GANKELE FLEUM E HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKEN Het avontuur op de grienddijk ZONDAGSBLAD ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1959 En toen kwam ^EVEN uur 's avonds stond Lambertus met twintig of dertig anderen in de rij voor de bus. Tussen de knoestige plattelandsbewoners leek hij meer dan ooit op de witte muis, die ik lang geleden thuis met een draaimolentje sarde. Hetzelfde witte snuitje, een beetje triest, en dezelfde nerveuze gebaartjes. s zeggen, dat hij dat niet meer moet doen. in dezelfde rij gaan staan met stoe re boeren en gespierde arbeiders. Het valt dan zo op, dat Lambertus alleen maar een heel klein mannetje is. Hij moet druk be zig zijn met stapels documenten en de tele foon en hij moet zich heel kwaad maken. Dan is hij een kerel om respect voor te hebben. Ik zal hem tooh eens waarschu wen, vroeg of laat. Lambertus voelde het water van de mod derplas in zijn linkerschoen sijpelen. Hij leed een pas achteruit en keek naar het ;troef-bruine gezicht van de forsgebouwde terel achter hem. Hij stapte weer in de De vrouw voor hem mocht er eveneens wezen. Ook zij stond er met de onverzette lijkheid van mensen die denken dat het hun tijd wel zal duren. Vanuit de plas keek Lambertus gelaten toe hoe de dame, diè sinds achttien jaar zijn wettige echtgenote was, zich met moeite en een koffer door de smalle deuropening van de bus wrong. Op haar gezicht lag nog steeds die zorge lijke trek van 's morgens vroeg, toen de verhuizers ruw-deskundig de meubelen het huis uitsleurden. Achter haar kwamen de zoons, Peter van acht en Maarten van zes. Zij werden opge jaagd door de oudste, de veertienjarige To- nia, die alleen maar luisterde als Lamber tus haar Tonny noemde en die nu stevig uit haar humeur was omdat het haar na jarenlange intriges gelukt was vice-presi- dente van de schoolbond te worden en daar om desnoods wel op kamers, maar beslist niet mee wou. ongelukte Lambertus en riepen: ,.Hij heeft ook altijd wat". Ja, dacht Lambertus. ik heb ook altijd wat. Hij probeerde overeind te klau teren. maar zijn onhandige pogingen leden schipbreuk op de uitgestoken handen, die hem steeds weer terugduwden. „Hij is riepen ze alle- DE chauffeur was naar buiten gegaan en kwam terug met een logge figuur, die figuur, die een brede glimlach en een uit bundige oranje-strik meetorste De figuur mi fcoz* mmt m oK kennissen zouden staan. Dit eindeloze gesjouw ene plaats naar de andere. Hij keek mis troostig naar zijn rechter schoen, die nu ook begon te lekken. „Ha, die zwerver", zeggen ze opgewekt en jaloers tegelijk als Lambertus na jaren min of meer toevallig in zijn geboorte plaats komt. Hij kan het ze niet eens kwa lijk nemen, want ze weten niet hoe onge lukkig hij zioh voelt, als zijn werkgever een grote uitgever in de hoofdstad aan de telefoon hangt met de mededeling, dat hij weer eeji in goede staat verkerend uitgeverijtje, deze keer in het noorden, op het oog heeft. „Net iets voor jou, Lamber- Voor zijn laatste overplaatsing dacht Lambertus: „Ik doe het niet, ik denk er niet aan; laat'ie voortaan zelf die gamme le uitgeverijtjes maar bijspijkeren." Begrijp me goed: Lambertus dacht het alleen maar. Hoe krap de arbeidsmarkt ook mag zijn, zoiets zeg je niet tegen je werkgever. De vrouw voor Lambertus deed een stap in de richting van de afgetobde bus. Opge lucht verliet Lambertus de plas en keek naar het reclamebord, boven de chauffeurs plaats. TJERF? TJA. TJATUURLIJK TJAN TJALLEMA stond er. Nu of nooit, dacht Lambertus en hij keek hulpeloos en be minnelijk tegelijk naar de sombere kracht figuur achter hem. „Wat betekent dat?", zei hij en wees op het bord van Tjalle- De man keek Lambertus van onder de wenkbrauwen als strodaken van een dub- belvilla traag aan en zei: „Tjuurlijk: Tjerf? Tja, tjatuurlijk tjan Tjallema!" Het kon niet missen: Lambertus was in het noorden. Opgelucht, een beetje opge wekt zelfs, zei hij tot de chauffeur: „Drie enkele en twee kinderen." HIJ was pr zich niet van bewust, dat het plotseling stil werd in de volle bus. Iedereen keen naar hem, de chauffeur ver gat geld terug te geven en staarde Lam bertus met open mond na. Pas toen er on derdrukt werd gegrinnikt realiseerde Lam bertus zich dat" er iets bijzonders aan de hand moest zijn Onopvallend controleerde hij zijn kleding Hij bloosde vluchtig. Stom melingen, dacht hij onredelijk. Even was er een opgewonden gefluister, overstemd door het moeilijke geluid van een afgebeul de motor, die kreunend een oud buskarkas en een zware mensenlast naar het volgende dorp probeerde te slepen. Twaalf kilometer lang zat Lambertus als een opgeprikte vlinder tussen levende soort genoten. Strak keek hij voor zich uit en ne geerde het tergende gefluister. Als één van de passagiers hem al te nadrukkelijk aan staarde bloosde hij en hij bloosde weer als zijn zoon Maarten, die voor in de bus bij zijn moeder zat. verrukt en zonder me dedogen riep: „Mamma, kijk Pappa 's rood worden." Laimbertus raakte heel langzaam in pa niek. Hij concentreerde zich op het ge fluister, trachtte iets op te vangen, maar het lukte niet. - Ik moet iets doen, dacht ter iemand voor G. is, dan mot'ie der hier uit". Lambertus zag de blauwe lucht door het open dak. Hij lag languit in het pad tus sen de banken en keek angstig naar de hoofden boveo hem. Zij gedroegen zich als op het hoogtepunt van een bruiloft: gil lend van plezier sloegen zij hun mede-pas- a&giera op de schouders, wezen op de ver- knielde bij Lambertus neer. bonkte de lig gende uitgever kort doch krachtig op de borst en baste: „Ha, die Gankele Fleum. Welkom, vader, welkom En je begrijpt 't zeker wel: je zal d'r hier uitmoeten. We zijn je te link afgeweest". Lambertus begreep het niet. Hij hees zich overeind aan een bankleuning en zei timide: „Maar ik moet hier helemaal niet zijn: ik moet naar S." Zijn bescheiden pleidooi was een lachsuc ces. Een bulderend salvo deed de oude bus kraken. „Hoor hem", riepen ze allemaal, „hoor hem, hij heeft, ook altijd wat". Als een weerloos katje hing Lambertus in de grom van de kerel met de strik, die hem Gankele Fleum had genoemd en zelf door iedsrren met eerbied wend behandeld en als Tiabbema werd aangespreken. Ome Tjabbema wandelde waardig naar de uitgang. De zwakjes spartelende^ Lam bertus voerde hij mee. trots, zoals een sportvisser de grootste vis van het seizoen Lambertus ontweek de blik van zijn vrouw. Het is niet prettig weggesjouwd te wor den uit het gezelschap van je kinderen, die je als een held beschouwen en van je vrouw, die wel beter weet, maar die nog altijd de moed niet heeft opgegeven. Laimbertus haalde diep adem en brulde: „Ik maak hier werk van, ik zal de politie waarschuwen. Vrouw, waarschuw de poli tie". Daar schrokken ze allemaal even van, want Lambertus had in die tijd een ontwikkeld stemgeluid. Ome Tjabbema liet het spartelende mannetje even verbluft los en zei: „Wat zullen we nou hebben'" Toen de vrouw van Lambertus opstond en zei: „Hij heeft gelijk, ik zal de politie waarschuwen" en ook Maarten met een ernstig stemmetje en een somber gezicht je dreigde: „Jullie moeten van pappie af blijven". toen begrepen ze allemaal dat dat maar een grapje van Lambertus moest zijn. Ze lachten weer, uitbundig en met veel gebonk op de knieën en zo, en ze snikten elkaar toe: „Die Gankele Fleum heeft ook steeds wat nieuws. En z'n vrouw is al net zo'n type". LAMBERTUS, weer vrij man, raasde en tierde, maar ze lachten alleen maar en drongen naar buiten en zongen „Lang le ve Gankele Fleum" en „Gankele Fleum gaat nooit verloren" en „Dat Gankele Fleum een toffe jonge is, dat wille we Buiten kalmeerde Lambertus. Triest keek hij toe, terwijl zijn vrouw, zijn koffers en zijn kinderen, in een verveloze bus wer den weggesleept. Naar S. ongetwijfeld. De botte geest van ome Tjabbema-met- de-strik. ongevoelig voor harde woorden, werd getroffen door het eenzame figuur tje. ,,'t Is maar voer even", troostte hij, „je kan zo naar S., maar je begrijpt dat wij ook wel 's willen lachen. Daarom heb ben we je opgewacht. Het zat ons alle maal dwars dat die van S. wel zouden lachen en wij niet. Dat kunnen wij niet hebben, zogezegd En het is alweer vijf jaar geleden, dat je hier geweest bent en sinds die tijd hebben we niet meer ge lachen." En er werd gelachen. Als Lambertus zijn mond open deed. lachten ze al en als hij wat zei. werd er gebruld. Hij zei: „Ik ben Lambertus en niet Gankele Fleum, ik ken Gankele Fleum niet en ik wil hem niet kennen ook." Ze keken hem allemaal aan, alsof hij een mop vertelde, die de moeite van onthouden en navertellen waard was en er werd pas gelachen toen de woorden van Lambertus goed in het ge heugen genoteerd waren. afgrijselijk-versierd podium stond. Ër was een blaaskapel en ome Tjabbema zei in een microfoon: „Mensen, jullie we ten het wel; een koninginnefeest in H. zonder toespraak van ome Tjabbema is geen koninginnefeest. Maar nou we Gankele Fleum. kersvers uit Canada, weer terug hebben, nou wil ik een uitzondering ma ken. Gankele Fleum, ga je gang!" En Lambertus. alleen op het toneeltje, herinnerde zich hoe hij vroeger een ver dienstelijke conférence improviseerde: „Hij brulde: „Als die koperslagers even de armen over elkaar willen doen, dan kan ik mij verstaanbaar maken". De muzikanten staakten verbluft hun schetterend „Houd er de moed maar in" en Lambertus kletste zo geestdriftig dat de H. i tuit- zijn moppen Aart Ph. Kazan oud, dat bejaarde ingezetenen door lachkram- pen werden bevangen en ijlings het vereni gingsgebouw ingedragen moesten worden. Vier briefjes van vijfentwintig gulden drukte een dankbare ome Tjabbema, die de lachtranen nog uit de ogen wiste, Lam bertus na afloop in de hand. „Het is drom mels mooi geweest. Fleum". zei hij ont roerd en hielp Lambertus op de mestkar, die hem naar S. en naar zijn vrouw, kof fers en kinderen zou brengen. huis. waar zijn vrouw en kinderen bij de pakken neerzaten, arriveerde Deze me neer wil je beslist spreken", zei zijn vrouw „Hij wil. geloof ik. wat laten uugeven' Lambertus keek het mannetje aan Hij t „Ik geloof niet dat ik ooit nog iets zal laten drukken. Ik ga in de show-busi- Het mannetje glimlachte en zei olijk ..Dat komt prachtig uit. Ziet u. ik zit ook in die bisnis en nu wil ik een boekje uit geven met mijn liedjes" Lambertus zakte naast vrouw en kinde ren bij de pakken neer en zei vermoeid „Meneer, ik zeg dat ik nooit meer iets zal uitgeven en ik meen het. Wilt u ons nu alstublieft alleen laten. Wij zijn moe. Wij hebben nog veel te doen. Wij hebben een drukke dag achter de rug". Het mannetje glimlachte opnieuw en zei meelevend: „Tuurlijk. tuurlijk, ik begrijp dat volkomen, maar die liedjes van mij Lambertus explodeerde. „Eruit", schreeuwde hij en maakte zo'n lawaai, dat hij het vertrouwen van vrouw en kinderen meteen herwon. Het mannetje was al bij "de deur. Het draaide zich schichtig om en zei snel, bang dat Lambertus hem zou aanvliegen: „Dat zal u weten. De hele provincie zal weten, dat u Gankele Fleum schandalig hebt be handeld. De hele provincie. „Kom er maar weer in", zei Lambertus uiterst kalm „Kom er maar weer in. dan krijg je honderd gulden van me". En hij drukte het mannetje vier briefjes van vijf entwintig gulden in de hand. „Asjeblieft, met de groeten van ome Tjabbema, en ruk De weg volbracht, door No- rah Lofts. Vertaling van dra. M. G. Schenk. Illustraties van Anton Pieck. Uitgave Ad. M. C. Stok, Zuid-Hollandse Uitgevers maatschappij, Den Haag. de om de overlevenden van een wisse dood te redden. Dit boek bestaat uit drie delen, de weg. de mensen, de openbaring. Het tweede deel geeft een levensschets voornaamste persoi De titel van dit deel uit de be kende Cultuurserie doet denken aan een geslaagde ondfrneming. Maar dit boek over ..'s mensen strijd en levensgeluk" 01e onder titel» is de aangrijpende trage- meestal die van een tocht door Ameri- karakter kaanse voortrekkers ovev de ber- gen naar Californië Leider van Heer®5: deze tocht is Kevin Furmage. Var een Fransman had hij een kaart in handen gekregen waarop stond aangegeven een „nieuwe weg", die aanzienlijk korter moest zijn dan de gewone route Toen Fur mage zich bij Fort M ason ge reed maakte om de lange, ge vaarlijke tocht te beginnen, slo ten zich nog andere trekkers bij hem aan. Zo zette zich 1n de mer van 1840 een stoet van ossewagens in beweging land te bereiken, dat vi tastende pioniers zoveel mogelijk heden had te bieden. Aanvanke lijk had de tocht 't gew lan de tocht deeln; groot deel mannen en v die in hun sexueel leven Een vrouw vecht zich vrij, door Robert S. Close. Vertaling van M. L. Ohl. Uitgave Ad M. C. Stok, Zuid-Hollandse Uitge versmaatschappij, Den Haag. Uit de verhalen van Charles Dickens weten we in welke ellen dige toestanden ontspoord. Ofschoon we vele moesten leven in het Engeland gevens is bewerkt. Na lezing zal men er goed aan doen "t secuur op te bergen Want voor te jon ge lezers is 't zeker niet geschikt. Hier Politie, door Harry Sö- derman. Uitgave Ad. M. C. Stok, Forum Boekerij, Den Heerser zonder Kroon, door Ed gar Maass. Uitgave Ad. M. C. Stok, Zuid-Hollandschc Uitge vers Maatschappij, Den Haag. Een roman, die alle kwaliteiten in een historisch werk en een 't begin der 19e dit boek deze roman van de Australische bedenkelijk schrijver Close worden die toe standen in nóg feller kleuren ge tekend. Dit boek geeft het levens verhaal van Eliza Callaghan, die als meisje van 17 jaar voor een klein vergrijp tot de doodstraf werd veroordeeld. Later werd de- ze straf veranderd in deportatie litie-functionarissen hebben zich Van Diemensland, het toen- Ang nsdaad is al ontelbare malen en dankbaar onderwerp geweest oor de fantasie va: detectiveschrijvers. Maar ook po- Ln als en altii de achttiende-e en Deense landen binnen, de tijd van reiskoetsen ook. wuft ve maak in hofkringen en diepe a vijf moede en zelfs lijfeigenschap het de laagste regionen. De ster v. door- de jonge dr. Struensee rijst snel zeker. Hij wordt de vertrouwt raadgever Duitse vangenis Newgate, de tocht uit i herfst kwamen de tegenspoeden. Door Indianen werd een aantal ossen gestolen of neergeschoten. Later werd de karavaan door vre selijke sneeuwstormen geteisterd Tenslotte raakte de voedselvoor raad uitgeput, werden allen ziek ning en stierven velen. Er wmren wei- J nigen meer in leven toon emde- reddingspli Denemarken en Noorwe- deporteerde begonnen - met de „Providence' naar Hobart Town en het ver blijf aldaar worden met niets spa rende bijzonderheden verhaald. De meeste van deze vr,ouwen kwa- - g^ men uit de Londense achterbuur ten, en vele gevangenisbewaarders hun loopgaan als bezig gehouden - cu ien of inspecteurs, die rijke ervaring konden ^ok het einde van hun Maar 1 Telt bij de intredvan de gen. Christian VII. zomede de lijf- hoeft er zich dus niet welijk een mislukking blijkt zijn. Een verhouding met de laat ste brengt zijn val hu- verbazen dat hun leven gespeend JL_ In ,e unn nlln Knenheirlvid Innn. leven hun mémoires op schrift meenden te moeten stellen. Harry Söderman is zo'n politie- witte raaf onder de bestrijders van de misdaad ook, omdat hij zowel in een groot deel van Europa als in Ameri ka heeft mogen werken. Bij het neerschrijven van zijn herinne- i be- Chrisl alle beschaving togenheid. De heldin van dit ver haal weet de gevangenis te ont- lijk een reddingsploeg over de uitgestrekte sneeuwvlak! e nader- geladenheid voert het boek Batman, tot deze catastrofe, waarin Struen see zichzelf hervindt en gelouterd de de over hem uitgesproken dood straf aanvaardt. ondernemend kelijkheid en de mensen, die bij ^ner de door hem behandelde zaken 's waren betrokken, leverden hem "e grondstof te over. Het boek is sterk persoonlijk De k >n vervuld van medeleven zen mens, onverschillig of de- zig ze een brave burger of een mis- wai dadiger is. DOOR MEEUW VAN ROTTERDAM Een wilde wind flakkerdw over het donkere polderland. Hij rukte aan de oude wilgenbomen, huilde door de dorre takken en duwde een kleine jongen, die heel alleen de grienddijk voortstapte, bijna omver. Dat jongetje was Peter. Peter had zijn muts diep over de oren getrokken en zijn vuisten had hij in zijn broekzakken gestopt. Huu.... wat maakte de wind angstige geluiden en wat kreunden de bomen vreemd. Nog nooit was hij bij avond- alléén de donkere dijk uit gegaan. Dit was de eerste «naai. Nu moést het wel, want thuis lag vader ziek op bed. Zo maar opeens was hij ziek geworden en misschien whs het wel heel erg had moe der gezegd. Ze had daarstraks zo bezorgd gekeken. En hij, Peter, moest nu vlug naar de dokter in het dorp om hem te waarschuwen. Zijn fiets had hij thuis gelaten, dat was te gevaarlijk vond moeder nu het zo hard waaide en de dijk zo mod- Hij stapte flink door. In zijn kaplaarzen kon hij geluk kig geen natte voeten halwi. Wat verderop aan de vo»t van de dijk, klotste het glin sterende water van de rivier. En héél in de verte pin kelden de lichtjes van een gi kleine haven dicht naast e»U< Opeens bleef Peter staan. Héwat was dat daai beneden tussen het riet? Be woog daar iets....? Of.„. was 't maar een waterhoentje dat verschrikt voor hem wegvluchtte? Heel even bleef hij staan. Huilend joeg de wind over de vlakte en wild deinde het riet op en neer. Mai»r toch,., dat „donkere", dat „vreemde" zag Peter niet meer. Och... hij moest toch niet zo bang zijn. Als de tangens van school het wisten, zouden ze vast om hem lachen. Achter de kromming van de dijk pinkelden de licht jes van het dorp. 't Was nu niet zo vér meer. Als het nu maar niet urger werd met vader. Vader was nooit ziek. Vreemd stil was het in de kamer, toen hij niet zoals elke avond eventjes met Lesje stoeide. Wat konden ze samen e«n pret met hem maken En nu... déze avond, wan vader al héél.vlug naar bed gegaan. Hij moest diep oraWer de wollen dekens had moe der gezegd. (Volgende week verder) Jullie gaan nu, op misschien enkelen na, allemaal wear nat school. En dat zullen jullie vanzelf wel erg fijn vinden! vol Goed je best maar weer doen in het nieuwe schooljaar, dc gaan jullie volgend jaar weer over. PI 61 De puzzeloplossing van vorige week stuurde Marleenti E i g e nr aam in op rijm. Zij krijgt de hoofdprijs deze wee dei Co.rri Hier komt dan de oplos sing en het rijm van Mar leentje Eigenraam. Schoenmaker en Kruide- Het huis van de schoenma ker staat op een Het staat vlak naast de kruidenier Het huis van de schoenma ker en kruidenier Staan beiden heel ver De schoenmaker doet: klop, klop, klop, De kruidenier zucht: Nu zijn alle bruine bonen op. Kees Anker Fijn dat'je nichtje er is in de vakantie, dan kunnen jullie met de hamsters spelen. Maaike van Andel Bedankt voor je mooie tekening, Dingena! Fijn dat je weer naar school gaat en nog prettiger is het, dat je daarna haast jarig bent Maaike! Vast van har te gefeliciteerd hoor! van Berkel Was het fijn bij je Oma. Jan? Wat ben jij veel uit geweest! Sjanie Berkhout Melken is niet ge makkelijk, maar je bent in ieder geval overgegaan. Loes Bliek Jammer dat de vakantie om is, Loës! Janek, de vluchteling 19 Het nieuwtje gaat van mond tot mond. En het wordt een steeds vreemder nieuwtje. Als een kwartiertje later Talu Susie tegenkomt, vertelt hij haar, dat meneer Maclntyre op weg is iaar Londen en naar het Parlement om met de minister-president te praten over Janek. De kinderen zuchten ervan, zo erg is het. ie moeten maar niets aan Janek vertellen, want die maakt zich anders maar ongerust. Nu, meneer Maclntyre is niet zo erg ver /an huis gereden. Hij zit te praten met sergeant Foster. Die heeft al zijn papieren nagekeken en zegt: Nee, er is helemaal niéts Deken 1 over een jongetje, dat weggelopen is. Dat re aakt de zaak voor meneer Maclntyre er niet gemakkelijker op. Kj vraagt of de sergeant hem wil opbellen, als hij iets over Janek te weten komt. Natuurlijk belooft de politieman dat. Weet u, wat u het beste kunt doen? vraagt hij. Laat een foto van Janek maken en Jeeft u die mij. Dan zetten wij hem at iumand dan iets T niets. Die dwaalt :n vriendinne- e speelkamer, zelf gemaakt. 20. Van dat alles weet Janek gelukkig nog ni ioor het grote gebouw met zijn nieuwe vriendjes ijes. Ze laten hem alles goed zien. Kijk, dit is on Niet gek hè. En de meeste dingen hier hebben wi En dit heb ik uitgevonden, zegt Talu trots Wat is dat voor een kast, informeert Janek. Eeti brandkast om geld in te bewaren. Wat een kanjer, zegt Janek. Dan moet je heel wat geld hebben, als je die vol wilt heb- Maar we hebben ook veel! Elke keer als we iets verkopen, zoals Kuikens en groente, s '.o vei l, dat we een Nu hebben we al 200 lingrr. eester. Alleci deze maand lerpa; lement, die c sen ween president weer utemmen. Toe B arl, zegt Talu, geef me de sleutel laten zien, hoe het slot werkt. we het geld. En dan hebben we eens s kunnen bouwen, zegt Karl. Ik ben deze maand pen- gt Janek. Ja. we hebben een eigen kin kinderdorp regeert. Elke maand kie- n penningmeester. Vandaag gaan we Dan zal ik Janek Kruiswoordpuzzel. De namen van de afbeel-Ra dingen moeten worden ingevuld in de vierkantende/ waar ze naast staan. Oplossingen insturen uoor^g dinsdag 25 augustus a.s. ^jr tuurlijk overgegaan zo'n prachtig rapport. B maar goed je best do®n Truus Derksen Geluld*ei dat jullie allemaal weer 1 ter bent. Je hebt toch jLg* een leuke vakantie gehizej Ineke en Mieke van Jullie hebt dus genoten *er Nijmegen. Gerard ElkB zen Jij behoort bij de letee: E. Jullie vinden het dus i^1) om weer naar school gaan Ada, Hans cn MarUg'f van Es. Goed je best mizij weer doen. Nellie Geldb? blom Nu Nellie jij bent harte welkom bij de netzo en nichten. Frans Geum Wat zal jij knap worden het Lyceum. Stlneke Ge'Gi Jij mag gerust nog wat sturen Stineke, als je ig graag wilt. Maar niet lang meer, want je wo al zo groot. Wies GIts H-jj dat jullie overgegaan id( op school. Corrie Goes di hebt toch niet te lang aj' het touw gehangen Corn^ Aart van Gorkum Hartelrr bedankt voor je kaart. }d' heb ik enig idee waar ij woont, 'k Ben er erg lc mee. Aafje Grandla Ih volgende keer wat mi'' vertellen. Aafje! Wil Gr>V neboom Van harte welkin Wil! Hanneke Groenen Wat ben jij ver weg weest met vakantie. Hi en Nellie Grootcndorst Hi den jullie mooie lampil Neven en nichten, volg'1 de week zijn de letters tot en met N aan de beu1 Schrijven jullie weer naam, adres en leeftijd je brieven? Tot de volg/ de week. dag allemaal. Corrie en Ellie Blom Zijn de foto's mooi geworden? Leuk die kleine huisjes in Madurodam. Wouda Boller Goed je best maar wesi doen op de Ü.L.O. Fijn dat je het leuk gehad hebt 1.1 de vakantie. Arle Boelhou- wcr Wal heb jij een reus achtige vakantie gehad. Ge lukkig dat jullie het er goed hebt afgebracht. Rietje "j Jij krijgt dus een school, nu zeker An il oor n en konijn gezien in de vakantie en op luchtbed den geslapen: geweldig! Hilda en Rietje Both Wat fijn dat jullie een zusje ge kregen hebt. Hoe heet ze? Carla Bouts Wat zal jij bruin geworden zijn. iedere dag naar het strand Corrie en Jannie Branderhorst Jammer, dat jullie moeder net ziek was in de vakantie. Maar jullie zijn toch nog fijn uit geweest. Gera Brandwijk Dus jij bent ook al aan het logeren geweest. Zijn de bloemen mooi? Leni de Bree Nu Leni je hebt Ouddorp. Het is daar erg fijn. Joke Bree- derland Jullie zijn uit ge- naar Honselaarsdijk Overschie. heerlijk. Trudy de Bruijn Jij bent dus 6 weken in een kolonie te Zeist. Goed eten maar Trudy! Annie Buizcr Gewel- i'n feest. Heel veel plezier. Arie Buurman Doe goed je best op school, Arie! Jenneke en Coby Cornet Hebben jullie veel plezier gehad in Lisse? Jo- lande Croese Hadden jullie Katwijk? Het beste met je zusje Jolande! Willy Dellcman Jij bent na-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 8