Honderd jaar geleden: Experiment in mijn flatwoning K inclerw,, ei sjes, bo.,m bons en portatieve kamers DOK TER HEEFT HET DEZE DAGEN RAZEND DRUK „Ik heet werkelijk Kapoentje Sinterklaas- bijlage 2 SINTER KLAASBIJLAGE 1959 TT'R BESTAAT, durtkt me, geen mens die met de stijging der jaren zo mon- ter blijft als de wit-bebaarde bisschop van Myra. De vlucht der tijd schijnt ongemerkt aan hem voorbij te gaan. Ieder jaar is hij daar weer, rijdend over de daken en ieder jaar is hij even vitaal, is zijn golvende baard even smetteloos wit en is zijn hand even gul als het voorgaande jaar. De dokter beeft zo om streeks de Sinterklaas handen vol werk. In dc operatiekamer liggen links en rechts wat armen en benen, een hoofd zonder ogen en een losse pruik En de bel rinkelt voortdu rend. Steeds weer dames met nieuwe patiënten. „Be kijkt u dat linkeroog eens even, 't zit vast". De rus tige, deskundige handen gaan langs het ooglid, du wen er eens op. „Dat oog Is verzakt, 7,0 van buiten af niet bij te komen", zegt dan J. L. G. Spruit, pop pendokter. Zo'n ogenblikje rondneu zen in de ..operatiekamer" van een poppendokter leert je wel, dat het nu ook niet allee fonkelnieuw is, wat de Sint aan cadeaus uit Spanje pleegt mee te brengen. Want het aantal poppen dat met de vreemdste ver wondingen naar de „dok ter" gaat om te worden op gelapt, is enorm. Al be weert de heer Spruit dan ook dat het in vroegere ja- rens ééns zo druk kon zijn. Dat was in de dagen, dat alle poppen nog werden ge maakt van celluloid en pa- pier-maché. Deze stoffen worden de Hier en daar sen. „Laten ze het honderd keer doen, vaker in geen geval". slingei t een Nieuwe kuif armpje laatste tijd echter verdron gen door moderner materi aal, buigzaam en daardoor minder breekbaar. „Zo nieuw, in de doos, lijkt het heel wat en het zal wel even duren voordat men tot de ontdekking komt, met deze poppen bedrogen te zijn", zegt dokter Spruit, die ervan overtuigd is dat er niets gaat boven de tra ditionele pop van celluloid of papier-maché. Trouwens, hij heeft het op moderne poppen hele maal niet begrepen. „Speel goed moet kinderlijk zijn! Kijk hem daar, beslist een paar generaties oud. Een sprekend gezicht en een af werking zoals je tegen woordig nergens meer ziet. Moderne poppen hebben te veel show, hebben rode na gels, zijn kleine manne quins. Dat moderne spul komt uit Italië en ook uit Ame rika, waar zelfs poppen be staan die drinken en pias- Nee, enthousiast over al le moderne snufjes op zijn terrein is de heer Spruit zeker niet. Hij houdt bet op zijn celluloid patiënten. Voor hem op tafel staat een potje met een cellu- loid-oplossing, waarmee nieuwe stukken romp aan dc gehavende poppen wor den bevestigd. Op planken tegen de muur zitten herstelde patiënten, met een nieuwe kuif, een gerepareerd piep-apparaat in de buik, of een nauwe lijks zichtbaar litteken op het voorhoofd. Een pop, die een groot deel van haar schedel miste, kreeg het schedelstuk van een oud exemplaar en ziet er weer kerngezond uit. Er mag dan minder werk aan de winkel zijn dan in het grijze verleden, In ieder geval is het toch beslist niet zo dat de bejaarde bis schop van Myra poppen dokter J. L. G. Spruit als een van zijn belangrijke medewerkers heeft laten vallen! En zr moet dat al honderden jaren zijn gegaan. Het onuitputtelijk kapitaal van Sint-Nicolaas is gebruikt om onze opa's en oma's, onze overgroot- en betover grootouders een verrukkelijk kinderfeest te bezorgen. Je denkt daar zo niet bij door. Sinter klaas' verjaardag is een kinderfeest, waarin het hele gezin volop wordt be trokken. Geen haar op je hoofd die denkt aan die groot-, overgroot- en betover grootouders, die vroeger, gis kinderen, dezelfde versjes in de schoorsteenopening hebben gezongen. Maar ze hebben het gedaan! Ik heb eens wat gebladerd in kranten van hon derd jaar geleden. Kleine blaadjes met wat nieuws en veel familie-advertenties. Vooral advertenties waren in die tijd niet erg indrukwekkend, maar toch kwam er ook toen al tegen de vijfde december een verandering in de toon, waarin men ze placht te maken. En zelfs presteèrde een enkeling het zijn advertentie enkele malen te herhalen. En het giing net als nu over van alles. Over versjes, voordelige boterletters en „modern" speelgoed. Men rijmelde ver moedelijk even verwoed als vandaag de dag en Francijntje de Boer bood daarbij de helpende hand. Van haar verscheen een bundeltje gedichtjes voor kinderen 1,30), dat als volgt in een advertentie werd aangekondigd: „Deze kinderweisjes, 200 gemakke lijk van buiten te leren, en uitmun tend door vromen zin en kinderlijke naïviteit, genoten de eer eener Fran- sche vertaling. Aan de uitvoering zün ge ene kosten gespaard". Voor dde dagen was Francijntje de Boers bundeltje een voordelige' aanbie ding. Het is leuk om eens na te gaan wat men zoal voor de gebruikelijke Sinter klaasartikelen durfde te vragen. Een Haagse banketbakker bijv. heeft de eer zijne Begunstigers te berigten, dat bij hem de Bqste Boterletters te bekomen zijn 80 ets, Verder een ruim assortiment van alle vreemde surprises bombons en fijne dessertwerken", (de spelling werd met een korreltje zout genomen). Om even op het terrein der snoeperij IK KEEK VREEMD op toen ik Sinterklaas voorzichtig mijn kamer zag *- binnenkomen. Hij droeg een paar schoenen in zijn hand en was kennelijk op weg naar de schoorsteen. Hum hum", deed ik, want hij had mij, diep weggedoken in de haard- fauteuil, niet opgemerkt. Merkbaar schrok hij. „Exuse me, excusez moi, neem mij niet kwalijk en eh, dinges, hoe heet het „Dis bense lid"?, vroeg ik. „Juist, dat is wat ik zocht", zei hij. „Dat Spaans kan ik nooit onthouden". Ik nam een afwachtende houding aan omdat ik een verklaring verwachtte. Het mag toch alleszins bevreemdend genoemd worden dat iemand, die nou toevallig Sinterklaas is omdat zjjn vader het ook was, tegen het middernachtelijk uur mijn kamer komt binnenvallen met de bedoe ling zijn schoenen bij mijn schoorsteen te zétten. Een daad die weliswaar door mijn aanwezigheid tijdig werd verhinderd, maar dat hier boos opzet in het spel was, daaraan twijfelde ik geen moment. De nieuw binnengekomene bleek echter geenszins van plan een verklaring voor zijn vreemde optreden te geven. Inte gendeel. Hij wierp een blik op de klok en keek mij streng aan. „Wat is dat?", vroeg hij met een zware bas. „Vijf voor twaalf en nog niet naar bed?" „Ja maar Sinterklaas, eh, luistert u eens, ik ben hier In mijn eigen huls en...", wierp Ik tegen. „Niets mee te maken," was het brommende antwoord. „Op deze manier stuur4 u de plannen van mij en al m(jn collega's ln de war. Het spijt me wel, maar u komt op de zwarte IUst." Met stomme verbazing sloeg ik hem gade toen hij zijn hand tussen een aantal gewaden stak en een leitje tevoorschijn haalde. Zo'n ding wat op kleuterscholen gebruikt wordt. Zjjn andere hand ging naar zijn rechter oor, waar hjj een grif fel weggriste. „Uw naam", vroeg hij streng. „Jansen," zei ik verbouwereerd, „Jan Jansen." De Sinterklaas keek mij spottend aan. „Hoor hem," zei hij, „dacht een oude Sint in de maling te nemen. Nee mannetje, daarvoor zit ik te lang in het vak." Het was me niet recht duidelijk waar om hij mij niet geloofde, maar voor ik tegenwerpingen kon maken, herhaalde hij zijn vraag. „Uw naamü" „Nee maar Sinterklaas, dit is toch al te dwaas. Heus, ik heet echt...." Zijn gelaat kreeg een sombere uitdruk king. „Ik wil je nog een kans geven. Nou, vooruit. Voor de derde en laatste maal: je naam." Ik begon er nu een beetje lol in te krijgen. „Johan Sebastiaan Bach," riep ik opgewekt. „Hum," deed hij en maakte een bewe ging of hij ging schrijven. „Jansen zei u hè, met één of met twee essen?" Het proces-verbaal kon ik afkopen door hem iets aan te bieden van het vocht, dat in veel etablissementen tegen schandalig hoge prijzen wordt geschon ken. Bij het derde glaasje kwam hij los. „Het ls een proef," zei hy, wijzend op zijn schoenen die hij inmiddels had neer gezet. „De schoorstenen in deze nieuwe flats lopen zo eigenaardig en nu is Piet op het dak om te kijken of hij uw schoor steen kan vinden. Ik zou myn schoenen hier neerzetten, als herkenningsteken. Hy schonk zich nog eens in. Eerlijk gezegd had ik nooit geweten dat de familie Klaas dronk. Maar och, dacht ik, zo'n enkel glaasje. Elke avond op die koude daken is ook niet alles. „Weet u wat u doet," verbrak hij plot seling de stilte. „Zet u een paar schoenen bij de schoorsteen, dan ga ik Piet een handje helpen. Die jongen heeft het toch al moeilijk op die daken, met al dre tele- visiemasten." Nadat hij zijn schoenen had aangetrok ken zei hij dat hij maar weer eens op stapte. Toen ik hem uitliet kreeg Ik even een akelig idee. Deze man had zo weinig van de echte kindervriend, hoewel zijn kleding toch wel geleek op die van Sin terklaas. „Hoe is uw achternaam eigenlijk," vroeg ik achterdochtig bij de voordeur. Hij lachte schamper. „Woii je mij d'er tussen nemen jongen. Dan moet je vroe ger opstaan. Ik heet heus Kapoentje. Enne, wat ik nog zeggen wou: doe wat hooi in je schoenen hè, voor de schim mel. Dat beestje lust ook wel eens wat." Bij dit laatste lachte hij op een eigenaar dige manier. Toch was mijn twijfel weg genomen en wij namen afscheid met een hartelijke handdruk. Maar teruggekomen in de kamer miste ik de fles waaruit de eerder genoemde kleine glaasjes geschonken werden en die nog zeker voor de helft gevuld was geweest. Ik rende naar de voordeur, de straat op, maar mijn Sinterklaas was al in het nachtelijk duister verdwenen. En in de verte hoorde ik een onzekere stem, die zong: „Zie de manen schijnen door de bomen". te blijven: „H. B. Gortz, Confiseur, heeft de eer te berigten, dat hij ruim voorzien is van de fraaiste St. Nicolaas-Artikelen, als suikerwerk, chocolaad. letterbanket enz.; reeds van nu af Ln zijn Salon veel hebbende geëxponeerd, hoopt hij met tal rijke bezoeken van het .geëerd Publiek vereerd te worden". Men streefde, zoals gezegd, ook honderd jaar geleden naar „modern" speelgoed. Dit blijkt wel uit deze honderd jaar oude advertentie: „Ontvangen voor de Sint Nicolaas alle soorten van Fransch, Engelsch en Duitsch Speelgoed, welke goederen alle zeer elegant en solide bewerkt zyn, en onder alle deze goederen zijn vooral aan te bevelen de nieuwe En- gelsche Kubiek Bouwdoozen; het Acrobaten-Theater; Portatieve Ka mers. Tooverlantaarns; Kookkagchels; Epouletten; Ransels, Geweren, Pa- troontasschen" Wat een Spoetnik of een- raket voor de huidige jeugd is, was blijkbaar een speel goedgeweer met daarbij behorende sol- datenuitrusting voor onze overgrootvader. En de artikelen kwamen reeds uit het buitenland. In een advertentie las ik over „een exquise sortering Schotsche artike len". Je krijgt zo al bladerend het idee dat ook honderd jaar geleden al sprake was van die verwenste „praktische ca deaus". Want naast stereoscopen en poë ziealbums ziet men flinke advertenties over kinderkleding, dameswerkmandjes en knoopdoosjes. En ten slotte, honderd jaar geleden kende men ook die mensen, die het heer lijk avondje op straat plachten te vieren. Die lieden werden dan opgevangen door zaken als Café Peeterse, dat „ten gevolge van Sint-Nicolaas" een soirée gaf, „mo- nocale et chantante". Dat laatste doet me denken aan een an dere advertentie, waarin nu werkelijk geen woord Nederlands staat: „Papetérie au coin du Buitenhof recu un bel assortiment d'articles pour: Cadeau de St. Nicolas. Papé- teries. livres de Pocsie, crayons et couleurs etc." (Onnodig te vermelden dat deze „papéterie" in Den Haag te vindén was Nieuwe Leidsche Crt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18