christelijk; l A. Stapelkamp ten grave gedragen £eithen KDHING- RICBSAD Vraagtekens achter regeringsbeleid Zionisme door succes in een crisis Visser Neerlandia-prijzen werden uitgereikt Een woord voor vandaag Kanttekening 2 MAANDAG 25 JANUARI 1960 Platteland in het gedrang TJET is -tl feit. da In het blad „Hervormd Ne derland" heelt ds. F. H. Lands man een uitvoerig artikel ge wijd aan de kerkelijke belan gen die op het platteland op het spel staan. Ondanks het werk van vele commissies constateert ds. Landsman dat grote delen van het platteland letterlijk en figuurlijk aan het „achteruit- boeren" zijn. Het artikel gaat in op een artikel van dr. A. de Wilde die pleit voor een mil- joenenactie voor het platteland. onderzoek onderwer pen, twee factoren onderscheiden: de strikt-kerkelijke èn die welke van economische en maatschappe lijke aard zijn. De eerste zijn eigenlijk doorslaggevend voor het Kerkelijke leven. Al zouden de pre dikanten allen evenveel als de burgemeesters verdienen en in even mooie huizen wonen en al zouden de kerken er voortreffe lijk uitzien en de leskamers en zondagsschoollokalen. jeugdge- bouwen enz. de modernste zijn die men zou kunnen wensen, dit alles is nog geen garantie voor een bloeiende hervormde gemeen te! Daarvoor moet aan enkele vooronderstellingen van geestelij ke aard voldaan worden, die om gekeerd weer véél mogelijk kun nen maken, ook waar de stoffe lijke welvaart niet zo is als men gaarne zou wensen! Hierover zou nog veel zijn te zeggen. Maar ditmaal willen we vooral aandacht geven aan de niet-kerkelijke factoren, die mede voor het kerkelijk leven ten plat- telande van grote betekenis zijn. We vinden een aanleiding daar voor in de jl. behandeling van de begroting van het Ministerie van Maatschappelijk Werk in de Twee de Kamer. algemeen bekend feit, dat de regering reeds ge durende een tiental jaren veel aan dacht heeft voor de bevordering van de industrialisatie van econo misch achtergebleven gebieden, waarin, ten gevolge daarvan, z.g. strukturele werkloosheid heerst Daarom werden er in 1951 en 1952 een aantal „ontwikkelingsgebie den", negen in getal, aangewezen en daarin weer een aantal indu strialisatiekernen, waarin de indu striële ontwikkeling door de be schikbaarstelling van belangrijke subsidies zou worden bevorderd. Maar omdat men inzag dat zulk een economische ontwikkeling ook een sociale kant heeft, werden niet alleen voor deze kernen, maar ook voor het. aangewezen gebied als geheel subsidies in het vooruitzicht gesteld voor de bevor dering van maatschappelijk, cultu reel en jeugdwerk. Daaruit bleek, dat men van overheidswege besefte, dat het ook bij de bevordering van de economische opbloei uiteindelijk om de mensen gaat, die in het betreffende gebied hun bestaan vinden en die daar dreigen te verkommeren. Niet alleen omdat ze er hun dagelijkse brood niet mee kunnen verdienen, maar ook omdat ze, vergeleken met de ove rige bevolking, tekort komen in dat wat daarboven nog nodig is voor een „menswaardig" bestaan. Dat wil zeggen, dat er in die ge bieden ook wat betreft de geeste lijke waarden van „nood" moet worden gesproken. In dit soort „nood" is echter niet met geld en goederen alléén te voorzien. Ze kan alleen worden gelenigd door veranderingen, die van-binnen-uit moeten komen. Het gaat daarbij immers om de vraag hoe een mens zichzelf waardeert, hoe hij zijn leven inricht, in zijn gezin leeft, met zijn naaste om gaat, waar hij zijn geestelijk voed sel vindt, hoe hij zijn vrije tijd besteedt enz. Daarbij kunnen andere mensen, die hem begrijpen, hem bijstaan en op weg helpen. Maar ten slotte moet het eigenlijke door hem zelf, door de gemeenschap waartoe hij behoort, gebeuren. Subsidie kan bij dit ..maatschap pelijk opbouwwerk", in de breed ste zin van het woord, alleen er toe dienen om de aanstelling van zulke helpende medemensen mo gelijk te maken jeugd- en vor mingsleiders, maatschappelijke werkers of het stichten van ge bouwen voor de ontplooiing van het gemeenschapsleven dorps- en buurthuizen, verenigingsgebou wen te bevorderen. Wï i wij echter gebeuren? Terwijl de plannen voor de ontwikkeling van dit alles nog in wording zijn. verandert plotseling het regeringsbeleid en moeten de „ontwikkelingsgebieden" het veld ruimen voor de z.g. „probleemge bieden". Schijnbaar verandert er niet veel. Ze vallen voor een groot deel met de „probleemgebieden" samen. En ook de sociale kant van de zaak heeft weer ten volle de aandacht. Er worden alleen an dere begrippen gebruikt. Men spreekt i.p.v. over „sociale plan ning" sinds 1959 over „maatschap pelijke begeleiding". En weer gaat het daarbij om de subsidiëring van activiteiten op maatschappe lijk. cultureel en hygiënisch ge bied en ook om kapitaalverstrek king voor gebouwen die als „cul turele centra" zullen dienst doen. Toch is er iets veranderd dat van doorslaggevende betekenis kan zijn voor de toekomst van bepaalde delen van het platteland. Uit de Memorie van Antwoord op de vragen gesteld in het voor lopige verslag omtrent de begro ting van maatschappelijk werk blijkt n.l. dat het in de bedoeling van de regering ligt straks alleen subsidies voor niet-economische doeleinden te verstrekken voor de „ontwikkelingskernen" in de aan gewezen probleemgebieden, d.w.z. alleen voor het maatschappelijk opbouwwerk in die. grotere, ge meenten waarin de economische ontwikkeling geconcentreerd is. Dit wil dus zeggen dat juist die delen van het platteland, die al achter zijn gebleven of achterop geraakt zijn en die juist door de aantrekkingskracht van de „ont- Wikkelineskernen" hoe langer hoe onaantrekkelijker worden als woongebied en daarom ontvolkt ra ken, heen-aal aan zichzelf wor den overgelaten. Het gevolg van dit beleid zal zijn dat juist het agrarische deel van ons land dat het economisch al het moeilijkst heeft, nog eens extra een stempel van minder waardigheid opgedrukt krijgt. Dit zal op de duur ook zijn te rugslag hebben op het hervormde kerkelijke leven. Niet alleen het miljoenenplan van dr. De Wilde wordt zinloos, ook als in een ge meente de geestelijke onderstel lingen voor de opbouw van een kerkelijke gemeenschap aanwezig zijn. maar ook elke poging om, met die eventuele miljoenen, apos- tolair gericht werk op te zetten, is onuitvoerbaar als de dorpen ontvolkt raken. TYAARBIJ komt nog dat. al zou •*-' dit laatste voorlopig nog zo'n vaart niet lopen, ook veel kerke lijk werk dat juist in geestelijk weinig krachtige kerkelijke ge meenten van grote betekenis kan zijn, zoals jeugd- en vormings werk en maatschappelijk werk, zonder buitengewone overheids subsidie onder de huidige om standigheden niet van de grond is te krijgen. Daarom verheugt het ons dat de Tweede Kamer zich tegen de voornemens van de regering ten dezen heeft verzet. Toch zijn wij nog niet gerust. Zal de regering haar beleid werkelijk ombuigen? En wat zal er gebeuren als vanuit het, op zichzelf beschouwd niet te ver werpen, beginsel van de decentra lisatie, óok wat betreft de ontwik kelingsgebieden, de uiteindelijke beslissing over het subsidiebeleid, bij de provinciale instanties komt te liggen? Vooral wat betreft de gang van zaken in de provincies met een geestelijk uiteenlopende bevolking houden we ons hart vast. Daarom hopen we dan ook niet alleen dat de volksvertegenwoor diging voet bij stuk zal houden, maar dat ook de organen van het kerkelijk en particulier initiatief op het terrein van het maatschap pelijke en culturele werk waak zaam zullen blijven, ook daar waar ze in de betrokken gebie den zelf een grote verantwoorde lijkheid dragen. r«~T-7 Advertentie BABY ZEPHYR Goedgekeurd door de Ned. Verg. van Huisvrouwen Heel de christelijk-sociale anti-revolutionaire beweging heeft zaterdag de op 19 januari overle den heer A. Stapelkamp, oud- voorzitter van het C.N.V. en oud- parlementariër, vergezeld naar zijn laatste rustplaats op de derde algemene begraafplaats te Utrecht. Zo sober en kort de overledene in woord moet zijn geweest, zo sober en kort was de plechtigheid in de aula van de begraafplaats. Maar het was tegelijk een aangrijpende getuigenis van een leven, dat geheel was ingezet voor de christelijke politiek en de christelijke vakbeweging en dus voor de zaak Gods. Hij heeft de banier van het kruis steeds hoog gehouden,' sprak ds. G. Meijnen, gereformeerd predikant te Utrecht. „Zit er niet iets moois in om iemand, die als dienst knecht van Christus in het politieke en sociale leven heeft gestaan, naar zijn laatste rustplaats te mogen bren gen? Want wie Christus volgt zal mers in duisternis niet wandelen! Dc voorzitter van het Chr. Nat. Vak verbond, de heer C. J. van Mastrigt, beschreef als volgt de verdiensten van de overledene voor de christelijke vak beweging: „Met inzet van alle krachten heeft hij de christelijk-sociale beweging gediend. De voor ons vandaag niet meer te begrijpen moeilijkheden en strijd op het maatschappelijk erf bij het begin van deze eeuw, heeft Stapelkamp be wust meegemaakt. In de toenmalige so ciale strijd heeft hij niet aan de kant gestaan. Hij ondervond als jeugdig ar beider in de fabriek aan den lijve de druk en achteruitzetting van de arbei der. Het verzet tegen deze toestanden en de roep om revolutionaire wijzigin gen waren hem al vroeg bekend. Hij heeft de strijd niet geschuwd. In deze strijd, waarin hij zich wierp, koos hij zich het enige richtsnoer, dat ons de goede weg doet gaan. Eigen wijze Stapelkamp werkte mede aan de ver betering van de sociale toestanden, doch op zijn eigen wijze. Veel en be langrijk is zijn werk geweest ten be hoeve van de werklozen. Ook de socia le verzekering heeft steeds zijn aan dacht gehad. Veel arbeid heeft hij ver zet bij de vorming van de bedrijfsver eniging ter uitvoering van de Ziektewet. Steeds heeft hij gepleit voor overleg en samenwerking. In de laatste oorlogsja ren heeft hij samen met anderen de grondslag gelegd voor de samenwer kingsorganen, welke na de oorlog zijn ontstaan: de raad van vakcentralen en de Stichting van de Arbeid. Hoe belang rijk deze organen ook mogen zijn, toch is van veel meer belang de geestelijke wil tot samenwerken gebleken. De christelijke vakbeweging, maar ook ons gehele volk heeft veel aan Sta pelkamp te danken. Wij mogen ons verheugen, dat God hem tot al deze ar beid heeft willen roepen en bekwamen. Nog streven naar normalisering van Joodse volk Op de zaterdag en zondag in Krasnapolsky te Amsterdam ge houden 57ste algemene vergade ring van de Nederlandse Zionis tenbond heeft de ambassadeur van Israël in ons land, de heer H. A. Cidor, zijn bezorgdheid uitge sproken over het opleven van het antisemitisme en het wederom verschijnen van het hakenkruis. De heer Cidor deelde mede, dat Israël zich tot de landen heeft ge wend, waar zich incidenten heb ben voorgedaan. ,,Het gaat hier om een internationaal politiek probleem en niet om een inmen ging in locale aangelegenheden", aldus de ambassadeur. In zijn openingsrede stelde de voor zitter van de bond, de heer J. Elzas, dat het in dit keerpunt van de Joodse ge schiedenis noodzakelijk is tot klaarheid te komen ten aanzien van de huidige taak van de bond. Volgens spreker heeft het Zionisme door de realisatie van de staat zijn doel het Joodse vraagstuk op te lossen nog geenszins bereikt „Het is thans nodig te streven naar de normalisering van het Joodse volk. Deze normalisering kunnen wij voor ons persoonlijk als hoogste Ideaal niet mis sen", aldus de heer Elzas. Hij vreesde een verzwakking van de organisatie in dien het besluit van de Algemene Raad van de Wereldorganisatie tot toelating van Joodse corporaties en bloc als lid van de Zionistische wereldorganisatie doorgang zou vinden. Schipbreuk Dr. J. A. Weyel, psychiater te Amster dam, hield vervolgens een referaat over: „De psychologische crisis van het Zio nisme". Volgens spreker is deze crisis ontstaan toen het doel, de stichting van de staat Israël, was bereikt. Hij verge leek dit met het in de psychologie be kende verschijnsel van het schipbreuk lijden aan succes. De huidige crisis is dan ook zijns in ziens een vrij gewoon sociaal-psycholo gisch probleem, namelijk de overgang naar een nieuwe fase. Deze gaat gepaard met stoornissen in de aanpassing. Een nieuw probleem doet zich voor: De di vergentie van Israël en de diaspora, die ambivalentie teweeg brengt. Desondanks bestaat er grote eenheid tussen de beide groepen Joden. Er De gehele christelijk-sociale beweging in het bijzonder het C.N.V. zal hem zijn arbeid niet kunnen vergeten", aldus de heer Van Mastrigt. Wijs man Namens de Anti-revolutionaire partij __t het Centraal comité van A.R.-kies verenigingen betuigde partijvoorzitter dr. Berghuis de familie Stapelkamp zijn deelneming. Hij memoreerde in een korte toespraak, hoe de overledene steeds een bijzondere plaats in de partij heeft ingenomen en hoe de heer Stapel kamp tot aan het eind van zijn leven actief deel heeft uitgemaakt van het Centraal comité. „Stapelkamp was een wijs man, wiens aanwezigheid op partij vergaderingen steeds op hoge prijs werd gesteld omdat hij zich in de dis cussies en besprekingen altijd uit wist te werken boven menselijke proble men', aldus dr. Berghuis. De begrafenis werd bijgewoond door het voltallige bestuur van het C.N.V., door de Anti-revolutionaire Tweede Ka merfractie, door vertegenwoordigers van alle bij het C.N.V. aangesloten bon den en door representanten van N.V.V.- en K.A.B.-organisaties. Voorts waren ei onder meer: de staatssecretaris van so ciale zaken, B. Roolvink, staatsraad M, Ruppert (oud-C.N.V.-voorzitter), de vice- voorzitter van de Tweede Kamer, me vrouw D. Stoffels-van Haaften (namens dr. Kortenhorst)de oud-vice-president Beroe pingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Druten-Bergharen: J. L. eyzer te Kielwindeweer. Beroepbaarstelling: J. C. Schoneveld, ic. te Noord-Gouwe (Schuddebeurs) en Jac. Smit, vic. Weverstraat 41, Ooster beek, zijn beroepbaar. GEREFORMEERDE KERKEN Bedankt voor Bols ward: F. J. Hagen te Deventer; voor Leeuwarden (vac. J. C. Hagen): R. Streijker te Emmeloord. UNIE VAN BAPT. GEM. Bedankt voor Delfzijl: F. E. Huizinga te Hengelo, O. Advertentie Blus dat branden van overtollig maagzuur. Met 'n paar Rennies werk van 'n ogenblik. 't Is nog een prettige remedie ook. Direct baat en gemakkelijk in te nemen zon der water of wat ook. U kunt Rennies kopen bij iedere apotheker of drogist, 't Loopt daar iedere dag storm om Rennies en niet zonder reden. van de Raad van State, dr. A. A. L. Rutgers, de Utrechtse wethouder dr. J. de Nooij (namens het gemeentebestuur van de Domstad) en tal van vrienden en bekenden van de overledene. Aan de groeve sprak ds. Meijnen (die de zieke wijkpredlkant ds. G. Laarman verving) de geloofsbelijde nis uit. Een zoon van de overledene dankte tenslotte voor de belangstel ling. Johan Bodegraven schonk het geld aan 4 maal Z...N JOHAN BODEGRAVEN behoor de zaterdagmiddag in de Rol zaal aan het Haagse Binnenhof tot degenen, die door het Algemeen Nederlands Verbond met een Visser Neerland ia-prijs werd on derscheiden. Hij bevond zich in het illustere en ook heterogene gezel schap van veertien andere Neder landers, die zich stuk voor stuk op de een of andere wijze ver dienstelijk hebben gemaakt. Het gold hier de tiende uitreiking totaalbedrag ƒ34.500 waarmee het A.N.V., sinds de instelling van de prijzen aan uitkeringen de (eerste) ton heeft overschreden. Deze prijzen werden ingesteld door wijlen mr. H. L. A. Visser uit Voorst, die de helft van zijn vermogen naliet aan de A.N.V., opdat deze de zuivere inkomsten uit het vermogen zou uitreiken aan vier ingewikkeld omschreven doeleinden. De prijzen werden uitgereikt door de voor zitter de heer F. Koote. Tot de heer Bodegraven zei de voor zitter: ,,U, die bekend is bij heel radio- luisterend Nederland ontvangt deze prijs uit waardering voor Uw bijzondere toe wijding betoond in de door de N.C.R.V. gevoerde acties. In de eerste plaats de actie ten behoeve van het Koningin Wil- helmina Fonds, voorts die ten gunste van de poliobestrijding en tenslotte die voor de hulp aan instellingen, die zicti bezighouden met het lot van spastische, blinde en dove kinderen. De heer Koote zei tenslotte getroffen te zijn door de brief die de heer Bode graven aan het verbond had geschre- waarin hij verklaarde de prijs te willen aanvaarden indien het bedrag ten goede mocht komen aan de actie 4 maal ZN. Uiteraard heeft u de toestem ten derhalve, aldus spreker, instituten en organen gebouwd worden, die deze eenheid tussen Israël en de diaspora be vorderen. Er is geen terug, alleen verder", zo eindigde dr, Weyel. De vergadering droeg met overweldi gende meerderheid van stemmen het be stuur op om een loyale oppositie te voe ren in de wereldorganisatie. Bovendien moet het contact opnemen met andere Zionistische organisaties in Europa stappen te beraden om het plan tegen te houden dat Joodse landelijke en in ternationale organisaties zich collectief !- zij de Zionistenbond kunnen aansluiten. Ook de bekende dierenkenner dr. A. F. J. Portielje kreeg een prijs. „Hij wordt u toegekend, oud-magister Natura Artis Magistra uit waardering voor uw onderzoekingen, geschriften voordrachten over de dierenwereld wa door u met name bij de jeugd liefde voor het dier wekte. Drie Nederlandse verenigingen den voorts met belangrijke bedragen verblijd. Dat was in de eerste plaats de Stichting Weerbaar en Paraat Lim burg, die wil helpen opvoeden tot ge meenschapszin. Daarvoor heeft de stich ting een plan uitgewerkt om op scholen Een der bestuursleden dezer stichting wees er in zijn dankwoord op, hoe no dig deze arbeid is. De mislukte werving van de B. B. en andere reservediensten heeft toch wel zonneklaar aangetoond, er, wat de gemeenschapszin betreft >ns volk wel het een cn ander aan schort, zo zei h\j. De Ned. Vereniging voor mond- en tandhygiene „Het Ivoren Kruis" kreeg een geldsom om een speciale voorlich tingsactie mede mogelijk te maken. Ten slotte ontving de Stichting kinderverzor ging en oudervoorlichting, die onder meer blijvende en reizende exposities voor dit doel organiseert een respectabel bedrag, waardoor, naar een der bestuursleden dezer stichting opmerkte, hopelijk een degelijke financiële basis voor dit werk kan worden verkregen. Verdere prijzen werden uitgereikt aan prof. dr. ir. H. Mol, dr. ir. W. L. v. d. Poel, prof. dr. ir. J. C. van Staveren, prof. dr. J. H. P. Jonxis, E. Strelitskie, dr. An ton v. d. Horst, Leon Orthel, Arij Ver haar, Jan van Dijk, Hans Kox, mr. A. J. Herzberg, Cees Noteboom en J. Staal. In de woestijn werd Christus reeds Overwinnaar. De duivel verzocht Hem op drie verschillende manieren, maar de Heiland bezweek niet. Was dit alleen omdat Hij God was en daarom toch niet tot zonde kon vervallen? Wie deze verzoekingen zo ziet, ontneemt hen hun waarde. Christus overwon niet als God, maar werd verzocht als mens en overwon als mens. Daarom heeft Zijn overwinning waarde voor ons. Hij wijst ons de vieg. Wat is de kracht van de Heiland? Niet de gemeenschap met andere gelovigen, want Hij was alleen. Niet een volle maag, want Hij had honger. Wij doen het wel eens voorkomen alsof sociale welstand en gemeenschap van gelovigen het antwoord zijn op verzoekingen. Inder daad, zij hebben waarde, want zij maken vele verzoekingen in ons leven onmogelijk. Maar uit deze twee dingen kunnen wij niet de kracht putten die we nodig hebben als de duivel zijn vurige pijlen op ons afschiet. Het antwoord van Christus is in één woord samen te vatten: het Woord. Tot driemaal toe lezen we dat de Heiland zegt: Er staat geschreven. Tot driemaal toe citeert de Heiland letterlijk een gedeelte uit de geschreven openbaring van God. Hij durft de bijbel letterlijk als wapen te gebruiken. Hij durft met bijbelteksten te antwoorden en niet met kunstig uitgedachte filosofische antwoorden. En de duivel wordt door het Woord van God, door de geschreven Bijbel verslagen. Nu nog. DE BOM IS GEBARSTEN JJET heeft weinig zin, generaal De Gaulle het verwijt te maken, dat hij thans de vruchten plukt van de houding, welke hij in de meidagen van 1958 tegenover de rebellie in Algerije heeft aangenomen. Men doet er goed aan, het verleden te laten rusten en te zoeken naar positieve pnnten in de ontwikkelingen, wel ke zich ten aanzien van de kwestie- Algerije hebben voorgedaan. Al geruime tijd zag het ernaar uit, dat de extremistische elementen on der de Europese bevolking van Al gerije een openlijk conflict met De Gaulle zouden riskeren. Wilde hun rebellie slagen, dan zouden zij zich verzekerd moeten weten van de steun van het leger. En het was de blij vende onzekerheid over de rol, wel ke de strijdkrachten op het beslis sende ogenblik zouden spelen, die een doortastend optreden ter oplos sing van de politieke problemen on mogelijk maakte. Het is te vroeg om een definitieve conclusie te trekken. De extremisten hebben zich met voorraden wapens en proviand achter barricaden ver schanst, en vanochtend had het le ger nog geen stappen genomen om ze te verdrijven. De vraag is nu, of het leger als geheel zich tegen de opstandige elementen zal keren, als het op een echte krachtmeting aan komt. De houding, die de strijdkrachten gisteren in Algiers hebben aangeno men, rechtvaardigt de hoop, dat zij de bevelen van De Gaulle zullen blij ven opvolgen. De onvoorzichtigheid van Massu en de beslistheid, waar mede De Gaulle op deze insubordi natie reageerde, hebben de officie ren in Algerije klaarblijkelijk tot de werkelijkheid teruggeroepen. Als het leger trouw blijft aan De Gaulle, kan er nog iets goeds voort komen uit de onverkwikkelijke ge beurtenissen, waarvan Algerije weer het toonbeeld is. De generaal krijgt dan eindelijk gelegenheid, zijn plan nen uit te voeren, het vertrouwen van de mohammedaanse bevolking te winnen en door onderhandelingen een eind te maken aan de strijd. Ook op de politieke constellatie in Frank rijk zelf zou een dergelijke ontwikke ling een weldadige invloed kunnen hebben. De bom is gebarsten, maar tot dusver heeft de explosie haar uitwerking gemist. En als straks het stof is op getrokken en de atmosfeer is gezui verd, zullen velen in Frankrijk en daarbuiten herademen, omdat zij niet langer het gevoel hebben, op de rand van een vulkaan te leven. Zo ver is het echter nog niet. De extremisten hebben zich nog niet ge wonnen gegeven en de loyaliteit van het leger is nog in het geding. Er zijn echter aanwijzingen, dat er geen reprise komt van wat zich in mei 1958 heeft afgespeeld. En dat is ondanks de vele moeilijkheden die nog voor de deur staan toch een geruststellende gedachte. Herindeling classes De Gereformeerde Kerken in de pro- incie Utrecht zullen een classicale her indeling ondergaan waarbij het aantal classes van drie op vier gebracht zal worden. Er zal namelijk een nieuwe classis, die van Zeist, bijkomen. De classis Utrecht zal er een paar ge meenten van de classes Amersfoort en Breukelen bij krijgen. De ten oosten van de stad Utrecht gelegen kerken zullen worden afgestaan aan de nieuw te vor- ien classis Zeist. Amersfoort zal wat an de classis Breukelen afstaan. In de toekomst zal de classis Amers foort 9, de classis Breukelen 15, de clas sis Utrecht eveneens 15 en de nieuwe classis Zeist 8 kerken omvatten. 32 Naast het bed van de zieke, op een kussen dat eveneens uit huiden was vervaardigd, zat de Moor se geneesheer, naar Oosterse mode met de benen gekruist. In de schemering kon men niet veel van zijn gelaatstrekken bespeuren en het enige wat Sir Thomas dadelijk zag, was dat hij een lange, glim mende baard droeg en op het hoofd een hoge tol- pach een Tartaarse muts van schapenwol, ver sierd met astrakan. Tussen baard en muts schitter den twee koolzwarte ogen die in het halve donker een helder licht schenen uit te stralen. De Engelse lord bleef staan en vermeed het de stilte te verbreken. Een vreemd gevoel van eerbied maakte zich opeens van hem meester cn in weer wil van armoede en poverheid, voelde hij zich op eens gegrepen door een onverklaarbare drang tot plechtstatigheid, net als was hij binnengelaten bij een man die de hoogsten der aarde in macht even aarde. Binnen in hem was onwillekeurig de ernst en dc eerbied die hem anders alleen maar bekropen als 'hij d« tent van Koning Richard betrad. Hij heeft in zes dagen geen oog dicht gedaan, zei Sir Kenneth langzaam. Dat tenminste heeft zijn oppasser mij verteld. De Engelsman stak de hand uit en legde die de rid der op de schouder, met meer kameraadschappelijk heid dan men doorgaans van hem kon verwachten. Op oprechte toon zei hij: Edele Schot, dat mag zo niet blijven. Uw schild knaap krijgt veel te weinig te eten en wordt niet behoorlijk verzorgd. Nog voor Sir Kenneth op dit gezegde kon antwoor den. hoorde men de zieke als van uit de verte zuch- Edele meester, vindt u het ook zo heerlijk ein delijk weer te drinken aan de koele bronnen van Cly de, na het zoute water van Palestina? Hij droomt van zijn geboorteland en de slaap maakt hem gelukkig, fluisterde de ridder van de Luipaard ontroerd. Ongeveer op hetzelfde ogenblik stond de genees- SIR WALTER SCOTT i heer van zijn zitplaats op, boog zich over de zieke, controleerde diens pols en legde de hand voorzich tig terug op de deken. Langzaam kwam hij vervol gens bij de twee ridders, nam elk hunnner bij de hand beduidde hen te zwijgen en trok hen met zachte dwang met zich mee naar het voorkant van de hut. In de naam van Issa Ben Mariam, die wij net als u vereren, zei hij plechtig, blijf stii en ver stoor de uitwerking niet van het gezegende genees middel dat ik hem heb toegediend. Als wij hem nu wakker maken kan dit hem misschien het leven en ieder geval het verstand kosten. Ga nu weg en keer terug op het uur van het avondgebed en ik beloof u dat de soldaat dan in staat zal zijn om zonder gevaar voor zijn gezondheid een kort gesprek met u te houden. Hij zal dan sterk genoeg zijn om te antwoorden op alle vragen die zijn meester hem wenst te stellen. De ridders begrepen dat het geen zin had de Oosterling tegen te spreken, aangezien deze zoveel autoriteit aan de dag legde dat ze onwillekeurig dachten aan het spreekwoord dat zegt, dat een zie kenkamer het koninkrijk van de geneesheer is, waar hij alleen wetten mag stellen. Naast elkaar bleven ze bij de deur van de hut zwijgend staan, blijkbaar niet wetend hoe ze zich moesten gedragen. Kenneth keek naar de Engels man met de uitdrukking van iemand die verwacht, dat een bezoeker afscheid gaat nemen, de Vaux daarentegen hield zich als een man die nog iets wenst te zeggen, evenwel zonder daarvoor de ge schikte woorden te vinden. Meteen kwam nu ook de hond uit de hut en kwam met zijn harige snuit langs de hand van zijn meester wrijven, als hoopte hij op een streling of op een gebaar van vriendschap. Hij spreidde daarbij zoveel aanhanke lijkheid en waardigheid ten toon, dat de beide rid ders niet konden nalaten er met genoegen naar te kijken, onbewust blij dat zich iets voordeed waar door ze een gesprek konden beginnen, zonder direct hun ware bedoelingen kenbaar te moeten maken. Sir Kenneth was met recht trots op het dier en dc Vaux stond bekend als een verwoed en bedre ven jager, zodat het als normaal kon worden be schouwd dat hij de waarde van een fikse hond op prijs wist te stellen: Een bijzonder mooi dier, zei hij dus, zoals lk er zelden een heb ontmoet. Voorwaar, zelfs Ko ning Richard zou er jaloers op zijn....als hij even sterk en vlug als mooi is tenminste. Maar hoe het mij ook spijt, ik kan niet nalaten u iets te vragen. Weet u niet_ dat iemand die niet de rang van graaf heeft, geen jachthonden in de leger plaats mag houden zonder daartoe een speciale toe stemming van de Koning te hebben gekregen? Voor zover ik weet hebt u die toestemming niet aange vraagd. Ik spreek nu als stalmeester. Laat mij dan antwoorden als een vrij Schots ridder, antwoordde Kenneth direct ernstig. Ik meen u al gezegd te hebben dat ik in deze kruistocht vrijwillig Richards vaandel volg, doch ik wil er nogmaals op wijzen dat ik voor zover het jachtwet ten betreft niet aan zijn gezag onderworpen ben. Ik voel er niets voor daar verandering in te bren gen. Laat de trompet ons ten aanval roepen en ik spring even snel in het zadel als ieder van u, laat ons met de vijand de strijd aanbinden en mijn lans is even scherp en geducht als de uwe. Maar in mijn uren van vrijheid heeft koning Richard niet het recht mij in mijn genoegens te belemmeren. Een nieuw eerbewijs voor Johan Bodegraven, „aartsbede laar voor goede doeleinden": hij ontving zaterdag, mèt zeventien anderen, de Visser-Neerlandia- prijs. Naast de heer Bodegraven dr. A. F. J. Portielje, die de prijs ook in ontvangst mocht nemen. Het erelid van het Algemeen Nederlands Verbond, F. X. Baron van der Straten-Waillet, Bel gisch ambassadeur in Den Haag, drukte de onderscheidenen de hand. Presbyteriaanse kerk van Korea ontving financiële steun Van over de gehele wereld wordt zeer spontaan gereageerd op de oproep om -i Koreaanse Presbyteriaan- Kerk, die, toen zij meende zich uit de Wereldraad Wereldraad te moeten terugtrekken, plotseling alle steun verloor, die zij tot dusver van enkele grote Amerikaanse Presbyteriaanse Kerken had ontvangen. Van de 100.000 die Dr. Mclntire vroeg als Kerstgave voor de Koreanen was op 14 januari reeds 96.885,07 bin nengekomen. Deze 100.000 zijn echter nodig om in de eerste nood te voorzien en de instellingen die voor steun in aan merking komen een gezonde financiële basis te geven. Voor de regelmatige voortzetting van het werk in de semina- de weeshuizen, de tehuizen voor we- Ds. Runiainuni vraagl kuip van de Rheinische Mission Ds. S. J. F. Rumainum, praescs van de algemene synode van de Evange lisch Christelijke Kerk op Nieuw- Guinea, is gisteren vertrokken naar Barmen om besprekingen te voeren met de Rheinische Mission. Ds. Rumai num zal de Rijnse zending verzoeken twee zendelingen af te staan voor het werk in de Baliem. De Rijnse zending heeft een bedrag van 100.000 Duitse marken voor het zendingswerk aldaar uitgetrokken. Ds. Rumainum, die morgen hoopt te rug te keren, wordt naar Duitsland ver gezeld door de heer N. v. d. Stoep, die de afgelopen twee jaar in de Baliem heeft gewerkt. In samenwerking met de Austra lische Baptisten Zending is in Tiom een opleidingsschool gevestigd voor vijftien jonge mannen, afkomstig van de kust, die na 1961 in de Baliem als onderwijzer en voorganger werkzaam zullen zijn. Dr. Honig benoemd aan Indon. universiteit Dr. A. G. Honig, docent in de dog matiek aan de theologische school van de kerken van Oost-Indonesië te Ma kassar, is benoemd tot docent in de filosofie aan de faculteit voor letteren en wijsbegeerten van de Indonesische Universiteit Hasamuddin. In de maan den mei en juni jl. heeft dr. Honig reeds een serie colleges gegeven aan de juridische faculteit van deze uni versiteit over de leer van Karl Barth inzake staat en recht. Op zijn verzoek verkreeg dr. Honig van generale zendingsdeputaten van de Gereformeerde Kerken toestemming een cursusjaar langer in Indonesië te blijven dan oorspronkelijk de bedoeling was, zo dat hij nu in juni a.s. met verlof zal ko- Dr. Honig, die aan de vroegere zen dende kerk van Heeg (Fr.) is verbon- was gedurende de laatste zes jaren hij naar Indonesië vertrok, missio- predikant voor de oosterse studen ten in Nederland in dienst van de Gere formeerde Kerk van Leiden. Advertentie duwen enz. zullen ook verder belangrijke bedragen nodig zijn. Daarom gaat de actie door. Op de oproep om steun die in Neder land werd uitgezonden, ondertekend door leden van 6 verschillende protestantse kerken kwam reeds ongeveer 5000, binnen. Bij de Algemeen Secretaris van de Internationale Raad van Christelijke Kerken, Singel 386, Amsterdam-C., ko- nog steeds giften binnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2