S.S.K. op naar de
anderhalf miljoen
KONING -
RICHARD
Felle woorden over de
belijdenis der kerk
Nederlandse expeditie
naar Jordanië
Vrijgemaakte Koreaanse
kerk in synode bijeen
meester
"ltijd"
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Oude dingen komen
weer naar voren
Prof. dr. G. C. Berkouwer
citeert in het „Gereformeerd
Weekblad" een zin die in de
vorige eeuw had geschreven
kunnen zijn:
Samenvattend zullen we
moeten zeggen: het is de meest
fatale ontwikkeling der kerk
geschiedenis, dat uit de pro
fetische prediking van Jezus
over het Godsrijk en van de
hemelse Vader, van zonden-
vergeving en broederliefde
een gecompliceerd, diepzinnig
en gedachtenrijk, maar ook
in spitsvondigheden zich ver
liezend dogmatisch leersysteem
u geworden.
In werkelijkheid worden deze
woorden echter gevonden in een
Duits boek dat vorig jaar is ver
schenen en dat op een felle ma
nier een vonnis velt over de
kerkelijke concilies van de eerste
eeuwen. Prof. Berkouwer schrijft:
flier is van theologie geen
sprake meer. Hier is een felheid
die tot geladenheid wordt en die
zo overtuigend schijnt te zijn, dat
het nauwelijks nadere fundering
heeft zulke verdrietige woorden
tegen de belijdenis der kerk te
spreken." De schrijver vervolgt
dan
HET BOEK waarover we in dit
artikel handelden is een boek
over ..Martin Luther heute" (Lu
ther nu) en het heeft als onderti
tel de onderscheiding tussen wat
door de tijd bepaald werd en wat
blijvend is. Het is begrijpelijk
dat de schrijver van uit zijn op
vattingen over het evangelie veel
uit Luthers theologie terzijde moet
stellen als wat door zijn tijd be
paald werd. Want hij moet erken
nen dat Luther deze belijdenis
van de oude kerk heeft aanvaard,
zoals ,,door ontelbare getuigenis
sen" wordt bewezen. Maar wij
zo zegt de schrijver voelen dit
als een vreemd element in Lu
thers theologie, want van de leer
van de rechtvaardiging door het
geloof naar al deze oudkerkelijke
speculaties loopt geen weg. Hij
voegt er Ietwat meewarig aan toe,
dat wij wel graag zouden willen
geloven, dat deze belijdenis ook
voor Luther niet zo centraal ge
weest is en hij voegt er dan aan
toe dat In Luthers catechismus
het woord „drieëenheid" niet voor
komt en dat de belijdenis van
Christus als God en mens slechts
in een tussenzin voorkomt, ter
wijl de hóófdzin de vreugdevolle
zekerheid uitspreekt, dat Jezus
Christus zijn Heer is, die hem als
verloren mens heeft verlost. Hij
volgt hier Adolf Harnack. die dit
reeds veel vroeger heeft gezegd
en noemt Harnack een ondogma
tisch Christen. Dat wil hij zelf
óók zijn en hij gaat zo de figuur
van Luther bezien. En hij beroept
zich dan nog op Melanchton, die
geschreven heeft het woord, dat
talloze malen aangehaald is om
van de Reformatie een ondogma
tische beweging te maken: dit is
Christus kennen: zijn weldaden te
kennen. Dit woord dat gericht is
tegen de speculatie, wordt, gelijk
zo menigmaal, aangehaald om
aan te tonen dat de Reformatie
het toch wel goed bedoeld heeft
maar dat zc nu eenmaal in de
oude traditie is blijven hangen.
Dat is de vrijzinnige beschouwing
over de Reformatie en ze wordt
bepaald vanuit een kijk op het
evangelie die natuurlijk niet wordt
ontvouwd zonder dat evenals in
de negentiende eeuw óók Pau-
lus onder de kritiek doormoet.
felle wijze oude
dingen weer naar voren kunnen
komen. Ik bedoel daarmee niet te
suggereren, dat er in ,,de vrijzin
nigheid" niets veranderd is. Men
zegt dat wel eens en gaat dan van
de verkeerde onderstelling uit, dat
wie eenmaal „vrijzinnig" is dat
ook zijn hele leven blijft Dat lijkt
me een onchristelijke onderstel
ling en men gaat dan eigenlijk van
de veronderstelling uit, dat er in
iemands denken niets meer ver
anderen kan.
Maar tegelijk moet men er mee
rekenen, dat er een kritiek is op
het evangelie, die ineens weer
scherp en fel voor ons kan staan.
Alle argumenten keren weer terug.
Ineens komt de boodschap van de
verlossing weer in het brandpunt
van de discussie. Het is mij niet
bekend, welke reacties dit boek in
Duitsland heeft opgeroepen. In Ne
derland heeft onlangs de kritiek
van prof. Smits wel reacties ge
wekt, ook - als ik het goed be
grijp om de felheid, waarmee
hij zich uitte over wat het cen
trum van het belijden der kerk
mag heten. Daarover zal nog wel
heel wat te doen zijn, zoals te
begrijpen is. Men heeft meermalen
gezegd, dat het nooit tot „tucht"
zou komen en wordt dan ineens
verrast door een bericht uit de
pers. Het geding over de belijde
nis gaat ver uit boven een be
paald land. Het gaat ook ver uit
boven de vraag of het fel of ge
matigd geschiedt. Het is een le
vensvraag voor de kerk van Jezus
Christus, hoe ze dit alles door
maakt en beleeft.
leven van de kerk kan gadeslaan
om daar wat opmerkingen te ma
ken over een kerk die „toch niet
durft door te zetten" of die nu
..eindelijk" doet wat ze al lang had
moeten doen. Maar het is wel een
ernstige zaak hoe gedacht en ge
sproken en getuigd wordt over de
vraag wie Jezus is en wat Hij
heeft gedaan. Daar kan een kerk
bij in beroering komen en dat kan
ook eigenlijk niet anders. In het
Duitse boek dat ik citeerde wordt
van dat dogmatisch leersysteem
gezegd dat hier op past, wat Pau-
lus schrijft in Romeinen 1 22:
„bewerende wijs te zijn, zijn ze
dwaas geworden". Men kan zich
hier in herinnering brengen het
woord over dwaas en wijs, dat
Paulus in 1 Korinthe heeft ge
schreven, waar hij er op wijst dat
God de wijsheid der wereld heeft
dwaas gemaakt, maar waarin dan
onweersprekelijk duidelijk wordt,
wat dat betekent. Dat is geschied
door redding te brengen door de
dwaasheid der prediking: doch wij
prediken een gekruisigde Christus,
voor joden een aanstoot, voor hei
denen een aanstoot, maar voor
hen. die geroepen zijn, joden en
grieken, Christus de kracht en de
wijsheid Gods.
Z.W.O. gaf subsidie
voor archeologisch
ondersoek
Onder patronage van de theo
logische faculteit der Rijksuni
versiteit te Leiden is dezer da
gen een Nederlandse archeologi
sche expeditie naar Jordanië ver
trokken. Dit is de eerste Neder
landse expeditie, die oudheidkun
dige opgravingen in dit gebied
gaat doen en zij wordt vrijwel
geheel gesubsidieerd door de Ne
derlandse Orgahisatie voor Zui-
ver-Wetenschappelijk Onderzoek.
Leider van de expeditie is dr. H.
J. Franken, docent in de Pales
tijnse archeologie aan de Rijks
universiteit te Leiden.
Dr. Franken heeft indertijd langdurig
deelgenomen aan de opgravingen van
Jericho, die uitgingen van de „British
School of Archaeology" In Jeruzalem.
Het doel van de expeditie, welke drie
maanden wegblijft, is een nader onder
zoek naar de chronologie van de late
bronstijd en de vroege ijzertijd.
periode, die van ongeveer 1600 tot 700
voor Christus" geboorte loopt.
Naast dr. Franken zal de expeditie
bestaan uit prof. dr. H. Brunsting, hoog
leraar in de algemene archeologie aar
de Vrije Universiteit te Amsterdam er
conservator aan het Rijksmuseum var
Oudheden te Leiden, die mede het veld-
Uit wereldraad
inl.C.C.C.
TTET is onmogelijk gebleken orr
■"de twee groepen in de Pres
byteriaanse Kerk van Korea, die
zo fel tegenover elkaar stonden,
dat een zeer grote minderheid de
synode verliet, door een compro
mis weer bijeen te brengen. De
kerk staat verdeeld over de ver
houding tot de Wereldraad van
Kerken. De afgescheiden minder
heid heeft contact opgenomen
met de Internationale Raad van
Christelijke Kerken.
De scheuring was ln zekere
gevolg van een fusie van drie Presbyte
riaanse Kerken in de Verenigde Staten
die samen de Verenigde Presbyteriaan
se Kerk hadden gevormd. Velen in de
Koreaanse Kerk hadden bezwaar tegen
modernistische invloeden die door de
fusie ln de zendende kerken waren ge
komen. Zij verzetten zich ook tegen de
drang van de kant van de zendelingen
om te blijven meewerken in het verband
van de Wereldraad van Kerken.
Een zo groot mogelUke minderheid
verliet de synode toen bleek dat er
geen compromis gevonden kon wor
den. De zendende kerken hebben toen
onmiddellijk hun financiële steun
Ingetrokken aan o.a. een weeshuls
te Yang waar 132 wezen worden
verzorgd.
Bovendien «telde de meerderheids-
groep direct pogingen ln het werk
bezit te leggen op het meubilair er
administratie van het seminarium
Seoul. De meerderheid van de studenten
verzette zich hier echter tegen en ver
hinderde deze pogingen. Het seminarium
zal nu onder invloed van de minder
heidsgroep worden voortgezet. Met 500
theologische studenten was dit semina
rium een van de grootste ter wereld. De
meerderheidsgroep heeft haar studenten
toen overgebracht naar de Taikwang
Academie, een Presbyteriaanse
teit in Seoul.
Nieuwe synode
Op 24 november Jl. kwamen de ker
ken die zich bij de minderheidsgroep
hebben aangesloten bijeen voor een ge
nerale synode. Zij zien zich als de waar
achtige voortzetting van de Presbyte
riaanse Kerk en noemden hun synode
de 44ste. Van de 34 classes uit het ge
hele land namen er 27 aan deze zitting
deel. Van de 272 afgevaardigden, waar
onder 30 zendelingen waren er 206 aan
wezig. waaronder 103 predikanten en 103
ouderlingen. De assessor van de synode
voor de scheuring ds. Yang Hwa Suk
werd tot voorzitter gekozen.
Inmiddels heeft een van de leden van
het moderamen van deze synode ds.
Yoon Chan Kim contact opgenomen met
de president van de LC.C.C. dr. Carl
Mclntire.
In een brief schrijft hij dat de synode
het voorstel heeft aangenomen om zich
uit de Wereldraad van Kerken terug te
trekken. Bovendien werd besloten om
het seminarium in stand te houden on
danks het feit dat de United Presbyte
rian Church niet meer wil helpen. Als
een van de meest urgente dingen noemt
hij de noodzaak om tot de nieuwbouw
r te gaan.
Steun
In zijn blad de Christian Beacon heeft
ds. Maclntire een oproep geplaatst
de Koreaanse Kerk te helpen. Gevraagd
wordt om een kerstgare die ln de eerste
plaats gebruikt zal worden om de kinde
ren van het Ae Yang weeshuis, die
reeds vanaf oktober honger en koude
lijden te helpen. Naar wij
wordt ook ln Nederland overwogen
een comité te vormen om gelden
deze Koreanen ln te zamelen.
Zendelingen van Amerikaanse
van Australische Presbyteriaanse kerken
hebben nog geprobeerd om de twee
groepen weer bijeen te brengen. Zo heb
ben zij de leiders van beide groepen
benaderd met het voorstel om weer
bijeen te komen en te besluiten tot de
volgende generale synode van 1962 uit
de Wereldraad te treden en dan opnieuw
een beslissing te nemen. Dit voorstel is
evenwel afgewezen.
Advertentie
deze week:
meer.,
meest..
béste gelderse rookworst
met
aardige
KERSTLABEL
werk zal doen; uit de archeologe me
vrouw C. A. Franken-Battershill, die
de registratie- en reparatiewerkzaam
heden zal verrichten; uit pater L. Grol-
lenberg, die de fotografische opnamen
zal maken; uit de heer N. C. L. Schmidt,
plaatsvervangend leider, die het landme-
terswerk zal doen alsmede de finan
ciële administratie; uit diens echtgenote,
die bij het verblijf in het tentenkamp
als hoofd van de huishouding zal op
treden en uit een drietal Leidse stu-
Behalve deze Nederlanders zullen nog
twee Engelsen deel van de expeditie
uitmaken, namelijk miss D. Kirkbride.
een Palestijnse archeologe, die met een
studiebeurs in Jeruzalem vertoeft en de
heer W. Ball, die als tekenaar verbonden
is aan het archeologisch instituut
de Universiteit van Londen.
Doel
Sprekende over het doel van de expe
ditie een nader onderzoek naai
chronologie van de late bronstijd ei
vroege ijzertijd zei dr. Franken, dat
dit zal worden uitgevoerd aan de hand
van aardewerkvondsten in de ruïneheu
vel (de zogenaamde „teil") van Deir-
Alla en omgeving. Deze „teil" ligt
oosten van de Jordaan, dicht bij de
plaats waar de Zerqa (de Jabbok)
het Jordaandal stroomt.
Bekend is. dat zich hier Jn de late
steentijd (plusminus 5000 jaar voor
Christus) reeds een.nederzetting bevond.
Het onderzoek heeft een grondslagleg-
gend karakter en zal de basis vormen
voor alle gegevens, die naderhand wor
den verkregen.
De aard van het onderzoek brengt
mee, dat men in de ruïnebeuvel
niet naar overblijfselen van grote
geboawen gaat zoeken, maar alleen
naar heel gewone voorwerpen van
aardewerk, die dagelijks werden ge
bruikt en niet in grote paleizen voor
kwamen.
Dr. Franken vermoedt, dat hem tij
dens het onderzoek enige tienduizenden
scherven van aardewerk in handen zullen
komen. Miss Kirkbride zal zich in het
bijzonder bezighouden met het onder
zoek van aardewerk, dat in de graven
rondom Deir-AUa wordt aangetroffen,
omdat men weten wil of dit afwijkt van
het huishoudelijke. Dit graven-onderzoek
vereist een speciale scholing, te meer
daar men niet weet, waar de graven
zich bevinden en deze vaak in grotten zijn
ondergebracht.
Sukkoth
Volgens sommigen zou Deir-Alla ge
ïdentificeerd moeten worden met het
bijbelse Sukkoth (de naam betekent
.hutten of tenten"), de plaats waar
Salomo de ornamenten voor de Jeruza-
lemse tempel liet vervaardigen. Dr.
Franken wees er met nadruk op, dat
deze mening tot nu toe geen ar
cheologische bewijzen aanwezig zijn.
Persoonlijk achtte hij het verstandiger
om de identificatie van de „teil" met
enige bijbelse plaats te laten afhangen
van dc archeologische resultaten van
het onderzoek. De opgraving zal, behal
ve het documentatiemateriaal veel an
dere waardevolle gegevens aan het licht
brengen, die bijdragen tot de kennis
van het Jordaandal. In hoeverre echter
de opgraving zal bijdragen tot de"..Bij
belse archeologie", kan onmogelijk wor
den voorspeld.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Sloten, Fr.: A. F. Ver-
heule, kand. te 's-Graveland.
Aangenomen naar Hoogeveen (vac. J.
W. Beerekamp): M. van den Bosch te
Nigtevecht,
Bedankt voor Bodegraven: T. Langerak
te Vinkeveen, voor Rhoon (2e pred.pL):
P. Holst te Rotterdam-Charlois; voor
Ommen: M. van den Bosch te Nigtevecht.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Soest: C. M. v. d. Loo te
Dordrecht; te Wissenkerke: W. F. Koelé,
kand. te 's-Gravenhage.
Beroepbaarstelling. De classis Goes
heeft beroepbaar verklaard ds. F. van
van den Bos voorheen predikant bij de
Gereformeerde (vrijgemaakte) kerk
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Aalsmeer: J. M. Visser te
Dokkum.
Bedankt voor Huizen N.H.: B. Bijleveld
te Noordeloos.
BOND VAN VRIJE EVANG. GEM.
Aangenomen naar Oude-Pekela: D. J.
I. van Wijck te Gouda.
Ds. F. van den Bos
beroepbaar gesteld
De classis Goes der Gereformeerde
Kerken heeft in de vandaag gehouden
vergadering ds F. van den Bos, tot voor
kort predikant van de vrijgemaakte ge
reformeerde kerk te Goes, beroepbaar
verklaard in de Gereformeerde Kerken.
Ds. Van den Bos stelt zich terstond
beroepbaar. De predikant heeft zich
herenigd met de Gereformeerde ker
ken. Ds. Van den Bos was het niet
eens met de inhoud van een brief,
die de vrijgemaakte kerkeraad had ge
zonden aan de gereformeerde kerk te
Goes, welke had verzocht om een samen-
spreking. De kerkeraad van de vrijge
maakte gereformeerde kerk schreef dat
de tijd voor samenspreking nog niet was
gekomen. Ds. Van den Bos deelde ech
ter dit standpunt niet.
A. Klein Haneveld sr.
overleden
Door een verkeersongeluk is zaterdag
jl. te Musselkanaal de heer A. Klein
Haneveld St om het leven gekomen. De
heer Klein Haneveld was een v
vooraanstaande leidende broeders
kringen van de vrijstaande Vergade
ringen van Gelovigen, de zogenaamde
„Open broeders", evens was hij in het
Noorden van het land een beende figuur
in onderwijskringen.
De heer Klein Haneveld werd in 1886
geboren. In 1910 besloot hij zich geheel
te geven aan het christelijk onderwijs.
Vanaf 1922 was hij hoofd van de Christ.
Nat. School te Musselkanaal.
Van zijn hand verscheen o.a. een re
kenmethode voor het l.o. Ook over
bijbelse onderwerpen heeft hij een aan
tal geschriftjes uitgegeven o.a. „De toe
komst der volkeren der aarde" en „Wat
zal er van de staat Israel worden?"
De begrafenis zal donderdag 24 dec.
i.s. plaats vinden
Maagklachten?
CHEFAROX
lug op de maagwand
Volgens een mededeling van
de Stichting Steunt Kerkbouw
(S.S.K.) heeft de „Grote Sprong-
actie" tot nu toe een bedrag van
1.463.292,89 opgeleverd. Dit be
drag werd bijeengebracht door
781 kerken.
Ongeveer 23 kerken deden niet mee
met de Grote Sprong-actie omdat zij
of voor zichzelf collecteerden of een
collecte voor de bouw van een spe
ciale kerk reeds hadden toegezegd.
Aan giften kwam binnen 275.125,80
en aan collecten 1.188.167,09. Deze
verhouding is merkwaardig omdat de
hervormde actie juist het omgekeerde
beeld te zien gaf. Daar werd het
grootste bedrag bijeengebracht door
de persoonlijke giften terwijl de ge
meenten slechts 38% bijeengekre
gen door de bezoekersactie af
droegen.
Reeds spoedig bleek dat de inzameling
de raming van 1 miljoen gulden vrij
aanzienlijk te boven zou gaan. Thans
Boid* reizigers aten een alleszins sobere r
doch ook op dit terrein kwam bet verschil tussen
hun nationaliteiten duidelijk tot uiting. De Saraceen
namelijk spreidde een opmerkelijke matigheid ten
toon. Alles wat hij tot zich nam was een handvol
dadels en een homp grof brood, waarna hij zijn ka
rig maai voltooide door bij de bron een paar teugen
water te drinken. Dc mondvoorraad van dc Christen
getuigde evenmin van rijkdom of gulzigheid, doch
wees niettemin op een grotere en meer verfijnde
eetlust De voornaamste bestanddelen van zijn maal
tijd bestonden uit een stuk gedroogd varkensvlees
(wat onmiddellijk de afkeer van zijn gezel opwekte)
en een paar slokken uit een lederen veldfles, waar
van dc Inhoud blijkbaar smakelijker was dan water.
Bovendien besteedde de Christen aan het stillen van
zijn honger meer tijd dan strikt noodzakelijk was.
en het feit dat hij uit een louter lichamelijke bezig
heid enig genoegen scheen te putten was voldoende
om de Mohammedaan met een gevoel van misprij
zen te vervullen. De gedachte aan de sterke arm
van zijn tegenstander lag deze laatste echter nog te
vers ln het geheugen om hem een schampere op
merking te laten maken cn daarom beperkte hij er
zich toe voorzichtig te zeggen:
Moedige volgeling van de Nazarcner, vindt gij
het Dassend dat iemand die vecht als een man zich
antwoordde de Christen niet
zonder een spoor van spot. ik kan u slechts zeggen
dat ik niets anders doe dan gebruikmaken van de
vrijheid die mijn godsdienst mij schenkt. De Joden
weigeren dit vlees te eten omdat ze zich blijven
onderwerpen aan de oude wetten van Mozes, doch
wij hebben een nieuwe leer die meer in overeen
stemming is met de waarheid. Ik heb alle redenen
om daar dankbaar om te sljn
Als om zijn gezel tot een dispuut uit te lokken
prevelde hij een kort Latijns dankgebed en hief dan
SIR WALTER SCOTT j
nogmaals de veldfles
n lange teug uit tc
Dat maakt waarschijnlijk ook deel uit van uw
vrijheid? vroeg de Saraceen enigszins bitter. Niet
alleen eet u als een dier, maar u verlaagt u er
zelfs toe dingen te drinken waar dieren het hoofd
voor afwenden.
Pas op, dwaze Saraceen, hernam de Christen,
die niet om een woord verlegen scheen, want u
lastert God als u zo spreekt God immers beeft ons
het druivensap geschonken om ons te verkwikken
als wij vermoeid zijn, ons op te beuren als wij ons
treurig voelen en ons te verfrissen als de zon ons
ziek maakt Wie deze lekkere gave Gods met mate
weet te gebruiken kan er slechts voordeel uit trek
ken. Natuurlijk weet ik dat sommigen er misbruik
van maken doch op de keper beschouwd stellen deze
zich niet dwazer aan dan zij die weigeren er ooit
dc mond aan te zetten.
De blik van de Saraceen werd dreigend en onwil
lekeurig zocht zijn hand het gevest van zijn dolk.
Eén blik op de grote gestalte van de noorderling
was echter voldoende om hem opnieuw tot rede te
brengen en op een meer verzoenende toon zei hij:
Uw woorden, Nazarener, zouden mijn toorn op
roepen als uw onwetendheid mij niet veeleer tot ma
delijden stemde. Uw ogen zijn even gesluierd als die
van de blinde die bij de poort van de moskee een
aalmoes vraagt en in uw overmoed vergeet u te
zien dat de vrijheid, waar u zich op beroemt, veel
beperkter is dan de onze. U onderwerpt zich immers
aan een wet die er u toe dwingt uw leven te slijten
aan de zijde van slechts één echtgenote, onaf gezien
het feit of ze ziek of gezond, vruchtbaar of onvrucht
baar, braaf of ondeugend is. Uw vrouw kan u een
troost zijn of twist en gekijf aan uw tafel en in uw
bed brengen, u kunt van haar niet meer los. Wat
is dat anders dan slavernij? Wij daarentegen hebben
van de profeet de aartsvaderlijke voorrechten ont
vangen van Abraham en de wijze Salomo, waardoor
het ons is toegelaten net zoveel schoonheden voor
ons uit tc kiezen als wij zelf goedvinden.
Bij de naam van Hem die ik in de hemel het
meest aanbid en bij de naam van haar die ik op
aarde het meest liefheb, onderbrak de ridder van
de Slapende Luipaard hem heftig, roep ik u toe dat
u de verblindheid in persoon zijt. Kijk, ongelovige,
aan een van uw vingers draagt gij een diamanten
zegelring.. Ik neem aan dat hij in uw ogen een on
schatbare waarde vertegenwoordigt?
Balsora en Bagdad hebben nooit een zo waar
devolle steen bezeten, antwoordde de Muzelman,
maar ik zie niet in wat dit met ons gesprek te ma
ken heeft. Voor zover ik kan nagaan.
Luister, hernam de Christen zonder zijn rivaal
te laten uitspreken, en beantwoord mijn vraag. Als
ik de steen aan uw vinger met mijn strijdbijl zou
klieven, zodat hij in twintig schilfers in het zand
zou vallen, zouden al die stukken samen dan nog
dezelfde waarde hebben als de éne steen in zijn ge
heel?
Dat is een kinderlijke vraag, antwoordde de
Saraceen zonder nadenken, de twintig stukken zou
den niet eens één honderdste opbrengen van de prijs
die ik nu voor de ring kan krijgen. Maar waar wilt
(Wordt vervolgd)
den.
De S.S.K. hoopt dat nog dit jaar de
anderhalf miljoen overschreden zal
worden. Zij heeft daarom een beroep
gedaan op particulieren, het bedrijfs
leven en de zakenwereld om ook
aan de kerkbouw bij te dragen.
Ds. J. Beyerman van
„Het Groene Kruis"
overleden
Op 83-jarige leeftijd is gisteren te Epe
overleden ds. J Beijerman, emeritus
predikant van de Remonstrantse Broe
derschap en oud-secretaris van het hoofd
bestuur van de Nederlandse Vereniging
„Het Groene Kruis". Ds. Beijerman
werd op 20 augustus 187P te Leiden
geboren. Hij studeerde theologie aan de
Rijksuniversiteit te Leiden en het Re
monstrants Seminarium te Leiden. In
1903 werd hij proponent en op 24 juli
1904 werd hij te Meppel in het predik
ambt bevestigd: 26 jaar diende ds.
Beijerman deze gemeente. In die tijd
was hij tevens predikant van de remon
strantse gemeente van Hoogeveen. Met
ingang van 23 februari 1930 werd hem
op zijn verzoek eervol ontslag uit het
predikambt verleènd, in verband met
zijn benoeming tot secretaris van het
hoofdbestuur der Nederlandse Vereni
ging „Het Groene Kruis" en directeur
van haar Centraal Bureau te Utrecht.
Deze taak heeft ds. Beijerman tot 1 sep
tember 1942 vervuld. Hij kreeg toen
eervol ontslag en vestigde zich te Epe.
Ds. Beijerman was officier in de orde
van Oranje Nassau.
Zijn stoffelijk overschot zal donderdag
in Dieren worden gecremeerd.
D-. J. Enter sr. nestor
vrije-ev. predikanten
tachtig jaar
Morgen viert de nestor van de vrije-
evangelische predikanten in Nederland,
ds. J. Enter sr. zijn tachtigste verjaar
dag. Ds. Enter is de eerste en tot nu
toe de enige predikant die op singuliere
gaven tot predikant werd bevestigd. Hij
bezat voordien een grote herenmodezaak
in Stadskanaal, was hoofdbestuurslid van
het toenmalige Nederlands Jongelings
Verbond en jarenlang ouderling. In 1927
werd hij in Nieuwvliet Zeeuws-Vlaan-
deren in het ambt bevestigd. Na Nieuw
vliet diende hij van 1931—1944 Rotter
dam-Centrum. Daarna was hij predikant
in algemene dienst voor de Binnenlandse
Zending van de Bond van Vrije Evan
gelische Gemeenten tot aan zijn emerl-
Een van de mooiste vrouwenfiguren uit de Bijbel is de Moabi-
tische Ruth. Zij heeft beslist geen gemakkelijk leven gehad. Al
jong is zij weduwe geworden. Haar schoonmoeder is door hét
leven verbitterd en ligt met zichzelf en met God overhoop.
„Mara" laat zij zichzelf noemen: „bitter".
En toch verlaat Ruth haar eigen volk en trekt met haar
schoonmoeder mee naar het vreemde land, omdat zij haar
niet in de steek wil laten. Er zijn maar weinig Israëlieten
in de Bijbel met zo'n verheven karakter als deze heidense
vrouw.
Ook zij staat vermeld in het geslachtsregister van de Heiland.
Maar niet omdat zij zoveel verantwoordelijkheidsbesef toon
de en ook niet omdat zij een prachtig karakter had. De Bijbel
zegt dat al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk
kleed. Dat geldt ook voor de gerechtigheden van Ruth.
Ruth wordt aangenomen, niet omdat zij goed is, maar omdat
zij zich geheel en al aan God's genade toevertrouwt. „Uw God
is mijn God", zegt zij. Haar huwelijk heeft haar binnen Gods
Verbond en onder Zijn zegen gebracht. En zij wil God ook
werkelijk God laten zijn. Zij eist zich niets op, zij aanvaardt
wat God haar wil geven. Doen wij dat ook?
DE WEG VAN HET RECHT
T)E nota die de Nederlandse rege-
ring gericht heeft aan de Indo
nesische doet duidelijk uitkomen, dat
Nederland niet de minste reden ziet
om zich neer te leggen bij de door
de Indonesiërs verrichte nationalisa
tie van Nederlands goed.
De nationalisatie zelf is een zaak van
Indonesië. Wanneer men daar be
slist tot nationalisatie van buiten
landse bezittingen wenst over te
gaan, dan moet men dat daar zelf
weten.
Iets anders is, of het verstandig moet
heten. Want nationalisatie zal nau
welijks in staat zijn om het vertrou
wen van het buitenland in Indonesië
te versterken; het ligt integendeel in
de verwachting, dat het vertrouwen
zal worden ondermijnd. Hetgeen
vandaag de Nederlandse ondernemin
gen in Indonesië ervaren, kan mor
gen het geval zijn met andere bui
tenlandse.
Wat echter géén Indonesische aan
gelegenheid is, is een nationalisatie
waaraan in het geheel geen schade
vergoeding verbonden is. Op zulk
een schadeloosstelling heeft ieder
recht, of hij nu Nederlander is of wat
ook, aan wie eigendommen ontno
men worden.
Het ontmoedigende is nu, dat Indo
nesië zich wel actief heeft betoond
in het tot zich trekken van anderer
goed, maar steeds weer „niet thuis"
heeft gegeven, wanneer het erop aan
kwam, dat nu ook de rekening zou
worden opgemaakt.
Nederland heeft thans aan Indonesië
voorgesteld, de zaak voor te leggen
aan de internationale rechter. Een
voor de hand liggend voorstel, waar
tegen moeilijk bedenkingen kunnen
worden ingebracht. Tenzij men het
gevoel heeft, bedenkelijk zwak te
staan. In dat geval durft men een
gang naar de rechter niet aan.
Wij hebben weinig verwachting, dat
Indonesië aan het Nederlandse voor
stel gehoor zal geven. Is dan deze
nota nutteloos geweest? Zeker niet.
Want met haar nota heeft de Neder
landse regering, ook ten overstaan
van de wereld, niet in het onzekere
gelaten, dat zij wil gaan de weg van
het recht.
Wie deze weg niet zou durven, tekent
daarmede zichzelf.
HET VERSCHONINGSRECHT
jQE maatschappelijk werksters heb
ben er geen gras over laten
groeien. Nauwelijks heeft vorige
week het Amsterdamse gerechtshof
het recht van een maatschappelijk
werkster betwist om te weigeren in
een rechtsgeding als getuige te wor
den gehoord, of in de kring van deze
dames heeft men de hoofden al hij
elkaar gestoken.
Het resultaat van de besprekingen
baart geen verwondering: het maat
schappelijk werk maakt het noodza
kelijk, dat er een verschoningsrecht
is, ingeval men als getuige wordt op
geroepen. Wat men als maatschap
pelijk werkster weet, behoort men
vóór zich te kunnen houden, óók te
genover de rechter. Anders wordt
het vertrouwen van de mensen met
wie de maatschappelijk werkster van
doen pleegt te hebben, ondergraven.
We hebben dezer dagen al in het
kort gezegd, hoe ten onzent de rege
ling van het verschoningsrecht is. Er
is een algemene bepaling, die een be
roep op de mogelijkheid van ver
schoning behelst, maar de rechter
heeft uit te maken, in welke geval
len deze algemene bepaling toepas
selijk is. Blijkens de uitspraak van
het Amsterdamse gerechtshof is de
rechter nog niet geneigd tot deze ge
vallen ook te rekenen de beroeps
uitoefening van de maatschappe
lijk werkster.
Er is reden om de ontwikkeling
rondom het verschoningsrecht met
belangstelling en aandacht te volgen.
Zoals wij reeds schreven: het aantal
ambten en beroepen neemt toe,
waarin het verschoningsrecht voor de
hand liggend lijkt. Aan de andere
kant is het noodzakelijk, dat de
rechtspleging zo ongerept mogelijk
voortgang kan vindenwanneer
straks steeds méér burgers zich
uit hoofde van hun ambt of be
roep op een verschoningsrecht kun
nen beroepen, wordt het er met de
rechtstoepassing ook niet gemakke
lijker op.
Daarom is het begrijpelijk, dat de
rechter hier enige terughoudendheid
betrachten wil. Anderzijds ligt het
voor de hand, dat bekleders van
ambten en beroepen, voor wie dit
geboden lijkt, wensen te arbeiden on
der omstandigheden die aan ver
trouwensrelaties alle kansen geven.
Het vraagstuk is dus wel actueel.
EEN ACTIEVE MIDDENSTAND
UET is de eigen aard van de mid
denstand, dat hij binnen het ge
heel van een volk een eigen en zelf
standige plaats inneemt.
De middenstander is iemand, die
graag zoveel mogelijk op eigen be
nen staat. Hij is de man van het eigen
initiatief, van het eigen risico ook,
en hij weet, dat hij zijn positie alleen
kan handhaven door, met open oog
en desnoods met een ze#kere mate
van strijdbaarheid, zichzelf te zijn en
te blijven.
Volharding en vindingrijkheid komen
hem daarbij van pas. Een midden
stander is, ook in een bescheiden on
derneming, eigen baas, en daarop
gaat hij trots.
Het is die eigenheid, waarvan de re
gering ook kennelijk uitgaat in de
nota over de middenstand, die zij
vandaag aan de volksvertegenwoor
diging heeft doen toekomen en waar
van men elders in dit blad een sa
menvatting vindt.
Zeker, de overheid zal ook ten aan
zien van de middenstand niet steeds
afzijdig kunnen blijven. Want ook de
middenstand moet tenslotte zijn kan
sen krijgen. Er moet als het ware
ook voor de middenstand een zeker
klimaat aanwezig zijn, waarin hij als
middenstand tieren en zich ontwik
kelen kan of op zijn minst maar zijn
bestaan bestendigen.
Maar dan is het vervolgens aan de
middenstand zelf, om de kansen te
benutten, om met vindingrijkheid op
zoek te gaan naar mogelijkheden,
kortom: om zelfwerkzaam te zijn.
Wij achten het een goed ding, dat de
nota van de regering jnist ook in
deze aspecten wezenskenmerken van
de middenstand ziet. Geen kwestie
van aanleunen tegen de overheid.
Geen gedragen worden door rege
ringssteun. Maar wèl de noodzaak
van een billijk klimaat. Een klimaat
dat het aan de middenstand mogelijk
maakt om tegen niet al te onredelij
ke problemen opgewassen te zijn.
Tot dat klimaat behoort een behoor
lijk onderwijs. Tot dat klimaat be
hoort ook een financiële economie,
die langs dc weg van bezitsvorming
voor de middenstand ruimte schept
om zijn plaats naast het grote bedrijf
te behouden.
Wij willen graag gerekend worden
tot diegenen, die een gezonde mid
denstand beschouwen als een brok
van kracht in het leven van een
volk. Het is niet best, wanneer de
middenstand taant. Moge hij onder
ons de plaats behouden die er een
is in ons aller volksbelang.
Lijst 9 van de 81e Uniecollecte bevatte
de volgende bedragen:
Hemmen 43,20, Oosterbeek 483,41,
Zetten 374,25, Blauwkapel 82,46, Doorn
383.31, Polsbroek 376,75, Andijk 596.49,
Nederhorst den Berg 335,25, Dordrecht
2489,68, Dubbeldam (NoordeL gedeelte)
668,61, Gorinchem 1367,20, Haastrecht
250,50. Heerjansdam 686,50, H.I. Ambacht
401.25, Katwijk a. d. Rijn 310. Leerbroek
441,85, Lekkerkerk 651,25, Rotterdam-
(O'id Rotterdam) 2766,33, Tinte bij Briel-
le 324,91, Voorschoten 431,24, Zwijndrecht-
Grote Lindt 447,50, Nieuwdorp 112,04, O.
en W Souburg 784,80, Andel 715.25 Drim-
melen 150, totaal van 225 locale comité's
144.972,51 (vorig jaar: 127.799,50.
taat enkelè Jaren geleden. Na het over
lijden van ds. Lindhout diende hij de
bond e engroot aantal jaren als voor
zitter. Ds. Enter is ridder in de orde
van Oranje-Nassau.