laclitelijk avontuur
/p
KANAALTUNNEL van 58 km. wordt weer actueel
eettwnmmi
EEN HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKEN
Walawip als schatgraver
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 2 JANUARI 1960
■Qen beeld,
oan ruót
in bet
polder
landschap
GERHARD ROHR staarde door de ramen van het verlichte benzine
tankstation in de donkere nacht. Hij voelde zich niet prettig. De om
geving werd de laatste maanden onveilig gemaakt door een bende auto
bandieten. Bovendien had hij ruzie gemaakt met zijn vrouw. Het was
begonnen vanmiddag aan tafel. Hij had jam gemorst op zijn schone
overhemd. En toen was Lore kwaad geworden. „Wanneer word jij eens
een nette vent?" had ze gevraagd. „Neem een voorbeeld aan Franz"
TFRANZ! Altijd schermde Lore met
r Franz. Franz was netjes, degelijk,
vriendelijk, charmant, behulpzaam. En
hij, Gerhard, was lomp, onhandig,
sloom.
Maar hij nam het niet langer. Hij was
ook kwaad geworden. Hij had er genoeg
van altijd met Franz geplaagd te wor-
,,Als jij Franz zo'n ideale man vindt,
ga je ook maar naar hem toe. Ga hem
het leven zuur maken", had hij geroe
pen. Dat meende hij niet. Natuurlijk
niet. Maar hij had het toch gezegd. En
Lore had hem een klap op zijn rech
terwang gegeven en hij had haar in een
hoek geduwd..
Bah! Waarom moest het toch altijd zo
gaan? Waarom konden de mensen niet
in vrede naast elkaar leven?
Met een ruk schoot Gerhard overeind.
Hoorde hij iemand lopen? Snel draaide
hij de lichtschakelaar om. Het duurde
even, voor zijn ogen aan het donker ge
wend waren en in die korte tijd hoorde
hij het geluid weer.
Schuifelende voetstappen!
Bevend over zijn hele lichaam tuurde
hij naar buiten, maar hij zag niets.
,,Het zal de wind geweest zijn", mom
pelde hij. ,,Of de regen.."
Hij wachtte nog een ogenblik en draai
de toen het licht weer aan.
Tegelijkertijd ging de deur open.
„Goede avond", zei een stem.
„Goe..goede avond", stotterde Ger
hard. Hij staarde zijn overwachte be
zoeker met grote schrikogen aan en hij
verwenste zijn domheid. Hij had de deur
op slot moeten doen.
„Het is nat buiten", zei de man. „Kan
ik hier vannacht misschien slapen?"
„Wat.zegt.u?"
„Ik ben koud geworden en ik ben moe.
Ik dacht.
„U dacht.. U dacht.. U dacht toch
niet. dat het hier een hotel was?"
„Nee, maar ik hoopte, dat Gerhard
Rohr een vriendelijk mens zou zijn. Ik
heb me blijkbaar vergist".
„Hoe weet u.
„Uw naam staat in grote letters op
dat bord langs de weg".
„Ach ja, natuurlijk".
/"'ERHARD voelde zich al wat kalmer
worden. Deze man leek hem niet ge
vaarlijk. Een gewone zwerver. Toch nog
wantrouwend, zei hij:
„U begrijpt toch wel, dat ik in deze
onzekere tijd niet graag onbekenden bin
nen laat?"
„Ik doe u geen kwaad", bromde de
man. „Integendeel, ik zal u helpen, als
het nodig mocht zijn".
„Nou, we zullen zien. Komt u maar
verder en doe de deur dicht. Een bed
kan ik u niet aanbieden. U zult tevre
den moeten zijn met een plaatsje op de
grond. Wilt u koffie?"
„Graag".
Ijverig begon Gerhard naar wat oude
lappen te zoeken. Die spreidde hij uit
in een hoekje van het vertrek. Daarna
zette hij water op.
Het begon nu gezellig te worden. De
vreemdeling zat vlak bij het raam. Hij
rommelde wat in een oude rugzak en
haalde daaruit een klein Boekje te voor-
„Een Bijbel", stelde Gerhard tot zijn
verbazing vast.
„Ja, dit Boekje is mijn trouwe ka
meraad", zei de man een beetje verle
gen. „Iedere avond lees ik een hoofdstuk.
Als u het toestaat.
„O, ga gerust uw gang".
Geduldig wachtte Gerhard tot de
vreemdeling klaar was. Toen dronken
ze samen koffie.
„Als u nu wilt slapen.."
„Graag".
De man ging liggen. Als hoofdkussen
gebruikte hij zijn rugzak. Het Bijbeltje
legde hij naast zich neer. Geboeid keek
Gerhard naar dit wonderlijke tafereel.
En hij dacht weer aan Lore. Wat zou
zij nu doen? Lore? Waarom moeten wij
altijd ruzie maken?
TJF.T was stil in het vertrek. Gerhard
luisterde naar de regelmatige adem
haling van zijn gast. Hij luisterde naar
het tikken van de regendruppels. Lang
zaam vielen zijn ogen dicht.
Maar plotseling was hij weer klaar
Buiten remde een auto. Een klant? Hij
stond op. deed het buitenlicht aan en
begaf zich naar de pompen. De automo
bilist liet het portierraampje zakken.
„Hoeveel?" vroeg Gerhard automa
tisch.
„Hoeveel? Alles!" zei de man. „Han
den omhoog".
Gerhard zag een revolver. Hij hoorde,
hoe aan de andere kant van de wagen
in beslag, dat hij zelfs geen tijd meer
had om aan zichzelf te denken.
Een van zijn begeleiders liep op de
zwerver toe. En nog voor deze ergens
op bedacht was, kreeg hij een klap in
zijn gezicht, op zijn rechterwang. De ar
me kerel wankelde even, maar hij week
niet van zijn plaats.
„Sla me nu ook op de linkerwang",
De aanvallers keken elkaar aan. Ze
vloekten. „Het is de dominee, riep de
chauffeur. Even was het doodstil. Het
volgende ogenblik al liepen de drie man
nen weg. Gerhard hoorde het slaan van
a B de portieren, het starten van de motor.
Xj JOS A.BrUSSe kcek de wagen na. De rode achter-
lichtjes verdwenen in de verte.
„Kom mee", zei de zwerver, „het is
koud hier."
Ze gingen naar binnen.
„En nu moet u me toch eens vertel
len, barstte Gerhard uit, „wie of wat
u eigenlijk bent. Hoe komt het, dat die
kerels voor u aan de haal gingen? Bent
U werkelijk een dominee?"
DOCtè!
het portier werd open gegooid. Twee
mannen stapten uit.
„Nou", dreigde de chauffeur, die was
blijven zitten, „komt er nog wat van?"
Gerhard aarzelde nog steeds. Toen
knalde het schot.
Gerhard maakte een sprong van
„Slechts een waarschuwing", hoonde
de chauffeur. „Als je nou niet gauw.."
Heel langzaam drong de toestand,
waarin hij zich bevond, tot Gerhard door.
Angstig stak hij zijn handen in de hoog
te.
„Braaf", prees de bandiet. „En nu je
geld".
De twee mannen, die waren uitgestapt,
pakten Gerhard bij de schouders. „Kom
mee." De chauffeur volgde op enige af
stand, het wapen in zijn hand. Ze lie
pen naar de ingang van het tankstation.
Maar nog voor ze de deur bereikt had
den, werd deze aan de binnenkant ge
opend. Een man trad naar voren. Ger
hard had in deze laatste vreselijke mi
nuut in het geheel niet meer aan de
zwerver gedacht. En nu hij hem daar
zo zag staan, kwam zijn wantrouwen
weer boven. Was er verraad in het spel.
Was deze man met zijn fijna maniertjes
en zijn mooie praatjes dus toch een mis
dadiger, een handlanger van de auto
bandieten?
LJIJ keek om zich heen en berekende
zijn kansen. Zou hij vluchten? Hij
hoefde maar tien meter te lopen om de
veilige duisternis te bereiken. Zijn aan
vallers hadden hun aandacht bij de
zwerver. Het was te proberen. Maar
Gerhard vluchtte niet. Want wat hij nu
te zien en te horen kreeg, nam hem zo
DE zwerver lachte.
„Ja", zei hij. „Ik was gevangenis-
predikant, maar het werk beviel me
niet. „Je bent te laat, dacht ik, iedere
keer weer, als ik in mijn mooie pakkie
met zo'n kerel in de cel zat te praten.
Je kunt nou wel met zo'n man en voor
zo'n man bidden, maar inmiddels is het
kwaad toch al geschied. En dus ging
ik het anders doen. Ik probeerde binnen
te dringen in de misdadigerswereld. Ik
zocht omgang met publieke vrouwen en
moordenaars. Nee, het was niet gemak
kelijk. Ik werd gewantrouwd, geslagen,
getrapt, gescholden. Verschillende malen
ïl stond ik met mijn rug tegen de
nu. Ze kennen me nu. Ze zien me niet
meer aan voor een stille verklikker. Ik
probeer hen een goed voorbeeld te ge
ven. Ik probeer hen iets te laten zien
van Christus' liefde. En soms heb ik
wel eens succes. Zoals vannacht. Jongen,
de liefde van Christus is zo groot. En
het Evangelie is zo eenvoudig".
Gerhard dacht na.
„U hebt vannacht meer bereikt dan
u zelf weet dominee", zei hij toen. „Lo
re heeft me op mijn rechterwang gesla
gen. Ik zal haar morgen mijn linkerwang
aanbieden." En hij vertelde zijn geschie-
Marceline, door Siegfried E.
van Praag. Uitgave H. P. Leo
pold. Den Haag.
De biografische roman, spelend
n de achttiende en negentiende
:euw, blijkt het kernpunt
het
de
auteur Siegfried E. van Praag.
Deed hij zich in romans over Ma-
iame de Pompadour, Julie de
Lespinasse en Marianne's Lijf
wacht reeds kennen als een zeer
zorgvuldig werkend historicus,
Dok in zijn nieuwste werk, Mar
celine. legt hij getuigenis af van
een trefzekere historische kennis,
die stoelt op ruime eruditie.
Om zijn werken goed te kunnen
genieten moet de lezer niet alleen
belezen zijn, maar ook niet schro
men zich al lezend in te span
nen om net zo door een tijdbeeld
en een ,,vie romancée" gefasci
neerd te worden als Siegfried E
van Praag zelf.
Marceline Desbordes-Valmort
is misschien wel de grootste ly
rische dichteres van Frankrijk ge
weest, wier verzen meer dan eén
componist inspiratie hebben ge
schonken. In zijn meer op het
oproepen van een stemmings
beeld dan op het beschrijven van
reële gebeurtenissen afgestemde,
bijna precieuze stijl, tekent Van
Praag deze vrouwenfiguur, haar
romantische liefde voor Latouche
sn haar leven in de uitgaande
wereld van Parijs.
Haar dood, thans honderd jaar
jeleden, zal mede aanleiding zijn
jeweest tot het schrijven van dit
literaire werk-van-klasse.
Het geestelijk leven bij Cal-
vljn, door ds. J. v. d. Haar. Uit
gave n.v. Drukkerij-Uitgeverij
De Banier, Utrecht.
In dit jaar van Calvijn-herden-
king is plaats voor een veelzijdi
ge belichting van deze grote figuur
uit de reformatietijd. Dit boek
ziet hem onder een hoek die naar
de mening van de schrijver onvol
doende aandacht had. Hij bestu
deerde speciaal wat Calvijn
schreef over het persoonlijk be
leven van het geloof, en wijst i:
dit verband nadrukkelijk op het
slot van de volgens hem verwaar
loosde voorrede op Calvijns Psal-
nencommcnlaar Calvijn zegt daai
dat hij in het uitleggen van ge
voelens van David en van ande
ren .spreekt van wat hij persoon
lijk heeft ondervonden. Deze Psal
mencommentaar is de bron waar
uit in dit boek verder wordt ge-
>ut. Calvijn zegt in zijn geschrif
ten zeer veel over het geestelijk
leven. Zijn boeken, ook bijv. zijn
Institutie, zijn vrome boeken. Het
is inderdaad een goede gedachte
speciaal dit aspect naar voren te
brengen waarbij stellig de Psal
mencommentaar bij uitstek gege
vens verschaft, welke door ds. J.
v. d. Haar nauwgezet zijn bestu-
6000 jaar en een boek, door
G. S. Wegener, Vertaling J. F.
Kliphuis, voor Nederland be-
werki met medewerking van
prof. dr. F. W. Grosheide. Uit
gave Bosch en Keuning N.V.,
Een boek over allerlei rond
om het ontstaan van de Bijbel
van de eerste tijden af. Het laat
zich lezen als een spannend ver
telboek niet alleen, maar geeft te
vens een bijzonder helder inzicht
in historische feiten en toestan
den. Ook de lotgevallen van de
Bijbel na de afsluiting van de ca
non worden verhaald, als drukken,
vertalen, betekenis der opgra
vingen en veel meer. Tekeningen
en mooie foto's verfraaien en ver
duidelijken. De verteltrant is vol
afwisseling, wat al blijkt uit de
inhoudsopgave, die bijvoorbeeld
vermeldt: de eerste belastingwet,
waarom heeft Mozes horens?, de
geleerden blameren zich. Een boek
dat stellig ook jonge mensen zeer
kan boeien en heel geschikt is om
als geschenk te geven.
Hoofdlijnen van Lucas 2, door
dr. H. Mulder. Deel van de
reeks Exegetica. Uitgave Van
Keulen N.V., Den Haag.
Dit deeltje van deze exegetische
reeks bevat voor de bestudering
van dit overbekende bijbelgedeel
te heel wat interessant en lezens
waard materiaal.
U en uw operatie, door dr.
Benjamin R. Reiter. Uitgave
Scheltema Holkema, Amster-
Dr. Reiter, een Amerikaans
chirurg, heeft zich de moeite ge
nomen, en de tijd, de lezer aan
de hand van een paar vlot geschre
ven verhalen nu eens precies te
vertellen waarom een operatie die
nog altijd „griezelig" wordt ge
vonden, in feite helemaal niet grie
zelig is. Hij geeft dus voorlichting
en wel op een terrein, dat mil
joenen mensen met schrik en af
schuw vervult. En hij doet dit ter-
wille van de gemoedsrust, daar
door ook terwille van de genezing.
Hij beoogt met zijn voorlichting
het beangstigende te verdrijven.
Hij zegt: Wees niet bang voor een
operatie, verheug je er liever op,
want de operatie zal een eind ma
ken aan de narigheid en er is
niets geheimzinnigs aan, het is een
nuchtere zakelijke aangelegenheid.
Het Godsverbond gisteren en
vandaag, door Eugen Walter.
Uitgave Paul Brand, Hilversum.
Dit kleine boekje biedt een
zeer lezenswaardige interpretatie
van de heilsgeschiedenis, die ge
tuigt van aanvaardend nadenken
over de rijkdommen ervan. Merk
waardig blijk van de centrale be
tekenis der Heilige Schrift voor
Rooms-katholieken en Protestan
ten.
DOOR THEA BECKMAN
(Vervolg)
Op de dag vóór Walawips zevende verjaardag bleek voor
het eerst, dat de jongen wérkelijk de schatten in de grond
kon zien. Walawips moeder had ijverig gespaard voor een
verjaarsgeschenk voor Walawip. Want haar zoontje had
nog nooit een cadeautje gehad, daarvoor waren zijn
ouders te arm. Maar nu had zijn moeder toch, met hard
werken en héél zuinig zijn een mooie zilveren, gulden we
ten over te sparen. Daarvoor wilde ze een prachtige brom
tol voor Walawip kopen, zo een. die zingt, als je hem
laat dansen. Juist toen ze haar doek omsloeg om naar
de stad te gaan, zei Walawip opeens:
„Moeder, er ligt geld onder de vloer."
Zijn moeder stond stokstijf en hield de adem in.
„Zeg dat nog eens", fluisterde ze eindelijk,
„Er ligt geld onder de vloer."
„Hoe., hoe weet je dat?" prevelde moeder, terwijl haar
hart begon te bonzen.
„Ik zie het toch."
„Kun je er bij?", vroeg moeder zenuwachtig..
„Neen. natuurlijk niet. Het geld ligt ónder de vloer."
„O, lieve fee", lispelde de moeder. „Wat ben ik u dank
baar. Het is waar. Walawip kan de schatten onder de
grond zien liggen!"
De moeder rende naar buiten en riep haar man, die
boven op de kerktoren zat. Dat is niet zo gek, als het
lijkt. Walawips vader was van beroep: torenhaanverguL-
der. Daarom verdiende hij ook zo weinig, want er zijn
nu eenmaal niet zo veel torenhanen te vergulden. In elk
dorp één, en dat alleen tijdens de grote voorjaarsschoon
maak. De rest van het jaar was Walawips vader zonder
werk. Maar nu was het mei, de lente was in het land
en Walawips vader zat boven op de kerktoren. Hij was
juist bezig de staartveren van de torenhaan af te krab
ben, toen hij veertig meter lager zijn vrouw hoorde roe-
kom eens gauw. Walawip heeft een schat
ontdekt!
Terwijl de vader snel naar beneden klauterde, dacht hij
blij: „O, wat heerlijk. Eindelijk zal ik dan toch eens rijk
worden. En dat juist voor Walawips zevende verjaardag!
Wat zullen we morgen feest vieren!"
Toen was hij beneden en rende naar huis, waar zijn
vrouw hem opgewonden tegemoetliep.
„Onder de vloer, zegt hij. Daar ligt geld. O, man, ik ben
zó nieuwsgierig."
„Wijs de plaats eens aan, waar het geld ligt, Walawip?"
zei de vader tegen de jongen.
Walawip stampte op de vierde vloerplank.
„Hie:
i hij.
Zijn vader aarzelde niet. Hij greep een bijl en wrikte dc-
vloerplank los. Het hout versplinterde met een fel gekraak.
Maar daar trok de man zich niets van aan. Morgen im
mers zou hij een groot, nieuw huis kunnen kopen? Op hun
knieën lagen vader, moeder en zoon nu om het donkere,
gapende gat. Walawip stak zijn hand er in en hield die
toen triomfantelijk omhoog.
(Volgende week verder)
Beste neven en nichten,
Vervelen jullie je niet in de vakantie? Sleetje rijden of
schaatsenrijden gaat nu niet, want er is geen sneeuw of ijs. Hebben
jullie prettige Kerstdagen gehad?
Verschillende neven en nichten schreven me de cijfers van hun
rapport. Allemaal hartelijk bedankt, ik vond het erg fijn.
Schrijven jullie weer precies je geboortedatum in de brief?
Dus het jaar en de dag waarop je geboren bent. Niet vergeten, hoor!
Ik wens jullie allemaal nog een héél goed nieuwjaar toe en
ik verwacht weer héél veel brieven.
Hebben jullie veel oliebollen gegeten?
Eén van de nichten maakte van de oplossing een slagzin. Hier
komt het:
Van deez" bomen is 't gewis
dat twee en vijf dezelfde is.
Nu gaan we de brieven
beantwoorden. Jullie zijn
allemaal vlak na elkaar ja
rig Kees van Andel. Speel
jij in een muziekcorps?
bril
gemaakt
Aan de voet van de krijtrot
sen van Dover staat een ruw
houten hut.
Deze eenzame en door de ja
ren gehavende hut is het sym
bool van één van de stoutste
dromen der mensheid een
tunnel van ongeveer 58 km on
der het Engelse Kanaal, aldus
Ass. Press.
Hier zijn in de Victoriaanse
tijd mannen begonnen met
graafwerk voor een verbinding
van Engeland met Frankrijk
onder het water teneinde wél
vaart en vrede te bevorderen.
Zij maakten in het krijt een
ongeveer 235 meter diepe
schacht, waarvan de ingang
door de hut wordt verborgen cn
van de bodem van die schacht
groeven zij over een lengte van
ongeveer 800 meter onder het
kanaal. Dat stuk tunnel bestaat
nog, vochtig en verlaten, een
voor niets bruikbaar getuige
nis van 's mensen wantrouwen
jegens zijn nabuur.
Voor 44 pet.
Thans echter is de hoop op een
Kanaaltunnel, een project, waar
aan men het eerst heeft ge
dacht in de 18e eeuw. herleefd.
Britse. Franse en Amerikaanse be
langen zullen in dit jaar beslis
sen of zij kan worden gebouwd.
Men zou cr nooit op komen,
maar de vader van deze nieuwe
hoop om het zo uit te drukken
is president Gamal Abdel Nas
ser van de Verenigde Arabische
Republiek <VAR>. die in 1956 het
Suezkanaal naastte. Dit deed de
Brits-Franse Suezkanaalmaat-
schappij, die van haar kostbaar
bezit werd beroofd, uitzien naar
een ander belang en een kanaal
tunnel leek het voor de hand lig
gende antwoord.
Thans is de Kanaalmaatschap
pij. die voor 44 pet. In handen
van de Britse regering is, op voet
van gelijkheid vertegenwoordigd
In een studiegroep, die de laatste
twee Jaar 670.000 dollar heeft uit
gegeven aan een onderzoek van
de kansen op succes van de
Amerikaanse financiers en
Britse en Franse Kanaaltunnel
maatschappijen, die in 1881 met
graven zijn begonnen en zich na
twee jaar gedwongen zagen het
1960 de antwoorden te
tunnel te
bouwen en wat kost het?
Kan zij genoeg verkeer tot zich
trekken om zichzelf te bedruipen?
Op het ogenblik lijken de voor
tekenen gunstig.
Om het antwoord op de eerste
vraag te vinden heeft een explora-
tiesi'.iip gaten van ongeveer 70
meter diepte in de bedding van
het kanaal geboord.
De onderzoekers vonden drie la
gen krijt en daaronder klei. De
onderlaag van klei, zeggen zij.
lijkt bestemd om het volmaakte
medium voor het bouwen van
een tunnel te zijn.
Krijt en klei
Economen verwachten van het
steeds toenemende wegverkeer in
Europa gezonde inkomsten voor
de tunnel. Toch zou het geen auto
tunnel worden. Personen- en
vrachtauto's, zo zeggen zij, kun
nen vlugger, veiliger en goedko
per worden vervoerd op platte
goederenwagens van de spoorwe
gen. Het laten rijden van auto's
op eigen kracht door de tunnel
/.ou grote ventilatiemoeilijkheden
scheppen en het autorijden in een
tunnel is gevaarlijk, omdat som
mige bestuurders last krijgen van
„tunnelduizelig'ieid".
In de best geïnformeerde krin
gen worden op het ogenblik de
kosten van een dubbele spoorweg
tunnel van ongeveer 58 km, waar
van ruim 35 onder water, op 364
miljoen dollar geschat.
Volgens een schatting van des
kundigen zou de tunnel spoedig
een miljoen spoorwagens, zes
miljoen passagiers en een half
miljoen ton ijlgoed aantrekken.
Een en ander zou 30,8 miljoen
dollar aan inkomsten opleveren.
Zij menen, dat na aftrek van
de exploitatiekosten 7,75 pet. per
Jaar van het kapitaal zou overblij
ven, hetgeen genoeg is om inves
teringen uit de gehele wereld aan
te trekken.
Taai verzet
Hoe financieel aantrekkelijk het
ook is, toch stuit het project op
Onverzettelijke Britten hebben
het Kanaal altijd gezien als hun
betrouwbaarste verdediging tegen
een aanval van het continent op
hun land in oorlogs- en op hun
zeden in vredestijd.
In 1802, toen het project voor
het eerst in de publiciteit kwam,
zeide Napoleon tot de Britse am
bassadeur in Parijs: „Dit is een
van de dingen, die wij samen
moesten doen".
Maar kort daarna tekende een
Brits caricatuurtekenaar Franse
troepen via een tunnel op weg
Tho-
Engeland.
Een Frans hydrograaf
me de Raymond, kwam
midden van de 19de eeuw opnieuw
met het idee.
Omstreeks 1869 had hij een En-
gels-Franse commissie gevormd
om concessies van beide regerin
gen te verkrijgen.
In 1872 werden de Engelse en
Franse kanaaltunnelmaatschap
pijen dezelfde die nu nog be
staan opgericht.
Negen jaar later begon men te
Dover en op de Franse Kust bij
Sangatte te graven. Het Franse
graafwerk is nog maar twee jaar
geleden geïnspecteerd en verras
send droog bevonden.
Terwijl de Victoriaanse tunne
laars onder de golven groeven,
gooide een opgewonden menigte
de ruiten van de bureaux van de
Engelse kanaalmaatschappij in.
De Engelsen zagen de Fransen
nog als hun erfvijanden.
Vrees
De Hertog; van Cambridge, oom
van Koningin Victoria en opper
bevelhebber van het Britse le
ger, voorzag, dat horden Franse
soldaten, vermomd als toeristen,
uit de tunnel zouden opduiken om
vervolgens sabels uit hun bagage
te plukken en het koninkrijk te
veroveren terwijl de Britten slie
pen. Zijn verzet en dat van an
ten.
Frankrijk is niet langer de vij
and van Engeland, maar oude
soldaten in Engeland spreken nog
dezelfde taal. Ditmaal is het ech
ter mogelijk, dat zij niet het laat
ste woord krijgen.
In het Britse parlement bestaat
nl. een sterke stroming ten gun
ste van een tunnel.
In Frankrijk is de krachtig
ste voorstander van een tunnel
tiet 54-jarige organisatiegenie
Louis Armand, die de Franse
staatsspoorwegen tot de modern
ste van Europa heeft gemaakt.
Hij ziet in de tunnel een onfeil
baar middel om de inkomsten
van de spoorwegen te vermeerde-
De Franse voorzitter van de
studiegroep inzake de Kanaaltun
nel is René Massigli, voormalig
ambassadeur te Londen en de
Britten hebben altijd goed met
hem kunnen opschieten. Zijn Brit
se medevoorzitter is sir Ivone
Kirkpatrick, die sinds lang be
kend staat als een van de „Euro
peanen" in het Britse m'
van Buitenlandse zaken.
Invloed
Dit zijn invloedrijke mannen,
de Franse en Britse regeringen
zijn gewend naar hun advies te
luisteren en dat advies zal zeker
ten gunste van de tunnel luiden.
Ten slotte echter zal wellicht
de voornaamste hinderpaal, wel
ke de tunnelmcnsen zullen ont
moeten. de zich verbredende kloof
tussen twee handelsblokken zijn.
In 1957, toen de studiegroep
met haar werk begon, verwacht
te men vol vertrouwen, dat En
geland zich evenals Frankrijk zou
aansluiten bij de gemeenschappe
lijke markt van zes landen en
dat de handel over hel Kanaal
met sprongen zou toenemen.
Maar de Engelsen bleven bulten
de Euromarkt en zo ls het moge
lijk, dat het insulaire Isolationis
me van Engeland, ditmaal niet
ln het militaire maar op bet ge
bied van de handel, het einde zal
betekenen van een boeiende
droom.
Maaike van Andel? Wat
heb jij een prachtig rap
port. Wat leuk, dat jij voor
heks mocht spelen Jullie
hebben zeker wel gelachen?
Corrie moet nu zeker
veel huiswerk maken. Mat-
tie Bagchus? Vind je het
fijn op de grote school?
Hoe is je kijkdoos? An
neke v. d. Berg is de kerst
boom mooi geworden op
school? Hebben jullie groot
feest gehad, toen de juf
frouw jarig was? Irene
Bergman ik kreeg geen
briefje van jou. De volgen
de keer wel? Juri den
Besten nog van harte gefe
liciteerd met je verjaar
dag. Is je boek mooi? Heb
je de puzzels al gemaakt?
Waar hebben jullie ge
zongen Ellie Blom? Heb jij
nog meer broertjes en zus
jes? Bij ons stormde
het ook hard, hoor Corrie
Blom! Gaan jullie op een
zangkoor? Annemarle
Boekesteljn doe jij er de
volgende keer ook een
briefje bij? Wat leuk, die
witte «n zwarte zwanen.
Jij hebt ook een'mooi rap
port Arle Boelhouwer. Be
dankt voor je raadsels. Was
het leuk bij Hans? Ger-
da Boender krijg ik de vol
gende keer een briefje van
jou? Hartelijk welkom
bij de neven en nichten
Koos Boender. Natuurlijk
mag jij ook meedoen. Nou,
ik vind oliebollen ook heel
lekker. Jan Bol, ben jij
nog uitgeweest in de vakan
tie? Hebben jullie ook een
kerstboom? Ja, dat is
een mooi boek Heidi",
Jeannette Bolderheij. Is je
'trui lekker warm? Wat
knap, dat jij al zo'n brief
kan schrijven, Marijke
Bonteval! Je moet voort
aan wat eerder schrijven
Marijke, anders komt het
niet meer in de krant. Wat
leuk, dat jouw poes Mies
heet. Is zij wel eens on
deugend? Was het leuk
op Peter's verjaardag Ada
Bos? Heb je de boeken al
gelezen? Zijn ze piooi.'
Mooi postpapier is he-., An
neke Bos! Welke kleur heb
ben je handschoenen?
Fred v. d. Bosch, graag zou
ik van jou de volgende keer
een briefje ontvangen.
Ben jij nog bij opa en oma
geweest Hilda Both? Het is
een mooi boek Jaap Holm
en zijn vrienden. Be
dankt voor je gedichtje Jo
ke Breederland. Ben jij nog
naar Hoogvliet geweest?
Hoe vind je het in de kolo
nie Ada Brandwijk? Ben je
al een beetje dikker gewor
den? Goed eten maar
hoor! Wat ben jij ver
wend met je verjaardag en
Sinterklaas. Sary Brobbel.
Kan jij orgel spelen? Zijn
de boeken mooi? Wille-
ke van Brummelen, schrijf
jij er de volgende keer ook
een briefje bij? Heb jij nog
meer broertjes en zusjes?
Wat ben jij somber ge
stemd, Ineke Brussé. Na
tuurlijk zal jij ook wel eens
wat winnen, maar ieder op
z'n beurt. Er zijn zoveel
nichten en neven. Hoe
was de kerstuitvoering
Jenncke Cornet? Dat was
zeker wel prachtig al die
koren bij elkaar. Jullie
zijn tweelingetjes heb ik
rijke
Dat is even leuk! Ik heb
ook tweelingnichtjes, maar
ze zijn alleen wat jonger
dan jullie. Geweldig, dat
jij voor zwarte piet mocht
spelen, Marijke. Ging het
goed? Heb jij een leu
ke dag gehad op 29 decem
ber, Peter van Dam? Zijn
je vriendjes nog geweest?
Teunl Dankers, is je
boek mooi? Hebben jullie
goed je best gedaan op de
zondagsschool? Zijn opa
en oma nog geweest Ineke
Dekker? Wat leuk, dat jij
Donald Duck hebt gekre
gen. Albert Duiker, in
welke klas zit jij? Had jij
een mooi rapport? Kees
van Dijk jij wordt hartelijk
bedankt voor je gedicht.
Droom jij Veel? Fijn,
dat jouw broertje zo hard
groeit, Ans van Elderen!
Kent hij je al een beetje?
Zijn je tenen al weer be
ter? In welke klas zit
jouw broertje op de kleu
terschool, Gerard Elkhui-
zen? Had jij al vakantie
op die Vrijdag? Wat een
bofferd, dat jij zo maar een
fiets hebt gekregen. Is het
boek mooi? Heb jij een
mooi leesboek gekregen,
Marieke van Es? Ging het
zingen goed? Jij hebt een
een heel mooi rapport, Mar
leentje Eijgenraam. Heb
jij de brief zelf getikt? Jul
lie hebben het wel leuk ge
had op Ivo's verjaardag,
heb ik wel begrepen.
Margriet Feüx, doe jij er
de volgende keer een brief
je bij? Tante Jos vindt het
altijd fijn, veel brieven te
ontvangen. Winifred
van Geest ben jij nog bij
oma geweest met Kerst
feest? Is je rapport mooi?
Wat een lange hengel,
Gerrlt Goudkamp! Ga jij
altijd in de haven vissen?
Was het leuk op pappa's
verjaardag Johan v. d.
Griend? Heb jij ook een
mooi rapport, Johan!
Hoe heet jullie hond Ma
rianne Groenewoud? Heeft
hij de krant opgegeten, of
niet? Is de kerstboom mooi
geworden? Hoe vond je
het op de konijnententoon
stelling Nellie Grooten-
dorst? Heb je het tafella
ken nog afgekregen, Nellie?
Ik vind het helemaal niet
leuk dat Hans helemaal
niet wil schrijven, hoor!
Kees Guijt Tante Jos is
toch geen Mevrouw maar
tante Jos. Schrijf je voor
taan een dag eerder Kees?
Het gaat anders niet meer
Jongens en meisjes jullie
hebben je best weer gedaan
deze week. De namen, die
met de letters H t.m. N be
ginnen zijn nu aan de beurt.
Schrijven jullie allemaal op
tijd? Dus voor dinsdag.
Ada de Boer zond ons nog
laat een kerstgedicht. Hier
komt het:
De sneeuw ligt op de
De vlokjes dwarlen neer.
Het is alsof een laken,
Zich neervlijt keer op keer.
De kaarsjes in de kerst-
Zij twinkelen van licht.
Kijk toch naar al die kin
deren
Hoe straalt er hun gezicht.
Want Jezus is gekomen,
Voor U en ook voor mij.
En daarom zijn die kinde-
Het lied van Stille nacht.
Dat is de grootste feestdag,
Waar iedereen op wacht.
Hartelijk gegroet
Op dit plaatje staan weer verschillende afbeel
dingen. Nu moeten jullie dit keer niet vertellen
wat die afbeeldingen voorstellen, maar welke bij
elkaar horen. Het zijn er negen in totaal, waarvan
er drie steeds met elkaar te maken hebben. Jullie
krijgen dus 3x3 afbeeldingen.
Oplossingen moeten vóór dinsdag 5 januari wor
den ingestuurd.