Lodewijk van Deyssel Gewestelijke cultuur mag niet in de schaduw raken zeventig jaar een onrustig jager, een jager zonder doel, want een jager met teveel doelen. Deze man is te rijk aan geest en (mag ik naar eigen ervaring zeggen) te rijk ook aan hart om zich kalm en doelbewust een levenslijn te trekken. Hij is te ontvanke lijk, te ruim en te gevoelig, dan dat hij naar vaste regelen zijn bestaan inrichten De aanvuurder, die hij was, kan niet vergeten worden." ANTON VAN DUINKERKEN Tv-documentaire over gezinsvoogdij Op zondag 4 oktober a.s. zendt de NCRV-televisie een gedramatiseerde documentaire uit over gezinsvoogdij, onder dc titel „Opnieuw beginnen". De tekst voor de spelfragmenten is geschreven door Ted Logeman, ofte wel ds C. M. de Vries uit Hilversum. De documentaire komt tot stand in samenwerking met Pro Juventute in Arnhem en een van de medewerkers die toelichting zal geven in een vraag gesprek met Peter van Campen, is de oud-kinderrechter, thans vice-president aan de Arnhemse rechtbank, mr. van Houten. De uitzending bedoelt het werk van de gezinsvoogdij van twee kanten te bezien: eerst het vrij-patronaat, door vrijwillige krachten, daarna de wette lijke ondertoezichtstelling. Beide kanten van het werk worden duidelijk gemaakt door korte speel- scènes waarvan we U de inhoud nog niet zullen verklappen. In de frag menten zien we dezelfde gezinsvoogd in functie. „Als we het goed bezien ontwikkelt de Nederlandse televisie zich sneller in internationale dan in interregionale richting. Eurovisie is een levend, steeds sterker wordend orgaan, dat in toenemende mate programma uitwisseling tussen de landen mogelijk maakt. Mogelijkheden tot ver binding met landen en werelddelen buiten Europa groeien snel en het is niet onmogelijk dat de regionale belangen daardoor in de schaduw geraken. Men dient er zich dus tijdig op te bezinnen wat in de toekomst wel en niet ten behoeve van de gewestelijke cultuur kan worden gerealiseerd." i het vraag- Dit was de slotconclusie waartoe ds kregen. Maar een mankement blijft, dat regionale uitzendingen wat tijd en duur betreft nog maar al te vaak moe- ijken voor principiële uitzendin- an andere omroeporganisaties. Van Deyssels naam is ons bekend van de middelbare-schoolbanken. Na Perk en Kloos volgde direct zijn naam, en wellicht namen wij omtrent hem zijn geloofsbelijdenis mee, een variatie op een uitspraak van Busken Huet: „Kunst is Passie", en zijn grote liefdesbetuiging: „Ik houd van het proza Waaraan Lodewyk van Deyssel ook ontrouw moge geworden zijn in zijn lange leven van zevenentachtig jaar, het proza is hij levens lang trouw gebleven, deels als tuchtmeester van zijn literaire com pagnons, deels als kenner der Europese literatuur. Toch is het goed te bedenken, wat wel eens vergeten wordt, dat hij ook dichtte. Naar aanleiding van zijn verloving en huwelijk in 1887, dichtte hij het sonnet, dat door zijn vriend Alphons Diepenbrock op muziek gezet is: „Ik ben in eenzaamheid niet meer alleen, Want waar mijn oogen langs de wanden dwalen, Schemert uw lach daarheen. Ontelbre malen Hoor ik in 't klokgetik uw voeten trêen. En langzaam nadert gij, zoo ver, zoo kleen 'k Zie dat een breede neevlenkring met valen Lichtloozen sluier u omhult; dan dalen Zachtjes uw lichte schreden naar mij heen. Uw adem vaart mij aan! gij zijt verschenen, Ik zie uw oogen in mijn oogen gaan; 'k Hoor in den wind, die langs mijn ruiten henen En door de schouwe klaagt, uw woorden aan, Zoo vreeslijk droef en teer, dat 'k u zie staan, Met bukkend hoofd om in mijn arm te weenen." Lodewijk van Deyssel méér was dan waarvoor men hem in die jaren, en nu veelal nog, houdt: de schelder, de vernieuwer, de sloper van al wat vóór de periode der Tachtigers naam en roep had in' de Nederlandse letter- Maar niet vergeten moet worden, dat ook de oude Thym een geducht polemist kon zijn, dat ook de oude Thym bij de Fransen ter schole was geweest. Niet ten onrechte merkte Benno J. Stokvis in zijn kleine boek- Lodewijk van Deyssel (1921) op, dat er ten onrechte te weinig aan dacht is gegeven aan de overeenkom sten tussen vader en zoon (pag. 12). Met dat al blijft Lodewijk van Deys sel een afgesneden rank van de boom Hieraan deed weinig af, dat Jan ten ogen, die ,,al de laffe en ujueua net icvcii vou uuu^-vyn vo.. der rooms-kaitholieke emancipatie. Wat Brink zich geestig verdedigde met de fumeerde Couperus-likeur' Deyssel liet Brom zijn afkeer vrije had hij voorjie roomse ^ontwikkeling opmerking, dat Van Deyssel wel voor- droeg J- 1 J~ DEBAT RONDOM VAN DEYSSEL als eerst an Duinkerken heeft vrijwel gepoogd in zijn Levensbe- r de Maatschappij der Ne derlandse Letterkunde te Leiden, een objectief beeld te geven van Van Deys sel, hetgeen te waarderen valt in een rooms-katholiek die de afval van Van Deyssel van de Moederkerk nooit zal kunnen vergeten. De grote nestor van de rooms-katholieke literaire weten schap, prof. dr. Gerard Brom, heeft hem die afval nooit vergeven, en reeds tijdens het leven van Lodewijk loop over deze persoonlijkheid, wel licht het meest in het eerste deel van zijn brillante Anënsbiografie, waarin hij de deugdloze jonge Alberdingk Thym op de kostschool te Rolduc plaatst tegenover de vron Ariëns, die priesterroeping natuurlijke eenvoud, jeugdige gods vrucht en smetteloze levenswandel wist te paren (pag, 3739). Dr. F. Jansonius heeft in zijn in 1951 ver schenen biografie over Lodewijk van Deyssel aan het oordeel van Gerard Brom pogen te verbeteren wat moge lijk was, maar de diepste achtergrond van het verschil is het feit van Van Deyssels apostasie (afval van het ge loof) Het debat vindt inmiddels voort- niet ver- - 0,w de beroemde roman „Eli- kunnen betekenen hier te lande, indien aj gelezen zou worden „door recru- ne Vere" hooghartig verwelkomde met hij, in plaats van Schaepman te be- ten van het regiment grenadiers en de woorden: „Zo een roman die min strijden, nêast- hem was gaan staan j3gers", Van Deyssel bleef doorrazen dersoortig maar goed is, is toch mis- in de strijd tegen het oppermachtig tegen „een sloot van kalme domheid", schien beter dan niets." liberalisme van die jaren! Het heeft waarUit de Negentiende Eeuwse lite- De betekenis van Van Deyssel is ge legen in de wijze waarop hij (even als de jonge Kuyper op zijn gebied) zijn tegenstanders eenvoudig gedwon gen heeft op zijn critiek in te gaan, en aandacht te schenken aan het woordgebruik. Van Deyssel herstelde de woordkunst in ere, zoals al de an dere Tachtigers met hem! Dat kunst concreet moet zijn en critiek moet kun nen verdragen, en dat niet een ieder die van schrijven hield ook het recht had tot publiceren, en bovenal, dat Nederland het béste moet geven wat het te geven heeft, en men het recht heeft het middelmatige te bestrijden, dat alles heeft Lodewijk van Deyssel ons ingescherpt. Na hem kwamen de jongeren, waar van Van Deyssel zelf eens op 24-jari- ge leeftijd schreef: „Zij liggen al te schreeuwen in hun wiegen, de kleine kinderen, die eenmaal van U zullen verschillen zooals gij van Zola." Die jóngeren hebben hem op hun beurt veroordeeld, zoals Greshoff, Du Perron en al die anderen. Daarmee is echter aan Van Deyssels histori sche betekenis niet afgedaan. Die moet worden bezien vanuit de tijd waarin hij als tuchtmeester der cri tiek optrad. Des te edelmoediger, en een bewijs dat het hem ernst was met al wat hij zelf in zijn jonge ja ren had gepubliceerd en doorstreden, was wat de ouder geworden Lodewijk van Deyssel in de zomer van het jaar 1940 zou schrijven in Criterium bij de dood van Marsman: H. Marsman was een der grootste talenten te midden zijner tijdgeno ten. Maar behalve een groot talent, was hij een karakter. Hij maakte niet alleen, zoowel in dicht- als prozakunst, werk van bizondere waarde, maar hij had ook een zeer bepaalde houding in het letterkun dig leven. Hij stond met sterken aandrang, met heftigheid, zijn meeningen, zijn opvattingen, zijn waarheid, voor. Het is daarom, dat bij eenigen „van tachtig", behalve de waardee ring voor zijn geschriften als kunst werken, een zekere verwantschap tusschen hem en hen werd gevon den, die een warme toeneiging deed Zijn plotselinge, onverwachte, afwezigheid is een ontbering ook voor de oudsten der tegenwoordige Hollandsche schrijvers. Alfons n.i.et 20 mogen zijn. Wel bestudeerde 'ratUUr bestond, i hij de mystieken St. Dionysius Areo- pagitus, Thomas a Kempis, Ruys- broeck, Boehme en St. Theresia, en bestreed hij in later jaren de socia listen, over wie hij het oordeel uit sprak: „Socialisme is anti-literair en literatuur is anti-socialistisch" (het geen in deze absolute vorm een mis slag is gebleken!), maar wanneer hij later over Erens' Imitatiovertaling schrijft, heet het slechts: „De Imita- het heerlijkste minne-lied, dat Zijn altijd dezelfde vale praatjes, stug, leêg als testen met vergaan vuur." De voorgaande generatie beet hij toe: „Gij mist de macht van het konink lijke woord, dat menschen en volken lam slaat van bewondering." In 1887 publiceerde hij zijn natura listische roman „Een Liefde", twee jaar later gevolgd door „De Kleine Republiek". Beide boeken feite geen doorlopend aaneenschakeling HULDIGING Maar als gezegd, hij kon ook be wonderen. Tot de bewonderden be hoorde allereerst Herman Gorter, wiens verzen voor Van Deyssel een bres sloegen in de donkere eeuw die nu achter lag: „O, het was de blijde tijding, de rijke, wijde tijding, de lang-gewachte, de nooit vermoedde. Het boek om op te snikken. Ik laat chant, onder voorzitterschap de VPRO-televisie kwam een preadvies over „Televisie en de ten gewesten", dat hij uitsprak op het gen congres „Nationaal overleg gewestelij ke cultuur", gisteren en vandaag te Amersfoort gehouden. Ds. van Nieuwenhuyzen zei voorts, dat de televisie niettegenstaande be- paalde weerstanden haar opmars zal gering begrijpen dat zij voor radio vervolgen en dat het zeer wel mogelijk televisie geen afwachtende, maar is dat over tien jaar in elk gezin eer ««-•- •- ontvanger staat bij 30 of 35 uur zend tijd per week, dat er dan nog eer tweede programma in de lucht kan Verder vormen de steeds wisselende begintijdstippen nog een belemmering en is de reikwijdte van de Omroep Zuid nog onbevredigend. „Moge de re- Programma voor morgen jaren Hij acht het juist, dat daarbij naar een goed evenwicht wordt gezocht tussen de aandacht die geschonken moet worden aan de grotere Euro- VARA: 8.00 Nws ".0.30 Boekbespr; 12.20 Hudsonherder m. AVRO: '12.00 Lie: pese gemeenschap waarin Neder- 12.30 Sportspiegel;_ 12.35^_ Orgelspel; 13.00 land steeds meer komt te sta-n, aan de Nederlandse cultuur als gel. .el en aan de regionale cultuursectoren. Voor dit laatste achte spr. in de ge- ,SO s.-b£ wereld, caus; 13.17 Meded 13.20 Ge var progr; 14.00 Boekbespr; 'adiophilharr klankb; sol; 17.30 ist; 15.10 Cyriel westen krachtige cultuurkernen nood- zakelijk, die straks reglonaal-georl- 17 00 Gra enteerde programmamedewerkers feN^d moeten kunnen opleveren. jeugd; l{ 20.00 Nws; 20.05 Theatero Regionale beeldomroepen zullen wel 20.50 Voordr; 21.55 Lichte veel te kostbaar zijn, maar reportage- 22.35 Pr wagens die op vaste punten in de pro- Sportuiti vincies staan zouden er in de toekomst 1? p r wél kunnen komen; zij zouden dan beter werk doen dan films over de Muziek van gewesten, omdat televisie nu eenmaal de kerkd; 1 haar grootste kracht vindt in levende kerk in de uitzendingen. 12.00 Gram; VPRO;" 18.30 •kd. IKOR: 19.00 V. d. pen Deur, caus. AVRO: :k, koor en sol; muz; 22.15 Act; saties; 23.00 Nws; 23.15 2320—2.00 Lichte muz. m II. 298 m. KRO: 8.00 Nws; 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws Mr. Stan Smeets, lid van de ad- viesraad Regionale Omroep Zuid, pij sDrak in zijn preadvies over de ra- Gr dio en de gewesten. Hij acht het pei werk van de regionale omroepen van rel grote betekenis: uitwisseling van re- r-onale programma's kan i tot verrijking van nationale ultzen- Metrop dingen en die van de Werel "omro»o. De Cc Opdrachten voor hoorspelen in dia- Lichte lect of gewestelijk georiënteerd en k.ed e muziekopdrachter. kunnen cultuurbe- Gram- vorderend werken. Teip- KRO: 12.15 Apologie: 12.35 :tet; 12.55 Gram; 13.00 Nws; 13.05 in de ploeg, caus; 13.10 Gram; Lichte recital; 15.30 Ider ika; 19.05 Kooi KRO: 19.45 Nws; 20.00 olist; 20.30 Gram; 21.30 1 verre, klankb; 22.20 Gram: 22.45 Avondge- Regionale omroepen ziet de heer Smeets als tegenspelers van de bui tenlandse zelfs van landsbelang. Daarom is het verheugend, dat de re gionale omroepen in het nieuwe wets ontwerp wettelijke basis hebben ver- vanavond dubbel; 21.00 Amsterdams Kunstmaandork en solist: 21.35 Epiloog, NTS 21.35 Pauze AVRO, KRO. VARA en VPRO 22.00 Sport- Programma voor maandag (9.35—9.40 Waterst). VPRO, 3 wijding VARA: 10 ZO Gram: fiork; 11.41 T2.33~V.~h/ Het Utrechts Stedelijk Orkest onder ft» Ham leiding van Willem van Otterloo mondorgel r- ----- Ham 14.50 Elias, speelt~tussen 7.40 en 8.30 in het KRO- programma de ouverture Oberon var Weber en de 7de symfonie van Beet hoven. Daarna een half uurtje vro lijke grammofoonmuziek en om uur zingen en spelen Jules de Corte 19J5 Regerlngsüita en Harry Bannink. Het blijft dan 1 u amusement tot 10.35 uur. 17.20 Roemeens 18.00 Nws en comi 19.00 Parit tz.: De stichtin» be cherming bevolking vraagt dt il 2); 16.05 Zes- zestig: 17.05 ork; 17.50 Mil 18-20 Lichte 'orde- srpi De ki chte muz; 1 het laatste BBC-Prome- 20-30 Menser stichting spreekt - nadeconcert (tweede deel) tussen 8.55 en 10 uur en de sportrubriek c 10.05 uur. 1.50—22.15) Voórdr; 23.00 Nws; gang: nog geen maand geleden heeft h *f d - Persvn t j,. r> hot aohot reent scnreei ar. j. r-ersyn bestudering der mystieken: „Hij las prof. dr. P. Geyl zich in het debat, rondom Van Deyssel gemengd in een artikel over Multatuli in „Vrij Neder land" van 29 augustus. Het debat over Van Deyssel is nog gaande, is wel licht eerst in een voorstadium; hij lééft dus nog onder ons en houdt de strijdende partijen, de rooms-katholie- ke Gerard Brom en de atheïstische historicus Geyl, bezig. ROOMS-KATHOLIEKE AFKOMST bestaat, de heerlijkste minnerede". Te- rische taferelen. u ._i t j_ naturalistische opzet, in fel de bat trad binnen literaire kring. „De die natuurlijk niet als een geloovige de hoogst begenadigden leest, om zijn ziel te vervolmaken", maar „om 't aesthetisch mooie van de katholie ke ethiek in haar hoogste vorm". het niet alleen, ik wil het altijd bij mij hebben. Want ik wil het U wel zeggen, wat ik bedoeld had, dat Hol- land moest doen, dat heeft Gorter fragmenta- gedaan." In oktober 1879 leidde hij Boutens in bij het verzenlezend publiek, toen Van Deyssel bij Boutens' eerste bun- Lantaarn" noemde het eerste werk del „Verzen" de „Voorreden" schreef, groote aanwinst voor de kuf- en aanvangende met die onvergetelijke de kuf- boordeelliteratuur, en zelfs Kloos woorden: „Ik ben dit boekje moest erkennen: „Dit boek is een negen vriend." Arthur van Schendëls boek. een lief boek, een mach- eerste roman „Drogon" ontving een BETEKENIS vf/?5d' £t bock." De kalme Albert Verwey, de latere Leidse Hoogleraar in de Neder- dat landse Literatuurgeschiedenis mengdi Het wonder van Van Deyssel hij reeds op zestienjarige leeftijd de buteerde. Zeventig jaar heeft hij "dus deel genomen aan het literaire leven hier te lande, en op welk een onge kende wijze! De oude Thym, Busken Huet, Mul tatuli en Zola waren zijn leermeesters geweest, maar op Thym na heeft hij ook deze oudere voorgangers fel be- doch ook scherpe, geestige critiek, -elvoegelijk Deyssel 'had diens talent erkend! Daarnaast de soms geestige critie- ken jegens wie minder presteerden Toussaint dan hun talent veroorloofde of niet deren Tegen zijn zeventigste verjaardag vormde zich onder beschermheerschap van de minister van onderwijs, kun sten en wetenschappen mr. H. P. Mar- >nder voorzitterschap van Bou tens een huldigingscomité, tevens zitting namen dr. J. F. M. Sterck, F. Mynssen, Nico van Suchte- len, Em. de Bom. Cyriel -Verschaeve en Toussaint van Boulaere. Op zaterdag 22 september 1934 vond te Haarlem onder leiding van Boutens de officiële huldiging ilaats, waar on der meer het woord voerden dr. J. F. M. Sterck, de Haarlemse burge- ge- meester C. Maarschalk, en de Belgi sche minister van staat Louis Franck, die er geestig aan herinnerde, dat Van Deyssel in zijn jonge jaren schreven had: „Ik hou van de Vlamin- heelemaal niet." Voorts sprak zijn mening dat de Nederlandse let- streden. Maar erger moesten het Vos- terkunde alleen zou zijn te zuiveren macr en Ja„ ,e„ Brtok onder de mokerslagen van zijn haat- d Tol Vosmaer riclltte Van Deyssel n„i.v..w. ,n z)jn iiNieuw Holland.. in !88{ de denkt v woorden: „Omdat gij in uw „Nanno" een wel aardig beschilderd porceleinen theekopje geleverd hebt, meent gij daarom meê te mogen spreken het debat met een geestdrif- deel wilden nemen aan het Tachtiger tige brochure ten bate van Van Deys- feest. In 1884 kreeg niemand minder sel. waarvoor de oude Thym hem met dan Schaepman in een artikel „De vaderlijke hartelijkheid dank zeide: aesthetiek van dr. Schaepman" naar „Ik behoef U niet te zeggen hoe aan- het hoofd gemikt: „Maar wel is het te genaam mij uw vaardeering van Ka- betreuren, dat iemand als Dr. Schaep- rels persoonlijkheid getroffen heeft. Ik man, die tot de jongere generatie be- ben er U innig erkentelijk voorhoort, zich uitstrekt in rozeblaaren, Nog karakteristieker is een brief met een diamanten beekje later van Van scheldcritieken. Van Duinkerken schrijft, dat hij er later spijt van had, maar moeten wij ook hier niet spre- 1 noodzakelijke fase in Van theekopje Deyssels ontwikkeling' Met dat al is het g dat Lodewijk van Deyssel, als van de oude J. A. Alberdingk Thym, reeds jong in een even rooms als cul tureel milieu een uitstekende literaire opvoeding genoot. Dat was in die da gen iets bijzonders! Alberdingk Thym was de grote culturele ambassadeur iVèrd! "allemaal van de nog nauwelijks tot culturele ontwaking gekomen rooms-katholieken. Reeds als jongen was de zoon de begaafde notulator van het onder de iviia oude Thym staande^ leesgezelschap bijzonders. het goed te bedenken de groote schilderwerken der litera- juur9„ Toen de eerbiedwaardige prof. Jan ten Brink (door hem ook wel spottend „beste Jan-en-alleman" ge noemd) zijn novelle „Starter en zijn wijf publiceerde, was het commentaar Van Deyssel: „Je bent niet hoog-ge- zijde, de oogen hemels gericht in dogmatische droo- men, vol uitsluitende vereering voor Sint Augustinus, Bossuet, Vondel en Shakespeare, terwijl zijn tijdgenootcn om hem heen, met veel duisternis nog in de rondte wel is waar, maar met onverzettelijke kracht en overtui- het werk i Verwey gericht: geheel waarschijnlijk wei nig meer om die brochure, maar voor mij is zij een heerlijk gezelschap, Hij ligt tegenover me op een kanapee, als ik zit te schrijven, en in de vele tijd- stukken dat ik mr-zelf voor een ellen dig impotente houd. sta ik op en lees ging in de borst, zich in de brochure om mij moed in te hebben gezet om van onze eeuw een spreken" (16 mei 1889")groote te maken, die niet achterwaards Van Devssel was uiterst gevoelig behoeft te zien om te vereeren en te voor lof! Toen Kloos in „De Nieuwe beminnen, die zijn heil in zichzelf Boulaere vertolkte wat Van Deyssel voor hen betekend had: „De Holland-, se deftigheid schrikt ons geweldig af. Aan die deugd hebben wij een broer tje dood en het allang begraven. Maar toen kwa-m Van Deyssel!" Na een toespraak van Emanuel de Bom droeg Paul Huf het prozastuk van Van Deyssel voor „O Vader, ga niet dood." Ook namens de schilders werd 'hulde betuigd, waarbij de jubi laris zijn schilderij werd aangeboden. 's Avonds verenigden zich in het Carltonhotel te Amsterdam vele vrien den aan de maaltijd, waaraan ook de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr. H. P. Marchant, deel nam. Hier sprak tevens prof. August Vcrmeylen, die reeds TIPS en S.O.S.-bi muz; 7.50 Een Nws: 8.15 Sportuitsl; 8.25 Gi d. zieken; 9.30 Gi - - - 10.15 Theologische 0_. ?ra™: 11.20 Feuill; 11.40 Grai uit hut buitenland SSfiSSf 5* -"-r kunt u in het te'^ uz""^ Gram!3'H.0Wubileumw^ de dag; 8.00 9.00 V. 9.40 V. d. huisvr; itherleergang; 11.00 l; 1.1.55 tuinder; 464 n BBC op str.: vondeling Shostakovitch. Wilt u het slot van de Promenadeconcèrten recht- streeks uit Engeland horen, dan moet viool u om 9 uur overschakelen op het Lichte Light Programme, op 247 m, moar "n_gs"" waarom zoudt u het doen, de VARA M R zendt het op hetzelfde tijdstip ook 1^30 rechtstreeks uit. afsluitdijk. >rgel; 17.00 V. d. kleuter Van het Festival van Vlaanderen zendt Brussel Vlaams op 324 m tus sen 8 en 9 uur een uitvoering van Handels „Judas Maccabeus' uit. Alexander Gibson dirigeert het NIR- kamerorkest, koren en solisten in de troonzaal van het stadhuis te Gent. Kunt u op uw toestel FM ontvangen, dan zoudt u, om een uitvoering van Wagners „Die Meistersinger von Nürnberg" te horen, tussen 8.15 en 10.45 uur kunnen afstemmen op de ber; Fries progr: 18.5 Gram; 18 50 Open- tunstbezit, caus; 19,00 Nws en weer- 9.10 Blaasens; 19.30 Radiokrant; 19.35 20.00 Helnrich Schüt-zfeest; 21.30 ïcital; 22.00 Parlementair comm; Instr trio; 22.45 Avondoverd; 23.00 23.15 Gram; 23.35—24.00 Idem. vlsieprogramma's. KRO 17.00—17.30 plano; Philharmo- len o.l.v. Sir Adrian Ippolitov Duitse zender 88.8 MHz. U hoort dan Feestelbke tócht" van »n Duitse uitvoering, onder leiding ?atd*ïr. Suite op 10, ipho- Die gave, de brillante conversatie, zal voor goed vergeten zijn met het heengaan van de laatsten die met hem geredeneerd hebben. Reeds met 1924 het heengaan van de - persoonlijkheid Van Deyssel genoemd had: „de groot- kwam de poging om hem opnieuw, -i- -p. ;:j._ i beoordelen dan tijdens Gids" gedicht aan hem opdroeg, vindt. eenvoudige strofetje malligheid, je bent schreef Van pjp.a hem ««roard geen psycholoog, geen visionair, geen 0 0 wetenschapsman, geen kunstenaar, geen prozaïst, geen stylist, geen den geen wijsgeer. Je bent niets Vioolstruik". Eén der leden schonk aan de ijverige notulator eens een penhouder, met het profetische program rijmpj-" O, Rozen, droef en schoon, Ik heb u uitgekozen Voor dl mijn koude doón, Roode en witte rozen. „Zie hier een pen, heer Karei. Gebruik hem met verstand. Een pen werd steeds een parel In uwe flinke hand." Wat niet een ieder weet, is, dat Van Deyssel in 1893 een werkelijk even sympathiek als boeiend boek schreef, onder het pseudoniem A. J. (de voorletters van zijn vader) over de oude Thym, met nauwelijks een spoor van alle hatelijkheden, die hij ilde afrekenen met het duffe voorgeslacht en gaf als zijn „Wij willen Holland hoog opstooten midden In de vaart der volken." „Zooals eens Griekenland was, zooals Italië in de Renaissance, zooals wij zelf eenigszins in dc Ze ventiende eeuw, zoo willen wij het kleine land maken. Het grieft ons bui tenlanders altijd van Engeland, Frank rijk en Duitsland te hoor en spreken, wij willen een schittering scheppen, - die hun oogen verglanst tot bewon- Vestdijk door Van Deyssel zijn beïn- literatuur in levende relatie met de daar 'heb ik een halven nacht van emotie meê doorgebracht, ik heb het aldoor voor mijzelf herhaald en tel kens was ik opnieuw hevig ontroerd. Ik zeg precies de waarheid als ik zeg, dat ik nooit door verzen zóo aange pakt ben geweest." inmiddels genoemde wetenschap sticht, kunst, eenig en onsterfelijk En dan zijn critiek op de thans om zijn roman „Porcelein" vergeten, maar om de critiek van Van Deyssel ver eeuwigde mr, W. G. F. A. van'Sor- gen, opgenomen in deel drie van Var Deyssels Verzamelde Werken, aanvan gende met: „Van Sorgen! J« naam zweeft op aller lippen, om in jouw taal te spreken. Van Sorgen, je bent de man van dezen season (pag. 235). Deze critiek moet eer ieder gelezen hebben om te weten, hoe Van Deyssel in staat is geweest Nassau! al wèg te met de meeste genialiteit het hoog ste heroïsme heeft geopenbaard." Het waren de dagen warrin gestre den werd over de z.f tafel Hij heeft gehaat; hij is gehaat; zijn gepassioneerde haat achtte hij één der voornaamste stimulansen der kunst, spelling, Dat heeft veroorzaakt, dat zoveel pu- de redevoerin- blicaties van zijn hand hevig geen debat daarover achterwege fetisch blijven tussen Boutens, fel tegenstan der van de nieuwe spelling, en minis ter Marchant, die er de vader van was in die dagen. Maar midden in dat debat van redevoeringen tussen beiden kwam de verrassing, toen mi nister Marchant meedeelde, dat Lo dewijk van Deyssel benoemd was tot commandeur in de Orde van Oranje zoals wij dat ontmoe- die hele auteurs Maar ook moet nog genoemd leest, weet dat Bordewljk en vooral den Van Deyssels verdienste dering, wij willen hen ioen knielen voor de heerlijke klcurendampen uit het waterige land". Dat die taak zou gelukken, daar was Van Deyssel zé- anders onder zijn pseudoniem Lode- ker van: „Wij beleven het begin rimpelloos geschreven, ouderwetse biografie niet wacht hebben, hetgeen bewijst dat ir. de volgende H 1 literatuurgeschiedenis ge daan zal worden, beroemd zal blijven vloedToch meer voorbeelden, wenste dat men de taal hanteerde, want voornamer invloed dan zijn ro mans oefenden zijn critieken uit, waarin aanmoedigende bewondering en felle afkeuring elkander afwisselden. Kloos, Verwey en Gorter werden be- feite schilderkunst te brengen. Zijn Rem- hoe Van Deyssel brandtstudies "kunnen subliem heten. Zelfs Gerard Brom kan hier een mo ment van bewondering niet onderdruk- zijn prachtig boek „Holland sche schilders en schrijvers rige eeuw": „Van Dgyssels beschouwin- Rembrandt blij' punt Van het feest, want wij dienen niet te vergeten dat Karei van de Woestljne de humor van Lodewijk van Deyssel eens „zijn weelderigste kracht" noemde, en dat de bedacht zame Albert Verwey eens opmerkte: „Zijn conversatie was misschien het beste dat hij had. Als hij op dreef was, had iedere zin een pointe." Het is treffend hoezeer ouderen en jonge ren die hem gekend hebben in dit oor deel over Lodewijk van Deyssel over eenstemden. Ook de zoveel jongere A. Van Deyssels historische waarde, ook in deze tijd, blijft in de wijze waarop hij de strijd aanbond tegen de middelmatigheid en de lauwheid op li terair gebied. Dat hij Nederland hero- isch opjoeg naar de hoogten van de wereldliteratuur, dat hij al onze lite ratoren uit eigen tuintje joeg en ze vroeg te wedijveren met de wereldli teratuur, is een taak geweest, zó aan grijpend en indringend, dat iedere ge neratie die met zich zelf tevreden is er goed aan zal doen de werken van Lodewijk van Deyssel op te slaan. Zijn leerstellingen zijn vergeten, zijn middelen daartoe niet zonder critiek te accepteren, maar zijn boodschap, zijn strijd te>gen oor- deelsverzwakking en zelftevreden heid vormen een waarschuwende boodsohap, ook voor deze tijd! FOK, Praag o.l.v. Vè'clav :ek III Sergei Raohmaniov: 1. Concert >r piano en orkest nr l in fis kl t op 1 ■ace, Andante. Allegro vivace: Peter in, piano; Philharmonisch Orkest van - iult. 2. Sympho- kl t op 44; Allegr- Orchestra roppo, Alleg moder Sir Malcc BBC Na het NTS-journaal is het VARA- programma met om 8.20 uur actuali teiten, om half negen het eerste deel van de quiz „Je neemt er wat van mee", tussen 9 en 10 uur de uitzen ding van het tweede deel van het laatste BBC-Promenadeconcert, ge leid door Sir Malcolm Sargent en daarna het slot van de quiz. De politie van San Antonio (Texas) heeft meegedeeld dat een vijftienjarige jongen heeft bekend drie weken geleden zijn vader en moeder te hebben dood geschoten omdat ze „zo streng waren". De in verregaande staat van ontbinding verkerende lichamen van de heer en mevrouw Edgar Dycus werden donder dag in een schuurtje aohter het huis aangetroffen. De jonge moordenaar werd donderdagavond op een naburig par keerterrein gearresteerd, juist toen hij op het punt stond met de auto naar Mexico te vluchten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 7