UI MDMIIF
€€N (C0R7 'vezmti
EEN HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKEN
Het avontuur op
de grienddijk
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1959
^%VER de bevroren toendra, waarop zich de correctieve werkkampen
bevonden, die deel uitmaakten van Siberië, schuifelde langzaam een
troep haveloos geklede mensen voorwaarts. Volgens voorschrift zouden
ze deze gang naar het werkobject in marstempo moeten afleggen, maar
hun verzwakte lichamen en hun door het slavenwerk gebogen ruggen
weigerden reeds lang, zich aan deze marteling te onderwerpen.
y PATISCH
hoofd
ze voort.
De verkleumde handen diep weggestopt
in de zakken van hun kale jassen leken
ze zwarte spoken die onzeker over de ein
deloos witte vlakte bewogen.
Aan weerskanten van de troep liepen de
bewakers, geweer in de aanslag, wat overi
gens een onnodige paraatheid was, omdat
niemand van de gevangenen het in zijn
hoofd zou halen, zich buiten de troep te
wagen, of het zou moeten zijn om aan de
kant van de weg te gaan sterven.
Onder deze stakkers bevond zich Vasi-
li Andronof, een voormalig evangelist uit
Odessa en ambitieus zieleherder, die in de
oorlog zijn vaderland trouw gediend had.
Hij onderscheidde zich niet van zijn lot
genoten en het was hem aan te zien dat
zijn lichaam de ondergang nabij was.
Toen Andronof voor zijn geestelijke taak
was afgericht had de havenwijk van Odes-
sa zijn grote liefde getrokken.
Daar lag een enorm terrein braak voor
het evangelie.
Hij kwam uit een zeer religieus geslacht
en toen hij eenmaal temidden van de zee
lui en bootwerkers was, greep hij zijn taak
met beide handen aan en toonde hij een
niet aflatende energie.
Overdag sprak hij met bootwerkers en
lossers en 's avonds m de kajuiten van
de sombere Zwartezeestomers onderhield
hij zich met de matrozen. Meestal lachten
ze hem uit of haalden medelijdend de
schouders op, maar ook gebeurde het meer
malen. dat een of meer tot een hartelijk
wederwoord bereid waren.
En juist dit laatste gaf hem steeds weer
moed om verder te gaan, dreef hem iede
re morgen weer naar de haven en deed
hem 's avonds in ongebroken kracht naar
de diepte der kajuiten afdalen om royaal
uit te strooien de woorden van het evan
gelie. die als een niet te stillen stroom
opbruisten in zijn hart.
Maar Vasili moest ervaren dat zijn vij
anden niet minder actief waren, dat zij
met lede ogen aanzagen hoe hij op hun
plannen inbreuk maakte.
Op een avond daalde hij af in de half
duistere kajuit van een grauwe Zwartezee-
stomer. De wodka vloeide lustig en de
baardige zeelui met borst en handen vol
tatoueringen verwelkomden hem met de
hartelijkheid die het scheepsvolk eigen is.
Hij ontdekte vele oude bekenden maar
ook enkele vreemdelingen bevonden zich in
het groepje dat gehurkt rond de lage tafel
zat.
Ook zij droegen zeemanskleding en dit
boezemde Andronof vertrouwen in. Maar
Vasili vergiste zich. Achter de blauwe trui
van de vreemdelingen klopte niet het war
me hart, dat hij daar vermoed had.
Toen hij in het vuur van zijn betoog
was, traden plotseling twee mannen naar
voren, die hem ruw bij de polsen grepen.
't Bleken als zeelui vermomde leden van
de geheime politie te zijn, die die avond
Andronof tot slachtoffer gekozen hadden.
Ze duwden hem ruw de trap op en dre-
t door de straten van Odessa.
uit hun zakken stak dreigend een
revolver die glinsterde in het avondlicht.
Toen Andronof onder het lopen tot zich
zelf kwam opende hij de mond om iets
te vragen.
„Zwijg", klonk het achter hem en toen
ontdekte Vasili nog een derde man, die
hen op een paar meter afstand volgde.
Het was beter te zwijgen want Andronof
wist, dat in zijn land alleen het recht van
de sterke gold.
Eindelijk kwamen ze bij de gevangenis
aan, waarvan Vasili al vermoed had, dat
ze daar zouden heen gaan. Terstond was
het verhoor begonnen. Felle lampen wer
den op hem gericht en vóór hem nam
een van zijn begeleiders achter een kale
houten tafel plaats terwijl de beide ande
ren gedienstig een stapel papieren aandroe
gen.
Aan een der vochtige muren van het
trieste vertrek prijkten dicht naast elkaar
de bekende portretten. Vasili moest blijven
staan en^ intussen kwamen nog enkele si
nistere figuren het vertrek binnen die hem
heimelijk begluurden.
De waarheid drong langzaam tot hem
door. Hij wankelde op zijn benen en het
'koude zweet brak hem uit.
Als uit de verte hoorde hij de stem van
de man achter de tafel. De gestalten rond
om hem vervaagden en losten zich op in
zwarte schimmen die voor zijn ogen dans-
De regendruppels tikten als radeloos te
gen de kleine getraliede vensters en de
koppen van de portretten keken zegevie
rend op hem neer.
En die kluwen van angstaanjagende beel
den onttrok zich tenslotte aan de benau
wenis van het lokaal, om voort te jagen
over torens en kampen, over bergen en
dalen, naar een oord, waar duizenden on-
gelukkigen hun leven in verbanning slijten.
TYE troep was bij Lagpunkt 237 aangeko-
-L' men en de mannen begonnen de sleden,
die door de achtersten van hen waren
meegetrokken te ontladen.
Over de toendra kwamen uit alle rich
tingen groepen veroordeelden aan, in de
zelfde meelijwekkende toestand, als die
waartoe Andronof behoorde. Kapotte laar
zen en versleten jassen die langs hun lijf
bungelden.
Wanhoop lag op hun magere gezichten.
Zij moesten werken deze mannen, aan de
grote autoweg van Magadan naar Sredni-
kan, daar waar het middelpunt der goud-
delverij van Siberië lag. Hun leven werd
daarvoor ingezet en ze moesten zich een
weg banen door moordende moerassen en
onbegaanbare bergen, waar nog nooit een
mens een voet had gezet.
Zij kenden hun orders. Zodra de uit ver
wakers het meegetorste primitieve materi-
Eén ploeg begaf zich naar de bomen,
die als eenzame getuigen op het sneeuw
kleed stonden en die de sporen nog droe
gen van het werk der vorige dag. Wan
neer een aantal van deze bomen geveld
was, stond een andere ploeg gereed die
ze tot balken verwerkte, terwijl een derde
groep mannen met dikke touwen om him
middel, de zware balken wegsleepte naar
de moerassen, teneinde deze begaanbaar
te maken.
Deze laatste groep had wel het meest
Steeds weer sjouwde hij de balken door
hei moeras en moest hij verduren hoe de
zon, die m dit deel van Siberië bijna vier
en twintig uur boven de horizon hangt en
haar stralen schuin naar de aarde zendt,
zijn bovenlichaam schier verschroeide ter
wijl in het moeras zijn voeten ten prooi
waren aan een hevige kou, die priemend
naar boven kroop.
„Hoelang zal ik dit leven nog volhou
den?" Deze vraag drong zich steeds weer
op.
Elke morgen opnieuw strekte de trooste
loosheid zich voor hem uit en stak hij met
afkeer de pijnlijke voeten in de verfoeide
laarzen, 's Nachts kwelden hem de weeg-
vielen.
Dan wa:
appèl wee
en traag i
lijk in de hut. De slaap schonk hun weer
wat nieuwe kracht, de bloedzuigende weeg
luizen voelden ze minder en tenslotte was
de slaap een heilzaam middel om hen, al
thans tijdelijk, voor hun knagende honger
gevoelloos te maken.
Vasili Andronof zat huiverend met opge
trokken knieën in een hoek van de hut.
„Katinka, Katinka"fluisterden zijn
droge lippen. Een grote moedeloosheid had
hem vanavond aangegrepen. Met koortsige
ogen staarde hij door de spleten, die de
ongelijke stenen, waarmee 's avonds de
opening van de hut werd afgesloten, had
den achtergelaten.
Vanaf de uitkijktorens, die op de vier
hoeken van het kamp stonden opgesteld,
lieten de bewakers bij tussenpozen hun
schijnwerpers over de verlaten toendra
dwalen en bij het licht hiervan zag Vasili
wat rokende berkenschors naar boven stij
gen. Een paar insecten, die zich dartel
in de rook hadden gestort stegen mee op
en in Andronofs' hart groeide afgunst op
deze beesten.
Het verblijf in de hut werd ondraaglijk.
Voorzichtig maakte hij een paar stenen
voor de uitgang los. Hij wrong zich door
de opening en weldra stond hij buiten.
Diep in elkaar gedoken bleef hij enige
tijd staan en wierp schuwe blikken om
zich heen.
„Katinka," fluisterde hij weer. En alsof
die naam hem aandreef, bukte hij zich
en sloop op handen en voeten naar de
diep in de .grond wortelende varens.
Telkens, wanneer de lichtbundels over de
vlakte gleden, bleef hij doodstil liggen. Ach
ter de varens wist hij het prikkeldraad.
„En wat dan, Vasili?" vroeg hij zichzelf.
Nog eenmaal keek hij achterom naar de
hut en voor 't eerst in zijn grauwe be
staan zag hij in dat nest een zekere be
scherming. Andronof weifelde. In zijn hart
steeg een gebed op. Daarna ging hij weer
voort.
Soms stiet hij op puntige uitsteeksels,
die hij door de duisternis niet zien kon.
Dan kon hij een uiting van pijn nauwe
lijks onderdrukken.
Langzaam druppelde bloed uit verschil
lende wonden. Als een roofdier dat geruis
loos zijn prooi besluipt, kroop hij verder.
Hij tastte in zijn zak en haalde Katin
ka 's .gekreukte foto tevoorschijn.
Tot vlak boven de lichtende sneeuw hield
hij het voorwerp en eerbiedig boog hij
Jj| zich er over heen. Het was hem of ze
a.CI^S E30ISV^ haar lieve mond opende en haar vriende
lijke ogen hem aanspoorden met zachte
hij vaak blij, na het ochtend-
in de zielige troep te staan
aar het werk te marcheren.
knoopte het touw dat strak om zijn
middel sneed wat losser. Hij kreunde even
omdat de striem die door het touw in zijn
lichaam geperst was in pijnlijke aanraking
kwam met het nu vrijer stromende bloed.
Voorzichtig trok hij de pluizen van zijn
gore hemd los van de gloeiende striem.
Hij wist wel, dat dit straks, wanneer hij
zijn arbeid hervatte, zijn ellende zou ver
groten en gewoonlijk ging hij dan ook aan
één stuk door zijn sleurgang.
Maar op dit ogenblikLevendig rees
Katinka's beeld voor hem op. Haar slanke
Ö008 I
figuur, haar lieve ogen. het was alles ver
loren bezit. Vandaag was het haar ver
jaardag; de tweede al sinds hij hier was.
Als een onnozele stond hij diep na te
denken. Katinka, zijn verloofde, hoe zou
het met haar zijn?
Hij wist het, Vasili Andronof, hij zou Ka
tinka nooit terug zien Hij bedroog zich
zelf niet. Zijn magere vuisten balden zich
en zijn tanden knarsten van haat tegen
de mannen die hem de tijd niet .gaven
haar vaarwel te zeggen.
Wild sloeg hij met het touw tegen een
boom, zodat de wolfshonden grommend de
kop ophieven. Ja, hij had het gezien op
de kalender, die van alle gevangenen een
geliefkoosd voorwerp was en waarop ieder
dagelijks zijn straftijd aftelde. Een straf
tijd waaraan nimmer een eind kwam. Of
was het een aftellen naar de dood?
Soms kon Andronofs neerslachtigheid
door een golf van optimisme overstroomd
worden, maar deze ebde ras weer weg
om plaats te maken voor een nog grote
re moedeloosheid, een nog troostelozer uit-
Katinka, nooit meer terug zien", spook
te het door zijn hoofd. Het was zo'n on
aanvaardbare werkelijkheid en toch zakte
deze steeds dieper weg in zijn ziel.
Met een ruk draaide hij zich om naar
de bewakers, die met argwanende ogen
naar hem keken.
Aan hun voeten lagen de wolfshonden,
die door de bewakers werden vertroeteld
en tegen de gevangenen werden opgehitst.
Van tijd tot tijd moesten de dieren door
de gevangenen worden mishandeld, tenein
de een zo duivelse vijandschap aan te kwe
ken, dat de wolfshonden in geval van op
stand in het kamp, als bondgenoten voor
de bewakers konden dienen.
Vasili zag de moordlust in de ogen van
de dieren, maar het deerde hem ditmaal
Je laatste verjaardag, liefste die ik be-
meeleef", schreide zijn hart.
dat dit leven niet lan,g meer
Een glimlach verscheen op zijn afgetobd
gelaat, toen hij de foto opborg.
Daarna voelde hij een berstende hoofd
pijn en even duwde hij zijn hoofd ter ver
koeling in de sneeuw.
„Nog even, Vasili", sprak hij zichzelf
moed in, „dan ja dan?"
Daar rees reeds de hoge prikkeldraad
versperring voor hem op. Hij sloot de ogen
voor de ijzeren werkelijkheid.
Katinka liet hem niet los, alsof ze on
zichtbaar hem voorttrok en hij, hij hinkte
als een kreupel paard achter haar aan.
Opnieuw dwaalden zijn suffe ogen naar
de versperring. En toenZijn lichaam
begon te beven en zijn ogen vielen wijd
open. Daar bij het prikkeldraad stond Ka
tinka en ze keek verlangend naar hem uit.
Hij zag, hoe ze haar hand op het ontuig
legde, maar deze verschrikt weer terug
trok, alsof de dood haar bij de arm op
kroop.
Roepen, schreeuwen wilde hij, maar een
brok in zijn keel verhinderde dit gelukkig.
„Heb dank, o God", vormden zijn lip
pen. Als op vleugels zweefde Katinka op
hem toe. Hij breidde zijn armen uit en
wachtte.
Een gelukkige lach dreef de wanhoop
van zijn gelaat.
„Katinka", lispelde nog eenmaal de ster
vende mond van de waanzinnig g.eworden
Zijn ogen vielen toe en aan zijn borst
ontwrong zich nog een zucht, die de Si
berische wind voor altijd meevoerde.
Ik neem de handschoen op,
door Hans Habe. Uitgave Fo
rum-boekerij, Den Haag.
en valse waarden, en hij heeft zijn
lezers dit verschil in zijn, met
fraaie foto's verlucht, boek willen
bijbrengen. Jammer is het, dat
Dp antpur van enkele aardiöe Habe vele ™alen uitvoerig bewijst
De auteur van enlteie aardige het me( de moraa, niet tr
boeken in de Cultuurserie heeft
gemeend, dat zijn eigen leven vol
doende afwisselend en interessant
is geweest om een auto-biografie
te rechtvaardigen. Daar
ook reden
niet alleen als journalist de
rompelende gebeurtenis!
1933 tot het uitbreken va
log meegemaakt,
Mijn kamer in Moskou, door
Sally Belfrage, vertaling Ber
nard Berends. Uitgave G. W.
Breughel, Den Haag.
Hoewel „Mijn kamer in Mos-
te kou" door Sally Belfrage
Zijn vele echtscheidingen wapenend eerlijke indruk
lakt
en een meisje, die elkaar vinden
in het romantische, bijna geheim
zinnige land van De Biesbosch.
De jongeman is een stedeling die
overhoop ligt met zichzelf en an
deren en de drukte ontvlucht door
zijn intrek
bewijzen dat. Het boek eindigt
met een belijdenis van een God,
"Ja* die hem uit zijn „gevangenschap"
wanTHabe heeft leidde, maar deze formulering
komt een bladzijde na zijn als
we goed hebben geteld zesde
scheiding. Het boek is een bijdra-
het kennen van de politii
vreemd.
Dickens. Vertaling J. F. Croes
Van Delden. Uitgave Ad M. C
Stok Zuid-Hollandse Uitgevers
mij, Den Haag.
ouderlijk huis gebeurde al zoveel k lntriges
en hi] stond als kind al zo mid
den in de politiek, dat hem nu
nog voor de geest staat, wat men
zei en hoe men handelde. Van
Joodse afkomst, Hongaar van ge
boorte, weet hij smakelijk te ver
tellen van de kleine intriges in
het oude, ten dode opgeschreven
Hongarije, de strijd om de macht,
binnenskamers en in de dagbla
den, en het saloncommunisme van
met Rusland schwarmende intel
lectuelen. Scherp wordt hij in
zijn beschrijving van het duizend
jarige Hitieriaanse rijk en zijn
strijd in het Franse vrijwilligers
legioen tegen de moordenaars van
zijn ras. Maar zijn journalisten-
bloed wint het van de krijgsman,
en daarom aanvaardde hij na de
capitulatie een functie in de Duits-
Amerikaanse journalistiek, en de
verwikkelingen van de zich als op-
voeders van een verslagen volk ke wijze. Vooral
opwerpende bezetters zijn
als zodanig een bijdrage kan verwaarloosd huis in het waterrij-
zijn tot beter begrip tussen de vol- ke gebied; het meisje is een on-
hebben wij gekunsteld, ongeciviliseerd men-
iek toch met senkind, één met de natuur, die
len gelezen, haar omringt, maar helaas ge-
Allereerst stemmen de wijze wantrouwd en veracht door haar
waarop de jeugdige schrijfster dorpsgenoten. Boeiend is de wijze,
zich voorstelt, haar achtergrond waarop Baardman beschrijft hoe
het milieu waaruit zij voort- deze twee eikaars moeilijkheden
Komt, tot nadenken. Een chr'
midden-Europa. heef, de ee« lijk
Habe blijft ons weer op "te trekken» tussa^ hero
en degene die, om welke reden
en gedreven door welke overtui-
Man overboord, door Monica ging ook, zijn geestelijke opbouw
op een ander fundament stelt.
Verder lijkt het niet gemakke- waardevolle
lijk, reeds na een verblijf van
vijf maanden een gefundeerd oor
deel te vellen over een gemeen
schap van mensen die bij nadere
bestudering duidelijke verschillen vergeleken bij die
tonen, niet alleen in hun sociale der, in literatuur
erhoudingen, maar vooral
de 35-jarige Benjamin dachtenwereld en levensdoel.
Francis, commandant
onderzeeboot der Royal Navy.
Wat de gevolgen van deze bood
schap zijn, beschrijft de klein- vertaling maakt
dochter van de meesterverteller
Charles Dickens op verdienstelij-
chrijfster is 21 jaar oud.
Taal en stijl zijn vlot en onder- zullen
houdend, metde glimlach van Het geheel
de geamuseerde toeschouwer. De
goede indruk.
het geluk vinden.
De vader van het kind, door
prof. dr. Th. Hart de Ruyter.
Uitgave, G. F. Callenbach N.V.,
Nijkerk.
Ook op dit boekje uit de
aardevolle serie „Het abc der
opvoeding" vestigen wij gaarne
de aandacht. Het is temeer de
waard, omdat de beteke-
de vader voor het kind,
de moe-
practijk
over het algemeen tezeer in het
gedrang is gekomen. Vele vaders
ook aanstaande vaders
romantische inslag krijgen van
vele onderwerpen voor zijn satiri- Monica het volle pond. De verta-
sche pen. Volgens zijn woorden
heeft het leven hem geleerd i
De Waterbruid, door C. Baard
man, Uitgave J. N. Voorhoeve,
Den Haag.
nog bij win-
indien in een volgende druk
die we het werkje gaarne toe
wensen bij de analyse van de
ondermijning van de vaderlijke
functie (die uiteraard kort moet
daarom nog niet z
Baardman is verknocht aan het pervlakkig en onjuist als hier ge-
DOOR MEEUW VAN ROTTERDAM
(Vervolg van vorige week)
e hal. Daarbinnen brand-
stroom
Zo.... nu die smalle straat in, dai
zijstraat. Niet lang daarna stond hij
van het grote doktershuis.
De bel galmde luid door de
de het licht.
Een vriendelijke dienstbode deed open
van lioht gleed over hem heen.
Eerst stotterde hij een beetje en wist hij niet goed hoé
hij beginnen moest, maar de dienstbode glimlachte zo
vriendelijk, dat hij opeens alle verlegenheid verloor. Ze
had zijn boodschap begrepen en ze vertelde hem, dat de
dokter héél vlug zou komen. Gelukkig, nu behoefde ir
der dus niet zo lang te wachten.
Met een klik viel <2* deur weer achter hem dicht
opnieuw stond hij in «et donker.
Nu maar weer zo vlug mogelijk terug en als hij op
de dijk kwam, vooral goea opletten en hard wegrennen als
dat nodig was.
Vlug ging hij de straten door en even later stond hij
weer aan het begin van de donkere dijk.
„Niet bang zijn", fluisterde hij zacht.
Zijn ogen gingen speurend over de eenzame dijk,
op hier en daar een grote regenplas glansde. In de verte
was niets bijzonders te zien. Flink doorstappen dus maar.
Opnieuw stopte hij zijn vuisten diep in de broekzakken.
Moeder zou vast al met ongeduld op hem wachten.
Haastig liep hij voort. Beneden hem klotste het donkere
water. Ginds, ver weg, tussen wat zwiepende takken pin
kelde een geel lichtje. Dat was het licht van moeders vei
lige huiskamer.
Toen hij weer op dezelfde plek van zoëven aankwam,
lag daar de roeiboot nog steeds half tussen het riet ver
scholen, maar de vreemde kerel was nergens te zien.
Zou hij zijn schuit Zó maar hebben achtergelaten? Of...
of zou hij hier ergens in de buurt aan het stropen zijn?
Donkere wolkenflarden kwamen overzeilen. Het waren
precies grote, angstige schepen. Telkens moest Peter er
heel even naar kijken. Huu.... hij griezelde er van.
Opeens flitste ergens beneden aan de dijk een licht aan.
„Dat moet een zaklantaarn zijn", dacht hij meteen. „Zou
dan die kerel tóch nog.." Hij hoorde stemmen. Er waren
er dus meer. Het licht ging zoekend door de donkere
ruimte. Het bescheen de slootwallen en flitste langs
paar scheefhangende palen.
(Volgende week vei
ONZE BRIEVENBUS
Beste allemaal,
Er waren nog al wat fouten t-e vinden in de tekening van
vorige keer hè? Hier komen ze: De poes had twee staarten, de
takken van de bomen zweefden, de stropdas zat los, de cijfers
op de wekker waren fout, de bril was niet goed, de nok van
het dak was niet af en ook de dakgoot-steun was los. Dat waren
er nogal wat.
Naar Gorkum gaat de hoofdprijs deze week, n.l. naar Jan
Resoort. Rikkie Rosen brand krijgt een troostprijs thuis
gestuurd en ook Joke W ie g er s.
En dan zijn deze week
de brieven van OZ weer
aan de beurt. Allereerst heb
ik hier een brief voor me
uit Oude-Tonge, ik weet
niet van wie. Hij of zij is
met vakantie geweest in
Zwammerdam; Schrijf je
voortaan je naam in de
brief? Annie Oppelaar
woont nog niet zo erg lang
in Nederland, nl. sinds no
vember. Voordien woonde
zij in Frankrijk. Jij gaat
zeker niet op Franse les
Annie? Wat heb jij veel
mooie cadeaux gekregen
voor je verjaardag Neeltje
den Otter. En nu maar
veel zwemmen! Teuntje
den Otter kreeg ook al van
die prachtige cadeaux. Jul
lie zijn fijn uit geweest zeg.
Was het leuk in Apeldoorn?
Dat lijkt me ook een
leuk spel Henrietta Pruim,
dat nieuwe knikkerspel. Zou
je wel in Gelderland willen
wonen, ik bedoel voor goed?
Alie v. d. Padt heeft een
boottocht op de Rijn ge
maakt. Hoe is 't op de nieu
we U.L.O.-School Alie?
Veel huiswerk? Marian-
neke van der Poort schreef
me vanuit Holten. Je bent
zeker nu wel weer thuis?
Dikkie van Ravenhorst
heeft veel gezwommen
ze zomer. Moeten jullie
iedere week een versje le
ren? Je stond vorige keer
toch bij de prijswinnaars?
Adri Storm stuurde de
oplossing in, gedeeltelijk
dichtvorm. Piet en Sjaak
duren V
Zijn krachten namen merkbaar af en. hij
wist de tijd nabij, dat hij als een vormlo
ze klomp in de sneeuw gevonden zou wor
den, dat de meedogenloze zon hem niet
langer zou steken en dat de duizenden in
secten elkaar zouden verdringen om hun
stille prooi.
Hij greep het touw en knoopte het op
nieuw om zijn middel. Stap voor stap ging
het van de balken naar het moeras en
daarna in omgekeerde richting.
Soms hielpen de bewakers mee, uit vrees
dat de vereiste nor-m niet bereikt zou wor
den. Door hun frisse krachten daartoe in
staat gesteld, toonden zij de ongelukkigen
dan hoe snel het kon en eisten dat de
gevangenen zich bij hun tempo zouden
aanpassen.
Eindelijk waren de twaalf werkuren ver
streken en Vasili sleepte zich naar zijn
kampgenoten. Hij zocht zijn plaats in de
rij weer op. De bewakers stelden zich na
controle ter weerszijden op en voort ging
het naar de hutten waar geen komfort
was. geen warmte en geen liefde.
Onder het voortgaan beheerste weer Ka
tinka zijn gedachten. Onwillekeurig ver
traagde hij zijn pas, doch een trap tegen
zijn scheen van een gevangene die honger
b^d zette hem weer tot spoed aan. Tege
lijk uitte de man een ferme vloek en de
verbannenen lachten er om.
Vloeken waren bekende klanken in deze
wereld van ijzige dorheid. Er werden maar
zelden betere woorden tussen de gevange
nen gewisseld. Straks bij de etensketels,
als de een de ander wegduwde en de laat-
sten op hun open gereten voeten naar vo
ren strompelden, zwaaiend met de ledige
kotelok. zouden er vloeken klinken, spon
taan en verbeten.
Op zulke ogenblikken verliet de haat An
dronof en bekroop hem een innig mede
lijden met de ongelukkigen. Dan vergat hij
zijn eigen lot en kon hij nauwelijks aan
zien hoe de mensen loerden als wilde bees
ten naar eikaars zuinig toebedeelde etens-
rantsoen.
's Avonds greep hij zijn bijbel en al
was het, dat het boek vreemd in zijn han
den lag en de fijne letters als mieren on
der ziin brandende ogen door elkaar wrie
melden, het gaf hem troost. Het maakte
ziin geloof sterker. Sterker dan het harde,
dikke touw, dat hij elke ochtend om zijn
uitstekende ribben knoopte.
FAE afmattende zon was snel onder gegaan
U en beschermd door de duisternis steeg
een felle kou uit de aarde on. die de ge
vangenen deed rillen onder hun schamele
dek, dat uit weinig anders dan hun scha
mele kleren bestond, die ze nooit uittrok
ken en die nimmer werden vernieuwd.
De meesten kropen na het avondeten,
dat ze staande nuttigden, zo gauw moge-
Janek, de vluchteling
23. In de klas is de president al gekozen. „Hoera", roepen allen.
„Laten we nu eens zien, wie de nieuwe penningmeester zal zijn",
zegt de onderwijzer. Hij kijkt op de lijst met uitgebrachte
stemmen en „Daar gaat Janek", roept Nita opeens. Daar door
de tuin. Wat doet hij? De kinderen vliegen de klas uit. In draf
hollen ze achter Janek aan die al lang in de gaten heeft dat ze
hem niet zullen laten lopen. Hij probeert voor te blijven, maar
dat lukt niet. Ze hebben gauw ingehaald. „Jo, wat heb je ons
laten lopen". „Geeft niks", zegt Karl, „moet je horen, Janek.
We hebben onze zin gekregen". „Wat bedoel je?" „Nou, we
hebben je gekozen tot penningmeester van de maand. Hier is de
speld. Prik hem op je jasje en hier is de sleutel van de brand
kast, die is nu ook voor jou". Suzy vertelt hoe het in zijn werk
is gegaan. „We hebben tegen iedereen verteld, dat jij bij ons
moet blijven. Als iedereen je zou kiezen als penningmeester,
dan kunnen ze je nooit laten weggaan, want je hoort hier te zijn
met de sleutel en bij de brandkast. Dat vond' iedereen en toen
hebben we jou gekozen!" Juichend voeren de kinderen Janek
terug naar school. „Zie je wel? Het komt allemaal best in orde.
Wij zullen wel zorgen, dat je bij ons blijft."
Janek terug. Meneer Maclntire ziet hen aankomen. Janek,
roept hij. Kom es. Wat is er meneer? Zou je even stil willen
staan, Janek? Ik wil graag een foto van je maken.
Maar, maar., waarvoor hebt u die nodig? wil Janek we
ten. Meneer Maclntire wil hem geruststellen: O, ik maak graag
foto's en ik heb van alle kinderen hier al foto's gemaakt.
Blijf-maar even staan. Het is zó klaar. Mooi, gebeurd!
Zeg, Janek, hebben
der gemaakt? vraagt j
jasje de speld ziet.
Ja meneer ze dachten, dat ik dan hier zo# kunnen blijven.
En zou je dat willen?
Nee. ja. eh. ik weet het niet, stottert Janek. En opeens
loopt hij hard weg. Meneer Maclntire weet niet, wat hij op
eens van die Janek denken moet.
Op het eerste gezicht lijkt dit een Chinees leesteken,
maar als je goed kijkt, zul je Nederlandse letters ont
dekken. Welke? Oplossingen met de 7 letters insturen
voor dinsdag 8 september.
Stok zijn met vakantie in
Garderen geweest. Jaap
Tolheeft de vakantie door
gebracht in Grindelwald in
Zwitserland. Was je er al
meer geweest? Ben
je nog naar 's-Gravenzande
geweest Aga Voorberg?
Jan Vesseur is twee maal
r de Nieuwkoopse pias-
geweest. Hoe is 't weer
op school? Gert Vlie-
genthart heeft pas een hor
loge gekregen voor zijn ver
jaardag. Werk jij ook wel
de tuin? Hoe was 't
's Hertogenbosch Adrie
i Vuuren? Je hebt zeker
wel plezier gehad samen
met je vriendin.
Dat was zeker lang ge
leden Marga Verwijs. Fijn
dat jullie alle drie zo'h
prettige vakantie hebt ge
had. Jij kunt dus al goed
zwemmen. Gerda Ver
wijs heeft het best naar
haar zin op school. Wat
heb jij mooie cadeaus ge
kregen van mamma.
Piet Vliegenthart bedankte
voor z'n prijs. Jouw
brief was duidelijk ge-
EEN VERSJE
Geluksdroom
Daar was eens 'n vrolijk
vogelijn
Het droomde bij nacht in
de maneschijn:
„Een lijsterbes werd ied're
ster
Aan heel de hemel, wijd en
Het vogelke vloog de hemel
rond,
En pikte zolang er 'n ster-
reke stond.
Het at.
Zich aan de bessen nooit
Vroeg scheen het zonneke
door de boom.
En wenkte 't vogelke uit
zijn droom
Zijn snavel wette het aan
een tak,
En keek verbaasd naar 't
hemeldak:
Van 't sterrekens pikken,
hoog en laag
Ontwaakte 't met een lege
schreven Piet. Mooi
postpapier heb jij gekre
gen Thea Verwey. En ook
andere mooië cadeaus.
Flink oefenen op de gym
nastiekles hoor. Jannie
van Wijk is deze week elf
jaar 'geworden. Veel ple
zier morgen hoor. Ada
van Wijk, Jij speelt zeker
vaak jnet Hansje en Syl
via? ieuk hoor, zo'n klein
broertje en zusje. Annie
Westhoeve woont in Oud
dorp en daar zijn deze z
mer veel vakantiegangers
geweest. Jij zult wel lekker
bruin zien Annie. Wiesje
Zuidcma schreef al weer
een tijdje geleden. Ben je
nog in Rotterdam geweest?
Jongens en meisjes, dit
waren de brieven van O-Z.
De volgende week zijn de
letters A-G weer aan de
beurt. Schrijven jullie weer
naam en adres in je brie
ven? Tot de volgende week
dan weer, dag allemaal,
EVENTJES PRET
Juffrouw uit de stad
Juffrouw: „Zeg man, wat
lopen daar voor beesten?"
Boer: „Dat zijn kalveren,
juffrouw."
Juffrouw: „Zo, en maken
jullie die nou van kalfs-
de
Een heer zat met twee
knechts opgescheept, die
verschrikkelijk lui waren.
Op een keer, dat ze in
een aangrenzend vertrek
aan het werk moesten zijn,
riep hij:
„Wat doe je, Kees?"
„Niets meneer", was het
antwoord.
„Ex, jij, Jaap?"
„Ik help Kees, meneer".
2e]
'4
fo-S