NU WE 1960 SCHRIJVEN ZONDAGSBLAD ij hebben in materieel opzicht niets te wensen" Melkpijplijn in Beieren „De Russen" Hawaii hoort er nog niet bij MIJN VRIEND ZATERDAG 2 JANUARI 1960 werk, er was klokgelui, de sire- fluiten hebben HET LEVEN weer schor in de winterse nacht geklonken. Er werd een dronk uitgebracht op het nieuwe jaar, er werden handen geschud: .Laten we er maar weer het beste van hopen, Jan!" Maar was er ook de dankbaarheid? De jaren vijftig hebben we voorgoed achter ons en we kunnen over het algemeen genomen wel zeggen, dat dit decennium ons in materieel opzicht veel, zeer veel heeft gebracht. Ons en onze buurlanden in West-Europa. Wij hopen, dat het U en de Uwen en onszelf gegeven moge zijn, dat ook 1960 een goed en gezegend jaar zal worden. Het materiële, dat in onze tijd steeds meer bezit van de mens neemt, is het middelpunt geweest van een soort opinie-onderzoek, dat zo rond de Kerstdagen werd gehouden onder de bewoners van Wiesbaden, de landshoofdstad van Hessen in West-Duitsland. En uit dit onderzoek bleek wel overduidelijk, dat het Duitse „Wirtschaftswunder" in 1959 vrijwel compleet is geworden. Op de vraag: „Welke is uw grootste met geld vervulbare wens voor Kerst 1959?" antwoordde 25 pet. van de ondervraagden: I® bondig Foto's maken zonder film of ontwikkelaar Het in Wiesbaden gevestigde „bureau voor de bevordering van de afzet" heeft dit opinie onderzoek geleid en bij iedere vier ondervraagden was er één, die op materieel gebied geen enkele wens meer had. De overige drie, die dan nog wel de een of andere wensdroom had den, bleken doorgaans kleding bovenaan hun verlanglijstje te hebben staan. B\j de onder vraagde vrouwen wilde een grote groep een wintermantel (erg praktisch dus) en een andere groep een bontjas (een luxueus geschenk). Onze correspondent in Bonn. die ons de gegevens over het opi nie-onderzoek verstrekte, vertelde verder, dat de verlangens uitgin gen naar electrische huishoudelij ke apparaten, zoals kostbare naai- machii es, koelkasten, wasma chines en keukenapparatuur. Dan waren er nog radio- en tv-toe- stellen, al of niet gecombineerd met een grammofoon. Zeven pro cent van de wensenden zette een auto boven aan de lijst. Als we dit alles horen uit het Duitsland van nu, dan is er in twintig jaar toch wel heel wat veranderd bij onze Oosterburen. Nu zitten ze zo vol en zoet, dat ze niets meer te wensen hebben. Toer. hadden ze al enkele iaren gezamenlijk bittere armoe geleden om de doldrieste pogingen van een waanzinhige in Berlijn te kunnen steunen. Toen anwoordden ze op een vraag of ze „boter of kanon nen" wensten, dat ze de kanon nen verkozen. En nu hebben ze niets meer te In Kaufbeuren in de Beierse Allgau, één van de grote cen tra van landbouwproductie in de Westduitse Bondsrepubliek, is over een afstand van enkele kilometers een melk-pijplijn aangelegd, aldus onze corres pondent in Bonn. Het transport van de volvette melk der op de Alpenweiden gra zende koeien naar de melkerijen en verwerkingsbedrijven is voor de boeren jarenlang een enorm probleem geweest. Zij moesten de melkbussen over vaak moeilijk begaanbare wegen en paden naar verzamelpunten slepen, vanwaar zij met paard-en-wagen (soms met auto's) naar het dal moesten wor den gebracht. Vooral in de win ter stuitte dit vaak op onoverko melijke moeilijkheden. De boeren hebben nu (ieder in een eigen kleur) plastic-buisleidingen gekre gen, die de melk naar een cen traal punt voeren. Vandaar gaat de kostbare vloei stof. via een grotere buisleiding naar het dal. De buisleiding van de Allgau is bestand tegen hitte en kou en im muun voor lawines en steenslag Periodiek wordt water door de pijplijn geperst om hem schoon te maken. Ook bij zomerse temperaturen estaat gee het dal s melk. die enige uren op karren of vrachtauto's door elkaar is ge- wensen op materieel gebied. Er kan in minder dan twintig jaar zeer veel veranderen. Ook ten goe de. Tevens in geestelijk opzicht, want als twee vlegels uit Keulen de synagoge in een waanzinnige vlaag van overmoed besmeuren, dan rijst thans het weldenkende deel van de Westduitse Bondsre publiek m luid protest over deze wandaad op, hetgeen twintig jaar geleden eveneens ondenkbaar ge weest zou zijn. Deze foto can twee kinderen by een aardbol maakte de Zuidafrikaanse dr. Bensusan zondei film. Hij gebruikte in èijn camera een stukje „gloeipapier" en haalde de foto er kant en klaar uit, zonder ontwikkelen of afdrukken. Meer dan een reisverslag „De Russen" heet het lijvige boek, dat de Westduitse. maar in de Sowjetunie geboren journalist dr. Klaus Mehnert het licht heeft doen zien, door T. Wever te Fra- neke- in een Nederlandse editie is uitgegeven en door de Rusland kenner dr. G. Kuypers werd ver taald. Het is een verslag van dertien reizen door de wereld van de ro de ster gemaakt, en aangevuld met de nodige kennis, vergaard door lezen, in het bijzonder van de Prawda en de Izwestija. Ofschoon de schrijver van bet boek een handwerk van de eerste soort heeft gemaakt, is het niet te straklijnig opgezet, terwijl het zich laat lezen als een roman. Om de mens in de rode wereld draai en al zijn bespiegelingen en be schouwingen, diens leef- en denk wijze, diens historische achter grond en diens opvoeding bij de communistische leer. De grote verdienste van ,,De Russen" is dan ook, dat de Rus sische mens er ten voeten uit in wordt getekend, dat de „erfgena men der Revolutie" er kleur en diepte in krijgen. Niet de econo mie van Rusland, niet zijn tech niek en niet zijn wetenschappen geven de doorslag, maar de man of vrouw, die deze media hante- Een goed en misschien wel groots boek, dat door mensen, die iets van de Sowjet-tactiek willen begrijpen, zeker niet ongelezen mag worden gelaten. Dr. A. D. Bensusan, een Zuid afrikaanse amateur-fotograaf, zou een paar weken geleden wel eens de ontdekking gedaan kun nen hebben, die een omwenteling op fotografisch gebied kan gaan betekenen. In Wltwatersrand heeft dr. Bensusan enkele foto's ge maakt zonder daarbij filmmate riaal te gebruiken en tevens zon der ontwikkelproces. Hij haalde foto's kant en klaar uit zijn ca- ^ra en daarbij kwamen geen r "•miealiën te pa$. De Zuidafrikaanse foto-amatuur gebruikte alleen een velletje van het lichtgevende materiaal dat tegenwoordig in zwang komt voor reclame, voor verkeersborden, om lichtschakelaars in het don ker zichtbaar te maken. enz. Dit materiaal heeft de eigenschap om licht te absorberen en dit in het donker weer uit te stralen. Toen de heer K. G. Collender, een radioloog uit Witwatersrand, juist zijn hand naar het (lichtge vende) schakelknopje had ge bracht, viel de electriciteit uit en in het duister zag hij, dat zijn vingerafdrukken ragfijn in het fosforescerende materiaal wer den vastgehouden. Hij belde zijn vriend dr. Bensusan, die prompt met experimenten begon. Met een stuk van het „tape" in een platencamera maakte hij zijn eerste, nog wat vage, foto's. Maar toen hij een stuk „gloeipapier" van hogere kwaliteit in handen had gekregen (kosten circa 700 per vel), maakte hij daarmee o.m. een foto van twee kinderen bij een aardbol. Hij kreeg een helder beeld van uitstekende gra datie en praktisch korrelvrij. Maar na een half uur begon de foto te vervagen. Dr. Bensusan ts er van over tuigd, dat door een goede re search met dit materiaal onbe grensde mogelijkheden te bereiken zijn. De andere kant De andere kant, door Marga Minco. Uitgave Daamen, N.V., Den Haag. Indien u wilt kunt u de acht korte verhalen die de jonge schrijfster Marga Minco bundelde onder de titel „De andere kant" in een uurtje lezen. Maar dan zult u bemerken dat u in wezeYi vee! méér in u hebt opgenomen dan deze rake en zeer gedetailleerde situatietekeningen. Elk verhaal openbaart een heel leven van angst en verdruktheid, slechts even geschetst in een volkomen aannemelijke, haast verbijsterend normaal-voorkomende gebeurte nis, de confrontatie met het mo ment waarop de schijn breekt en de maskerade tegenover de koe le harde buitenwereld in - verhijs* tigende belachelijkheid omslaat* Daarom: wanneer u deze bun del die „de andere kant" van de krampachtige levenshouding van volwassenen zowel als kinderen ontdekt, in handen krijgt, leest u ;lan telkens niet meer dan één verhaal tegelijk. Marga Minco, die al een literaire aanmoedi gingsprijs op haar naam heeft, kan schrijven, of liever: etsen in uitbeelding van de vereenzaming van een mensenleven. De N.V. Daamen gaf dit belang rijke werkje uit in eenvoudige roodlinnen band. Dennegroen contra sneeuw De luchtreiziger, die in deze winterse dagen op het vliegveld van de in het Canadese westen gelegen stad Vancouver aankomt, vermoedt wellicht, dat hem een laat Kerstwelkom wordt bereid door die honderden kleine denne- bomen, die de landingsbaan om zomen. Die rijen kerstboompjes hebben evenwel een geheel ander doel. Als het gesneeuwd heeft, blijven de fris-groene bomen n.l. fel tegen de schaduwloze sneeuw vlakte afsteken. Deze landingsbaanversiering wint electronics en in de eerste jaren van de luchtvaart pasten de „bush-pilots" in het barre en ho ge noorden dit afbakeningssysteem al met succes toe. PUZZEL VAN DE WEEK Hawaii, de eilandengroep in de Stille Oceaan, waarover zoet gevooisde minstreels zeer romantische liedjes plegen te zingen, is nu al weer enkele maanden geleden officieel als één der Verenigde Staten van Amerika geïnstitueerd. Bovendien was deze schilder achtige atchipel al sedert 1898 een overzees gebiedsdeel van de U.S.A. Maar de Franse posterijen denken daar heel anders over. Het kost, volgens de Franse P.T.T.-tarieven nl. meer dan twee keer zoveel om een brief naar Hawaii te krijgen dan naar welk ander deel van de Ver enigde Staten ook. Een zekere mevrouw Anne Myers, een in Parijs woon achtige Amerikaanse, die nogal wat familie op Hawaii heeft wonen, plakte op haar corres pondentie de laatste tijd de voor de Verenigde Staten ver schuldigde frankeerwaarde. Mrs. Myers schreef op het adres bovendien steeds U.S.A. Maar de Franse posterijen krasten die drie letters telkens weg en gaven mevrouw Myers vriendelijk, maar dringend de raad het verschuldigde frankeer - bedrag alsnog over te maken. Dat deed ze, zij het onder protest. Een journalist van „The Hono lulu Advertiser" heeft nu aan president de Gaulle persoonlijk geschreven om te vragen, of Hawaii ook door de Franse P.T.T. als Amerikaanse staat kan worden erkend. Horizontaal: 1. gem. in Z.H., 11. twijg, 12. vrucht, 13. telwoord, 14. zichtbare voorstelling, 17. meisjesnaam, 18. oude lengtemaat, 19. schoeisel, 21. welaan, 22. deel van een boom, 23. trek, 25. voorzetsel, 26. cirkelvormig baksel, 28. Europeaan, 30. handvat aan machines (Eng.), 31. gelogen kwaad, 32 duw, 33. waterloop waarnaar Appinge- dam genoemd is, 35. voorzetsel. 37. teken in de dierenriem, 39. op stootje. 41. de 11de maand bij de Joden, 43. kashouder, 46. ga (Eng.), 47. kledingstuk, 49. graafwerktuig 50. waterkering, 51. bezinksel, 53. gevierde zangeres, 54. dorp in Z.H. onder Alphen aan den Rijn. Verticaal: 1. punthoed, 2. huurcontract, 3. hoenderachtige vogel, 4. voorvoegsel, 5. middag. 6. zijtak Douro, 7. voorzetsel, 8. achting, 9. tocht, uitstap, 10. fabelachtig monster, 14. mop, grap, 15. nobel, 16. honingbij, 19. zekere witte hars, 20. schittering, glans, 22. zangstem, 24. metalen vaatwerk. 25. uiteinde van een as, 26. cirkelvormig bak sel, 27. zangstem, 29. kippenloop, 34. stad in Italië, 36. It. Alpenmeer op de Tiroolse grens, 38. twaalf gros, van knopen, 39. buitenhaven. 40. verdicht verhaal in proza, 42. koude, droge N.O. wind aan de Adriatische zee, 44. achtpotig geleed dier, 45. denkbeeld, 46. gift, 48. voertuig, 50. aanwijzend voornaamwoord, 52. sus loco (afk.), 53. met Gods wil (afk. Lat.). es, 10. moker, 12. ho, 13. me, 15. Lassa, 17. pan, 18. ten, 19. net, 20. bes, 25. uk, 26. cl, 28. offer, 29. si, 31. Ommen, 32. as, 33. malie, 34. oer. 36. den, 37. ont, 39. fee, 44. on, 46. et. 48 kanis, 50. ideaal, 51. as, 52 To. 54. oester, 55. Reims, 57. bas, 58. els. 60. bel. 61. bak, 63. Poot. 67. tg. 68. Em, 70. ma, 71. si. 73. ha. 74. Sm. INZENDINGEN inzendingen worden vóór donder dag a s op ons bureau verwacht Oplossingen mogen uitsluitend op een briefkaart worden geschre ven. Ld de linkerbovenhoek ver melden: „Puzzeloplossing" Er zijn drie prijzen: een van 5,— en twee van 2,50, Horizontaal: 1. Mekka, 6. Da len. 11. lam, 12. hom, 14. los, 16. op. 18. toren, 20. ba, 21. kantje, 22. Eemnes, 23. en, 24. nu, 26. ct, 27. ss. 28. ons. 30. kol, 32. arm, 34. of. 35. id. 37. os, 38, af. 40. Oefa, 41. Emmen, 42. plek, 43. re, 44. on. 45. te. 47. i.e., 49. rin, 51 ant 53. toe, 56. Ab. 58. es. 59. Ob. 61. Be. 62. nadeel. 64. essaai, 65. is. 66. stoel, 69. km, 70. mas, 72. gom, 73. hes, 75. balie, 76. Parma Verticaal: 2. el, 3. kanton, 4. km, 5. dors, 7. al, 8. lommer. 9. zou ik zo graag een afspraak maken Dat het jullie en onze rubriek goed moge gaan nu wij 1960 schrijven En dat alle wensen, als het even kan, vervuld mogen worden. Wat ik zou wen sen. Dat dit pas begonnen jaar ook een nieuw begin zal zijn voor deze hoek van de krant. Dat ik de map eens een tijdje gesloten kon houden en dat ik een stapel nieuwe „verse" kopij zou ontvangen. Wat er dan met de voorraad moet gebeuren? Zo tegen en tijdens de vakanties zal ook „Ruimte" wellicht een komkommertijd kennen en dan is het voor een rubrieksredacteur altijd een veilig gevoel ergens op te kunnen terugvallen. Kunnen we dat niet met elkaar afspreken? Allemaal op nieuw starten? En de map eens even de map laten? Langer kan ik niet praten vandaag, omdat ik voor deze eerste 1960-rubriek een vrij „omvangrijk" verhaal heb. Hans Baaij (uit Rotterdam) schreef het en zette er boven: Jan heette hij. Het was een doodgewone naam, die iedereen gehad zou kunnen hebben. Hij zag er ook maar heel gewoon uit, er was niets bijzonders aan hem te zien. Ik had Jan voor het eerst ont moet op een feestje. Zoals bij de meeste feestjes die ik mee gemaakt heb het geval was, had de verveling zich na een tijdje min of meer opgelost in een kunstmatige lolstemming en om dat ik niets geef om die bepaal de stemming, had ik mij afge zonderd. De feestgangers waren als een kluwen op het midden van de vloer verzameld en iedereen dronk op ieders gezondheid, het glas tinkelde, het gelach galm de door het vertrek, de scbou- derklappen kletsten kaal door het rookgordijn dat de groep ge legd had. Ik had mij terugge trokken in een hoek van de ka mer aan een leeg tafeltje waar, behalve een asbak, vier halfvol le kopjes koffie stonden. Ik had daar ongeveer een half uur gezeten toen zich uit de groep een man losmaakte. Hij keek enigszins hulpeloos om zich heen maar toen hij mij zag, trok de wolk van droefheid voor zijn gelaat weg. Hij bleef even staan alsof hij niet goed be greep, waarom niet iedereen zich on het midden van de vloer bevond, maar toen kwam hij recht op mij af. Niemand mist je „Vindt u het goed als ik bij u kom zitten?", vroeg hij. „Ja, natuurlijk, alleen is maar al leen", zei ik, weinig origineel. „Precies, ook al is er nog zo veel herrie en gelach om je heen", antwoordde hij Ik keek hem niet begrijpend aan. „Hoe bedoelt u dat?", vroeg ik. „Ach, laat maar, ik zei het zo niaar", zijn gezicht kreeg iets dat aan wanhoop deed denken. Ik zweeg want ik wist niet waar ik over „Ik heet Jan", zei hij ineens „Ik Hans, prettig kennis met,je te maken", antwoordde ik stijf jes. „Zie ik eruit als een vogel verschrikker?", vroeg Jan. „Nee bepaald niet. Waarom vraag je dat?" „Omdat ik hier het ge voel krijg, dat niemand mij wil kennen." „Ach kom, is dal nu niet een beetje overdreven?", vond ik wat geprikkeld. Jan zei niets maar staarde voor zich uit, hij keek verder dan de mensen die hem het uit zicht belemmerden, verder dan de kamer waarin wij ons bevon den. Na een paar minuten zwij gend, naast elkaar gezeten te hebben, zei hij: „Heb jij ook niet het idee dat, ondanks het feit dat iedereen vriendelijk te gen iedereen doet, het niemand iets kan schelen of zijn buurman of buurvrouw er is of niet9 Kijk maar naar mij, niemand heeft mij gemist en ik ben zeker ai een kwartier uit de kring .weg." Een onbehaaglijk gevoel bekroop mij. Ik voelde dat hij gelijk had maar het was iets geheel anders om dat toe te geven. „Waarom kom je dan hier?" „Om te kijken of er soms iemand is die het wel kan sche len of ik er ben of niet." „Zullen wij weg gaan?", stelde ik plot seling voor. ,,'n Idee", zei hij, blij. Wij stonden op en liepen in de richting van de gang. Niemand merkte ons op toen wij de ka mer uitgingen. Urenlang Die nacht hebben wij uren lang door de stad gezworven en al die tijd heD ik over mijzelf gepraat: Jan luisterde zonder iets over zichzélf te vertellen, luisterde echt, gaf mij zijn vol le aandacht. Toen wij ten slotte afscheid namen voelde ik mij gelukkiger dan ik in tijden ge- Een paar weken later ontmoet te ik hem weer. Het was op een zonnige dag en ik wandelde zo maar wat door de stad. Hoe het kwam weet ik niet, maar voordat ik het wist liep ik wéér te praten en Jan luisterde wéér. De zon scheen op ons neer en ik voelde me nu echt geluk kig, omdat er een mens was die tijd voor mij had. De weken gingen voorbij en steeds meer voelde ik dat Jan voor mij een levensbehoefte werd. Wanneer ik in moeilijkhe den verkeerde gaf hij mij raad en hij raadde mij nimmer ver keerd. Wanneer ik gelukkig was, maakte hij dat ik mij nog ge lukkiger voelde, wanneer ik mij bedroefd voelde, bracht hij mij in een betere stemming. „Als alle mensen zo waren zoals jij", zei ik hem een keer, „zou de wereld veel gelukkiger zijn." Hij antwoordde niet maar glim lachte, niet blij maar een beetje bedroefd. Wanneer ik die tijd dat Jan met mij omging nog eens over zie, geloof ik dat dat de mooiste tijd van mijn leven was. Lang zaam aan kreeg ik ook meer oog voor andere mensen, pro beerde ik niet altijd mijzelf het belangrijkst te vinden, maar hoe vaak zal ik gefaald hebben; waar Jan nooit faalde. Enkele keren lie$ ik Jap weleetjs in de steek wanrléèr iets had wat de overkant. Midden op de weg struikelde hij. Ik liep eerst door maar draaide mij toen om. Jan lag in het midden van de straat en veertig meter van hem af kwam die auto aan, op volle snelheid. Jan keek mij aan en stak zijn hand- uit. Ik aarzelde, deed toen een stap in zijn rich ting om de uitgestoken hand te pakken maar het was al te laat. Ik hoorde een zachte kreet en ik wendde het hoofd af. Een diepe schaamte voelde ik in mij opko men, een schaamte omdat de énige keer dat hij werkelijk iets aan mij had gevraagd, waarbij ik niets te winnen had, ik hem in de steek had gelaten. Toen ik weer keek naar de plaats waar Jan moest liggen, zag ik tot mijn onuitsprekelijke verbazing dat er niemand lag. Op die plaats staken op dat moment twee vróuwen over, stevig ge armd, met volle tassen en in druk gesprek gewikkeld. Het eerste wat ik voelde was een gevoel van opluchting, maar daarna kwam de schaamte weer terug. Want alhoewel Jan mis schien voor de andere mensen geen realiteit was geweest, voor mij was hij dat wèl geweest. Het is nu al weer twee jaar geleden, dat Jan werd overre den en verdween: twee jaar en nog laat mij de gedachte aan hém niet los; nooit los, denk ik. Jan, eigenlijk weet ik niets van hem. maar wa,t ik wèl weet, is dat hij er is geweest. Hij was zo anders dan alle anderen, iemand, die vriendelijk was zon der bijbedoelingen, die iets gaf zonder ooit wat terug te verlan gen.. Misschien was het daar om, dat hij verdween, misschien is het ook wel zo, dat hij iets van hem heeft willen meegeven aan anderen, opdat die ander bij al het duister, dat hij met zich meedraagt, toch ook een lichtpuntje heeft.... HANS BAAIJ Werk van Meihe Reitsma (17, h.b.s. en Den Haag) kennen jullie nog niet. Voor deze eerste kennismaking koos ik dit gedicht uit het viertal, dat hy me zond (en die ik graag bewaar voor Partituur Zijn hand Het was kort voor Pasen de drukte in de stad stelpend. Jan en ik liepen sa men, pratend, tussen de mensen door, maar de drukte en de her rie stoorden ons niet. Jan ver telde iets over de betekenis van Pasen en dit keer was ik het die geboeid luisterde. Op een gegeven ogenblik moes ten wij oversteken. Hoewel Jan zei dat we beter even konden wachten, omdat er een auto hard kwam aanrijden greep ik zijn hand en trok hem mee naar Zullen we maar weer (vóór de elfde) Als je wat In krantentermen „de manchet" heet (of gewo ner gezegd de aanhef) van onze rubriek van vandaag hebt gele/en. dan ben Je daar de wens tegengekomen opnieuw te beginnen. Wat in de map zit, blijft vanzelfsprekend bewaard en die map zal heus zo nu en dan nog wel eens opengaan. Maar, van nu af aan lijkt het me toch geschikter om het nieuwe voorrang te geven. we praktisch geen onderwerp kan er een briefkaartje af c slaapwandelende noten op slordige notenbalken wachten wazig tot ae tonen worden ijlè trbmpettonen mollen en mordenten leunen doelloos tegen onduidelijke triolen bassleutels staren somber langs vergeelde pagina's 'muziekpapier partituur van nooit begrepen meester MEIHE REITSMA Rotterdam schijnt een wel bijzondere aan trekkingskracht uit te oefenen op hen, die fotogra feren. Want al komt Pieter W Lanser dan uit Schiedam en C (Kees?) van Noort uit Delft, beiden maakten in de Maasstad een plaat. Pieter van het beeld voor „De Bijenkorf", Middagoverpeinzing na een psalm Cees Wattel (19, h.b.s. en uit Den Haag) zond zijn eerste en veloppe. Dit gedicht vond ik wel het beste: eenmaal worstelen tweemaal verdrinken en dan weer drijvend boven komen luidt de lijfspreuk van de oude watergeest droevig en ontnuchterd zaten wij ook weenden wij als wij gedachten aan de oude citer van de boze watergeest daar is echter meer daar is meer dan dit dan dat daar zijn de liefdevolle vergezichten van de wolken die speels lachen naar mij van de landman die lacht tot zijn lief van de Heer die lacht om zijn schepping zij omringen ja omkringen mij en ademen nieuw leven in het leven van de stilte het rijke leven van de volle stilte die ik hoor CEES WATTEL Nieuwjaar Het was Klazina Huizebosch (uit Krimpen aan de IJssel), die een gedicht afstemde op het nieuwe jaar. Ze schreef: terwijl ik de kamer heen en weër loop, begeleidt het kloppen van gedachten mijn stap, waarvan het geluid vreemd is. er slaat een klok: net eender als voorheen, iets wordt een gevoel in het gezicht, het luiden houdt op: ik begin met een stilte, en roerloos gebogen ben ik niet alleen meer in deze kamer het ogenblik KLAZINA HULZEBOSCH aangesneden, dat als uitgangs punt moest dienen voor de ko pij, of die nu geschreven, ge- te laten weten wat je hier over denkt. Heb je geschikte onderwérpen in gedachte, tekend, dan wel gefotografeerd die er dan gelijk even bij. binnenkomt. Deze onderwerp- loze maanden wil ik gerust blijven voortzetten, tenzij jullie zelf een onderwerp pre fereren. Maar dan wil ik dat briekji ook bijzonder graag horen. Ook week Ik hoop véél van jullie hier- eer te horen. Vóór de 11e ja- uari gfaag jül'lie reacties', ■at tevens inhoudt, dat het .-u- jor 'de ,i." élke meegaat. Zijnde dit keer één opmerking naar aanleiding van één brief en wel die van Ina R. (uit Utrecht) van wie ik twee gedichten kreeg. Ofschoon ik waardering heb voor de feitelijke inhoud ervan, kan ik ze toch in deze vorm niet meene- SCHAAKRUBRIEK Oplossingen Hieronder volgen de oplossingen der pro blemen, geplubiceerd in onze rubriek van 12 december j.l. 1. Probleem van Bruma: 1. Pe4 (tempo). 2. Probleem van Groeneveld: 1. Pd4 (tempo). 3. Probleem van dr. A. Kraemer: 1. Th3 (dreigt Lc5) d6 2. Lg3 (tempo) T onver schillig 3. Lf4 Tb3 4. Lel. Het lijkt op een Indiër maar is dat niet. 1. Tf3? d6 2. Lg3 Txf3! 4. Probleem van dr. Massmann: Het mat- net, dat gereed ligt, moet verstoord worden, waardoor de executie uiteraard uitgesteld moet worden: 1. Tb7 Ka5 2. Pc4t Ka6 3. Pd6 Ka5 4. Pe4 Ka6 5. Pc5t Ka5 6. b4 mat. Pure problematiek (II) De minnaars van de pure problematiek komen ook ditmaal weer voor de volle 100% aan hun trekken. Zij hebben dit te danken aan de omstandigheid dat opnieuw een probleemboek op mijn tafel terecht kwam. Ditmaal was het: Problemschach 19521957, van Herbert Grasemann (Uit gave Sportverlag Berlijn, prijs 6,30 DM). Men vindt hierin in totaal 300 problemen, alle op diagram, nl. 232 problemen van Duitse componisten en 68 van buiten Duits land woonachtige componisten, maar alle composities zijn gepubliceerd in Duitse bla- Het accent valt hierdoor natuurlijk wat eenzijdig op de Duitse componisten, maar het zou sterk overdreven zijn te zeggen dat de inhoud van het boek hierdoor eveneens eenzijdig ware geworden. Om te beginnen is binnen het gegeven kader reeds een be hoorlijke verscheidenheid waar te nemen, maar bovendien zorgen de buitenlandse componisten waar nodig nog wel voor een redelijk herstel van het evenwicht. Alles saamgenomen mag men gerust zeg gen, dat het boek een aardige gemiddelde indruk van het hedendaagse probleem geeft, al is de samensteller er zeker niet op uit geweest om dit doel te verwezenlijken. Wij geven uit dit boèk vier problemen: een tweezet, twee driezetten en een zeven- zet. Misschien niét zo aardig om U direct in het nieuwe jaar al met tamelijk zware stof aan boord te komen. Aan de andere kant: U zult er waarschijnlijk goed uitge rust aan kunnen gaan beginnen en dat is ook wat waard. 1. Probleem van L. Loschinski en E. N. Ruchlis 3. Probleem van J. Breuer Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudrelnetstraat 125, Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 6