CHRISTELIJK Spanningen onder vrijzinnigen de Prof. G. v. d. Leeuw-stichting krijgt geen subsidie C.N.V. verbaasd over brief hoogleraren Première film over kerkbouw Eert woord voor vandaag Kanttekening Leer van de Heilige Geest zal straks de verhouding der richtingen bepalen JN het vrijzinnige blad „Kerk en Wereld" heeft prof. dr. P. Smits geprobeerd de spanningen die in de wereld van de vrijzin nigen leven te schetsen. Hij meent dat in de afgelopen jaren de spanningen die in de eerste helft van deze eeuw zich open baarden veelal verdrongen zijn door geheel nieuwe tegenstel lingen. nen ze dat wel worden, ze nl. de innerlijke saamhorigheid van een geloofsgemeenschap be dreigen en ressentimenten oproe pen. Sinds de laatste oorlog zijn de theologische spanningen in het vrijzinnige protestantisme toegeno men. Dit staat in rechtstreeks ver band met de radicaal gewijzigde kerkelijke situatie en wereldsitua tie. Bovendien zijn de eigenlijke theologische knelpunten, die span ningen oproepen, thans andere dan die zich in de eerste helft van deze eeuw binnen het vrijzin nige protestantisme voordeden. TN de eerste helft van deze eeuw betroffen de spanningen vooral de kijk op de mens en op Chris tus en op de bronnen van onze Godskennis. De ene groep legde bij de kijk op de mens alle na druk op zonde en genade, want op het menselijke wilsleven, terwijl de andere groep de mens minder in het licht van bekering dan wel van een voortgaande rijping zag. vroeger grote spanningen, enerzijds sprak men nl. van Je zus Christus, doch anderzijds van de Christus, daarbij in het midden latend wie Jezus nu precies was geweest, ja óf hij wel een histo rische figuur was. Ook deze span ning is thans voor een groot deel weggevallen. TEN SLOTTE is ook de vroegere spanning rond de vraag naar de bronnen van onze godsdienstige kennis grotendeels opgeheven, De vóór-oorlogse tegenstelling tussen prof. Heering en dr. Horreüs de Haas, waarbij de eerste alle na druk legde op geloof en openba ring, zoals de Bijbel dit in ons wekt en ons die schenkt, terwijl de laatste de eigen menselijke er varing en het menselijk denken als onmisbare bronnen van Gods kennis accentueerde, is thans voor eén groot deel opgeheven. a drie vroegere theologische spanningen zijn sinds de laatste, oorlog drie ande re, in de plaats getreden. Zij be treffen het verschillend antwoord, dat door vrijzinnigen thans op de uitdaging van het secularisatiepro ces wordt gegeven en de verschil lende visie op de kerk en op de Heilige Geest. Er is een groep van jongere theologen, die op voetspoor van Bonhoeffer de secularisatie vhn onze cultuur toejuichen, omdat ze de volledige mondigwording van de mens betekent, doch die niet langer geloven in de mogelijkheid van een positieve verbinding van christendom en cultuur; ze gelo ven niet langer in een eigenlijke heiliging van de wereldcultuur en zien de cultuur als in zichzelf god deloos en chaotisch. Hiertegenover staat echter een andere groep, die onverminderd vasthoudt aan de mogelijkheid van en de godsdien stige opdracht tot heiliging van het aardeleven. ding van het belijden van de kerk als geloofsgeméénschap en van het individuele belijden der kerk leden mogelijk is en in -feite plaats EEN derde spanning thans virnr deel nog ondergronds, rond de leer van de Heilige Geest. Er vindt thans in vrijzinnige kring een nieuwe be zinning plaats op deze leer, in de overtuiging, dat deze leer de ver houding der richtingen in de twee de helft van deze eeuw zal gaan beheersen zoals de Christusleer dit gedaan heeft in de eerste helft. Er is een groep, die gelijk de rechtzinnigheid, de heilige Geest in exclusieve zin aan Christus wil binden en dus de Bijbel als enige openbaringsbron beschouwt. Daar entegen is er een andere groep, die het filioque van de Westerse kerk mét de Oosterse kerken wil prijsgeven en gelooft in een voort gaande werking en leiding van de Heilige Geest, die zich niet be perkt tot de Bijbelse geloofswe reld. Deze groep ziet mét prof. Heering ook geen eigenlijke klóóf tussen de ménselijke geest op zijn hoogtepunten en Góds geest; hier is veeleer sprake van een onmerk baar in elkander overgaan en een onscheidbaar dooreengeweven zijn. TZ'AN resprake zijn van een éénheid bij al deze verschillen7 Met een louter formele solidari teitsverklaring schieten we niets op. Liever moeten de verschillen de theologische groeperingen bin nen het vrijzinnige protestantisme er naar streven om door elkan ders wóórden heen te zien naar de wezenlijke religieuze motieven van de ander. Dan blijkt er meer mogelijkheid tot theologische sa- menléving en zelfs synthese te zijn dan oppervlakkig schijnt. Er blijken dan véle wegen tot God te leiden, ook vele vrijzinnige wegen. ■Generale Synode Geref. Kerken Opdracht lot ontwerpen nieuwe liturgische formulieren (Van een onzer verslaggevers) yAN DE PROF. DR. G. VAN DER LEEUWSTICHTING, ontmoe- tingscentrum voor kerk eri kunst, was bij de generale synode van de gereformeerde kerken een verzoek binnengekomen om een jaarlijkse subsidie te mogen ontvangen. De commissie, welke deze zaak behan delde en waarvan ds. D. Scheele te Assen rapporteur was, stelde voor om een subsidie van 250,toe te kennen. Dit voorstel werd echter verworpen. Achttien synodeleden waren ervoor. Indertijd heeft de synode wel een sub- Kruyswijk te Amsterdam deed er nog rjocH t.henli W' 'AT de op aangaat zijn alleen reeds hiérdoor toegeno men doordat over de hele linie het accent veel sterker dan vroeger op de kerk is komen te liggen, hetgeen zich makkelijk verklaren laat uR de na-oorlogse kerkelijke en culturele situatie. Binnen het vrijzinnige protestantisme is er een groep, die onder invloed van de Ned. herv. kerk sterk de na druk is gaan leggen op het belij dend karakter van de kerk. Hier mee bedoelt men geen belijdenis- kerk, geen confessionele gezags- kerk, maar een belijdende kerk, doch in de praktijk zijn de gren zen tussen de belijdende en de be- lijdeniskerk vloeiende, zoals bijv. de huidige Ned. hervormde kerk in dit opzicht duidelijk tussen twee stoelen zit. Vandaar dat een an dere groep vrijzinnigen hiertegen over voor een ander type kerk op komt, nl. een gemeenschapskerk persoonlijke gelovigen. bij wederkerige beïnvloe- sidie toegekend aan de Van der Leeuw stichting, toen deze de tentoonstelling .,Ark, tien jaar kerkbouw" organiseer de. De commissie overwoog, dat de stich ting veel nuttige arbeid verricht, waar door ook het gereformeerd kerkelijk le ven gediend wordt, al behoeft men de in deze kring levende gedachten op li turgisch terrein niet voor zijn rekening te nemen. De vraag rees bij verschillende leden der synode: welke liturgische gedach ten zijn dat dan? Ds. Scheele noemde toen de liederen voor het kerkelijk jaar van ds. W. Barnard. Hij dacht dat in gereformeerde kring een lied voor de palmzondag en b.v. een beurtzang op Filippenzen 2 niet erg gewaardeerd zou den worden. Dat zou toch geen reden zijn om een subsidie aan de stichting te weigeren, in wier bestuur als gere formeerden zitting hebben prof. dr. J. T. Bakker te Kampen en dr. J. Wyt- zes te Rotterdam. Prof. dr. D. Nauta te Amsterdam meende. 1dat de synode beter een sub sidie kon verlenen aan de gereformeer de werkgroep voor liturgie en ds. P. N. (Van onze sociaal-economische redactie) In Nederland bestaat vrijheid van organisatie, ook voor hoogleraren, die een nieuwe organisatievorm zoeken# evenals men de vrijheid heeft zich niet te organiseren. Een heel andere vraag is, of men elke nieuwe orga nisatie, welke tot leven wordt geroe pen ook even serieus moet nemen, met name vallen in dit verband de categoriale bonden te noemen, bon den die zich naar beroep georgani seerd hebben en geen lid zijn van een vakcentrale. Dit verklaarde ons in een gesprek de voorzitter van het C.N.V.. de heer C. J. van Mastrigt, naar aan leiding van de brief, die 53 hoog leraren aan de ministerraad gezon den hebben met het verzoek ook de niet bij een vakcentrale aangesloten organisaties toe te laten tot het ge organiseerd overleg, de organen van de publiekrechtelijke bedrijfsorga nisatie en de ondernemingsraden. Hoewel de zaak principieel eenvou dig ligt. zijn er ook belangrijke prak tische kanten. De heer Van Mastrigt had namelijk het gevoel, dat het hier gaat om een groep intellectuelen, die zich om redenen van standsgevoel niet bij een bestaande vakcentrale wenst aan te sluiten. De bestaande vakcentralen zouden er zijn voor de handarbeiders. Overigens zullen zoveel intellectuelen met zoveel kennis toch in staat moeten zijn een vierde of vijfde vakcentrale op te richten, zo voegde de heer Van Mas trigt hier niet zonder enige speelsheid aan toe. (Hoewel minder bekend, be staat er op het ogenblik al een vierde vakcentrale namelijk de neutrale Ne derlandse Vak Centrale. N.V.C., die zich voor de oorlog nogal toelegde op de or ganisatie van technische en ambtelijke groeperingen thans dit karakter loren heeft.) zich erover, dat er onder de 53 hoog leraren ook van prot. chr. huize zijn, die op deze wijze het pleit voeren voor een neutrale vakcentrale van categorale organisaties. Temeer is dit bevreemdend, omdat het C.N.V. ook organisaties kent voor beambten, ambtenaren, hoger personeel, journa listen enz. en niet alleen voor hand arbeiders. Tenslotte komt hier nog bij, zo meende de C.N.V.-voorzitter, dat wan neer er een nieuwe centrale opgericht mocht worden, de partners die thans het overleg voeren in de verschillen de colleges nog uit zullen maken, of een eventuele nieuwe centrale ook in het overleg betrokken zal worden. Van Nelle Bestellen, (adv.) Instituut voor Joodse studies te Amsterdam Van Nelle Bestellen, (adv.) Ten einde de ouders van kinderen die Joods onderwijs genieten vertrouwd te maken met het Jodendom, is onö'er aus piciën van de Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge en met medewerking van het Nederlands Israëlitisch Seminarium en enige Israëlische onderwijsinstellin gen te Amsterdam opgericht het Insti tuut voor Jooase Studies. Dit infetituut dat onder leiding zal staan van mr. dr. M. KÖnig. heeft als doel het Jodendom in populaire vorm en op wetenschappe lijk verantwoorde wijze te belichten. Hiertoe zullen twee docenten gedurende tien lessen een uiteenlopende mening ver kondigen over de geschiedenis van het Joodse volk van de emancipatie tot he den. In een lezingencyclus van twee jaar zal de betekenis van dertig figuren die voor de ontwikkeling van het Jodendom van groot belang zijn worden uiteenge zet. Ook de Joodse feest- en gea'enk- dagen zullen worden belicht, evenals de De heer Van Mastrigt verbaasde ontwikkeling van het Joodse gebed. schepje, bovenop door voor te stel len liever de dubbele subsidie aan de werkgroep toe te kennen. Ofschoon ds. Scheele er op wees, dat de werkgroep helemaal niet om subsidie heeft ge vraagd. vond de sytlode het toch maar beter om de stichting geen geld te ge- Kennelijk schrokken sommige le den terug van de mededeling, dat de stichting tot stand is gekomen op ini tiatief van de Ned. Oecumenische Raad, terwijl anderen de naam van wij len prof. Van der Leeuw wellicht met andere zaken dan met kerk verband brachten konden lopen voor de stichting. gaderingen hierin te worden ge kend. Naderhand ontdekte ds. M, Kamper te Wierden evenwel, dat alle definitieve besluiten een 2/3 meerderheid zodat de stemming wel geldig de mindere vergade-' kan voorleggen, or definitief besluit te Intussen had men reeds het voorstel verworpen om uit te kijken naar een gebouw, dat geschikt ware om de sy node te herbergen, gelijk de hervorm de kerk daarvoor vroeger het huis Ja- vastraat 100 had, dat zowel voor ver gaderingen. als voor het secretariaat der synode dienst deed. Besloten werd om voortaan de syno des begin mei te openen en de zittin gen in augustus en september en zo no dig ook het volgende jaar te houden. Prof. dr. J, H. Bavinck diende het voorstel in om eerst nog een onder zoek in te'stellen naar de wijze waarop andere kerken in binnen- en buitenland synodevergaderingen plegen te houden. Zoals het nu gaat, zuchtte hij, is het toch onbevredigend. De synode duurt veel te lang en de leden raken daar door in alle opzichten in moeilijkheden. Ook wilde prof. Bavinck, dat men ad viezen zou inwinnen bij vergaderexperts. Dit voorstel werd aangehouden. daardoor niet i lang< ge wijd aan het voorstel om opnieuw de- putaten te benoemen -voor de herzie ning der liturgische formulieren. De sy node besloot dit te doen. Ook een aan tal gebeden moeten herzien of geheel vernieuwd worden. Met de kerken in er buiten het vaderland, die dezelfde formu lieren gebruiken als de gereformeerde kerken moet-contact gehouden worden. Zo het mogelijk is zal men alvast nieu we formulieren voor de bevestiging van ambtsdragers moeten concipiëren. Deputaten dienen ook de vragen rond om de handoplegging weer in studie te nemen, evenals de vragen rond de ge reformeerde ambtsbeschouwing. Aan het Utrecht synodestad ming, heeft zij zich beraden de mogelijkheid ciënte werkwijze des te komen. Hierover' k port uitgebracht, dat door een commis- e bekeken is. Een punt, dat de tongen nogal los i de generale syno- maakte, was de vergaderstad. De missie stelde voor om voortaan gere geld in Utrecht te vergader,en, niettegen staande ds. L. ten Kate te Stedum en enige andere sprekers liever vasthiel den aan het bestaande gebruik om door heel het land heen samen, te komen. Met 28 stemmen voor en 25 tegen werd het voorstel der com,missie aange- De praeses, ds. C, van der Wou- de te Leeuwarden, meende echter dat de stemming niet geldig was, daar dit besluit een wijziging van de kerkorde tengevolge zou hebben. Voor een derge- Van Nelle Bestellen, (adv.) Advertentie MAÏZENA DURYEA maakt Uw groenten zo lekker. Beroepingswerk GEREFORMEERDE KERKEN Benoemd tot hulpprediker te Linscho- ten: B. Hagenaar, a.s. em. pred. te Bols- ward. CHRIST. GEREF. KERKEN Tweetal te Haamstede-Kerkwerve: K, Bokhorst te -Na-arden en W. Ruiter te Baarn. GEREFORMEERDE GEMEENTEN DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP beroep ook heeft aangenomen. Van Nelle Bestellen, (adv.) ,,De Drie Lelies", door Olie Matison. Vertaald uit het Zweeds door A. Rut gers van der Loeff-Basenau. Illustraties en omslag van J. Hartogh. Uitgave Ploegma, Amsterdam-C. De kerkbouwactie van de Neder- zjjn leerlingen wat smalend landse Hervormde Kerk komt nader bij. Zaterdag a.s. zal de actie met een bidstond worden ingeleid. Oorspron kelijk hadden de organisatoren ge dacht voldoende te hebben aan de Domkerk, maar de belangstelling voor deze middagbijeenkomst is zo groot dat ook de Buur- en Janskerk schikbaar zullen zijn. Dit deelde de Pendrcchtse predikant ds. T. D. van Soest gisteravond mede op een wijk- avond van de wijkgemeente van ds. E. C. B. Kok. Tijdens deze avond draaide ook de door de Stichting Filmcentrum ge- importeerde Deense film: ..De kerk in dc wereld van morgen", waarvan het sce nario geschreven werd door de predi kant-auteur Gerhard Rasmussen. Deze film geeft op treffende wijze de grote innerlijke strijd weer van een predikant in een groeiende grotestadsgemeente, die niet op tijd kerken gebouwd en ge meentecentra gesticht heeft. Altijd komt hij te laat, maar zijn ver ontschuldiging dat hij immers 15000 mensen moet verzorgen, klinkt hem zelf als onoprecht in de oren. Op school hij godsdienstonderwijs geeft spreken Van Nelle Bestellen, (adv.) JE ANNA OTERDAHL- Daarom zat zij meestal voor het raam met haar breiwerk en keek uit over de tuin. Naar haar brei werk behoefde zij haast niet te kijken. Zij knikte de kinderen altijd vriendelijk toe, wanneer zij voorbij renden, maar overigens hadden zij niet veel met haar te maken. Zij had kinderen en kleinkinderen, die haar dikwijls kwamen bezoeken; het was voor hen dat zij breide. En zij zag er zeker altijd zo te vreden en gelukkig uit, omdat zij zovelen had voor wie zij breien kon, al zat zij daar dan haast de hele dag met haar stijve benen, de oude mevrouw Mannerberg. Maar de meesten waren erg eenzaam. Wie kwam nu ooit juffrouw Kempendaal bezoeken? Niemand. Lang geleden was zij eens tekenlerares geweest, alhoewel het niet te begrijpen was, vond Marit, hoe zij ooit orde had kunnen houden in haar klas, zo verlegen en verschrikt als zij er uitzag. En dat had zij ook nooit gekund. Haar leven op school was een lang lijden geweest: met angst was zij naar haar lesuren toegegaan en met schrik en beven had zij les gegeven. En het was er ook niet beter op geworden, waar zij. sedert haar prille jeugd, de vermetele gedachte had gekoesterd kunstenares te worden. Over die ge dachte had zij nu wel al sedert lang met zelfcri- tiek en weemoed geglimlacht. Maar de liefde voor kleuren en penselen had zij behouden, en in weer en wind kon men haar buiten in de tuin aantref fen voor haar ezel, be?ig met de trouwhartigste po gingen op haar ouderwetse manier weer te geven wat zij zag. Enige malen had zij haar schilderstuk jes ten toon mogen stellen in Schulze's boekhandel, maar niemand kocht ze. Daarom nam zij er nu ge noegen mee ze voor loterijen cadeau te geven: dan brachten ze nog wat op voor een goed doel. Op de negentiende november, op de verjaardag van Elisabet Eriksson, had zij haar een aquarel gegeven, waarop de gevel van het huisje bij het hek stond geschilderd, begroeid met gele klimrozen en Bwiteii waait opmerkzaam toonde tegenover de e overschaduwd door de drie-armige berk. De zon scheen, een wit gordijn fladderde uit het raam, op de achtergrond zag men een stuk blauwe hemel met lichte zomerwolken. Op de achterzijde stond met sierlijk schrift: „Buiten waait de zomerwind.." Aandenken van Aurore Kempendaal met datum en jaartal. Elisabet Eriksson was ontroerd over het ge schenk; zij was er heel blij mee en de kinderen werden niet moe het schilderijtje te bekijken, zij verheugden zich over al de stipt weergegeven klei nigheden. Alles was precies zoals het er in werke- 'itzag: zelfr r„e plachten vergeten. Tegen Kerstmis van datzelfde jaar had de vader het schilderijtje laten omlijsten en nu hing het tus sen de ramen in de mooie kamer, ten zeerste be wonderd door de bezoekers van de familie. Maar alhoewel zij zich bijzonder dankbaar voelde tegenover juffrouw Kempendaal, liet zij de andere dames nooit merken dat zij enig verschil maakte tussen haar en de anderen. Men zou zo zeggen, dat zoiets nu toch niets te beduiden had; alle be woners van het grote huis waren toch immers uit andere kringen. Wat zou het hun kunnen schelen, of de eenvoudige vrouw van de pachter zich meer als tegenover de andere? Maar Elisabet Eriksson was verstan dig. Zij wist, en dat begrepen ook de kinderen zo langzamerhand, tenminste Marit, dat oude mensen gevoelig zijn. Misschien wel het allermeest die oudjes, die betere dagen hebben gekend. Zij vatten sommige dingen als een krenking op, die niet kwaad waren bedoeld. Afgunst en achterdocht groei en licht op in harten, die- geen andere bezigheid meer hebben dan over zichzelf na te denken. Mis schien dacht de tuinmansvrouw, zijn velen van hen voor een onzelfzuchtiger ouderdom bestemd ge weest. maar het leven is hard voor hen geweest, en dat is de reden dat zij zo zijn geworden. Scher pe woorden en scherpe blikken waren niet zeld zaam in het grote huis. Maar er waren natuurlijk ook de vriendelijke en vreedzame oudjes, en eigenlijk kwamen de kinderen alleen mét hen in aanraking. De oude mevrouw Mannerberg was slechts één van hen. Een tweede was juffrouw Gabriels. Zij was tenger en fijntjes als een meisje, met jongensachtig kort geknipt haar, dat zij reeds tientallen jaren zo droeg, vóórdat het mode werd kort haar te dra gen. Zij zat altijd zoveel mogelijk buiten, van de vroege lente tot de late herfst, en altijd met een boek, dat zij dicht voor haar bijziende ogen hield. Om haar heen lagen gebreide sjaals, halsdoeken, wollen jasjes en reisdekens van allerlei kleuren en dikten verspreid. Zij was voortdurend bezig de vele kledingstukken af en aan te doen, al naar gelang zij het koeler of warmer vond worden. Begon het te tochten op het plaatsje waar zij zat, dan stond zij dadelijk op, pakte al haar rommeltje bijeen en keek eens rond naar iemand die haar helpen kon een nieuw plekje te vinden. Maar zij zei zelfs zel den dank je, ze knikte even, vriendelijk en ver strooid, wanneer zij op een beschut plekje was aan geland. Zij las dadelijk door en was geheel in haar boek verdiept, totdat zij weer het een of ander van de ontelbare sjaaltjes aan- of uit moest trek ken, of weer een ander plaatsje moest zoeken. (Wordt vervolgd) lege kerken.. Hij daagt hen uit om de ker ken te bezoeken en dan op een avond bij hem aan huis verslag te komen uit brengen. De film geeft weinig over kerkbouw zelf, geeft ook geen enkele oplossing tenzij men een soort van nieuw begin met de jongelui uit de klas een oplos sing noemt maar gedraaid op wijk- avonden zal hij de aanwezigen zonder enige twijfel op diep ernstige wijze plaatsen voor de noodzakelijkheid op tijd kerken te bouwen. Toen de mensen uit de wijk nog bezig waren de actie voor een half procent in hun wijk te organiseren, liepen wij alweer buiten. Een jonge man bromde voorbij die luidkeels het lied zong dat door Beverley Sheade zanger van Billy Graham bekend is geworden en later op het repertoire Van Mahalia Jackson is gekomen: He's got the whole world in hands", Hij heeft de hele wereld zijn handen. Inderdaad God is i God voor allen, maar hij heeft huizen nodig om de mensen te ontvangen. Resten van tempel van Salomo gevonden Volgens het belangrijke Israë lische dagblad „The Jerusalem Post" zijn onder de Bergkerk in het aan Jordanië toebehorende oude deel van Jeruzalem resten aangetroffen die waarschijnlijk hebben toebehoord aan de Salo- monische tempel. Verscheidene voorwerpen zouden zijn gevon den, waarin inscripties staan die uit de tijd van koning Salomo dateren. Van Israëlische zijde zou worden getracht' de Jor daanse autoriteiten te bewegen een wetenschappelijke staf toe te staan de opgegraven voor werpen aan een onderzoek te onderwerpen. Van Nelle Bestellen, (adv.) Classis Hengelo wil leerstoel aan derde T.H. voor „kerk en industrie" De classlcale vergadering Hengelo (O) van de Nederlandse Hervormde Kerk, welke geheel Twente omvat, heeft giste, ren op haar najaarsvergadering een commissie ingesteld.'welke de mogelijk heid zal bestuderen om bij een eventuele vestiging van een derde T. H. of een universiteit in het oosten van het land, De trits van de catechismus: Ellende, verlossing, dankbaar heid zit er bij ons zo ingestampt dat we ons haast niet kunnen voorstellen dat God een heel andere reeks kan opstellen. En toch zien wij dat gebeuren in Jesaja 9. Als het grote licht gaat schijnen, draagt het drie vruchten: groei, blijdschap en ver- In de catechismus komt de dankbaarheid helemaal op het eind. En het is dankbaarheid, nog niet eens blijdschap. Maar veel christenen worstelen zolang met de ellende dat zij nauwe lijks aan de verlossing toekomen en de dankbaarheid helemaal niet meer ervaren. En toch neemt- de blijdschap in de bijbel een centrale plaats in. ..Mijn blijdschap geef ik u," zegt Christus zelfs. Maar wij sprekeii over het wormpje Israels" en vergeten dat er ook een zingende schare is. De blijdschap is een kenmerk van het ware geloof. Het is zondig om in de zonde te blijven steken. Het is zondig om altijd op ons eigen hart te kijken. God roept ons toe: Hoofd omhoog het hart naar boven". Zie op Christus. Het hemelse halleluja-koor moet op aarde reeds proefzingen. BOEK OVER DE OUDE SAMENWONING 70 VOOR EN NA is er al wel aan dacht besteed aan de bijzondere moeilijkheden waarvoor ons de door de grote woningnood opgedrongen inwoning stelt. Ook is in onze krant al eens min of meer uitvoerig stilge staan bij de buisvestingsperikelcn van zelfstandige alleenstaanden, die een baan hebben, en op onderdak elders dan in het ouderlijk huis zijn aangewezen. Aandacht verdient intussen óók de figuur van de traditionele samen woning van verschillende generatics in écn gezamenlijke familiehuishou- ding. Bij de laatste woningtelling ontmoette men er nog zo'n 60.000 in ons land, her en der verspreid. Maar een groot aantal is geconcen treerd op de oostelijke zandgronden. In een 23-tal gemeenten achter de IJssel vindt men ruim 10.000 boeren bedrijven met een familiehuishou ding. Zulk een familiehuishouding is daar dus een heel gewone zaak, die men van ouder op ouder als van zelfsprekend heeft aanvaard. Het hóórde zo, en men wist niet beter, of het was ook goed zo. Dat begint anders te worden. De laatste jaren vielen er uitlatingen te beluisteren van kenners van deze streek, zowel behorend tot de in heemse bevolking als tot een geïm porteerde, waaruit zou zijn op te ma ken, dat een groeiend onbehagen met deze woonvorm bezit neemt van vele jonge gemoederen. Bewogen pen voerders gaven een bont geheel van oordelen over dit gevoelige en tere onderwerp. In ieder geval bleek hieruit, dat de samenwoning thans als vraagstuk is gaan leven. Als vraagstuk namelijk in deze zint doet die familiehuishou ding in de huidige tijd afbreuk aan :hct levensgeluk? Die vraag betreft dan uiteraard niet zozeer de oudste generatie, die ge woonlijk met deze familiehuishou ding wel gebaat is, als wel bijzonder de jongere en middelste, die hier door een grote mate van vrijheids beperking ondervinden. Een uiterst belangwekkende vraag, een nader onderzoek ten volle waard. Dr. G. A. Kooy, die al be kendheid verwierf door zijn dis sertatie over het veranderend gezin in Nederland heeft dit nader onderzoek ter hand genomen en het resultaat ervan in een pas versche nen boeiende studie vastgelegd Een brede oriëntatie ligt eraan ten grondslag, welke mede mogelijk ge maakt is o.m. doordat niet minder dan 191 in de streek woonachtige kenners van de bevolking, zoals art sen, notarissen, predikanten, pas toors, hoofden van lagere-, land bouw- cn landbouwhuishoudscholen, hun medewerking hebben verleend. En wat kwam er nu uit de bus? Dat er inderdaad in tal van gevallen al lerlei wel niet naar buiten tredende, maar toch reële spanningen zich voordoen, méér dan vroeger, die de Vreugde van het leven wegnemen. Dc ingetrouwde schoondochter treedt duidelijk naar voren als degene, die het 't moeilijkste heeft. De inge trouwde vrouw wordt heel vaak be schouwd als een goedkope werk kracht; ze heeft absoluut geen eigen gezinsleven; ze heeft nauwelijks iets te zeggen over haar kinderen. Soms zelfs beslist grootmoeder, wanneer van borstvoeding op de fles dient overgegaan. En als het zover is, komt moeder aan de verzorging haast niet meer te pas; voor haar is er ander werk. Wat nu de vraag betreft of de sa menwoning ook een ongunstige in vloed op de karakterontplooiing van het kind heeft; bij de kenners van de bevolking overweegt inderdaad de visie, dat dit het geval is, of kan zijn. De mensen zelf schijnen zich met deze kant van de zaak weinig bezig te houden. Uit antwoorden althans blijkt, dat voor hen veel meer speelt het niet tot haar recht komen van de opvoedkundige functie van de ouders. Toch kwam bij het nadruk leggen op het morele recht van de ouder, het eigen kind zonder tussen komst van derden op te voeden, ook hier duidelijk naar voren het be zwaar van verwenning door groot ouders, ooms en tantes, als ook van bet ontbreken van een vaste opvoc- dingslijn bij dc samenwoning. Een merkwaardig verschijnsel ook bij de familiehuishouding is, dat deze situatie, zij het niet algemeen, maar toch ook niet bij wijze van grote uitzondering nog wel eens mee brengt, dat de middelste generatie om zo te zeggen overgeslagen wordt inzake het zelfstandig aan bod ko men. Dat behoeft dan in het geheel niet een gevolg te zijn van een slech te verhouding tussen vader en zoon. Dat kan ook door iets anders ver oorzaakt zijn. Wanneer de grootva der een erg vitale man is gebleven, al is hij 75 of 80 jaar, dan heeft hij het bedrijf vast in handen gehou den. De zoon zal een goede vijftiger zijn en de kleinzoon loopt tegen de dertig. Die zoon zal er zich aan ge wend hebben, dat vader het beft in handen houdt. Bovendien is hij ook op een leeftijd gekomen waarop niet meer zo gemakkelijk initiatieven worden genomen. Het zal hem niet zwaar vallen dat het initiatief aan zijn zoon en niet aan hem komt, wanneer zijn vader is uitgevallen. We zien zo, dat deze samenwn- ningsvormen heel wat anders zijn dan de inwoning, die we allen uit ervaring of van nabij kennen door de woningnood. Want hier hebben we te maken met in den regel een geheel ongedeelde samenwoning. Een samenwoning, die haar oorzaak uiteindelijk vindt in de verweven heid van het familiebestaan met het eigen boerenbedrijf. Uit dat bedrijf wordt het levensonderhoud gewon nen voor de verschillende generaties, en het is d^t bedrijf, waaraan de fa milieverhoudingen zich onderge schikt hebben gemaakt. Iets, dat vroeger een vanzelfsprekende zaak Maar thans, nu men ook in deze eer tijds zo geïsoleerd liggende gebieden regelmatig in contact komt met de snel veranderende wereld, en het moderne levensgevoel ook de men sen hier niet onaangeraakt laat, wordt het kennelijk moeilijker te verwerken, om in het jonge huwe lijk, en ook in de kracht van het leven in gezin cn arbeid, volkomen ondergeschikt te blijven, zowel wat de bedrijfsvoering als de opvoeding van de kinderen en de huishouding, alsmede dc financiën, betreft. Ook in andere gebieden van ons land komt ongetwijfeld een derge lijke problematiek, zij het meer in cidenteel, voor. Het is de typische problematiek van een overgangstijd. Maar doordat het een problematiek is, die steëds de persoonlijke verhou dingen doortrekt, ligt zij uitermate gevoelig, en is het voor degenen die onder de samenwoning gebukt gaan, uitermate moeilijk, dit zelf aan dc orde te stellen. Waar, gelijk bij de Achterhoekse boerenbevolking, de eerbied voor de ouders sterk in het levenspatroon is ingeweven, kan het groeiende on behagen zelfs samengaan met niet gerechtvaardigde schuldgevoe lens. En hier ligt naar onze mening een van de buitengewoon waardevolle elementen voor de practijk van het boek van dr. Kooy, dat hij, door zijn doorlichting van dc problematiek, door duidelijk te maken hoezeer dit samenhangt met de maatschappelijke veranderingen, met de ontsluiting van sterk afgezonderde gebieden, het vraagstuk uitheft boven de sfeer van persoonlijke generatie-tegenstellin- gen. Zijn objectieve, bezonnen belich ting kan niet anders dan luchtzuive rend werken, en moet, bij genoeg zame bekendheid, een krachtige stoot geven tot een open discussie. Het stellen van de problematiek in het brede vlak vijlt altijd iets af van de scherpe kanten in de individuele ge vallen, en bevordert zo het juiste klimaat voor het eerlijke gesprek. Dan mag er een groeiende bereid heid verwacht worden om gezamen lijk te willen zoeken naar oplossin gen, die uiteraard niet met een een heidsrecept kunnen worden bereikt. Dan wordt de tijd rijp om objectieve voorlichting te geven. Voorlichting, die, waar het hier om een vraagstuk gaat waarbij ook de levensovertui ging sterk betrokken is, gelijk ook de auteur stelt, bij voorkeur dient te geschieden door een instantie van dezelfde richting, als de mensen die cr mee zitten, en die welzijn en wel vaart der bevolking tot doel heeft. platteland; irpg op het nieuwe een leerstoel voor kerk en industrie in te stellen. De studenten zou hierdoor een inzicht moeten worden gegeven omtrent de problemen rond' de verhouding kerk industrie. Tevens werd besloten na gaan hoe aandacht aan de studenten geschonken kan worden. Zo is reeds ge dacht aan de benoeming van een stu- dentenpre<iikant. De kerk van Twente kan men er niet van beschuldigen achter de feiten aan te lopen, want er bestaan zelfs nog geen officiële plannen om deze T.H. te stich ten. De regering moet zelfs nog beslis sen of het wenselijk is dat er een nieu- ArsiteU of hogeschool wordt ge- I i dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2