jullie nietpQI'
geboortedatum in de brief ie schrijven? Ik zal jullie één oplossï
van de puzzel geven, want er waren meer mogelijkheden.
Zaag, jaar, raap, gaan, daar, paar, laat, raam, naam, taal. f£trl
Er waren nog andere oplossingen die ook héél goed war(„an
zen krijgen Gerrit de Kilgeg
Lloo
Opstelten? Krijg ik de *(je
gende keer weer een brii
Je brief was nog op t'der
Hannle den Ouden. Haf"00!
lijk welkom, Haimie! ze8l
Ciska Peufflik, doe jij lwat
de volgende keer een brl*en
je bij? Hans Plaislde
jij ook? Gaan jullie v|eioo
bij zieke mensen zin|nie1
Henriette Pruim? Grapjand
dat je tantes en oma's land
ook lezen. Een heel pretfcwas
dag dinsdag, Henriette! jHot
Nelleke Pijper, schrijf ten
de volgende keer vmoi
meer? Je hebt het 1
beter gedaan, Mieke
ders. In welke klas zit
- Is de juffrouw op het^f
gevallen, Janny Resoo£jje
Hebben jullie haar al
bezoek gebracht? Hezen
lijk. dat je nu weer thwij
bent Marja de Ridder. Kwai
je nu weer naar schoLbs
Wat heb jij veel kaar;
gekregen! Bedankt v|
je mooie tekening, Gef -I
de Ridder! Je hebt het k
januari een leuke dag ge
had? Leuk postpapier
heb jij, Heieen Naaborgh!
Wat speel jij op de piano?
Grappig, dat jullie een mu-
ziekclubje hebben. Enny's
brief was te laat. Geluk
kig, dat jullie broertje weer
beter is, Nellie en Jozina
Naaijen! Hebben jullie geen
Naai jen? Hoe heet jij.,
zusje van Adrie Neelis? Je
schrijft ik ben een zusje
van Adrie Neelis maar je
vergeet jc eigen naam.
Leiöc met je vriendin loge
ren, vind je niet? Hoe
is het met je broertje Jopie
Nell? Is het speelbroekje al
klaar? Sterkte met je petti
coat! Fijn, dat je moe
der nu weer terug is uit
het ziekenhuis, Ria van
Noort! Je mag zolang mee
doen als jezelf wilt, Ria!
Er zijn wel meisjes van 16
jaar, die het nog leuk vin
den om te schrijven. Een
heel prettige dag vandaag.
In welke klas zit jij Leo
Noort? Heb jij veel vriend
jes? Als je éénmaal je
geboortedatum hebt ge
schreven is dat genoeg,
Jannie Notenboom! Is het
ie mantel. Welke
kleur heeft jouw sjaal?
Ben jij weer heter Klement
Notenboom? Waar woont je
overgrootvader? Leuk,
samen op de piano spelen,
vind je niet Anneke Oldcn-
hof? Hoe heten je zusjes
broer? Gelukkig,
dat je arm nu bijna beter
Hennic Oltvoort. Goed je
best maar blijven doen met
blokfluitspelen, Hennie! Al
le begin is moeilijk. Har
telijk welkom Hans Oolie-
slager. Ja, ik krijg altijd
veel brieven. Hans! Wat
heerlijk, dat jij zoveel gaat
zwemmen. Annie Oppe-
laar, is het jurkje al klaar?
Welke kleur hebben je
schoenen? Uit welk boek
speel jij piano? Marianne
je? anHoè
Moerland?
tjes? Dat heb jij
gedaan Rudi de Roo.
zijn die kabouters hard
het werk hè.
worden allemaal i
telijk bedankt voor de bjjf
ven. De namen, die met
letters S t.m. Z begint
zijn nu aan de beurt. JifTi;
zoeken maar goed mho
Klorus, Roosje en de hojn
Thomasvaer en Pieternel zijn volop aan het dan11
sen, want het is feest. Jullie zien dat ook wel aai.e
de slingers en lampionnen. Maar toch zijn er nol
meer, die feestvieren, dan alleen Thomasvaer eiD
Pieternel. Klorus en Roosje plus de hond doen oofe
mee; alleen hebben ze zich een beetje verstopt. Nib
moeten jullie eens opzoeken waar ze zijn. Oplos
singen moeten vóór dinsdag 2 februari worden in-
gezonden