CHRISTELIJK
Spanningen onder
vrijzinnigen
de
Prof. G. v. d. Leeuw-stichting
krijgt geen subsidie
C.N.V. verbaasd over
brief hoogleraren
Première film over kerkbouw
Eert woord voor vandaag
Kanttekening
Leer van de Heilige Geest
zal straks de verhouding
der richtingen bepalen
JN het vrijzinnige blad „Kerk en
Wereld" heeft prof. dr. P.
Smits geprobeerd de spanningen
die in de wereld van de vrijzin
nigen leven te schetsen. Hij
meent dat in de afgelopen jaren
de spanningen die in de eerste
helft van deze eeuw zich open
baarden veelal verdrongen zijn
door geheel nieuwe tegenstel
lingen.
nen ze dat wel worden,
ze nl. de innerlijke saamhorigheid
van een geloofsgemeenschap be
dreigen en ressentimenten oproe
pen. Sinds de laatste oorlog zijn
de theologische spanningen in het
vrijzinnige protestantisme toegeno
men. Dit staat in rechtstreeks ver
band met de radicaal gewijzigde
kerkelijke situatie en wereldsitua
tie. Bovendien zijn de eigenlijke
theologische knelpunten, die span
ningen oproepen, thans andere
dan die zich in de eerste helft
van deze eeuw binnen het vrijzin
nige protestantisme voordeden.
TN de eerste helft van deze eeuw
betroffen de spanningen vooral
de kijk op de mens en op Chris
tus en op de bronnen van onze
Godskennis. De ene groep legde
bij de kijk op de mens alle na
druk op zonde en genade, want op
het menselijke wilsleven, terwijl
de andere groep de mens minder
in het licht van bekering dan wel
van een voortgaande rijping zag.
vroeger grote spanningen,
enerzijds sprak men nl. van Je
zus Christus, doch anderzijds van
de Christus, daarbij in het midden
latend wie Jezus nu precies was
geweest, ja óf hij wel een histo
rische figuur was. Ook deze span
ning is thans voor een groot deel
weggevallen.
TEN SLOTTE is ook de vroegere
spanning rond de vraag naar
de bronnen van onze godsdienstige
kennis grotendeels opgeheven, De
vóór-oorlogse tegenstelling tussen
prof. Heering en dr. Horreüs de
Haas, waarbij de eerste alle na
druk legde op geloof en openba
ring, zoals de Bijbel dit in ons
wekt en ons die schenkt, terwijl
de laatste de eigen menselijke er
varing en het menselijk denken
als onmisbare bronnen van Gods
kennis accentueerde, is thans voor
eén groot deel opgeheven.
a drie vroegere
theologische spanningen zijn
sinds de laatste, oorlog drie ande
re, in de plaats getreden. Zij be
treffen het verschillend antwoord,
dat door vrijzinnigen thans op de
uitdaging van het secularisatiepro
ces wordt gegeven en de verschil
lende visie op de kerk en op de
Heilige Geest.
Er is een groep van jongere
theologen, die op voetspoor van
Bonhoeffer de secularisatie vhn
onze cultuur toejuichen, omdat ze
de volledige mondigwording van
de mens betekent, doch die niet
langer geloven in de mogelijkheid
van een positieve verbinding van
christendom en cultuur; ze gelo
ven niet langer in een eigenlijke
heiliging van de wereldcultuur en
zien de cultuur als in zichzelf god
deloos en chaotisch. Hiertegenover
staat echter een andere groep, die
onverminderd vasthoudt aan de
mogelijkheid van en de godsdien
stige opdracht tot heiliging van
het aardeleven.
ding van het belijden van de kerk
als geloofsgeméénschap en van
het individuele belijden der kerk
leden mogelijk is en in -feite plaats
EEN derde spanning
thans virnr
deel nog
ondergronds, rond de leer van de
Heilige Geest. Er vindt thans in
vrijzinnige kring een nieuwe be
zinning plaats op deze leer, in de
overtuiging, dat deze leer de ver
houding der richtingen in de twee
de helft van deze eeuw zal gaan
beheersen zoals de Christusleer dit
gedaan heeft in de eerste helft.
Er is een groep, die gelijk de
rechtzinnigheid, de heilige Geest
in exclusieve zin aan Christus wil
binden en dus de Bijbel als enige
openbaringsbron beschouwt. Daar
entegen is er een andere groep,
die het filioque van de Westerse
kerk mét de Oosterse kerken wil
prijsgeven en gelooft in een voort
gaande werking en leiding van de
Heilige Geest, die zich niet be
perkt tot de Bijbelse geloofswe
reld. Deze groep ziet mét prof.
Heering ook geen eigenlijke klóóf
tussen de ménselijke geest op zijn
hoogtepunten en Góds geest; hier
is veeleer sprake van een onmerk
baar in elkander overgaan en een
onscheidbaar dooreengeweven zijn.
TZ'AN resprake zijn van een
éénheid bij al deze verschillen7
Met een louter formele solidari
teitsverklaring schieten we niets
op. Liever moeten de verschillen
de theologische groeperingen bin
nen het vrijzinnige protestantisme
er naar streven om door elkan
ders wóórden heen te zien naar
de wezenlijke religieuze motieven
van de ander. Dan blijkt er meer
mogelijkheid tot theologische sa-
menléving en zelfs synthese te
zijn dan oppervlakkig schijnt. Er
blijken dan véle wegen tot God te
leiden, ook vele vrijzinnige wegen.
■Generale Synode Geref. Kerken
Opdracht lot ontwerpen nieuwe
liturgische formulieren
(Van een onzer verslaggevers)
yAN DE PROF. DR. G. VAN DER LEEUWSTICHTING, ontmoe-
tingscentrum voor kerk eri kunst, was bij de generale synode van de
gereformeerde kerken een verzoek binnengekomen om een jaarlijkse
subsidie te mogen ontvangen. De commissie, welke deze zaak behan
delde en waarvan ds. D. Scheele te Assen rapporteur was, stelde voor
om een subsidie van 250,toe te kennen. Dit voorstel werd echter
verworpen. Achttien synodeleden waren ervoor.
Indertijd heeft de synode wel een sub- Kruyswijk te Amsterdam deed er nog
rjocH
t.henli
W'
'AT de
op
aangaat
zijn alleen reeds hiérdoor toegeno
men doordat over de hele linie het
accent veel sterker dan vroeger
op de kerk is komen te liggen,
hetgeen zich makkelijk verklaren
laat uR de na-oorlogse kerkelijke
en culturele situatie. Binnen het
vrijzinnige protestantisme is er
een groep, die onder invloed van
de Ned. herv. kerk sterk de na
druk is gaan leggen op het belij
dend karakter van de kerk. Hier
mee bedoelt men geen belijdenis-
kerk, geen confessionele gezags-
kerk, maar een belijdende kerk,
doch in de praktijk zijn de gren
zen tussen de belijdende en de be-
lijdeniskerk vloeiende, zoals bijv.
de huidige Ned. hervormde kerk
in dit opzicht duidelijk tussen twee
stoelen zit. Vandaar dat een an
dere groep vrijzinnigen hiertegen
over voor een ander type kerk op
komt, nl. een gemeenschapskerk
persoonlijke gelovigen.
bij
wederkerige beïnvloe-
sidie toegekend aan de Van der Leeuw
stichting, toen deze de tentoonstelling
.,Ark, tien jaar kerkbouw" organiseer
de.
De commissie overwoog, dat de stich
ting veel nuttige arbeid verricht, waar
door ook het gereformeerd kerkelijk le
ven gediend wordt, al behoeft men de
in deze kring levende gedachten op li
turgisch terrein niet voor zijn rekening
te nemen.
De vraag rees bij verschillende leden
der synode: welke liturgische gedach
ten zijn dat dan? Ds. Scheele noemde
toen de liederen voor het kerkelijk jaar
van ds. W. Barnard. Hij dacht dat in
gereformeerde kring een lied voor de
palmzondag en b.v. een beurtzang op
Filippenzen 2 niet erg gewaardeerd zou
den worden. Dat zou toch geen reden
zijn om een subsidie aan de stichting
te weigeren, in wier bestuur als gere
formeerden zitting hebben prof. dr. J.
T. Bakker te Kampen en dr. J. Wyt-
zes te Rotterdam.
Prof. dr. D. Nauta te Amsterdam
meende. 1dat de synode beter een sub
sidie kon verlenen aan de gereformeer
de werkgroep voor liturgie en ds. P. N.
(Van onze sociaal-economische redactie)
In Nederland bestaat vrijheid van
organisatie, ook voor hoogleraren, die
een nieuwe organisatievorm zoeken#
evenals men de vrijheid heeft zich
niet te organiseren. Een heel andere
vraag is, of men elke nieuwe orga
nisatie, welke tot leven wordt geroe
pen ook even serieus moet nemen,
met name vallen in dit verband de
categoriale bonden te noemen, bon
den die zich naar beroep georgani
seerd hebben en geen lid zijn van een
vakcentrale.
Dit verklaarde ons in een gesprek
de voorzitter van het C.N.V.. de
heer C. J. van Mastrigt, naar aan
leiding van de brief, die 53 hoog
leraren aan de ministerraad gezon
den hebben met het verzoek ook de
niet bij een vakcentrale aangesloten
organisaties toe te laten tot het ge
organiseerd overleg, de organen van
de publiekrechtelijke bedrijfsorga
nisatie en de ondernemingsraden.
Hoewel de zaak principieel eenvou
dig ligt. zijn er ook belangrijke prak
tische kanten. De heer Van Mastrigt
had namelijk het gevoel, dat het hier
gaat om een groep intellectuelen, die
zich om redenen van standsgevoel niet
bij een bestaande vakcentrale wenst aan
te sluiten. De bestaande vakcentralen
zouden er zijn voor de handarbeiders.
Overigens zullen zoveel intellectuelen
met zoveel kennis toch in staat moeten
zijn een vierde of vijfde vakcentrale op
te richten, zo voegde de heer Van Mas
trigt hier niet zonder enige speelsheid
aan toe. (Hoewel minder bekend, be
staat er op het ogenblik al een vierde
vakcentrale namelijk de neutrale Ne
derlandse Vak Centrale. N.V.C., die zich
voor de oorlog nogal toelegde op de or
ganisatie van technische en ambtelijke
groeperingen
thans dit karakter
loren heeft.)
zich erover, dat er onder de 53 hoog
leraren ook van prot. chr. huize zijn,
die op deze wijze het pleit voeren
voor een neutrale vakcentrale van
categorale organisaties. Temeer is dit
bevreemdend, omdat het C.N.V. ook
organisaties kent voor beambten,
ambtenaren, hoger personeel, journa
listen enz. en niet alleen voor hand
arbeiders.
Tenslotte komt hier nog bij, zo
meende de C.N.V.-voorzitter, dat wan
neer er een nieuwe centrale opgericht
mocht worden, de partners die thans
het overleg voeren in de verschillen
de colleges nog uit zullen maken, of
een eventuele nieuwe centrale ook in
het overleg betrokken zal worden.
Van Nelle Bestellen, (adv.)
Instituut voor Joodse
studies te Amsterdam
Van Nelle Bestellen, (adv.)
Ten einde de ouders van kinderen die
Joods onderwijs genieten vertrouwd te
maken met het Jodendom, is onö'er aus
piciën van de Nederlands Israëlitische
Hoofdsynagoge en met medewerking van
het Nederlands Israëlitisch Seminarium
en enige Israëlische onderwijsinstellin
gen te Amsterdam opgericht het Insti
tuut voor Jooase Studies. Dit infetituut
dat onder leiding zal staan van mr. dr.
M. KÖnig. heeft als doel het Jodendom
in populaire vorm en op wetenschappe
lijk verantwoorde wijze te belichten.
Hiertoe zullen twee docenten gedurende
tien lessen een uiteenlopende mening ver
kondigen over de geschiedenis van het
Joodse volk van de emancipatie tot he
den. In een lezingencyclus van twee jaar
zal de betekenis van dertig figuren die
voor de ontwikkeling van het Jodendom
van groot belang zijn worden uiteenge
zet. Ook de Joodse feest- en gea'enk-
dagen zullen worden belicht, evenals de
De heer Van Mastrigt verbaasde ontwikkeling van het Joodse gebed.
schepje, bovenop door voor te stel
len liever de dubbele subsidie aan de
werkgroep toe te kennen. Ofschoon ds.
Scheele er op wees, dat de werkgroep
helemaal niet om subsidie heeft ge
vraagd. vond de sytlode het toch maar
beter om de stichting geen geld te ge-
Kennelijk schrokken sommige le
den terug van de mededeling, dat de
stichting tot stand is gekomen op ini
tiatief van de Ned. Oecumenische
Raad, terwijl anderen de naam van wij
len prof. Van der Leeuw wellicht met
andere zaken dan met kerk
verband brachten
konden lopen voor de stichting.
gaderingen hierin te worden ge
kend.
Naderhand ontdekte ds. M, Kamper te
Wierden evenwel, dat alle definitieve
besluiten een 2/3 meerderheid
zodat de stemming wel geldig
de mindere vergade-'
kan voorleggen, or
definitief besluit te
Intussen had men reeds het voorstel
verworpen om uit te kijken naar een
gebouw, dat geschikt ware om de sy
node te herbergen, gelijk de hervorm
de kerk daarvoor vroeger het huis Ja-
vastraat 100 had, dat zowel voor ver
gaderingen. als voor het secretariaat
der synode dienst deed.
Besloten werd om voortaan de syno
des begin mei te openen en de zittin
gen in augustus en september en zo no
dig ook het volgende jaar te houden.
Prof. dr. J, H. Bavinck diende het
voorstel in om eerst nog een onder
zoek in te'stellen naar de wijze waarop
andere kerken in binnen- en buitenland
synodevergaderingen plegen te houden.
Zoals het nu gaat, zuchtte hij, is het
toch onbevredigend. De synode duurt
veel te lang en de leden raken daar
door in alle opzichten in moeilijkheden.
Ook wilde prof. Bavinck, dat men ad
viezen zou inwinnen bij vergaderexperts.
Dit voorstel werd aangehouden.
daardoor niet
i lang<
ge
wijd aan het voorstel om opnieuw de-
putaten te benoemen -voor de herzie
ning der liturgische formulieren. De sy
node besloot dit te doen. Ook een aan
tal gebeden moeten herzien of geheel
vernieuwd worden. Met de kerken in er
buiten het vaderland, die dezelfde formu
lieren gebruiken als de gereformeerde
kerken moet-contact gehouden worden.
Zo het mogelijk is zal men alvast nieu
we formulieren voor de bevestiging van
ambtsdragers moeten concipiëren.
Deputaten dienen ook de vragen rond
om de handoplegging weer in studie te
nemen, evenals de vragen rond de ge
reformeerde ambtsbeschouwing. Aan het
Utrecht synodestad
ming, heeft zij zich beraden
de mogelijkheid
ciënte werkwijze
des te komen. Hierover' k
port uitgebracht, dat door een commis-
e bekeken is.
Een punt, dat de tongen nogal los
i de generale syno-
maakte, was de vergaderstad. De
missie stelde voor om voortaan gere
geld in Utrecht te vergader,en, niettegen
staande ds. L. ten Kate te Stedum en
enige andere sprekers liever vasthiel
den aan het bestaande gebruik om door
heel het land heen samen, te komen.
Met 28 stemmen voor en 25 tegen
werd het voorstel der com,missie aange-
De praeses, ds. C, van der Wou-
de te Leeuwarden, meende echter dat
de stemming niet geldig was, daar dit
besluit een wijziging van de kerkorde
tengevolge zou hebben. Voor een derge-
Van Nelle Bestellen, (adv.)
Advertentie
MAÏZENA
DURYEA
maakt Uw groenten zo lekker.
Beroepingswerk
GEREFORMEERDE KERKEN
Benoemd tot hulpprediker te Linscho-
ten: B. Hagenaar, a.s. em. pred. te Bols-
ward.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Tweetal te Haamstede-Kerkwerve: K,
Bokhorst te -Na-arden en W. Ruiter te
Baarn.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP
beroep ook heeft aangenomen.
Van Nelle Bestellen, (adv.)
,,De Drie Lelies", door Olie Matison.
Vertaald uit het Zweeds door A. Rut
gers van der Loeff-Basenau. Illustraties
en omslag van J. Hartogh. Uitgave
Ploegma, Amsterdam-C.
De kerkbouwactie van de Neder- zjjn leerlingen wat smalend
landse Hervormde Kerk komt nader
bij. Zaterdag a.s. zal de actie met een
bidstond worden ingeleid. Oorspron
kelijk hadden de organisatoren ge
dacht voldoende te hebben aan de
Domkerk, maar de belangstelling voor
deze middagbijeenkomst is zo groot
dat ook de Buur- en Janskerk
schikbaar zullen zijn. Dit deelde de
Pendrcchtse predikant ds. T. D. van
Soest gisteravond mede op een wijk-
avond van de wijkgemeente van ds.
E. C. B. Kok.
Tijdens deze avond draaide ook de
door de Stichting Filmcentrum ge-
importeerde Deense film: ..De kerk in dc
wereld van morgen", waarvan het sce
nario geschreven werd door de predi
kant-auteur Gerhard Rasmussen. Deze
film geeft op treffende wijze de grote
innerlijke strijd weer van een predikant
in een groeiende grotestadsgemeente,
die niet op tijd kerken gebouwd en ge
meentecentra gesticht heeft.
Altijd komt hij te laat, maar zijn ver
ontschuldiging dat hij immers 15000
mensen moet verzorgen, klinkt hem zelf
als onoprecht in de oren. Op school
hij godsdienstonderwijs geeft spreken
Van Nelle Bestellen, (adv.)
JE ANNA OTERDAHL-
Daarom zat zij meestal voor het raam met haar
breiwerk en keek uit over de tuin. Naar haar brei
werk behoefde zij haast niet te kijken. Zij knikte de
kinderen altijd vriendelijk toe, wanneer zij voorbij
renden, maar overigens hadden zij niet veel met
haar te maken. Zij had kinderen en kleinkinderen,
die haar dikwijls kwamen bezoeken; het was voor
hen dat zij breide. En zij zag er zeker altijd zo te
vreden en gelukkig uit, omdat zij zovelen had voor
wie zij breien kon, al zat zij daar dan haast de
hele dag met haar stijve benen, de oude mevrouw
Mannerberg.
Maar de meesten waren erg eenzaam. Wie kwam
nu ooit juffrouw Kempendaal bezoeken?
Niemand.
Lang geleden was zij eens tekenlerares geweest,
alhoewel het niet te begrijpen was, vond Marit, hoe
zij ooit orde had kunnen houden in haar klas, zo
verlegen en verschrikt als zij er uitzag. En dat had
zij ook nooit gekund. Haar leven op school was een
lang lijden geweest: met angst was zij naar haar
lesuren toegegaan en met schrik en beven had zij
les gegeven.
En het was er ook niet beter op geworden, waar
zij. sedert haar prille jeugd, de vermetele gedachte
had gekoesterd kunstenares te worden. Over die ge
dachte had zij nu wel al sedert lang met zelfcri-
tiek en weemoed geglimlacht. Maar de liefde voor
kleuren en penselen had zij behouden, en in weer
en wind kon men haar buiten in de tuin aantref
fen voor haar ezel, be?ig met de trouwhartigste po
gingen op haar ouderwetse manier weer te geven
wat zij zag. Enige malen had zij haar schilderstuk
jes ten toon mogen stellen in Schulze's boekhandel,
maar niemand kocht ze. Daarom nam zij er nu ge
noegen mee ze voor loterijen cadeau te geven: dan
brachten ze nog wat op voor een goed doel.
Op de negentiende november, op de verjaardag
van Elisabet Eriksson, had zij haar een aquarel
gegeven, waarop de gevel van het huisje bij het hek
stond geschilderd, begroeid met gele klimrozen en
Bwiteii waait
opmerkzaam toonde tegenover de e
overschaduwd door de drie-armige berk. De zon
scheen, een wit gordijn fladderde uit het raam, op
de achtergrond zag men een stuk blauwe hemel
met lichte zomerwolken. Op de achterzijde stond
met sierlijk schrift: „Buiten waait de zomerwind.."
Aandenken van Aurore Kempendaal met datum en
jaartal.
Elisabet Eriksson was ontroerd over het ge
schenk; zij was er heel blij mee en de kinderen
werden niet moe het schilderijtje te bekijken, zij
verheugden zich over al de stipt weergegeven klei
nigheden. Alles was precies zoals het er in werke-
'itzag: zelfr
r„e plachten
vergeten.
Tegen Kerstmis van datzelfde jaar had de vader
het schilderijtje laten omlijsten en nu hing het tus
sen de ramen in de mooie kamer, ten zeerste be
wonderd door de bezoekers van de familie.
Maar alhoewel zij zich bijzonder dankbaar voelde
tegenover juffrouw Kempendaal, liet zij de andere
dames nooit merken dat zij enig verschil maakte
tussen haar en de anderen. Men zou zo zeggen,
dat zoiets nu toch niets te beduiden had; alle be
woners van het grote huis waren toch immers uit
andere kringen. Wat zou het hun kunnen schelen,
of de eenvoudige vrouw van de pachter zich meer
als tegenover
de andere? Maar Elisabet Eriksson was verstan
dig. Zij wist, en dat begrepen ook de kinderen zo
langzamerhand, tenminste Marit, dat oude mensen
gevoelig zijn. Misschien wel het allermeest die
oudjes, die betere dagen hebben gekend. Zij vatten
sommige dingen als een krenking op, die niet
kwaad waren bedoeld. Afgunst en achterdocht groei
en licht op in harten, die- geen andere bezigheid
meer hebben dan over zichzelf na te denken. Mis
schien dacht de tuinmansvrouw, zijn velen van hen
voor een onzelfzuchtiger ouderdom bestemd ge
weest. maar het leven is hard voor hen geweest,
en dat is de reden dat zij zo zijn geworden. Scher
pe woorden en scherpe blikken waren niet zeld
zaam in het grote huis.
Maar er waren natuurlijk ook de vriendelijke en
vreedzame oudjes, en eigenlijk kwamen de kinderen
alleen mét hen in aanraking. De oude mevrouw
Mannerberg was slechts één van hen.
Een tweede was juffrouw Gabriels. Zij was tenger
en fijntjes als een meisje, met jongensachtig kort
geknipt haar, dat zij reeds tientallen jaren zo
droeg, vóórdat het mode werd kort haar te dra
gen. Zij zat altijd zoveel mogelijk buiten, van de
vroege lente tot de late herfst, en altijd met een
boek, dat zij dicht voor haar bijziende ogen hield.
Om haar heen lagen gebreide sjaals, halsdoeken,
wollen jasjes en reisdekens van allerlei kleuren en
dikten verspreid. Zij was voortdurend bezig de vele
kledingstukken af en aan te doen, al naar gelang
zij het koeler of warmer vond worden. Begon het
te tochten op het plaatsje waar zij zat, dan stond
zij dadelijk op, pakte al haar rommeltje bijeen en
keek eens rond naar iemand die haar helpen kon
een nieuw plekje te vinden. Maar zij zei zelfs zel
den dank je, ze knikte even, vriendelijk en ver
strooid, wanneer zij op een beschut plekje was aan
geland. Zij las dadelijk door en was geheel in haar
boek verdiept, totdat zij weer het een of ander
van de ontelbare sjaaltjes aan- of uit moest trek
ken, of weer een ander plaatsje moest zoeken.
(Wordt vervolgd)
lege
kerken.. Hij daagt hen uit om de ker
ken te bezoeken en dan op een avond
bij hem aan huis verslag te komen uit
brengen.
De film geeft weinig over kerkbouw
zelf, geeft ook geen enkele oplossing
tenzij men een soort van nieuw begin
met de jongelui uit de klas een oplos
sing noemt maar gedraaid op wijk-
avonden zal hij de aanwezigen zonder
enige twijfel op diep ernstige wijze
plaatsen voor de noodzakelijkheid op
tijd kerken te bouwen.
Toen de mensen uit de wijk nog
bezig waren de actie voor een half
procent in hun wijk te organiseren,
liepen wij alweer buiten. Een jonge
man bromde voorbij die luidkeels het
lied zong dat door Beverley Sheade
zanger van Billy Graham bekend is
geworden en later op het repertoire
Van Mahalia Jackson is gekomen:
He's got the whole world in
hands", Hij heeft de hele wereld
zijn handen. Inderdaad God is i
God voor allen, maar hij heeft huizen
nodig om de mensen te ontvangen.
Resten van tempel
van Salomo
gevonden
Volgens het belangrijke Israë
lische dagblad „The Jerusalem
Post" zijn onder de Bergkerk in
het aan Jordanië toebehorende
oude deel van Jeruzalem resten
aangetroffen die waarschijnlijk
hebben toebehoord aan de Salo-
monische tempel. Verscheidene
voorwerpen zouden zijn gevon
den, waarin inscripties staan die
uit de tijd van koning Salomo
dateren. Van Israëlische zijde
zou worden getracht' de Jor
daanse autoriteiten te bewegen
een wetenschappelijke staf toe
te staan de opgegraven voor
werpen aan een onderzoek te
onderwerpen.
Van Nelle Bestellen, (adv.)
Classis Hengelo wil leerstoel
aan derde T.H. voor
„kerk en industrie"
De classlcale vergadering Hengelo (O)
van de Nederlandse Hervormde Kerk,
welke geheel Twente omvat, heeft giste,
ren op haar najaarsvergadering een
commissie ingesteld.'welke de mogelijk
heid zal bestuderen om bij een eventuele
vestiging van een derde T. H. of een
universiteit in het oosten van het land,
De trits van de catechismus: Ellende, verlossing, dankbaar
heid zit er bij ons zo ingestampt dat we ons haast niet kunnen
voorstellen dat God een heel andere reeks kan opstellen. En
toch zien wij dat gebeuren in Jesaja 9. Als het grote licht gaat
schijnen, draagt het drie vruchten: groei, blijdschap en ver-
In de catechismus komt de dankbaarheid helemaal op het
eind. En het is dankbaarheid, nog niet eens blijdschap. Maar
veel christenen worstelen zolang met de ellende dat zij nauwe
lijks aan de verlossing toekomen en de dankbaarheid helemaal
niet meer ervaren.
En toch neemt- de blijdschap in de bijbel een centrale plaats
in. ..Mijn blijdschap geef ik u," zegt Christus zelfs. Maar wij
sprekeii over het wormpje Israels" en vergeten dat er ook
een zingende schare is. De blijdschap is een kenmerk van
het ware geloof. Het is zondig om in de zonde te blijven
steken. Het is zondig om altijd op ons eigen hart te kijken.
God roept ons toe: Hoofd omhoog het hart naar boven". Zie
op Christus. Het hemelse halleluja-koor moet op aarde reeds
proefzingen.
BOEK OVER DE OUDE SAMENWONING
70 VOOR EN NA is er al wel aan
dacht besteed aan de bijzondere
moeilijkheden waarvoor ons de door
de grote woningnood opgedrongen
inwoning stelt. Ook is in onze krant
al eens min of meer uitvoerig stilge
staan bij de buisvestingsperikelcn
van zelfstandige alleenstaanden, die
een baan hebben, en op onderdak
elders dan in het ouderlijk huis zijn
aangewezen.
Aandacht verdient intussen óók de
figuur van de traditionele samen
woning van verschillende generatics
in écn gezamenlijke familiehuishou-
ding. Bij de laatste woningtelling
ontmoette men er nog zo'n 60.000
in ons land, her en der verspreid.
Maar een groot aantal is geconcen
treerd op de oostelijke zandgronden.
In een 23-tal gemeenten achter de
IJssel vindt men ruim 10.000 boeren
bedrijven met een familiehuishou
ding. Zulk een familiehuishouding
is daar dus een heel gewone zaak,
die men van ouder op ouder als van
zelfsprekend heeft aanvaard. Het
hóórde zo, en men wist niet beter,
of het was ook goed zo.
Dat begint anders te worden. De
laatste jaren vielen er uitlatingen te
beluisteren van kenners van deze
streek, zowel behorend tot de in
heemse bevolking als tot een geïm
porteerde, waaruit zou zijn op te ma
ken, dat een groeiend onbehagen met
deze woonvorm bezit neemt van vele
jonge gemoederen. Bewogen pen
voerders gaven een bont geheel van
oordelen over dit gevoelige en tere
onderwerp.
In ieder geval bleek hieruit, dat de
samenwoning thans als vraagstuk is
gaan leven. Als vraagstuk namelijk
in deze zint doet die familiehuishou
ding in de huidige tijd afbreuk aan
:hct levensgeluk?
Die vraag betreft dan uiteraard niet
zozeer de oudste generatie, die ge
woonlijk met deze familiehuishou
ding wel gebaat is, als wel bijzonder
de jongere en middelste, die hier
door een grote mate van vrijheids
beperking ondervinden. Een uiterst
belangwekkende vraag, een nader
onderzoek ten volle waard.
Dr. G. A. Kooy, die al be
kendheid verwierf door zijn dis
sertatie over het veranderend
gezin in Nederland heeft dit nader
onderzoek ter hand genomen en het
resultaat ervan in een pas versche
nen boeiende studie vastgelegd
Een brede oriëntatie ligt eraan ten
grondslag, welke mede mogelijk ge
maakt is o.m. doordat niet minder
dan 191 in de streek woonachtige
kenners van de bevolking, zoals art
sen, notarissen, predikanten, pas
toors, hoofden van lagere-, land
bouw- cn landbouwhuishoudscholen,
hun medewerking hebben verleend.
En wat kwam er nu uit de bus? Dat
er inderdaad in tal van gevallen al
lerlei wel niet naar buiten tredende,
maar toch reële spanningen zich
voordoen, méér dan vroeger, die de
Vreugde van het leven wegnemen.
Dc ingetrouwde schoondochter treedt
duidelijk naar voren als degene, die
het 't moeilijkste heeft. De inge
trouwde vrouw wordt heel vaak be
schouwd als een goedkope werk
kracht; ze heeft absoluut geen eigen
gezinsleven; ze heeft nauwelijks iets
te zeggen over haar kinderen. Soms
zelfs beslist grootmoeder, wanneer
van borstvoeding op de fles dient
overgegaan. En als het zover is, komt
moeder aan de verzorging haast niet
meer te pas; voor haar is er ander
werk.
Wat nu de vraag betreft of de sa
menwoning ook een ongunstige in
vloed op de karakterontplooiing van
het kind heeft; bij de kenners van
de bevolking overweegt inderdaad
de visie, dat dit het geval is, of kan
zijn.
De mensen zelf schijnen zich met
deze kant van de zaak weinig bezig
te houden. Uit antwoorden althans
blijkt, dat voor hen veel meer speelt
het niet tot haar recht komen van de
opvoedkundige functie van de
ouders. Toch kwam bij het nadruk
leggen op het morele recht van de
ouder, het eigen kind zonder tussen
komst van derden op te voeden, ook
hier duidelijk naar voren het be
zwaar van verwenning door groot
ouders, ooms en tantes, als ook van
bet ontbreken van een vaste opvoc-
dingslijn bij dc samenwoning.
Een merkwaardig verschijnsel ook
bij de familiehuishouding is, dat
deze situatie, zij het niet algemeen,
maar toch ook niet bij wijze van
grote uitzondering nog wel eens mee
brengt, dat de middelste generatie
om zo te zeggen overgeslagen wordt
inzake het zelfstandig aan bod ko
men. Dat behoeft dan in het geheel
niet een gevolg te zijn van een slech
te verhouding tussen vader en zoon.
Dat kan ook door iets anders ver
oorzaakt zijn. Wanneer de grootva
der een erg vitale man is gebleven,
al is hij 75 of 80 jaar, dan heeft hij
het bedrijf vast in handen gehou
den. De zoon zal een goede vijftiger
zijn en de kleinzoon loopt tegen de
dertig. Die zoon zal er zich aan ge
wend hebben, dat vader het beft in
handen houdt. Bovendien is hij ook
op een leeftijd gekomen waarop niet
meer zo gemakkelijk initiatieven
worden genomen. Het zal hem niet
zwaar vallen dat het initiatief aan
zijn zoon en niet aan hem komt,
wanneer zijn vader is uitgevallen.
We zien zo, dat deze samenwn-
ningsvormen heel wat anders zijn
dan de inwoning, die we allen uit
ervaring of van nabij kennen door
de woningnood. Want hier hebben
we te maken met in den regel een
geheel ongedeelde samenwoning.
Een samenwoning, die haar oorzaak
uiteindelijk vindt in de verweven
heid van het familiebestaan met het
eigen boerenbedrijf. Uit dat bedrijf
wordt het levensonderhoud gewon
nen voor de verschillende generaties,
en het is d^t bedrijf, waaraan de fa
milieverhoudingen zich onderge
schikt hebben gemaakt. Iets, dat
vroeger een vanzelfsprekende zaak
Maar thans, nu men ook in deze eer
tijds zo geïsoleerd liggende gebieden
regelmatig in contact komt met de
snel veranderende wereld, en het
moderne levensgevoel ook de men
sen hier niet onaangeraakt laat,
wordt het kennelijk moeilijker te
verwerken, om in het jonge huwe
lijk, en ook in de kracht van het
leven in gezin cn arbeid, volkomen
ondergeschikt te blijven, zowel wat
de bedrijfsvoering als de opvoeding
van de kinderen en de huishouding,
alsmede dc financiën, betreft.
Ook in andere gebieden van ons
land komt ongetwijfeld een derge
lijke problematiek, zij het meer in
cidenteel, voor. Het is de typische
problematiek van een overgangstijd.
Maar doordat het een problematiek
is, die steëds de persoonlijke verhou
dingen doortrekt, ligt zij uitermate
gevoelig, en is het voor degenen die
onder de samenwoning gebukt gaan,
uitermate moeilijk, dit zelf aan dc
orde te stellen.
Waar, gelijk bij de Achterhoekse
boerenbevolking, de eerbied voor de
ouders sterk in het levenspatroon is
ingeweven, kan het groeiende on
behagen zelfs samengaan met niet
gerechtvaardigde schuldgevoe
lens.
En hier ligt naar onze mening een
van de buitengewoon waardevolle
elementen voor de practijk van het
boek van dr. Kooy, dat hij, door zijn
doorlichting van dc problematiek,
door duidelijk te maken hoezeer dit
samenhangt met de maatschappelijke
veranderingen, met de ontsluiting
van sterk afgezonderde gebieden, het
vraagstuk uitheft boven de sfeer van
persoonlijke generatie-tegenstellin-
gen.
Zijn objectieve, bezonnen belich
ting kan niet anders dan luchtzuive
rend werken, en moet, bij genoeg
zame bekendheid, een krachtige stoot
geven tot een open discussie. Het
stellen van de problematiek in het
brede vlak vijlt altijd iets af van de
scherpe kanten in de individuele ge
vallen, en bevordert zo het juiste
klimaat voor het eerlijke gesprek.
Dan mag er een groeiende bereid
heid verwacht worden om gezamen
lijk te willen zoeken naar oplossin
gen, die uiteraard niet met een een
heidsrecept kunnen worden bereikt.
Dan wordt de tijd rijp om objectieve
voorlichting te geven. Voorlichting,
die, waar het hier om een vraagstuk
gaat waarbij ook de levensovertui
ging sterk betrokken is, gelijk ook
de auteur stelt, bij voorkeur dient te
geschieden door een instantie van
dezelfde richting, als de mensen die
cr mee zitten, en die welzijn en wel
vaart der bevolking tot doel heeft.
platteland;
irpg op het nieuwe
een leerstoel voor kerk en industrie in
te stellen. De studenten zou hierdoor een
inzicht moeten worden gegeven omtrent
de problemen rond' de verhouding kerk
industrie. Tevens werd besloten na
gaan hoe aandacht aan de studenten
geschonken kan worden. Zo is reeds ge
dacht aan de benoeming van een stu-
dentenpre<iikant.
De kerk van Twente kan men er niet
van beschuldigen achter de feiten aan
te lopen, want er bestaan zelfs nog geen
officiële plannen om deze T.H. te stich
ten. De regering moet zelfs nog beslis
sen of het wenselijk is dat er een nieu-
ArsiteU of hogeschool wordt ge-
I i dan