als potloodjes YJjj Jtd> ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1959 er bit tering tangó het ^.óóelmeer^ ioekbaars en andere schubvis maar waarom oevers van het IJssel- i meer. Met name de vissers in Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Stavoren en De Lemmer zijn bar ontevreden. O, neen, hun verzet keert zich niet meer tegen de Afsluitdijk, die er immers al zo'n vijfentwintig jaar ligt. En ook niet tegen .de inpoldering van de Flevolanden of de Markerwaard, waarvan zij wel beseffen dat men nu niet meer terug kan. Maar men is ver bitterd, omdat Den Haag maar klakkeloos de vissers uit Volendam en Urk, uit Bunschoten en Harderwijk hun gang laat gaan met het uitmoorden van de visstand - inzonderheid van de paling en de snoekbaars. ,,Die kuilvisserij moet verboden worden", zeggen ze in Hoorn-en- hogerop. ,,Dle hadden ze al lang moeten verbieden. Want als men thans nog niet ingrijpt is het straks met de visserij helemaal gedaan. Het is namelijk niet zo, dat als eenmaal alle polders zijn drooggelegd, de IJsselmeervisse- rij tot het verleden zal behoren. Dat hoeft tenminste niet zo te zijn. Aanvankelijk heeft men dit wel gedacht. Doch, tegen alle menselijke berekeningen in, heeft zich het grote wonder voorgedaan, dat er nog nooit zoveel vis ge vangen is in de voormalige Zui derzee als juist na de afdam ming. Het IJsselmeer wemelt gewoonweg van de paling. Alleen: ze krijgt de tijd niet meer om te groeien, zodat de vissers zich eigenlijk voor hun eigen vangsten beginnen te schamen. „Potlood jes", noemen zij ze met een schampere lach op het verweerde gezicht. Of „stopnaalden". En daarvan zou geen sprake zijn. banden reist door Amerikaans land, waar Nederlanders geschiedenis maakten J^EW YORK heeft onze kroonprinses Beatrix ontvangen. De reis van H.K.H. door stad en staat New York begon met de landing in Batte ry Park, een naam, die nog herinneringen wak ker roept aan de Nederlanders, ivant zij gaven deze plaats haar naam: de Batterij. Als Prinses Beatrix tussen de officiële plechtigheden door, de mensen en de streek, waar zij wonen, in een historisch perspectief kan zien, dan zal deze reis een unieke beleve nis worden. J£R zijn twee „Nederlanden" in Amerika. Het Midden-Westen rondom de stad Grand Rapids, waar ds. Albert van Raalte zich in het begin van de negentiende eeuw vestigde met een groep geestverwanten die door economische nood en een scherp religieus conflict gedwongen, Nederland hadden verlaten en in de Nieuwe Wereld hun fortuin zochten en veelal een bestaan uit de grond wisten te stampen is het betrekkelijk nieuwe Nederland, dat Koningin en Prins Bernhard in 1952 bezochten. Prinses Beatrix beperkt zich granten overtrof) een nieuwe tra- tot eer. ouder Nederland het ditie begonnen, authentieke pionierslar.d langs grQn van jalouzie de Hudson, waar pelsjagers en 1 boeren, die in de zeventiende' dc tragedie van veel pioniers eeuw het vaderland hadden ver werk is, dat het juist op het punt latpn na drie rr.aander. over de waarop het succes grijpbaar te hebben gezwalkt (waar- WOrdt, een bron van jaloezie i gaat vormen De Nederlandse ko lonisten, die Nieuw Amsterdam vestigden, Manhattan voor 24 dollar van de Roodhuiden kochten en daar de bestaansstrijd, die zij in het vaderland hadden opgege ven, voortzetten, hun eigen tra dities overplantten als de gebrui- 1I.K.II. prinses Beatrix is dus gisteren, na van het vlag- geschip Rotterdam overge stapt te zijn op Hr. Ms. tor pedojager Gelderland aan Pier No. 1 aan het Battery Park in New York geland. Over deze hartelijke ont vangst van onze Kroonprin ses door de Amerikanen staat een verslag in onze dagkrant. Vrijdag wordt in Kingston de 300-jarige Old Dutch Reformed Chürch bezocht. In deze kerk ontvangt H.K.H. een gift voor de bibliotheek van de Leidse universiteit. In Kingston wordt de lunch gebruikt met twaalf studenten. La ter op de dag volgt een officiële ontvangst te Hudson en in Albany zal de Prinses de gaste zijn van gouverneur Rockefel ler op Executive Mansion. Prinses Beatrix staat nu aan het begin van een zeer. druk programma, dat voor haar officieel bezoek aan de V.S. werd samengesteld. Vandaag zou zij een privébezoek brengen aan het nieuwe KLM-gebouw op Fifth Avenue in New York. In de middaguren was een ontvangst gearrangeerd door de Nederlandse gemeen schap in het park van „Governor's Island". Daar werden 1500 Nederlanders en oud-Nederlanders verwacht. Morgen zal de Prinses onder het gehoor zijn van ds. Romig in de West End Collegiate Church en in de namiddag zal zij met het jacht Dauntless (beschikbaar gesteld door Laurence Rockefeller) een tocht maken rond Lower Manhattan en Staten Island bezoeken. Maandag zal er een dejeuner zijn op het Witte Huis in Washington als gast van president Eisenhower en 's avonds is er een galadiner op de Rotterdam. Dinsdag gaat Prinses Beatrix een tentoonstelling in het Mu seum of Primitive Arts bezoeken, getiteld „Kunst hit de bin nenlanden van Nieuw-Gpnea" en daarna volgt een tocht naar Brooklyn. Woensdag vermeldt het programma een bezoek aan de Ver enigde Naties, een receptie door de Holland Society en een di ner door de Netherland America Foundation. Donderdag zal de Prinses in Sterling Forest de eerste tulpen bol planten in nieuw aan te leggen tuinen, die geïnspireerd zijn op de Keukenhof en waar straks 2 miljoen Nederlandse tulpen zullen bloeien. Verder wordt deze dag de beroemde militaire academie van West Point bezocht en daarna het niet minder befaamde Vassar College in Poughkeepsie. Te Hyde Park gaat Prinses Beatrix een krans leggen op het graf van Franklin D. Roosevelt. Zij zal gaste zijn van mevrouw Roosevelt. Zaterdag legt H.K.H. de eerste steen voor het Henry Hudson- planetarium te Albany en 's-middags zal zij met gouverneur Rockefeller de grote parade in ogenschouw nemen, die daar wordt gehouden in verband met de Hudson-herdenking. Zondag woont de Kroonprinses de dienst bij in de Dutch Re formed Church van Albany, waarin ds. Norman Thomas zal voorgaan en na de lunch gebruikt te hebben, die wordt aange boden door de Rensselaer County Historical Society, officiële deel van de reis dy beëindigd. vertrekken. Beatrix dan per KLM het land, hun Kingston het Oude Rosendaal, nu Rosedale geheten. Kaatsbaan is nog de hedendaagse naam van een andere gemeente vlaA bij Kingston en het huidige Saug-.r- Wat is dan die kuilvisserij? Het is het trekken van een net waar van de beide uiteinden met staal draden achter een bootje zijn ge spannen over de bodem van het IJsselmeer. Dat net vormt dus een zak, die ongeveer 17 meter lang is. Achter deze zak zit nog een tweede zak. van zeven me ter lengte, zodat het geheel doet denken aan een fuik. En eigen- lyk is het ook een fuik, omdat et- tussen beide zakken een zgn. „enkel" is aangebracht, die de vis verhindert weer weg te zwem men. Alle vis 'nu, die men bij het slepen tegenkomt, wordt weg gevangen. Want de mazen zijn slechts 22 streep, dus uiterst klein. Zodat er ontzaglijk veel kleine visjes boven water worden gehaald, die alleen maar geschikt zijn om tot vismeel te worden .verwerkt. Vismeel voor eenden- Vroeger, toen de Afsluitdijk er nog niet was, was dit niet zo erg. Toen zwom er toch steeds weer genoeg bot en schol, ansjo vis, haring en geep uit de Noord zee binnen. Tegenwoordig echter, nu het water van het IJsselmeer is verzoet, moet men het behalve van de paling ook hebben van de snoekbaars, gewone baars, blei, voorn en andere schubvis, waar voor het buitenland nog goede prijzen betaalt. Wanverhouding Welk een wanverhouding er langzamerhand is ontstaan tussen het „nuttig rendement" van wat men met de kuil naar boven haalt, en „de rommel", moge blij ken uit de volgende cijfers. De ze zomer ving de visser per et maal, dank zij het vele warme weer, zo'n 1500 pond paling. Hier van moest hij evenwel weer 1200 &*1300 pond over boord gooien, daar deze niet aan de minimum- nuiat van 28 centimeter lengte '■Viftdeed. En vdn de 200 pond, die hij mocht aanvoeren, bestond 190 pond uit paling, die net bo venmaats was. Middelsoort en dikke paling komt nl. in het IJs selmeer niet meer voor. Wat de kuilvisser wel nog dagelijks ter markt mocht brengen waren 30 40 manden kleine schubvisjes, dus zo'n 2000 a 3000 pond „nest", waarvoor de fabrieken altijd nog 2.50 per mand betalen. Maar intussen lopen de vangsten aan snoekbaars etc., waarop de vis sers in Hoorn, Enkhui2en, Me demblik, Staveren en De Lem mer het met hun „staande want" hebben gemunt, zienderogen terug. En die bracht toch ook nog 1.34 -per pond op, terwijl de dunne paling in Volendam maar amper een gulden haalde. Is dat nu een verstandig beleid, vraagt men in laatstgenoemde vissers plaatsen. Grieven sagen en zich daarom maar door de regering lieten uitkopen, i laag vonden, deden afstand van hun visvergunning. Zo schrom- aantal vissers voortdurend in. Men heeft echter 11 r grie- bouwstijl. en levenswijs de anker punten maakten voor een ge meenschap, die zich in ZVz eeuw heeft ontwikkeld tot een machtig bevolkingscentrum, hadden de plek fortuinlijk gekozen. Het re laas waarmee de huurling van de Oost-Indische Compagnie, Hen ry Hudson, in Amsterdam was teruggekeerd, moet de kooplie den geïnspireerd hebben. Het volk, dat Nieuw Amster dam hielp oprichten, behoorde zeker niet tot de elite. De Goe- verneurs waren niet altijd de landsdienaars, die in onze late re geschiedenis naar voren zijn getreden. Maar zij hadden het niet eenvoudig, als zetbazen van een compagnie, die van grote af stand de beslissingen nam zonder de plaatselijke situatie te kennen en uitsluitend winst als alles overheersende beweegreden in in aanmerking nam, welk advies de Goeverneur ook had gegeven. Maar 55 jaar De Nederlandse soevereiniteit duurde maar 55 jaar, van 1609 tot 1664 toen de Engelsen' hun schepen de haven van Nieuw Am sterdam binnenstuurden en in één dag en met wat musketvuur de capitulatie van Goeverneur Stuyvesant bedongen. Het was louter een strijd om de macht en het bezit van het handelscentrum; geen strijd tus sen volkeren. Nederlanders ble ven wonen waar zij waren, zoals ze ook eerst in en om Nieuw Amsterdam Engelsen als buren hadden gekend. In de stad New York vindt men die Nederlandse invloed voorna melijk terug in monumenten, in bronzen plaquettes aan de muren van een oud kerkhof, in het oranje-blanje-bleu, dat de officië le vlag van de stad is gebleven een wonder gezien de vloed golven van immigranten der laatste drie eeuwen. Maar onuitwisbaar is de Ne derlandse -invloed van die pril le pioniersdagen in het dal van de Hudson gebleven, waar overi gens niet meer dan twee stadjes van enig formaat gedurende de 50 jaar van Nederlands bewind tot stand waren gekomen, Wilt-' wyck (nu Kingston) en het hui dige Albany, waaromheen zich in later jaren satellietstadjes vorm den waarvan de nog steeds Neder landse namen zich vrijwel door de eeuwen heen hebben gehand haafd. Zo vindt men vlak bij vlak boven Kingston heet Berg Kuykout (voor Amerika nen komt de uitspraak het dichtst bij die van De staande-want-vissers, die voornamelijk in deze plaatsen zijn ïevestigd, en kort na de afslui- uy Nederlandse stijl De stenen huizen met de lage benedenverdieping (belastingen werden geheven gebaseerd op de hoogte van de zitkamer!herin neren zonder meer aan de klas sieke Nederlandse stijl. Waar men in 'het Hudson-dal ook komt, zal men een telefoonboek kunnen opslaan en tussen de Van Aken's en de Van Zandt's vrijwel de helft van de bevolking vinden. De letter V vereist vrijwel even veel pagina's als de andere 25 letters van het alfabet tezamen! In dit district spreken de vissers nog van een fuyck in plaats van het gangbare Amerikaanse net; in een inham van de Hudson vindt men een winkel-van-Sinkel, die het opschrift draagt WilLe's Winkle! De grondslag voor deze Neder landse traditie vn Amerika werd gelegd in moeizame landwinning in bittere gevechten met In diaanse stammen - in een harde strijd om het bestaan. De Nederlanders hadden de re putatie een rauwer volk te zijn geweest dan de Engelse kolonis ten. De Engelsen leefden soberder dronken eerder thee dar bier, en stelden de strengste straffen op dronkenschap Zelfs onder onze beste Goeverneur, Pieter Stuyve sant, waren er in Nieuw-Amster- dam kroegen waar het oog rnaar keek en liet de discipline van de bevolking in menig opzicht zeer veel te wensen over. Maar naarmate het nieuwe land zich ontwikkelde en wel stand ontstond trokken de meer vooraanstaande Nederlandse fami lies de stad uit en vestigden zich langs de Hudson. Fortuinlijken Voor die fortuinlijken was het leven niet meer louter een strijd om het bestaan. Men kon zich veroorloven uit Nederland Delfts aardewerk te laten komen, plaat selijke kabinetmakers aan het werk te zetten, schilders op dracht te geven de heer en me vrouw des huizes (doch vaker nog: bijbclstukjes) op doek „na te schilderen". Een zilveren thee pot was in die jaren het symbool van welstand min of meer zoals (vervolg op pag. 2) vordert van de kuil- i te schakelen op taande-uant-visserij, etmaal 2000 pond snoekbaars vin gen vóór de afsluiting kende men hier geen snoekbaars moe ten nu met nog geen tiende deel van zulke vangsten genoegen ne men. Dat zit 'm echter niet al leen in de geweldige teruggang van de visstand, maar ook in de bepalingen, die voor hun netten werden uitgevaardigd. Het staan de want gemaakt van nylon, moet nl. mazen hebben van 92 streep, opdat pas snoekbaars van 40 cen timeter lengte gevangen kan wor den, die slechts 6 ons weegt. In derdaad is deze baars dan nog aan de kleine kant, ja het zijn tegenwoordig al zowat de groot ste exemplaren, die in het IJssel meer worden aangetroffen, doch terwijl de kuilvissers nog geld mogen verdienen aan de „nest" hebben de staande-want-vissers niet eens de mogelijkheid een snoekbaarsje van 35 cm te ver schalken. Men begeert dit ook niet, maar men ergert zich danig aan het meten met twee maten. Een derde grief is, dat de staande-want-visser niet het IJs selmeer op mag. Hij moet vj in het zgn. verboden gebied, d.i. vlak onder de kust tussen Hoorn (resp. Schellinkhout) en Marken," op het Enkhuizerzand, voor Me demblik en nog enkele plaatsen. In dit gebied mogen de alles ver woestende kuilvissers niet ko men, daar de vis hier gelegenheid moet krijgen om voort te telen. Voor de vangst op snoekbaars is dit een goede bepaling. Maar de staande-want-vissers vissen te vens met „de lijn" op paling. En deze lijnen, die 20 kilometer lang zijn, met om de 6 meter een dwarslijn niet een haakje, om er aas aan te slaan, zouden on middellijk een prooi worden van de kuilvissers met hun sleepnet ten. Om deze reden zouden de staande-want-vissers dus zelfs niet eens ver van de kust kunnen 't Botert niet Met dat al botert het tussen beide categorieën vissers helemaal niet. Men had de kuil direct na het leggen van de Afsluitdijk moe ten verbieden. Dat heeft men ech ter verzuimd, ofschoon men toen toch al wel oog had voor- het ge vaar van leegvissen van het IJs selmeer. Vandaar, dat men de kuilvisserij enigszins beperkt. Zo moesten de kuilvissers aanvanke lijk rond het hele IJsselmeer 2 kilometer uit de kust blijven. Maar deze bepaling geldt, na het tot stand komen van de Noord- Oost-pólder en de voorbereidingen voor de andere polders, nu nog alleen voor de westelijke kant van het meer. Ook de vistijd werd steeds meer beperkt. Tegenwoor dig mag alleen nog maar van 15 april1 oktober met de kuil wor den gevist. Doch als men alsnog die kuilvisserij geheel zou willen verbieden, zou het toch geleidelijk .moeten gebeuren. Want dankzij de goede verdiensten, die de kuil vissers tot voor enkele jaren maakten, schaffen ze allen hun houten bottertjes af, om zich uit te rusten met stalen kotters van 20.000 a 30.000. En deze hoge investeringen laten het niet toe, dat men plotseling op de staande- w^nt-visserij en de lijnvisserij „Verbied alsnog die kuil" zeggen ze in Hoorn c.a. de jonge paling ge- Snoekbaarzen worden steeds kleiner en ook minder in aan tal. Deze baarzen hebben olie maat van 40 centimeter en wegen jaar geleden echter werden nog zat knapen gevangen van tien, twaalf en wel zestien pond. legenheid moeten hebben om te groeien. Een voorzichtige over gang, bijvoorbeeld met de ver plichting, dat men over 4 a 5 jaar de kuilvisserij eraan moet geven, zou evenwel best mogelijk zijn. Machtiger Hoe staat het momenteel met de vloot van de kuilvissers? Urk telt nog 90 kotters, Volen dam 50, en elders zijn het er door elkaar nog enkele tientallen. De staande-want-vissers beschik ken overal echter maar over een tiental scheepjes. De kuilvissers zijn dus tezamen veel machtiger. Toch zou het een landsbelang van betekenis zijn, als partij ge kozen werd voor de zwakste groep. Immers, zo redeneert men in Hoorn c.a., als ik als staande- want-visser bijv. voor 12.000 per jaar vang, dan vangt de kuil visser misschien voor 15.000. Maar hij vermoordt wellicht voor 30.000. En als ik vrij mocht (en kon) vissen in het IJssel meer, dan kon ik nog veel meer vangen en uitsluitend bovenmaat se vis, want „stopnaalden" krijg je niet aan de lijn, evènmin als de kuilvisser behoorlijke snoek baars in z'n kuil krijgt. De stop naaldpaling blijft nu eenmaal niet aan de haken hangen en de grotere snoekbaars en andere schubvissen zijn te vlug voor de kuil. Zodoende vangen de kuilvis sers alleen maar dunne paling en „nest". Ergo zou, na het ver bod van de kuilvisserij, de totale opbrengst van de IJsselmeervisse- rij veel en veel groter worden! En dat groeien van paling gaat hard. Van paling die 28 centime ter lang is gaan er 10 a 11 in een pond; als ze een jaar ouder zijn heb je er echter maar 6 a 7 meer nodig voor een pond; en na nog een jaar maar 3 a 4. Is het dus geen zonde dat men al dat dunne goed vangt? In 1947 werd hier nog paling gevan gen ter dikte van een pols. Dat kan wéér zo worden. Waarbij nog het grote voordeel komt, dat de toevloed van jonge aaltjes (glas aaltjes) dank zij de verzoeting van het water, tegenwoordig fabelachtig is. Men kan dat in het voorjaar constateren bij de sluizen in de Afsluitdijk, waarvan er zich 15 bevinden bij Den Oever en 10 bij Kornwerderzand. In dat jaargetijde komen de glas- aaltjes van de Canarische Eilan den. Worden er op zekere dag veel voor de sluizen gesignaleerd waartoe steeds een man aan wezig is, die met een schepnet voor de controle zorgt dan zet men de buitcnsluizen open, doet ze na enige tijd weer dicht, opent daarna de binnensluizcn, n zo komen miljoenen glasaaltjes het IJsselmeer binnen. Deze manoeu vre, die men natuurlijk alleen kan uitvoeren als het vloed is, wordt diverse malen herhaald, totdat men er voldoende binnen heeft. Van nu af aan kunnen de aaltjes zich in het zoete water tot paling gaan ontwikkelen. Ofschoon paling het hele jaar door althans met de lijn ge vangen mag worden (in tegenstel ling tot schubvis. waarvan de vangst tussen 15 maart en 1 juni verboden is) is zulks gedurende bepaalde perioden niet mogelijk. Gedurende de tijd nl. dat de schubvis kuit schiet, doet ze zich graag daaraan te goed. Dan heeft ze dus geen behoefte aan aas van de lijn en laat ze zich aldus niet vangen. Maar daar de kuit onder de kust geschoten wordt, in het zgn. „verboden ge bied", kan de kuilvisser ze daar evenmin vangen. Wordt de kuit echter een visje, dan lukt het de paling niet meer zo gemakkelijk i de kost te komen en laat zich weer wel vangen. Dat is zo na 1 juni. Komen we wat la ter in de tijd en wordt het erg warm, dan gaat in het IJsselmeer de spiering dood. De paling is hierop erg gesteld en weigert dus opnieuw zich te laten vangen. Totdat die dode spiering is opge ruimd en de paling weer honge riger en beweeglijker wordt. En wanneer de herfst aanbreekt en het water kouder wordt, ver dwijnt de paling in de grond, om uwe voorjaar af te wach- Spektakken" Wat de praktijk van het vissen betreft, 's middags om een uur of drie, varen de Hoornse vissers uit met hun „spekbakken". Net buitengaats vangen ze, ook met een soort kuil (maar zonder „en kel" erin!) zo'n 25 k 30 kilo aas visjes. Daar het bootje maar be mand is met één schipper-eige- naar en een knecht, duurt dit werk een uur. Ze slaan tijdens het vangen van deze visjes het aas tevens Chan de haken, en va ren dan nog wat verder uit de kust, om de lijn overboord te zet ten. Dan gaan ze, wat men noemt, „aan Schot". Na aldus 10 km heen en terug te hebben gevaren is de hele lijn uitgezet, waarmee enkele uren gemoeid zijn Om on geveer 6 uur zijn ze dus met dit werk gereed, waarna ze stil blij ven liggen tot het 's ochtends weer licht wordt. Dan gaat men snel halen, hetgeen 5 a 6 uur vergt en men komt 's morgens tegen de vangst van 50 a 60 pond kende munt om te zetten, 's Mid dags trekt men er dan weer op uit. En dan te weten dat men in 1947, omdat toen de paling nog zoveel forser was, wel 400 a 500 pond aan een lijn ving! De visserij met het staande want wordt ook beoefend door slechts twee mannen per „spek bak", terwijl hier sprake is van hetzelfde principe als bij de ha ringvisserij, nl. dat de snoek baars en andere schubvis met de kieuwen achter de mazen blijft haken. Men vaart 's avonds uit, gaat dan „schieten" en 's ochtends wordt het net weer ingehaald. De kuilvisserij gaat dag en nacht door, van maandagochtend 4 uur tot zaterdagochtend. In de voormiddag komt men aan de wal om te markten en waar het hier speciaal om paling gaat zijn het vooral de palingrokers, die interesse tonen. Helaas echter moet bij de vangst van stopnaal den de massa het doen Alle dik kere paling, die men gerookt in de winkels ziet liggen, is voor 90 pet. buitenlandse, vnl. Deense pa ling. Export Daarentegen gaat onze snoek baars het land uit, daar er in Ne derland weinig of geen belangstel ling voor bestaat. Ze wordt gefi leerd in Woudrichem, evenals de andere schubvis en dan zonder graat, verpakt in ijs, naar Frank rijk geëxporteerd, waar er blijk baar wel veel liefhebberij voor bestaat. Tot slot nog een speciale pa lingvisserij aan de Afsluitdijk, waar de zgn. teeltpaling gevan gen wordt. Daartoe heeft men langs de hele dijk fuiken uitgezet. Ze laat zich echter alleen maar vangen bij donkere maan en tus sen augustus en november. In augustus komt deze paling het IJsselmeer binnen en met novem ber verdwijnt ze weer. Intussen is hst zo, dat voor al dat vissen een vergunning nodig is. Wie meent, dat hij niet meer genoeg kan verdienen, kan zich door de regering uit laten ko pen en is z'n vergunning daarmee kwijt. De opzet was natuurlijk, om aldus het aantal vissers voort durend kleiner te maken, omdat hun toekomst er door de inpolde ringen steeds donkerder ging uit zien. Er zijn dan ook al heel wat vergunningen, en daarmee vissers, uitgeschakeld. Maar als de kuilvisserij verboden wordt, zo beweert men in Hoorn bij hoog en bij laag, blijft er voor honder den vissers nog een behoorlijke boterham ban het IJsselmeer te verdienen. Dan zal Den Haag ech ter het roer om moeten gooien!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 15