CRRISTFLIJK Grote verwijdering tussen chr. school en gezin Uitschakelen van energie kan hard nodig zijn Belangstelling voor het chr. onderwijs neemt af ONDERWIJS Vrije-evangelische zending naar Zuidwest-Afrika Buiten waait Een woord voor vandaag Kanttekening Regering moet helpen in rampsituatie Overpeinzingen van ds. H. J. Diekerhof HALF augustus j.l. is geduren de meer dan een huif etmaal een groot gedeelte van New York verstoken geweest van elektriciteit. De ontwrichting had dermate ontstellende gevol gen, dat burgemeester Wagner binnen een uur de noodtoestand afkondigde. In Reveillehet blad voor onze strijdkrachten, bor duurt ds. H. J. Diekerhof op de berichten over de gebeurtenissen nan die dag en die nacht voort. Hij schrijft o.m. het volgerode: ALS je dit leest en denkt aan de vele andere gevolgen, die het uitvallen van de elektriciteit heeft voor zo'n stad, dan kun je lange gesprekken gaan voeren over de techniek die ons de baas is en over de nadelen van de automatisering. Je kunt constateren, dat alleen voltreffer op de elektrische dat Je kunt ook overwegen, dergelijke vitale bedrijven toch maar beter in handen van de overh.eid kuhnen zijn en niet in handen van enkele particulieren, zoals dat in New York het geval is, die daardoor de macht hebben over het welzijn van miljoenen mensen. In New York is de vraag dan ook al gerezen, of de ze lieden soms meer geïnteres seerd zijn in hun eigen financieel voordeel dan in de belangen van de gemeenschap. Als je dominee bent, kun je van dit geval dankbaar gebruik maken als voorbeeld om dè men sen bij te brengen hoe katastro- faal het is, als je verstoken bent van de energie, die van God uit gaat. Het zou me niets verwon deren als heel wat dominees dit de eerste zondag na 17 augustus in New York gedaan hebben. Zo in de zin van „dat met het uit vallen van Gods energie het licht uit je leven weg is, dat alles dan donker wordt, dat dan alles ver keerd gaat en de zaak tot stil stand konn." Och, als voorbeeld doet dit het hier en daar misschien nog wel. Je hebt als dominee nu eenmaal hulpmiddelen nodig om duidelijk te maken wat er van God uit gaat. Je kunt Christus de kracht bron noemen, die de energie le vert. Ook voordelen MAAR toen ik over de gevolgen van dit uitvallen van de elek trische stroom in New York las, ontdekte ik dat het toch niet hele maal opgaat deze vergelijking, dit voorbeeld. Er waren niet alleen nadelen, er waren ook voordelen. Toen de duisternis inviel, reed de politie-commissaris Kennedy langs alle politie-bureaus om de politiemannen daar op het hart te drukken, dat ze nu uiterst waak zaam moesten zijn. Honderden po- litie-auto's en duizend recher cheurs patrouilleerden langs don kere straten. Maar de volgende dag moest de commissaris Kenne dy constateren, dat er in het duis ter de helft minder misdaden was gepleegd. De mensen hielpen el kaar m het donker. Hans Koningsberger, die over de ze New-Yorkse duisternis schreef, vertelt dat in de donkere straten van New York de gezichten van Ieren, Italianen, Negers, Porto Ri- cijnen, opeens allemaal dezelfde kleur hadden en dat ze zich op eens allemaal burgers van één en dezelfde grote stad voelden in plaats van bewoners van ver schillende wijken. Hij zelf had een heerlijke avond. Met zijn gezin had hij echt een „dinner met candlelight". Daar na reden ze wat rond. Wat moes ten ze anders doen? Er was al- Leen het licht van de maan en van de autolampen en het scheen dat het koeler was. „Alle harde metalen stemmen van radio's en televisieapparaten waren verstomd; er lag een wel dadige stilte over de stad. Nie mand haastte zich. Hier en daar zag men iemand bij een kaars aan zijn raam zitten lezen. Er was niets te kopen er was geen muziek, geen films, geen licht-re- clames; alleen menselijke stern- avond mmmm de stroom af te zetten, het licht uit te doen. Och, niemand denkt daar natuurlijk over en wij we ten natuurlijk allemaal, dat dat onzin zou zijn. Op de duur zou het aantal misdaden wel weer stijgen en men zou op de een of andere wijze wel weer licht maken en lawaai en vertier. Maar ik wou met dit verhaal over New York in de duisternis en in de stilte nu eens wat anders duidelijk ma ken ten aanzien van de energie en het licht van God dan hetgeen zo voor de hand ligt, zoals ik dat hierboven aangaf. Christus vergelijken met de energie en het licht in deze we reld, gaat niet op. Net zo min als het aangaat God als Vader te ver gelijken met een aardse vader. Wat wij wél moesten doen, dat is de energie en het licht van deze wereld met Christus vergelijken. Dan zouden we al heel gauw moeten constateren, dat er met de energie en met het licht in de ze wereld iets niet in orde is, omdat het uitvallen daarvan niet alleen nadelen heeft, maar ook voordelen. Dat wil zeggen, dat de energie, en het licht die wij ter beschikking hebben, die wij van God gekregen hebben en waar voor wij niet dankbaar genoeg kunnen zijn, lang niet altijd op de goede manier gebruikt worden. Vergelijken HET omgaan 1 ken van G< het gebrui- Gods gaven moeten wij leren door deze dingen te ver gelijken met Christus, niet omge keerd. Als we dat doen, dan zul len we hier en daar soms even, maar soms ook radicaal, de ener gie en het licht moeten uitschake len, omdat het gebruik daarvan de toets en de vergelijking met Christus niet kan doorstaan, om dat deze gaven van God daarmee naar beneden gehaald worden, niet beantwoorden aan het doel waarvoor ze gegeven zijn. U kunt dit verhaal natuurlijk ook toepassen op andere dingen die wij gekregen hebben, gekre gen hebben van God, maar houdt u voorlopig alleen maar eens be zig met de energie. Het lijkt me, dat we dan tot de conclusie zul len komen dat er nogal het een i energie hoog nodig „Onzin" Bond van Chr. Muloscholen ondergang bedreigd als de christe lijke school haar functie verliest. Tot deze stelling kwam drs. J. W. van Hulst te Amsterdam, toen hij voor de algemene vergadering van de Bond van Christelijke Muloscholen te Utrecht sprak over „het bevolkingspatroon van onze scholen". In zijn referaat consta teerde de heer Van Hulst, dat er een steeds grotere verwijdering ontstaat tus sen de christelijke school en het gezin. Met dien verstande, dat het „christe lijk levenspatroon", waar de school nog aan vasthoudt, in vele gezinnen steeds minder in tel is. Dit kan zijn conse quenties hebben voor de school en daardoor ook voor de kerk. Het merkwaardige verschijnsel doet zich voor, dat in menige plaats het christelijk lager onderwijs naar verhou ding veel minder leerlingen heeft dan de christelijke muloscholen, kweekscho len e.d. In Amsterdam b.v. tellen de christelijke kweekscholen belangrijk meer leerlingen dan de openbare kweek scholen. terwijl het bij de lagere scho len omgekeerd is. Er zijn dus ouders, die voor het voortgezet onderwijs de christelijke school verkiezen, terwijl zij hun kinderen voor het lager onderwijs naar de openbare school sturen. De oorzaken hiervan zijn niet altijd dui delijk en worden niet voldoende onder zocht. Wij weten te weinig van de structuur der gezinnen, waaruit onze leerlingen voortkomen, zei de heer Van Hulst. Toch zullen wij daar in toene mende mate rekening mee moeten hou den. De schoolorganisaties hebben zeker de taak om een onderzoek naar de structuur der gezinnen in te stellen. Want vanuit de resultaten van dat on derzoek zou men tot een planning moe ten komen, nog vóór de overheid met haar planningen zal beginnen, gelijk deze aangekondigd zijn in het ontwerp- mammoetwet. Zolang dit onderzoek niet gedaan is, meende de heer Ven Hulst op grond van dertigjarige ervaring wel iets te kunnen zeggen over het verband tussen gezin en school. De christelijke school is gesticht om dat in de vorige eeuw ouders, die Jezus Christus als Heer van hun leven er- Onderzoek naar gezinsstructuur dringend nodig (Van I verslaggevers) Kweekschooldirecteur sprak in Zwolle Tijdens de vijfentwintigste toogdag van de Organisatie van Christelijke Onderwijzers en Onderwijzeressen i Overijssel, die vandaag in de Bui tensociëteit te Zwolle is gehouden, heeft de directeur van de Hervorm de Kweekschool te Amsterdam, drs. Benoemd tot onderwijzer aan de Groen van Prinsterer-school te Amstelveen: J. M. v. d. Broek te Amstelveen; aan de V.g.l.o.-school te Staphorst: A. W. van Soeste te Strijen; aan de Da Costa- school te Hilversum: P. R. Lensselink te Eemnes; aan de Sav. Lohman-school te Soest: R. Rijksen te Den Haag; aan de V.g.l.o.-school te Velsen: J. van 't Hoff te Beverwijk; aan de Christ, school te Voorst: G. J. Piek te Nijver- dal; aan de V.g.l.o.-school te Gronin gen: R. J. Weltering te Roden; aan de Derde Eltheto-school te Amsterdam: 'A. W. Burger te Haarlem; aan de Chr. V.g.l.o.-school te Velsen: Corn. Buma Jr. te Nyemirdum; aan de Eben Haë- zer-school te Zwijndrecht; A. Hollemans te Klundert; aan de Willem van Oran- jeschool te Apeldoorn: A. Lips te Am stelveen: aan de Oranjeschool te Zwol le: S. M. Timmers te Apeldoorn. Advertentie Kantflneren met SNELFIX van Ceta-Bever i Hulst, gesproken i Hij noemde deze gang van zaken ver ontrustend. In de grote steden is de afneming van de belangstelling voor dit onderwijs opvallend. De jaren dat 75 procent van de kinderen er een bij zondere school bezocht, liggen al ver achter ons, aldus de heer Van Hulst, die hieraan toevoegde dat het verschil tussen het bijzonder en het openbaar onderwijs steeds minder ernstig wordt genomen. Men kiest eenvoudig de school die het dichtst in de buurt is, die het mooist is, die een plezierig hoofd heeft of een bepaalde gewaardeerde onderwijze res. Spreker stelde vast dat het te genwoordig allemaal zo gemakkelijk gaat. De subsidiemolen draait, de schoolgelden zijn vrijwel afgeschaft, kortom: de spanning is eruit. Er is een neiging het gebed in school te ver geten en zo is er meer dat de veront rusting met de dag doet toenemen. Spreker schetste de opofferingen die men zich tachtig jaren lang heeft moe ten getroosten voor in 1920 de gelijk stelling met het openbaar onderwijs volgde. Hij herinnerde aan de v den van prof. dr. J. Waterink. waarschuwde dat, wanneer het bijzon der onderwijs nog veertig jaren door gaat op de manier als de afgelopen veertig jaren, de historieschrijver zal vermeiden dat het christelijk onder wijs na tachtig jaren strijd heeft ge triomfeerd, maar weer tachtig jaren later stierf aan zijn eigen overwinning. De heer Van Hulst betoogde dat het noodzakelijk is dat het christelijk on derwijs zich bezint op de oorspronke lijke doelstellingen: Het samenspel tus- sen school en gezin. kenden, dit principe ook op de school doorgevoerd wensten te zien. Die ge zinnen beantwoordden aan een christe lijk levenspatroon en de scholen deden dat ook. Onder „c'.iristelijk levenspa troon" verstond de heer Van Hulst de gezindheid, die zoveel mogelijk rekening wenst te houden met het in praktijk brengen van hetgeen de Bijbel in een concrete situatie, maar vooral ook in minder belangrijke dingen van ons eist. Wie leeft volgens een christelijk le venspatroon. zal in zaken als de zon dagsheiliging, lectuurkeuze, ontspan ningsmogelijkheden, lidmaatschap van de vakbeweging e.d. niet onverschillig staan. Tot de bevolking van de christe lijke school behoren in de eerste plaats kinderen uit gezinnen, waar het chris telijk levenspatroon nog in ere is. Geen concessies Echter zijn er ook uit gezinnen van de randbewoners der kerk tal van kinderen op de christelijke school, speciaal dan op de scholen voor voortgezet onderwijs. Nimmer zullen de christelijke scholen terwille van deze leerlingen concessies mogen doen, b.v. door ze desgewenst vrij te stel len van het godsdienstonderwijs. Het gaat er niet om, dat de christelijke scholen de antithesegedachte bevor deren, ofschoon er wel degelijk een an tithese is. Zij moeten uit verantwoor delijkheid voor de leerlingen vasthou den aan de gedachte, die eens leidde tot de stichting van deze scholen. Juist, waar men in veel gezinnen gaat afwijken van het christelijk le venspatroon en onverschillig staat te genover zaken als lidmaatschap van radio-omroep, vakbeweging, zondags- iering, kerkelijk meeleven, keuze van .musement en ontspanning, Er zijn ook ouders, die, ofschoon meelevende met de kerk, welbewust hun kinderen naar de openbare school sturen. Zij laden daarmee een zware verantwoordelijkheid op zich. Want al zijn de voornemens goed om zelf voor de godsdienstige opvoeding der kinderen te zorgen, in de praktijk komt daar niet veel van terecht. Het is de chris telijke school, die aanvullend werken kan. Prof. Van der Leeuw heeft indertijd verklaard, dat hij de bijzondere lagere school normaal achtte voor de kinde ren van ons volk, omdat zij daar da gelijks met de Bijbel omgaan. Dit is ook de belangrijkste functie van de christe lijke school, dat zij de kinderen de bij bel leert kennen, niet alleen i Met die bijbelse feitenkennis gaat het bij ons volk zienderogen achteruit. Bij het christelijk levenspatroon be hoort de bijbelkennis. Ontbreekt zij, dan komt de kerk in Iwar prediking machteloos te staan. Voor veel kerk gangers zijn Abraham, Mozes en Elia al figuren uit het panopticum gewor den. Er gaan steeds bijbelboeken dicht omdat het kenniselement in de kerk ontbreekt. De kleine profeten raken al meer in de onbekendheid. Zo verschraalt de theologische bezinning op de kansel. En dit bedreigt de kerk op de duur met ondergang. Alleen reeds daarom heeft de christelijke school voluit bestaansrecht. Dirigisme Op de algemene D0 voorts de voorzitter van de Bond, dr. H. J. Langman te Amsterdam en de heer Joh. Tigchelaar te 's-Gravenhage, voorzitter van de Vereniging voor Mulo, een tweegesprek gehouden over de z.g. mammoetwet. Zij i het dat dit onderwerp een uiting dirigisme is. een produkt van de stu deerkamer dat ingrijpt in hetgeen orga nisch is gegroeid. De mulo, een gezon de en bloeiende instelling, uit het le ven opgegroeid, wordt als de wet wordt aangenomen vervangen door een fantastisch maaksel van ambtena ren, waarvan de levensvatbaarheid al lerminst vaststaat. Ter vergadering nam men afscheid an mr. L. Stadig te Amersfoort, die vele jaren deel uitmaakte van het be stuur. In zijn plaats werd gekozen ds. Rijnsburger, legerpredikant te Amersfoort. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te 's Heer-Arendskerke: M. van den Bosch te Nigtevegt, Utrecht; te Zoetermeer; P. J. F. Lamens te Ka mer ik. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Tweetal te Krabbendijke: M. Blok te Rijssen en Chr. van Dam te Rotterdam. Beroepen te AlmeloEnter en te Oostkapelle: A. Elshout te Utrecht. Bedankt voor Slikkerveer: M. Heer schap te Borssele. Advertentie Lusteloos? Lidmaatschap Zendingsraad gehandhaafd OP de zendingsconferentie van de Vrije Evangelische Ge meenten die in de afgelopen dagen werd gehouden in Nijverdal is besloten om het arbeidsveld te verplaatsen naar Zuidwest-Afrika. Het werk zal daar geschieden in samenwerking met de Rheinische Mission. 25 JEANNA OTERDAHE- Tijd en omgeving hadden voor haar niet veel te betekenen. Alles was nog nieuw en vol wonderen. Zij zou altijd 'en overal blij zijn. Zij zou altijd on eindig veel te vragen hebben haar vrolijk ge babbel zou niet ophouden, zelfs niet i .geving. zonloze i levenskracht, „j dat kind aanwezig 1 Marit wordt mijn hulp, dacht zij. wordt mijn vreugde. Maar Elin - Ragnhild i inijji „cuRut. zij dacht er even schudde het hoofd, zonder antwoord te kun nen vinden wat wordt Elin? Zij keek weer naar het ernstige figuurtje, dat bij het hek was aangekomen, aah Karl's hand. - Ik geloof, dat zij mijn geweten wordt, ant woordde zij zich zelf. Maar wat beduidt dit alles eigenlijk: zij zijn toch niet terwille van mij op de wereld gekomen! En zij nam Ragnhild bij de hand en ging de tuin uit, met Marit en Krister dicht achter haar aan. Het groen was' zo glanzend als het in september kan zijn, schoongewassen door de dauw. De herfstbloe men straalden, .de lucht was vervuld van sterke geuren, en de spinnewebben in het gras waren vol schitterende druppels." Maar Elisabet keek niet om. Zij had afscheid genomen, en nu kwam het er maar op aan rechtuit te kijken naar wat ging ko- men. In de loop van de komende week, zodra zij het dagelijkse leven in de nieuwe woning op gang had gebracht, zou zij beginnen fijne herenwas te leren strijken en glanzen bij een wasvrouw, die niet ver van Charlottendaal woonde. Zij stelde zich voor een maand lang les te nemen om de kunst heel goed te leren. Dan moest zij zien of zij klan ten kon krijgen. Zij begreep, dat het er in 't be gin maar weinigen zouden zijn. maar als zij be kend werd voor net werk en stiptheid, dan zou zij er langzamerhand wel meer krijgen. Overigens dacht zij uit schoonmaken te gaan, uit wassen ook, als het zo uitkwam, tot zij mogelijk mettertijd thuis volop te doen kreeg. Zij was niet bang om te werken. Twee families hadden haar reeds vast be loofd te mogen komen. Zij kreeg dan vijf kronen per dag en de kost. Van huis te zijn van 's mor gens tot avonds zou wel moeilijk zijn, maar dat moest nu eenmaal. Marit moest maar trachten haar thuis te vervangen. Zij hadden een heel stuk te lopen, door straten waar de kinderen zelden of nooit waren geweest. Ik houd meer van straten met bomen, zei Ragnhild. Waarom zijn er geen bomen in alle stra ten, moeder? En ik houd het meest van huizen met tuintjes er voor, snoezige tuintjes met stam rozen. Maar ik weet dat wij nu geen tuintje heb- Er zijn ook geen bomen schat. Maar vlak bij is een park, daar kunnen jullie spelen. En daar zijn ook bloemen. Dat is goed, vond Ragnhild, altijd vergenoegd. Maar toen zij de grote poort van het huis aan de Alströmerstraat doorliepen en de grote binnen hof overstaken en toen een der kleine ingangen binnen gingen, pakte zij moeders hand toch vaster beet en keek met verbaasde ogen om zich heen. Dit was erg vreemd, benauwd en klein. Elin keerde zich om, zij liep nog steeds vooruit, met haar hand In die van Karl. Is het hier, moeder? Haar stem klonk dof van tranen en erg verbaasd. Ret was of zij toch niet kón geloven dat zij hier zouden blijven. Elisabet antwoordde niet. Het was of alles plot seling zo véél erger was dan zij had gedacht. Maar Marit. die tot dusver achteraan had gelopen sa men met Krister, rende allen haastig voorbij, liep de tran od en deed de sleutel in het slot; de sleu tel had zij in haar zak gehouden, nadat zij daar voor 't laatst met moeder was geweest. Hier is hét, riep zij, zodra zij de deur had geopend. Kijk eens hoe gezellig moeder en ik het in orde hebben gemaaktl God zegene je, kind, dacht Elisabet. Zij had even de tijd gehad om zichzelf meester te worden. Welkom, kinderen, zeide zij, toen allen in de keuken waren. Ja, hier is het, waar wij zullen wo nen. En ik denk dat vader ook hier bij ons zal zijn, als wij zijn zoals we moeten zijn. Elin en Ragnhild keken verbaasd in het rond. Maar toen ontdekten zij bekende voorwerpen en hun gezichten helderden op. Marit nam beiden bij de hand wie zou kun nen denken dat Elin en zij maar anderhalf jaar .scheelden. Hier is de keuken, zoals je ziet, en hier is de kamer. Daar zijn de poppenmeubels, riep Ragnhild uit. En de naaimachine en de boekenkast! Zij liep rond en raakte alles aan, om zich te ver gewissen dat alles echt was. Elin was voor de aquarel van juffrouw Kempendaal blijven staan, die boven de boekenkast hing tussen de beide ramen want zo groot was de .kamer juist als thuis. Elisabet trok haar mantel uit en zette haar hoed af. het ontbijt zorgen. Kom, Nu gaan wij help Marit, Elin! De jongens hadden hun pakken en manden achter de keukendeur neergelegd, en na een vluchtige blik in het rond, waren zij de'trappen afgehold na een kort vaarwel. Niemand vroeg hun om te blijven, en zij zouden er ook geen lust toe hebben gehad, Naar huis wilden zij niet. De kamer naast de stal was voor hen niet meer echt thuis, nu de Eriks- sons weg waren, en zij het gestamp van 't' paard je Maja met meer zouden horen, alvorens in te slapen. Het was of de wereld ook voor hen nieuw en vreemd was geworden, alhoewel zelfs Krister hier niet over sprak. Sundberg had gezegd, dat hij voorlopig zowel An- tonsson als de beide jongens in zijn dienst zou hou den en dat Karl en Krister de kamer naast de stal als woonvertrek mochten behouden en Antons- ;on eveneens. Zij waren dus voorlopig geborgen, 't Volgend jaar zij werden beiden twintig in 't vroege voorjaar moesten zij onder dienst, en daarna wisten zij niet hóe het zou gaan. Het had geen zin er op te rekenen, dat Sundberg hen dan wéér terug zou nemen. Zo de baas in leven was gebleven, dan was het heel wat anders geweest (.Wordt vervolgd) Tot nu toe hebben de vrije-evangelischen altijd gewerkt in Samosir onder de Batakkers. In de afgelopen jaren was een vooral sterk medisch zendings werk ontstaan. De beide zendings predikanten ds, Vink en Flier werken daar nog, maar het medische zendings werk is geheel ten einde, Dit jaar zijn twee verpleegsters teruggekeerd en ook de zendingsarts, de heer Scheur kogel zal binnenkort naar Nederland terugkeren. Het voorstel van het dagelijks bestuur om in Zuidwest-Afrika te gaan werken werd met algemene stemmen aan genomen. Dit houdt in dat dé beide verpleegsters, die van Samosir terug keerden, indien zij dit willen, nog volgend jaar naar hun nieuwe zen- dingsveld kunnen vertrekken. Of ook dokter Scheurkogel na een periode van verlof naar dit nieuwe zendingsveld zal gaan is nog niet zeker, omdat met hem nog geen overleg kon worden gepleegd. Het werk van de zending van de Vrije Evangelische Gemeente is altijd nauw verbonden geweest met de Rheinische Mission. Want toen in 1926 het dingswerk van de gemeenten van sterdam, Dordrecht en Nijverdal werd gecoördineerd, begon ook een tijd van samenwerking met dit zendingsgenoot schap. __Later heeft de Vrije-evangeli- Tevens werd nog uitvoerig gesproken over de verhouding van de Wereldraad van Kerken en de Internationale Zen dingsraad. De Vrije Evangelische Ge meenten, die evenals de Gereformeer de Kerken geen lid zijn van de Wereld raad. maar wel aangesloten zijn bij de Ned. Zendingsraad hebben een beslis- dje in de jjjn van rde beslissing ligt. Zij de gerefor hebben besloten lid te blijvl Ned. Zendingsraad en hem te ad viseren om niet te breken met de In ternationale Zendingsraad maar om lid te worden met beperkte verantwoorde lijkheid, als straks de integratie Int. Zendingsraad en Wereldraad een feit wordt. De politie van Ceylon heeft de Boed dhistische priester Mapitigama Buddha- rakhita en twee andere mannen gear resteerd in verband met de moord op premier Bandaranaike. Christus zegt tegen ons: „Gij zijt het zout der aarde." Zo houdt het bederf tegen, het bewaart, en dat is onze opdrat in de wereld. Van zout is maar weinig nodig. Enkele korreltjes maken, eten smakelijk. Een schepje vol zorgt dat de bacteriën Ju slag niet kunnen slaan. Wij spreken veel over voortgaande afval in de wereld, hebben dat genoemd „saeóularisatie"Iemand heeft onl® gezegd: Daarmee beweren wij eigenlijk, dat wij wel góed:ë maar dat de wereld steeds slechter wordt. Christus echter Dat kan niet. Deze verwereldlijking en voortgaande maten lisatie gaat niet buiten Gods kinderen om. Zij immers zijn zout. Ah er bederf is, dan is het omdat zij en als u kind van God bent kunt u met ons schrijven: wij niet o taak als zout der aarde vervullen. Om deze opdracht te vervullen behoeft zout niets bijzondt te doen, alleen maar aanwezig te zijn, alleen maar zout zijn. God vraagt niet dat wij iets bijzonders doen. God plan; ons in deze wereld misschien alleen maar om er te zijn. Mc dat kunnen ivij alleen als we een waarachtig christen zijn een christen is alleen hij, die zich aan Christus heeft otu gegeven en door Christus is aangenomen en tot een iiteuï schepping gemaakt. NOG EENS HET DEFENSIERAPPORT jQE begrotingsstukken van defen sie vermelden voor de landmacht een tekort aan beroepspersoneel van omstreeks twaalf procent, o.a. door het meetellen van adspirant-officie- ren en -onderofficieren met een op leiding van twee a drie jaar. De commissie-Van Voorst tot Voorst echter heeft als werkelijk tekort ge noemd een cijfer van 23 procent, of 5100 man. Bovendien zijn er bij ma rine en luchtmacht grote tekorten, te weten 12,6 en 11 procent, of 1800 en 1100 man. Zoals reeds gemeld, acht de com missie medio 1962 bij land- en lucht macht een verkorting in de dienst tijd van twee maanden mogeljk, mits er per jaar omstreeks 6.000 vrijwilligers bijkomen, of 1900 extra. De commissie acht de huidige sa larissen te laag, vergeleken met de burgersector, waarbij zij een ser geant vergelijkt met een geschoolde metaalarbeider. Deze vergelijking is overigens aanvechtbaar, aange zien een sergeant leiding moet ge ven aan een groep van tien perso nen. De voorgestelde' proeven van nieuwe salarissen laten intussen zien, dat de aanvangssalarissen in de lagere 'onderofficiers- en officiersrangen be. langrijk verhoogd moeten worden. Een pas beginnend luitenant zou dan, in plaats van 366 per maand, 500 moeten krijgen, en een ser geant, in plaats van 265, 328. In deze herziening zit «en gezond element, omdat de strijdkrachten veel personeel van jongere leeftijd nodig hebben. De regering zal moe ten beslissen, of zij deze herzie ning, in vergelijking ook met het burgerpersoneel, verantwoord acht. Wel zijn vorige kabinetten in de be handeling van het defensiepersoneel tekort geschoten. De regering dient de voorstellen van de commissie over te nemen, willen we niet verder achterop raken. Ech ter, dat er voldoende vrijwilligers komen voor de diensttijdverkorting, moet niet waarschijnlijk wordeni acht. We noemen enkele feiten, de commissie niet noemt. Tot nu toe bestonden er bij de lu en luchtmacht premies van 1051 250 per maand voor officieren van 90 tot 170 voor onderoffiti ren, al naar gelang de opleidii Het resultaat was gezien de teki ten, gering. Van de duizenden die in 1958 slai den voor een eindexamen v.h.m gingen er slechts 1800 niet naar universiteit, en hiervan waren slechts 420 met eindexamen h.b.s. Van deze categorie hebben mari leger en luchtmacht er per een tweehonderd nodig. Dit slechts mogelijk, indien K.M.A. Breda en Koninklijk Instituut in[ Helder, evenals in andere land het geval is, met de university kunnen concurreren. Ander personeelsbeleid en vers! king van de goodwill vragen lange tijd met vele op elkaar al; stemde maatregelen. Daarom wachten we op korte termijn om doende verbetering in de resultai van de werving. Men kan zeggen, dat het rappt tien jaar te laat is verschelt Niettemin is het een goed rap]»1 waarin personen van onderschei! ne politieke overtuiging tot eensgezinde conclusie zijn gekomi Aanbeveling zou het verdienen, commissie wat uit te breiden haar in haar arbeid ook N.A.V.O.-taak en de defensieorja satie te laten betrekken. Wij achten het een leemte, dat rapport der commissie zwijgt i de mogelijkheid van een defensitl lasting, op te leggen aan a behoeven op te komen, of mogelijkheid van tegemoetkonii in de belastingheffing vi dienstplichtigen, zulks als compel! tie voor de diensttijd. Zo zou druk naar diensttijdverkortinf hetgeen altijd een duurder der goed worden van de krl|| macht betekent afnemen, MACMILLAN GAAT DOOR TJIT de wijzigingen, welke premier Macmillan in zijn kabinet heeft aangebracht, blijkt reeds de invloed van de uitslag der verkiezingen, die vorige week donderdag in Engeland werden gehouden. De premier heeft nl. sterk rekening gehouden met de grote stemmenwinst, die de kleine li berale partij heeft behaald, en haar pogingen, een nieuwe radicale groe pering te vormen, waarvan zij ver wacht, dat zij grote aantrekkings kracht zal hebben op velen, die tot- dusver de Conservatieven en Labour hebben gesteund. De taktiek van Macmillan blijkt uit de benoeming van Richard Butler tot voorzitter van de Conservatieve par tij. Terecht acht men dit in politieke kringen een duidelijke aanwijzing, dat de „liberale" vleugel van de par tij, waarvan Butler de belangrijkste vertegenwoordiger is, een grote rol zal spelen In het toekomstige beleid. Als voorzitter van de partij, minister van binnenlandse zaken en leider van het Lagerhuis, beschikt Butler thans over een invloed, die nog slechts door die van Macmillan wordt overtrof fen. Butler, die al vele jaren de jonge conservatieven vertegenwoordigt en wiens optreden de partij een ver jongingskuur deed ondergaan, leek in januari 1957 voorbestemd, Eden als premier op te volgen. Het succes, dat de Tories bij twee achtereenvol gende verkiezingen hadden geboekt, was voor een groot deel aan hem danken geweest. Niettemin w Macmillan de opvolger van Eden. Deze voor Butler teleurstellende pi.- van zaken was het gevolg van dew deeldheid, die toen nog zeer sterk' in de Conservatieve partij. De rei tervleugel was niet bereid, Butlei accepteren, en zo viel de keus Macmillan, die er minder uitgespit ken ideeën op na hield. Macmillan heeft echter steeds ning gehouden met de grote invlK welke Butler in de partij heeft, daarin ligt dan ook voor een 4 het geheim van het succes, dat I vorige week heeft geboekt. Nu hij handen volkomen vrij heeft en del berale partij aan een verrassende! mars is begonnen, heeft hij Butlei plaats gegeven, die hem toekomt Andere belangrijke wijzigingen de vervanging van Lennox Boyd' minister van koloniën en de hew ming van Reginald Maudling tot nister van handel. Het aftreden Lennox Boyd is als het ware streep onder het verleden, onder i Britse optreden in Nyassaland enf dere overzeese gebiedsdelen. De benoeming van Maudling in, dat Macmillan krachtig zal sir ven naar een compromis met de landen van klein Europa over1 grote vrijhandelszone. Ook in dit zicht kunnen wellicht reeds sporf belangrijke vorderingen worden vc wacht. PINDAKAAS C.B.T.B. iri Overijssel Het bestuur van de Overijsselse C.B.T.B. erkent, dat de normale be drijfsrisico's door de onderneming zelf gedragen moeten worden. Het is echter ook van mening, dat in buitengewone weersomstandigheden, zoals van deze zomer, overheidshulp niet gemist kan kan worden. Het door de Overheid ge voerde prijsgarantiebeleid kan nauwe lijks voldoende worden geacht voor het dragen van normale bedrijfsrisico's om van de abnormale risico's zoals in 1954, Tegen deze achtergrond gezien ad het bestuur het in deze rampsitual' dan ook gerechtvaardigd een berW! op de Overheid te doen. Het bestuo stelt voor om zowel voor de voed* granen als voor de melk aan f hand van de landbouweconomisch* stituut bedrijven of gcnormalisee'* bedrijven een gemiddelde oogstnor» vast te stellen. Voor de droogtegeW den dient op basis hiervan een W slag aan de getroffen bedrijven leend worden. bij lende hulp zal worden verleend dfc middel van een soepele kredietregeW* Voorts zal de regering dienen te t"" of maatregelen getroffen kunnen den die leiden tot het terbeschiW stellen van goedkoop veevoeder, JM-j het bestuur de Overijsselse C.B.T^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2