CHRISTELIJK V Ifrlil Opnieuw discussie over herenigingskansen Van Mastrigt: Pensioneer vrouwen op zestig jaar Hoogleraren Ridderbos en Nauta tegenover elkaar Een woord voor vandaag Kanttekening 2 Christ.-hist. vrouwen hijeen (Van een onzer redacteuren) De cónférentie van de Centrale van ChriStelijk-Historische Vrou wen, welke in huize-Norel te Epe gehóuden wordt, heeft gisteren wèl een zeer bijzondere primeur gehad. De heer J. C. van Mastrigt kwam spreken over de weduwen- en wezenwet. Was hij aanvankelijk uitgeno digd als lid van de Tweede Ka mer. nu kon de presidente, jkvr. mr. C. W. I. Wttewaall van Stoet wegen, in hem ook de voorzitter van het C.N.V. welkom heten. In een bijzonder duidelijk betoog schetste de hèer Van Mastrigt de ont wikkeling van de sociale verzekering in ons land. Na het complex van de drie ongevallenwetten is de invaliditeitswet gekomen en thans d'e weduwen- en we zenwet. Met nadruk bracht hu nog eens naar voren, dat èr bij de sociale verzekerings bank tal van rentekaarten liggen, waar op nimmer uitkering wordt gevraagd. Wanneer man Of vrouw oöit eèn rènte- kaart hebben bezeten, waarop minimaal veertig zetels zijn geplakt, dus geduren de een periode van minder dan een jaar. kan aanspraak worden gemaakt op we duwen- of wezenuitkering krachtens deze kaart Dit staat dus lös Van de wedu wen- of wezenwet welke op 1 oktober in werking treedt Deze jongste wet gaat uit van het ver mogen van de vrouw beneden de vijftig jaar zonder kinderen beneóen de zestien jaar om zich na een overbruggingsperio- de wederom door eigen arbeid een be staan te verzekeren. Leeftijdsgrens De heer Van Maetrigt ontkende niet. dat er door het stellen van een leeftijds grens bittere gevallen kunnen ontstaan. Dit is dc hardheid van de wet. die on vermijdelijk is. Men kan discussiëren over de vraag of deze leeftijdsgrens van vijftig jaar niet te hoog ligt en misschien 45 had moeten zijn. Daftr staat tegenover dat de financiële consequenties bij het verlagen van de leeftijdsgrens 20 groot zijn, dat men een te grote belasting Op het volk legt. Reeds zijn er protesten opgegaan van de ongehuwden, dat ook zij vóór de ge huwden op deze manier de lasten moe ten dragen. Een onbillijk verwijt volgens spreker, mits de onevenredig zware be lastingdruk der ongehuwden verlicht wordt. De uitkering en pensioenen aan weduwen en wezen zijn geen kwestie van risico overnemen, maar een voor ziening tot hulpverlening in de gehele kring van het Nederlandse volk. Bovendien staat nimmer vast of een ongehuwde niet de gehuwde staat zal krijgen en dan dus mede verzekerd wordt. Dat de gescheiden vrouw buiten de weduwenverzékering valt achtte de heer Van Mastrigt billijk, daar verlich ting van haar positie een aantasting van de morele waarden van onze samenle ving zou kunnen betekenen. Hiertegen werd protest aangetekend door mejuffrouw mr. E. A. Hears, dié - wees op het toenemende aantal schei dingen van tafel en bed, alleen ottl de pensioenrechten van de vrouw t.e handhaven, Het gevolg hiérvan is èen groöt aantal ongeoorloofde samen- woningen en dus vergroting vdn de chaos, een argument, dat de héér Van Mastrigt accepteerde. Een stroom van vragen kreeg de heer Van Mastrigt te beantwoorden, waarby er één was, welke buiten deze materie viel, doch die de nieuwe voorzitter van het C.N.V. wel wenste te beantwoorden. Hierby werd gevraagd of het college van ryksbemiddelaars geen overbodige fac tor is geworden in het overleg over de Zo sterk zou de heer Van Mastrigt het niet willen stellen. Hoewel voorstander een verruiming van de vrijheid voor de lonen, achtte hij het wel noodzakelijk t de regering de kans behoudt mati gend op te treden. Echter zou deze con trolerende taak ook uit het bedrijfsleven zelf kunnen voortkomen, temeer daar in ons land gebleken is, dat in het overleg tussen werknemers en werkgevers de arbeid'svrede als een bijzonder waarde vol bezit beschouwd wordt. Losse groepen Tydens de jaarvergadering van de Centrale werd nog het punt t.er sprake gebracht van de zogenaamde „losse groe pen". Het is namelijk gebleken, dat in verscheidene plaatsen actieve c.h.- vrouwen in clubverband bijeen komen zonder zich te binden aan de Centrale. Wel worden besturen van afdelingen van de Centrale dikwyis door deze groepen benaderd om raad te vragen op organi satorisch gebied of om sprekers te krij gen. Met alle goede wil, die uit het werk in deze groepen spreekt, ontstaat hier door wel een scheve verhouding, daar de centrale hun steun mist en toch tot taak heeft ook hier alle mogelijke steun te bieden. Hét voorstel tot nauwere aansluiting met andere vrouwenorganisaties op po litiek terrein, hetzij binnen- of buiten lands werd in zoverre geaccepteerd door het instellen van eèn commissie, welke de moeilijkheden zal bestuderen. De aftredende voorzitster Jkvr. mr. C. I. Wttewaal van Stoetwegen werd zonder tegenkandidaten met algemene stemmen herkozen. Advertentie Zestig jaar Dè spreker tooiWte zich een overtuigd voorstander ven de pensionering ven de werkende vrouw op zestig jaar. De pay- ohe van de vrouw, zo heeft de praktijk bewezen, maakt het vaak moeilijk haar als medewerkster tussen jongere *"•- beidskrachten te handhaven. Eèn schijnsel, dat niet in de samenwerking tussen oudere mannen en jongelieden optreedt. Dat de a.o.w. daaróm aan de Wer kende vrouw en dus ook aan de weduwe op zestigjarige leeftijd moet worden uit. gekeerd, zou van ó'êze stelregel het lo gisch gevolg zyn, Vragen Beroepingswerk roepei der tê Wilhèlminadórp. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Ridderkerk: G. Hêijerman te Nijverdal; te Génderen: J. H. Boggèlen, kand. te De Bilt. Tweetal te Zwolle (5de pred. pl._ - an Dalen te Nièuw-Loósdrecht en F. van der Wal te Erica. CHRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Barendrecht: M. Baart te Dordrecht. Benoemingen hoogleraren By onderscheiden koninkiyke beslui ten zyn benoemd tot gewoon hoogleraar: rti.i.V. dé dag waaróp hy zijn ambt 2al aanvaarden in de afdeling ó'ér scheikun dige technologie géschóol té Delft Sv.f >1 If "v. *j Generale Synode der Gerei. Kerken (Van een onzer verslaggevers) GROOT was dê belangstelling in de Westerkerk te Ütrecht, toen dinsdagmiddag de generale synode van de gereformeerde kerken opnieuw de voorstellen inzake de herenigingspogingen met de vrij gemaakte geref. kerken aan de orde stelde. Zelfs een viertal vrijge maakte predikanten R. H. Bremmer te Enschede-Zuid, K. J. Kap- teyn te 's-Gravenhage-Zuid, W. G. Raven te Almelo en H. J. Zwarts te Vlaardingen was aanwezig, evenals de chr. geref. predikant ds. D. Biesma te Utrecht-Centrum. Geref. evangelisatie conferentie voor het Zuiden Óp 25 en 26 september zal in „Öe Heikamp" te Aalst-Waalrè een conferêh- tie worden géhóudén Vatt gereformeer de wérkèrs in dé evangelisatie iii Nöord- brabant en Limburg. Vrijdagmiddag zal ds. K. Talsma uit Bréda de cónfé rentie openen. Op die dag komen óók de werkrapporten in bespreking en wêl óndèr leiding van ds. O. Van Nóort Uit Nieuwéndijk. "s Avonds zullen ds. W. van Söéijén, gétèförrnêérd predikant te Eindhoven én dè r. k. rèctór A. Verhèg- gèn uit Echt, spreken over het onder werp: „Vragèn èn pföblémen róndórn het Zuiden" worden behandeld dóór de heer A. Kêrssemakers (r.k.) Uit St. An- thoriis eh dé. P. Visser, gereformeerd predikant té Tilburg. Dé slótsamenkomSt wórdt géhóudén in de gereformeerde Pe- trakerk te Eindhoven, waar ds. G, van Löérien, getèfóffrtèerd predikant té Moer dijk zal spréken óver „Órtzé kêrkjéügd de Technische Hó- onderwijs te géven -ctaèikurtdigé aspecten van di kernreactor: prof. ir J. P. W. Houtman, m.i.v. 1 september 1959 in dè afdeling ó'er scheikundige technologie aan ïeclindsche Hogeschool te Eindhoven onderwijs te geven in de fysische schei kunde ai', D. Ëieek; Ïli.i.v. 1 januari 1960 in de afdeling der algemene weten schappen aan de Technische Hogeschoöi te Eindhoven om onderwijs te geven in ó'e empirische psychologie en haar töê- bassing in het bedrijfsleven dr. M. J. M. Daniels: töt buitengewóón hoogleraar Voor hét tijdvak van 1 séptember 1959 tot en met 31 augustus 1001 In de afde ling dér werktUigbóUWkurtdê aan dè Technisöhé Högéséhööl tè Delft om ón derwijs te geven In dé energievoorzie ning dóór middel van stoom: ir. J. J. C. van Lier. Wereldvergadering van de Y.W.C.A. Dê „Wót-ld Young Wónién Christian Association" houdt vart 23 September lot 8 oktober a.s. in México éen Wereld- raadsvergadering ter bespreking vart dê Jèdragslijrièn, ó'iè in 'dé eerstvolgende jaren in de meisjes- en vrouwenbewe ging zulién worden gevolgd. Van Nederland Uit zullen aan de con- férèlitié dêélhêhién nïévröUW L. J. H. Staab-Mèes Uit Róttèfdairt. algeméén ad junct van hét bestuur van de Christen Jonge Vrouwen Feo'eratiè en mevrouw mr. H. C. Dirkse-Bresters uit Enschedé, lid van het uitvoerend comité dér World-YWCA. Dê C.J.V.F. vórmt dé Néderlana'sé tak van dé YWCA. ZoaLs men zich herinneren zal, wa rn tegen bepaalde onderdelen van de voorgestelde uitspraken bezwaren, zodat de praeses dér synode nader beraad van de rapporterende commissie met enige andere synodeleden wenselijk achtte. In de uitspraken, zoals zij nu dóór de bredere commissie werden geformu leerd, vindt men grotendeels de oude uitspraken terug. Het waren er vijf, genummerd A tot en met E. Wij heb ben ze veertien dagen geleden al uit voerig vermeld en mogen daarheen wel verwijzen. Uitspraak A, betreffende de hernieuw de aandrang tot hereniging met de vrij gemaakte kerken heeft een geringe uit breiding ondergaan. Wanneer de synode de bereidheid tot samenspreking en verzoening (zoals deze gebleken is te Almelo en Baarn) verklaart te zien als een onafwijsbare eis van het gebod van Christus in Matth. 5 2326, laat zij er thans vetgedrukt op vólgen: herhaalt mot nadruk de opwekking orige synodes, dat zowel de kerkelij- :e vergaderingen als de afzonderlijke leden alles zullen doen wat in hun ver mogen is om de hereniging te bevor deren". Uitspraak C, diè handelt met de leeruitspraken samenhangende tuchtmaatregelen is in hét laatste ge deelte gewijzigd. Tussen het verleden, waarover de synode géén algemene uit spraak wenst te doen, en de toekomst (waarvan zij zegt met hartelijke be- geerte uit te zien naar de dag. waar op de dóór haar nagestreefde hereni ging het haar mógelijk zal maken de thans ln het verband van de vrijge maakte geref. kerken dienende ambts dragers weer in vollen rechte te er kennen), is ingevoegd de zinsnede: „Wat het heden aangaat, móet het dui delijk zijn, dat' de synode geen hande lingen 01 uitspraken kan doen, die voor 'dè ambtelijke statU6 van degenen, dié niet tot het verband der gereformeer de kerken behoren, enig effect zouden hebben. Uitspraak D, inzake dè pogingen tot samenspreking en toenadering, is vrij wel onveranderd gebleven. Geheel een der bleef uitspraak E, waarin de syno de besluit de nu genomen beslissingen als antwoord tê beéchóüWèn op dê in gekomen stukken over deze zaak. Nieuwe uitspraak Het knelpunt in de discussie was ech ter uitspraak B, Waarin de terzijdestel ling der lééruitsprakén van 1946 (dê vervangingsformule) aan de orde kwam. Véle synodeleden maar lang niet ,1e maakten er bezwaar tegen, dat ofschoon de Vervangingsformule ver dween, de uitspraak toch wel weer Iets vaststelde óver datgene wat onbe twistbaar in de gereformeerde kerken hééft gègoldèrt tên aanzien V&rt de leer Van hét Vefbórtd. Want dan verdween toch niet alles. jln tweede instantie kwam de oom- m'iSsie vóór dé dag mét eèn beperkte re formulering., waarbij dê rapporteur prof. dr, H. N. Ridderbos, nadrukke lijk Verklaarde dat dit niet gold als een „vervanging Van de vervangingsfor mule". Als wij teruggaan tot de Drié Formulieren van Enigheid, dan dient te weten hóe men óns daar treft, zei hij. In dè nleuwé uitspraak B is èchtèr oök dat element weggelaten. Zij luit... De synode oVèrweegt, dat dé léèruit- spraak van 1946, hoéwei zij in velé óp- zichten zegenrijk en samenbindend Advertentie) heeft gewerkt, anderzijds, mede vanwe ge misverstand en ónjuiSte interpreta tie, in de kerken niet tot een zodanige erkenning is gekomen als verwacht had mogen worden en ook een struikelblok blijft vormen voor de hereniging met de vrijgemaakte kerken. Hoewel de sy node de bezwaren, als zou deze leeruit- spraak in strijd zijn met Gods Woord en de belijdenis der kerk, niet aan vaardt en daarom vasthoudt aan haar rechtmatigheid, besluit zij niettemin, ter bevestiging van de eenheid in eigen ker ken en ter bevordering van de lande lijke en plaatselijke toenadering tot de vrijgemaakte kerken, haar thans terzij de te stellen, doch zich voor de regel des geloofs inzake de leer der kerk aangaande het genadeverbond èn doop te houden aan hetgeen de Drie For mulieren van Enigheid zelf daarover uitspreken. Ten aanzien van de geschilpunten, die nog mochten overblijven, oordeelt de synode, dat deze geen Oorzaak be hoeven te zijn voor blijvende kerkelij ke verdeeldheid, wanneer men zich daarbij naar de geest der liefde ge draagt en wanneer men wederzijds niet te kort dóet aan hetgeen blijkens dé Formulieren der kerk in de leer vaii hét Verbond steeds tot zijn recht be hoort te komen, namelijk de sóuverei- nc, verkiezende genade van God en de krachtdadige werking van Zijn Geest, de roeping tót gelóóf en bekering en dè menselijke verantwóórdelijkheid; het zij dóórdat men de verbondsbelofte doet opgaan in een voorwaardelijke toe zegging of wanneer men de krachtdadi ge werking van de Heilige Geest niet tot de verbondsweldaden rekent; hetzij wanneer men de verbondsbelofte zou doen opgaan in een onvoorwaardelijke toezegging, waarbij voor dè opfoèp tót geloof en bekering als eis van het bond geen plaats of slechts een zwakte betekenis zou overblijven. Amendement-N auta Prof. Nauta, dié öok deel var bredere commissie had uitgemaakt, kon Zich met deze gang van zaken niet ver enigen. Hij diepde een amendement in, waarin hij dé synode voorstelde uit te spreken thanS déze leeruitspraak ter zijde te stellen, zónder haar vóór hél ogenblik dóór een andere te vervan gen en derhalve aan de regel dé* geloofe inzake de leer der kerk aan gaande genadeverbond en doop zieh tè houden aan Wat dè Drie Formulieren van Enigheid zelf daarover uitspreken. De synode meent éérst dan óp verant woorde wijze tot een nadere beslissing over dê bedoelde lèérUitspraak tê kun nen komen, wannéér terzake overleg is gepleegd met de synode Van de vrij gemaakte kerken, indien onverhoopt de ze synódê éên dergelijk overleg zóu af wijzen, wil de synode trachten op over eenkomstige Wijze als te Almelo en Baarn is geschied, met kerkeraden en-of ledén van de vrijgemaakte ker ken dat óverleg te vóérért om Zo tót éên gemeenschappelijke beslissing ter zake van de bedóeldé lèéruitsprakért té geraken". In zijn toelichting óp dit amende ment zéi prof, Nauta, dat, als men al leen óp de gronden dér oorrtitiissiè tót terzijdestelling overgaat, er méér moet gebeuren, Men moét dan verklaren, dat wat mén vroeger deêd, onjuist geweest is. Wié Vandaag zégt, dal bepaalde lééruitsprakén steunen óp grond van Schrift én belijdenis, kan deze morgén niet terzijde stéllen. Dat zóu iéts hleUWs Zijn. Dé kerkgeschiedenis kent er géén voorbeelden van, dat men één uit spraak. die niét in strijd is mét Schrift en belijdenis, zomaar op zij schuift. Er is trouwens êén tweeslachtigheid. Want men stelt de vervangingsformule wel terzijde, maar spreekt tegelijkertijd uit, dat mén aan haar rechtmatigheid vasthoudt. Daaróm leek dê méthode van op schorting prof. Naüta juister. Er wordt I dan niet terwiltê Van de êerthêid aan arheid te kort gedaan. Op dit punt kan de samenspreking beginnen. Prof- Ridderbos verklaarde dat hij persoonlijk de vervangingsformule ook liever wilde handhaven om met be houd van die leeruitspraak te gaan spreken met de synode der vrijgemaak te kerken. Maar dat kan niet, want dan vindt men de deur op slot. De eis luidt namelijk: éérst de vervangingsformule weg. In de methode-Nauta zit iets dubbel zinnigs omdat de formule dan onver kort gehandhaafd blijft, al ligt zij tijde- k in de ijskast. Discussie In de bespreking van de gewijzigde uitspraken en het amendement-Nauta le ds. A, C. van Nood te Velsen, dat dóór het terzijde stellen van de vervangingsformule aan de belijdenis niets verandert. In 1946 sprak de syno de uit, dat deze formule aan de con- »ts toe of afdeed. Nu zij ter zijde wordt gesteld, geldt dat evertzeer. Prof. dr. G, Brillenburg Wurth te Kampen wilde een derde wég op. Niet terzijde stellen, niet opschorten, maar ,,in het midden laten". Want hoe men het ook anders dóet. heel gemakkelijk wordt de indruk gewekt, dat de vangingsformulê toch onmiddellijk voor de dag kan komen, zodat hét lijkt alsof men marchandeert met de \v heid. De meeste sprekers richtten hun be denkingen echter tegen het tweede lid van uitspraak B. Wanneer we ons rugtrekken op de Drie Formulieren Enigheid zei ds. A. S. Timmer te Rotterdam waarom dan dit laatste er toch weer bij? Dat tweede lid voor de eigen kerken niet nodig voor het gesprek met de vrijgemaakte kerken niet gewenst, omdat zij dan ver plicht worden om na te spreken wat daar staat. Ds. Timmer, maar ook ouderling A, T. Besselaar te Amsterdam-Zuid, ds. W. de Graaf te Aimkerk, ds. W. Schouten te Utrecht-Noord. ds. M. Kamper te Wierden en ds. G. Y. Vellénga te Apel doorn wilden dat lid liever geschrapt zien, omdat zijer toch een soort nieu we vervangingsformule in zagen. Daarentegen wilde prof. dr. A. D. R. Polman te Kampert, ds. P. D. Kuiper te Sassenheim en ds. H. W. Engelkés te Amersfoort de „staart" van uit spraak B niet missen, omdat daarin het genadekarakter van hèt Verbond duidelijk uitkomt. Ds. Engelkes vreesde zélfs, dat er een nieuw soort bezwaarden zou ont staan. De strijd rond 1944 heeft toch als winst opgeleverd, dat de betekenis van het Verbond, zoals dat vanouds werd gezien opnieuw belicht is. De vrome, godvrezende, oprechte Johzoals hij in het eerste hoofdstuk van het boek Job wordt genoemd, komt in het laat- stè hoofdstuk tót bekering. Hij roept dan uit Daarom herroep ik en doe boete in stof en as." Deze zin volgt onmiddellijk op de uitspraak dat hij God heeft aanschouwd. Het lijden liet Job niet alleen Gód zieh maar ook zichzelf. Hij zag God in al zijn kracht en gloriezichzelf ging hij zien in al zijn zonde. Merkwaardig die volgorde. Job wüs vroom toen God met hem begon. Hij wist zich zondig toen God met hem klaar was. Hoe dichter de mens naar God toegroeit, hoe meer hij zich zelf gaat zien zoals God hem ziét. Wij mensen willen de zaken altijd weer Omdraaien. We spreken over heiliging en menen dat de mens steeds vromer kan worden. Deze vorm van vroom heid is echter louter te danken aan éigen krachtsinspanning en heeft niets met God te maken. God wil niet dat wij onze eigen heiligheid of vroomheid be werken, maar gaan delen in de heiligheid v'an Christus. Daar toe moeten ive dicht bij Christus komen, hoe dichter we komen hoe meer we het verschil gaan zien tussen zijn heiligheid en onze onheiligheid, èn des te meer gaan toe beseffen dat we Hem nodig hebben. PaS op voor menselijke vroomheid, want die hééft niets met God te maken. OP ZIJN HOEDE VOOR INFILTRATIE TAE Eenheids-Vakccntrale-1958, de communistische afscheiding van de E.V.C., gaat zichzelf opheffen. Men ziet daar geen brood m een afzonderlijke organisatie, meent meer brood te mogen nemen wij aan, bij voorkeur indivi dueel gebeuren: man voor man. Op deze manier zal het al moeilijk ge noeg zijn om binnen te komen. Men Te verwachten is, dat het N.V.V. op in zijn hoede zal zijn. Het is een gemak, pogingen om binnen de vakcentra- dat de heren van de E.V.C.-1958 het bijzonder het N.V.V.. te veelal nogal roerige heren zijn ge- penetreren. In theorie heeft Men wil het naar buiten doen komen, dat de opheffing van de eigen club een gebaar is om tot een heid in de vakbeweging te geraken. Ook de mannen en vrouwen van C.N.V. en K.A.B. zouden er een voorbeeld aan mOeten nemen. Wij voor ons géven deze opheffers weest, zodat men buiten hun kring hoge aspiraties, wel zowat weet wie ertoe behoren. Voor de roerigen is men gewaar schuwd; voor de minder roerigen maar even overtuigden dient men dubbel op zijn hoede te zijn. Op zijn hoede ook daarom, omdat het duidelijk is, dat het N.V.V. zich op het ogenblik nogal kritisch tegen- het regeringsbeleid opstelt. In JEANNA ÓTERDAHL- r..„de grasoerm naaei ae aiuiveimae. Hij had Zijn klórn- péii uitgedaan eli zijü pet naast zieh neergelegd. Het dichte grijZé baar stond alS èen vacht rechtop op zijn Londê hoofd, dat Véél aan één opgetóldê egel dêed dénken. Zijn gezicht met de ingevallen triónd. Waar geen tand meer te zién was, maar wel altijd éen tabakspruim. Was bruin als dénnenschól's, Waar hèt niet bëdékt was frtet grijzè ba&rdstóppels. en zó doorkruist met diepe groeven êii rimpels, als een herfstblad met nervêrt. De gróté handen, dié hij saamgevouWéh had óvèr zijn opgetrokken knieën, toonden Sterk geêpartflên pèzert èn hoge blauwe adèrs onder hét bruihè Vél. De hals was al even dciorgroèfd én bruih als hèt gêzieht. Het was dui delijk te zien, dat de oude Ahtonssón gedurende een lahg leVen mét de aarde had samengewerkt. Hij was knecht geweest in de tuin van Charlótténflaal sedert Hij Veertien jaar was, en nu was hij zeventig. De oude Antonsson spoog bruine tabaksap in eèrt fnoóle bóóg dóór dé zatérdag-stillê lucht. De namiddagzon scheen in de druivenkas door het liiéHtigè lovèraak eri doorstoofde dê zWarè. bedauw de trossen, gróeiiè ên ÖlêuWe. Eéh fhuggézwérm danstè boven zijn hoofd, zwaluwen scheerden hóóg door de lucht, de aarde róók haar de late zomer. Het w&B prettig om hiér Zó rllstig te zitten, de móédé ledematen wat uit te strekken en voor geen énkel werelds ding te moeten zorgen. Maar lang had Antofisson nóg niét vali zij» rust genoten, of de drié kleine meisjes, die wisten waar hij tè vinden Was, kwamen aangelopen, gingen in het gras óm hém hèert zittèh en eistèfi dat hij hen zou vermaken. Daar waren zij dacht hij het met! Antonsson Véègdè zijn neiig eens af met dê rug van zijn hand. verplaatste de pruim en keek naar hén dóór zijh kleine óógspleetjêfe. Nóu, Wat zuilen We dan Vanavond dóêli? £ij Kókèn elkaar weifelend aan, Zij wisten het niét. Kies jij maar Ahtonééoh, zei Ma'rit. Hum, kuchte Antonsson en vèegde zijn heus nóg Buiten waait dl© zomerwind hóe het hier toeging in dê dagen van de oude ba ron, tóén hij en de barones irt huh volle glorie leef den, dal was iets anders, en dat heb ik meege maakt, met eigen ogen grt orèfi gezien en gehoord. En wanneer Koning Oscar in stad kwam en logeer de bij de commissaris des Konings, niét bij de com' missarls die wij nu hebben natuurlijk, dan man' keerdë hét nóóit, óf hij kwam hier op de grote fees' tèn met zijn héfén èn móoiê cavaliers En dat zég ik jullie, dat zo'n feest niet minder kostte dan drie duizend rijksdaalders, neen. wat zeg ik, vier, vijf duizend. En er bestond niets op aarde zó fijn eri paar keer met zijn duur, óf dè barott en dé barones haddén hêt op ta- fél, zó zeker als ik hiér zit. 'Ze aten oesters, dat Ahtorissóri had hurt éeri heel aantal spelletjes met zijn schelpen, ziet jullie, die - •=•»«»«- Ufta I"-- wnniêon Openbreekt, bah, het O"*aoir* zij hêt spelletje „Het huis door John gebouwd" ook erg pfettig. Krister stélde allés plastisch voor, ter wijl de anderen hel spelletje öprételdên. Hier is de haan op de mestvaalt hij stond op één been, knipte mét zijn ogeli eri kraaide dié dê dominee wekte, zó waardig voortschrijdend... Dan -stapte Krister plechtig langzaam voort, mèt zijn handen gêvouwén over eéh ingébeêld dik büik- ié. dié de jóngen trouwde, dê blijde, dé gekke. Krister maakte dan een saltó-rnortalé dóór dè lUcht. én Ragnhild schièéUwde vaii plezier, die het meisje kuste, niét dè kleurige kleréfi dè kus vloog de lucht in dié dê tëóeiért niét de kromme horéns melkte, die de hond op dé horens nam. en zo verder, totdat zij weer aan 't begin waren bij hèt huis door John gebouwd. AntortsÉSón Veftel ÜU, hoé héi vróêger was, zeg Antonsson, vroeg Elin. én zij Krópen dicht óm de öüdè Alan héén, allé Vijf. De muggen donaten, de zwaluwen seheerden dooi de lucht, en Antonsson nam èen niéuWe pruim. Hij Üèl zich niet [ang biddén. Hij was dól óp grote Wóórden en hóógdtavênde taal, en hij was óók niét bang om er eên schepje op te doén alé hêt té pas kwam. -- VfoèfèT, Ji, Ml Atotonssón, toén was het niét -- niets, alleen zoüt, 1 dan is het fijrt natuurlijk, en ie èr uitziet als fijne hagelkor- Russische - o reis en champagne-wijn en ijs en noga-taarten, zo hoog, dat. ze tot aan de zoldering reikten. Hebben jullie weieens noga-taartert gezien, neen, dat heb' ben jullie niét, maar Ik wèl! En als zij dan ten slótte vruchten Zóudén etèn, dan was het niet móói genóég om ze óp schalen te leggen, al waren ze dan ook van zilver, want diè hadden zij vólöp, rrtaar ons jongens wérd opgedragen de bomen met dé vruch ten eraan uit de kassén naar binnen te brengen: perèbómên en perzikbómén in gróte kuipen, en drui- Vèiistókken, die wij met barrtbóe móesten steunen, En daarvan gingen de hoge personages dan pluk ken én eten, Want, kinderen, ik wil jullie Wel ver tellen, d&t het onbegrijpelijk is wat zulk sóórt men sen naar binnen kan werken, als zij éénmaal aan de gang gaan. MaSr hij, Oscèr, de oude koning, al- Niet fout Prof. Ridderbos hield vast aan zijn opvatting dat een leeruitspraak terzij de gesteld kan worden. Dit houdt niet in, dat men daarmee het voorgaande als fout erkent. Hoofdzaak is, dat het hiér gaat om een uitspraak, diè van daag niet meer functioneert zoals het behoort. Het is doctrinair óm tè ver langen, dat eèn dergelijke uitspraak, als men haar terzijde wil stellen, ver vangen moet worden. Dat het tweede lid van uitspraak B een nieuwe vervangingsformule zou zijn, ontkende prof. Ridderbos ten stel ligste. Het huis (de vervanginsformule) voldeed niet, ómdat we er niet samen in kunnen wonen. Dat huis wordt af- gebfóken, maar hêt fundament (de Drie Formulieren, aangeduid in het tweede lid) ligt er nog. Op dat fundament wil men een hieuw "huis bóuwen. Laat men nu niet zéggen, dat oök het fundament eg móet. Próf. Naüta wilde met Zijn ameilde- lent de synode niet in dé wég staan, was bereid dit terug te nemen. Maar hij zou het Voorstel van de com missie nóóit kunnen verdédigen. De con sequentie van dezé Uitspraak is, dat de genen dié Indertijd protesteerden tegen dé Vervangingsformule, gelijk hebbèn gehad. In beginsel wordt door dit ter- Zljdestellên toegegeven, dat men vroe ger ,,te eng gebonden" heeft. Hierna werd dé discussie ópgescliórt tot woensdag. Jaarvergadering Christ. Grafische lïedrijfshond De Nederlandse Christelijke Grafische Bêdrijfsbond zal óp 23 éii 24 öktóbèr in hét cónferéntièoórd „Wóudschóteli" te ZéiSt zijn algeméne vergadering houden óndér voorzitterschap van dé héér Joh. A. Göhgjöhg uit Amsterdam, Er komen niét minder dan 21, dóór dè verschil lende afdellhgén ingezonden, vóorstéllén m de orde. Dc heer C. J. van Mas- igt, lid van de Tweede Kamer en voorzitter van het C.N.V. zal spreken het onderwerp: „de gewijzigde tuaties." Bijzonder nummer van „Kerkblaadje" Binnenkort verschijnt een dubbel nui mét van het ..Kerkblaadje" orgaan v: de Kring van vrienden van dr. H. Kohlbrugge. In dit nummer is o.m. in zijn geheel opgenomen het reféraat van dr. G. Scheers. Herv. pred. te Haarlëni. „De heiliging bij Calvijn en Kohlbrugge" géhóudén óp de conferentie té Utrecht óp Zaterdag 20 juni j.l. hóéwei hij tóen nóg leek hét rrieêSt óp éen ziiverei zó knap was hij natuurlijk, hi. kandelaar tussen al om te zien. Ja. dal weet ik allemaal, omdat Tilda, mijn vrottw. mee hielp dienen aan tafel. Zij Was de kamertlêr van dr barói!es geweest, vóór ons huwelijk, en er ging gern dag Vóorbij, of de barónés zei. jij Tilda, zéi zij. nooit Krijg ik mèer zó'n mèlsje als jij was. Ja wel. Wordt vervolgd; eigen organisatie geen schijn enkele hoofdstukken van dat regc- van kans. Binnen het N.V.V. is er ringsbeleid heeft het geen vertrou- niemand, die op hun aanwezigheid wen. In zulk een situatie is het nog ven de heren al evenmin te pro- fluisteringen. beren. Ze zijn ook voor die kring Op dit punt heeft men geen raad fing toch genomen worden. En in lcn. Wij hebben daar vrede mee, aansluiting daarop zal men dan gaan proberen, vóór alles zich een plaatsje ln het N.V.V. te verwerven. Dat zal, DE GRAFISCHE C.'A.O.'S 'PUSSEN het College van Rijksbe- men maatregelen, die inderdaad dê middelaars enerzijds en de werk- verwachting wekken, dat een even gevers- en werknemersorganisaties tuele produktiviteitsdaling voorko- in het grafische' bedrijf anderzijds "ten wordt, bestaat, zoals wel gebleken is, ver schil van mening over de redelijk heid van de verlangens, welke par- heeft men niet met een beperkt aan- tijen in het grafisch bedrijf in ont- tal grote bedrijven te maken, maar neergelegd. Het geven van toestemming tot Het meningsverschil hangt naiiw sa- werktijdverkorting per onderneming men met het voorstel van de organi- is hier een onbegonnen werk. Men saties om over te gaan tot invoering hier dus, èf op goed geluk moe- een verkorting van de werktijd ten vertrouwen dat de werktijdvcr- met drie jaar tijds. Wij hebben namelijk de Indruk ge- drie korting zichzelf inderdaad verdient, óf men zal bij de verhoging van de lonen rekening moéten houden met kregen, dat de kritiek van het col- de verkorting van dê werktijd, lege niet gericht is tegen de cijfert, Men kan er begrip voor hebben, dat welke het bedrijfsleven heeft opge- het College van Rijksbemiddclaars steld met betrekking tot de ruimte, liever niet op goed geluk gaat koer- die er voor loonsverhoging in de gra- sen, dat het zich althans niet ver- fische bedrijfstak zou bestaan. Het antwoord acht, wanneer hét Op deze college heeft deze cijfers als juist grónden een ontwerp-c.a.o. zou goed- aanvaard, uitgaande van de veron- keuren. Het is niet zo vreemd, dat het derstelling, dat het bedrijfsleven college stelt, dat driekwart of de helft Wat betreft de werktijdvérkorting den gebracht op de ruimte, welke heeft het bedrijfsleven gemeend, dat er thans vóór loonsverhoging (vol- deze zichzelf zal moeten verdienen, gens de door het bedrijsleven opge- elk jaar de werk- stelde cijfers) is. i.ó.'s stellen een loons- ongeveer 4,7% voor met zijn berekening tijd verkort wordt, zal vóór de pro- De ontwerp-< duktiviteit van dé bedrijven dus verhoging geen nadelige geVólgèn mogen héb- het collége ben. De doorvoering van een dergè- gekomen tot 3,5% op grond van de- lijke nieuwe en nogal ingrijpende aelfdê cijfers, maar met een be paalde aftrek vóór de werktijdver korting. In principe lijkt ons dézé gedaehtengang niét zo verwerpelijk, Het Centraal Bureau voor de gra- invloeden fisché bedrijven, dat zich opnieuw beraden heeft op dé situatie, heeft het college maatregel, zal daarom gepaard ten gaan met enige voorzichtigheid. Want zal men er inderdaad op kun nen rekenen dat deze werktijdver korting geen nadelige heeft op de produktiè? In de inmiddels reeds goedgékeurdê de berekertingèn c.a.o, voor dé grootmetaal is óók de der overwogen, werktijdverkorting opgenomen. In deze bedrijfstak waren echter al vóórbereidende maatregelen getrof fen, en bovendien zullen de werktij Wij spreken gaarne hot vertrouwen uit, dat dit intern beraad tot ge volg zal hebben, dat de c.a.o.'s voor het grafisch bedrijf op korte ter- den hier per onderneming verkort mijn goedgekeurd kunnen worden worden. De vakraad zal hier aan de en het personeel in de óhderne bedrijven slechts toestemming ge- gen zal ontvangen waar het 1 ven tot werktijdverkorting, indien op heeft, de directies kunnen wijzen op te ne- GEZOND ECONOMISCH BELEID Het gemeentebestuur van Enkhui- Zén hééft aan énkele Amsterdamse studenten toestemming Verleend om in de bekende historische „Dromedaris" een internationaal cultureel studenten- GCntrum te Vestigen. Het Uit 154Ö da terende bouwwerk staat onder bescher ming Van Mórtumentèn2órg. De studen ten móeten Vóór het einde van het Jaar een bedrag van 1Ö.ÖOO beschikbaar stallen om de Dromedaris vóór dê in richting als stuöèntencêntrum geschikt te maken. 1AE minister van economische za ken heeft bij de door hem inge diende begroting een memorie van overheid behoort zich te beperken toelichting gévóégd, tévèrts dienend tot het aanbrengen van noodzakelijk als toelichting op het door hem te gebleken correcties. Tot dit beleid behoort, dat prijs-! dalingen voor de grondstoffen ook nomen. merkbaar dienen te zijn in de prij- In die toeliohting blijkt, dat de bc- zen van het eindprodukt. Oinge- windsmart voornemens is speciale keerd zijn prijsstijgingen vanwege duurdèro grondstoffen alleen toe laatbaar, wanneer daartegenover! Overbodig is dit laatste niét. Er niet minder de bereidheid aanwezig wordt in onze dagèn veel gesproken blijkt om evengoed tot prijsdaling, en geschreven over de loonvorming, over te gaan telkens wanneer del Op zichzelf geheel terécht. Maar een kans zich daartoe voordoet, niet minder belangrijk hoofdstuk In dit kader daarnaast vormt de prijsvorming. Wat heeft men aan hoger loon. tegengaan van prijsverstarring neemt ook het kar- telbèleid van de minister éen bc- dit gepaard gaat met hogere langrijke plaats in: het tegengaat prijs? Vóór onze volkswelvaart zijn van afspraken die de strekking heb- lagere prijzen nog altijd docltreffért- ben óm de prijzen kunstmatig hoger der dan hogeré lonen. te houden dan op zichzelf onvermij- Niet dat dc minister voornemens Is, delljk is en dan bij een gezonde con- liep in het economisch leven in te current!© ook het geval behoeft lel grijpen. Hij is de gezonde gedachte zijn. oegedaan, dat in een economie, die Er is alle reden, de bewindsman in tcrnationale factoren inwerken, de dc volkswelvaart van grote waarde, verantwóórdelijkheid voor loon- en lijkt, met belangstelling tè volgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2