AK.A Se» ssr^e"'m&s5 sssrsss Het alikruikenvrouwtje Zij had die avond thuis bij haar verloofde foto's bekeken, zoals deze. Plaatjes van Parijs, bekende en onbekende hoekjes van de Franse hoofdstad en het waren stuk voor stuk mooie vakantieherinneringen. Het was al laat, toen zij wegfietste door de donkere lanen van het dorp en zij deed een ontdekking, die haar nog dankbaarder maakte voor de OP het pedaal v tuinpad af n stond afgetekend i „Ga naar bini i haar fiets schoot Marlies Hilgers het smalle, donkere r de straat, zwaaide nog even naar Huug, die scherp het licht van de openstaande voordeur, n!" riep ze bezorgd, toen een plotse zwoele rukwind n, zodat ze haar fleurige blazer haastig dichtknoopte, opzetten, dat merkte je aan de geladen spanning van hoog oprijzende donkere Huug; haar even deed Er kwam de natuur en aan het roerloos wachten bomen. Geen wonder, na zo'n warme afmattende dag! Wat gejaagd sloot zij het tuinhekje achter zich, zette haar dynamo aan en sprong op haar sportfietsje. Laat was het geworden, èrg laat zelfs, en er zou thuis wel wat zwaaien! „Even naar Huughad ze tegen moe der gezegd, „kijken hoe het met hem is!" Maar de westminster in de gezellige, lichte huiskamer van de Bevers sloeg half elf toen zij afscheid nam om de terugtocht naar huis te aanvaarden. Gelukkig dat Huug weer bijna de oude was! Nog een weekje kalm aan doen, dan zou het wel weer gaan, had de dokter bij z'n laatste bezoek gezegd. Als hij nu maar zo ver standig was om zich aan die wijze raad te houden! Terloops voelde Marlies naar de envelop met vakantiefoto's in de zak van haar blazer. Een hele massa waren het er geworden; een fijne herinnering aan haar reis met de Bevers door België en Frankrijk. Die van de Ardennen en Brus sel waren wat flets uitgevallen, omdat Huug toen nog niet zo goed was ingescho ten met z'n nieuwe kleinbeeldcamera. Maar de grappige, ongedwongen kiekjes uit Pa rijs maakten alles goed! Met Huug had zij ze bekeken, de heerlijke weken nog eens opnieuw genoten, toen ze zichzelf te rugzag. aan Huug's arm slenterend op de woelige Boulevard des Italiens, ais wasech te Parijzenaars. Met meneer en mevrouw Bever samen op dat leuke terrasje op de Place du Tertre. helemaal bovenin Mont- martre. de statige Sacré Coeur op de ach tergrond Of aan de ingang van de Métro, bij de Madeleine en als twee nietige fi guurtjes voor het majestueuze Panthéon De snapshots :n Rocquebrur.e waren ook prachtig gelukt, ondanks de schemering in de smalle straatjes, die als gangen in een mierenhoop dooreen kronkelden.... WAT DIEPER over haar stuur gebogen tornde Marlies, tegen de geleidelijk aanwakkerende rukwinden in, door de ver laten lanen van het uitgestrekte villapark. Stil was het hier, je kwam geen kip tegen na tienen! Even huiverde ze, strak kijkend in de felle lichtbundel van haar lantaarn, die dapper poogde zover mogelijk in de inktzwarte duisternis te boren. Een felle, schrikaanjagende bliksemflits zette opeens de omgeving in oogverblindend licht en deed haar wat voorover buigen over haar stuur. Flink doortrappen maar, dan zat ze met een kwartiertje weer thuis, in de vei lige huiskamer! Wat zouden vader en moe der opkijken van die stapel foto's! Nu zou den ze de enthousiaste verhalen over hun dochter's eerste buitenlandse reis van a tot z geïllustreerd zien. Met een scherpe bocht schoot Marlies de lange Harteveldtlaan in. die naar de rijks straatweg voerde. Slechts hier en daar pinkte in de verte het licht van een land huis, waardoor de duisternis van de stille laan nog intenser leek. Somber, wat on heilspellend, hieven de zware bomen hun ritselende kruinen naar de hemel, waar langs dreigende, haast violette wolkenge vaarten voortstuwden. Zacht zoemde Mar lies' kleine dynamo en regelmatig lichtten de zaeht krakende stammen op in de felle lichtbundel. Even keek zij achter zich, con stateerde tevreden de rode gloed, die op de weg achter haar aangleed en bewees dat haar achterlicht in prima conditie was. Een helle, verblindende bliksemflits deed haar even de ogen dichtknijpen en met een plotselinge adembenemende schrik ruk- fiets onder haar uitgleed en belandde ont daan, doch heelhuids op de veilige weg- EEN OGENBLIK stond Marlies hijgend tot zichzelf te komen, mompelde dan woedend; „Stommerd!" Om een auto en- verlicht, bijna midden op de weg neer te zetten! Ze konden toch op hun vingers na tellen dat daar ongelukken van kwamen! In elk geval liet ze dèt niet op zich zitten ze zou de onachtzame eigenaar van die wagen eens even vertellen waar het op stond! Kwaad hees zij haar fiets over eind. zette die tegen een boom en stapte kordaat naar de auto, die als een dreigen de, sombere schim in de laan oprees. Ja....er scheen iemand in te zitten Marlies tikte tegen het raampje doch de stille gestalte bewoog zich niet. Besluite loos, haar woede aanmerkelijk bekoeld, speurde ze bij een schelle bliksemflits naar een pad of oprijlaan, want die geheimzin nige auto zou toch niet zómaar stilstaan, doch dicht struikgewas sloot aan beide zij don de verlaten laan af en nergens was een hek of enig licht te ontdekken. Ge spannen luisterde Marlies naar het bolde ren van de wind, het kraken van de don kere bomen en huiverde.... Wat schichtig keek ze naar de roerloze gestalte in de donkere auto, grabbelde met nerveuze vin gers naar de zaklantaarn in haar fietstas. Een zucht van verlichting slaakte ze, toen haar vingers het koele metaal aanraakten. Onder de druk van haar duim schoot een dunne lichtstraal tevoorschijn en speelde, aarzelend door het inwendige van de auto. „Gelukkig..er zat niemand in! De si nistere schim op de achterbank bleek een grote jutezak te zijn!" Opeens stokte haar adem toen zij in het licht van haar zaklamp iets zag glinsteren binnenin de wagen. Wat ontsteld, haar ogen niet vertrouwend, ontdekte zij een opengevallen cassette met prachtig tafel- ziver, een hele rij schilderijen in zwaar- vergulde lijsten, een filmapparaat en ver schillende kostbare borden van Delfts aar dewerk! Een zwaar zilveren toiletgarnituur lag ruw neergesmeten op de vuile vloer van de auto, naast een dikke rol, inder haast bijeengebonden perzische tapijten! „Dieven!!" schoot het door Marlies' hoofd, „ze waren ergens bezig een villa te plunderen!" BIJNA op hetzelfde ogenblik slaakte zij een gesmoorde kreet van schrik en af- mond sloot! Even was zij verlamd van ontsteltenis, liaaar dan traentte ze zich met inspanning Van? ®1 haar krachten los te rukken. Ze waren mei hun tweeën bemerkte ze, wan hopig worstelend om zich te bevrijden. Met benauwende angst drong het tot haar door dat haar verzet vruchteloos was en zij te gen twee volwassen mannen weinig kon uitrichten. Naar adem snakkend, haar keel van vrees samengeknepen, gaf zij de on gelijke strijd op en leunde in angstige af wachting tegen de auto. ,,'t Is een meisje!" constateerde één van de aanvallers opgelucht en vroeg dan bars: „Wat moet je bij die wagen? Wat heb je hier rond te hangen?" Marlies herkende nauwelijks haar eigen stem toen zij antwoordde: „Ik ik reed bijna tegen die auto op in 't donker..ik had wel een ongeluk kun nen krijgen, en dat had ik willen zeggen.. maar er zat niemand in „Moest u daarvoor zo naar binnen loe ren en met uw lantaarn schijnen?" wilde de tweede man weten. „Ik dacht dat er iemand inzat.., ik tikte tegen het raampje maar ik kreeg geen Peter Barry antwoord en toen scheen ik met mijn ..P..en toen heb je zo het een en ander gezien dat je niks aangaat! Dingen waar je niets mee te maken hebt!" vulde de eerste kerel aan. „Wat dacht je wel toen je.Afijn, dat kan me ook niet schelen! Blijf hier staan en heb het hart niet om weg te lopen of te gillen!" snauwde hij kort. Marlies bleef doodstil, met bonzend hart wachten, terwijl de beide mannen op kor te afstand samen overlegden. Zou ze hard wègrennen.haar fiets grijpen en proberen te vluchten? overwoog zij. Stel je voor dat ze haar inhaalden of mis schienop haar schoten....! Dieven die in de benauwdheid zaten waren tot alles in staat! Koortsachtig joegen de ge dachten door haar blonde hoofd. Ze moest hier wèg... zo gauw mogelijk! En dadelijk de politie waarschuwen! „Vooruit stap in!" zei opeens de oud ste man kortaangebonden, het portier van de auto openend. Marlies aarzelde: „Mijn fietsdie staat daarginds. „Stil laten staaninstappen!" gebood de man en gehoorzaam liet het angstige meisje zich in een hoekje op de achter bank zakken, vlak naast de jutezak, zich afvragend wat er met haar gebeuren zou. De zware motor bromde en een felle licht bundel schoot uit de koplampen. „Laat me eruit!" smeekte ze met trillen de lippen. „Ik zal niets vertellen, aan niemand!" DE JONGSTE man draaide zich om, liet de motor wat langzamer lopen; „Als U uw gemak houdt zal u niets gebeuren!", zei hij wat vriendelijker. „U begrijpt zélf wel dat we u niet kunnen laten lopen., ten minste nu nog met. Voor onze eigen vei ligheid moeten we u meenemen. Daarna zuilen we overleggen wat we verder met u aanmoeten. In elk geval.... mondje dient, dat is verreweg het beste voor u. Anders moeten we èrg onplezierige maat regelen nemen Terwijl de auto langs de Harteveldtlaan uitreed staarde Marlies met droge mond en bonzend hart naar de twee mannen vóór zich, wier hoekige gestalten zich scherp tegen de lichtbundel op de weg af tekenden. Zou ze een ruit inslaan al; ze op de straatweg waren.proberen om de aan dacht van een passerende auto te trek- Voorzichtig draaide zij aan het zwengel- tje in het portier en zag tot haar opluch ting het smerige raampje een einde zak ken. Nu moest ze proberen om iemand te waarschuwen.... de aandacht zien te trekken! Langzaam ging zij wat verzitten, maar i dreig- 9 liet ge- ïk waarschuw geen tweede angst en zorg om haar zijn. Arm die nog niet eens helemaal beter Natuurlijk zou vader direct politiehulp heb ben ingeroepen en misschien waren ze al druk naar haar aan 't zoeken! Stel je vóór dat de foto's met haar kreet om hulp niet gevonden waren! Dan zou ze hier, wie weet hoe lang moeten blijven, daarover had de slonzige vrouw, die haar wat eten had gebracht, weinig twijfel la ten bestaan. Het mens had haar niet slecht behandeld.. misschien had ze zelfs wel wat medelijden met haar gehad. Marlies begreep wel dat zij eigenlijk lelijk met haar in hun maag zaten Met afkeer keek ze naar het gebarsten bord met ruw afgesneden boterhammen, waarvan zij er één met moeite naar bin nen had gewerkt. Zij voelde zich moe en misselijk van angst en emotie en strekte zich moedeloos op het verzakte ijzeren le dikant uit. Ze zou proberen om wat te slapen, dan voelde zij de spanning en de benauwende eenzaamheid tenminste niet. Huiverend trok zij de smerige gescheurde deken over zich heen. MARLIES ontwaakte, geschrokken door een verward rumoer van stemmen. Buiten klonken korte bevelen en doffe dreunende slagen deden het huis trillen. Dan kwam van verre het krakend splin teren van hout Dodelijk verschrikt zat het meisje overeind in het ijzeren ledikant, toen de deur van het vertrekje eensklaps werd opengerukt en het scherpe licht van een zaklantaarn onbarmhartig in haar knippe rende ogen flitste. „Hier!!" riep iemand en opeens sprong haar hart op van blijdschap. „Lieskekind!" klonk vreemd-schor een zo bekende stem. Met een kreet van vreugde en opluchting vloog Marlies uit het wrakke bed. „Huug!jongen!" snikte ze en het volgende ogenbLik voelde zij zich vast om sloten door Huug's veilige armen er. keek met een bevend lachje in zijn wat voch tige bruine ogen En daar was ook Pap's goedige brom stem, wat hakkelend van ontroering en zijn ^zoen, door de emotie op het puntje Met haar bonzend hoofdje veilig tegen Huug's ruig colbertje barstte Marlies in een bevrijdend snikken uit. ,,'t Is werkelijk een kranig meisje.... U bent een flinke, kordate jongedame!" prees de forse politie-inspecteur. Marlies goedkeurend op de schouder kloppend. „U hebt een prachtig spoor voor ons ge maakt... langs de héle route lagen de foto's langs de weg of hingen in de strui ken! Het tuintje van het huis hier lag ge woon bezaaid! Wonderlijk dat die lui niets gezien hebben. „Ik.... ik hoop dat u ze èllemaal hebt opgeraapt ik zou er niet graag één Marlies, door ha; één ontbreekt maken 1 bij 'ij ze 1 "t^S 6 lijksreis!" beloofde Huug, haar nog innig omhelzend. „Maar nu gaan v gauw naar huis; je moeder is bij ons e die staat natuurlijk duizend angsten uit!" Met de armen om elkaar heen liepen it het meisje Omzichtig gleed haar haar blazer, haalde Ineengedoken zé hoekje gedrukt, n ten koortsachtig, hand in de zak er de envelop met vakantiefoto's peuterde ze onmerkbaar haar rode ball point tevoorschijn. Op de tast trok zij een foto uit de envelop en schreef, moeilijk op^haar knie, met grote, onhandige druk- Help! Ben ontvoerd, waarschuw po litie, let op volgende foto's! Marlies Hil gers Bij het licht van een voorbijflit sende lantaarn onderstreepte ze dik het woordje Help! bracht dan met einde loze omzichtigheid haar hand naar het ge opende portierrampje en liet de foto bui ten de auto vallen. Gelukkig.... ze hadden niets ge merkt! Door dit succes bemoedigd vol voerde Marlies, bevend van spanning en nervositeit, de rest van haar plan MET DE HANDEN onder het hoofd zat Marlies aan een wrak tafeltje in het kale vertrek waarin ze was opgesloten en staarde mismoedig naar het smalle vuile raampje, hoog in de muur. Hoe laat zou het zijn vroeg zij zich wanhopig af. De zon scheen met vol le kracht, het was dus waarschijnlijk al middag. Met schrik bedacht zij dat ze al haast twaalf uur was opgesloten en hoe beangst en bezorgd haar ouders wel zou den zijn! Natuurlijk zouden ook de Be ver's het allang weten en óók daar zou Geboren uit de maaj;d, door dr. Y. Feenstra. Uitgave J. H. Kok, N.V., Kampen. predi- pa- De Rotterdamse geref kant dr. Y. Feenstra heei dun boekje van tegen de gina's een goed overzicht gege ven van de discussie's, die mo menteel gevoerd worden over hel dogma van de maagdelijke ge boorte van Jezus. Dr. Feenstr keert zich diegei Geen chansons meer, door Dolf Verroen. Uitg. H. 1'. Leo pold, 's-Gravenhage. Dolf Verroen is een van onze jongere en moderne schrijvers wiens talent reeds bleek uit zijn „Van eeuwigheid tot amen" en „Kans op verzoening". Zijn laat ste boekje „Geen chansons meer" is een triest verhaal uit het le- joi De wijsheid van Wu Hang-li, door Norbert Loeser. Uitgave H. P. Leopold N.V., Den Haag. Dit kleine, slechts 87 bladzijden wekkende literatuurlijst getuigt er van. Hie zijn visie op en zijn be leving van de betekenis van kerk en ambt niveau wil geven, zal van dit boek veel nut hebben. t zich in dit helder geschre- kunstenaarspaar, liftend langs de werkje uitdrukkelijk tegen al weg ln Frankrijk naar werk. die de maagdelijke ge- 'wijzen, omdat da waar de Bijbel dezR afwij zing duidelijk weerspre verband bespreekt hij voerig de opvattingen stamm en Brunner. tellende boekji woord ongeveer een-vijfde deel beslaat, is uitstekend verzorgd. Toch vraagt men zich al lezende over de voorvallen uit het leven van een wijze Chinees af, waar om deze vertaling is gereed ge maakt. Want veel wijzer worden Drinzel zoekt verder, door Klaas J. Popma. Uitgave J. H. Kok N.V., Kampen. De auteur heeft getracht van dit boek een „protestants-christe lijke detective" te maken. Het is een roman, met de vader van een achterlijk meisje als hoofdpersoon. of r heden", die dan ■spreek». In dit als zodanig bevredigt het boekje dat zijn „volgelingen" hem later u„ njet. Het is zomaar een greep soms een nadere verklaring vra- uit het leven van een mensen- gen. Misschien is een westers paar, op zichzelf boeiend en met deel i Kohn- In het tweede hoofdstuk gaat dr. Feenstra nader in op de ge dachten van Karl Barth. Deze Qe Zin verwerpt de maagdelijke gehoor- siei- te zeer beslist niet, maiur door wjj het onderscheid van „teken" en waardering „zaak" in te voeren zet htij toch, het feit, dat deze oosterse wijsheid sterk beeldende pen beschre- niet geheel billijk. Dit boekje toe bij om hierin te brengen. De ouderling en de prediking, door dr. Ph. J. Huijser. Uit gave J. H. Kok N.V., Kampen, taalbehandeling ervaart met een Dit boek van 200 bladzijden talentvol schrijver te doen te geen meer dan men verwacht. plotseling sterfgeval Steeds betreft het per sonen, met wie hij kort tevoren in meer of mindere mate ruzie heeft gehad. Aan de plotselinge dood van de slachtoffers voelt hij zich psychisch schuldig en hij zoekt naar de oplossing van de dit schuldgevoel i het niettemin grote or hebben ligt in zijn stijl en De ontkenning van dit godde lijk mysterie mag men -- aldus lozing dr. Feenstra in het slothoofdstuk het evangelie wordt geraakt. het kleine detail ir chtige lijnen een indrukwek- karakteristiek geeft, die als duidelijke niet gauw vergeet. Daarin stof in dit toch ligt Verroen's grote kracht. Het behandelt min of meer heel de ontwikkeling van het ambt van de nieuwtestamentische gemeente Dat af. En dat een even grondige verder" DOOR THEA BECKMAN (Vervolg van vorige week) De prins bewoog zich niet, maar bleef de tovenaar aankijken. „Als het wonderzwaard de drager ervan onoverwinne lijk maakt, waarom hebt #e dan zelf niet de zeeslang aangevallen en gedood?" vroeg hij. De tovenaar fronste de wenkbrauwen. „Ik ben machtig", zei hij trots. „Maar ik ben geen édSite koningszoon. Alleen Als prins kan dat zwaard - het gewoon herkennen en het hant< aanraakt, sterft hij." „Er is geen verschil tuss«n een prins en een gewoon mens", zei de schipper plotseling. „Houd je mond", snauwde de tovenaar woede: „Er is alleen verschil tussen een goed en mens", ging de schipper onverstoorbaar voort. De prins begon te lachen. ,,Heel juist, schipper. Het toverzwaard kan alleen ge hoorzamen aan de hand van een goed durft de tovenaar het niet aanraken." De tovenaar beet zich op de lippeR. Hij draaide zich om. wierp een laatste woedende blik op zijn beide be zoekers en kefte: „Drie uur tijd krijg je om het wonder zwaard uit de wapens te zonken. Tot straks' En meteen was hij verdwenen. Moedeloos ging de prins up één van de banken zitten en steunde het hoofd in de handen. „De moeilijkheid is", zei hij langzaam. „Dat ik die zeeslang niet kan doden. Want dat is immers de beto verde koning, de wérkelijke heerser over de zeven eilan den en de vader van de betoverde prinsessen. Ik be grijp dat de tovenaar hem voorgoed onschadelijk wil ma ken. Zelf bezit hij daartoe de macht of de kracht niet. Nu wil hij gebruik maken *ran mijn arm. Wat moet ik De schipper antwoordde niet. Hij bekeek de zwaarden langs de wand en schudde het hoofd. De prins stond weer op en begon de wapens eveneens te inspecteren. Welk was het toverzwaard? Hij zag rechte, puntige, lange, dunne, kromme, brede, smalle en gegolfde lemmetten. Ze hadden elk een gevest van goud, met juwelen ingelegd. Elk zwaard zag er uit, alsof het wonderbaarlijke krachten herbergde. Behalve één. Dat was een zwaard vran eenvoudig blank staal, het gevest leek van brons. De prins nam het van de muur, woog het in zijn hand en voelde hoe scherp het was. De schipper keek huiverend toe. „Dit is het wonderzwaard dacht de prins. „Ik voel de kracht ervan reeds dooi mijn arm stromen. moet ik doenï Ik wil niet vechten met (Volgende week verder) feit dat de gebeurtenissen wat gezocht zijn, wordt aan de vaart in het verhaal vaak afbreuk ge daan door de „vrome gedachten" van hoofdpersoon Drinzel. Overigens staat vast dat Popma een totaal nieuwe verschijning in de protestantse literatuur levert. boek als „Drinzel zoekt ien „boodschap" voor veel Christen en niet-Christen bevat, overzichtelij- menen wij ernstig te moeten be- ke boek verwerkt. Ook de indruk- twijfelen. ONZE BRIEVENBUS HALLO NEVEN EN NICHTEN, Hier is de brievenbus dan weer. Er kwamen weer veel brie ven met goede oplossingen binnen. De juiste woorden die moesten worden ingevuld waren: boek, roos, krant, radio, doos, trompet, hoed en tas. De hoofdprijs gaat deze week naar Noordwijk, naar Ansje v. d. Marei. De troostprijzen gaan naar Rotterdam, Capelle aan den IJssel en Den Haag en wel naar J anny Luy ten, J o pi e Nell, en N e zia v. d. Horst. Gefeliciteerd. En dan nu de brieven. Heel hartelijk bedankt voor de mooie kaart Lenie, Peter en Hennie Hebly. Ik ben ook wel eens op Texel ge weest. Hebben jullie de schapenmarkt in Den Burg ook bezocht? Knapt moe der al wat op Dlcky v. d. Heijden? Flink van jou zeg, om nu alles thuis te doen. Jammer dat het niet van dat mooie weer is geweest tijdens jouw vakan tie Ria v. d. Heijden. Ben jij naar je oom gaan luis teren? Gerry Harteveld schreef over de duiven van de broertjes. Jammer dat de eieren kapot waren. Mooie rapportcijfers had jij Hennie van Houwelingen. Leuk dat je nichtje komt. Ook al van die mooie cijfers op je rapport Ger- rit van Houwelingen. Jij hebt dus al twee mooie tochten gemaakt. Hans Hagen is al een week uit geweest en mag nu nog eens een week naar opa en oma. Veel plezier. Elly Hol is een nieuwelinge. Welkom. Ik geloof wel dat jij het reuze naar je zin hebt gehad tijdens de va kantie. Ook heel hartelijk bedankt voor de mooie kaart Ineke van Herp. Pimmy van Halem schreef me ook weer. Fijn dat je over bent naar de derde klas. Ik ben benieuwd of je de fiets krijgt Philip den Heijer. Veel plezier de 16de hoor en al_ Tart ge*e- to iaten maken in cos- tuum? Nezia v. d. Horst Op deze tekening zien jullie zes mannen. En ook nog zes voorwerpen. Welke voorwerpen horen bij de mannen? En welk beroep oefenen de mannen uit? Oplossingen insturen voor dinsdag 11 augustus. liciteerd. John v. d. Hel den is naar Alkmaar weest. En ook nog naa lendam. Heb je ook ee Janek, «le vluchteling 15. Janek loopt de ruïne binnen. Het lijkt een goed plekje. Het oude kasteel heeft geen dak meer, maar de muren staan er nog. En het is er erg stil. Hier zal wel nooit iemand komen. Door een paar smalle gangetjes komt Janek in een grote ruimte. Hier zat vroeger de slotheer met zijn vrienden wilde zwijnen te eten, fantaseert Janek. En hij moet een beetje lachen, als hij naar zijn eigen maaltje kijkt: twee dikke aardappels, die hij met schil en al moet gaan bakken. Maar een lege maag is ook niet alles Gelukkig, er liggen houtjes en hij heeft lucifers. Dat vuurtje komt «r dus wel. Janek is er druk mee bezig. Hij heeft even geen tild om na te denken over alles wat er is gebeurd Maar Janek veet ook alles niet. Hij kan niet weten, dat Harry erg geschrokken is, toen de boer hem vertelde dat Janek weggelopen was. Hïrry dacht heus niet aan Janek, maar aan de gouden broche, die hij in de voering van Janeks jasje heeft gestopt. Hoe krijgt hij die nu terug? Van die broche weet Janek niets. Hij he»ït iets heel anders in zijn jaszak: het boekje, dat het reisbureau aan hem gegeven heeft. Van Dundee naar Danzig, staat ei op. Die reis kost 179,En Danzig dat is Polen. En Pol» n, dat is zijn Maar dan valt Janek, die zo moe is, omdat hij vannacht maar heel wi inig heeft geslapen, bij zijn vuurtje in slaap. in Vlaardingen. hebt dus nog veel plezieri ge dagen voor de boeg Ne zia. Mooie rapportcijfers had jij Wijnie de Jong. Veel plezier in Kinderdijk. Corrie schreef ook haar rapportcijfers, ook mooi hoor. Ga je nu naar de vijf de klas? Marijke Jansen heeft mooie cadeaus gekre gen voor haar verjaardag. Kun je al spelen op dt blokfluit Marijke? Karin Ingwersen is waarschijnlijk nu met vakantie? Veel ple zier hoor. Waar zijn jul lie naar toe geweest met vader Jan Kees van Kleef? Anie van Kleef is een week bij haar vriendin ge weest. Wanneer begint de school weer? Hugo Kui per is een nieuweling. Tot schrijfs Hugo. Jan Kraak heeft nog een verjaardag in 't vooruitzicht, dinsdag is opa namelijk jarig. Wat geef je hem Jan? Leuke raadsels stuurde je mij Marga Keemink. Ja om de apen kun je vaak lachen in de dierentuin. Veel ple zier in Epe Greetje van der Koóy. Schrijf je me er over? Marjo de Kooker wil volgend jaar naar de m.u.l.o.-school. Hard leren dan maar in september Mar jo. Veel plezier in Vier houten Martien Kamerling Een leuk gedichtje stuurde jij me Elsje Loeve. Als er plaats is komt het wel eens in de krant, maar het kan een tijd duren hoor. Jij hebt het natuurlijk best naar je zin gehad in het kamp. Arjan de Leeuw van Weenen heeft zich niet land geweest. En ook al driemaal naar het strand. Tineke Luyk, in Rotterdam. Gezellige lange brief schreef je me zeg. Fijn dat je over bent naar de twee de. Wanneer beginnen jullie weer? Anneke v. d. Mer- we schreef me op mooi postpapier. Zeker van va der? Lia Mastenbroek je moet gewoon naar de krant schrijven en dan mijn naam in de linkerbovenhoek. Het is een mooi sprookjes- park waar jij bent geweest Conja Meijers. Heb je er ook gezwommen? Janny en Klement Notenboom zijn weer „ingespannen" voor de winter. Een nieuwe man tel en een nieuwe jas, fijn zeg. Ben je al wat opge knapt Janny? Flink je best doen in de zesde hoor. Jouw rapport was mooi Klement. Nog veel plezier tot 1 september. Rietje Nuyt schreef over de di ploma's die ze heeft. Heb je de wandelmars uitgelo pen Rietje? Jongens en meisjes, dit waren de brie ven van H-N. Volgende week zijn de brieven van O-Z. weer aan de beurt. Schrijven jullie weer je naam, adres en leeftijd in de brieven? Dag allemaal, weer veel plezier. 16. Als Janek wakker wordt, staan er heel veel kinderen om hem heen- Hij kijkt er raar van op. Jammer, dat we je wakker gemaakt hebben, zegt een van de jongens. Ik dacht, dat ik droomde; waar komen jullie vandaan? vraagt Janek. Van ons dorp. Wat doe je hier? En hoe heet je? Janek. Dat is een Poolse naam. Kom jij uit Polen? vraagt een jongen. Ik heet Karl en ik kom uit Oostenrijk Waar wonen je ouders dan? Die heb ik niet meer, vertelt Janek. En dan vertellen al die kinderen, dat zij ook geen ouders meer hebben. Bijna allemaal hebben ze hun vader en moeder in de oorlog verloren en nu wonen ze met elkaar in een dorp, dat helemaal van hen is. Jó, je moet met ons meegaan! Dat kun niet- Janek schudt zijn hoofd. Ik wil terug naar Polen. Waarom? vraagt een meisje, dat Nita heet. Daar ken je toch niemand? Dicht bij ons woonden een oom en een tante en ik had in »«en andere stad nóg een tante, vertelt Janek. Maar |e weet toch niet zeker, dat ze er nóg wonen? Dat moet ik proberen, vindt Janek. Maar Nïta heeft een ander voorstel: blijf eerst een paar dagen bij ons. Dan kunnen we altijd nog zien, wat er gedaan moet worden. Daar zijn ze het allemaal mee eens. Janek wordt in optocht aaar het kinderdorp gebracht. Wiepje, de stoute haas Zegken je Wiepje, die leuke haas, Je weet wel, die met die lange oren (Waar hij alles mee kan horen), Die speelt bij iedereen de baas. Moedertje, zegt onze guit, Moeder, ik wil gaan reizen, Ik wil dit stadje uit, Moeder Wipje keek bezorgd, Ze keek hem achterdochtig aan, Wiep zei: ,,'k wil naar de MAAN." Moeder lachte zacht, en zei: Nee, jongen, dat zal toch heus niet gaan. Jongen, ga jij de andren zoeken, Want we eten pannekoeken. En Wiep was onder het lekkre eten de reis al lang weer vergeten. (Trudie Bar ends, 12 jaar)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 8