CHRISTELIJK Hereniging ter sprake op Kamper Hogeschooldag Kerkelijke stem over de mammoetwet Reünie van duizenden vrijgemaakten Vrouw meer betrekken bij liefdadig kerkewerk Hoogleraren zenden adres aan ministerraad Een woord voor vandaag Kanttekening Prof. dr. A. Coslinga 75 jaar Kerk moet zich krachtiger verzetten J QOk de kerkelijke pers gaat zich uitspreken over de mammoet van minister Cals. In het blad „In de Waagschaal" heeft de directeur van „Nieuw Ruimzicht", ds. W. Dekker een uitvoerig artikel gewijd over de. voorstellen van minister Cals in dit ivetsontwerp op het voort gezet onderwijs om straks de theologische opleiding open te stellen voor ieder die het v.w.o diploma heeft behaald ongeacht van welke richting, Ds. Dekker schrijft: TOEN DE minister twee jaar ge leden een aantal voorstellen indiende, waarbij o.a. de mogelijk heid tot theologische studie werd geopend voor bezitters van het einddiploma gymnasium B, is daar niet alleen in wetenschappelijke, maar ook in kerkelijke kringen met grote ernst en nadruk tegen geprotesteerd: men was terecht van mening dat een gedegen phi- lologische vorming en een directe kennis van de voornaamste expo nenten der klassieke oudheid in het geheel van de reformatorische opvatting voor de theologische studie van de as. predikant on misbaar waren. Het stemt dan ook tot grote dankbaarheid dat de Tweede Kamer door aanneming van een amendement-Versteeg al thans de studie in de theologische faculteit heeft voorbehouden aan hen die een opleiding gymnasium A hebben gehad: de studie in de literaire faculteit werd, gelijk be kend, wel voor de beta's open gesteld, en daartegenover de stu- die in de medische faculteit voor de alpha's. Hoe men over deze wel doorge voerde verruimingen ook moge den ken. hiermee werd in ieder geval tot uitdrukking gebracht dat de theologische studie geheel eigen eisen stelt: de theologische facul teit is met de sectie klassieke taal- en letterkunde in de literaire faculteit sinds kort de enige waar voor het diploma gymnasium A beslist vereist is. Krachtiger verzet MAAR HOE valt het ter wereld te verklaren dat deze zelfde kerkelijke kringen niet tot een nog veel krachtiger openbaar ver zet komen tegen de veel verder strekkende plannen die de minis ter nu heeft bekendgemaakt? Over ziet men dan de consequenties niet? Het zal dus, als de mammoet over ons heen is gegaan, mogelijk zijn dat men theologie gaat stu deren met een zeer summiere kennis van Latijn en zonder enige kennis van Grieks. De minister tekent hierbij aan, dat hij „niet de mening (is) toegedaan, dat het de taak van de universiteiten en hogescholen is, de eventuele lacu nes in kennis dezer kandidaten aan te vullen Dit is een zaak, waarvoor de be trokkene zelf moet zorgen. De grote vrijheid, die de student aan de Nederlandse universiteiten en hogescholen heeft, biedt hem daar toe onvoldoende gelegenheid." De nieuw-testamentici of graeci krij gen dus niet de opdracht, een aantal van hun studenten paideuo te gaan leren (in tegenstelling tot België, waar dit wel het geval schijnt te zijn). Dit moge enerzijds een opluch ting betekenen, anderzijds houdt het in dat men zich maar niet te veel illusies moet maken omtrent gedegenheid en zeker met omtrent duurzaamheid van de kennis van Grieks en Latijn bij deze kandi daten, Laten wij openhartig zijn: de gemiddelde predikant weet tot zijn schade nog maar bitter weinig van het Hebreeuws dat hij inder tijd onder leiding van hoogleraar en assistent heeft bestudeerd; zou het anders worden met het Grieks en Latijn, waarvoor „betrokken3 zelf moet zorgen" omdat „de grote vrijheid die de student aan de Nederlandse universiteiten en ho gescholen heeft, hem daartoe vol doende gelegenheid biedt"? Dit kan meebrengen dat Kittels Woor denboek op het Nieuwe Testament in de toekomst voor een aantal dienstdoende predikanten een ge sloten boek blijft Geen reactie i niet kerkelijke kringen? Alle argumenten die anderhalf jaar geleden tegen de beta's zijn aan gevoerd, gelden opnieuw in volle kracht en er komen een aantal nog veel zwaarder wegende argu menten bij: de beta's hebben ten minste nog een aantal jaren dege lijk Latijn en Grieks gehad op een leeftijd waarop zij hiervoor ont vankelijk waren; maar wat stelt men zich voor van de Athenaeërs met wat eenvoudig Latijn, die in hun studententijd een flink stuk Latijn en het gehele Grieks rnaar ergens moeten zien op te doen? Meent men dat het hiei om een te verwaarlozen minderheid gaat? De minister spreekt inderdaad over een „klein percentage" en een ..kleine groep" die achteraf gezien beter een andere voorbereidend wetenschappelijke opleiding had kunnen kiezen. Dit moge waar zijn voor vele andere studies voor de theologie geldt het beslist niet. In het algemeen zal het wei opgaan dat de affiniteit tot een bepaalde universitaire studie glo baal genomen ook de keuze van de daartoe voorbereidende oplei ding zal bepalen maar bij een keuze voor de theologie zijn geheel andere factoren in het spel. Blij kens een onderzoek waren in het cursusjaar 55/56 haast 20% van alle theologische studenten de faculteit binnengekomen via het staatsexamen, Nu zullen hier een aantal men sen bij zijn geweest zonder enige andere vooropleiding, die dus vol ledig staatsexamen gymnasium A hebben gedaan, en van wie we dan maar hopen dat ze onder de door minister Cals voorgesteld^ omstandigheden zo wijs zouden zijn geweest, ook het staatsexamen gymnasium A te kiezen; maar verreweg het grootste deel zal toch HBS of gymnasium B hebben gehad, en aanvullend staatsexamen gymnasium A hebben gedaan. In de nieuwe situatie hadden zij dus zonder dat aanvullend staatsexa men kunnen gaan studeren. Beseft de minister, en beseft de kerk, om welke getallen het. in de theologi sche faculteit gaat? Dit „klein percentage" ligt hier maai liefst in de orde van 20%! Épl' '«s' f 'j "VfEER dan 7000 vrijgemaakten zijn gisteren naar Kampen ge- komen ter bijwoning van de Hogeschooldag. Men kwam in zeven gebouwen bijeen. De Nieuwe Kerk toch wel de plaats van de hoofdbijeenkomst was weer het meest in trek. De kerk was overvol toen ds. D. van Dijk de kansel betrad. Met ingang van 1 oktober is aan gesteld tot plaatsvervangend hoofd van de afdeling voorlichting van het Neder- landsche Rood'e Kruis de heer W. E. Tausent, voorheen fungerend hoofd van het kantoor voorlichting en radio-omroep van het gouvernement van Nederlands Nieuw-Guinea. BESTELLEN. (Adv.) Zijn openingswoord over „Levende lief de" was gebaseerd op 1 Cor. 13, het hoofdstuk der liefde. „Hoe staat het met onze liefde", aldus ds. Van Dijk „Dat er verschil van inzicht is. spreekt vanzelf. We kennen hier immers slechts ten dele. Dat we trachten el kaar van ons eigen inzicht te over tuigen, Is eveneens vanzelfsprekend'. De vraag is echter, hoe wij tegenover elkaar staan. Is de noodzakelijke liefde er alleen met het woord of toch ook met de daad? Is er levende liefde, zo als die omschreven staat in Cor. 13? We moeten er geen doekjes om winden. Er zijn meningsverschillen over ARP of GPV, of over CNV of een Geref. Nationaal Vakverbond, of over de schoolkeus en nu ook over de kwestie der hereniging. Behouden wij in deze strijdvragen wel voldoend'e het geloof in elkaar? Durft Ieder te zeg gen, dat niemand verketterd wordt en dat nog niemand van een ander heeft gedacht of gezegd, dat hij wel voor de zaak der-vrijmaking verloren zal „Let wel", zei ds. Van Dijk, „ik kies vandaag niet in deze problematiek. Het komt op mijn visie nu ook niet aan. Het gaat alleen om de bewarendi liefde, die we elkaar moeten toedra gen en waardoor Goq' wordt verheer lijkt. Moge die liefde gewekt en heerschappij gebracht worden". Minder studenten Geref. diakonale conferentie BESTELLEN. (Van een onzer verslaggevers) Tot schade van kerk en wereld is er tot nu toe veel te weinig ge bruik gemaakt van de bereidheid der vrouw tot het verrichten van liefdadig kerkewerk. De kerk heeft zich daardoor de kans laten ontgaan, de Boodschap mede uit te dragen door middel van het vrouwelijk charisme. Deze klacht was gisteren te horen In een referaat, dat de socioloog prof. dr. R. van Dük, hoogleraar aan de V.U. hield op de 69ste centrale diaconale c ferentlo der Gereformeerde kerken Den Bosch. Dat de vrouw meer bü het diakonale werk betrokken dient te wor den, mag de conclusie zijn van deze drukbezochte conferentie in de Brabant se hoofdstad. Prof. van Dijk, die sprak over „de vrouw en de kerkelijke liefdadigheid", zag juist in deze tijd. nu de materiële nood hier te lande heeft plaatsgemaakt voor een vloedgolf van sociale, psy chische en pedagogische nood, een speciale taak voor de vrouw wegge legd: het acht geven op hel detail Terwijl de man eerder geneigd is op de hoofdzaken te letten bij het lenigen van nood, ontgaat de vrouw minder gauw het detail. De moderne nood behoeft veel meer dan voorheen een vrouwelijke hulpverlening, zo betoog de de socioloog. Prof. van Dijk beklemtoonde dat de Bijbel zich niet verzet tegen de ambtsvervulling door de vrouw. In de oude christelijke gemeente vierd de dienst van de vrouw evenzeer erkend als die van de man. Het clericalisme is er de oorzaak van geworden dat deze erkenning verdween. Het Calvi nisme heeft ten aanzien van het we- ren van de vrouw traditionele en (Adv.) wereldse motieven gebruikt, totdat er in de 20ste eeuw ongerustheid ov ontstond. Nog is evenwel de weg nai gelijkwaardigheid een moeizame we hoewel die gelijkwaardigheid zuip evangelisch is. Nu de moderne nood tot de kerk o -een antwoord roept, moet het mede de vrouw zijn, die met de man dat woord geeft. De kerk moet zijn eei vende gemeenschap, aldus prof Dijk, die de Boodschap brengt z met het woord als de (liefde)daad. Niet door mannen alleen, maar door mannen en vrouwen samen met hun bijzondere gaven en diensten in het midden dei gemeente. De toogdag der Gereformeerde diake' nen, zoals voorzitter J. de Vries uit Amsterdam deze conferentie kwalifi ceerde, werd voorts in beslag genomer door toespraken van drs. J. C. Verkerke directeur van de Raad voor Gerefor meerde sociale arbeid, van de heer T Hartsuiker uit Den Haag, die de groe ten overbracht namens het Algemeen diaconaal bureau en van pastor Th iele. die was afgevaardigd door de Lippische Landeskirche en tot ieders verrassing vrij vlot Nederlands sprak. Voorzitter De Vries wekte de diake nen op het lenigen van noden niet be perkt te zien tot voedsel en kleding maar ook aandacht te hebben voor de achtergronden van elk geval. Hij atten deerde voorts op de overdracht van het Centraal bureau aan het Algemeen Dia- konaal Bureau, waardoor het Centrale comité thans de beperkte taak van de oorlog terug heeft: het organi- van de diakonale conferenties en lanwijzen van en toezicht houden op de redactie van het Diakonaai Corres pondentieblad. Op deze nieuwe situatie was de begroting, die men met enkele nadere huishoudelijke zaken behandel de, dan ook gebaseerd. De Gereformeer de predikant van 's-Hertogenbosch, ds. mr. C. Brouwer, sprak een slotwoord Het volgend jaar zal de diakonale con ferentie op 21 september in Den Haag BESTELLEN. (Adv.) uit, dat het aantal studenten terug loopt. Het is wel begrijpelijk, maar ook heel jammer. Hij wekte dan ook op tot gebed' om verandering: in een levende kerk zal het nooit ontbreken aan jonge mannen, die begeerte heb ben naar het wondere ambt van die naar des Woords. Prof. Jager refereerde over 4e levens wandel. De bijbelse eisen voor een on berispelijke wandel zijn zo hoog, dat we er wel eens van mogen schrikken en gaan bidden om veel vergeving. Maar dan moeten we er ook naar ja gen om als kinderen van het Konink rijk te leven. Staan we even pal voor een zuiver leven als voor een zuivere leer. Strijden we even krachtig tegen slordige levens als tegen verkeerde formules? We begeren eenheid met de christelijk gereformeerden. Doen we alles om samenleven met ons voor het aantrekkelijk te maken? We bege ren, dat de synodalen zich zullen vrij maken, opdat wij weer één worden. Zou het beste middel daartoe niet zijn een vrome wandel? We moeten ons ieder persoonlijk afvragen of bij ons zachtmoedigheid, vriendelijkheid, blij moedigheid en vrijmoedigheid te vin den is. Luther als voorbeeld De laatste spreker in de Nieuwe Kerk, prof. J. Kamphuis voor het eerst als hoogleraar op een schooldag sneed het meest actuele probleem aan: „In de 'crisis der Hereniging". Het thema-der hereniging heeft niet alleen de aandacht van hen, die vijftien jaar geleden uiteen zijn gedreven door de besluiten van toenmalige synoden, maar van heel de christenheid, nu im mers paus Johannes XXIII het plan heeft tot het bijeenroepen van een con- cilie, dat in het bijzonder zal gaan over de eenheid der christenen. Inderdaad wekt Christus eenheid. Maar het komt er op aan in. zulke tijden met Christus te blijven meewerken en daarom on verpoosd de vraag aan de orde te stel len, wat de oorzaak van-de verstrooi ing is. Prof. Kamphuis lichtte dit toe met een voorbeeld uit a'e kerkgeschiedenis. In Beits zelf uw meubelen l\ PRACHTBIJTS j van Ceta-Bever 1536, toen wel vaststond, dat de wes terse christénheid in twee kampen uit eengevallen was, heeft paus Paulus III het plan opgevat, een concilie bijeen te roepen in Mantua om over „her eniging"' te spreken. De keurvorst van Saksen vraagt dan aan Luther om ar tikelen op te stellen, die aangeven op welke punten de afgevaardigden van evangelische zijde eventueel conces sies kunnen doen en op welke punten in elk geval niet. Luther schrijft dan de Schmalkaldische artikelen, die hij zelf ziel als zijn „geloofstestament", omdat hij zich aan het eind van zijn En nu neemt Luther daarin vooral stel ling tegen de hiërarchie van het paus dom. -Het is niet alleen de leer, die scheidt die mening had Melanchton eerst maar het is ook de hiërarchie, waarvan nimmer verlossing is te ver wachten, want waar Christus verga dert, verstrooit de hiërarchie. Van het concilie van Mantua is niets terecht gekomen. Maar Luther wees a'e weg in iedere crisis rond het thema der hereniging: blijft niet staan bij het constateren van de gebrokenheid van de christenen zonder meer, maar onderscheidt geestelijk: waar ligt de oorzaak naar de onderwijzing van de Schrift? Hier kunnen ook de gereformeerden van Luther leren. Het kerkrecht was zijl) sterke punt beslist niet. maar als het er om gaat aan te wijzen, waar de scheidingslijn lóópt, dan zegt Luther niet: de rechtvaardiging uit het geloof is het punt, waarom het gaat en het kerkrecht is maar tweederangs, mhar hij ziet de eenheid van die beide in Christus. Wie die eenheid ook in deze jaren niet vasthoudt, zal een onderscheid maken tussen enerzijds de zaken rond Doop en Verbond en anderzijds de zaak van het kerkrecht. Maar dan zal hij ook maar met moeite de vrijmaking van 1944 kunnen eren als een door Chris tus geschonken reformatie. BESTELLEN. (Adv. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Berocpbaarstelling: Ds. G. Hamoen, die zich beschikbaar had gesteld om een jaar lang te arbeiden onder de vluchte lingen uit Oost-Duitsland in het Hollan- derheim te Berlijn, hoopt naar Neder land terug te keren en zich in oktober beroepbaar te stellen. Meer dan 50 hoogleraren van vrij wel alle inrichtingen voor hoger onderwijs in ons land hebben zich dezer dagen met een adres ge richt tot de raad van ministers. In dit adres spreken zij hun verontrus ting uit over de huidige situatie, rin, naar hun mening de bij de erkende vakcentrales aangesloten vakorganisaties zich op het terrein van georganiseerd overleg, publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie en on dernemingsraden vrijwel een mono poliepositie hebben toegeëigend hoe- wel zij slechts 321-2 pet. van onze on zelfstandige beroepsbevolking omvat ten. zien hierin een aantasting van de democratische beginselen, waarop ons rechtsbestel gefundeerd is. Naar hun mening behoort aan andere groeperin gen, welke tot constructieve medewer king bereid en in staat zijn, zowel bij het leg in de bedrijfstakken en onder nemingen als zo mogelijk bij de samen stelling der publiekrechtelijke bedrijf 5- lichamen een plaats te worden inge- 'uimd. Teneinde zich ook op het hoogste ni veau te doen vertegenwoordigen, ko men de bedoelde organisaties voor de consequentie te staan, zich in federatief verband te bundelen, hetwelk tevens een vruchtbaar overleg ten goede zal komen, Tenslotte doen de hoogleraren een dringend beroep op het georgani seerde bedrijfsleven om stappen te on dernemen. waardoor de niet bij een er kende centrale aangesloten groeperin gen de mogelijkeid krijgen hun stem te doen horen. Zij geven deze groeperingen in O' weging om wegen te bewandelen die toe lelden, dat zij aan het topberaad kunnen deelnemen, cn verwachten van dc overheid, dat zij er zoveel mogelijk toe zal bijdragen, dat eerder genoemd' groeperingen niet uit het overleg wor den geweerd. Onder de namen van hen die deze brief ondertekenden troffen wij ook de- namen van de hoogleraren van de Vriji Universiteit prof. dr. S. U. Zuidema ei prof. dr. L. W. G. Scholten, evenals de n van prof. dr. iv. H van Ric van andere universiteiten hebben bekende hoogleraren als prof. dr. Bouman. prof. dr. T. T. ten Ha- ïun naam aan deze brief gegeven. Vooral van rooms-katholieke zijde werd hel manifest gesteund want van de 53 ondertekenaars doceren er 3 rooms-katholieke universiteiten of hoge scholen. JEAIVNA OTERDAHL- En 's avonds hingen er dan lampions in het park en werd er vuurwerk afgestoken. Ja, dat waren heel andere tijden, zowel voor herm voor Oscar, als voor de baron en de barones. Want de oude koning kreeg andere noten te kraken, toen zij hem in Noorwegen afzetten op zijn oude dag. „Verlaat u niet op vorsten", staat er geschreven. Neen, Antonsson. dat staat er niet. Marit was wel eens wat lastig zoals zij op de woorden lette. Staat geschreven Antonsson was aan de gang en wilde niet worden onderbroken. En de ba ron en de barones verloren alles wat zij hadden, want de jonge baron kon niet met geld omgacn, En toen legde de bank beslag op Charlottendaal, de stad kocht het en maakte er een tehuis voor oude dames van. Ja, ik spreek geen kwaad van de da mes, zij moeten ook leven, beware mij, maar het is hier niet meer zoals vroeger. O nee, o nee Ik was er bij toen die druivenkas hier werd aangelegd en dat is lang geleden. Dat was m 1881, als jullie 't weten wil,, Vertel nog eens van die kleine hond, Antons son, vroeg Ragnhild. Die hond? Er waren zoveel honden hier. Maar de barones had er een, die niet groter was dan zó, en de baron had hem gekocht in het buitenland en had er acht duizend kronen voor gegeven. Hij was als zij zo zacht en krijtwit, witter dan jij, Ragn hild; de barones voerde hem met amandelen en ge mest kalfsvlees, hij verdroeg niets anders, en zij hield zóveel van die hond, dat hij zijn natuurlijke dood moest sterven. Maar het was zielig het arme dier op 't eind te zien, hij sleepte zich voort, dus ik zei meermalen tot de barones, dat het beste zou zijn, als ik Fido maar een schot zou geven. Maar daar was geen sprake van. Neen, de barones was niet zo. dat men niet met haar kon redeneren en -de baron ook niet, maar Fido moest leven, tot hij ■stierf. Maar nu zijn ze weg, cn hij ook. Die hond was drie-en-twintig jaar voordat hij stierf. Buiten waait de zomerwind Dat is onmogelijk, zei Krister. Antonsson verwaardigde zich niet te antwoorden. Enige ogenblikken bleef hij nog zitten zonder iets te zeggen, als verdiept in het verleden, toen haalde hij zijn horloge tevoorschijn, dat hij in een celluloid- doosje in zijn vestzak droeg, stond moeizaam op en ging naar zijn eigen vertrekje. Hij woonde in een kamertje in de keukenvleugel, waar hij de laatste dertig jaren had gewoond, na Tilda's dood. De kinderen wisten best wat er nu ging gebeuren. Over een uur of zo zou Antonsson weer tevoorschijn komen, geschoren, gewassen, in' zijn beste pak ge stoken en met een groene gieter, een - grasschaar en een kleine hark in de hand. Met "deze voorwerpen zou hij het hek uitgaan, naar de naaste tramhalte lopen, die tamelijk dichtbij was, en naar het kerk hof rijden, waar Tilda begraven lag. Een paar jaren geleden had Antonsson een doel bereikt, waarnaar hij lange tijd had gestreefd. Door ongelooflijk spaarzaam te zijn, had hij het zó ver gebracht, dat hij een steen op Tilda's graf had kun nen laten aanbrengen. Niet zo maar zo'n prullige platte grijze steen, die iedereen kan laten maken, o neen. Boven het stof van de vroegere kamenier der Barones, Antonssons jeugdliefde en trouwe ge zellin gedurende vijftien jaren, verrees een zwart- gepolijst granietblok, op welks bovenkant een witte duif droevig neerkeek op de 'woorden: ..Johannes Antonssons familiegraf" in vergulde letters. Het graf zelf was omringd door een dichte, mooi onder houden rand gras en in 't midden was een groep geraniums en blauwe lobelia's aangebracht. Het graf was het voorwerp voor Antonssons te derste zorgen. Het was zijn trots, zijn bezit, zijn te huis, het enige wat hij hier op aarde het zijne kon noemen. Met kalme rust zag hij de dag tegemoet, wanneer hij zelf onder deze steen zou worden neer gelegd. Zijn baas, de kweker, had hem beloofd dat zolang hij in leven was, het graf goed zou worden onderhouden, en Eriksson was jong. Wat zijn tijd kwam. dat bekommerde de oude man niet. Men kan op verschillende manieren oud worden en de kleine meisjes van de tuin van Charlotten daal waren reeds vroeg ruimschoots in de gelegen heid geweest dat waar te nemen. Want niet alleen zagen zij de oude dames, die hun toevlucht in het grote huis hadden gevonden, rond wandelen onder de bomen of op een bank zitten met een boek of hun breiwerk, maar zij zagen hen zo nu en dan ook binnenshuis, in hun eigen kamers. Sommigen van hen vonden het een aardige afleiding de kinderen bij zich te nodigen en hun dan verha len te vertellen, of het een en ander uit hun gehei me laden te laten zien. Marit, die vlug en bij-de- hand was, mocht meermalen boodschappen voor hen doen, soms een heel stuk de stad in. Ragnhild, een persoontje dat erg veel van gezelschap hield, en voelde dat zij overal welkom was, kwam onaange kondigd zelf eens aan. Zij klopte met een zacht vuistje op een gesloten deur en stak dan haar zil verblond kopje door een kier die langzaam groter werd, totdat zij tenslotte helemaal binnen was. Elln kwam niet zo dikwijls in het grote huis als de an dere twee: zij zou nooit durven wat Ragnhild durf de en ook kon zij niet wat Marit kon. Maar ook zij had haar vrienden onder de oudjes en zij wist, even goed als de verstandige Marit, dat niet allen het zelfde zijn, omdat zij lang hebben geleefd. izigste van hen allen: In Jesaja 9 wordt gesproken over het volk dat in duisternis cn benauwdheid wandelde en plotseling een groot l'.cht ziet, Mattheus maakt het duidelijk dat Christus dat licl-t is. Uit voerig gaat Jesaja dan in op de gevolgen van dat licht, ge* volgen die ook vandaag nog gelden. „Gij hebt het volk vermenigvuldigd," is de eerste uitspraak. Waar Gods licht gaat schijnen, gaan Gods kinderen gr--zien, Licht en groei horen bij elkaar. Zet een plant iri h°t donker en er zullen geen bloemen aan komen en de bloemen zullen geen zaad dragen. Maar haal een plant uit een donkere hoek weg en zet hem op de vensterbank en hij jleurt binnen een dag op. Wij zeggen dat wij leven in het licht van God. Is dat waar Bewijst ons leven deze waarheid? Iedereen kan een dergelijke uitspraak op de waarheid keuren. Waar licht is is groei en vermenigvuldiging. Geldt dat van uw leven? Geestelijke groei is geen gevolg van geloofsinspanningmaar alleen een gevolg van in het licht staan. NAAR AANLEIDING VAN EEN ADRES TN een gemeenschappelijk adres hebben drie en vijftig hooglera ren, verbonden aan vele universitei ten en hogescholen in Nederland, uit drukking gegeven aan wat zij blij rusting. Zij stellen vast, dat aan het georga- overigens niet? Welnu, de organisa tie van protestants-christelijke jour nalisten is aangesloten bij het C.N-V., en zij heeft van die aansluiting neg nimmer spijt gehad. Het C.N.V. als een reden tot veront- heeft haar gaarne gesteund in huu streven naar een betere rechtspositie van haar leden. wel uitsluitend kan worden deelge- van protestants-christelijke journa nomen door organisaties die bij een listen een belangrijke mogelijkheid erkende vakcentrale zijn aangeslo- te om bij te dragen aan de ten. Zij wensen kennelijk, dat dit verwezclijking van de christclijk-so- anders worden gaat. ciale gedachte. Maar ja, zij hebben Het moet i het hart, dat ons er dan ook een geduchte contributie uit het adres van de hoogleraren niet duidelijk geworden is, waarom het anders moet. Wat is er fout in dc huidige situatie? Men kan wel Nogmaals, komen tot exclamaties als „recht- indien er binnen heL aatschappelijk bestel van vandaag vaardigheid contra macht" de groepen zijn, die met de bestaande hoogleraren onthouden zich daarvan situatie niet zijn ingenomen, overigens wijselijk maar wij her halen: wat is er in feite fout?" De professoren willen in hun adres kennelijk opkorm positie van wat duiden als het hogere personeel. Nu die overigens nog nauwelijks tot groepsvorming hebben kunnen ko men, dan zou men in de eerste plaats voor de rechts- mogen verwachten dat onder de thans n pleegt aan te nog niet tevredenen tot ecnsluiting gekomen wordt. Dat zal ware al dadelijk op te merken, dat overigens al een geducht heet hang- onder dit hogere personeel het or- ijzer blijken te zijn. ganisatorisch besef beperkt ontwik- Of het dan echter komen moet tot keld is. Om welke redenen schijnt allerlei nieuwe organisatie-vormen men moeilijk tot een organisatie te die blijkbaar afkerig zijn van aan kunnen komen. Zit het vast op de sluiting bij "de bestaande vakcentra- contributie? Maar voor anderen is len, en die daarom, zoals thans be- dit kennelijk geen belemmering om pleit, elkaar onderling federatief ling? Van de mensen om wie het de christelijk-sociale gedachte,, hier gaat heeft inderdaad tot dusver zoals voorgestaan door protestant en niet meer dan drie percent de weg rooms-katholiek, niet onderschrijven, naar een afzonderlijke organisatie en zich bovendien niet thuis zullen kunnen vinden. gevoelen in de kring van het N.V.V. Dit cijfer werkt dus al niet anime- Voor allen overigens geldt het zeker rend voor erkenning cn inschake- niet. ling. Maar er is méér. Het is ons uit Wij voor ons zien voor de protestant- het adres van de hoogleraren even- se christenen, wij zien ook voor wat min gebleken wat er, ook voor ho- men verstaat onder het hogere pcr- ger personeel, in de weg staat aan soneel, de juiste plaats nog in een aansluiting, via desnoods nieuwe or ganisaties, bij een der vakcentralcn. Zonder meer geldt dit het C.N.V. Om uit deze vakorganisatie een organisatie die bereid is het C.N.V. in het uitdragen van de christelijk- sociale gedachte te steunen. Er is geen lid van enig' personeel beeld te noemen: Van journalisten hoog of laag, nog geen reden om mag worden aangenomen, dat zij zich in die kring niet thuis te voelen, paald; van welk beroep geldt dit zijn rechtvaardige belangen. BESTELLEN. BOEKENHOEK De actualiteit der wetenschappen. In terfacultaire voordrachten in 1957 ge houden aan de Vrije Universiteit door prof. dr. J. Booij, prof. dr. P. Groen, drs. J. W, de Pous, prof. mr. P. J, Ver dam en prof. dr. J. Waterink. In op dracht van-de Vrije Universiteit ultge geven door' J. H. Kok N.V., Kampen. Het wonder in het alledaagse natuur gebeuren. Verslag werkweek leraren na tuurkunde prot. chr. kweekscholen. Uit gave Christelijk Paedagogisch Studie centrum. De albatros, en andere detective-ver- halen, door Charlotte Armstrong. Ne derlands van Hans Jacobs. Uitgave Pris ma, Utrecht. Ambtsjubileum ds. Jac. J. H. Pop Hoewel ds. Jac. J. H. Pop, emeritus predikant der Nederlandse Hervormde Kerk op 27 juni 1909 in het predikambt te Rijnsaterwoud'e werd bevestigd, viert hij nu pas officieel zijn 50-jarig jubileum. Hij zal op zondag 4 oktober in zijn eer ste gemeente in de ochtenddienst een gedachtenisrede uitspreken. Ds. Pop heeft na Rijnsatei'wpude nog de gemeen-, ten gediend van 's-Graveland, Zullen, Puttershoek, Maassluis. Gorinchem, Ze venbergen, Zwammera'arn en Vorchten. In deze laatste gemeente werd hem op 1 mei 1950 het emeritaat verleend. Daar na diende hij nog als voorganger de evangelisatie van Poorlugaal tot 1953 en van Callandsoog tot 1955. Ds. Pop heeft Adv.) zich sindsdien gevestigd in Sassenheim. Man met vriendelijke ogen. Zij er gezond uit, maar kon niet veel meer (Wordt vervolgd Prof. dr. A. Goslinga tc Badboevedorp, oud-hoogleraar in de letteren en wijs begeerte aan de Vrije Universiteit, zal aanstaande zaterdag zijn 75ste verjaar dag vieren. Prof. Goslinga werd 26 sep tember 1884 te Bolsward geboren. Hij studeerde aan de Leldse universiteit Ned. letteren en verbleef in 1910 en 1911 te Londen en Parijs voor een archief- Op 6 juli 1915 promoveerde hij aan de Leidse universiteit tot doctor in a'e let teren en wijsbegeerte op een proef schrift getiteld: „De buitenlandse staatkunde van den raadspensionaris Simon van Slingelapdt". Na van 1913-1913 leraar te zijn geweest aan het Marnix-gymnasium te Rotter dam en van 1915-1918 aan de Rijks h.b.s. te Winterswijk, volgde in 1918 zijn benoeming tot hoogleraar aan de V. U.. waar hij 8 juli van dat jaar inaugureerde met een rede over: „Wil lem I als verlicht despoot". Prof. Goslinga d'ocpsrde de nieuwe al gemene en vade»*"ndse geschiedenis alsmede het Middel-Nederlands, Hij is medeoprichter van de stichting Reveil-Archief. waarvan hij ook vice- voorzitter is. Ook is hij voorzitter ge- woest van a'e Vereniging Het Bllder- dijkmuseum en voorts had hij een werkzaam aandeel in de oprichting het „Gezelschap van Christelijke Historici". Prof. Goslinga hééft onder meer de briefwisseling tussen mr. G. Groen van Prinsterer en dr. A. A. Kuyper be- werkt. Hij publiceerde in de reeks „Christendom en historie" en schreef ook „Dr. Karl Guetzlaff-en het Neder landse protestantisme in het midden van de vorige eeuw". Het vierdelig werk „archiefstukken betreffende de afscheiding van 1834" versoheen onder zijn toezicht. In het tijdschrift voor geschiedenis en in anti-revolutionaire staatkunde zijn eveneens publicaties van zijn hand verschenen. Wederom sterke groei aantal leerlingen bij het v.h.m.o. Blijkens door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cijfers telde het v.h.m.o. op 10 september jl. 158.500 leerlingen tegen 143.300 een jaar tevoren (toeneming 11 pet.). Er zijn dus 15,200 leerlingen meer toegelaten het afgelopen schooljaar ver trokken. Het verschil in omvang van df ge boortegeneraties, waaruit de toegelatenen BESTELLEN. (Adv.)resp. v«. trokkenen in hoofdzaak afkom- Universitaire brug- oefeningen Het hoofdbestuur van de Vereni ging van Leraren en Onderwijzers in de lichamelijke Opvoeding in Neder land heeft de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen in een te legram gevraagd, universitaire oplei ding voor lichamelijke opvoeding te willen instellen. In het telegram wordt gewezen op de uitspraken van professor dr. Jongbloed, de maandag afgetreden rector magnificus van de Rijksuniversiteit te Utrecht. Deze had in zijn rede bij de recto raatsoverdracht gezegd nog steeds node de studie-richting der lichamelijke op voeding te missen bij de 56 studierich tingen die de Utrechtse universiteit telt. Prof. dr. J. Jongbloed noemde de li chamelijke opvoeding het stiefkind bij het onderwijs en hij pleitte voor univer sitaire ojileiding, mede ten bate van het wetenschappelijk onderzoek, Voorts verwijst, het hoofdbestuur naar de reeds in oktober 1954 aan de mi nister gedane voorstellen betreffende verbetering van opleiding voor de licha melijke opvoeding in Nederland. Ten slotte wordt dringend verzocht in de aangekondigde nota van wijziging op het wetsontwerp tot wijziging van de hoger onderwijswet, de universitaire opleiding voor de lichamelijke opvoeding tot stand te willen brengen. Ds. J. B. C. Roelmann neemt afscheid van Soest Generale zendingsdeputaten der Ge reformeerde Kerken hebben ds. J, A. C. Rullman. emeritus missionair predi kant van de gereformeerde kerk van Rotterdam en momenteel hulpprediker te Soest, aangezocht voor de tijd van maximaal drie jaar naar Argentinië te gaan met standplaats Buenos Aires, ten einde de Gereformeerde Kerken te advi seren bij de opz,et van het zendingswerk en om de mogelijkheid van samenwer king tussen de Gereformeerde Kerken in Argentinië en die in Nederland nader te onderzoeken. Ds. Ruilmann heeft dit aanzoek aanvaard en zal zondagmorgen 4 oktober afscheid nemen van de ge meente van Soest. Ds. en mevrouw Ruilmann zullen zien drie maanden te Nunspcet vestigen, om zich op hun taak in Argentinië voor te bereiden, en zullen begin I960 scheen gaan naar het nieuwe arbeidsterrein. Ds. Ruilmann was tevo ren predikant te Batavia en tal van ja ren docent aan de opleidingsschool te Djakarta. stig waren speelt hierbij uiteraard een be- langrijke rol. Bovendien dient men in het oog te houden dat d" in 1959 ver- trokken leerlingen bij het v.h.m.o. kwa- men in een periode, waarin de belang-i stelling voor deze schoolsoort veel ge ringer was dan thans, aldus het CBS. Het aantal toegelatenen steeg even-! eens met 11 pet., nl. van 33.700 tot 37.400.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2