U U1IWE MU 6BN tCOZl %£&0êAl «WITTE DOOD» LOERT IN HET ALPENLAND Walawip als schatgraver fot Richt uw box op uw boxer kik' 4' 4 ZONDAGSBLAD ZATERDAG 30 JANUARI 1% ONZE bungalow Is op één na de laatste In de rij van tien langs de prach tige Boslaan en mijn vrouw en i< zijn er verrukt over. Het is ook een ongekende weelde, als je altijd in de stad hebt gewoond, dat je je eigen huis kunt rondwandelen over eigen grond en dat het klaphek in de achter heg je zomaar toegang geeft tot een bos, waarin je uren kunt wandelen. Ik heb mijn werk in de stad maar ik waak tegenwoordig echt voor mijn week-ends, die ik niet wil missen. De kinderen genieten zichtbaar en onze vrienden en kennissen zijn erg jaloers op onze bungalow. Maar toch is over deze vreugde voor mij een schaduw gevallen, die zich niet zomaar laat verdrijven, want soms doe je de ervaring op, dat de wereld dan toch maar klein is als je plotseling mensen ontmoet die je sinds de schooljaren niet meer hebt gezien en waarvan je het bestaan niet eens meer wist. Dat kan soms een plezierige ervaring zijn maar soms ook niet. jV/TAAR Iaat ik het verhaal vertellen van het begin af aan, want ik vraag me af wat u zou doen in mijn geval. Het gaat hierbij dan om de bewoners van de laatste bungalow, waarvan wij de eerste weken nauwelijks meer zagen dan de prach tige Duitse herder, die de kinderen naar school bracht en getrouw altijd onmiddel lijk terugkeerde. Een heel enkele keer had den we de vrouw dezes huizes gezien als ze een paar stukjes wasgoed naast de schuur in de tuin hing. Ze was knap en vriendelijk ook, maar meer dan een kort praatje en een groet kon er blijkbaar niet af en we vroegen ons na enkele weken af hoe de heer dezes huizes er wel kon uitzien. We hadden slechts een schim van hem ont dekt achter de ramen en z'n stem gehoord als hij de kinderen uit de tuin binnenriep. Maar het schoonste bewijs van zijn aan wezigheid was wel de prachtige muziek op de vleugel bij de open tuindeuren die soms 's avonds tot de stille tuinen doordrong, soms weemoedig, wat mediterend, maar een wonderlijke uitdrukking van de verstil de sfeer in de stilaan verdonkerende tui nen. Soms ook de brillante vertolking van de klassieken. Mijn vrouw en ik hadden vastgesteld, dat hij een gevoelsmens moest Een klein deel van onze vragen werd be antwoord toen kortgeleden een bordje in de tuin werd bevestigd met de woorden: S. van Genen muziekleraar. Maar daarme de kwam ongemerkt voor mij de schaduw op. Twee dagen later kwam mijn vrouw in een gesprekje over het tuinhek met de jon ge mevrouw Van Genen te weten, dat haar man leraar was aan het conservato rium en dat hij nu vakantie had, die over twee dagen om zou zijn. ZO kwam het dat wij hem op een mor gen het tuinhek zagen uitgaan met eén witte stok in de hand, een grote zwarte bril op en geleid door de Duitse herder. I Herm. Steggerda ging lijk maakt. In het vervolg zou ik hem nemen in mijn wagen naar de stad. Zo kwam het dan, dat ik op een morgen stopte aan de bushalte, waar Van Genen stond te wachten. Ik sprak hem aan en zei: ,,Ik ben uw buurman, meneer Van Genen, als u naar de stad moet dan breng ik u graag met mijn wagen waar u zijn moet. Wilt u instappen?" ,,Zo, zo", zei de blinde. „Bent u me neer Van Zuylen. Even verbaasd zei De: „Inderdaad." „Ja. mijn vrouw las uw naam op de deur en ik hoor uw kinderen wel eens in de tuin. Ze zijn nog jong dacht ik, een jaar of zes, zeven." „Nou, ik hoef u weinig te vertellen, ge loof ik. Ja, ze zijn vijf - - he Al pratend hielp Dat ging vlotter dan ik verwachtte. Zijn tastende handen waren bedreven. De hond veroorzaakte meer last. Hij wilde beslist naast zijn baas zitten, maar daar hadden we geen ruimte voor, hij moest achterin en het kostte heel wat sussende woordjes en liefkozingen voor de hond in de wagen stapte en af en toe liet hij nog steeds een jankend geluid horen. ,,In de bus ligt hij altijd aan mijn voe ten". zei Van Genen, „dat is'ie zo gewend en iedereen kent hem. Hij is een vaste passagier." Het werd al gauw de muziekleraar en gewoonte, dat ik het tuinhek oppikte naar het conservatorium bracht. Wat cu zelfs zeer scherp de vormen en oe kleuren van de dingen kende, de sfeer en de ligging van straten, pleinen en singels, waaruit ik de conclusie trok, dat hij op de een of andere manier later blind ge worden moest zijn. maar ik vond het vooralsnog te pijnlijk om hem daar naar te vragen. Dit bleef echter niet lang voor mij een geheim, want op een goede dag zei mijn vrouw: „Ik heb het ronduit aan zijn vrouw gevraagd. Hij heeft een onge luk gehad toen hii in de vierde klas van de H.B.S. zat. Hij moet toen m een zandafgraving of zoiets gevallen zijn en in aanraking zijn gekomen met kalk. Zijn ogen werden zwaar beschadigd. Het ene is volkomen blind, met het andere onder scheidt hij nog alleen maar licht en don ker" rEN ik die avond in bed lag kon ik de slaap niet vinden. Opeens was de naam Van Genen door het verhaal van mijn vrouw gaan leven De H.B.Sruim twintig jaar geleden... Van Genen... ja dat klopte S. van GenenSimon. Een iet wat spichtige jongen, zeer eenzelvig, enig kind en klaarblijkelijk sterk verwend. Met niemand bevriend, maar daardoor veelal mikpunt van onze plagerijen. De leraren waren zeer od hem gesteld, want hij was begaafd, de beste van de klas, altijd ten voorbeeld - A- de tra gen van geest. Bo- i de incidenten in de klas en op straat "waren legio. Soms kwam het zelfs tot een vuistgevecht, waarin de kleine Simon altijd het loodje legde. Simon van Genen stond plotseling weer klaar voor mijn geest en ook de schooldag met de trieste afloop. We bivakkeerden in de bos sen en toen de lunchtijd aangebroken was zaten we in een wijde kring onze voorra den te verteren. Maar wie zat er weer alleen met opgetrokken knieën tegen een boom geleund? Natuurlijk Simon. Dat kon je soms plotseling ergeren en het spelle tje begon met het gooien van denne-appels. Die aanval werkte onder de jongens als een infectie en al gauw werd het een waar bombardement die Simon noopte ergens anders rust te zoeken. Die werd hem na tuurlijk niet gegund en onze zakken be laden met „projectielen" begon een wilde jacht die de bedoeling had om elke vlucht af te snijden. Ik zat hem dicht op de hie len en ik zag dat zijn oor bloedde. Maar ik herinner me, dat ik nog veel meer schrok toen ik zag hoe hij het bos uitrende naar de rand van een steile zandafgraving. We hadden daar 's morgens al staan kij ken, hoe beneden de vrachtwagens af en aan reden en hoe men daar bezig was met kalk of cement voor een bouwerij in de omtrek. Ik gaf een harde schreeuw van schrik en maakte een enorme sprong vooruit om hem te grijpen voor hij de rand kon bereiken, maar mijn greep werk te averechts. Mijn vaart was te groot en inplaats van hem te grijpen gaf ik hem ongewild een duw en met een kreet van angst stortte Simon voorover van de steile helling af. Ik zag verbijsterd hoe zijn han den machteloos klauwden in het glijdende zand en hoe hij overspoeld werd en er gens beneden in de kalkbrij stortte. Door mijn alarmerende schreeuw stond onmid dellijk de hele klas aan de rand van de zeker twintig meter diepe afgraving. Ik lag schuin voorover gevallen precies op de rand. Midden in die consternatie zagen we plotseling hoe een van de leraren, zon der op de gevaren te letten, zich een voudig van de helling liet glijden. Sprin gend, vallend, glijdend kwam hij benedén en wij zagen hoe hij de chauffeurs hielp om Simon te bevrijden. Even later zagen we hoe de leraar de jongen in zijn armen naar de cabine van de vrachtwagen droeg en hoe de wagen voorzichtig uit de diépte T~JIT was het laatste wat ik van Simon heb gezien. Wij hoorden later, dat hij in het ziekenhuis was opgenomen en dat hij waarschijnlijk wel blind zou worden. Ik weet nog klaar hoe diep leraren en klas onder de indruk waren. Maar het gaat wonderlijk in het leven. De tijd ging voort. We verhuisden naar de vijfde klas en lang zamerhand stierven de berichten over Si mon uit. Hij kwam niet meer terug op school en hij raakte op *t laatst in het vergeetboek. Maar nu is Simon plotseling in mijn le ven teruggekeerdmijn buurman, gé- trouwd met een lieve, zorgzame vrouw, die kennelijk haar leven aan hem wijdt. Hij, een talentvol pianist en componist. De waardering voor zijn werk is groot maar nu ik dit alles weer weet voel ik mij telkens wanneer ik hem zie schuldig en ook elke morgen is de neiging in mij groot om hem te zeggen wie ik ben en dat ik het niet helemaal helpen kon, dat hij viel, want dat had ik niet gewild. Maar mijn vrouw hield me tegen. Ze zei: „Zeg alsjeblieft nooit iets, want dan durf ik die mensen nooit meer onder de ogen te komen" en ik zag aan haar gezicht dat ze iets wilde zeggen, dat me al lang op de lippen lag: „laten wij maar verhuizen, want dit is afschuwelijk." Maar nog erger was de ontnuchtering die hierop volgde. Op een morgen dat ik hem naar het conservatorium bracht bègon hij over mijn werk, de uitgeverij. „Van Zuylens uitgeversmaatschappij", zéi hij. ,,'t Klinkt goed. Ik heb een paar uitgaven „Gelezen?", vroeg ik. „In braille natuurlijk", voegde hij er verklarend aan toe. Na een poosje stilzwij gen vroeg ik hem, en ik weet niet wat mij daartoe bewoog. „Komt die naam u niet bekend voor, Henk van Zuylen." Ik keek hem gespannen aan, maar niets verraadde enige opwinding. „Ja zeker", zei hij en daarop meer nadrukkelijk: „Zo toen mijn vrouw de naam noemde wist ik het. Henk van Zuylen. We zaten op de H.B.S. in de zelfde klas, is 't niet?" „Inderdaad", zei ik en m'n stem beefde. Ik verwachtte een verwijt, een uitbarsting van toorn, een bevel van: Wilt u hier stop pen alstublieft? Maar er gebeurde niets. Achter mij jankte de hond. Na enige ogen blikken begon Van Genen. „Ik was toen voor jullie een wonderlijk jongetje, niet? Tja, enigst kind en niet met het nodige verstand grootgebracht. Maar ach, dat zie je later pas in, vooral als je op jezelf teruggeworpen wordt en niets meer over houdt dan het gezicht op je eigen leven. Ik ben veel dank verschuldigd aan mijn vrouw, die mij in het ziekenhuis verpleeg de en trouw gebleven is. Zij heeft een mens van mij gemaakt en alle zelfbeklag in me gesmoord." „Maar ik", begon ik wijfelend. Maar Van Genen ging voort: ,,U hoéft zichzelf niets te verwijten. De schuldvraag is waar schijnlijk voor u en voor mij even belang rijk geweest Dat is zij nu niet meer. God heeft me een rijk en gelukkig leven gege ven en met twee ziende ogen had ik dat misschien niet gekregen.... We zijn er ge loof ik, is 't nietHenk?" Ik was te verbouwereerd om Simon te zeggen. Ik hielp hem nog bevend uit de wagen en ik geloof achteraf, dat hij dat voelde, want hij zei zeer nadrukkelijk: „Henktot morgen." TK woon nog steeds in de bungalow, maar de schaduw wil nog niet verdwijnen We zitten soms 's avonds tegenover elkan der aan de haard, diep in gedachten en dan kijken we elkaar plotseling aan, maar zij noch ik hebben het verlossende woord willen uitsprekende mooie bungalow, de kinderen en de goedmoedige Simon. „Ik heb er nooit met iemand over gespro ken", zei hij mij op een morgen. „Zelfs mijn vrouw weet niet dat wij samen in de klas gezeten hebben en hoe het gebeurd is., ik vond het beter om daarover te zwijgen en zo verstandig móet jij ook zijn, want zij zou het allicht anders bekijken „Je moet blijven", zegt mijn vrouw. „Misschien kun je nog eens iets belang rijks voor hem doen." Daarom woon ik nog steeds in de Boslaan, en mijn vrien den en kennissen zijn jaloers.... De belangstelling voor de win tersport en een vakantie in de bergen neemt elk jaar ook in ons land toe. De vakanties in het bergland van bijv. Zwitserland, Oostenrijk en Zuid-Duitsland heb ben als voordeel, dat men heel wat meer uurtjes zonneschijn meepikt dan men normaal in de wintermaanden in ons land kan verwachten. Ook komen er geen depressies voor van het type met dagen achtereen druilerig en mis tig weer en ook de waterkoude zeewinden dringen niet tot de Al pen door. Daarmede willen wij niet bewe ren, dat er ook in de wintersport- centra geen zware sneeuwstormen kunnen voorkomen. Het grootste gevaar waarmee de natuur in het bergland dreigt zijn de sneeuwla- wines, die elk jaar slachtoffers eisen, al zijn dit in vele gevallen de waaghalzen, die alle goede raadgevingen in de wind slaan. Gemiddeld over de gehele wereld bedraagt het aantal slachtoffers tengevolge van sneeuwlawines in een, jaar 150. Stuif- of grondlawines Men onderscheidt bij ..deze sneeuwlawines, wanneer wij ons tot het Alpenland bepalen, stuif- of poederlawioes en grondlawines die meer uit natte sneeuw be staan. Zolang de temperatuur be neden het vriespunt ligt is de sneeuw droog (poeder of stuif sneeuw), maar stijgt het kwik bo ven het vriespunt, hetgeen meest al met regen gepaard gaat, dan wordt de sneeuw vochtig, pakt sa men hetgeen een grond-(natte- sneeuw) lawine in de hand werkt. Ook de hoeveelheid sneeuw die er valt is van groot belang en daar naast de helling van de berg. Hierdoor zijn er bepaalde plaat sen bekend door hun lawinege vaar, maar,... af en toe, zoals in de beruchte lawinewinter van 1951, komen ook lawines naar be neden waar men dit voordien nim mer heeft waargenomen. Een stuiflawine, die uit de meer hoger gelegen bergtoppen komt, kan onder alle kleine oorzaken als luchttrillingen, windvlagen etc. in beweging komen. Bij deze lawines speelt de weerstoestand een min der grote rol dan bij de meestal gevaarlijker „grondlawines" die zich op een lager niveau voordoen en sterk afhankelijk zijn van de weerstoestand. Wanneer depres sies in de hogere luchtlagen piot- lucht aanvoeren, losgeraakte sneeuwmassa (lawi ne) naar beneden stort, is zeer groot. De topsnelheid van een sneeuwlawine die zich onder don derend geraas naar beneden stort bedraagt ruim 320 kilometer per uur. De grote stuiflawine die in 1890 te Glarnisch omlaag kwam moet een snelheid van 350 km per uur hebben gehad. De afstand die de lawine aflegt varieert sterk maar ze kan na 't neerstorten nog vele kilometers langs effen terrein blijven voortschuiven. De Altels ijslawine van 1895 drong zelfs dwars door een dal heen. daten om door lawines dan door oorlogvoering. Het bulderen van de kanonnen (luchttrillingen) had dikwijls enorme lawines tot ge-- volg. Het laatste rampzalige lawine-/ jaar was de winter van 1951. Zeer zware sneeuwval en op 3000 meter hoogte orkanen met windstoten van 185 km per uur, gevolgd door een sterke dooi met regen had c uitgebreide schaal lawines tot g- volg. In Oostenrijk werden dor pen, kerken, krachtstations en ve* Trouw Een zegi waarbij het kwik voordien tot het dal onder nul lag en nu tot op een hoogte van bv. 2000 meter boven nul stijgt, wordt de sneeuw week en gaat glijden. Wanneer er veel sneeuw valt en is gevallen en er dringt in de hogere niveaus een sterke dooi door, dan kunnen verschillende lawines ook de dor pen en de dalen bedreigen. De snelheid waarmee zich een De sneeuwmassa van een grote lawine kan enkele honderdduizen den tonnen wegen. Te Wellington (Cascadegebergte) in Amerika kwam op 1 maart 1910 een gro te sneeuwmassa naar beneden die een stationsgebouw, drie lokomo- tieven en verschillende spoorwa gens mee over de rotswand sleur de, waarbij 90 personen om het leven kwamen. De zogenaamde „Witte Dood" heeft vooral vroeger, toen nog geen wetenschappelijke veilig heids- en voorzorgsmaatregelen waren ingevoerd, veel slachtof fers geëist. In 1689 vernietigde een sneeuwlawine het hele dorp Saas in Wallis met al zijn inwo ners. Een zelfde lot onderging in 1719 de stad Loueche, eveneens in Wallis. Tijdens de eerste wereldoorlog kwamen er in de Alpen meer sol door de „witte dood' verrast. Er werd 2500 ha cultuur- grond bedolven, 894 gebouwen! leer Witte dood vernield, 530 stuks vee kwamen, ver om. Over geheel Europa eisten de] In d sneeuwlawines in januari en fe-UeloVl bruari 1951 265 mensenlevens. heef Orkaanwind heel Bij een sneeuwlawine komt nog den: een grote natuurkracht vrij, na- in c melijk een orkaansterke wind, diej 1®°* soms op een tornado lijkt. Door-i °erj dat de lawine zich met grote snel heid naar het dal stort wordt er een enorme hoeveelheid lucht ver-U plaatst. Alleen door de orkaan die"®" een lawine vergezelde werd inf Zwitserland een brug, die enkele^lg w tonnen woog, ruim 50 meter om- ^ei-h hoog- en weggeslingerd. In 1819 loofl verwoestte alleen deze lawine-or-j stra kaan een groot deel van het dorp; *ere Randa. Zelfs het statige kerkjej ^,®ri werd tegen de grond geblazen. i af if tiscl DOOR THEA BECKMAN (Vervolg) De wagenmaker dacht na. Hij wilde de schat natuur lijk graag hebben, maar daarvoor had hij Walawip no dig om de juiste plaats dan te wijzen. En hij zou Walawip er liever buiten gehouden hebben want hij gunde de vro: lijke jongen al die rijkdommen niet. Eindelijk meende hij een goed plan te hebben opgesteld. Hij ging naar de werk plaats en sprak: „Walawip, ik heb gehoord, dat je mijn dochtertje een parelsnoer ten geschenke hebt gegeven en ook, dat je nog veel meer juwelen weet te liggen. Zullen we ze samen opgraven?" „Goed", zei Walawip, legde de teerkwast neer en stond al klaar om met de wagenmaker naar de rivier te 8 „Neen", zei de sluwe man. „Niet midden op de dag. Want dan komen andere mensen kijken en zullen pro beren ons de schat af te pakken. We moeten er van nacht heen gaan en in het donker zoeken. Of... kun je in het donker niets zien?" „O, jar'el", zei Walawip. „Ik heb goede ogen." „Prachtig. ï>an loop jij voor ons uit, want ik zal nóg een knecht meenemen om ons te helpen. En als je de plaats hebt teruggevonden, gaan we met ons drieën gra ven en halende schat uit de grond. We zullen eerlijk delen en dan zijn we rijk." „Best", zei Walawip. Hij werkte die dag even onhandig als de voorgaande dagen, maar ditmaal mopperde de wagenmaker niet op hem. Toen het avond was geworden, ging iedereen ge woon naar bed, behalve de wagenmaker zelf. Hij sloop de achterdeur uit, een steegje door en verdween in onguur kroegje. Na een hall uurtje kwam hij wee: voorschijn, gevolgd door een grote, lelijke kerel met knuppel. „Kijk", zei de wagenmaker. „Tegen de och tend zul je drie mannen zien lopen, die elk een zware zak sjouwen. De achterste man moet je met de knup pel een klap op zijn hoofd geven, dat hij van niets meer weet. Dat is alles. Heb je het goed begrepen' Als alles gaat, zoals het gaan moet, krijg je van mi vijf goudstukken." „Ik heb het begrepen", zei de boef en verstopte zich in het kreupelhout langs de rivier. De wagenmaker keerde terug naar huis, wekte Walawip en zei: „Het it tijd, Walawip. Ga je mee?" Ook de andere knecht werd wakker gemaakt en ge drieën laadden ze de gereedschappen op hun rug er sloegen de richting van de rivier in. Spoedig waren zi aan de voet van de oude toren gekomen. Walawip stampte met de voet op de grond en zei: „Hier ligt de schatdrie meter diep." (Volgende week verder) H. de Jager, hoe heet jij met je voornaam? Schrijf je de volgende keer een briefje? Wat ben jij ver wend, Annie Jochem'. Is je boek mooi? Ja, ik ken jouw tante wel. Leuk, vind je niet? Andries de Jong, doe jij er de volgende keer een briefje bij? Marijke de Jong, jij ook? Ik vond de kaart erg mooi Wilma Kalkman. Gelukkig, dat je zusje weer een beetje beter is. Hoe is het op de gymnastiek? Jij boft maar weer, dat jij twee le go-doosjes hebt gekregen, Martien Kamerling! Wat maak je nog meer dan ga rages? Ellie Kamp, ik Bij duizenden mensen zijn de hond en de kat lid van het ge zin. De kinderen sollen dc hele dag met de hond, moeder schilt pas „echt" aardappels wanneer poes op de aanrecht ligt te spin nen en vader leest pas rustig zijn krantje, wanneer Wolf staartkwispelend aan zijn voeten ligt. Maar slechts zelden ziet men poes of Wolf in een foto album. Waarom eigenlijk? Als kinderen opgroeien met huisdieren, nemen die dieren een grote plaats in hun herinne ring in, zijn veel herinneringen juist ontstaan door een voorval met kat of hond. Waarom in het fotoalbum dan ook geen plaatsje voor Minet of Wolf? Het is toch heus niet zo moei lijk om een leuke prent te ma- kén van een kat of een hond, een kanarie of een tortelduif, een papegaai of een tamme ekster, een marmot, een geitje of een Het moeilijkst is nog tellen stil en juist denkt te knippen, holt het al weer ergens anders heen. Voorwaarden Aan twee voorwaarden moet u voldoen voor een leuke foto van een viervoeter: het beest moet iets doén wat in zijn aard ligt (geen poes met een lucht ballon aan z'n staart en geen Duitse herder in uw bed) en de achtergrond moet zo rustig mo gelijk zijn. Een foto van poes te midden van bijschuiftafeltjes, plantenstandaards en poefs voor een druk behang vol rozenslin- gers wordt een zoekplaatje, geen bijna altijd een leuke prent: ze hóren bij elkaar! Maar houd de achtergrond in de gaten. „Portretlens" Bij het kieken van kleine huis dieren (vogéls, jonge poesjes) zijn de eigenaars van een box met een voorschuifbaar „por- fretlensje" in het voordeel. Zij kunnen tot VA meter bij het dier komen. Met een gewone box moet er ongeveer 3 meter afstand bewaard blijven tussen box en onderwerp. Verreweg de meeste opnamen van huisdieren zullen binnen ge maakt moeten worden. Dat kan, sinds u de zon kunt laten schij nen in uw kamer door een mi nuscuul klein lampje aan te ste ken, een flitslampje. - U hebt behalve uw box en een filmpje van 17° Din slechte een flitsapparaatje nodig (reeds vanaf tien gulden verkrijgbaar) en wat kleine flitslampjés. Flitsen huis betreft: vooral kleine vogels kunnen niet in hun kooi gekiekt worden. U ziet dan op de prent meer tra lies dan vogel. Maar is het diertje niet zo tém, dat u het op tafel laat trippen, wanneer de kooi schoon gemaakt moet worden? Dat is hèt moment. Een papegaai laat u op de arm van één der huis genoten zitten, een duif op de Flitsapparaat op de camera, stekkertje in het flitscontéct ste ken, een lampje in het flitser- tje stoppen. Klaar is Kees! Wanneer u nu maar 214 4 3 meter van uw onderwerp vèr- wijderd blijft, is elk schot raak, elke druk op de knop een ge slaagde foto. Dc gebruikers van een portret- of voorzetlensje, mogen dichter bij gaan tot op ca. VA meter, maar dan moeten zij een witte zakdoek over het flitsertje leg gen of een sigaretten-vloeitje om t lampje wikkelen, omdat het flitslampje op zo'n korte afstand teveel licht geeft, waardoor de foto „overbelicht" wórdt. Een zakdoek, en zo'n minuscuul vloeitje reduceren de hoeveel heid licht voldoénde. Andere camera's We schreven dit stukje niet al leen voor de boxcamera-bezit ters, de wenken zijn natuurlijk ook van toepassing op de duur- Het flitsrecept verandert er echter niet ingrijpend door. Voor een film van 17° din gebruikén Een lensopening f: 11. Een sluitersnelheid van 1+25 of 1/30 1/50. bij X contact. De afstand is dan voor het kleinste flits lampje 2 Vi meter. Bij hogere sluitersnelheden zoals 1-60—1-100 etc. stellen we de caméra in op het M-contact, indien u althans een dergelijke instelling aan uw toestel bezit. Voor grotere afstanden moeten wé natuurlijk een andere lens opening gebruiken als boven staand. We raadplégen hiervoor het richtgetal, dat op het doos je van de lampjes staat aange- Wilt u een wat zachtere ver lichting met de flitser bereiken, haal dan de reflector van de ca mera af, en richt die omhoog tegen een, bij voorkeur lichtge kleurd plafond. Hét licht wordt dan mooi egaal teruggekaatst. Bij deze methode minstens twee niet Lili Kamp. Heb jij een leuke dag gehad, Rla Keiler? Zijn je vriendinne tjes ook geweest? Woont je opa bij jullie? Is de juf frouw weer beter, Gerrlt de Kievit? Hoe heet jouw zus je? Is het dinsdag leuk geweest, Annie van Kleef? Was je broer blij met de cadeaus? En je moeder met de schaar? Harte lijk welkom Mieke Kleln- hout. Je bent helemaal niet te oud, maar voor verhaal tjes heeft tante Jos geen plaats. Ook jij bent har telijk welkom Marijke Klerkx. Heb jij veel pop pen? Van jou kreeg ik ook geen briefje Eveline v. d. Klis, Lucas Kok, graag zou ik van jou de volgende keer een briefje ontvangen. Van jou ook Mieke Kool. In welke klas zit jij Margareth Ko- Wat leuk, dat jij j zo'n klein broertje en zusje hebt Marga de Koo- ter. Wat maak jij op de handwerkles? Bedankt voor je brief. Tante Jos is 27 oktober jarig Dicky de Kor- Heb jij nog meer broer- i en zusjes? Wat het voor films die je op school hebt gezien Jan Kraak? Heb je een leuke verjaardag gehad? Erna v. d. Kraan, jij schreef er ook geen briefje bij. Toos Lammering je moet me nog eens schrijven hoe je dat hebt gedaan. Marjo Lammers, van jc kreeg ik ook geen briefji En van Marianne v. Lee ook niet. Anneke 1 d. Lee, deed er ook geen briefje bij. Gelukkig, dat je weer beter bent Leeuwen. Bedankt tekening. Wanneer ben jij geboren, Ad van Leeu wen? Schrijf jij het ook de volgende keer, Leo? Ja, het is een gezellig spel El lie de Lorm. Wat leuk, dat jij al zo'n klein nichtje hebt. Leo Luiendijk doe jij er in 't vervolg ook een briefje bij? Was je boek mooi Cobie Luiendijk? Ga jij al lang op de gymnas tiek? 'k Geloof best, dat je zusje erg is geschrokken, Arjan de Leeuw van Wee- nen. Ja het scheelt één dag, Arjan! Hoeveel jaar is je jongste zusje, Ria Maaskant? Heb jij geen vriendinnetjes? Adrie Maris, ben meisje of een jongen? Schrijf je de volgende keer wat meer? Arja van Mastrigt schrijf jij de vol gende keer een lange brief? Van jou kreeg ik ook al geen brief, Anja van Meeu wen! Wat hebben jullie een feesten gehad, Conja Mcljers! Vonden de oma's de foto leuk? Aart Mlk- hout krijg ik de volgende ook een brii heet Schrijf volgende keer eei Adje Molegraaf, ben jij geboren? Heb jij nog meer broertjes en zus jes? Wat fijn, dat jij een wissel voor je trein hebt gekregen, Kees Muit! Het is een prachtig rapport, hoor! In welke klas zit jij, Lla Mulder? Heb jij 11 ^fet b Beste neven en nichten, ,en had Verschillende neven en nichten vonden de puzzel wat te mol belc lijk. Dit keer hebben we een leuke zoekplaat, die helemaal njblac moeilijk is. Ook kreeg ik weer gedichtjes van jullie. Allemip00* hartelijk bedankt. Verschillende neven en nichten schreven, <jwat ze het erg druk hebben met het huiswerk maken. Maar een kli briefje voor Tante Jos kan er toch wel op overschieten? 'k Vf wacht in ieder geval weer veel brieven. Vergeten jullie nietpQI' geboortedatum in de brief ie schrijven? Ik zal jullie één oplossï van de puzzel geven, want er waren meer mogelijkheden. Zaag, jaar, raap, gaan, daar, paar, laat, raam, naam, taal. f£trl Er waren nog andere oplossingen die ook héél goed war(„an zen krijgen Gerrit de Kilgeg Lloo Opstelten? Krijg ik de *(je gende keer weer een brii Je brief was nog op t'der Hannle den Ouden. Haf"00! lijk welkom, Haimie! ze8l Ciska Peufflik, doe jij lwat de volgende keer een brl*en je bij? Hans Plaislde jij ook? Gaan jullie v|eioo bij zieke mensen zin|nie1 Henriette Pruim? Grapjand dat je tantes en oma's land ook lezen. Een heel pretfcwas dag dinsdag, Henriette! jHot Nelleke Pijper, schrijf ten de volgende keer vmoi meer? Je hebt het 1 beter gedaan, Mieke ders. In welke klas zit - Is de juffrouw op het^f gevallen, Janny Resoo£jje Hebben jullie haar al bezoek gebracht? Hezen lijk. dat je nu weer thwij bent Marja de Ridder. Kwai je nu weer naar schoLbs Wat heb jij veel kaar; gekregen! Bedankt v| je mooie tekening, Gef -I de Ridder! Je hebt het k januari een leuke dag ge had? Leuk postpapier heb jij, Heieen Naaborgh! Wat speel jij op de piano? Grappig, dat jullie een mu- ziekclubje hebben. Enny's brief was te laat. Geluk kig, dat jullie broertje weer beter is, Nellie en Jozina Naaijen! Hebben jullie geen Naai jen? Hoe heet jij., zusje van Adrie Neelis? Je schrijft ik ben een zusje van Adrie Neelis maar je vergeet jc eigen naam. Leiöc met je vriendin loge ren, vind je niet? Hoe is het met je broertje Jopie Nell? Is het speelbroekje al klaar? Sterkte met je petti coat! Fijn, dat je moe der nu weer terug is uit het ziekenhuis, Ria van Noort! Je mag zolang mee doen als jezelf wilt, Ria! Er zijn wel meisjes van 16 jaar, die het nog leuk vin den om te schrijven. Een heel prettige dag vandaag. In welke klas zit jij Leo Noort? Heb jij veel vriend jes? Als je éénmaal je geboortedatum hebt ge schreven is dat genoeg, Jannie Notenboom! Is het ie mantel. Welke kleur heeft jouw sjaal? Ben jij weer heter Klement Notenboom? Waar woont je overgrootvader? Leuk, samen op de piano spelen, vind je niet Anneke Oldcn- hof? Hoe heten je zusjes broer? Gelukkig, dat je arm nu bijna beter Hennic Oltvoort. Goed je best maar blijven doen met blokfluitspelen, Hennie! Al le begin is moeilijk. Har telijk welkom Hans Oolie- slager. Ja, ik krijg altijd veel brieven. Hans! Wat heerlijk, dat jij zoveel gaat zwemmen. Annie Oppe- laar, is het jurkje al klaar? Welke kleur hebben je schoenen? Uit welk boek speel jij piano? Marianne je? anHoè Moerland? tjes? Dat heb jij gedaan Rudi de Roo. zijn die kabouters hard het werk hè. worden allemaal i telijk bedankt voor de bjjf ven. De namen, die met letters S t.m. Z begint zijn nu aan de beurt. JifTi; zoeken maar goed mho Klorus, Roosje en de hojn Thomasvaer en Pieternel zijn volop aan het dan11 sen, want het is feest. Jullie zien dat ook wel aai.e de slingers en lampionnen. Maar toch zijn er nol meer, die feestvieren, dan alleen Thomasvaer eiD Pieternel. Klorus en Roosje plus de hond doen oofe mee; alleen hebben ze zich een beetje verstopt. Nib moeten jullie eens opzoeken waar ze zijn. Oplos singen moeten vóór dinsdag 2 februari worden in- gezonden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 16