CHRISTELIJK
Een ferme duik in de
synodale zee
Kapinga wijst 53 profs
op een grote fout
vELPorfi
„Zwingli" steunt hervormde
kerkbouw-actie niet
Een woord voor vandaao
Kanttekenino
Filmverslaving valt
nogal mee
Ds. Boerboel mocht alleen
maar „pootjebaaje"
Als we dr. J. D. Boerkoel moe
ten geloven voelde hij zich op
de synode van de Gereformeerde
Kerken zoiets als „Sil, de strand
jutter." De gereformeerde kerk
bladen staan vol synodale be
schouwingen en uit de veelheid
van meningen hebben we voor
vandaag het artikel in „De
(Kamper) Bazuin" gekozen van
ds. Boerkoel:
den in de Westerkerk te Utrecht
nog wel enkele niet op en in elkaar
geschoven banken, die tot zitten
nodigden. Ze waren zandkleurig
geverfd; dat past in het beeld van
de zee; u kunt ze zich als zand
banken voorstellen. De meeste toe
hoorders hadden zich genesteld op
de lange, door stevige pilaren ge
dragen pieren, die zich als gale
rijen langs de wanden uitstrekken.
Het betaamt mij niet, vanuit de
hoogte op een kerkelijke vergade
ring neer te zien; dus vlijde ik me
op één dier zandbanken neer. Even
terloops: stemt het met de waar
digheid van een Generale Synode
overeen, dat ze vergadert in een
ruimte, waarvan het voorste deel
keurig voor haar ingericht en de
rest pakhuis of bewaarplaats van
inboedel is? Ongeveer vier jaar
geleden heb ik in dit olad eens ge
pleit voor een kerkelijk gebouw
met een stemmige, deftige zaal,
waar de Synode haar vaste plaats
zou vinden. Ik wil dit pleit even
herhalen, nu ik de Westerkerk heb
bewonderd.
Van dit gebouw kun je enkel
maar zeggen, dat het een ruimte
is. Ik hoop niet, i ut ik Utrechte
naren tn hun trots krenk; maar als
ik van bewondering spreek, dan
slaat dat op de wonderlijke com
binatie van stijlen en kleuren.
Recht toe recht aan ligt daar het
intérieur als de onder ons be
faamde pijpenla. Tegen de choco
ladeachtige achterwand springt een
barok orgel uitdagend vooruit bo
ven een preekstoelbak in moderne
trant; en boven het orgel loenst
een rozet uit weer een heel andere
stijlperiode, eigenlijk: uit géén
periode. Alle charme, elegantie,
warmte, gezelligheid, ontbreekt.
kers
één kwartje, waar vind je dat?
zich met koffie en thee konden
laven; en goed, want van dezelfde
kwaliteit als die de synodeleden ge
schonken werd, hing een ingelijste
tekening, die in de verte aan Mus-
sert deed denken, met een duit.se
uniformpet op, waarop een medail
lon prijkte. Toen ik r
dan moesten we maar raden, wat
daar stond, of als het geciteerd
werd, ontging ons toch het ver
band. Gelukkig hadden we ons
lijfblad bij ons met een prachtig
overzichtelijke samenvatting van
het rapport. We waren dus ietwat
georiënteerd. Maar het was slechts
een hulpmiddel, in de geest van:
help u met Spaans op reis.
rapport. Niet enkel
lijk gebruik, maar ook als redac
teur van een kerkelijk blad zag ik
me graag een ter hand gesteld.
Maar: hel moch nie! De dagblad
pers had
persoon-
i ter be-
toch wel
schikking? Ja. dat was om het
Nederlandse volk in te lichten. Of
dan onze Bazuin niet de taak had,
ons kerkvolk in te lichten? Ant
woord: dat is een weekblad en
komt daardoor toch achteraan.
Ik vertaalde dit toen maar als:
laat De Bazuin van de strandjut-
terij leven; en ds. W. de Graaf, die
erbij stond sprak me al aan als Sil.
Een hoogleraar was zo vriende
lijk, het voor me te proberen. Zelfs
hij slaagde niet.
Een andere hoogleraar probeer
de het nog eens; kwam ook met
de kous op de kop terug.
naar te
ring, dat het onderwerp synode
en publiciteit op het agendum
voorkomt.
U weet, daar is wat om te doen
geweest, toen enkele redacties, die
uit hoofde van een synodale func
tie de rapporten kenden, daar al
tevoren iets uit meedeelden.
Nu jagen wjj heus niet naar pri
meurs. Wy zijn geen beroepsjour
nalisten. Maar waarom ons een
rapport, dat in de openbaarheid
is gebracht door de bespreking ter
synode, onthouden wordt, snappen
we niet goed.
Dicht by me in de buurt zat een
familielid van een synodelld met
het rapport voor zich.
En „Centraal Weekblad" van 12
september begint een artikel met
de bekentenis: vlak vóór het slui
ten van deze editie kregen wij
kennnis van het rapport
wilde
gewissën, of dat nu werkelijk het
portret van Mussert zou zijn, bleek
de lijst het afgebeelde liturgische
centrum van de kerk te omvat
ten. De medaillon was het rozet.
Aldaar dan zit de Synode 1959.
RUSTIG ebden de golfjes der
betogen tot voor mijn voeten.
De zee was niet onstuimig, maar
een effen vlak. Alleen de rappor
teur, professor Herman Ridderbos,
zorgde voor een beetje schuimende
branding; dat was aan het eind
van de middag, en het was de aan
gewezen tijd, dat de vloed op
kwam. Professor Nauta zou dit al
eerder teweeg hebben kunnen
brengen, als hij niet zo'n kalme
stem had.
Het waren geoefende zwemmers,
die met breder of korter armzwaai
zich met de stroom mee of tegen
de stroom in bewogen.
Wij, op het strand, konden alleen
maar een beetje pootjebaaje. We
moesten de discussies volgen zon
der een rapport voor ons te heb
ben, en dit werd vaak nog lastiger
doordat van het gesprokene veel
verloren ging. Vooral bij vloed
maakt de zee veel geruis; profes
sor Ridderbos was goed hoorbaar,
doch vaak slecht verstaanbaar.
Herhaaldelijk verwezen de spre
kers naar bladzijden van het rap
port; met name pagina 17 kwam
keer op keer op de proppen. En
Dringend beroep op allen, die nog
aan de kant staan
(Van onze sociaal-economische redactie)
TAE voorzitter van de Nederlandse Christelijke Beambtenbond, de heer P.
Kapinga, heeft vandaag in zijn openingsrede tot het congres van de bond
te Rotterdam, ook uitvoerig aandacht besteed aan het adres, dat 53 hoog
leraren aan de ministerraad hebben gezonden. Bij de groepen, welke de
hoogleraren afzonderlijk bij het loonoverleg ln Nederland erkend willen zien,
eventueel in een nieuwe vakcentrale, worden immers ook de ambtenaren
genoemd.
De grote fout, die de schrijvers van de brief maken is, dat zij niet aan
tonen, waarom de door hen genoemde organisaties geen deel van een der
drie grote vakcentrales kunnen uitmaken. Waarom leden van die bonden
geen lid zouden kunnen zijn van een der organisaties van de drie richtingen,
die wel tot een vakcentrale zijn toegetreden. De heren staan blijkbaar op
het standpunt, dat ieder, die lust heeft om categorale organisaties op te rich
ten, aldus de heer Kapinga, voor het behartigen van enge groepsbelangen, tot
het georganiseerd overleg moet worden toegelaten, mits men zich maar in
een federatie verenigt.
In zijn kritiek merkte de N.C.B.O.-
voorzitter verder op, dat het christelijk
georganiseerde overheidspersoneel belang
heeft bij het aangesloten zijn bij het
C.N.V., omdat het mede de verantwoor
delijkheid wil dragen voor het algemene
sociale beleid, dat in ons land wordt ge
voerd in het belang van het gehele volk.
Van het dragen van die verantwoor
delijkheid hebben de bestaande catego
rale- en groepsbelangen-organisaties nog
nooit enig blijk gegeven. Nog dieper da
deze zakelijke argumenten gaat echti
de principiële verbondenheid met de
mannen en vrouwen van het C.N.V.,
welke uitdrijft tot de christelijk-sociale
aktie.
De hoogleraren echter geven steun aan
het stichten van nog meer groepsbelan
gen-organisaties, waarvan er in de sector
van het overheidspersoneel toch reeds te
Advertentie
Htm en plak alles met V
van Ceta-Bever 5
In het Groothandelsgebouw te!
Rotterdam werd zaterdag en zon
dag de jaarlijkse conferentie van
de links vrijzinnig christelijke
„Zwingli"-bond gehouden onder
leiding van de voorzitter ds. H.
van Lunen uit Odoorn. In zijn ope
ningswoord wees ds. Van Lunzen
erop dat precies op het zelfde
uur de Hervormde Kerk in de
Domkerk te Utrecht haar kerk-
bouw-inzamelingsactie aanvangt
met een bidstond. Hij hoopte dat
deze actie zo zal slagen, dat mén
nog veel meer zal inzamelen dan
de beoogde 16 miljoen gulden.
Maar tevens stelde hij vast, dat er he
laas geen sprake van zal kunnen zijn,
dat werkelijk-vrijzinnigen deze actie
zullen steunen, omdat de Hervormde
Kerk zich sedert 1 mei 1951 gesteld
heeft op een grondslag, die geen legi
tieme levensruimte meer toekent aan
de vanouds vrijzinnigen in die kerk.
Men kan niet van ons verwachten, al
dus spreker, dat wij stenen zullen hel
pen aandragen voor de uitbouw
een geestelijk huis, waaruit men
zo dadelijk zal verdrijvr-
De eerste inleiding J
gehouden door
ds. J. van Rossum uit Winterswijk
over een kernregel uit art. 10 der heer
sende herv. kerkorde; gehoorzaamheid
aan de Heilige Schrift.
Hij bracht naar voren, dat deze term
een atavisme is en dat hij in onze
tijd niet thuis hoort. Het Nieuwe Tes
tament aldus deze spreker, bedoelt
ons te brengen een religie des gees-
tes, die op waarheid is gegrond en die
niet kent gebondenheid aan welke
overlevering en aan welke schrifturen
Des avonds werd door de ontvangende
vereniging aan de bezoekers en
de leden der geloofsgemeenschap
voorstelling aangeboden van het gezel
schap De Toverfuit. Op zondagmor
gen preekte ds. Joh. P. van Mullem
over Wat wij zagen in de Michael Ser
vetstraat te Genève.
Hij memoreerde het feit dat Joh. Cal-
vijn tijdens zijn bewind te Genève niet
heeft belet, dat 400 mensen werden
Verbrand of onthoofd, omdat zij het
enig opzicht niet met deze hervormer
De voorganger van de Unitarische ge
meenten van Berlijn, Pf. H. G. Re-
mus sprak 's middags over De nood
zakelijke consequenties van het vrijzin
nig christendom en zijn bijzondere be
tekenis voor West-Berlijn en de hele
wereld. Op voorstel van de spreker
werd besloten een werkcommissie te
vormen tot gezamenlijk overleg
algemene richtsnoeren.
veel zijn. De tijd zal echter wel leren,
aldus de heer Kapinga, dat, indien er een
nieuwe vakcentrale moet komen, wij nog
wel even de tijd hebben voordat het
vraagstuk zich komt aandienen. Deze vak.
centrale zal dan namelijk op dezelfde I
grondslagen moeten rusten als de be
staande vakcentrales en dezelfde ver
antwoordelijkheid willen dragen. De heer
Kapinga voegde hieraan nog toe, dat er
ook een aantal hoogleraren lid
N.GB.O.
zich hier volkomen thuis
Ernstig beroep
Een ernstig beroep deed de voorzitter
op alle ambtenaren, die zich nog afzijdig
gehouden hebben tot nog toe. Tienduizen
den arbeiders en ambtenaren van chris
telijke belijdenis weigeren eenvoudig om
op maatschappelijk terrein hun belijdenis
te beleven. Zl} zitten vaak vooraan in
de kerk, blaken van ijver in de chris
telijke politiek, doen mee aan allerlei
christelijk aktiewerk, maar laten hun
stoel by de christelijke vakbeweging leeg.
De N.C.B.O. telde mei 1957 40.356 leden
en op 31 december 1958 40.423. slechts ccn
geringe netto-ledenwinst kon dus ge
boekt worden.
Het C.N.V. heeft de 250.000 leden nog
niet vol kunnen maken, laat staan de
300.000, die zeker gehaald kunnen wor
den. Het percentage georganiseerden on
der het overheidspersoneel ligt niet ho
ger dan dat van de gehele vakbeweging
namelijk 40 a 42%.
De heer Kapinga noemde het ook een
onbegrijpelijke zaak, dat duizenden chris
telijke overheidsdienaren, die „bij ons
horen", in neutrale organisaties zitten.
Zij menen daar rustig te mogen blijven,
omdat, zo zeggen zij vaak, hen in hun
diepste levensovertuiging daarin geen
geweld wordt aangedaan. Dit is een nega
tieve levenshouding waarachter zij zich
verschuilen. Zeer velen, die het Evangelie
belijden, staan koud en onverschillig
tegenover de oproep om de strijd tegen
de ontbindende en anti-christelijke mach
ten in de maatschappij mee te voeren.
Het gaat in de vakbeweging niet aller
eerst om grote of' kleine materiële posi
tieverbeteringen, maar om de heiliging
van Gods Naam, om de komst van Gods
Koninkrijk en dat Zijn wil geschiedt in
alle verhoudingen van de samenleving.
Daarom zijn wij allereerst lid van de
christelijke vakbeweging, zo verklaarde
de heer Kapinga,
Twee leden, die steeds een belangrijke
plaats hebben ingenomen, ontvielen de
bond door de dood. Het waren de heren
J. Mennes te Groningen en W. van der
Have te Rotterdam, wier verscheiden
door de vergadering plechtig werd her
dacht.
Beroepingswerk
NED. IIERV. KERK
Beroepen te Winterswijk: J. Hadders
te Eindhoven; te Marken (toez.): H. G
Oostinga, kand. te Groningen; te Wad-
dinxveen: J. v. d. Velden te Dordrecht.
Aangenomen naar Oudwoude-Wester-
geest; G. J. F. Versteegh te Sloten, Fr.;
naar Wognum: H. J. Bos te Makkinga.
Bedankt voor Ee, Fr.: E. J. Loor te
Heemse.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Papendrecht: K Vegter
te Noord-Scharwoude; te Oude-Pekela.
J. Nieuwsma te Drachtstercompagnie, te
Eernewoude: J. Bakker, kand. te 's-Gra-
vènhagè.
Aangenomen naar Ede (vac. B. Slin-
genberg): J. A. van de Peppel te Lochem.
GEREF. KERKEN (vrijgemaakt)
Aangenomen naar Ferwerd-Hallum: C.
Olij te Utrecht.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Tweetal te Doesburg: W. van 't Spijker
te Drogeham en D. van Wilsum te
Dedemsvaart.
UNIE VAN 'BAFT.-GEM.
Bedankt voor Enschede (2e beroep):
S. Zijlstra te Eindhoven.
DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP
Aangenomen naar Amsterdam (vac. O.
L. v. d. Veen): F. R. v. d. Meulen te
Ternaard.
Oecumenische Raad
komt met een
welvaartsrapport
Op de vorige week gehouden maande
lijkse vergadering van de Oecumenische
Raad van Kerken in Nederland heeft de
raad onder meer besloten het rapport 1
de sociale commissie over „welvaart
welvaartsdenken" uit te geven.
In dit rapport wordt gesteld, dat
het begrip welvaart het kernprobleem
van de economische wetenschap ligt.
Hier komt op zichzelf geen zedelijk oor
deel bij te pas Men dient er van uit te
gaan, dat het streven naar welvaart
krachtig zal blijven.
De groei van de welvaart wordt a
wel een rechtstreekse bedreiging va
mens als hij te kort schiet in een groei
aan verantwoordelijkheid tegenover God
en tegenover de medemens. De mens
object van reclame te maken, moet afge
wezen worden, aldus het rapport, ir
verband wijst het rapport invoeren
reclame in televisieuitzendingen af. Met
enige overwegingen over welvaart
ascese sluit het rapport.
Gift van anderhalve
ton voor S.S.K.
De Stichting Steun Kerkbouw van
de Gereformeerde Kerken, die aan
staande zondag haar „bouwzondag"
zal houden, heeft een gift ontvangen
van 150.000 van een gever'die on
bekend wenst te blijven.
De Heiland draait er in Zijn brieven nan de zeven gemeenten
in Azië niet omheen. Heel rustig maar ook heel eerlijk zegt Hij
tegen drie v,an de gemeenten: Maar Ik heb tegen u.
De Heiland prijst deze gemeenten eerst om hun geloof, maar
verheelt niet, dat er dingen zijn die beslist zullen moeten ver
anderen. Efeze wordt verweten, dat zij haar eerste liefde heeft
verlatenPergamum en Thyatira dat zij de tucht niet gehand
haafd hebben.
Waarin zou God ons kunnen prijzen? En als Hij ons heefi
geprezen wat zou Hij tegen ons hebben? Hoe staat het met
onze eerste liefde? Efeze was een gemeente waar de tucht
werd gehandhaafd en de liefde ontbrak, de beide andere
gemeenten en vooral Thyatira bezitten de liefde (God zegt: Ik
weet uw werken en liefde), maar kennen geen tucht.
Altijd weer zijn wij geneigd die twee te scheiden. Maar als
toe de liefde opofferen aan de tucht, of de tucht aan de liefde
zal het altijd klinken: „Ik heb tegen u". Dit geldt niet alleen
voor gemeenten, maar ook in het persoonlijk leven, bijv. in de
verhouding van ouders en kinderen en voor gelovigen ondei
elkaar. Wij brengen scheiding aan, omdat anderen niet geloven
zoals wij. Maar is het een scheiding die aangebracht is dooi
de liefde? Wij zoeken eenheid en liefde trekt ons samen. Maai
is het een eenheid op grond van Gods Waarheid?
DUITS SOCIALISTISCH PROGRAM
Advertentie
Academische Filmstudie-week begonnen
Met een pleidooi voor de Zevende
kunst", de film, als een middel, dat
in de huidige dynamische maatschap
pij een belangrijke bijdrage kan le
veren tot het leiden van sociale ver
anderingen in de goede richting en
liet wegnemen van het wantrouwen,
de angst, de haat en het misverstand
tussen volkeren en rassen, heeft de
Utrechtse hoogleraar in de sociologie,
prof. dr. J. P. Kruyt, vanmorgen in
de aula van de Rijksuniversiteit de
Academische Filmstudieweek inge
leid.
ii
Toen juffrouw Dubois 't zover had gebracht en dat
had een hele tijd geduurd, kwam zij terug bij haar
uitgangspunt. En het uitgangspunt was de tuinjon
gen zij wist nu zeker dat het Krister was. Kris
ter Videberg die in haar verbeelding zo sprekend
geleek op de verdronken luitenant,
Hij kon er niet buiten blijven, hij was de tastbare
werkelijkheid, die haar droom leven inblies. En zo
werd hij in het verband geplaatst. Hij werd Ar
thur's oudste zoon, die later het landgoed van de
ouders zou overnemen en nu zijn leertijd doorbracht
in de tuin van Charlottendaal, om onder leiding van.
een knap tuinbouwkundige ook dat te.leren wat een
grondbezitter moet kennen. Zodoende kreeg Krister,
buiten zijn weten om. door al die fantasie, nog een
paar ouders en een grootmoeder erbij. De roodhari
ge Karl werd er door juffrouw Dubois geheel en
al buiten gehouden. Hij was een doodgewone, een
voudige leerling, die weliswaar vereerd werd met de
bijzondere vriendschap van haar kleinzoon, maar
met wie zij zelf niets te maken had.
Wat Krister er wel van gezegd zou hebben, in
dien bij enig vermoeden had gehad van de rol, die
hij speelde in Dubois' wereld, is moeilijk te vertel
len. Waarschijnlijk zou hij voor haar fantasieën niets
anders hebben over gehad dan een hartelijke lach
bui. Maar zij toonde, noch zeide het allergeringste,
dat hem kon doen geloven, dat zij enige bijzondere
belangstelling in hem koesterde. Och neen! Daartoe
was de oude juffrouw veel te verlegen.
Van heel klein af hadden de kinderen Eriksson
hun Midzomerfeest in de Elkberg-kolonie gevierd,
waar oom Emil en tante Oliva een stuk grond en
een huisje hadden.
Voor de kinderen, die in zulk een ruimte waren
groot gebracht als zij, moest zo'n tuin-kolonie erg
benauwd en klein zijn. Minstens honderd zulke stuk
jes grond en huisjes zouden plaats kunnen vinden
op de grond thuis, zei Marit, maar Ragnhild zei dui
zend. En toch vonden zij het altijd weer even aar
dig al die kleine tuinhuisjes te zien, die in alle mo
gelijke kleuren waren geverfd. Er waren rode huis-
JE ANNA OTEBDAHE
Buiten waait
de zomerwind
jes en witte, bruine en groene huisjes, huisjes die
roze waren en andere die geel waren. Ja, er was
zells een lichtblauw huisje, maar dat was niet, mooi,
daar waren zij het allen over eens. Lichtblauw is
een kleur voor de hemel en voor bloemen en zo
merjurken, maar niet voor huizen.
Oom Emil had zijn huisje bruin geverfd met witte
raamkozijnen en een witte deur, en dat vonden ze
mooi. Het zag er uit ais een huisje van peperkoek:
men kreeg lust er een stukje af te breken om het
op te knabbelen. Rondom het huisje was een pop-
pentuin aangelegd, met een half dozijn dwerg-appel
boompjes, een paar groentenbedden en een paar
kleine randen bloemen. Dat was nu helemaal geen
kunst zo'n lapje grond vrij van «--kruid te hou
den. Daar was geen zuring, driest brandnetel te
zien; zodra het minste sprietje tev. nschijn kwam,
was tante Oliva erbij en kneep het weg.
Tante Oliva was een ordentelijk mens, zó orden
telijk, dat de ijskoude rillingen langs je rug liepen,
als je het ongeluk had iets om te gooien, of een
vlekje op haar glanzend wit tafelkleed te maken.
De kinderen hadden zo'n gevoel, dat het niet altijd
even prettig was oom Emil te zijn. Het kwam wei
eens voor dat hij, alhoewel zij al zo lang getrouwd
waren, in het vuur van het gesprek as uit zijn pijp
klopte op plaatsen waar geen as behoort te worden
uitgeklopt. Tante Oliva zei niets, maar zij keek. en
je kon er zeker van zijn. dat de koude rillingen ook
langs oom Emil's rug liepen. Hij haastte zich dan
staan. Maar dadelijk was hij weer alles vergeten,
sloeg vader op zijn knie en lachte dat het daverde
om zijn eigen verhalen. En vader lachte ook, allen
lachten, men kon het niet laten. Allen, behalve tan
te Oliva, natuurlijk, die daar zat met een zuur glim
lachje rond haar dunne lippen, als dacht zij: wat
zijn jullie toch allemaal kinderachtig.
Maar goed, dat tante Oliva geen kinderen heeft,
vond Marit. Zij zouden sterven van ordentelijkheid.
Ja, zei Elin. Maar oom Emil kon best kinde
ren hebben. Die zouden pret hebben!
Maar nu was het eenmaal zo en er was niets
aan te doen. Zij hielden alle drie veel van oom
Emil, dat kon niet anders. Hij was niet voor niets
vaders tweelingbroer, alhoewel zij eigenlijk niet bij
zonder veel op elkaar geleken, noch uiterlijk, noch
in hun manier van doen. Zij waren beiden altijd
vrolijk en daarin schuilde wel de grootste overeen
komst. Oom Emil was alleen luidruchtiger dan va
der. Zijn vrolijkheid ging met zoveel leven gepaard,
zodat zij er soms wat beduusd
naaidoos. Die naaidoren had oom Emii voor
hen gemaakt. Hij had hun ook een poppenhuis ge
geven met een poppenameublement, sofa, tafel en
stoelen, en dat had een plaatsje in de mooie kamer.
Zij vonden het heerlijk oom Emil te bezoeken in
zijn werkplaats en hem aan het werk te zien. Dan
waren zij ook helemaal gevrijwaard voor koude ril
lingen, want in de werkplaats kwam tante Oliva
nooit. Zii hadden haar daar tenminste nog nooit aan
getroffen. Dat zij niet veel van tante Oliva hielden,
al was zij dan ook getrouwd met hun eigen oom,
was niet te verwonderen. Zij hield namelijk vol
strekt niet van kinderen, vermoedelijk omdat kinde
ren de natuurlijke vijanden waren van haar grote
ordentelijkheid. En er bestaan geen kinderen op de
wereld, die niet voelen of grote mensen van hen
houden of niet.
(Wordt vervolgd)
Prof. Kruyt, die het onderwerp
deze studieweek „De film als m
communicatiemiddel" inleidde, begon
met een bepaling van het begrip
communicatie. Communicatie, zo stel
de hij, is typisch voor de menselijke
samenleving. Intussen kan men on
derscheiden een communicatie tussen
mensen naar mensen, dat wil zeggen
een éénrichtingverkeer. Tot deze laat
ste behoren het boek, de pers, de
dio en televisie en de film.
Prof. Kruyt signaleerde, dat aan
term „massa" dikwijls een ongunsti
ge betekenis wordt gehecht, in het bij
zonder in verband met communicatie
middelen. Naast de technische onvol
maaktheden, die aan deze middelen
in de aanvangsperiode kleven, zijn
daarvoor mede verantwoordelijk de
verslaving die zij met zich mee zou
den brengen. Aan de hand van cijfers
van het CBS. toonde prof. Kruyt
overigens aan. dat het met die
slaving wel meevalt.
Bij een onderzoek in de winter 1955-'56
bleek bijvoorbeeld, dat aan het lezen
van boeken nog altijd 6 maal
tijd werd besteed dan aan bioscoopbe
zoek, dat ongeveer de helft van
Nederlanders boven de 12 jaar
maal per jaar deelneemt aan de acti
viteiten van een vereniging, tegen
bioscoopbezoek van 3 maal per jaar.
De inleider noemde het een intellectua
listische overschatting van de woord
cultuur om de film aan te wrijven,
dat zij de kijkers passief maakt, een
ontkenning van de ontspannende aard
van het medium en de compensatie,
die de vrijetijdsbesteding moet ge-
Deze academische filmstudieweek, dc
zesde in successie, is vanmorgen ge
opend door de voorzitter van het Ne
derlands Filminstituut, prof. dr. Ph.
J. Idenburg, die onder meer opmerk
te, dat deze studiebijeenkomst geen
forum voor levensvreemde bespiegelin
gen wil zijn. Wel wil men op deze bij
eenkomst de film als massa-commu
nicatiemiddel ernstig nemen en daar
bij heeft men ook de belangstelling
van de universiteit nodig. De filmwe
tenschap, zo betoogde prof. Idenburg,
kan het bijvoorbeeld niet stellen zon
der de wetenschap der sociologie.
In verband met de ontwikkeling van de
filmwetenschap releveerde prof. Iden
burg ook de filmvakopleiding door
het Nederlands Filminstituut, die zich
nu in een bevredigende richting ont-
pi
het verleden vertoonde de Duitse
sociaal-democratie een scherp ge
tekend Marxistisch karakter. Haar
leiders, de oude Liebknecht en Bebel,
waren volgelingen van Marx door
dik en dun. De grote theoreticus van
de partij, Kautsky, hield met al zijn
kracht vast aan de Marxistische dog
matiek. Tegen het revisionisme ver
zette hij zich in woord en geschrift.
Deze dogmatische gebondenheid aan
een stelsel, dat al minder bleek
te passen bij de zich allengs wijzi
gende maatschappelijke en politieke
verhoudingen, heeft de Duitse sociaal,
democratie gebracht in een betrek
kelijk zwakke positie.
Jaurès, de bekende Franse leider,
riep op het internationale congres,
in 1904 te Amsterdam gehouden, de
Duitsers toe: „Gij verstopt uw on
macht achter de onverzoenlijkheid,
het intransigente van theoretische
formules, die uw uitnemende partij
genoot Kautsky u tot zijn dood toe
zal blijven leveren".
Alle programs, tot het program van
1925 toe, waren sterk Marxistisch
gekleurd, al waren er in de praktijk
wel revisionistische invloeden op te
merken.
Dezer dagen heeft de Westduitse
S.P.D. een nieuw program gepubli-'
ceerd, dat het Heidelberger program
van 1925 zal vervangen. Het behoeft
echter nog de goedkeuring van het
partijcongres.
De positie van de sociaal-democratie
is in de laatste jaren stellig opnieuw
verzwakt. Zij heeft na 1945 niet veel
successen kunnen boeken. Innerlijk
is er verdeeldheid over vele vraag
stukken, b.v. over de buitenlandse
politiek, over de bewapening.
Er werden dan ook al meer stemmen
gehoord, die voor vernieuwing pleit
ten. Het oude program sprak noch
vele arbeiders, noch vele „midden
groepen" toe. De welvaart, waarin
het Westduitse volk zich mag ver
heugen, heeft deze stemming uiter
aard mede beïnvloed.
Met het oog op de komende verkie
zingen heeft men thans gemeend niet
langer te moeten wachten met de
openbaarmaking van het concept.
Tot degenen, die het hebben ontwor
pen, behoort ook de Oostenrijker
Kautsky, die wel dezelfde naam
draagt als de vermaarde Duitser,
maar die niet van diens geest is.
Kautsky is geen Marxist in de oude
zin van het woord.
Uit het nieuwe concept-program
blijkt, dat de vrije concurrentie
EEN KRACHTPROEF
TJET plan van generaal De Gaulle,
waarin hij de Algerijnen het
recht op zelfbeschikking gee'ft, heeft
de regering in ballingschap, door Fer-
hat Abbas in Cairo gevormd, in een
uitermate moeilijke positie gebracht.
Het liefst zou zij dit plan zonder meer
van de hand willen wijzen, omdat er
een aantal voorwaarden in voorko
men, die voor de opstandige natio
nalisten beslist niet aantrekkelijk
zijn. Zou zij deze aanvaarden, dan
zou zij medewerken aan haar ont
binding, en het Nationale bevrij
dingsfront (FLN), waaraan zij haar
macht ontleent, als politieke factor
uitschakelen.
Hiertoe zal zij nooit bereid worden
gevonden, tenzij De Gaulle erin
slaagt, Algerije te pacificeren on
danks het verzet, dat door de strijd
krachten van de FLN zal worden ge
boden. En wanneer De Gaulle blijft
weigeren, met de vertegenwoordigers
van de regering in ballingschap te
onderhandelen, moet worden ge
vreesd, dat de strijd op het slagveld
zal worden uitgevochten.
Dat Ferhat Abbas het plan van De
Gaulle niet van de hand heeft ge
wezen, vindt mee zijn oorzaak in
het feit, dat het in de westelijke we
reld over het algemeen gunstig is
beoordeeld. Ook bespeurt men hier
de invloed van Habib Bourguiba, dc
presiden' van Tunesië, die Abbas
heeft aangeraden, De Gaulle's plan
nen als basis voor een gesprek te ac
cepteren.
De opstandige nationalisten kunnen
het zich niet veroorloven, de raad
van Bourguiba te negeren. Willen zij
met succes tegen de Franse strijd-
wordt aanvaard en het ondernemers
initiatief wordt gewaardeerd. Socia
lisatie van de grote bedrijven, waar
bij de leiding wordt gelegd in han
den van de staat of zijn organen,
wil men niet meer eisen. Althans
niet als algemeen patroon.
Wel wil men kartel- en investerings
controle, concurrentie tussen open
bare bedrijven en vrije ondernemin
gen, en een vergaande publiciteil
over de financiële resultaten van de
ondernemingen. Bedrijven moeten
alleen gesocialiseerd worden, wan
neer „een gezonde ordening van de
economische machtsverhoudingen
niet tot stand komt". Medezeggen
schap van de arbeiders wordt als eis
gesteld.
Politiek wil de partij vasthouden aan
de democratie, waarbij zij openbare
controle wil van „iedere macht die
de democratische staat tot buit van
haar bijzondere belangen zou kunnen
maken".
De aandacht verdient hetgeen over
de verhouding tot de kerk wordt ge
zegd: „De S.P.D. betuigt haar ach
ting voor de kerkelijke instituten en
de religieuze gemeenschappen. Zij
aanvaardt de bijzondere taak en de
zelfstandigheid der kerken. Zij is
bereid tot samenwerking".
Er ligt wel een afstand tussen de tijd,
waarin van sociaal-democratische
zijde in Duitsland een actie werd
gevoerd om aan de kerk de rug toe
te keren, en het heden, waarin men
tot de geciteerde verklaring komt,
Waarschijnlijk heeft de S.P.D. zich
eigen zwakheid in de Hitlertijd en
het moedige gedrag van de belijden
de kerk herinnerd.
Of het program op het partijcongres
ongewijzigd aanvaard zal worden?
Vermoedelijk zal er van linkse kant
nogal oppositie worden gevoerd.
Wij gaan het program nu verder niet
beoordelen. Het zou ons, van christe
lijk standpunt, zeker niet bevredigen,
Maar het bewijst in elk geval, dai
het socialisme een ontwikkeling
doormaakt, waarbij het oude Marxis
me al meer wordt verloochend.
De leiding van de Duitse S.P.D. zou,
naar het zich laat aanzien, wel gaar
ne aan de regering van de Bonds
republiek deelnemen. Zoals ook reeds
het geval is in een aantal „Lander":
Hamburg, Berlijn, Hessen en Neder-
Saksen.
Stellig heeft de invloed van deze
„ministers-presidenten" zich ook
doen gelden bij de herziening van
het program.
krachten in Algerije kunnen optre
den, dan moeten zij zich verzekerd
weten van de steun van de Tunesi
sche regering, die totdusver heeft toe
gestaan, dat de eenheden van de FLN
van Tunesië uit opereren.
Een andere factor, die Abbas ervan
weerhoudt, het plan te verwerpen, li
het optreden van Messali Hadj, een
veel gematigder nationalistisch lei
der uit Algerije, die zich thans in
Frankrijk bevindt. Hij is zij hel
met enig voorbehoud bereid, me
de te werken aan de uitvoering van
De Gaulle's plan.
Enkele weken geleden werd een aan
slag op zijn leven gepleegd, die mis
lukte. Uit deze daad bleek echter
dat men in FLN-kringen bezorgd it
over de grote invloed, die deze ge
matigde Algerijnse politicus op d«
gang van zaken in zijn land kan uit
oefenen.
Het is ook in verband hiermede, dai
de leiders van de FLN, via Marok
ko en Tunesië, zullen proberen.
Frankrijk te bewegen tot vrijlating
van een aantal nationalistische lei
ders, waarvan Ben Bella verreweg
de belangrijkste is.
Abbas heeft nu laten weten, dat hij
met Frankrijk wil praten over vrede
in Algerije en over zelfbeschikking
voor de bevolking van dit land. Een
andere weg was er voor hem niet.
Toch zal die weg niet leiden tot een
gesprek op het niveau, dat Abbas
wenst. En daarom moet worden ge
vreesd, dat beide partijen in het Al
gerijnse conflict het binnen niet al tc
lange tijd op een krachtproef zullen
laten aankomen.
wikkelt. Het feit, dat er een „school"
is, zo zei prof. Idenburg, bevordert de
filmwetenschap.
Onder de deelnemers aan deze filmstu
die week zijn onder meer vertegen
woordigers van film, televisie en on
derwijs. Er zijn ook Belgische deel
nemers aan de bijeenkomst. De ope
ning van de Filmstudieweek werd bij
gewoond namens het 'departement van
onderwijs, kunsten en wetenschappen
door de heer Schuller, hoofd van de
afdeling film van dit departement.
Onderwgsbenoemingen
Benoemd tot onderwijzeres: aan da
Christ. School te Oosterwolde, Geld.
mevr. R. Westerink-Drost te Elburg;
aan de Groen van Prinstererschool tg
Assen: mevr, Schutte Nordholt te As
sen: aan de School met de Bijbel te
Nieuw-Vennep: Mej. R. Corts te Koude-
kerke aan de Rijn; aan de Christ, te
Garderen: P. D. Reiff te Apeldoorn!
aan de Vrije Prot. School te Gemertt
J. W. Rijkse te Breda.