christelijk;
l
A. Stapelkamp ten
grave gedragen
£eithen
KDHING-
RICBSAD
Vraagtekens achter
regeringsbeleid
Zionisme door succes
in een crisis
Visser Neerlandia-prijzen
werden uitgereikt
Een woord voor vandaag
Kanttekening
2
MAANDAG 25 JANUARI 1960
Platteland in
het gedrang
TJET is
-tl feit. da
In het blad „Hervormd Ne
derland" heelt ds. F. H. Lands
man een uitvoerig artikel ge
wijd aan de kerkelijke belan
gen die op het platteland op het
spel staan. Ondanks het werk
van vele commissies constateert
ds. Landsman dat grote delen
van het platteland letterlijk en
figuurlijk aan het „achteruit-
boeren" zijn. Het artikel gaat in
op een artikel van dr. A. de
Wilde die pleit voor een mil-
joenenactie voor het platteland.
onderzoek onderwer
pen, twee factoren onderscheiden:
de strikt-kerkelijke èn die welke
van economische en maatschappe
lijke aard zijn. De eerste zijn
eigenlijk doorslaggevend voor het
Kerkelijke leven. Al zouden de pre
dikanten allen evenveel als de
burgemeesters verdienen en in
even mooie huizen wonen en al
zouden de kerken er voortreffe
lijk uitzien en de leskamers en
zondagsschoollokalen. jeugdge-
bouwen enz. de modernste zijn
die men zou kunnen wensen, dit
alles is nog geen garantie voor
een bloeiende hervormde gemeen
te! Daarvoor moet aan enkele
vooronderstellingen van geestelij
ke aard voldaan worden, die om
gekeerd weer véél mogelijk kun
nen maken, ook waar de stoffe
lijke welvaart niet zo is als men
gaarne zou wensen!
Hierover zou nog veel zijn te
zeggen. Maar ditmaal willen we
vooral aandacht geven aan de
niet-kerkelijke factoren, die mede
voor het kerkelijk leven ten plat-
telande van grote betekenis zijn.
We vinden een aanleiding daar
voor in de jl. behandeling van de
begroting van het Ministerie van
Maatschappelijk Werk in de Twee
de Kamer.
algemeen bekend
feit, dat de regering reeds ge
durende een tiental jaren veel aan
dacht heeft voor de bevordering
van de industrialisatie van econo
misch achtergebleven gebieden,
waarin, ten gevolge daarvan, z.g.
strukturele werkloosheid heerst
Daarom werden er in 1951 en 1952
een aantal „ontwikkelingsgebie
den", negen in getal, aangewezen
en daarin weer een aantal indu
strialisatiekernen, waarin de indu
striële ontwikkeling door de be
schikbaarstelling van belangrijke
subsidies zou worden bevorderd.
Maar omdat men inzag dat zulk
een economische ontwikkeling ook
een sociale kant heeft, werden
niet alleen voor deze kernen,
maar ook voor het. aangewezen
gebied als geheel subsidies in het
vooruitzicht gesteld voor de bevor
dering van maatschappelijk, cultu
reel en jeugdwerk.
Daaruit bleek, dat men van
overheidswege besefte, dat het
ook bij de bevordering van de
economische opbloei uiteindelijk
om de mensen gaat, die in het
betreffende gebied hun bestaan
vinden en die daar dreigen te
verkommeren. Niet alleen omdat
ze er hun dagelijkse brood niet
mee kunnen verdienen, maar ook
omdat ze, vergeleken met de ove
rige bevolking, tekort komen in
dat wat daarboven nog nodig is
voor een „menswaardig" bestaan.
Dat wil zeggen, dat er in die ge
bieden ook wat betreft de geeste
lijke waarden van „nood" moet
worden gesproken.
In dit soort „nood" is echter
niet met geld en goederen alléén
te voorzien. Ze kan alleen worden
gelenigd door veranderingen, die
van-binnen-uit moeten komen. Het
gaat daarbij immers om de vraag
hoe een mens zichzelf waardeert,
hoe hij zijn leven inricht, in zijn
gezin leeft, met zijn naaste om
gaat, waar hij zijn geestelijk voed
sel vindt, hoe hij zijn vrije tijd
besteedt enz.
Daarbij kunnen andere mensen,
die hem begrijpen, hem bijstaan
en op weg helpen. Maar ten slotte
moet het eigenlijke door hem zelf,
door de gemeenschap waartoe hij
behoort, gebeuren.
Subsidie kan bij dit ..maatschap
pelijk opbouwwerk", in de breed
ste zin van het woord, alleen er
toe dienen om de aanstelling van
zulke helpende medemensen mo
gelijk te maken jeugd- en vor
mingsleiders, maatschappelijke
werkers of het stichten van ge
bouwen voor de ontplooiing van
het gemeenschapsleven dorps-
en buurthuizen, verenigingsgebou
wen te bevorderen.
Wï
i wij echter gebeuren?
Terwijl de plannen voor de
ontwikkeling van dit alles nog in
wording zijn. verandert plotseling
het regeringsbeleid en moeten de
„ontwikkelingsgebieden" het veld
ruimen voor de z.g. „probleemge
bieden". Schijnbaar verandert er
niet veel. Ze vallen voor een groot
deel met de „probleemgebieden"
samen. En ook de sociale kant van
de zaak heeft weer ten volle de
aandacht. Er worden alleen an
dere begrippen gebruikt. Men
spreekt i.p.v. over „sociale plan
ning" sinds 1959 over „maatschap
pelijke begeleiding". En weer gaat
het daarbij om de subsidiëring
van activiteiten op maatschappe
lijk. cultureel en hygiënisch ge
bied en ook om kapitaalverstrek
king voor gebouwen die als „cul
turele centra" zullen dienst doen.
Toch is er iets veranderd dat
van doorslaggevende betekenis
kan zijn voor de toekomst van
bepaalde delen van het platteland.
Uit de Memorie van Antwoord
op de vragen gesteld in het voor
lopige verslag omtrent de begro
ting van maatschappelijk werk
blijkt n.l. dat het in de bedoeling
van de regering ligt straks alleen
subsidies voor niet-economische
doeleinden te verstrekken voor de
„ontwikkelingskernen" in de aan
gewezen probleemgebieden, d.w.z.
alleen voor het maatschappelijk
opbouwwerk in die. grotere, ge
meenten waarin de economische
ontwikkeling geconcentreerd is.
Dit wil dus zeggen dat juist die
delen van het platteland, die al
achter zijn gebleven of achterop
geraakt zijn en die juist door de
aantrekkingskracht van de „ont-
Wikkelineskernen" hoe langer hoe
onaantrekkelijker worden als
woongebied en daarom ontvolkt ra
ken, heen-aal aan zichzelf wor
den overgelaten.
Het gevolg van dit beleid zal
zijn dat juist het agrarische deel
van ons land dat het economisch
al het moeilijkst heeft, nog eens
extra een stempel van minder
waardigheid opgedrukt krijgt.
Dit zal op de duur ook zijn te
rugslag hebben op het hervormde
kerkelijke leven. Niet alleen het
miljoenenplan van dr. De Wilde
wordt zinloos, ook als in een ge
meente de geestelijke onderstel
lingen voor de opbouw van een
kerkelijke gemeenschap aanwezig
zijn. maar ook elke poging om,
met die eventuele miljoenen, apos-
tolair gericht werk op te zetten,
is onuitvoerbaar als de dorpen
ontvolkt raken.
TYAARBIJ komt nog dat. al zou
•*-' dit laatste voorlopig nog zo'n
vaart niet lopen, ook veel kerke
lijk werk dat juist in geestelijk
weinig krachtige kerkelijke ge
meenten van grote betekenis kan
zijn, zoals jeugd- en vormings
werk en maatschappelijk werk,
zonder buitengewone overheids
subsidie onder de huidige om
standigheden niet van de grond
is te krijgen.
Daarom verheugt het ons dat de
Tweede Kamer zich tegen de
voornemens van de regering ten
dezen heeft verzet. Toch zijn wij
nog niet gerust.
Zal de regering haar beleid
werkelijk ombuigen? En wat zal
er gebeuren als vanuit het, op
zichzelf beschouwd niet te ver
werpen, beginsel van de decentra
lisatie, óok wat betreft de ontwik
kelingsgebieden, de uiteindelijke
beslissing over het subsidiebeleid,
bij de provinciale instanties komt
te liggen?
Vooral wat betreft de gang van
zaken in de provincies met een
geestelijk uiteenlopende bevolking
houden we ons hart vast.
Daarom hopen we dan ook niet
alleen dat de volksvertegenwoor
diging voet bij stuk zal houden,
maar dat ook de organen van het
kerkelijk en particulier initiatief
op het terrein van het maatschap
pelijke en culturele werk waak
zaam zullen blijven, ook daar
waar ze in de betrokken gebie
den zelf een grote verantwoorde
lijkheid dragen.
r«~T-7
Advertentie
BABY ZEPHYR
Goedgekeurd door de
Ned. Verg. van Huisvrouwen
Heel de christelijk-sociale
anti-revolutionaire beweging heeft
zaterdag de op 19 januari overle
den heer A. Stapelkamp, oud-
voorzitter van het C.N.V. en oud-
parlementariër, vergezeld naar
zijn laatste rustplaats op de derde
algemene begraafplaats te Utrecht.
Zo sober en kort de overledene in
woord moet zijn geweest, zo sober en
kort was de plechtigheid in de aula
van de begraafplaats. Maar het was
tegelijk een aangrijpende getuigenis
van een leven, dat geheel was ingezet
voor de christelijke politiek en de
christelijke vakbeweging en dus voor
de zaak Gods. Hij heeft de banier
van het kruis steeds hoog gehouden,'
sprak ds. G. Meijnen, gereformeerd
predikant te Utrecht. „Zit er niet iets
moois in om iemand, die als dienst
knecht van Christus in het politieke
en sociale leven heeft gestaan, naar
zijn laatste rustplaats te mogen bren
gen? Want wie Christus volgt zal
mers in duisternis niet wandelen!
Dc voorzitter van het Chr. Nat. Vak
verbond, de heer C. J. van Mastrigt,
beschreef als volgt de verdiensten van
de overledene voor de christelijke vak
beweging: „Met inzet van alle krachten
heeft hij de christelijk-sociale beweging
gediend. De voor ons vandaag niet meer
te begrijpen moeilijkheden en strijd op
het maatschappelijk erf bij het begin
van deze eeuw, heeft Stapelkamp be
wust meegemaakt. In de toenmalige so
ciale strijd heeft hij niet aan de kant
gestaan. Hij ondervond als jeugdig ar
beider in de fabriek aan den lijve de
druk en achteruitzetting van de arbei
der. Het verzet tegen deze toestanden
en de roep om revolutionaire wijzigin
gen waren hem al vroeg bekend. Hij
heeft de strijd niet geschuwd. In deze
strijd, waarin hij zich wierp, koos hij
zich het enige richtsnoer, dat ons de
goede weg doet gaan.
Eigen wijze
Stapelkamp werkte mede aan de ver
betering van de sociale toestanden,
doch op zijn eigen wijze. Veel en be
langrijk is zijn werk geweest ten be
hoeve van de werklozen. Ook de socia
le verzekering heeft steeds zijn aan
dacht gehad. Veel arbeid heeft hij ver
zet bij de vorming van de bedrijfsver
eniging ter uitvoering van de Ziektewet.
Steeds heeft hij gepleit voor overleg en
samenwerking. In de laatste oorlogsja
ren heeft hij samen met anderen de
grondslag gelegd voor de samenwer
kingsorganen, welke na de oorlog zijn
ontstaan: de raad van vakcentralen en
de Stichting van de Arbeid. Hoe belang
rijk deze organen ook mogen zijn, toch
is van veel meer belang de geestelijke
wil tot samenwerken gebleken.
De christelijke vakbeweging, maar
ook ons gehele volk heeft veel aan Sta
pelkamp te danken. Wij mogen ons
verheugen, dat God hem tot al deze ar
beid heeft willen roepen en bekwamen.
Nog streven naar
normalisering
van Joodse volk
Op de zaterdag en zondag in
Krasnapolsky te Amsterdam ge
houden 57ste algemene vergade
ring van de Nederlandse Zionis
tenbond heeft de ambassadeur
van Israël in ons land, de heer H.
A. Cidor, zijn bezorgdheid uitge
sproken over het opleven van het
antisemitisme en het wederom
verschijnen van het hakenkruis.
De heer Cidor deelde mede, dat
Israël zich tot de landen heeft ge
wend, waar zich incidenten heb
ben voorgedaan. ,,Het gaat hier
om een internationaal politiek
probleem en niet om een inmen
ging in locale aangelegenheden",
aldus de ambassadeur.
In zijn openingsrede stelde de voor
zitter van de bond, de heer J. Elzas, dat
het in dit keerpunt van de Joodse ge
schiedenis noodzakelijk is tot klaarheid
te komen ten aanzien van de huidige
taak van de bond. Volgens spreker heeft
het Zionisme door de realisatie van de
staat zijn doel het Joodse vraagstuk
op te lossen nog geenszins bereikt
„Het is thans nodig te streven naar
de normalisering van het Joodse volk.
Deze normalisering kunnen wij voor ons
persoonlijk als hoogste Ideaal niet mis
sen", aldus de heer Elzas. Hij vreesde
een verzwakking van de organisatie in
dien het besluit van de Algemene Raad
van de Wereldorganisatie tot toelating
van Joodse corporaties en bloc als lid
van de Zionistische wereldorganisatie
doorgang zou vinden.
Schipbreuk
Dr. J. A. Weyel, psychiater te Amster
dam, hield vervolgens een referaat over:
„De psychologische crisis van het Zio
nisme". Volgens spreker is deze crisis
ontstaan toen het doel, de stichting van
de staat Israël, was bereikt. Hij verge
leek dit met het in de psychologie be
kende verschijnsel van het schipbreuk
lijden aan succes.
De huidige crisis is dan ook zijns in
ziens een vrij gewoon sociaal-psycholo
gisch probleem, namelijk de overgang
naar een nieuwe fase. Deze gaat gepaard
met stoornissen in de aanpassing. Een
nieuw probleem doet zich voor: De di
vergentie van Israël en de diaspora, die
ambivalentie teweeg brengt.
Desondanks bestaat er grote eenheid
tussen de beide groepen Joden. Er
De gehele christelijk-sociale beweging
in het bijzonder het C.N.V. zal hem
zijn arbeid niet kunnen vergeten",
aldus de heer Van Mastrigt.
Wijs man
Namens de Anti-revolutionaire partij
__t het Centraal comité van A.R.-kies
verenigingen betuigde partijvoorzitter
dr. Berghuis de familie Stapelkamp zijn
deelneming. Hij memoreerde in een
korte toespraak, hoe de overledene
steeds een bijzondere plaats in de partij
heeft ingenomen en hoe de heer Stapel
kamp tot aan het eind van zijn leven
actief deel heeft uitgemaakt van het
Centraal comité. „Stapelkamp was een
wijs man, wiens aanwezigheid op partij
vergaderingen steeds op hoge prijs
werd gesteld omdat hij zich in de dis
cussies en besprekingen altijd uit wist
te werken boven menselijke proble
men', aldus dr. Berghuis.
De begrafenis werd bijgewoond door
het voltallige bestuur van het C.N.V.,
door de Anti-revolutionaire Tweede Ka
merfractie, door vertegenwoordigers
van alle bij het C.N.V. aangesloten bon
den en door representanten van N.V.V.-
en K.A.B.-organisaties. Voorts waren ei
onder meer: de staatssecretaris van so
ciale zaken, B. Roolvink, staatsraad M,
Ruppert (oud-C.N.V.-voorzitter), de vice-
voorzitter van de Tweede Kamer, me
vrouw D. Stoffels-van Haaften (namens
dr. Kortenhorst)de oud-vice-president
Beroe pingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Druten-Bergharen: J. L.
eyzer te Kielwindeweer.
Beroepbaarstelling: J. C. Schoneveld,
ic. te Noord-Gouwe (Schuddebeurs) en
Jac. Smit, vic. Weverstraat 41, Ooster
beek, zijn beroepbaar.
GEREFORMEERDE KERKEN
Bedankt voor Bols ward: F. J. Hagen
te Deventer; voor Leeuwarden (vac. J.
C. Hagen): R. Streijker te Emmeloord.
UNIE VAN BAPT. GEM.
Bedankt voor Delfzijl: F. E. Huizinga
te Hengelo, O.
Advertentie
Blus dat branden van
overtollig maagzuur.
Met 'n paar Rennies
werk van 'n ogenblik.
't Is nog een prettige remedie ook. Direct
baat en gemakkelijk in te nemen zon
der water of wat ook. U kunt Rennies
kopen bij iedere apotheker of drogist,
't Loopt daar iedere dag storm om
Rennies en niet zonder reden.
van de Raad van State, dr. A. A. L.
Rutgers, de Utrechtse wethouder dr. J.
de Nooij (namens het gemeentebestuur
van de Domstad) en tal van vrienden
en bekenden van de overledene.
Aan de groeve sprak ds. Meijnen
(die de zieke wijkpredlkant ds. G.
Laarman verving) de geloofsbelijde
nis uit. Een zoon van de overledene
dankte tenslotte voor de belangstel
ling.
Johan Bodegraven
schonk het geld
aan 4 maal Z...N
JOHAN BODEGRAVEN behoor
de zaterdagmiddag in de Rol
zaal aan het Haagse Binnenhof tot
degenen, die door het Algemeen
Nederlands Verbond met een
Visser Neerland ia-prijs werd on
derscheiden. Hij bevond zich in het
illustere en ook heterogene gezel
schap van veertien andere Neder
landers, die zich stuk voor stuk
op de een of andere wijze ver
dienstelijk hebben gemaakt. Het
gold hier de tiende uitreiking
totaalbedrag ƒ34.500 waarmee
het A.N.V., sinds de instelling
van de prijzen aan uitkeringen de
(eerste) ton heeft overschreden.
Deze prijzen werden ingesteld door
wijlen mr. H. L. A. Visser uit Voorst, die
de helft van zijn vermogen naliet aan de
A.N.V., opdat deze de zuivere inkomsten
uit het vermogen zou uitreiken aan vier
ingewikkeld omschreven doeleinden. De
prijzen werden uitgereikt door de voor
zitter de heer F. Koote.
Tot de heer Bodegraven zei de voor
zitter: ,,U, die bekend is bij heel radio-
luisterend Nederland ontvangt deze prijs
uit waardering voor Uw bijzondere toe
wijding betoond in de door de N.C.R.V.
gevoerde acties. In de eerste plaats de
actie ten behoeve van het Koningin Wil-
helmina Fonds, voorts die ten gunste
van de poliobestrijding en tenslotte die
voor de hulp aan instellingen, die zicti
bezighouden met het lot van spastische,
blinde en dove kinderen.
De heer Koote zei tenslotte getroffen
te zijn door de brief die de heer Bode
graven aan het verbond had geschre-
waarin hij verklaarde de prijs te
willen aanvaarden indien het bedrag ten
goede mocht komen aan de actie 4 maal
ZN. Uiteraard heeft u de toestem
ten derhalve, aldus spreker, instituten
en organen gebouwd worden, die deze
eenheid tussen Israël en de diaspora be
vorderen. Er is geen terug, alleen
verder", zo eindigde dr, Weyel.
De vergadering droeg met overweldi
gende meerderheid van stemmen het be
stuur op om een loyale oppositie te voe
ren in de wereldorganisatie. Bovendien
moet het contact opnemen met andere
Zionistische organisaties in Europa
stappen te beraden om het plan tegen
te houden dat Joodse landelijke en in
ternationale organisaties zich collectief
!- zij de Zionistenbond kunnen aansluiten.
Ook de bekende dierenkenner dr. A.
F. J. Portielje kreeg een prijs. „Hij
wordt u toegekend, oud-magister
Natura Artis Magistra uit waardering
voor uw onderzoekingen, geschriften
voordrachten over de dierenwereld wa
door u met name bij de jeugd liefde
voor het dier wekte.
Drie Nederlandse verenigingen
den voorts met belangrijke bedragen
verblijd. Dat was in de eerste plaats
de Stichting Weerbaar en Paraat Lim
burg, die wil helpen opvoeden tot ge
meenschapszin. Daarvoor heeft de stich
ting een plan uitgewerkt om op scholen
Een der bestuursleden dezer stichting
wees er in zijn dankwoord op, hoe no
dig deze arbeid is. De mislukte werving
van de B. B. en andere reservediensten
heeft toch wel zonneklaar aangetoond,
er, wat de gemeenschapszin betreft
>ns volk wel het een cn ander aan
schort, zo zei h\j.
De Ned. Vereniging voor mond- en
tandhygiene „Het Ivoren Kruis" kreeg
een geldsom om een speciale voorlich
tingsactie mede mogelijk te maken. Ten
slotte ontving de Stichting kinderverzor
ging en oudervoorlichting, die onder meer
blijvende en reizende exposities voor dit
doel organiseert een respectabel bedrag,
waardoor, naar een der bestuursleden
dezer stichting opmerkte, hopelijk een
degelijke financiële basis voor dit werk
kan worden verkregen.
Verdere prijzen werden uitgereikt aan
prof. dr. ir. H. Mol, dr. ir. W. L. v. d.
Poel, prof. dr. ir. J. C. van Staveren, prof.
dr. J. H. P. Jonxis, E. Strelitskie, dr. An
ton v. d. Horst, Leon Orthel, Arij Ver
haar, Jan van Dijk, Hans Kox, mr. A. J.
Herzberg, Cees Noteboom en J. Staal.
In de woestijn werd Christus reeds Overwinnaar. De duivel
verzocht Hem op drie verschillende manieren, maar de
Heiland bezweek niet. Was dit alleen omdat Hij God was
en daarom toch niet tot zonde kon vervallen? Wie deze
verzoekingen zo ziet, ontneemt hen hun waarde. Christus
overwon niet als God, maar werd verzocht als mens en
overwon als mens.
Daarom heeft Zijn overwinning waarde voor ons. Hij wijst
ons de vieg. Wat is de kracht van de Heiland? Niet de
gemeenschap met andere gelovigen, want Hij was alleen.
Niet een volle maag, want Hij had honger. Wij doen het
wel eens voorkomen alsof sociale welstand en gemeenschap
van gelovigen het antwoord zijn op verzoekingen. Inder
daad, zij hebben waarde, want zij maken vele verzoekingen
in ons leven onmogelijk. Maar uit deze twee dingen kunnen
wij niet de kracht putten die we nodig hebben als de duivel
zijn vurige pijlen op ons afschiet.
Het antwoord van Christus is in één woord samen te vatten:
het Woord. Tot driemaal toe lezen we dat de Heiland zegt:
Er staat geschreven. Tot driemaal toe citeert de Heiland
letterlijk een gedeelte uit de geschreven openbaring van
God. Hij durft de bijbel letterlijk als wapen te gebruiken.
Hij durft met bijbelteksten te antwoorden en niet met
kunstig uitgedachte filosofische antwoorden. En de duivel
wordt door het Woord van God, door de geschreven Bijbel
verslagen. Nu nog.
DE BOM IS GEBARSTEN
JJET heeft weinig zin, generaal De
Gaulle het verwijt te maken, dat
hij thans de vruchten plukt van de
houding, welke hij in de meidagen
van 1958 tegenover de rebellie in
Algerije heeft aangenomen. Men doet
er goed aan, het verleden te laten
rusten en te zoeken naar positieve
pnnten in de ontwikkelingen, wel
ke zich ten aanzien van de kwestie-
Algerije hebben voorgedaan.
Al geruime tijd zag het ernaar uit,
dat de extremistische elementen on
der de Europese bevolking van Al
gerije een openlijk conflict met De
Gaulle zouden riskeren. Wilde hun
rebellie slagen, dan zouden zij zich
verzekerd moeten weten van de steun
van het leger. En het was de blij
vende onzekerheid over de rol, wel
ke de strijdkrachten op het beslis
sende ogenblik zouden spelen, die
een doortastend optreden ter oplos
sing van de politieke problemen on
mogelijk maakte.
Het is te vroeg om een definitieve
conclusie te trekken. De extremisten
hebben zich met voorraden wapens
en proviand achter barricaden ver
schanst, en vanochtend had het le
ger nog geen stappen genomen om
ze te verdrijven. De vraag is nu, of
het leger als geheel zich tegen de
opstandige elementen zal keren, als
het op een echte krachtmeting aan
komt.
De houding, die de strijdkrachten
gisteren in Algiers hebben aangeno
men, rechtvaardigt de hoop, dat zij
de bevelen van De Gaulle zullen blij
ven opvolgen. De onvoorzichtigheid
van Massu en de beslistheid, waar
mede De Gaulle op deze insubordi
natie reageerde, hebben de officie
ren in Algerije klaarblijkelijk tot de
werkelijkheid teruggeroepen.
Als het leger trouw blijft aan De
Gaulle, kan er nog iets goeds voort
komen uit de onverkwikkelijke ge
beurtenissen, waarvan Algerije weer
het toonbeeld is. De generaal krijgt
dan eindelijk gelegenheid, zijn plan
nen uit te voeren, het vertrouwen van
de mohammedaanse bevolking te
winnen en door onderhandelingen
een eind te maken aan de strijd. Ook
op de politieke constellatie in Frank
rijk zelf zou een dergelijke ontwikke
ling een weldadige invloed kunnen
hebben.
De bom is gebarsten, maar tot dusver
heeft de explosie haar uitwerking
gemist. En als straks het stof is op
getrokken en de atmosfeer is gezui
verd, zullen velen in Frankrijk en
daarbuiten herademen, omdat zij
niet langer het gevoel hebben, op
de rand van een vulkaan te leven.
Zo ver is het echter nog niet. De
extremisten hebben zich nog niet ge
wonnen gegeven en de loyaliteit van
het leger is nog in het geding. Er
zijn echter aanwijzingen, dat er geen
reprise komt van wat zich in mei
1958 heeft afgespeeld. En dat is
ondanks de vele moeilijkheden die
nog voor de deur staan toch een
geruststellende gedachte.
Herindeling classes
De Gereformeerde Kerken in de pro-
incie Utrecht zullen een classicale her
indeling ondergaan waarbij het aantal
classes van drie op vier gebracht zal
worden. Er zal namelijk een nieuwe
classis, die van Zeist, bijkomen.
De classis Utrecht zal er een paar ge
meenten van de classes Amersfoort en
Breukelen bij krijgen. De ten oosten van
de stad Utrecht gelegen kerken zullen
worden afgestaan aan de nieuw te vor-
ien classis Zeist. Amersfoort zal wat
an de classis Breukelen afstaan.
In de toekomst zal de classis Amers
foort 9, de classis Breukelen 15, de clas
sis Utrecht eveneens 15 en de nieuwe
classis Zeist 8 kerken omvatten.
32
Naast het bed van de zieke, op een kussen dat
eveneens uit huiden was vervaardigd, zat de Moor
se geneesheer, naar Oosterse mode met de benen
gekruist. In de schemering kon men niet veel van
zijn gelaatstrekken bespeuren en het enige wat Sir
Thomas dadelijk zag, was dat hij een lange, glim
mende baard droeg en op het hoofd een hoge tol-
pach een Tartaarse muts van schapenwol, ver
sierd met astrakan. Tussen baard en muts schitter
den twee koolzwarte ogen die in het halve donker
een helder licht schenen uit te stralen.
De Engelse lord bleef staan en vermeed het de
stilte te verbreken. Een vreemd gevoel van eerbied
maakte zich opeens van hem meester cn in weer
wil van armoede en poverheid, voelde hij zich op
eens gegrepen door een onverklaarbare drang tot
plechtstatigheid, net als was hij binnengelaten bij
een man die de hoogsten der aarde in macht even
aarde. Binnen in hem was onwillekeurig de ernst
en dc eerbied die hem anders alleen maar bekropen
als 'hij d« tent van Koning Richard betrad.
Hij heeft in zes dagen geen oog dicht gedaan,
zei Sir Kenneth langzaam. Dat tenminste heeft zijn
oppasser mij verteld.
De Engelsman stak de hand uit en legde die de rid
der op de schouder, met meer kameraadschappelijk
heid dan men doorgaans van hem kon verwachten.
Op oprechte toon zei hij:
Edele Schot, dat mag zo niet blijven. Uw schild
knaap krijgt veel te weinig te eten en wordt niet
behoorlijk verzorgd.
Nog voor Sir Kenneth op dit gezegde kon antwoor
den. hoorde men de zieke als van uit de verte zuch-
Edele meester, vindt u het ook zo heerlijk ein
delijk weer te drinken aan de koele bronnen van Cly
de, na het zoute water van Palestina?
Hij droomt van zijn geboorteland en de slaap
maakt hem gelukkig, fluisterde de ridder van de
Luipaard ontroerd.
Ongeveer op hetzelfde ogenblik stond de genees-
SIR WALTER SCOTT i
heer van zijn zitplaats op, boog zich over de zieke,
controleerde diens pols en legde de hand voorzich
tig terug op de deken. Langzaam kwam hij vervol
gens bij de twee ridders, nam elk hunnner bij de
hand beduidde hen te zwijgen en trok hen met
zachte dwang met zich mee naar het voorkant van
de hut.
In de naam van Issa Ben Mariam, die wij net
als u vereren, zei hij plechtig, blijf stii en ver
stoor de uitwerking niet van het gezegende genees
middel dat ik hem heb toegediend. Als wij hem nu
wakker maken kan dit hem misschien het leven en
ieder geval het verstand kosten. Ga nu weg en keer
terug op het uur van het avondgebed en ik beloof
u dat de soldaat dan in staat zal zijn om zonder
gevaar voor zijn gezondheid een kort gesprek met
u te houden. Hij zal dan sterk genoeg zijn om te
antwoorden op alle vragen die zijn meester hem
wenst te stellen.
De ridders begrepen dat het geen zin had de
Oosterling tegen te spreken, aangezien deze zoveel
autoriteit aan de dag legde dat ze onwillekeurig
dachten aan het spreekwoord dat zegt, dat een zie
kenkamer het koninkrijk van de geneesheer is,
waar hij alleen wetten mag stellen.
Naast elkaar bleven ze bij de deur van de hut
zwijgend staan, blijkbaar niet wetend hoe ze zich
moesten gedragen. Kenneth keek naar de Engels
man met de uitdrukking van iemand die verwacht,
dat een bezoeker afscheid gaat nemen, de Vaux
daarentegen hield zich als een man die nog iets
wenst te zeggen, evenwel zonder daarvoor de ge
schikte woorden te vinden. Meteen kwam nu ook
de hond uit de hut en kwam met zijn harige
snuit langs de hand van zijn meester wrijven, als
hoopte hij op een streling of op een gebaar van
vriendschap. Hij spreidde daarbij zoveel aanhanke
lijkheid en waardigheid ten toon, dat de beide rid
ders niet konden nalaten er met genoegen naar te
kijken, onbewust blij dat zich iets voordeed waar
door ze een gesprek konden beginnen, zonder direct
hun ware bedoelingen kenbaar te moeten maken.
Sir Kenneth was met recht trots op het dier en
dc Vaux stond bekend als een verwoed en bedre
ven jager, zodat het als normaal kon worden be
schouwd dat hij de waarde van een fikse hond op
prijs wist te stellen:
Een bijzonder mooi dier, zei hij dus, zoals lk
er zelden een heb ontmoet. Voorwaar, zelfs Ko
ning Richard zou er jaloers op zijn....als hij
even sterk en vlug als mooi is tenminste. Maar hoe
het mij ook spijt, ik kan niet nalaten u iets te
vragen. Weet u niet_ dat iemand die niet de rang
van graaf heeft, geen jachthonden in de leger
plaats mag houden zonder daartoe een speciale toe
stemming van de Koning te hebben gekregen? Voor
zover ik weet hebt u die toestemming niet aange
vraagd. Ik spreek nu als stalmeester.
Laat mij dan antwoorden als een vrij Schots
ridder, antwoordde Kenneth direct ernstig. Ik meen
u al gezegd te hebben dat ik in deze kruistocht
vrijwillig Richards vaandel volg, doch ik wil er
nogmaals op wijzen dat ik voor zover het jachtwet
ten betreft niet aan zijn gezag onderworpen ben.
Ik voel er niets voor daar verandering in te bren
gen. Laat de trompet ons ten aanval roepen en ik
spring even snel in het zadel als ieder van u, laat
ons met de vijand de strijd aanbinden en mijn lans
is even scherp en geducht als de uwe. Maar in
mijn uren van vrijheid heeft koning Richard niet
het recht mij in mijn genoegens te belemmeren.
Een nieuw eerbewijs voor
Johan Bodegraven, „aartsbede
laar voor goede doeleinden": hij
ontving zaterdag, mèt zeventien
anderen, de Visser-Neerlandia-
prijs. Naast de heer Bodegraven
dr. A. F. J. Portielje, die de prijs
ook in ontvangst mocht nemen.
Het erelid van het Algemeen
Nederlands Verbond, F. X. Baron
van der Straten-Waillet, Bel
gisch ambassadeur in Den Haag,
drukte de onderscheidenen
de hand.
Presbyteriaanse kerk
van Korea ontving
financiële steun
Van over de gehele wereld wordt zeer
spontaan gereageerd op de oproep om
-i Koreaanse Presbyteriaan-
Kerk, die, toen zij meende zich uit de
Wereldraad
Wereldraad te moeten terugtrekken,
plotseling alle steun verloor, die zij tot
dusver van enkele grote Amerikaanse
Presbyteriaanse Kerken had ontvangen.
Van de 100.000 die Dr. Mclntire
vroeg als Kerstgave voor de Koreanen
was op 14 januari reeds 96.885,07 bin
nengekomen. Deze 100.000 zijn echter
nodig om in de eerste nood te voorzien
en de instellingen die voor steun in aan
merking komen een gezonde financiële
basis te geven. Voor de regelmatige
voortzetting van het werk in de semina-
de weeshuizen, de tehuizen voor we-
Ds. Runiainuni vraagl
kuip van de
Rheinische Mission
Ds. S. J. F. Rumainum, praescs van
de algemene synode van de Evange
lisch Christelijke Kerk op Nieuw-
Guinea, is gisteren vertrokken naar
Barmen om besprekingen te voeren
met de Rheinische Mission. Ds. Rumai
num zal de Rijnse zending verzoeken
twee zendelingen af te staan voor het
werk in de Baliem. De Rijnse zending
heeft een bedrag van 100.000 Duitse
marken voor het zendingswerk aldaar
uitgetrokken.
Ds. Rumainum, die morgen hoopt te
rug te keren, wordt naar Duitsland ver
gezeld door de heer N. v. d. Stoep, die de
afgelopen twee jaar in de Baliem heeft
gewerkt. In samenwerking met de Austra
lische Baptisten Zending is in Tiom een
opleidingsschool gevestigd voor vijftien
jonge mannen, afkomstig van de kust, die
na 1961 in de Baliem als onderwijzer en
voorganger werkzaam zullen zijn.
Dr. Honig benoemd aan
Indon. universiteit
Dr. A. G. Honig, docent in de dog
matiek aan de theologische school van
de kerken van Oost-Indonesië te Ma
kassar, is benoemd tot docent in de
filosofie aan de faculteit voor letteren
en wijsbegeerten van de Indonesische
Universiteit Hasamuddin. In de maan
den mei en juni jl. heeft dr. Honig
reeds een serie colleges gegeven aan
de juridische faculteit van deze uni
versiteit over de leer van Karl Barth
inzake staat en recht.
Op zijn verzoek verkreeg dr. Honig
van generale zendingsdeputaten van de
Gereformeerde Kerken toestemming een
cursusjaar langer in Indonesië te blijven
dan oorspronkelijk de bedoeling was, zo
dat hij nu in juni a.s. met verlof zal ko-
Dr. Honig, die aan de vroegere zen
dende kerk van Heeg (Fr.) is verbon-
was gedurende de laatste zes jaren
hij naar Indonesië vertrok, missio-
predikant voor de oosterse studen
ten in Nederland in dienst van de Gere
formeerde Kerk van Leiden.
Advertentie
duwen enz. zullen ook verder belangrijke
bedragen nodig zijn. Daarom gaat de
actie door.
Op de oproep om steun die in Neder
land werd uitgezonden, ondertekend door
leden van 6 verschillende protestantse
kerken kwam reeds ongeveer 5000,
binnen. Bij de Algemeen Secretaris van
de Internationale Raad van Christelijke
Kerken, Singel 386, Amsterdam-C., ko-
nog steeds giften binnen.