GANKELE FLEUM
E
HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKEN
Het avontuur op
de grienddijk
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1959
En toen kwam
^EVEN uur 's avonds stond Lambertus met twintig of dertig anderen in
de rij voor de bus. Tussen de knoestige plattelandsbewoners leek hij
meer dan ooit op de witte muis, die ik lang geleden thuis met een
draaimolentje sarde. Hetzelfde witte snuitje, een beetje triest, en dezelfde
nerveuze gebaartjes.
s zeggen, dat hij dat niet meer moet
doen. in dezelfde rij gaan staan met stoe
re boeren en gespierde arbeiders. Het valt
dan zo op, dat Lambertus alleen maar een
heel klein mannetje is. Hij moet druk be
zig zijn met stapels documenten en de tele
foon en hij moet zich heel kwaad maken.
Dan is hij een kerel om respect voor te
hebben. Ik zal hem tooh eens waarschu
wen, vroeg of laat.
Lambertus voelde het water van de mod
derplas in zijn linkerschoen sijpelen. Hij
leed een pas achteruit en keek naar het
;troef-bruine gezicht van de forsgebouwde
terel achter hem. Hij stapte weer in de
De vrouw voor hem mocht er eveneens
wezen. Ook zij stond er met de onverzette
lijkheid van mensen die denken dat het hun
tijd wel zal duren. Vanuit de plas keek
Lambertus gelaten toe hoe de dame, diè
sinds achttien jaar zijn wettige echtgenote
was, zich met moeite en een koffer door
de smalle deuropening van de bus wrong.
Op haar gezicht lag nog steeds die zorge
lijke trek van 's morgens vroeg, toen de
verhuizers ruw-deskundig de meubelen het
huis uitsleurden.
Achter haar kwamen de zoons, Peter van
acht en Maarten van zes. Zij werden opge
jaagd door de oudste, de veertienjarige To-
nia, die alleen maar luisterde als Lamber
tus haar Tonny noemde en die nu stevig
uit haar humeur was omdat het haar na
jarenlange intriges gelukt was vice-presi-
dente van de schoolbond te worden en daar
om desnoods wel op kamers, maar beslist
niet mee wou.
ongelukte Lambertus en riepen: ,.Hij heeft
ook altijd wat".
Ja, dacht Lambertus. ik heb ook
altijd wat. Hij probeerde overeind te klau
teren. maar zijn onhandige pogingen leden
schipbreuk op de uitgestoken handen, die
hem steeds weer terugduwden. „Hij is
riepen ze alle-
DE chauffeur was naar buiten gegaan en
kwam terug met een logge figuur, die
figuur, die een brede glimlach en een uit
bundige oranje-strik meetorste De figuur
mi fcoz* mmt
m oK
kennissen
zouden staan. Dit eindeloze gesjouw
ene plaats naar de andere. Hij keek mis
troostig naar zijn rechter schoen, die nu
ook begon te lekken.
„Ha, die zwerver", zeggen ze opgewekt
en jaloers tegelijk als Lambertus na jaren
min of meer toevallig in zijn geboorte
plaats komt. Hij kan het ze niet eens kwa
lijk nemen, want ze weten niet hoe onge
lukkig hij zioh voelt, als zijn werkgever
een grote uitgever in de hoofdstad
aan de telefoon hangt met de mededeling,
dat hij weer eeji in goede staat verkerend
uitgeverijtje, deze keer in het noorden, op
het oog heeft. „Net iets voor jou, Lamber-
Voor zijn laatste overplaatsing dacht
Lambertus: „Ik doe het niet, ik denk er
niet aan; laat'ie voortaan zelf die gamme
le uitgeverijtjes maar bijspijkeren."
Begrijp me goed: Lambertus dacht het
alleen maar. Hoe krap de arbeidsmarkt
ook mag zijn, zoiets zeg je niet tegen je
werkgever.
De vrouw voor Lambertus deed een stap
in de richting van de afgetobde bus. Opge
lucht verliet Lambertus de plas en keek
naar het reclamebord, boven de chauffeurs
plaats.
TJERF? TJA. TJATUURLIJK TJAN
TJALLEMA stond er. Nu of nooit, dacht
Lambertus en hij keek hulpeloos en be
minnelijk tegelijk naar de sombere kracht
figuur achter hem. „Wat betekent dat?",
zei hij en wees op het bord van Tjalle-
De man keek Lambertus van onder de
wenkbrauwen als strodaken van een dub-
belvilla traag aan en zei: „Tjuurlijk: Tjerf?
Tja, tjatuurlijk tjan Tjallema!"
Het kon niet missen: Lambertus was in
het noorden. Opgelucht, een beetje opge
wekt zelfs, zei hij tot de chauffeur: „Drie
enkele en twee kinderen."
HIJ was pr zich niet van bewust, dat het
plotseling stil werd in de volle bus.
Iedereen keen naar hem, de chauffeur ver
gat geld terug te geven en staarde Lam
bertus met open mond na. Pas toen er on
derdrukt werd gegrinnikt realiseerde Lam
bertus zich dat" er iets bijzonders aan de
hand moest zijn Onopvallend controleerde
hij zijn kleding Hij bloosde vluchtig. Stom
melingen, dacht hij onredelijk. Even was
er een opgewonden gefluister, overstemd
door het moeilijke geluid van een afgebeul
de motor, die kreunend een oud buskarkas
en een zware mensenlast naar het volgende
dorp probeerde te slepen.
Twaalf kilometer lang zat Lambertus als
een opgeprikte vlinder tussen levende soort
genoten. Strak keek hij voor zich uit en ne
geerde het tergende gefluister. Als één van
de passagiers hem al te nadrukkelijk aan
staarde bloosde hij en hij bloosde weer
als zijn zoon Maarten, die voor in de bus
bij zijn moeder zat. verrukt en zonder me
dedogen riep: „Mamma, kijk Pappa 's
rood worden."
Laimbertus raakte heel langzaam in pa
niek. Hij concentreerde zich op het ge
fluister, trachtte iets op te vangen, maar
het lukte niet. - Ik moet iets doen, dacht
ter iemand voor G. is, dan mot'ie der hier
uit".
Lambertus zag de blauwe lucht door het
open dak. Hij lag languit in het pad tus
sen de banken en keek angstig naar de
hoofden boveo hem. Zij gedroegen zich als
op het hoogtepunt van een bruiloft: gil
lend van plezier sloegen zij hun mede-pas-
a&giera op de schouders, wezen op de ver-
knielde bij Lambertus neer. bonkte de lig
gende uitgever kort doch krachtig op de
borst en baste: „Ha, die Gankele Fleum.
Welkom, vader, welkom En je begrijpt
't zeker wel: je zal d'r hier uitmoeten.
We zijn je te link afgeweest".
Lambertus begreep het niet. Hij hees
zich overeind aan een bankleuning en zei
timide: „Maar ik moet hier helemaal niet
zijn: ik moet naar S."
Zijn bescheiden pleidooi was een lachsuc
ces. Een bulderend salvo deed de oude bus
kraken. „Hoor hem", riepen ze allemaal,
„hoor hem, hij heeft, ook altijd wat".
Als een weerloos katje hing Lambertus
in de grom van de kerel met de strik, die
hem Gankele Fleum had genoemd en zelf
door iedsrren met eerbied wend behandeld
en als Tiabbema werd aangespreken.
Ome Tjabbema wandelde waardig naar
de uitgang. De zwakjes spartelende^ Lam
bertus voerde hij mee. trots, zoals een
sportvisser de grootste vis van het seizoen
Lambertus ontweek de blik van zijn vrouw.
Het is niet prettig weggesjouwd te wor
den uit het gezelschap van je kinderen,
die je als een held beschouwen en van
je vrouw, die wel beter weet, maar die
nog altijd de moed niet heeft opgegeven.
Laimbertus haalde diep adem en brulde:
„Ik maak hier werk van, ik zal de politie
waarschuwen. Vrouw, waarschuw de poli
tie". Daar schrokken ze allemaal even
van, want Lambertus had in die tijd een
ontwikkeld stemgeluid. Ome Tjabbema liet
het spartelende mannetje even verbluft los
en zei: „Wat zullen we nou hebben'"
Toen de vrouw van Lambertus opstond
en zei: „Hij heeft gelijk, ik zal de politie
waarschuwen" en ook Maarten met een
ernstig stemmetje en een somber gezicht
je dreigde: „Jullie moeten van pappie af
blijven". toen begrepen ze allemaal dat
dat maar een grapje van Lambertus moest
zijn. Ze lachten weer, uitbundig en met
veel gebonk op de knieën en zo, en ze
snikten elkaar toe: „Die Gankele Fleum
heeft ook steeds wat nieuws. En z'n vrouw
is al net zo'n type".
LAMBERTUS, weer vrij man, raasde en
tierde, maar ze lachten alleen maar en
drongen naar buiten en zongen „Lang le
ve Gankele Fleum" en „Gankele Fleum
gaat nooit verloren" en „Dat Gankele
Fleum een toffe jonge is, dat wille we
Buiten kalmeerde Lambertus. Triest keek
hij toe, terwijl zijn vrouw, zijn koffers en
zijn kinderen, in een verveloze bus wer
den weggesleept. Naar S. ongetwijfeld.
De botte geest van ome Tjabbema-met-
de-strik. ongevoelig voor harde woorden,
werd getroffen door het eenzame figuur
tje. ,,'t Is maar voer even", troostte hij,
„je kan zo naar S., maar je begrijpt dat
wij ook wel 's willen lachen. Daarom heb
ben we je opgewacht. Het zat ons alle
maal dwars dat die van S. wel zouden
lachen en wij niet. Dat kunnen wij niet
hebben, zogezegd En het is alweer vijf
jaar geleden, dat je hier geweest bent en
sinds die tijd hebben we niet meer ge
lachen."
En er werd gelachen. Als Lambertus
zijn mond open deed. lachten ze al en als
hij wat zei. werd er gebruld. Hij zei: „Ik
ben Lambertus en niet Gankele Fleum,
ik ken Gankele Fleum niet en ik wil hem
niet kennen ook." Ze keken hem allemaal
aan, alsof hij een mop vertelde, die de
moeite van onthouden en navertellen waard
was en er werd pas gelachen toen de
woorden van Lambertus goed in het ge
heugen genoteerd waren.
afgrijselijk-versierd podium stond.
Ër was een blaaskapel en ome Tjabbema
zei in een microfoon: „Mensen, jullie we
ten het wel; een koninginnefeest in H.
zonder toespraak van ome Tjabbema is
geen koninginnefeest. Maar nou we Gankele
Fleum. kersvers uit Canada, weer terug
hebben, nou wil ik een uitzondering ma
ken. Gankele Fleum, ga je gang!"
En Lambertus. alleen op het toneeltje,
herinnerde zich hoe hij vroeger een ver
dienstelijke conférence improviseerde: „Hij
brulde: „Als die koperslagers even de
armen over elkaar willen doen, dan kan ik
mij verstaanbaar maken".
De muzikanten staakten verbluft hun
schetterend „Houd er de moed maar in"
en Lambertus kletste zo geestdriftig dat de
H.
i tuit-
zijn moppen
Aart Ph. Kazan
oud, dat
bejaarde ingezetenen door lachkram-
pen werden bevangen en ijlings het vereni
gingsgebouw ingedragen moesten worden.
Vier briefjes van vijfentwintig gulden
drukte een dankbare ome Tjabbema, die
de lachtranen nog uit de ogen wiste, Lam
bertus na afloop in de hand. „Het is drom
mels mooi geweest. Fleum". zei hij ont
roerd en hielp Lambertus op de mestkar,
die hem naar S. en naar zijn vrouw, kof
fers en kinderen zou brengen.
huis. waar zijn vrouw en kinderen bij de
pakken neerzaten, arriveerde Deze me
neer wil je beslist spreken", zei zijn vrouw
„Hij wil. geloof ik. wat laten uugeven'
Lambertus keek het mannetje aan Hij
t „Ik geloof niet dat ik ooit nog iets
zal laten drukken. Ik ga in de show-busi-
Het mannetje glimlachte en zei olijk
..Dat komt prachtig uit. Ziet u. ik zit ook
in die bisnis en nu wil ik een boekje uit
geven met mijn liedjes"
Lambertus zakte naast vrouw en kinde
ren bij de pakken neer en zei vermoeid
„Meneer, ik zeg dat ik nooit meer iets zal
uitgeven en ik meen het. Wilt u ons nu
alstublieft alleen laten. Wij zijn moe. Wij
hebben nog veel te doen. Wij hebben een
drukke dag achter de rug".
Het mannetje glimlachte opnieuw en zei
meelevend: „Tuurlijk. tuurlijk, ik begrijp
dat volkomen, maar die liedjes van mij
Lambertus explodeerde. „Eruit",
schreeuwde hij en maakte zo'n lawaai, dat
hij het vertrouwen van vrouw en kinderen
meteen herwon.
Het mannetje was al bij "de deur. Het
draaide zich schichtig om en zei snel, bang
dat Lambertus hem zou aanvliegen: „Dat
zal u weten. De hele provincie zal weten,
dat u Gankele Fleum schandalig hebt be
handeld. De hele provincie.
„Kom er maar weer in", zei Lambertus
uiterst kalm „Kom er maar weer in. dan
krijg je honderd gulden van me". En hij
drukte het mannetje vier briefjes van vijf
entwintig gulden in de hand. „Asjeblieft,
met de groeten van ome Tjabbema, en ruk
De weg volbracht, door No-
rah Lofts. Vertaling van dra.
M. G. Schenk. Illustraties van
Anton Pieck. Uitgave Ad. M. C.
Stok, Zuid-Hollandse Uitgevers
maatschappij, Den Haag.
de om de overlevenden van een
wisse dood te redden. Dit boek
bestaat uit drie delen, de weg.
de mensen, de openbaring. Het
tweede deel geeft een levensschets
voornaamste persoi
De titel van dit deel uit de be
kende Cultuurserie doet denken
aan een geslaagde ondfrneming.
Maar dit boek over ..'s mensen
strijd en levensgeluk" 01e onder
titel» is de aangrijpende trage- meestal
die van een tocht door Ameri- karakter
kaanse voortrekkers ovev de ber-
gen naar Californië Leider van Heer®5:
deze tocht is Kevin Furmage. Var
een Fransman had hij een kaart
in handen gekregen waarop stond
aangegeven een „nieuwe weg",
die aanzienlijk korter moest zijn
dan de gewone route Toen Fur
mage zich bij Fort M ason ge
reed maakte om de lange, ge
vaarlijke tocht te beginnen, slo
ten zich nog andere trekkers bij
hem aan. Zo zette zich 1n de
mer van 1840 een stoet van
ossewagens in beweging
land te bereiken, dat vi
tastende pioniers zoveel mogelijk
heden had te bieden. Aanvanke
lijk had de tocht 't gew
lan de tocht deeln;
groot deel mannen en v
die in hun sexueel leven
Een vrouw vecht zich vrij,
door Robert S. Close. Vertaling
van M. L. Ohl. Uitgave Ad M.
C. Stok, Zuid-Hollandse Uitge
versmaatschappij, Den Haag.
Uit de verhalen van Charles
Dickens weten we in welke ellen
dige toestanden
ontspoord. Ofschoon we vele moesten leven in het Engeland
gevens is bewerkt. Na lezing zal
men er goed aan doen "t secuur
op te bergen Want voor te jon
ge lezers is 't zeker niet geschikt.
Hier Politie, door Harry Sö-
derman. Uitgave Ad. M. C.
Stok, Forum Boekerij, Den
Heerser zonder Kroon, door Ed
gar Maass. Uitgave Ad. M. C.
Stok, Zuid-Hollandschc Uitge
vers Maatschappij, Den Haag.
Een roman, die alle kwaliteiten
in een historisch werk en een
't begin der 19e
dit boek deze roman van de Australische
bedenkelijk schrijver Close worden die toe
standen in nóg feller kleuren ge
tekend. Dit boek geeft het levens
verhaal van Eliza Callaghan, die
als meisje van 17 jaar voor een
klein vergrijp tot de doodstraf
werd veroordeeld. Later werd de-
ze straf veranderd in deportatie litie-functionarissen hebben zich
Van Diemensland, het toen-
Ang
nsdaad is al ontelbare malen
en dankbaar onderwerp geweest
oor de fantasie va:
detectiveschrijvers. Maar ook po-
Ln als
en altii
de achttiende-e
en Deense landen binnen, de tijd
van reiskoetsen ook. wuft ve
maak in hofkringen en diepe a
vijf moede en zelfs lijfeigenschap
het de laagste regionen. De ster v.
door- de jonge dr. Struensee rijst snel
zeker. Hij wordt de vertrouwt
raadgever
Duitse vangenis Newgate, de tocht
uit i
herfst kwamen de tegenspoeden.
Door Indianen werd een aantal
ossen gestolen of neergeschoten.
Later werd de karavaan door vre
selijke sneeuwstormen geteisterd
Tenslotte raakte de voedselvoor
raad uitgeput, werden allen ziek ning
en stierven velen. Er wmren wei- J
nigen meer in leven toon emde-
reddingspli
Denemarken en Noorwe- deporteerde begonnen -
met de „Providence'
naar Hobart Town en het ver
blijf aldaar worden met niets spa
rende bijzonderheden verhaald. De
meeste van deze vr,ouwen kwa- - g^
men uit de Londense achterbuur
ten, en vele gevangenisbewaarders
hun loopgaan als
bezig gehouden - cu
ien of inspecteurs, die
rijke ervaring konden ^ok
het einde van hun Maar
1 Telt
bij de intredvan de gen. Christian VII. zomede de lijf- hoeft er zich dus niet
welijk een mislukking blijkt
zijn. Een verhouding met de laat
ste brengt zijn val
hu- verbazen dat hun leven gespeend JL_
In ,e unn nlln Knenheirlvid Innn.
leven hun mémoires op schrift
meenden te moeten stellen.
Harry Söderman is zo'n politie-
witte raaf onder
de bestrijders van de misdaad
ook, omdat hij zowel in een groot
deel van Europa als in Ameri
ka heeft mogen werken. Bij het
neerschrijven van zijn herinne-
i be-
Chrisl
alle beschaving
togenheid. De heldin van dit ver
haal weet de gevangenis te ont-
lijk een reddingsploeg over de
uitgestrekte sneeuwvlak! e nader-
geladenheid voert het boek Batman,
tot deze catastrofe, waarin Struen
see zichzelf hervindt en gelouterd
de de over hem uitgesproken dood
straf aanvaardt.
ondernemend
kelijkheid en de mensen, die bij ^ner
de door hem behandelde zaken 's
waren betrokken, leverden hem "e
grondstof te over.
Het boek is sterk persoonlijk De k
>n vervuld van medeleven zen
mens, onverschillig of de- zig
ze een brave burger of een mis- wai
dadiger is.
DOOR MEEUW VAN ROTTERDAM
Een wilde wind flakkerdw over het donkere polderland.
Hij rukte aan de oude wilgenbomen, huilde door de dorre
takken en duwde een kleine jongen, die heel alleen
de grienddijk voortstapte, bijna omver. Dat jongetje was
Peter.
Peter had zijn muts diep over de oren getrokken en zijn
vuisten had hij in zijn broekzakken gestopt. Huu.... wat
maakte de wind angstige geluiden en wat kreunden de
bomen vreemd.
Nog nooit was hij bij avond- alléén de donkere dijk uit
gegaan. Dit was de eerste «naai. Nu moést het wel, want
thuis lag vader ziek op bed. Zo maar opeens was hij ziek
geworden en misschien whs het wel heel erg had moe
der gezegd. Ze had daarstraks zo bezorgd gekeken.
En hij, Peter, moest nu vlug naar de dokter in het
dorp om hem te waarschuwen.
Zijn fiets had hij thuis gelaten, dat was te gevaarlijk
vond moeder nu het zo hard waaide en de dijk zo mod-
Hij stapte flink door. In zijn kaplaarzen kon hij geluk
kig geen natte voeten halwi.
Wat verderop aan de vo»t van de dijk, klotste het glin
sterende water van de rivier. En héél in de verte pin
kelden de lichtjes van een gi
kleine haven dicht naast e»U<
Opeens bleef Peter staan.
Héwat was dat daai beneden tussen het riet? Be
woog daar iets....? Of.„. was 't maar een waterhoentje
dat verschrikt voor hem wegvluchtte? Heel even bleef
hij staan.
Huilend joeg de wind over de vlakte en wild deinde
het riet op en neer. Mai»r toch,., dat „donkere", dat
„vreemde" zag Peter niet meer. Och... hij moest toch
niet zo bang zijn. Als de tangens van school het wisten,
zouden ze vast om hem lachen.
Achter de kromming van de dijk pinkelden de licht
jes van het dorp.
't Was nu niet zo vér meer.
Als het nu maar niet urger werd met vader.
Vader was nooit ziek.
Vreemd stil was het in de kamer, toen hij niet zoals
elke avond eventjes met Lesje stoeide.
Wat konden ze samen e«n pret met hem maken
En nu... déze avond, wan vader al héél.vlug naar bed
gegaan. Hij moest diep oraWer de wollen dekens had moe
der gezegd.
(Volgende week verder)
Jullie gaan nu, op misschien enkelen na, allemaal wear nat
school. En dat zullen jullie vanzelf wel erg fijn vinden! vol
Goed je best maar weer doen in het nieuwe schooljaar, dc
gaan jullie volgend jaar weer over. PI 61
De puzzeloplossing van vorige week stuurde Marleenti
E i g e nr aam in op rijm. Zij krijgt de hoofdprijs deze wee dei
Co.rri
Hier komt dan de oplos
sing en het rijm van Mar
leentje Eigenraam.
Schoenmaker en Kruide-
Het huis van de schoenma
ker staat op een
Het staat vlak naast de
kruidenier
Het huis van de schoenma
ker en kruidenier
Staan beiden heel ver
De schoenmaker doet: klop,
klop, klop,
De kruidenier zucht:
Nu zijn alle bruine bonen op.
Kees Anker Fijn dat'je
nichtje er is in de vakantie,
dan kunnen jullie met de
hamsters spelen. Maaike
van Andel Bedankt voor je
mooie tekening, Dingena!
Fijn dat je weer naar school
gaat en nog prettiger is het,
dat je daarna haast jarig
bent Maaike! Vast van har
te gefeliciteerd hoor!
van Berkel Was het fijn bij
je Oma. Jan? Wat ben jij
veel uit geweest! Sjanie
Berkhout Melken is niet ge
makkelijk, maar je bent in
ieder geval overgegaan.
Loes Bliek Jammer dat de
vakantie om is, Loës!
Janek, de vluchteling
19 Het nieuwtje gaat van mond tot mond. En het wordt een
steeds vreemder nieuwtje. Als een kwartiertje later Talu Susie
tegenkomt, vertelt hij haar, dat meneer Maclntyre op weg is
iaar Londen en naar het Parlement om met de minister-president
te praten over Janek. De kinderen zuchten ervan, zo erg is het.
ie moeten maar niets aan Janek vertellen, want die maakt zich
anders maar ongerust. Nu, meneer Maclntyre is niet zo erg ver
/an huis gereden. Hij zit te praten met sergeant Foster. Die heeft
al zijn papieren nagekeken en zegt: Nee, er is helemaal niéts
Deken 1 over een jongetje, dat weggelopen is.
Dat re aakt de zaak voor meneer Maclntyre er niet gemakkelijker
op. Kj vraagt of de sergeant hem wil opbellen, als hij iets over
Janek te weten komt.
Natuurlijk belooft de politieman dat. Weet u, wat u het beste
kunt doen? vraagt hij. Laat een foto van Janek maken en
Jeeft u die mij. Dan zetten wij hem
at iumand dan iets T
niets. Die dwaalt
:n vriendinne-
e speelkamer,
zelf gemaakt.
20. Van dat alles weet Janek gelukkig nog ni
ioor het grote gebouw met zijn nieuwe vriendjes
ijes. Ze laten hem alles goed zien. Kijk, dit is on
Niet gek hè. En de meeste dingen hier hebben wi
En dit heb ik uitgevonden, zegt Talu trots
Wat is dat voor een kast, informeert Janek.
Eeti brandkast om geld in te bewaren. Wat een kanjer, zegt
Janek. Dan moet je heel wat geld hebben, als je die vol wilt heb-
Maar we hebben ook veel! Elke keer als we iets verkopen, zoals
Kuikens en groente, s
'.o vei l, dat we een
Nu hebben we al 200
lingrr. eester.
Alleci deze maand
lerpa; lement, die c
sen ween president
weer utemmen.
Toe B arl, zegt Talu, geef me de sleutel
laten zien, hoe het slot werkt.
we het geld. En dan hebben we eens
s kunnen bouwen,
zegt Karl. Ik ben deze maand pen-
gt Janek. Ja. we hebben een eigen kin
kinderdorp regeert. Elke maand kie-
n penningmeester. Vandaag gaan we
Dan zal ik Janek
Kruiswoordpuzzel. De namen van de afbeel-Ra
dingen moeten worden ingevuld in de vierkantende/
waar ze naast staan. Oplossingen insturen uoor^g
dinsdag 25 augustus a.s. ^jr
tuurlijk overgegaan
zo'n prachtig rapport. B
maar goed je best do®n
Truus Derksen Geluld*ei
dat jullie allemaal weer 1
ter bent. Je hebt toch jLg*
een leuke vakantie gehizej
Ineke en Mieke van
Jullie hebt dus genoten *er
Nijmegen. Gerard ElkB
zen Jij behoort bij de letee:
E. Jullie vinden het dus i^1)
om weer naar school
gaan Ada, Hans cn MarUg'f
van Es. Goed je best mizij
weer doen. Nellie Geldb?
blom Nu Nellie jij bent
harte welkom bij de netzo
en nichten. Frans Geum
Wat zal jij knap worden
het Lyceum. Stlneke Ge'Gi
Jij mag gerust nog wat
sturen Stineke, als je ig
graag wilt. Maar niet
lang meer, want je wo
al zo groot. Wies GIts H-jj
dat jullie overgegaan id(
op school. Corrie Goes di
hebt toch niet te lang aj'
het touw gehangen Corn^
Aart van Gorkum Hartelrr
bedankt voor je kaart. }d'
heb ik enig idee waar ij
woont, 'k Ben er erg lc
mee. Aafje Grandla Ih
volgende keer wat mi''
vertellen. Aafje! Wil Gr>V
neboom Van harte welkin
Wil! Hanneke Groenen
Wat ben jij ver weg
weest met vakantie. Hi
en Nellie Grootcndorst Hi
den jullie mooie lampil
Neven en nichten, volg'1
de week zijn de letters
tot en met N aan de beu1
Schrijven jullie weer
naam, adres en leeftijd
je brieven? Tot de volg/
de week. dag allemaal.
Corrie en Ellie Blom Zijn
de foto's mooi geworden?
Leuk die kleine huisjes in
Madurodam. Wouda Boller
Goed je best maar wesi
doen op de Ü.L.O. Fijn dat
je het leuk gehad hebt 1.1
de vakantie. Arle Boelhou-
wcr Wal heb jij een reus
achtige vakantie gehad. Ge
lukkig dat jullie het er goed
hebt afgebracht. Rietje
"j Jij krijgt dus een
school, nu zeker
An
il oor n en konijn gezien in
de vakantie en op luchtbed
den geslapen: geweldig!
Hilda en Rietje Both Wat
fijn dat jullie een zusje ge
kregen hebt. Hoe heet ze?
Carla Bouts Wat zal jij
bruin geworden zijn. iedere
dag naar het strand Corrie
en Jannie Branderhorst
Jammer, dat jullie moeder
net ziek was in de vakantie.
Maar jullie zijn toch nog
fijn uit geweest. Gera
Brandwijk Dus jij bent ook
al aan het logeren geweest.
Zijn de bloemen mooi? Leni
de Bree Nu Leni je hebt
Ouddorp. Het
is daar erg fijn. Joke Bree-
derland Jullie zijn uit ge-
naar Honselaarsdijk
Overschie. heerlijk.
Trudy de Bruijn Jij bent
dus 6 weken in een kolonie
te Zeist. Goed eten maar
Trudy! Annie Buizcr Gewel-
i'n feest. Heel veel
plezier. Arie Buurman Doe
goed je best op school,
Arie! Jenneke en Coby
Cornet Hebben jullie veel
plezier gehad in Lisse? Jo-
lande Croese Hadden jullie
Katwijk? Het
beste met je zusje Jolande!
Willy Dellcman Jij bent na-