CHRISTELIJK
V Ifrlil
Opnieuw discussie over
herenigingskansen
Van Mastrigt: Pensioneer
vrouwen op zestig jaar
Hoogleraren Ridderbos en
Nauta tegenover elkaar
Een woord voor vandaag
Kanttekening
2
Christ.-hist. vrouwen hijeen
(Van een onzer redacteuren)
De cónférentie van de Centrale
van ChriStelijk-Historische Vrou
wen, welke in huize-Norel te Epe
gehóuden wordt, heeft gisteren
wèl een zeer bijzondere primeur
gehad. De heer J. C. van Mastrigt
kwam spreken over de weduwen-
en wezenwet.
Was hij aanvankelijk uitgeno
digd als lid van de Tweede Ka
mer. nu kon de presidente, jkvr.
mr. C. W. I. Wttewaall van Stoet
wegen, in hem ook de voorzitter
van het C.N.V. welkom heten.
In een bijzonder duidelijk betoog
schetste de hèer Van Mastrigt de ont
wikkeling van de sociale verzekering in
ons land. Na het complex van de drie
ongevallenwetten is de invaliditeitswet
gekomen en thans d'e weduwen- en we
zenwet.
Met nadruk bracht hu nog eens naar
voren, dat èr bij de sociale verzekerings
bank tal van rentekaarten liggen, waar
op nimmer uitkering wordt gevraagd.
Wanneer man Of vrouw oöit eèn rènte-
kaart hebben bezeten, waarop minimaal
veertig zetels zijn geplakt, dus geduren
de een periode van minder dan een jaar.
kan aanspraak worden gemaakt op we
duwen- of wezenuitkering krachtens deze
kaart Dit staat dus lös Van de wedu
wen- of wezenwet welke op 1 oktober in
werking treedt
Deze jongste wet gaat uit van het ver
mogen van de vrouw beneden de vijftig
jaar zonder kinderen beneóen de zestien
jaar om zich na een overbruggingsperio-
de wederom door eigen arbeid een be
staan te verzekeren.
Leeftijdsgrens
De heer Van Maetrigt ontkende niet.
dat er door het stellen van een leeftijds
grens bittere gevallen kunnen ontstaan.
Dit is dc hardheid van de wet. die on
vermijdelijk is. Men kan discussiëren
over de vraag of deze leeftijdsgrens van
vijftig jaar niet te hoog ligt en misschien
45 had moeten zijn. Daftr staat tegenover
dat de financiële consequenties bij het
verlagen van de leeftijdsgrens 20 groot
zijn, dat men een te grote belasting Op
het volk legt.
Reeds zijn er protesten opgegaan van
de ongehuwden, dat ook zij vóór de ge
huwden op deze manier de lasten moe
ten dragen. Een onbillijk verwijt volgens
spreker, mits de onevenredig zware be
lastingdruk der ongehuwden verlicht
wordt. De uitkering en pensioenen aan
weduwen en wezen zijn geen kwestie
van risico overnemen, maar een voor
ziening tot hulpverlening in de gehele
kring van het Nederlandse volk.
Bovendien staat nimmer vast of een
ongehuwde niet de gehuwde staat zal
krijgen en dan dus mede verzekerd
wordt. Dat de gescheiden vrouw buiten
de weduwenverzékering valt achtte de
heer Van Mastrigt billijk, daar verlich
ting van haar positie een aantasting van
de morele waarden van onze samenle
ving zou kunnen betekenen.
Hiertegen werd protest aangetekend
door mejuffrouw mr. E. A. Hears, dié
- wees op het toenemende aantal schei
dingen van tafel en bed, alleen ottl de
pensioenrechten van de vrouw t.e
handhaven, Het gevolg hiérvan is èen
groöt aantal ongeoorloofde samen-
woningen en dus vergroting vdn de
chaos, een argument, dat de héér Van
Mastrigt accepteerde.
Een stroom van vragen kreeg de heer
Van Mastrigt te beantwoorden, waarby
er één was, welke buiten deze materie
viel, doch die de nieuwe voorzitter van
het C.N.V. wel wenste te beantwoorden.
Hierby werd gevraagd of het college van
ryksbemiddelaars geen overbodige fac
tor is geworden in het overleg over de
Zo sterk zou de heer Van Mastrigt het
niet willen stellen. Hoewel voorstander
een verruiming van de vrijheid voor
de lonen, achtte hij het wel noodzakelijk
t de regering de kans behoudt mati
gend op te treden. Echter zou deze con
trolerende taak ook uit het bedrijfsleven
zelf kunnen voortkomen, temeer daar in
ons land gebleken is, dat in het overleg
tussen werknemers en werkgevers de
arbeid'svrede als een bijzonder waarde
vol bezit beschouwd wordt.
Losse groepen
Tydens de jaarvergadering van de
Centrale werd nog het punt t.er sprake
gebracht van de zogenaamde „losse groe
pen". Het is namelijk gebleken, dat in
verscheidene plaatsen actieve c.h.-
vrouwen in clubverband bijeen komen
zonder zich te binden aan de Centrale.
Wel worden besturen van afdelingen van
de Centrale dikwyis door deze groepen
benaderd om raad te vragen op organi
satorisch gebied of om sprekers te krij
gen.
Met alle goede wil, die uit het werk
in deze groepen spreekt, ontstaat hier
door wel een scheve verhouding, daar
de centrale hun steun mist en toch tot
taak heeft ook hier alle mogelijke steun
te bieden.
Hét voorstel tot nauwere aansluiting
met andere vrouwenorganisaties op po
litiek terrein, hetzij binnen- of buiten
lands werd in zoverre geaccepteerd door
het instellen van eèn commissie, welke
de moeilijkheden zal bestuderen.
De aftredende voorzitster Jkvr. mr. C.
I. Wttewaal van Stoetwegen werd
zonder tegenkandidaten met algemene
stemmen herkozen.
Advertentie
Zestig jaar
Dè spreker tooiWte zich een overtuigd
voorstander ven de pensionering ven de
werkende vrouw op zestig jaar. De pay-
ohe van de vrouw, zo heeft de praktijk
bewezen, maakt het vaak moeilijk haar
als medewerkster tussen jongere *"•-
beidskrachten te handhaven. Eèn
schijnsel, dat niet in de samenwerking
tussen oudere mannen en jongelieden
optreedt.
Dat de a.o.w. daaróm aan de Wer
kende vrouw en dus ook aan de weduwe
op zestigjarige leeftijd moet worden uit.
gekeerd, zou van ó'êze stelregel het lo
gisch gevolg zyn,
Vragen
Beroepingswerk
roepei
der tê Wilhèlminadórp.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Ridderkerk: G. Hêijerman
te Nijverdal; te Génderen: J. H.
Boggèlen, kand. te De Bilt.
Tweetal te Zwolle (5de pred. pl._ -
an Dalen te Nièuw-Loósdrecht en F.
van der Wal te Erica.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Barendrecht: M. Baart te
Dordrecht.
Benoemingen hoogleraren
By onderscheiden koninkiyke beslui
ten zyn benoemd tot gewoon hoogleraar:
rti.i.V. dé dag waaróp hy zijn ambt 2al
aanvaarden in de afdeling ó'ér scheikun
dige technologie
géschóol té Delft
Sv.f >1 If "v. *j
Generale Synode der Gerei. Kerken
(Van een onzer verslaggevers)
GROOT was dê belangstelling in de Westerkerk te Ütrecht, toen
dinsdagmiddag de generale synode van de gereformeerde kerken
opnieuw de voorstellen inzake de herenigingspogingen met de vrij
gemaakte geref. kerken aan de orde stelde. Zelfs een viertal vrijge
maakte predikanten R. H. Bremmer te Enschede-Zuid, K. J. Kap-
teyn te 's-Gravenhage-Zuid, W. G. Raven te Almelo en H. J. Zwarts
te Vlaardingen was aanwezig, evenals de chr. geref. predikant
ds. D. Biesma te Utrecht-Centrum.
Geref. evangelisatie
conferentie voor
het Zuiden
Óp 25 en 26 september zal in „Öe
Heikamp" te Aalst-Waalrè een conferêh-
tie worden géhóudén Vatt gereformeer
de wérkèrs in dé evangelisatie iii Nöord-
brabant en Limburg. Vrijdagmiddag
zal ds. K. Talsma uit Bréda de cónfé
rentie openen. Op die dag komen óók
de werkrapporten in bespreking en wêl
óndèr leiding van ds. O. Van Nóort Uit
Nieuwéndijk. "s Avonds zullen ds. W. van
Söéijén, gétèförrnêérd predikant te
Eindhoven én dè r. k. rèctór A. Verhèg-
gèn uit Echt, spreken over het onder
werp: „Vragèn èn pföblémen róndórn
het Zuiden" worden behandeld dóór de
heer A. Kêrssemakers (r.k.) Uit St. An-
thoriis eh dé. P. Visser, gereformeerd
predikant té Tilburg. Dé slótsamenkomSt
wórdt géhóudén in de gereformeerde Pe-
trakerk te Eindhoven, waar ds. G, van
Löérien, getèfóffrtèerd predikant té Moer
dijk zal spréken óver „Órtzé kêrkjéügd
de Technische Hó-
onderwijs te géven
-ctaèikurtdigé aspecten van di
kernreactor: prof. ir J. P. W. Houtman,
m.i.v. 1 september 1959 in dè afdeling
ó'er scheikundige technologie aan
ïeclindsche Hogeschool te Eindhoven
onderwijs te geven in de fysische schei
kunde ai', D. Ëieek; Ïli.i.v. 1 januari
1960 in de afdeling der algemene weten
schappen aan de Technische Hogeschoöi
te Eindhoven om onderwijs te geven in
ó'e empirische psychologie en haar töê-
bassing in het bedrijfsleven dr. M. J.
M. Daniels: töt buitengewóón hoogleraar
Voor hét tijdvak van 1 séptember 1959
tot en met 31 augustus 1001 In de afde
ling dér werktUigbóUWkurtdê aan dè
Technisöhé Högéséhööl tè Delft om ón
derwijs te geven In dé energievoorzie
ning dóór middel van stoom: ir. J. J.
C. van Lier.
Wereldvergadering
van de Y.W.C.A.
Dê „Wót-ld Young Wónién Christian
Association" houdt vart 23 September lot
8 oktober a.s. in México éen Wereld-
raadsvergadering ter bespreking vart dê
Jèdragslijrièn, ó'iè in 'dé eerstvolgende
jaren in de meisjes- en vrouwenbewe
ging zulién worden gevolgd.
Van Nederland Uit zullen aan de con-
férèlitié dêélhêhién nïévröUW L. J. H.
Staab-Mèes Uit Róttèfdairt. algeméén ad
junct van hét bestuur van de Christen
Jonge Vrouwen Feo'eratiè en mevrouw
mr. H. C. Dirkse-Bresters uit Enschedé,
lid van het uitvoerend comité dér
World-YWCA.
Dê C.J.V.F. vórmt dé Néderlana'sé tak
van dé YWCA.
ZoaLs men zich herinneren zal, wa
rn tegen bepaalde onderdelen van de
voorgestelde uitspraken bezwaren, zodat
de praeses dér synode nader beraad van
de rapporterende commissie met enige
andere synodeleden wenselijk achtte.
In de uitspraken, zoals zij nu dóór
de bredere commissie werden geformu
leerd, vindt men grotendeels de oude
uitspraken terug. Het waren er vijf,
genummerd A tot en met E. Wij heb
ben ze veertien dagen geleden al uit
voerig vermeld en mogen daarheen wel
verwijzen.
Uitspraak A, betreffende de hernieuw
de aandrang tot hereniging met de vrij
gemaakte kerken heeft een geringe uit
breiding ondergaan. Wanneer de synode
de bereidheid tot samenspreking en
verzoening (zoals deze gebleken is te
Almelo en Baarn) verklaart te zien als
een onafwijsbare eis van het gebod
van Christus in Matth. 5 2326, laat
zij er thans vetgedrukt op vólgen:
herhaalt mot nadruk de opwekking
orige synodes, dat zowel de kerkelij-
:e vergaderingen als de afzonderlijke
leden alles zullen doen wat in hun ver
mogen is om de hereniging te bevor
deren".
Uitspraak C, diè handelt
met de leeruitspraken samenhangende
tuchtmaatregelen is in hét laatste ge
deelte gewijzigd. Tussen het verleden,
waarover de synode géén algemene uit
spraak wenst te doen, en de toekomst
(waarvan zij zegt met hartelijke be-
geerte uit te zien naar de dag. waar
op de dóór haar nagestreefde hereni
ging het haar mógelijk zal maken de
thans ln het verband van de vrijge
maakte geref. kerken dienende ambts
dragers weer in vollen rechte te er
kennen), is ingevoegd de zinsnede:
„Wat het heden aangaat, móet het dui
delijk zijn, dat' de synode geen hande
lingen 01 uitspraken kan doen, die voor
'dè ambtelijke statU6 van degenen, dié
niet tot het verband der gereformeer
de kerken behoren, enig effect zouden
hebben.
Uitspraak D, inzake dè pogingen tot
samenspreking en toenadering, is vrij
wel onveranderd gebleven. Geheel een
der bleef uitspraak E, waarin de syno
de besluit de nu genomen beslissingen
als antwoord tê beéchóüWèn op dê in
gekomen stukken over deze zaak.
Nieuwe uitspraak
Het knelpunt in de discussie was ech
ter uitspraak B, Waarin de terzijdestel
ling der lééruitsprakén van 1946 (dê
vervangingsformule) aan de orde kwam.
Véle synodeleden maar lang niet
,1e maakten er bezwaar tegen, dat
ofschoon de Vervangingsformule ver
dween, de uitspraak toch wel weer
Iets vaststelde óver datgene wat onbe
twistbaar in de gereformeerde kerken
hééft gègoldèrt tên aanzien V&rt de leer
Van hét Vefbórtd. Want dan verdween
toch niet alles.
jln tweede instantie kwam de oom-
m'iSsie vóór dé dag mét eèn beperkte
re formulering., waarbij dê rapporteur
prof. dr, H. N. Ridderbos, nadrukke
lijk Verklaarde dat dit niet gold als
een „vervanging Van de vervangingsfor
mule". Als wij teruggaan tot de Drié
Formulieren van Enigheid, dan dient
te weten hóe men óns daar
treft, zei hij.
In dè nleuwé uitspraak B is èchtèr
oök dat element weggelaten. Zij luit...
De synode oVèrweegt, dat dé léèruit-
spraak van 1946, hoéwei zij in velé óp-
zichten zegenrijk en samenbindend
Advertentie)
heeft gewerkt, anderzijds, mede vanwe
ge misverstand en ónjuiSte interpreta
tie, in de kerken niet tot een zodanige
erkenning is gekomen als verwacht had
mogen worden en ook een struikelblok
blijft vormen voor de hereniging met
de vrijgemaakte kerken. Hoewel de sy
node de bezwaren, als zou deze leeruit-
spraak in strijd zijn met Gods Woord
en de belijdenis der kerk, niet aan
vaardt en daarom vasthoudt aan haar
rechtmatigheid, besluit zij niettemin, ter
bevestiging van de eenheid in eigen ker
ken en ter bevordering van de lande
lijke en plaatselijke toenadering tot de
vrijgemaakte kerken, haar thans terzij
de te stellen, doch zich voor de regel
des geloofs inzake de leer der kerk
aangaande het genadeverbond èn doop
te houden aan hetgeen de Drie For
mulieren van Enigheid zelf daarover
uitspreken.
Ten aanzien van de geschilpunten,
die nog mochten overblijven, oordeelt
de synode, dat deze geen Oorzaak be
hoeven te zijn voor blijvende kerkelij
ke verdeeldheid, wanneer men zich
daarbij naar de geest der liefde ge
draagt en wanneer men wederzijds niet
te kort dóet aan hetgeen blijkens dé
Formulieren der kerk in de leer vaii
hét Verbond steeds tot zijn recht be
hoort te komen, namelijk de sóuverei-
nc, verkiezende genade van God en de
krachtdadige werking van Zijn Geest,
de roeping tót gelóóf en bekering en
dè menselijke verantwóórdelijkheid; het
zij dóórdat men de verbondsbelofte
doet opgaan in een voorwaardelijke toe
zegging of wanneer men de krachtdadi
ge werking van de Heilige Geest niet
tot de verbondsweldaden rekent; hetzij
wanneer men de verbondsbelofte zou
doen opgaan in een onvoorwaardelijke
toezegging, waarbij voor dè opfoèp tót
geloof en bekering als eis van het
bond geen plaats of slechts een
zwakte betekenis zou overblijven.
Amendement-N auta
Prof. Nauta, dié öok deel var
bredere commissie had uitgemaakt, kon
Zich met deze gang van zaken niet ver
enigen. Hij diepde een amendement in,
waarin hij dé synode voorstelde uit te
spreken thanS déze leeruitspraak ter
zijde te stellen, zónder haar vóór hél
ogenblik dóór een andere te vervan
gen en derhalve aan de regel dé*
geloofe inzake de leer der kerk aan
gaande genadeverbond en doop zieh tè
houden aan Wat dè Drie Formulieren
van Enigheid zelf daarover uitspreken.
De synode meent éérst dan óp verant
woorde wijze tot een nadere beslissing
over dê bedoelde lèérUitspraak tê kun
nen komen, wannéér terzake overleg
is gepleegd met de synode Van de vrij
gemaakte kerken, indien onverhoopt de
ze synódê éên dergelijk overleg zóu af
wijzen, wil de synode trachten op over
eenkomstige Wijze als te Almelo en
Baarn is geschied, met kerkeraden
en-of ledén van de vrijgemaakte ker
ken dat óverleg te vóérért om Zo tót
éên gemeenschappelijke beslissing ter
zake van de bedóeldé lèéruitsprakért té
geraken".
In zijn toelichting óp dit amende
ment zéi prof, Nauta, dat, als men al
leen óp de gronden dér oorrtitiissiè tót
terzijdestelling overgaat, er méér moet
gebeuren, Men moét dan verklaren, dat
wat mén vroeger deêd, onjuist geweest
is. Wié Vandaag zégt, dal bepaalde
lééruitsprakén steunen óp grond van
Schrift én belijdenis, kan deze morgén
niet terzijde stéllen. Dat zóu iéts hleUWs
Zijn. Dé kerkgeschiedenis kent er géén
voorbeelden van, dat men één uit
spraak. die niét in strijd is mét Schrift
en belijdenis, zomaar op zij schuift.
Er is trouwens êén tweeslachtigheid.
Want men stelt de vervangingsformule
wel terzijde, maar spreekt tegelijkertijd
uit, dat mén aan haar rechtmatigheid
vasthoudt.
Daaróm leek dê méthode van op
schorting prof. Naüta juister. Er wordt
I dan niet terwiltê Van de êerthêid aan
arheid te kort gedaan. Op dit
punt kan de samenspreking beginnen.
Prof- Ridderbos verklaarde dat hij
persoonlijk de vervangingsformule ook
liever wilde handhaven om met be
houd van die leeruitspraak te gaan
spreken met de synode der vrijgemaak
te kerken. Maar dat kan niet, want dan
vindt men de deur op slot. De eis luidt
namelijk: éérst de vervangingsformule
weg.
In de methode-Nauta zit iets dubbel
zinnigs omdat de formule dan onver
kort gehandhaafd blijft, al ligt zij tijde-
k in de ijskast.
Discussie
In de bespreking van de gewijzigde
uitspraken en het amendement-Nauta
le ds. A, C. van Nood te Velsen,
dat dóór het terzijde stellen van de
vervangingsformule aan de belijdenis
niets verandert. In 1946 sprak de syno
de uit, dat deze formule aan de con-
»ts toe of afdeed. Nu zij ter
zijde wordt gesteld, geldt dat evertzeer.
Prof. dr. G, Brillenburg Wurth te
Kampen wilde een derde wég op. Niet
terzijde stellen, niet opschorten, maar
,,in het midden laten". Want hoe men
het ook anders dóet. heel gemakkelijk
wordt de indruk gewekt, dat de
vangingsformulê toch onmiddellijk
voor de dag kan komen, zodat hét lijkt
alsof men marchandeert met de \v
heid.
De meeste sprekers richtten hun be
denkingen echter tegen het tweede lid
van uitspraak B. Wanneer we ons
rugtrekken op de Drie Formulieren
Enigheid zei ds. A. S. Timmer te
Rotterdam waarom dan dit laatste
er toch weer bij? Dat tweede lid
voor de eigen kerken niet nodig
voor het gesprek met de vrijgemaakte
kerken niet gewenst, omdat zij dan ver
plicht worden om na te spreken wat
daar staat.
Ds. Timmer, maar ook ouderling A,
T. Besselaar te Amsterdam-Zuid, ds. W.
de Graaf te Aimkerk, ds. W. Schouten
te Utrecht-Noord. ds. M. Kamper te
Wierden en ds. G. Y. Vellénga te Apel
doorn wilden dat lid liever geschrapt
zien, omdat zijer toch een soort nieu
we vervangingsformule in zagen.
Daarentegen wilde prof. dr. A. D. R.
Polman te Kampert, ds. P. D. Kuiper
te Sassenheim en ds. H. W. Engelkés
te Amersfoort de „staart" van uit
spraak B niet missen, omdat daarin
het genadekarakter van hèt Verbond
duidelijk uitkomt.
Ds. Engelkes vreesde zélfs, dat er
een nieuw soort bezwaarden zou ont
staan. De strijd rond 1944 heeft toch
als winst opgeleverd, dat de betekenis
van het Verbond, zoals dat vanouds
werd gezien opnieuw belicht is.
De vrome, godvrezende, oprechte Johzoals hij in het eerste
hoofdstuk van het boek Job wordt genoemd, komt in het laat-
stè hoofdstuk tót bekering. Hij roept dan uit Daarom herroep
ik en doe boete in stof en as."
Deze zin volgt onmiddellijk op de uitspraak dat hij God heeft
aanschouwd. Het lijden liet Job niet alleen Gód zieh maar ook
zichzelf. Hij zag God in al zijn kracht en gloriezichzelf ging
hij zien in al zijn zonde.
Merkwaardig die volgorde. Job wüs vroom toen God met
hem begon. Hij wist zich zondig toen God met hem klaar was.
Hoe dichter de mens naar God toegroeit, hoe meer hij zich
zelf gaat zien zoals God hem ziét. Wij mensen willen de zaken
altijd weer Omdraaien. We spreken over heiliging en menen
dat de mens steeds vromer kan worden. Deze vorm van vroom
heid is echter louter te danken aan éigen krachtsinspanning
en heeft niets met God te maken.
God wil niet dat wij onze eigen heiligheid of vroomheid be
werken, maar gaan delen in de heiligheid v'an Christus. Daar
toe moeten ive dicht bij Christus komen, hoe dichter we komen
hoe meer we het verschil gaan zien tussen zijn heiligheid en
onze onheiligheid, èn des te meer gaan toe beseffen dat we
Hem nodig hebben. PaS op voor menselijke vroomheid, want
die hééft niets met God te maken.
OP ZIJN HOEDE VOOR INFILTRATIE
TAE Eenheids-Vakccntrale-1958, de
communistische afscheiding van
de E.V.C., gaat zichzelf opheffen.
Men ziet daar geen brood m
een afzonderlijke organisatie,
meent meer brood te mogen
nemen wij aan, bij voorkeur indivi
dueel gebeuren: man voor man. Op
deze manier zal het al moeilijk ge
noeg zijn om binnen te komen.
Men Te verwachten is, dat het N.V.V. op
in zijn hoede zal zijn. Het is een gemak,
pogingen om binnen de vakcentra- dat de heren van de E.V.C.-1958
het bijzonder het N.V.V.. te veelal nogal roerige heren zijn ge-
penetreren.
In theorie heeft
Men wil het naar buiten doen
komen, dat de opheffing van de
eigen club een gebaar is om tot een
heid in de vakbeweging te geraken.
Ook de mannen en vrouwen van
C.N.V. en K.A.B. zouden er een
voorbeeld aan mOeten nemen.
Wij voor ons géven deze opheffers
weest, zodat men buiten hun kring
hoge aspiraties, wel zowat weet wie ertoe behoren.
Voor de roerigen is men gewaar
schuwd; voor de minder roerigen
maar even overtuigden dient men
dubbel op zijn hoede te zijn.
Op zijn hoede ook daarom, omdat
het duidelijk is, dat het N.V.V. zich
op het ogenblik nogal kritisch tegen-
het regeringsbeleid opstelt. In
JEANNA ÓTERDAHL-
r..„de
grasoerm naaei ae aiuiveimae. Hij had Zijn klórn-
péii uitgedaan eli zijü pet naast zieh neergelegd.
Het dichte grijZé baar stond alS èen vacht rechtop
op zijn Londê hoofd, dat Véél aan één opgetóldê egel
dêed dénken. Zijn gezicht met de ingevallen triónd.
Waar geen tand meer te zién was, maar wel altijd
éen tabakspruim. Was bruin als dénnenschól's, Waar
hèt niet bëdékt was frtet grijzè ba&rdstóppels. en zó
doorkruist met diepe groeven êii rimpels, als een
herfstblad met nervêrt. De gróté handen, dié hij
saamgevouWéh had óvèr zijn opgetrokken knieën,
toonden Sterk geêpartflên pèzert èn hoge blauwe
adèrs onder hét bruihè Vél. De hals was al even
dciorgroèfd én bruih als hèt gêzieht. Het was dui
delijk te zien, dat de oude Ahtonssón gedurende een
lahg leVen mét de aarde had samengewerkt. Hij
was knecht geweest in de tuin van Charlótténflaal
sedert Hij Veertien jaar was, en nu was hij zeventig.
De oude Antonsson spoog bruine tabaksap in eèrt
fnoóle bóóg dóór dé zatérdag-stillê lucht.
De namiddagzon scheen in de druivenkas door het
liiéHtigè lovèraak eri doorstoofde dê zWarè. bedauw
de trossen, gróeiiè ên ÖlêuWe. Eéh fhuggézwérm
danstè boven zijn hoofd, zwaluwen scheerden hóóg
door de lucht, de aarde róók haar de late zomer.
Het w&B prettig om hiér Zó rllstig te zitten, de
móédé ledematen wat uit te strekken en voor geen
énkel werelds ding te moeten zorgen.
Maar lang had Antofisson nóg niét vali zij» rust
genoten, of de drié kleine meisjes, die wisten waar
hij tè vinden Was, kwamen aangelopen, gingen in
het gras óm hém hèert zittèh en eistèfi dat hij hen
zou vermaken.
Daar waren zij dacht hij het met!
Antonsson Véègdè zijn neiig eens af met dê rug
van zijn hand. verplaatste de pruim en keek naar
hén dóór zijh kleine óógspleetjêfe.
Nóu, Wat zuilen We dan Vanavond dóêli?
£ij Kókèn elkaar weifelend aan, Zij wisten het niét.
Kies jij maar Ahtonééoh, zei Ma'rit.
Hum, kuchte Antonsson en vèegde zijn heus nóg
Buiten waait
dl© zomerwind
hóe het hier toeging in dê dagen van de oude ba
ron, tóén hij en de barones irt huh volle glorie leef
den, dal was iets anders, en dat heb ik meege
maakt, met eigen ogen grt orèfi gezien en gehoord.
En wanneer Koning Oscar in stad kwam en logeer
de bij de commissaris des Konings, niét bij de com'
missarls die wij nu hebben natuurlijk, dan man'
keerdë hét nóóit, óf hij kwam hier op de grote fees'
tèn met zijn héfén èn móoiê cavaliers En dat zég
ik jullie, dat zo'n feest niet minder kostte dan drie
duizend rijksdaalders, neen. wat zeg ik, vier, vijf
duizend. En er bestond niets op aarde zó fijn eri
paar keer met zijn duur, óf dè barott en dé barones haddén hêt op ta-
fél, zó zeker als ik hiér zit. 'Ze aten oesters, dat
Ahtorissóri had hurt éeri heel aantal spelletjes met zijn schelpen, ziet jullie, die
- •=•»«»«- Ufta I"-- wnniêon Openbreekt, bah, het O"*aoir*
zij hêt spelletje „Het huis door John gebouwd" ook
erg pfettig. Krister stélde allés plastisch voor, ter
wijl de anderen hel spelletje öprételdên.
Hier is de haan op de mestvaalt hij stond
op één been, knipte mét zijn ogeli eri kraaide
dié dê dominee wekte, zó waardig voortschrijdend...
Dan -stapte Krister plechtig langzaam voort, mèt
zijn handen gêvouwén over eéh ingébeêld dik büik-
ié. dié de jóngen trouwde, dê blijde, dé gekke.
Krister maakte dan een saltó-rnortalé dóór dè lUcht.
én Ragnhild schièéUwde vaii plezier,
die het meisje kuste, niét dè kleurige kleréfi
dè kus vloog de lucht in dié dê tëóeiért niét
de kromme horéns melkte,
die de hond op dé horens nam. en zo verder,
totdat zij weer aan 't begin waren bij hèt huis door
John gebouwd.
AntortsÉSón Veftel ÜU, hoé héi vróêger was, zeg
Antonsson, vroeg Elin. én zij Krópen dicht óm de
öüdè Alan héén, allé Vijf.
De muggen donaten, de zwaluwen seheerden dooi
de lucht, en Antonsson nam èen niéuWe pruim. Hij
Üèl zich niet [ang biddén. Hij was dól óp grote
Wóórden en hóógdtavênde taal, en hij was óók niét
bang om er eên schepje op te doén alé hêt té pas
kwam.
-- VfoèfèT, Ji, Ml Atotonssón, toén was het niét
-- niets, alleen zoüt,
1 dan is het fijrt natuurlijk, en
ie èr uitziet als fijne hagelkor-
Russische - o
reis en champagne-wijn en ijs en noga-taarten, zo
hoog, dat. ze tot aan de zoldering reikten. Hebben
jullie weieens noga-taartert gezien, neen, dat heb'
ben jullie niét, maar Ik wèl! En als zij dan ten
slótte vruchten Zóudén etèn, dan was het niet móói
genóég om ze óp schalen te leggen, al waren ze dan
ook van zilver, want diè hadden zij vólöp, rrtaar ons
jongens wérd opgedragen de bomen met dé vruch
ten eraan uit de kassén naar binnen te brengen:
perèbómên en perzikbómén in gróte kuipen, en drui-
Vèiistókken, die wij met barrtbóe móesten steunen,
En daarvan gingen de hoge personages dan pluk
ken én eten, Want, kinderen, ik wil jullie Wel ver
tellen, d&t het onbegrijpelijk is wat zulk sóórt men
sen naar binnen kan werken, als zij éénmaal aan
de gang gaan. MaSr hij, Oscèr, de oude koning, al-
Niet fout
Prof. Ridderbos hield vast aan zijn
opvatting dat een leeruitspraak terzij
de gesteld kan worden. Dit houdt niet
in, dat men daarmee het voorgaande
als fout erkent. Hoofdzaak is, dat het
hiér gaat om een uitspraak, diè van
daag niet meer functioneert zoals het
behoort. Het is doctrinair óm tè ver
langen, dat eèn dergelijke uitspraak,
als men haar terzijde wil stellen, ver
vangen moet worden.
Dat het tweede lid van uitspraak B
een nieuwe vervangingsformule zou
zijn, ontkende prof. Ridderbos ten stel
ligste. Het huis (de vervanginsformule)
voldeed niet, ómdat we er niet samen
in kunnen wonen. Dat huis wordt af-
gebfóken, maar hêt fundament (de Drie
Formulieren, aangeduid in het tweede
lid) ligt er nog. Op dat fundament wil
men een hieuw "huis bóuwen. Laat men
nu niet zéggen, dat oök het fundament
eg móet.
Próf. Naüta wilde met Zijn ameilde-
lent de synode niet in dé wég staan,
was bereid dit terug te nemen.
Maar hij zou het Voorstel van de com
missie nóóit kunnen verdédigen. De con
sequentie van dezé Uitspraak is, dat de
genen dié Indertijd protesteerden tegen
dé Vervangingsformule, gelijk hebbèn
gehad. In beginsel wordt door dit ter-
Zljdestellên toegegeven, dat men vroe
ger ,,te eng gebonden" heeft. Hierna
werd dé discussie ópgescliórt tot
woensdag.
Jaarvergadering
Christ. Grafische
lïedrijfshond
De Nederlandse Christelijke Grafische
Bêdrijfsbond zal óp 23 éii 24 öktóbèr in
hét cónferéntièoórd „Wóudschóteli" te
ZéiSt zijn algeméne vergadering houden
óndér voorzitterschap van dé héér Joh.
A. Göhgjöhg uit Amsterdam, Er komen
niét minder dan 21, dóór dè verschil
lende afdellhgén ingezonden, vóorstéllén
m de orde. Dc heer C. J. van Mas-
igt, lid van de Tweede Kamer en
voorzitter van het C.N.V. zal spreken
het onderwerp: „de gewijzigde
tuaties."
Bijzonder nummer
van „Kerkblaadje"
Binnenkort verschijnt een dubbel nui
mét van het ..Kerkblaadje" orgaan v:
de Kring van vrienden van dr. H.
Kohlbrugge.
In dit nummer is o.m. in zijn geheel
opgenomen het reféraat van dr. G.
Scheers. Herv. pred. te Haarlëni.
„De heiliging bij Calvijn en Kohlbrugge"
géhóudén óp de conferentie té Utrecht
óp Zaterdag 20 juni j.l.
hóéwei hij tóen nóg
leek hét rrieêSt óp éen ziiverei
zó knap was hij
natuurlijk, hi.
kandelaar tussen al
om te zien. Ja. dal
weet ik allemaal, omdat Tilda, mijn vrottw. mee
hielp dienen aan tafel. Zij Was de kamertlêr van dr
barói!es geweest, vóór ons huwelijk, en er ging gern
dag Vóorbij, of de barónés zei. jij Tilda, zéi zij.
nooit Krijg ik mèer zó'n mèlsje als jij was. Ja wel.
Wordt vervolgd;
eigen organisatie geen schijn enkele hoofdstukken van dat regc-
van kans. Binnen het N.V.V. is er ringsbeleid heeft het geen vertrou-
niemand, die op hun aanwezigheid wen. In zulk een situatie is het nog
ven de heren al evenmin te pro- fluisteringen.
beren. Ze zijn ook voor die kring Op dit punt heeft men geen raad
fing toch genomen worden. En in lcn. Wij hebben daar vrede mee,
aansluiting daarop zal men dan gaan
proberen, vóór alles zich een plaatsje
ln het N.V.V. te verwerven. Dat zal,
DE GRAFISCHE C.'A.O.'S
'PUSSEN het College van Rijksbe- men maatregelen, die inderdaad dê
middelaars enerzijds en de werk- verwachting wekken, dat een even
gevers- en werknemersorganisaties tuele produktiviteitsdaling voorko-
in het grafische' bedrijf anderzijds "ten wordt,
bestaat, zoals wel gebleken is, ver
schil van mening over de redelijk
heid van de verlangens, welke par- heeft men niet met een beperkt aan-
tijen in het grafisch bedrijf in ont- tal grote bedrijven te maken, maar
neergelegd. Het geven van toestemming tot
Het meningsverschil hangt naiiw sa- werktijdverkorting per onderneming
men met het voorstel van de organi- is hier een onbegonnen werk. Men
saties om over te gaan tot invoering hier dus, èf op goed geluk moe-
een verkorting van de werktijd ten vertrouwen dat de werktijdvcr-
met drie
jaar tijds.
Wij hebben namelijk de Indruk ge-
drie korting zichzelf inderdaad verdient,
óf men zal bij de verhoging van de
lonen rekening moéten houden met
kregen, dat de kritiek van het col- de verkorting van dê werktijd,
lege niet gericht is tegen de cijfert, Men kan er begrip voor hebben, dat
welke het bedrijfsleven heeft opge- het College van Rijksbemiddclaars
steld met betrekking tot de ruimte, liever niet op goed geluk gaat koer-
die er voor loonsverhoging in de gra- sen, dat het zich althans niet ver-
fische bedrijfstak zou bestaan. Het antwoord acht, wanneer hét Op deze
college heeft deze cijfers als juist grónden een ontwerp-c.a.o. zou goed-
aanvaard, uitgaande van de veron- keuren. Het is niet zo vreemd, dat het
derstelling, dat het bedrijfsleven college stelt, dat driekwart of de helft
Wat betreft de werktijdvérkorting den gebracht op de ruimte, welke
heeft het bedrijfsleven gemeend, dat er thans vóór loonsverhoging (vol-
deze zichzelf zal moeten verdienen, gens de door het bedrijsleven opge-
elk jaar de werk- stelde cijfers) is.
i.ó.'s stellen een loons-
ongeveer 4,7% voor
met zijn berekening
tijd verkort wordt, zal vóór de pro- De ontwerp-<
duktiviteit van dé bedrijven dus verhoging
geen nadelige geVólgèn mogen héb- het collége
ben. De doorvoering van een dergè- gekomen tot 3,5% op grond van de-
lijke nieuwe en nogal ingrijpende aelfdê cijfers, maar met een be
paalde aftrek vóór de werktijdver
korting. In principe lijkt ons dézé
gedaehtengang niét zo verwerpelijk,
Het Centraal Bureau voor de gra-
invloeden fisché bedrijven, dat zich opnieuw
beraden heeft op dé situatie, heeft
het college
maatregel, zal daarom gepaard
ten gaan met enige voorzichtigheid.
Want zal men er inderdaad op kun
nen rekenen dat deze werktijdver
korting geen nadelige
heeft op de produktiè?
In de inmiddels reeds goedgékeurdê de berekertingèn
c.a.o, voor dé grootmetaal is óók de der overwogen,
werktijdverkorting opgenomen. In
deze bedrijfstak waren echter al
vóórbereidende maatregelen getrof
fen, en bovendien zullen de werktij
Wij spreken gaarne hot vertrouwen
uit, dat dit intern beraad tot ge
volg zal hebben, dat de c.a.o.'s voor
het grafisch bedrijf op korte ter-
den hier per onderneming verkort mijn goedgekeurd kunnen worden
worden. De vakraad zal hier aan de en het personeel in de óhderne
bedrijven slechts toestemming ge- gen zal ontvangen waar het 1
ven tot werktijdverkorting, indien op heeft,
de directies kunnen wijzen op te ne-
GEZOND ECONOMISCH BELEID
Het gemeentebestuur van Enkhui-
Zén hééft aan énkele Amsterdamse
studenten toestemming Verleend om in
de bekende historische „Dromedaris"
een internationaal cultureel studenten-
GCntrum te Vestigen. Het Uit 154Ö da
terende bouwwerk staat onder bescher
ming Van Mórtumentèn2órg. De studen
ten móeten Vóór het einde van het Jaar
een bedrag van 1Ö.ÖOO beschikbaar
stallen om de Dromedaris vóór dê in
richting als stuöèntencêntrum geschikt
te maken.
1AE minister van economische za
ken heeft bij de door hem inge
diende begroting een memorie van overheid behoort zich te beperken
toelichting gévóégd, tévèrts dienend tot het aanbrengen van noodzakelijk
als toelichting op het door hem te gebleken correcties.
Tot dit beleid behoort, dat prijs-!
dalingen voor de grondstoffen ook
nomen. merkbaar dienen te zijn in de prij-
In die toeliohting blijkt, dat de bc- zen van het eindprodukt. Oinge-
windsmart voornemens is speciale keerd zijn prijsstijgingen vanwege
duurdèro grondstoffen alleen toe
laatbaar, wanneer daartegenover!
Overbodig is dit laatste niét. Er niet minder de bereidheid aanwezig
wordt in onze dagèn veel gesproken blijkt om evengoed tot prijsdaling,
en geschreven over de loonvorming, over te gaan telkens wanneer del
Op zichzelf geheel terécht. Maar een kans zich daartoe voordoet,
niet minder belangrijk hoofdstuk In dit kader
daarnaast vormt de prijsvorming.
Wat heeft men aan hoger loon.
tegengaan van
prijsverstarring neemt ook het kar-
telbèleid van de minister éen bc-
dit gepaard gaat met hogere langrijke plaats in: het tegengaat
prijs? Vóór onze volkswelvaart zijn van afspraken die de strekking heb-
lagere prijzen nog altijd docltreffért- ben óm de prijzen kunstmatig hoger
der dan hogeré lonen. te houden dan op zichzelf onvermij-
Niet dat dc minister voornemens Is, delljk is en dan bij een gezonde con-
liep in het economisch leven in te current!© ook het geval behoeft lel
grijpen. Hij is de gezonde gedachte zijn.
oegedaan, dat in een economie, die Er is alle reden, de bewindsman in
tcrnationale factoren inwerken, de dc volkswelvaart van grote waarde,
verantwóórdelijkheid voor loon- en lijkt, met belangstelling tè volgen.