S.S.K. op naar de anderhalf miljoen KONING - RICHARD Felle woorden over de belijdenis der kerk Nederlandse expeditie naar Jordanië Vrijgemaakte Koreaanse kerk in synode bijeen meester "ltijd" Een woord voor vandaag Kanttekening Oude dingen komen weer naar voren Prof. dr. G. C. Berkouwer citeert in het „Gereformeerd Weekblad" een zin die in de vorige eeuw had geschreven kunnen zijn: Samenvattend zullen we moeten zeggen: het is de meest fatale ontwikkeling der kerk geschiedenis, dat uit de pro fetische prediking van Jezus over het Godsrijk en van de hemelse Vader, van zonden- vergeving en broederliefde een gecompliceerd, diepzinnig en gedachtenrijk, maar ook in spitsvondigheden zich ver liezend dogmatisch leersysteem u geworden. In werkelijkheid worden deze woorden echter gevonden in een Duits boek dat vorig jaar is ver schenen en dat op een felle ma nier een vonnis velt over de kerkelijke concilies van de eerste eeuwen. Prof. Berkouwer schrijft: flier is van theologie geen sprake meer. Hier is een felheid die tot geladenheid wordt en die zo overtuigend schijnt te zijn, dat het nauwelijks nadere fundering heeft zulke verdrietige woorden tegen de belijdenis der kerk te spreken." De schrijver vervolgt dan HET BOEK waarover we in dit artikel handelden is een boek over ..Martin Luther heute" (Lu ther nu) en het heeft als onderti tel de onderscheiding tussen wat door de tijd bepaald werd en wat blijvend is. Het is begrijpelijk dat de schrijver van uit zijn op vattingen over het evangelie veel uit Luthers theologie terzijde moet stellen als wat door zijn tijd be paald werd. Want hij moet erken nen dat Luther deze belijdenis van de oude kerk heeft aanvaard, zoals ,,door ontelbare getuigenis sen" wordt bewezen. Maar wij zo zegt de schrijver voelen dit als een vreemd element in Lu thers theologie, want van de leer van de rechtvaardiging door het geloof naar al deze oudkerkelijke speculaties loopt geen weg. Hij voegt er Ietwat meewarig aan toe, dat wij wel graag zouden willen geloven, dat deze belijdenis ook voor Luther niet zo centraal ge weest is en hij voegt er dan aan toe dat In Luthers catechismus het woord „drieëenheid" niet voor komt en dat de belijdenis van Christus als God en mens slechts in een tussenzin voorkomt, ter wijl de hóófdzin de vreugdevolle zekerheid uitspreekt, dat Jezus Christus zijn Heer is, die hem als verloren mens heeft verlost. Hij volgt hier Adolf Harnack. die dit reeds veel vroeger heeft gezegd en noemt Harnack een ondogma tisch Christen. Dat wil hij zelf óók zijn en hij gaat zo de figuur van Luther bezien. En hij beroept zich dan nog op Melanchton, die geschreven heeft het woord, dat talloze malen aangehaald is om van de Reformatie een ondogma tische beweging te maken: dit is Christus kennen: zijn weldaden te kennen. Dit woord dat gericht is tegen de speculatie, wordt, gelijk zo menigmaal, aangehaald om aan te tonen dat de Reformatie het toch wel goed bedoeld heeft maar dat zc nu eenmaal in de oude traditie is blijven hangen. Dat is de vrijzinnige beschouwing over de Reformatie en ze wordt bepaald vanuit een kijk op het evangelie die natuurlijk niet wordt ontvouwd zonder dat evenals in de negentiende eeuw óók Pau- lus onder de kritiek doormoet. felle wijze oude dingen weer naar voren kunnen komen. Ik bedoel daarmee niet te suggereren, dat er in ,,de vrijzin nigheid" niets veranderd is. Men zegt dat wel eens en gaat dan van de verkeerde onderstelling uit, dat wie eenmaal „vrijzinnig" is dat ook zijn hele leven blijft Dat lijkt me een onchristelijke onderstel ling en men gaat dan eigenlijk van de veronderstelling uit, dat er in iemands denken niets meer ver anderen kan. Maar tegelijk moet men er mee rekenen, dat er een kritiek is op het evangelie, die ineens weer scherp en fel voor ons kan staan. Alle argumenten keren weer terug. Ineens komt de boodschap van de verlossing weer in het brandpunt van de discussie. Het is mij niet bekend, welke reacties dit boek in Duitsland heeft opgeroepen. In Ne derland heeft onlangs de kritiek van prof. Smits wel reacties ge wekt, ook - als ik het goed be grijp om de felheid, waarmee hij zich uitte over wat het cen trum van het belijden der kerk mag heten. Daarover zal nog wel heel wat te doen zijn, zoals te begrijpen is. Men heeft meermalen gezegd, dat het nooit tot „tucht" zou komen en wordt dan ineens verrast door een bericht uit de pers. Het geding over de belijde nis gaat ver uit boven een be paald land. Het gaat ook ver uit boven de vraag of het fel of ge matigd geschiedt. Het is een le vensvraag voor de kerk van Jezus Christus, hoe ze dit alles door maakt en beleeft. leven van de kerk kan gadeslaan om daar wat opmerkingen te ma ken over een kerk die „toch niet durft door te zetten" of die nu ..eindelijk" doet wat ze al lang had moeten doen. Maar het is wel een ernstige zaak hoe gedacht en ge sproken en getuigd wordt over de vraag wie Jezus is en wat Hij heeft gedaan. Daar kan een kerk bij in beroering komen en dat kan ook eigenlijk niet anders. In het Duitse boek dat ik citeerde wordt van dat dogmatisch leersysteem gezegd dat hier op past, wat Pau- lus schrijft in Romeinen 1 22: „bewerende wijs te zijn, zijn ze dwaas geworden". Men kan zich hier in herinnering brengen het woord over dwaas en wijs, dat Paulus in 1 Korinthe heeft ge schreven, waar hij er op wijst dat God de wijsheid der wereld heeft dwaas gemaakt, maar waarin dan onweersprekelijk duidelijk wordt, wat dat betekent. Dat is geschied door redding te brengen door de dwaasheid der prediking: doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor joden een aanstoot, voor hei denen een aanstoot, maar voor hen. die geroepen zijn, joden en grieken, Christus de kracht en de wijsheid Gods. Z.W.O. gaf subsidie voor archeologisch ondersoek Onder patronage van de theo logische faculteit der Rijksuni versiteit te Leiden is dezer da gen een Nederlandse archeologi sche expeditie naar Jordanië ver trokken. Dit is de eerste Neder landse expeditie, die oudheidkun dige opgravingen in dit gebied gaat doen en zij wordt vrijwel geheel gesubsidieerd door de Ne derlandse Orgahisatie voor Zui- ver-Wetenschappelijk Onderzoek. Leider van de expeditie is dr. H. J. Franken, docent in de Pales tijnse archeologie aan de Rijks universiteit te Leiden. Dr. Franken heeft indertijd langdurig deelgenomen aan de opgravingen van Jericho, die uitgingen van de „British School of Archaeology" In Jeruzalem. Het doel van de expeditie, welke drie maanden wegblijft, is een nader onder zoek naar de chronologie van de late bronstijd en de vroege ijzertijd. periode, die van ongeveer 1600 tot 700 voor Christus" geboorte loopt. Naast dr. Franken zal de expeditie bestaan uit prof. dr. H. Brunsting, hoog leraar in de algemene archeologie aar de Vrije Universiteit te Amsterdam er conservator aan het Rijksmuseum var Oudheden te Leiden, die mede het veld- Uit wereldraad inl.C.C.C. TTET is onmogelijk gebleken orr ■"de twee groepen in de Pres byteriaanse Kerk van Korea, die zo fel tegenover elkaar stonden, dat een zeer grote minderheid de synode verliet, door een compro mis weer bijeen te brengen. De kerk staat verdeeld over de ver houding tot de Wereldraad van Kerken. De afgescheiden minder heid heeft contact opgenomen met de Internationale Raad van Christelijke Kerken. De scheuring was ln zekere gevolg van een fusie van drie Presbyte riaanse Kerken in de Verenigde Staten die samen de Verenigde Presbyteriaan se Kerk hadden gevormd. Velen in de Koreaanse Kerk hadden bezwaar tegen modernistische invloeden die door de fusie ln de zendende kerken waren ge komen. Zij verzetten zich ook tegen de drang van de kant van de zendelingen om te blijven meewerken in het verband van de Wereldraad van Kerken. Een zo groot mogelUke minderheid verliet de synode toen bleek dat er geen compromis gevonden kon wor den. De zendende kerken hebben toen onmiddellijk hun financiële steun Ingetrokken aan o.a. een weeshuls te Yang waar 132 wezen worden verzorgd. Bovendien «telde de meerderheids- groep direct pogingen ln het werk bezit te leggen op het meubilair er administratie van het seminarium Seoul. De meerderheid van de studenten verzette zich hier echter tegen en ver hinderde deze pogingen. Het seminarium zal nu onder invloed van de minder heidsgroep worden voortgezet. Met 500 theologische studenten was dit semina rium een van de grootste ter wereld. De meerderheidsgroep heeft haar studenten toen overgebracht naar de Taikwang Academie, een Presbyteriaanse teit in Seoul. Nieuwe synode Op 24 november Jl. kwamen de ker ken die zich bij de minderheidsgroep hebben aangesloten bijeen voor een ge nerale synode. Zij zien zich als de waar achtige voortzetting van de Presbyte riaanse Kerk en noemden hun synode de 44ste. Van de 34 classes uit het ge hele land namen er 27 aan deze zitting deel. Van de 272 afgevaardigden, waar onder 30 zendelingen waren er 206 aan wezig. waaronder 103 predikanten en 103 ouderlingen. De assessor van de synode voor de scheuring ds. Yang Hwa Suk werd tot voorzitter gekozen. Inmiddels heeft een van de leden van het moderamen van deze synode ds. Yoon Chan Kim contact opgenomen met de president van de LC.C.C. dr. Carl Mclntire. In een brief schrijft hij dat de synode het voorstel heeft aangenomen om zich uit de Wereldraad van Kerken terug te trekken. Bovendien werd besloten om het seminarium in stand te houden on danks het feit dat de United Presbyte rian Church niet meer wil helpen. Als een van de meest urgente dingen noemt hij de noodzaak om tot de nieuwbouw r te gaan. Steun In zijn blad de Christian Beacon heeft ds. Maclntire een oproep geplaatst de Koreaanse Kerk te helpen. Gevraagd wordt om een kerstgare die ln de eerste plaats gebruikt zal worden om de kinde ren van het Ae Yang weeshuis, die reeds vanaf oktober honger en koude lijden te helpen. Naar wij wordt ook ln Nederland overwogen een comité te vormen om gelden deze Koreanen ln te zamelen. Zendelingen van Amerikaanse van Australische Presbyteriaanse kerken hebben nog geprobeerd om de twee groepen weer bijeen te brengen. Zo heb ben zij de leiders van beide groepen benaderd met het voorstel om weer bijeen te komen en te besluiten tot de volgende generale synode van 1962 uit de Wereldraad te treden en dan opnieuw een beslissing te nemen. Dit voorstel is evenwel afgewezen. Advertentie deze week: meer., meest.. béste gelderse rookworst met aardige KERSTLABEL werk zal doen; uit de archeologe me vrouw C. A. Franken-Battershill, die de registratie- en reparatiewerkzaam heden zal verrichten; uit pater L. Grol- lenberg, die de fotografische opnamen zal maken; uit de heer N. C. L. Schmidt, plaatsvervangend leider, die het landme- terswerk zal doen alsmede de finan ciële administratie; uit diens echtgenote, die bij het verblijf in het tentenkamp als hoofd van de huishouding zal op treden en uit een drietal Leidse stu- Behalve deze Nederlanders zullen nog twee Engelsen deel van de expeditie uitmaken, namelijk miss D. Kirkbride. een Palestijnse archeologe, die met een studiebeurs in Jeruzalem vertoeft en de heer W. Ball, die als tekenaar verbonden is aan het archeologisch instituut de Universiteit van Londen. Doel Sprekende over het doel van de expe ditie een nader onderzoek naai chronologie van de late bronstijd ei vroege ijzertijd zei dr. Franken, dat dit zal worden uitgevoerd aan de hand van aardewerkvondsten in de ruïneheu vel (de zogenaamde „teil") van Deir- Alla en omgeving. Deze „teil" ligt oosten van de Jordaan, dicht bij de plaats waar de Zerqa (de Jabbok) het Jordaandal stroomt. Bekend is. dat zich hier Jn de late steentijd (plusminus 5000 jaar voor Christus) reeds een.nederzetting bevond. Het onderzoek heeft een grondslagleg- gend karakter en zal de basis vormen voor alle gegevens, die naderhand wor den verkregen. De aard van het onderzoek brengt mee, dat men in de ruïnebeuvel niet naar overblijfselen van grote geboawen gaat zoeken, maar alleen naar heel gewone voorwerpen van aardewerk, die dagelijks werden ge bruikt en niet in grote paleizen voor kwamen. Dr. Franken vermoedt, dat hem tij dens het onderzoek enige tienduizenden scherven van aardewerk in handen zullen komen. Miss Kirkbride zal zich in het bijzonder bezighouden met het onder zoek van aardewerk, dat in de graven rondom Deir-AUa wordt aangetroffen, omdat men weten wil of dit afwijkt van het huishoudelijke. Dit graven-onderzoek vereist een speciale scholing, te meer daar men niet weet, waar de graven zich bevinden en deze vaak in grotten zijn ondergebracht. Sukkoth Volgens sommigen zou Deir-Alla ge ïdentificeerd moeten worden met het bijbelse Sukkoth (de naam betekent .hutten of tenten"), de plaats waar Salomo de ornamenten voor de Jeruza- lemse tempel liet vervaardigen. Dr. Franken wees er met nadruk op, dat deze mening tot nu toe geen ar cheologische bewijzen aanwezig zijn. Persoonlijk achtte hij het verstandiger om de identificatie van de „teil" met enige bijbelse plaats te laten afhangen van dc archeologische resultaten van het onderzoek. De opgraving zal, behal ve het documentatiemateriaal veel an dere waardevolle gegevens aan het licht brengen, die bijdragen tot de kennis van het Jordaandal. In hoeverre echter de opgraving zal bijdragen tot de"..Bij belse archeologie", kan onmogelijk wor den voorspeld. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Sloten, Fr.: A. F. Ver- heule, kand. te 's-Graveland. Aangenomen naar Hoogeveen (vac. J. W. Beerekamp): M. van den Bosch te Nigtevecht, Bedankt voor Bodegraven: T. Langerak te Vinkeveen, voor Rhoon (2e pred.pL): P. Holst te Rotterdam-Charlois; voor Ommen: M. van den Bosch te Nigtevecht. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Soest: C. M. v. d. Loo te Dordrecht; te Wissenkerke: W. F. Koelé, kand. te 's-Gravenhage. Beroepbaarstelling. De classis Goes heeft beroepbaar verklaard ds. F. van van den Bos voorheen predikant bij de Gereformeerde (vrijgemaakte) kerk CHRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Aalsmeer: J. M. Visser te Dokkum. Bedankt voor Huizen N.H.: B. Bijleveld te Noordeloos. BOND VAN VRIJE EVANG. GEM. Aangenomen naar Oude-Pekela: D. J. I. van Wijck te Gouda. Ds. F. van den Bos beroepbaar gesteld De classis Goes der Gereformeerde Kerken heeft in de vandaag gehouden vergadering ds F. van den Bos, tot voor kort predikant van de vrijgemaakte ge reformeerde kerk te Goes, beroepbaar verklaard in de Gereformeerde Kerken. Ds. Van den Bos stelt zich terstond beroepbaar. De predikant heeft zich herenigd met de Gereformeerde ker ken. Ds. Van den Bos was het niet eens met de inhoud van een brief, die de vrijgemaakte kerkeraad had ge zonden aan de gereformeerde kerk te Goes, welke had verzocht om een samen- spreking. De kerkeraad van de vrijge maakte gereformeerde kerk schreef dat de tijd voor samenspreking nog niet was gekomen. Ds. Van den Bos deelde ech ter dit standpunt niet. A. Klein Haneveld sr. overleden Door een verkeersongeluk is zaterdag jl. te Musselkanaal de heer A. Klein Haneveld St om het leven gekomen. De heer Klein Haneveld was een v vooraanstaande leidende broeders kringen van de vrijstaande Vergade ringen van Gelovigen, de zogenaamde „Open broeders", evens was hij in het Noorden van het land een beende figuur in onderwijskringen. De heer Klein Haneveld werd in 1886 geboren. In 1910 besloot hij zich geheel te geven aan het christelijk onderwijs. Vanaf 1922 was hij hoofd van de Christ. Nat. School te Musselkanaal. Van zijn hand verscheen o.a. een re kenmethode voor het l.o. Ook over bijbelse onderwerpen heeft hij een aan tal geschriftjes uitgegeven o.a. „De toe komst der volkeren der aarde" en „Wat zal er van de staat Israel worden?" De begrafenis zal donderdag 24 dec. i.s. plaats vinden Maagklachten? CHEFAROX lug op de maagwand Volgens een mededeling van de Stichting Steunt Kerkbouw (S.S.K.) heeft de „Grote Sprong- actie" tot nu toe een bedrag van 1.463.292,89 opgeleverd. Dit be drag werd bijeengebracht door 781 kerken. Ongeveer 23 kerken deden niet mee met de Grote Sprong-actie omdat zij of voor zichzelf collecteerden of een collecte voor de bouw van een spe ciale kerk reeds hadden toegezegd. Aan giften kwam binnen 275.125,80 en aan collecten 1.188.167,09. Deze verhouding is merkwaardig omdat de hervormde actie juist het omgekeerde beeld te zien gaf. Daar werd het grootste bedrag bijeengebracht door de persoonlijke giften terwijl de ge meenten slechts 38% bijeengekre gen door de bezoekersactie af droegen. Reeds spoedig bleek dat de inzameling de raming van 1 miljoen gulden vrij aanzienlijk te boven zou gaan. Thans Boid* reizigers aten een alleszins sobere r doch ook op dit terrein kwam bet verschil tussen hun nationaliteiten duidelijk tot uiting. De Saraceen namelijk spreidde een opmerkelijke matigheid ten toon. Alles wat hij tot zich nam was een handvol dadels en een homp grof brood, waarna hij zijn ka rig maai voltooide door bij de bron een paar teugen water te drinken. Dc mondvoorraad van dc Christen getuigde evenmin van rijkdom of gulzigheid, doch wees niettemin op een grotere en meer verfijnde eetlust De voornaamste bestanddelen van zijn maal tijd bestonden uit een stuk gedroogd varkensvlees (wat onmiddellijk de afkeer van zijn gezel opwekte) en een paar slokken uit een lederen veldfles, waar van dc Inhoud blijkbaar smakelijker was dan water. Bovendien besteedde de Christen aan het stillen van zijn honger meer tijd dan strikt noodzakelijk was. en het feit dat hij uit een louter lichamelijke bezig heid enig genoegen scheen te putten was voldoende om de Mohammedaan met een gevoel van misprij zen te vervullen. De gedachte aan de sterke arm van zijn tegenstander lag deze laatste echter nog te vers ln het geheugen om hem een schampere op merking te laten maken cn daarom beperkte hij er zich toe voorzichtig te zeggen: Moedige volgeling van de Nazarcner, vindt gij het Dassend dat iemand die vecht als een man zich antwoordde de Christen niet zonder een spoor van spot. ik kan u slechts zeggen dat ik niets anders doe dan gebruikmaken van de vrijheid die mijn godsdienst mij schenkt. De Joden weigeren dit vlees te eten omdat ze zich blijven onderwerpen aan de oude wetten van Mozes, doch wij hebben een nieuwe leer die meer in overeen stemming is met de waarheid. Ik heb alle redenen om daar dankbaar om te sljn Als om zijn gezel tot een dispuut uit te lokken prevelde hij een kort Latijns dankgebed en hief dan SIR WALTER SCOTT j nogmaals de veldfles n lange teug uit tc Dat maakt waarschijnlijk ook deel uit van uw vrijheid? vroeg de Saraceen enigszins bitter. Niet alleen eet u als een dier, maar u verlaagt u er zelfs toe dingen te drinken waar dieren het hoofd voor afwenden. Pas op, dwaze Saraceen, hernam de Christen, die niet om een woord verlegen scheen, want u lastert God als u zo spreekt God immers beeft ons het druivensap geschonken om ons te verkwikken als wij vermoeid zijn, ons op te beuren als wij ons treurig voelen en ons te verfrissen als de zon ons ziek maakt Wie deze lekkere gave Gods met mate weet te gebruiken kan er slechts voordeel uit trek ken. Natuurlijk weet ik dat sommigen er misbruik van maken doch op de keper beschouwd stellen deze zich niet dwazer aan dan zij die weigeren er ooit dc mond aan te zetten. De blik van de Saraceen werd dreigend en onwil lekeurig zocht zijn hand het gevest van zijn dolk. Eén blik op de grote gestalte van de noorderling was echter voldoende om hem opnieuw tot rede te brengen en op een meer verzoenende toon zei hij: Uw woorden, Nazarener, zouden mijn toorn op roepen als uw onwetendheid mij niet veeleer tot ma delijden stemde. Uw ogen zijn even gesluierd als die van de blinde die bij de poort van de moskee een aalmoes vraagt en in uw overmoed vergeet u te zien dat de vrijheid, waar u zich op beroemt, veel beperkter is dan de onze. U onderwerpt zich immers aan een wet die er u toe dwingt uw leven te slijten aan de zijde van slechts één echtgenote, onaf gezien het feit of ze ziek of gezond, vruchtbaar of onvrucht baar, braaf of ondeugend is. Uw vrouw kan u een troost zijn of twist en gekijf aan uw tafel en in uw bed brengen, u kunt van haar niet meer los. Wat is dat anders dan slavernij? Wij daarentegen hebben van de profeet de aartsvaderlijke voorrechten ont vangen van Abraham en de wijze Salomo, waardoor het ons is toegelaten net zoveel schoonheden voor ons uit tc kiezen als wij zelf goedvinden. Bij de naam van Hem die ik in de hemel het meest aanbid en bij de naam van haar die ik op aarde het meest liefheb, onderbrak de ridder van de Slapende Luipaard hem heftig, roep ik u toe dat u de verblindheid in persoon zijt. Kijk, ongelovige, aan een van uw vingers draagt gij een diamanten zegelring.. Ik neem aan dat hij in uw ogen een on schatbare waarde vertegenwoordigt? Balsora en Bagdad hebben nooit een zo waar devolle steen bezeten, antwoordde de Muzelman, maar ik zie niet in wat dit met ons gesprek te ma ken heeft. Voor zover ik kan nagaan. Luister, hernam de Christen zonder zijn rivaal te laten uitspreken, en beantwoord mijn vraag. Als ik de steen aan uw vinger met mijn strijdbijl zou klieven, zodat hij in twintig schilfers in het zand zou vallen, zouden al die stukken samen dan nog dezelfde waarde hebben als de éne steen in zijn ge heel? Dat is een kinderlijke vraag, antwoordde de Saraceen zonder nadenken, de twintig stukken zou den niet eens één honderdste opbrengen van de prijs die ik nu voor de ring kan krijgen. Maar waar wilt (Wordt vervolgd) den. De S.S.K. hoopt dat nog dit jaar de anderhalf miljoen overschreden zal worden. Zij heeft daarom een beroep gedaan op particulieren, het bedrijfs leven en de zakenwereld om ook aan de kerkbouw bij te dragen. Ds. J. Beyerman van „Het Groene Kruis" overleden Op 83-jarige leeftijd is gisteren te Epe overleden ds. J Beijerman, emeritus predikant van de Remonstrantse Broe derschap en oud-secretaris van het hoofd bestuur van de Nederlandse Vereniging „Het Groene Kruis". Ds. Beijerman werd op 20 augustus 187P te Leiden geboren. Hij studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit te Leiden en het Re monstrants Seminarium te Leiden. In 1903 werd hij proponent en op 24 juli 1904 werd hij te Meppel in het predik ambt bevestigd: 26 jaar diende ds. Beijerman deze gemeente. In die tijd was hij tevens predikant van de remon strantse gemeente van Hoogeveen. Met ingang van 23 februari 1930 werd hem op zijn verzoek eervol ontslag uit het predikambt verleènd, in verband met zijn benoeming tot secretaris van het hoofdbestuur der Nederlandse Vereni ging „Het Groene Kruis" en directeur van haar Centraal Bureau te Utrecht. Deze taak heeft ds. Beijerman tot 1 sep tember 1942 vervuld. Hij kreeg toen eervol ontslag en vestigde zich te Epe. Ds. Beijerman was officier in de orde van Oranje Nassau. Zijn stoffelijk overschot zal donderdag in Dieren worden gecremeerd. D-. J. Enter sr. nestor vrije-ev. predikanten tachtig jaar Morgen viert de nestor van de vrije- evangelische predikanten in Nederland, ds. J. Enter sr. zijn tachtigste verjaar dag. Ds. Enter is de eerste en tot nu toe de enige predikant die op singuliere gaven tot predikant werd bevestigd. Hij bezat voordien een grote herenmodezaak in Stadskanaal, was hoofdbestuurslid van het toenmalige Nederlands Jongelings Verbond en jarenlang ouderling. In 1927 werd hij in Nieuwvliet Zeeuws-Vlaan- deren in het ambt bevestigd. Na Nieuw vliet diende hij van 1931—1944 Rotter dam-Centrum. Daarna was hij predikant in algemene dienst voor de Binnenlandse Zending van de Bond van Vrije Evan gelische Gemeenten tot aan zijn emerl- Een van de mooiste vrouwenfiguren uit de Bijbel is de Moabi- tische Ruth. Zij heeft beslist geen gemakkelijk leven gehad. Al jong is zij weduwe geworden. Haar schoonmoeder is door hét leven verbitterd en ligt met zichzelf en met God overhoop. „Mara" laat zij zichzelf noemen: „bitter". En toch verlaat Ruth haar eigen volk en trekt met haar schoonmoeder mee naar het vreemde land, omdat zij haar niet in de steek wil laten. Er zijn maar weinig Israëlieten in de Bijbel met zo'n verheven karakter als deze heidense vrouw. Ook zij staat vermeld in het geslachtsregister van de Heiland. Maar niet omdat zij zoveel verantwoordelijkheidsbesef toon de en ook niet omdat zij een prachtig karakter had. De Bijbel zegt dat al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed. Dat geldt ook voor de gerechtigheden van Ruth. Ruth wordt aangenomen, niet omdat zij goed is, maar omdat zij zich geheel en al aan God's genade toevertrouwt. „Uw God is mijn God", zegt zij. Haar huwelijk heeft haar binnen Gods Verbond en onder Zijn zegen gebracht. En zij wil God ook werkelijk God laten zijn. Zij eist zich niets op, zij aanvaardt wat God haar wil geven. Doen wij dat ook? DE WEG VAN HET RECHT T)E nota die de Nederlandse rege- ring gericht heeft aan de Indo nesische doet duidelijk uitkomen, dat Nederland niet de minste reden ziet om zich neer te leggen bij de door de Indonesiërs verrichte nationalisa tie van Nederlands goed. De nationalisatie zelf is een zaak van Indonesië. Wanneer men daar be slist tot nationalisatie van buiten landse bezittingen wenst over te gaan, dan moet men dat daar zelf weten. Iets anders is, of het verstandig moet heten. Want nationalisatie zal nau welijks in staat zijn om het vertrou wen van het buitenland in Indonesië te versterken; het ligt integendeel in de verwachting, dat het vertrouwen zal worden ondermijnd. Hetgeen vandaag de Nederlandse ondernemin gen in Indonesië ervaren, kan mor gen het geval zijn met andere bui tenlandse. Wat echter géén Indonesische aan gelegenheid is, is een nationalisatie waaraan in het geheel geen schade vergoeding verbonden is. Op zulk een schadeloosstelling heeft ieder recht, of hij nu Nederlander is of wat ook, aan wie eigendommen ontno men worden. Het ontmoedigende is nu, dat Indo nesië zich wel actief heeft betoond in het tot zich trekken van anderer goed, maar steeds weer „niet thuis" heeft gegeven, wanneer het erop aan kwam, dat nu ook de rekening zou worden opgemaakt. Nederland heeft thans aan Indonesië voorgesteld, de zaak voor te leggen aan de internationale rechter. Een voor de hand liggend voorstel, waar tegen moeilijk bedenkingen kunnen worden ingebracht. Tenzij men het gevoel heeft, bedenkelijk zwak te staan. In dat geval durft men een gang naar de rechter niet aan. Wij hebben weinig verwachting, dat Indonesië aan het Nederlandse voor stel gehoor zal geven. Is dan deze nota nutteloos geweest? Zeker niet. Want met haar nota heeft de Neder landse regering, ook ten overstaan van de wereld, niet in het onzekere gelaten, dat zij wil gaan de weg van het recht. Wie deze weg niet zou durven, tekent daarmede zichzelf. HET VERSCHONINGSRECHT jQE maatschappelijk werksters heb ben er geen gras over laten groeien. Nauwelijks heeft vorige week het Amsterdamse gerechtshof het recht van een maatschappelijk werkster betwist om te weigeren in een rechtsgeding als getuige te wor den gehoord, of in de kring van deze dames heeft men de hoofden al hij elkaar gestoken. Het resultaat van de besprekingen baart geen verwondering: het maat schappelijk werk maakt het noodza kelijk, dat er een verschoningsrecht is, ingeval men als getuige wordt op geroepen. Wat men als maatschap pelijk werkster weet, behoort men vóór zich te kunnen houden, óók te genover de rechter. Anders wordt het vertrouwen van de mensen met wie de maatschappelijk werkster van doen pleegt te hebben, ondergraven. We hebben dezer dagen al in het kort gezegd, hoe ten onzent de rege ling van het verschoningsrecht is. Er is een algemene bepaling, die een be roep op de mogelijkheid van ver schoning behelst, maar de rechter heeft uit te maken, in welke geval len deze algemene bepaling toepas selijk is. Blijkens de uitspraak van het Amsterdamse gerechtshof is de rechter nog niet geneigd tot deze ge vallen ook te rekenen de beroeps uitoefening van de maatschappe lijk werkster. Er is reden om de ontwikkeling rondom het verschoningsrecht met belangstelling en aandacht te volgen. Zoals wij reeds schreven: het aantal ambten en beroepen neemt toe, waarin het verschoningsrecht voor de hand liggend lijkt. Aan de andere kant is het noodzakelijk, dat de rechtspleging zo ongerept mogelijk voortgang kan vindenwanneer straks steeds méér burgers zich uit hoofde van hun ambt of be roep op een verschoningsrecht kun nen beroepen, wordt het er met de rechtstoepassing ook niet gemakke lijker op. Daarom is het begrijpelijk, dat de rechter hier enige terughoudendheid betrachten wil. Anderzijds ligt het voor de hand, dat bekleders van ambten en beroepen, voor wie dit geboden lijkt, wensen te arbeiden on der omstandigheden die aan ver trouwensrelaties alle kansen geven. Het vraagstuk is dus wel actueel. EEN ACTIEVE MIDDENSTAND UET is de eigen aard van de mid denstand, dat hij binnen het ge heel van een volk een eigen en zelf standige plaats inneemt. De middenstander is iemand, die graag zoveel mogelijk op eigen be nen staat. Hij is de man van het eigen initiatief, van het eigen risico ook, en hij weet, dat hij zijn positie alleen kan handhaven door, met open oog en desnoods met een ze#kere mate van strijdbaarheid, zichzelf te zijn en te blijven. Volharding en vindingrijkheid komen hem daarbij van pas. Een midden stander is, ook in een bescheiden on derneming, eigen baas, en daarop gaat hij trots. Het is die eigenheid, waarvan de re gering ook kennelijk uitgaat in de nota over de middenstand, die zij vandaag aan de volksvertegenwoor diging heeft doen toekomen en waar van men elders in dit blad een sa menvatting vindt. Zeker, de overheid zal ook ten aan zien van de middenstand niet steeds afzijdig kunnen blijven. Want ook de middenstand moet tenslotte zijn kan sen krijgen. Er moet als het ware ook voor de middenstand een zeker klimaat aanwezig zijn, waarin hij als middenstand tieren en zich ontwik kelen kan of op zijn minst maar zijn bestaan bestendigen. Maar dan is het vervolgens aan de middenstand zelf, om de kansen te benutten, om met vindingrijkheid op zoek te gaan naar mogelijkheden, kortom: om zelfwerkzaam te zijn. Wij achten het een goed ding, dat de nota van de regering jnist ook in deze aspecten wezenskenmerken van de middenstand ziet. Geen kwestie van aanleunen tegen de overheid. Geen gedragen worden door rege ringssteun. Maar wèl de noodzaak van een billijk klimaat. Een klimaat dat het aan de middenstand mogelijk maakt om tegen niet al te onredelij ke problemen opgewassen te zijn. Tot dat klimaat behoort een behoor lijk onderwijs. Tot dat klimaat be hoort ook een financiële economie, die langs dc weg van bezitsvorming voor de middenstand ruimte schept om zijn plaats naast het grote bedrijf te behouden. Wij willen graag gerekend worden tot diegenen, die een gezonde mid denstand beschouwen als een brok van kracht in het leven van een volk. Het is niet best, wanneer de middenstand taant. Moge hij onder ons de plaats behouden die er een is in ons aller volksbelang. Lijst 9 van de 81e Uniecollecte bevatte de volgende bedragen: Hemmen 43,20, Oosterbeek 483,41, Zetten 374,25, Blauwkapel 82,46, Doorn 383.31, Polsbroek 376,75, Andijk 596.49, Nederhorst den Berg 335,25, Dordrecht 2489,68, Dubbeldam (NoordeL gedeelte) 668,61, Gorinchem 1367,20, Haastrecht 250,50. Heerjansdam 686,50, H.I. Ambacht 401.25, Katwijk a. d. Rijn 310. Leerbroek 441,85, Lekkerkerk 651,25, Rotterdam- (O'id Rotterdam) 2766,33, Tinte bij Briel- le 324,91, Voorschoten 431,24, Zwijndrecht- Grote Lindt 447,50, Nieuwdorp 112,04, O. en W Souburg 784,80, Andel 715.25 Drim- melen 150, totaal van 225 locale comité's 144.972,51 (vorig jaar: 127.799,50. taat enkelè Jaren geleden. Na het over lijden van ds. Lindhout diende hij de bond e engroot aantal jaren als voor zitter. Ds. Enter is ridder in de orde van Oranje-Nassau.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2