NU WE 1960 SCHRIJVEN
ZONDAGSBLAD
ij hebben in materieel
opzicht niets te wensen"
Melkpijplijn
in Beieren
„De Russen"
Hawaii hoort er nog
niet bij
MIJN VRIEND
ZATERDAG 2 JANUARI 1960
werk, er was
klokgelui, de sire-
fluiten hebben HET LEVEN
weer schor in de
winterse nacht geklonken. Er
werd een dronk uitgebracht op
het nieuwe jaar, er werden
handen geschud: .Laten we er
maar weer het beste van hopen,
Jan!" Maar was er ook de
dankbaarheid? De jaren vijftig hebben we voorgoed achter ons en
we kunnen over het algemeen genomen wel zeggen, dat dit
decennium ons in materieel opzicht veel, zeer veel heeft gebracht.
Ons en onze buurlanden in West-Europa. Wij hopen, dat het U en
de Uwen en onszelf gegeven moge zijn, dat ook 1960 een goed en
gezegend jaar zal worden. Het materiële, dat in onze tijd steeds
meer bezit van de mens neemt, is het middelpunt geweest van een
soort opinie-onderzoek, dat zo rond de Kerstdagen werd gehouden
onder de bewoners van Wiesbaden, de landshoofdstad van Hessen
in West-Duitsland. En uit dit onderzoek bleek wel overduidelijk,
dat het Duitse „Wirtschaftswunder" in 1959 vrijwel compleet is
geworden. Op de vraag: „Welke is uw grootste met geld vervulbare
wens voor Kerst 1959?" antwoordde 25 pet. van de ondervraagden:
I® bondig
Foto's maken zonder film
of ontwikkelaar
Het in Wiesbaden gevestigde
„bureau voor de bevordering
van de afzet" heeft dit opinie
onderzoek geleid en bij iedere
vier ondervraagden was er één,
die op materieel gebied geen
enkele wens meer had. De
overige drie, die dan nog wel de
een of andere wensdroom had
den, bleken doorgaans kleding
bovenaan hun verlanglijstje te
hebben staan. B\j de onder
vraagde vrouwen wilde een
grote groep een wintermantel
(erg praktisch dus) en een
andere groep een bontjas (een
luxueus geschenk).
Onze correspondent in Bonn.
die ons de gegevens over het opi
nie-onderzoek verstrekte, vertelde
verder, dat de verlangens uitgin
gen naar electrische huishoudelij
ke apparaten, zoals kostbare naai-
machii es, koelkasten, wasma
chines en keukenapparatuur. Dan
waren er nog radio- en tv-toe-
stellen, al of niet gecombineerd
met een grammofoon. Zeven pro
cent van de wensenden zette een
auto boven aan de lijst.
Als we dit alles horen uit het
Duitsland van nu, dan is er in
twintig jaar toch wel heel wat
veranderd bij onze Oosterburen.
Nu zitten ze zo vol en zoet, dat
ze niets meer te wensen hebben.
Toer. hadden ze al enkele iaren
gezamenlijk bittere armoe geleden
om de doldrieste pogingen van een
waanzinhige in Berlijn te kunnen
steunen. Toen anwoordden ze op
een vraag of ze „boter of kanon
nen" wensten, dat ze de kanon
nen verkozen.
En nu hebben ze niets meer te
In Kaufbeuren in de Beierse
Allgau, één van de grote cen
tra van landbouwproductie in
de Westduitse Bondsrepubliek,
is over een afstand van enkele
kilometers een melk-pijplijn
aangelegd, aldus onze corres
pondent in Bonn.
Het transport van de volvette
melk der op de Alpenweiden gra
zende koeien naar de melkerijen
en verwerkingsbedrijven is voor
de boeren jarenlang een enorm
probleem geweest. Zij moesten de
melkbussen over vaak moeilijk
begaanbare wegen en paden naar
verzamelpunten slepen, vanwaar
zij met paard-en-wagen (soms met
auto's) naar het dal moesten wor
den gebracht. Vooral in de win
ter stuitte dit vaak op onoverko
melijke moeilijkheden. De boeren
hebben nu (ieder in een eigen
kleur) plastic-buisleidingen gekre
gen, die de melk naar een cen
traal punt voeren.
Vandaar gaat de kostbare vloei
stof. via een grotere buisleiding
naar het dal.
De buisleiding van de Allgau is
bestand tegen hitte en kou en im
muun voor lawines en steenslag
Periodiek wordt water door de
pijplijn geperst om hem schoon te
maken.
Ook bij zomerse temperaturen
estaat gee
het dal s
melk. die enige uren op karren of
vrachtauto's door elkaar is ge-
wensen op materieel gebied. Er
kan in minder dan twintig jaar
zeer veel veranderen. Ook ten goe
de.
Tevens in geestelijk opzicht,
want als twee vlegels uit Keulen
de synagoge in een waanzinnige
vlaag van overmoed besmeuren,
dan rijst thans het weldenkende
deel van de Westduitse Bondsre
publiek m luid protest over deze
wandaad op, hetgeen twintig jaar
geleden eveneens ondenkbaar ge
weest zou zijn.
Deze foto can twee kinderen by een aardbol maakte de
Zuidafrikaanse dr. Bensusan zondei film. Hij gebruikte in èijn
camera een stukje „gloeipapier" en haalde de foto er kant en
klaar uit, zonder ontwikkelen of afdrukken.
Meer dan een
reisverslag
„De Russen" heet het lijvige
boek, dat de Westduitse. maar in
de Sowjetunie geboren journalist
dr. Klaus Mehnert het licht heeft
doen zien, door T. Wever te Fra-
neke- in een Nederlandse editie is
uitgegeven en door de Rusland
kenner dr. G. Kuypers werd ver
taald.
Het is een verslag van dertien
reizen door de wereld van de ro
de ster gemaakt, en aangevuld
met de nodige kennis, vergaard
door lezen, in het bijzonder van
de Prawda en de Izwestija.
Ofschoon de schrijver van bet
boek een handwerk van de eerste
soort heeft gemaakt, is het niet
te straklijnig opgezet, terwijl het
zich laat lezen als een roman. Om
de mens in de rode wereld draai
en al zijn bespiegelingen en be
schouwingen, diens leef- en denk
wijze, diens historische achter
grond en diens opvoeding bij de
communistische leer.
De grote verdienste van ,,De
Russen" is dan ook, dat de Rus
sische mens er ten voeten uit in
wordt getekend, dat de „erfgena
men der Revolutie" er kleur en
diepte in krijgen. Niet de econo
mie van Rusland, niet zijn tech
niek en niet zijn wetenschappen
geven de doorslag, maar de man
of vrouw, die deze media hante-
Een goed en misschien wel
groots boek, dat door mensen, die
iets van de Sowjet-tactiek willen
begrijpen, zeker niet ongelezen
mag worden gelaten.
Dr. A. D. Bensusan, een Zuid
afrikaanse amateur-fotograaf, zou
een paar weken geleden wel
eens de ontdekking gedaan kun
nen hebben, die een omwenteling
op fotografisch gebied kan gaan
betekenen. In Wltwatersrand heeft
dr. Bensusan enkele foto's ge
maakt zonder daarbij filmmate
riaal te gebruiken en tevens zon
der ontwikkelproces. Hij haalde
foto's kant en klaar uit zijn ca-
^ra en daarbij kwamen geen
r "•miealiën te pa$.
De Zuidafrikaanse foto-amatuur
gebruikte alleen een velletje van
het lichtgevende materiaal dat
tegenwoordig in zwang komt voor
reclame, voor verkeersborden,
om lichtschakelaars in het don
ker zichtbaar te maken. enz. Dit
materiaal heeft de eigenschap om
licht te absorberen en dit in het
donker weer uit te stralen.
Toen de heer K. G. Collender,
een radioloog uit Witwatersrand,
juist zijn hand naar het (lichtge
vende) schakelknopje had ge
bracht, viel de electriciteit uit en
in het duister zag hij, dat zijn
vingerafdrukken ragfijn in het
fosforescerende materiaal wer
den vastgehouden. Hij belde zijn
vriend dr. Bensusan, die prompt
met experimenten begon.
Met een stuk van het „tape" in
een platencamera maakte hij zijn
eerste, nog wat vage, foto's. Maar
toen hij een stuk „gloeipapier"
van hogere kwaliteit in handen
had gekregen (kosten circa 700
per vel), maakte hij daarmee
o.m. een foto van twee kinderen
bij een aardbol. Hij kreeg een
helder beeld van uitstekende gra
datie en praktisch korrelvrij.
Maar na een half uur begon de
foto te vervagen.
Dr. Bensusan ts er van over
tuigd, dat door een goede re
search met dit materiaal onbe
grensde mogelijkheden te bereiken
zijn.
De andere kant
De andere kant, door Marga
Minco. Uitgave Daamen, N.V.,
Den Haag.
Indien u wilt kunt u de acht
korte verhalen die de jonge
schrijfster Marga Minco bundelde
onder de titel „De andere kant"
in een uurtje lezen. Maar dan zult
u bemerken dat u in wezeYi vee!
méér in u hebt opgenomen dan
deze rake en zeer gedetailleerde
situatietekeningen. Elk verhaal
openbaart een heel leven van
angst en verdruktheid, slechts
even geschetst in een volkomen
aannemelijke, haast verbijsterend
normaal-voorkomende gebeurte
nis, de confrontatie met het mo
ment waarop de schijn breekt en
de maskerade tegenover de koe
le harde buitenwereld in - verhijs*
tigende belachelijkheid omslaat*
Daarom: wanneer u deze bun
del die „de andere kant" van de
krampachtige levenshouding van
volwassenen zowel als kinderen
ontdekt, in handen krijgt, leest u
;lan telkens niet meer dan één
verhaal tegelijk. Marga Minco,
die al een literaire aanmoedi
gingsprijs op haar naam heeft,
kan schrijven, of liever: etsen in
uitbeelding van de vereenzaming
van een mensenleven.
De N.V. Daamen gaf dit belang
rijke werkje uit in eenvoudige
roodlinnen band.
Dennegroen
contra sneeuw
De luchtreiziger, die in deze
winterse dagen op het vliegveld
van de in het Canadese westen
gelegen stad Vancouver aankomt,
vermoedt wellicht, dat hem een
laat Kerstwelkom wordt bereid
door die honderden kleine denne-
bomen, die de landingsbaan om
zomen. Die rijen kerstboompjes
hebben evenwel een geheel ander
doel. Als het gesneeuwd heeft,
blijven de fris-groene bomen n.l.
fel tegen de schaduwloze sneeuw
vlakte afsteken.
Deze landingsbaanversiering wint
electronics en in de eerste jaren
van de luchtvaart pasten de
„bush-pilots" in het barre en ho
ge noorden dit afbakeningssysteem
al met succes toe.
PUZZEL VAN DE WEEK
Hawaii, de eilandengroep in de Stille Oceaan, waarover zoet
gevooisde minstreels zeer romantische liedjes plegen te zingen, is
nu al weer enkele maanden geleden officieel als één der Verenigde
Staten van Amerika geïnstitueerd. Bovendien was deze schilder
achtige atchipel al sedert 1898 een overzees gebiedsdeel van de
U.S.A. Maar de Franse posterijen denken daar heel anders over.
Het kost, volgens de Franse
P.T.T.-tarieven nl. meer dan
twee keer zoveel om een brief
naar Hawaii te krijgen dan naar
welk ander deel van de Ver
enigde Staten ook.
Een zekere mevrouw Anne
Myers, een in Parijs woon
achtige Amerikaanse, die nogal
wat familie op Hawaii heeft
wonen, plakte op haar corres
pondentie de laatste tijd de
voor de Verenigde Staten ver
schuldigde frankeerwaarde.
Mrs. Myers schreef op het
adres bovendien steeds U.S.A.
Maar de Franse posterijen
krasten die drie letters telkens
weg en gaven mevrouw Myers
vriendelijk, maar dringend de
raad het verschuldigde frankeer -
bedrag alsnog over te maken.
Dat deed ze, zij het onder
protest.
Een journalist van „The Hono
lulu Advertiser" heeft nu aan
president de Gaulle persoonlijk
geschreven om te vragen, of
Hawaii ook door de Franse
P.T.T. als Amerikaanse staat kan
worden erkend.
Horizontaal: 1. gem. in Z.H., 11. twijg, 12. vrucht, 13. telwoord, 14.
zichtbare voorstelling, 17. meisjesnaam, 18. oude lengtemaat, 19.
schoeisel, 21. welaan, 22. deel van een boom, 23. trek, 25. voorzetsel,
26. cirkelvormig baksel, 28. Europeaan, 30. handvat aan machines
(Eng.), 31. gelogen kwaad, 32 duw, 33. waterloop waarnaar Appinge-
dam genoemd is, 35. voorzetsel. 37. teken in de dierenriem, 39. op
stootje. 41. de 11de maand bij de Joden, 43. kashouder, 46. ga (Eng.),
47. kledingstuk, 49. graafwerktuig 50. waterkering, 51. bezinksel, 53.
gevierde zangeres, 54. dorp in Z.H. onder Alphen aan den Rijn.
Verticaal: 1. punthoed, 2. huurcontract, 3. hoenderachtige vogel, 4.
voorvoegsel, 5. middag. 6. zijtak Douro, 7. voorzetsel, 8. achting, 9.
tocht, uitstap, 10. fabelachtig monster, 14. mop, grap, 15. nobel, 16.
honingbij, 19. zekere witte hars, 20. schittering, glans, 22. zangstem,
24. metalen vaatwerk. 25. uiteinde van een as, 26. cirkelvormig bak
sel, 27. zangstem, 29. kippenloop, 34. stad in Italië, 36. It. Alpenmeer
op de Tiroolse grens, 38. twaalf gros, van knopen, 39. buitenhaven.
40. verdicht verhaal in proza, 42. koude, droge N.O. wind aan de
Adriatische zee, 44. achtpotig geleed dier, 45. denkbeeld, 46. gift, 48.
voertuig, 50. aanwijzend voornaamwoord, 52. sus loco (afk.), 53. met
Gods wil (afk. Lat.).
es, 10. moker, 12. ho, 13. me, 15.
Lassa, 17. pan, 18. ten, 19. net,
20. bes, 25. uk, 26. cl, 28. offer, 29.
si, 31. Ommen, 32. as, 33. malie,
34. oer. 36. den, 37. ont, 39. fee,
44. on, 46. et. 48 kanis, 50. ideaal,
51. as, 52 To. 54. oester, 55. Reims,
57. bas, 58. els. 60. bel. 61. bak,
63. Poot. 67. tg. 68. Em, 70. ma,
71. si. 73. ha. 74. Sm.
INZENDINGEN
inzendingen worden vóór donder
dag a s op ons bureau verwacht
Oplossingen mogen uitsluitend op
een briefkaart worden geschre
ven. Ld de linkerbovenhoek ver
melden: „Puzzeloplossing" Er zijn
drie prijzen: een van 5,— en
twee van 2,50,
Horizontaal: 1. Mekka, 6. Da
len. 11. lam, 12. hom, 14. los, 16.
op. 18. toren, 20. ba, 21. kantje,
22. Eemnes, 23. en, 24. nu, 26. ct,
27. ss. 28. ons. 30. kol, 32. arm,
34. of. 35. id. 37. os, 38, af. 40.
Oefa, 41. Emmen, 42. plek, 43. re,
44. on. 45. te. 47. i.e., 49. rin, 51
ant 53. toe, 56. Ab. 58. es. 59. Ob.
61. Be. 62. nadeel. 64. essaai, 65.
is. 66. stoel, 69. km, 70. mas, 72.
gom, 73. hes, 75. balie, 76. Parma
Verticaal: 2. el, 3. kanton, 4.
km, 5. dors, 7. al, 8. lommer. 9.
zou ik zo graag een afspraak maken
Dat het jullie en onze rubriek goed moge gaan nu wij 1960 schrijven
En dat alle wensen, als het even kan, vervuld mogen worden. Wat ik zou wen
sen. Dat dit pas begonnen jaar ook een nieuw begin zal zijn voor
deze hoek van de krant. Dat ik de map eens een tijdje gesloten kon houden en dat
ik een stapel nieuwe „verse" kopij zou ontvangen. Wat er dan met de voorraad
moet gebeuren? Zo tegen en tijdens de vakanties zal ook „Ruimte" wellicht een
komkommertijd kennen en dan is het voor een rubrieksredacteur altijd een veilig
gevoel ergens op te kunnen terugvallen.
Kunnen we dat niet met elkaar afspreken? Allemaal op
nieuw starten? En de map eens even de map laten?
Langer kan ik niet praten vandaag, omdat ik voor deze
eerste 1960-rubriek een vrij „omvangrijk" verhaal heb. Hans
Baaij (uit Rotterdam) schreef het en zette er boven:
Jan heette hij. Het was een
doodgewone naam, die iedereen
gehad zou kunnen hebben. Hij
zag er ook maar heel gewoon
uit, er was niets bijzonders aan
hem te zien.
Ik had Jan voor het eerst ont
moet op een feestje. Zoals bij
de meeste feestjes die ik mee
gemaakt heb het geval was, had
de verveling zich na een tijdje
min of meer opgelost in een
kunstmatige lolstemming en om
dat ik niets geef om die bepaal
de stemming, had ik mij afge
zonderd.
De feestgangers waren als een
kluwen op het midden van de
vloer verzameld en iedereen
dronk op ieders gezondheid, het
glas tinkelde, het gelach galm
de door het vertrek, de scbou-
derklappen kletsten kaal door
het rookgordijn dat de groep ge
legd had. Ik had mij terugge
trokken in een hoek van de ka
mer aan een leeg tafeltje waar,
behalve een asbak, vier halfvol
le kopjes koffie stonden.
Ik had daar ongeveer een half
uur gezeten toen zich uit de
groep een man losmaakte. Hij
keek enigszins hulpeloos om zich
heen maar toen hij mij zag,
trok de wolk van droefheid voor
zijn gelaat weg. Hij bleef even
staan alsof hij niet goed be
greep, waarom niet iedereen
zich on het midden van de vloer
bevond, maar toen kwam hij
recht op mij af.
Niemand mist je
„Vindt u het goed als ik bij
u kom zitten?", vroeg hij. „Ja,
natuurlijk, alleen is maar al
leen", zei ik, weinig origineel.
„Precies, ook al is er nog zo
veel herrie en gelach om je
heen", antwoordde hij Ik keek
hem niet begrijpend aan. „Hoe
bedoelt u dat?", vroeg ik. „Ach,
laat maar, ik zei het zo niaar",
zijn gezicht kreeg iets dat aan
wanhoop deed denken. Ik zweeg
want ik wist niet waar ik over
„Ik heet Jan", zei hij ineens
„Ik Hans, prettig kennis met,je
te maken", antwoordde ik stijf
jes. „Zie ik eruit als een vogel
verschrikker?", vroeg Jan. „Nee
bepaald niet. Waarom vraag je
dat?" „Omdat ik hier het ge
voel krijg, dat niemand mij wil
kennen." „Ach kom, is dal nu
niet een beetje overdreven?",
vond ik wat geprikkeld.
Jan zei niets maar staarde
voor zich uit, hij keek verder
dan de mensen die hem het uit
zicht belemmerden, verder dan
de kamer waarin wij ons bevon
den. Na een paar minuten zwij
gend, naast elkaar gezeten te
hebben, zei hij: „Heb jij ook
niet het idee dat, ondanks het
feit dat iedereen vriendelijk te
gen iedereen doet, het niemand
iets kan schelen of zijn buurman
of buurvrouw er is of niet9 Kijk
maar naar mij, niemand heeft
mij gemist en ik ben zeker ai
een kwartier uit de kring .weg."
Een onbehaaglijk gevoel bekroop
mij. Ik voelde dat hij gelijk had
maar het was iets geheel anders
om dat toe te geven.
„Waarom kom je dan hier?"
„Om te kijken of er soms
iemand is die het wel kan sche
len of ik er ben of niet." „Zullen
wij weg gaan?", stelde ik plot
seling voor. ,,'n Idee", zei hij,
blij.
Wij stonden op en liepen in de
richting van de gang. Niemand
merkte ons op toen wij de ka
mer uitgingen.
Urenlang
Die nacht hebben wij uren
lang door de stad gezworven en
al die tijd heD ik over mijzelf
gepraat: Jan luisterde zonder
iets over zichzélf te vertellen,
luisterde echt, gaf mij zijn vol
le aandacht. Toen wij ten slotte
afscheid namen voelde ik mij
gelukkiger dan ik in tijden ge-
Een paar weken later ontmoet
te ik hem weer. Het was op een
zonnige dag en ik wandelde zo
maar wat door de stad.
Hoe het kwam weet ik niet,
maar voordat ik het wist liep ik
wéér te praten en Jan luisterde
wéér. De zon scheen op ons neer
en ik voelde me nu echt geluk
kig, omdat er een mens was die
tijd voor mij had.
De weken gingen voorbij en
steeds meer voelde ik dat Jan
voor mij een levensbehoefte
werd. Wanneer ik in moeilijkhe
den verkeerde gaf hij mij raad
en hij raadde mij nimmer ver
keerd. Wanneer ik gelukkig was,
maakte hij dat ik mij nog ge
lukkiger voelde, wanneer ik mij
bedroefd voelde, bracht hij mij
in een betere stemming. „Als
alle mensen zo waren zoals jij",
zei ik hem een keer, „zou de
wereld veel gelukkiger zijn."
Hij antwoordde niet maar glim
lachte, niet blij maar een beetje
bedroefd.
Wanneer ik die tijd dat Jan
met mij omging nog eens over
zie, geloof ik dat dat de mooiste
tijd van mijn leven was. Lang
zaam aan kreeg ik ook meer
oog voor andere mensen, pro
beerde ik niet altijd mijzelf het
belangrijkst te vinden, maar hoe
vaak zal ik gefaald hebben;
waar Jan nooit faalde. Enkele
keren lie$ ik Jap weleetjs in de
steek wanrléèr iets had wat
de overkant. Midden op de weg
struikelde hij. Ik liep eerst door
maar draaide mij toen om. Jan
lag in het midden van de straat
en veertig meter van hem af
kwam die auto aan, op volle
snelheid. Jan keek mij aan en
stak zijn hand- uit. Ik aarzelde,
deed toen een stap in zijn rich
ting om de uitgestoken hand te
pakken maar het was al te laat.
Ik hoorde een zachte kreet en ik
wendde het hoofd af. Een diepe
schaamte voelde ik in mij opko
men, een schaamte omdat de
énige keer dat hij werkelijk iets
aan mij had gevraagd, waarbij
ik niets te winnen had, ik hem
in de steek had gelaten. Toen ik
weer keek naar de plaats waar
Jan moest liggen, zag ik tot
mijn onuitsprekelijke verbazing
dat er niemand lag. Op die
plaats staken op dat moment
twee vróuwen over, stevig ge
armd, met volle tassen en in
druk gesprek gewikkeld. Het
eerste wat ik voelde was een
gevoel van opluchting, maar
daarna kwam de schaamte weer
terug. Want alhoewel Jan mis
schien voor de andere mensen
geen realiteit was geweest, voor
mij was hij dat wèl geweest.
Het is nu al weer twee jaar
geleden, dat Jan werd overre
den en verdween: twee jaar en
nog laat mij de gedachte aan
hém niet los; nooit los, denk ik.
Jan, eigenlijk weet ik niets van
hem. maar wa,t ik wèl weet, is
dat hij er is geweest. Hij was
zo anders dan alle anderen,
iemand, die vriendelijk was zon
der bijbedoelingen, die iets gaf
zonder ooit wat terug te verlan
gen.. Misschien was het daar
om, dat hij verdween, misschien
is het ook wel zo, dat hij iets
van hem heeft willen meegeven
aan anderen, opdat die ander
bij al het duister, dat hij met
zich meedraagt, toch ook een
lichtpuntje heeft....
HANS BAAIJ
Werk van Meihe Reitsma (17,
h.b.s. en Den Haag) kennen
jullie nog niet. Voor deze eerste
kennismaking koos ik dit gedicht
uit het viertal, dat hy me zond
(en die ik graag bewaar voor
Partituur
Zijn hand
Het was kort voor Pasen
de drukte in de stad
stelpend. Jan en ik liepen sa
men, pratend, tussen de mensen
door, maar de drukte en de her
rie stoorden ons niet. Jan ver
telde iets over de betekenis van
Pasen en dit keer was ik het die
geboeid luisterde.
Op een gegeven ogenblik moes
ten wij oversteken. Hoewel Jan
zei dat we beter even konden
wachten, omdat er een auto
hard kwam aanrijden greep ik
zijn hand en trok hem mee naar
Zullen we maar weer
(vóór de elfde)
Als je wat In krantentermen „de manchet" heet (of gewo
ner gezegd de aanhef) van onze rubriek van vandaag hebt
gele/en. dan ben Je daar de wens tegengekomen opnieuw te
beginnen. Wat in de map zit, blijft vanzelfsprekend bewaard
en die map zal heus zo nu en dan nog wel eens opengaan.
Maar, van nu af aan lijkt het me toch geschikter om het
nieuwe voorrang te geven.
we praktisch geen onderwerp kan er een briefkaartje af c
slaapwandelende noten op
slordige notenbalken
wachten wazig tot ae
tonen worden
ijlè trbmpettonen
mollen en mordenten
leunen doelloos tegen
onduidelijke triolen
bassleutels staren somber
langs vergeelde pagina's
'muziekpapier
partituur
van nooit begrepen meester
MEIHE REITSMA
Rotterdam
schijnt een wel
bijzondere aan
trekkingskracht
uit te oefenen op
hen, die fotogra
feren. Want al
komt Pieter W
Lanser dan uit
Schiedam en C
(Kees?) van Noort
uit Delft, beiden
maakten in de
Maasstad een
plaat. Pieter van
het beeld voor
„De Bijenkorf",
Middagoverpeinzing
na een psalm
Cees Wattel (19, h.b.s. en uit
Den Haag) zond zijn eerste en
veloppe. Dit gedicht vond ik wel
het beste:
eenmaal worstelen
tweemaal verdrinken
en dan weer drijvend
boven komen
luidt de lijfspreuk van de
oude watergeest
droevig en ontnuchterd
zaten wij
ook weenden wij
als wij gedachten aan
de oude citer van de
boze watergeest
daar is echter meer
daar is meer dan dit
dan dat
daar zijn de liefdevolle
vergezichten
van de wolken die speels
lachen naar mij
van de landman die lacht tot
zijn lief
van de Heer die lacht om zijn
schepping
zij omringen ja
omkringen mij
en ademen nieuw leven in
het leven van de stilte
het rijke leven van de
volle stilte
die ik hoor
CEES WATTEL
Nieuwjaar
Het was Klazina Huizebosch
(uit Krimpen aan de IJssel),
die een gedicht afstemde op
het nieuwe jaar. Ze schreef:
terwijl ik de kamer
heen en weër loop,
begeleidt het kloppen
van gedachten
mijn stap,
waarvan het geluid vreemd is.
er slaat een klok:
net eender als voorheen,
iets wordt een gevoel
in het gezicht,
het luiden houdt op:
ik begin met een stilte,
en roerloos gebogen
ben ik niet alleen meer
in deze kamer
het ogenblik
KLAZINA HULZEBOSCH
aangesneden, dat als uitgangs
punt moest dienen voor de ko
pij, of die nu geschreven, ge-
te laten weten wat je hier
over denkt. Heb je geschikte
onderwérpen in gedachte,
tekend, dan wel gefotografeerd die er dan gelijk even bij.
binnenkomt. Deze onderwerp-
loze maanden wil ik gerust
blijven voortzetten, tenzij
jullie zelf een onderwerp pre
fereren. Maar dan wil ik dat briekji
ook bijzonder graag horen. Ook week
Ik hoop véél van jullie hier-
eer te horen. Vóór de 11e ja-
uari gfaag jül'lie reacties',
■at tevens inhoudt, dat het .-u-
jor 'de ,i." élke
meegaat.
Zijnde dit keer één opmerking
naar aanleiding van één brief en
wel die van Ina R. (uit Utrecht)
van wie ik twee gedichten kreeg.
Ofschoon ik waardering heb voor
de feitelijke inhoud ervan, kan ik
ze toch in deze vorm niet meene-
SCHAAKRUBRIEK
Oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen der pro
blemen, geplubiceerd in onze rubriek van
12 december j.l.
1. Probleem van Bruma: 1. Pe4 (tempo).
2. Probleem van Groeneveld: 1. Pd4
(tempo).
3. Probleem van dr. A. Kraemer: 1. Th3
(dreigt Lc5) d6 2. Lg3 (tempo) T onver
schillig 3. Lf4 Tb3 4. Lel. Het lijkt op een
Indiër maar is dat niet. 1. Tf3? d6 2. Lg3
Txf3!
4. Probleem van dr. Massmann: Het mat-
net, dat gereed ligt, moet verstoord worden,
waardoor de executie uiteraard uitgesteld
moet worden: 1. Tb7 Ka5 2. Pc4t Ka6 3.
Pd6 Ka5 4. Pe4 Ka6 5. Pc5t Ka5 6. b4 mat.
Pure problematiek (II)
De minnaars van de pure problematiek
komen ook ditmaal weer voor de volle
100% aan hun trekken. Zij hebben dit te
danken aan de omstandigheid dat opnieuw
een probleemboek op mijn tafel terecht
kwam. Ditmaal was het: Problemschach
19521957, van Herbert Grasemann (Uit
gave Sportverlag Berlijn, prijs 6,30 DM).
Men vindt hierin in totaal 300 problemen,
alle op diagram, nl. 232 problemen van
Duitse componisten en 68 van buiten Duits
land woonachtige componisten, maar alle
composities zijn gepubliceerd in Duitse bla-
Het accent valt hierdoor natuurlijk wat
eenzijdig op de Duitse componisten, maar
het zou sterk overdreven zijn te zeggen dat
de inhoud van het boek hierdoor eveneens
eenzijdig ware geworden. Om te beginnen
is binnen het gegeven kader reeds een be
hoorlijke verscheidenheid waar te nemen,
maar bovendien zorgen de buitenlandse
componisten waar nodig nog wel voor een
redelijk herstel van het evenwicht.
Alles saamgenomen mag men gerust zeg
gen, dat het boek een aardige gemiddelde
indruk van het hedendaagse probleem geeft,
al is de samensteller er zeker niet op uit
geweest om dit doel te verwezenlijken.
Wij geven uit dit boèk vier problemen:
een tweezet, twee driezetten en een zeven-
zet. Misschien niét zo aardig om U direct
in het nieuwe jaar al met tamelijk zware
stof aan boord te komen. Aan de andere
kant: U zult er waarschijnlijk goed uitge
rust aan kunnen gaan beginnen en dat is
ook wat waard.
1. Probleem van L. Loschinski
en E. N. Ruchlis
3. Probleem van J. Breuer
Correspondentie en oplossingen
aan de heer H. J. J. Slavekoorde,
Goudrelnetstraat 125, Den Haag.