als potloodjes
YJjj Jtd>
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1959
er bit tering tangó
het ^.óóelmeer^
ioekbaars en andere schubvis
maar waarom
oevers van het IJssel-
i meer. Met name de vissers in Hoorn, Enkhuizen, Medemblik,
Stavoren en De Lemmer zijn bar ontevreden.
O, neen, hun verzet keert zich niet meer tegen de Afsluitdijk,
die er immers al zo'n vijfentwintig jaar ligt. En ook niet tegen .de
inpoldering van de Flevolanden of de Markerwaard, waarvan zij
wel beseffen dat men nu niet meer terug kan. Maar men is ver
bitterd, omdat Den Haag maar klakkeloos de vissers uit Volendam
en Urk, uit Bunschoten en Harderwijk hun gang laat gaan met het
uitmoorden van de visstand - inzonderheid van de paling en de
snoekbaars.
,,Die kuilvisserij moet verboden
worden", zeggen ze in Hoorn-en-
hogerop. ,,Dle hadden ze al lang
moeten verbieden. Want als men
thans nog niet ingrijpt is het
straks met de visserij helemaal
gedaan. Het is namelijk niet zo,
dat als eenmaal alle polders zijn
drooggelegd, de IJsselmeervisse-
rij tot het verleden zal behoren.
Dat hoeft tenminste niet zo te
zijn. Aanvankelijk heeft men dit
wel gedacht. Doch, tegen alle
menselijke berekeningen in, heeft
zich het grote wonder voorgedaan,
dat er nog nooit zoveel vis ge
vangen is in de voormalige Zui
derzee als juist na de afdam
ming. Het IJsselmeer wemelt
gewoonweg van de paling. Alleen:
ze krijgt de tijd niet meer om
te groeien, zodat de vissers zich
eigenlijk voor hun eigen vangsten
beginnen te schamen. „Potlood
jes", noemen zij ze met een
schampere lach op het verweerde
gezicht. Of „stopnaalden". En
daarvan zou geen sprake zijn.
banden
reist door Amerikaans land, waar
Nederlanders geschiedenis maakten
J^EW YORK heeft onze kroonprinses Beatrix
ontvangen. De reis van H.K.H. door stad en
staat New York begon met de landing in Batte
ry Park, een naam, die nog herinneringen wak
ker roept aan de Nederlanders, ivant zij gaven
deze plaats haar naam: de
Batterij. Als Prinses Beatrix tussen de officiële
plechtigheden door, de mensen en de streek,
waar zij wonen, in een historisch perspectief
kan zien, dan zal deze reis een unieke beleve
nis worden.
J£R zijn twee „Nederlanden" in Amerika. Het Midden-Westen
rondom de stad Grand Rapids, waar ds. Albert van Raalte
zich in het begin van de negentiende eeuw vestigde met een
groep geestverwanten die door economische nood en een scherp
religieus conflict gedwongen, Nederland hadden verlaten en in de
Nieuwe Wereld hun fortuin zochten en veelal een bestaan
uit de grond wisten te stampen is het betrekkelijk nieuwe
Nederland, dat Koningin en Prins Bernhard in 1952 bezochten.
Prinses Beatrix beperkt zich granten overtrof) een nieuwe tra-
tot eer. ouder Nederland het ditie begonnen,
authentieke pionierslar.d langs grQn van jalouzie
de Hudson, waar pelsjagers en 1
boeren, die in de zeventiende' dc tragedie van veel pioniers
eeuw het vaderland hadden ver werk is, dat het juist op het punt
latpn na drie rr.aander. over de waarop het succes grijpbaar
te hebben gezwalkt (waar- WOrdt, een bron van jaloezie
i gaat vormen De Nederlandse ko
lonisten, die Nieuw Amsterdam
vestigden, Manhattan voor 24
dollar van de Roodhuiden kochten
en daar de bestaansstrijd, die zij
in het vaderland hadden opgege
ven, voortzetten, hun eigen tra
dities overplantten als de gebrui-
1I.K.II. prinses Beatrix is
dus gisteren, na van het vlag-
geschip Rotterdam overge
stapt te zijn op Hr. Ms. tor
pedojager Gelderland aan
Pier No. 1 aan het Battery
Park in New York geland.
Over deze hartelijke ont
vangst van onze Kroonprin
ses door de Amerikanen staat
een verslag in onze dagkrant.
Vrijdag wordt in Kingston de 300-jarige Old Dutch
Reformed Chürch bezocht. In deze kerk ontvangt H.K.H. een
gift voor de bibliotheek van de Leidse universiteit. In
Kingston wordt de lunch gebruikt met twaalf studenten. La
ter op de dag volgt een officiële ontvangst te Hudson en in
Albany zal de Prinses de gaste zijn van gouverneur Rockefel
ler op Executive Mansion.
Prinses Beatrix staat nu aan het begin van een zeer. druk
programma, dat voor haar officieel bezoek aan de V.S. werd
samengesteld.
Vandaag zou zij een privébezoek brengen aan het nieuwe
KLM-gebouw op Fifth Avenue in New York. In de middaguren
was een ontvangst gearrangeerd door de Nederlandse gemeen
schap in het park van „Governor's Island". Daar werden 1500
Nederlanders en oud-Nederlanders verwacht.
Morgen zal de Prinses onder het gehoor zijn van ds. Romig
in de West End Collegiate Church en in de namiddag zal zij
met het jacht Dauntless (beschikbaar gesteld door Laurence
Rockefeller) een tocht maken rond Lower Manhattan en Staten
Island bezoeken.
Maandag zal er een dejeuner zijn op het Witte Huis in
Washington als gast van president Eisenhower en 's avonds is
er een galadiner op de Rotterdam.
Dinsdag gaat Prinses Beatrix een tentoonstelling in het Mu
seum of Primitive Arts bezoeken, getiteld „Kunst hit de bin
nenlanden van Nieuw-Gpnea" en daarna volgt een tocht naar
Brooklyn.
Woensdag vermeldt het programma een bezoek aan de Ver
enigde Naties, een receptie door de Holland Society en een di
ner door de Netherland America Foundation.
Donderdag zal de Prinses in Sterling Forest de eerste tulpen
bol planten in nieuw aan te leggen tuinen, die geïnspireerd zijn
op de Keukenhof en waar straks 2 miljoen Nederlandse tulpen
zullen bloeien. Verder wordt deze dag de beroemde militaire
academie van West Point bezocht en daarna het niet minder
befaamde Vassar College in Poughkeepsie. Te Hyde Park gaat
Prinses Beatrix een krans leggen op het graf van Franklin D.
Roosevelt. Zij zal gaste zijn van mevrouw Roosevelt.
Zaterdag legt H.K.H. de eerste steen voor het Henry Hudson-
planetarium te Albany en 's-middags zal zij met gouverneur
Rockefeller de grote parade in ogenschouw nemen, die daar
wordt gehouden in verband met de Hudson-herdenking.
Zondag woont de Kroonprinses de dienst bij in de Dutch Re
formed Church van Albany, waarin ds. Norman Thomas zal
voorgaan en na de lunch gebruikt te hebben, die wordt aange
boden door de Rensselaer County Historical Society,
officiële deel van de reis
dy beëindigd.
vertrekken.
Beatrix dan per KLM
het
land, hun
Kingston het Oude Rosendaal, nu
Rosedale geheten. Kaatsbaan is
nog de hedendaagse naam van
een andere gemeente vlaA bij
Kingston en het huidige Saug-.r-
Wat is dan die kuilvisserij? Het
is het trekken van een net waar
van de beide uiteinden met staal
draden achter een bootje zijn ge
spannen over de bodem van het
IJsselmeer. Dat net vormt dus
een zak, die ongeveer 17 meter
lang is. Achter deze zak zit nog
een tweede zak. van zeven me
ter lengte, zodat het geheel doet
denken aan een fuik. En eigen-
lyk is het ook een fuik, omdat
et- tussen beide zakken een zgn.
„enkel" is aangebracht, die de
vis verhindert weer weg te zwem
men. Alle vis 'nu, die men bij
het slepen tegenkomt, wordt weg
gevangen. Want de mazen zijn
slechts 22 streep, dus uiterst
klein. Zodat er ontzaglijk veel
kleine visjes boven water worden
gehaald, die alleen maar geschikt
zijn om tot vismeel te worden
.verwerkt. Vismeel voor eenden-
Vroeger, toen de Afsluitdijk er
nog niet was, was dit niet zo
erg. Toen zwom er toch steeds
weer genoeg bot en schol, ansjo
vis, haring en geep uit de Noord
zee binnen. Tegenwoordig echter,
nu het water van het IJsselmeer
is verzoet, moet men het behalve
van de paling ook hebben van de
snoekbaars, gewone baars, blei,
voorn en andere schubvis, waar
voor het buitenland nog goede
prijzen betaalt.
Wanverhouding
Welk een wanverhouding er
langzamerhand is ontstaan tussen
het „nuttig rendement" van wat
men met de kuil naar boven
haalt, en „de rommel", moge blij
ken uit de volgende cijfers. De
ze zomer ving de visser per et
maal, dank zij het vele warme
weer, zo'n 1500 pond paling. Hier
van moest hij evenwel weer 1200
&*1300 pond over boord gooien,
daar deze niet aan de minimum-
nuiat van 28 centimeter lengte
'■Viftdeed. En vdn de 200 pond,
die hij mocht aanvoeren, bestond
190 pond uit paling, die net bo
venmaats was. Middelsoort en
dikke paling komt nl. in het IJs
selmeer niet meer voor. Wat de
kuilvisser wel nog dagelijks ter
markt mocht brengen waren 30
40 manden kleine schubvisjes,
dus zo'n 2000 a 3000 pond „nest",
waarvoor de fabrieken altijd nog
2.50 per mand betalen. Maar
intussen lopen de vangsten aan
snoekbaars etc., waarop de vis
sers in Hoorn, Enkhui2en, Me
demblik, Staveren en De Lem
mer het met hun „staande want"
hebben gemunt, zienderogen terug.
En die bracht toch ook nog
1.34 -per pond op, terwijl de
dunne paling in Volendam maar
amper een gulden haalde. Is dat
nu een verstandig beleid, vraagt
men in laatstgenoemde vissers
plaatsen.
Grieven
sagen en zich daarom maar door de regering lieten uitkopen,
i laag vonden, deden afstand van hun visvergunning. Zo schrom-
aantal vissers voortdurend in.
Men heeft echter 11
r grie-
bouwstijl. en levenswijs de anker
punten maakten voor een ge
meenschap, die zich in ZVz eeuw
heeft ontwikkeld tot een machtig
bevolkingscentrum, hadden de
plek fortuinlijk gekozen. Het re
laas waarmee de huurling van
de Oost-Indische Compagnie, Hen
ry Hudson, in Amsterdam was
teruggekeerd, moet de kooplie
den geïnspireerd hebben.
Het volk, dat Nieuw Amster
dam hielp oprichten, behoorde
zeker niet tot de elite. De Goe-
verneurs waren niet altijd de
landsdienaars, die in onze late
re geschiedenis naar voren zijn
getreden. Maar zij hadden het
niet eenvoudig, als zetbazen van
een compagnie, die van grote af
stand de beslissingen nam zonder
de plaatselijke situatie te kennen
en uitsluitend winst als alles
overheersende beweegreden in
in aanmerking nam, welk advies
de Goeverneur ook had gegeven.
Maar 55 jaar
De Nederlandse soevereiniteit
duurde maar 55 jaar, van 1609
tot 1664 toen de Engelsen' hun
schepen de haven van Nieuw Am
sterdam binnenstuurden en in
één dag en met wat musketvuur
de capitulatie van Goeverneur
Stuyvesant bedongen.
Het was louter een strijd om
de macht en het bezit van het
handelscentrum; geen strijd tus
sen volkeren. Nederlanders ble
ven wonen waar zij waren, zoals
ze ook eerst in en om Nieuw
Amsterdam Engelsen als buren
hadden gekend.
In de stad New York vindt men
die Nederlandse invloed voorna
melijk terug in monumenten, in
bronzen plaquettes aan de muren
van een oud kerkhof, in het
oranje-blanje-bleu, dat de officië
le vlag van de stad is gebleven
een wonder gezien de vloed
golven van immigranten der
laatste drie eeuwen.
Maar onuitwisbaar is de Ne
derlandse -invloed van die pril
le pioniersdagen in het dal van
de Hudson gebleven, waar overi
gens niet meer dan twee stadjes
van enig formaat gedurende de
50 jaar van Nederlands bewind
tot stand waren gekomen, Wilt-'
wyck (nu Kingston) en het hui
dige Albany, waaromheen zich in
later jaren satellietstadjes vorm
den waarvan de nog steeds Neder
landse namen zich vrijwel door
de eeuwen heen hebben gehand
haafd. Zo vindt men vlak bij
vlak boven Kingston heet
Berg Kuykout (voor Amerika
nen komt de uitspraak
het dichtst bij die van
De staande-want-vissers, die
voornamelijk in deze plaatsen zijn
ïevestigd, en kort na de afslui-
uy
Nederlandse stijl
De stenen huizen met de lage
benedenverdieping (belastingen
werden geheven gebaseerd op de
hoogte van de zitkamer!herin
neren zonder meer aan de klas
sieke Nederlandse stijl. Waar
men in 'het Hudson-dal ook komt,
zal men een telefoonboek kunnen
opslaan en tussen de Van Aken's
en de Van Zandt's vrijwel de
helft van de bevolking vinden.
De letter V vereist vrijwel even
veel pagina's als de andere 25
letters van het alfabet tezamen!
In dit district spreken de vissers
nog van een fuyck in plaats van
het gangbare Amerikaanse net;
in een inham van de Hudson
vindt men een winkel-van-Sinkel,
die het opschrift draagt WilLe's
Winkle!
De grondslag voor deze Neder
landse traditie vn Amerika werd
gelegd in moeizame landwinning
in bittere gevechten met In
diaanse stammen - in een harde
strijd om het bestaan.
De Nederlanders hadden de re
putatie een rauwer volk te zijn
geweest dan de Engelse kolonis
ten. De Engelsen leefden soberder
dronken eerder thee dar bier, en
stelden de strengste straffen op
dronkenschap Zelfs onder onze
beste Goeverneur, Pieter Stuyve
sant, waren er in Nieuw-Amster-
dam kroegen waar het oog rnaar
keek en liet de discipline van de
bevolking in menig opzicht zeer
veel te wensen over.
Maar naarmate het nieuwe
land zich ontwikkelde en wel
stand ontstond trokken de meer
vooraanstaande Nederlandse fami
lies de stad uit en vestigden zich
langs de Hudson.
Fortuinlijken
Voor die fortuinlijken was het
leven niet meer louter een strijd
om het bestaan. Men kon zich
veroorloven uit Nederland Delfts
aardewerk te laten komen, plaat
selijke kabinetmakers aan het
werk te zetten, schilders op
dracht te geven de heer en me
vrouw des huizes (doch vaker
nog: bijbclstukjes) op doek „na
te schilderen". Een zilveren thee
pot was in die jaren het symbool
van welstand min of meer zoals
(vervolg op pag. 2)
vordert van de kuil-
i te schakelen op
taande-uant-visserij,
etmaal 2000 pond snoekbaars vin
gen vóór de afsluiting kende
men hier geen snoekbaars moe
ten nu met nog geen tiende deel
van zulke vangsten genoegen ne
men. Dat zit 'm echter niet al
leen in de geweldige teruggang
van de visstand, maar ook in de
bepalingen, die voor hun netten
werden uitgevaardigd. Het staan
de want gemaakt van nylon, moet
nl. mazen hebben van 92 streep,
opdat pas snoekbaars van 40 cen
timeter lengte gevangen kan wor
den, die slechts 6 ons weegt. In
derdaad is deze baars dan nog
aan de kleine kant, ja het zijn
tegenwoordig al zowat de groot
ste exemplaren, die in het IJssel
meer worden aangetroffen, doch
terwijl de kuilvissers nog geld
mogen verdienen aan de „nest"
hebben de staande-want-vissers
niet eens de mogelijkheid een
snoekbaarsje van 35 cm te ver
schalken. Men begeert dit ook
niet, maar men ergert zich danig
aan het meten met twee maten.
Een derde grief is, dat de
staande-want-visser niet het IJs
selmeer op mag. Hij moet vj
in het zgn. verboden gebied, d.i.
vlak onder de kust tussen Hoorn
(resp. Schellinkhout) en Marken,"
op het Enkhuizerzand, voor Me
demblik en nog enkele plaatsen.
In dit gebied mogen de alles ver
woestende kuilvissers niet ko
men, daar de vis hier gelegenheid
moet krijgen om voort te telen.
Voor de vangst op snoekbaars is
dit een goede bepaling. Maar de
staande-want-vissers vissen te
vens met „de lijn" op paling. En
deze lijnen, die 20 kilometer lang
zijn, met om de 6 meter een
dwarslijn niet een haakje, om
er aas aan te slaan, zouden on
middellijk een prooi worden van
de kuilvissers met hun sleepnet
ten. Om deze reden zouden de
staande-want-vissers dus zelfs niet
eens ver van de kust kunnen
't Botert niet
Met dat al botert het tussen
beide categorieën vissers helemaal
niet. Men had de kuil direct na
het leggen van de Afsluitdijk moe
ten verbieden. Dat heeft men ech
ter verzuimd, ofschoon men toen
toch al wel oog had voor- het ge
vaar van leegvissen van het IJs
selmeer. Vandaar, dat men de
kuilvisserij enigszins beperkt. Zo
moesten de kuilvissers aanvanke
lijk rond het hele IJsselmeer 2
kilometer uit de kust blijven.
Maar deze bepaling geldt, na het
tot stand komen van de Noord-
Oost-pólder en de voorbereidingen
voor de andere polders, nu nog
alleen voor de westelijke kant van
het meer. Ook de vistijd werd
steeds meer beperkt. Tegenwoor
dig mag alleen nog maar van 15
april1 oktober met de kuil wor
den gevist. Doch als men alsnog
die kuilvisserij geheel zou willen
verbieden, zou het toch geleidelijk
.moeten gebeuren. Want dankzij
de goede verdiensten, die de kuil
vissers tot voor enkele jaren
maakten, schaffen ze allen hun
houten bottertjes af, om zich uit
te rusten met stalen kotters van
20.000 a 30.000. En deze hoge
investeringen laten het niet toe,
dat men plotseling op de staande-
w^nt-visserij en de lijnvisserij
„Verbied alsnog die kuil"
zeggen ze in Hoorn c.a.
de jonge paling ge-
Snoekbaarzen worden steeds
kleiner en ook minder in aan
tal. Deze baarzen hebben olie
maat van 40 centimeter en wegen
jaar geleden echter werden nog
zat knapen gevangen van tien,
twaalf en wel zestien pond.
legenheid moeten hebben om te
groeien. Een voorzichtige over
gang, bijvoorbeeld met de ver
plichting, dat men over 4 a 5 jaar
de kuilvisserij eraan moet geven,
zou evenwel best mogelijk zijn.
Machtiger
Hoe staat het momenteel met
de vloot van de kuilvissers?
Urk telt nog 90 kotters, Volen
dam 50, en elders zijn het er
door elkaar nog enkele tientallen.
De staande-want-vissers beschik
ken overal echter maar over een
tiental scheepjes. De kuilvissers
zijn dus tezamen veel machtiger.
Toch zou het een landsbelang
van betekenis zijn, als partij ge
kozen werd voor de zwakste
groep. Immers, zo redeneert men
in Hoorn c.a., als ik als staande-
want-visser bijv. voor 12.000
per jaar vang, dan vangt de kuil
visser misschien voor 15.000.
Maar hij vermoordt wellicht voor
30.000. En als ik vrij mocht
(en kon) vissen in het IJssel
meer, dan kon ik nog veel meer
vangen en uitsluitend bovenmaat
se vis, want „stopnaalden" krijg
je niet aan de lijn, evènmin als
de kuilvisser behoorlijke snoek
baars in z'n kuil krijgt. De stop
naaldpaling blijft nu eenmaal
niet aan de haken hangen en de
grotere snoekbaars en andere
schubvissen zijn te vlug voor de
kuil. Zodoende vangen de kuilvis
sers alleen maar dunne paling
en „nest". Ergo zou, na het ver
bod van de kuilvisserij, de totale
opbrengst van de IJsselmeervisse-
rij veel en veel groter worden!
En dat groeien van paling gaat
hard. Van paling die 28 centime
ter lang is gaan er 10 a 11 in
een pond; als ze een jaar ouder
zijn heb je er echter maar 6
a 7 meer nodig voor een pond;
en na nog een jaar maar 3 a 4.
Is het dus geen zonde dat men
al dat dunne goed vangt? In
1947 werd hier nog paling gevan
gen ter dikte van een pols. Dat
kan wéér zo worden. Waarbij nog
het grote voordeel komt, dat de
toevloed van jonge aaltjes (glas
aaltjes) dank zij de verzoeting
van het water, tegenwoordig
fabelachtig is. Men kan dat in
het voorjaar constateren bij de
sluizen in de Afsluitdijk, waarvan
er zich 15 bevinden bij Den
Oever en 10 bij Kornwerderzand.
In dat jaargetijde komen de glas-
aaltjes van de Canarische Eilan
den. Worden er op zekere dag
veel voor de sluizen gesignaleerd
waartoe steeds een man aan
wezig is, die met een schepnet
voor de controle zorgt dan zet
men de buitcnsluizen open, doet
ze na enige tijd weer dicht,
opent daarna de binnensluizcn, n
zo komen miljoenen glasaaltjes het
IJsselmeer binnen. Deze manoeu
vre, die men natuurlijk alleen
kan uitvoeren als het vloed is,
wordt diverse malen herhaald,
totdat men er voldoende binnen
heeft. Van nu af aan kunnen de
aaltjes zich in het zoete water tot
paling gaan ontwikkelen.
Ofschoon paling het hele jaar
door althans met de lijn ge
vangen mag worden (in tegenstel
ling tot schubvis. waarvan de
vangst tussen 15 maart en 1 juni
verboden is) is zulks gedurende
bepaalde perioden niet mogelijk.
Gedurende de tijd nl. dat de
schubvis kuit schiet, doet ze zich
graag daaraan te goed. Dan
heeft ze dus geen behoefte aan
aas van de lijn en laat ze zich
aldus niet vangen. Maar daar de
kuit onder de kust geschoten
wordt, in het zgn. „verboden ge
bied", kan de kuilvisser ze daar
evenmin vangen. Wordt de kuit
echter een visje, dan lukt het de
paling niet meer zo gemakkelijk
i de kost te komen en laat
zich weer wel vangen. Dat is
zo na 1 juni. Komen we wat la
ter in de tijd en wordt het erg
warm, dan gaat in het IJsselmeer
de spiering dood. De paling is
hierop erg gesteld en weigert dus
opnieuw zich te laten vangen.
Totdat die dode spiering is opge
ruimd en de paling weer honge
riger en beweeglijker wordt. En
wanneer de herfst aanbreekt en
het water kouder wordt, ver
dwijnt de paling in de grond, om
uwe voorjaar af te wach-
Spektakken"
Wat de praktijk van het vissen
betreft, 's middags om een uur
of drie, varen de Hoornse vissers
uit met hun „spekbakken". Net
buitengaats vangen ze, ook met
een soort kuil (maar zonder „en
kel" erin!) zo'n 25 k 30 kilo aas
visjes. Daar het bootje maar be
mand is met één schipper-eige-
naar en een knecht, duurt dit
werk een uur. Ze slaan tijdens
het vangen van deze visjes het
aas tevens Chan de haken, en va
ren dan nog wat verder uit de
kust, om de lijn overboord te zet
ten. Dan gaan ze, wat men noemt,
„aan Schot". Na aldus 10 km
heen en terug te hebben gevaren
is de hele lijn uitgezet, waarmee
enkele uren gemoeid zijn Om on
geveer 6 uur zijn ze dus met dit
werk gereed, waarna ze stil blij
ven liggen tot het 's ochtends
weer licht wordt. Dan gaat men
snel halen, hetgeen 5 a 6 uur vergt
en men komt 's morgens tegen
de
vangst van 50 a 60 pond
kende munt om te zetten, 's Mid
dags trekt men er dan weer op
uit. En dan te weten dat men
in 1947, omdat toen de paling nog
zoveel forser was, wel 400 a 500
pond aan een lijn ving!
De visserij met het staande
want wordt ook beoefend door
slechts twee mannen per „spek
bak", terwijl hier sprake is van
hetzelfde principe als bij de ha
ringvisserij, nl. dat de snoek
baars en andere schubvis met de
kieuwen achter de mazen blijft
haken. Men vaart 's avonds uit,
gaat dan „schieten" en 's ochtends
wordt het net weer ingehaald.
De kuilvisserij gaat dag en
nacht door, van maandagochtend
4 uur tot zaterdagochtend. In de
voormiddag komt men aan de wal
om te markten en waar het hier
speciaal om paling gaat zijn
het vooral de palingrokers, die
interesse tonen. Helaas echter
moet bij de vangst van stopnaal
den de massa het doen Alle dik
kere paling, die men gerookt in
de winkels ziet liggen, is voor 90
pet. buitenlandse, vnl. Deense pa
ling.
Export
Daarentegen gaat onze snoek
baars het land uit, daar er in Ne
derland weinig of geen belangstel
ling voor bestaat. Ze wordt gefi
leerd in Woudrichem, evenals de
andere schubvis en dan zonder
graat, verpakt in ijs, naar Frank
rijk geëxporteerd, waar er blijk
baar wel veel liefhebberij voor
bestaat.
Tot slot nog een speciale pa
lingvisserij aan de Afsluitdijk,
waar de zgn. teeltpaling gevan
gen wordt. Daartoe heeft men
langs de hele dijk fuiken uitgezet.
Ze laat zich echter alleen maar
vangen bij donkere maan en tus
sen augustus en november. In
augustus komt deze paling het
IJsselmeer binnen en met novem
ber verdwijnt ze weer.
Intussen is hst zo, dat voor al
dat vissen een vergunning nodig
is. Wie meent, dat hij niet meer
genoeg kan verdienen, kan zich
door de regering uit laten ko
pen en is z'n vergunning daarmee
kwijt. De opzet was natuurlijk,
om aldus het aantal vissers voort
durend kleiner te maken, omdat
hun toekomst er door de inpolde
ringen steeds donkerder ging uit
zien. Er zijn dan ook al heel
wat vergunningen, en daarmee
vissers, uitgeschakeld. Maar als
de kuilvisserij verboden wordt, zo
beweert men in Hoorn bij hoog
en bij laag, blijft er voor honder
den vissers nog een behoorlijke
boterham ban het IJsselmeer te
verdienen. Dan zal Den Haag ech
ter het roer om moeten gooien!