AK.A
Se» ssr^e"'m&s5 sssrsss
Het alikruikenvrouwtje
Zij had die avond thuis bij haar verloofde
foto's bekeken, zoals deze. Plaatjes van
Parijs, bekende en onbekende hoekjes van
de Franse hoofdstad en het waren stuk
voor stuk mooie vakantieherinneringen. Het
was al laat, toen zij wegfietste door de
donkere lanen van het dorp en zij deed een
ontdekking, die haar nog dankbaarder
maakte voor de
OP het pedaal v
tuinpad af n
stond afgetekend i
„Ga naar bini
i haar fiets schoot Marlies Hilgers het smalle, donkere
r de straat, zwaaide nog even naar Huug, die scherp
het licht van de openstaande voordeur,
n!" riep ze bezorgd, toen een plotse zwoele rukwind
n, zodat ze haar fleurige blazer haastig dichtknoopte,
opzetten, dat merkte je aan de geladen spanning van
hoog oprijzende donkere
Huug;
haar even deed
Er kwam
de natuur en aan het roerloos wachten
bomen. Geen wonder, na zo'n warme afmattende dag! Wat gejaagd sloot
zij het tuinhekje achter zich, zette haar dynamo aan en sprong op haar
sportfietsje. Laat was het geworden, èrg laat zelfs, en er zou thuis wel wat
zwaaien!
„Even naar Huughad ze tegen moe
der gezegd, „kijken hoe het met hem is!"
Maar de westminster in de gezellige, lichte
huiskamer van de Bevers sloeg half elf
toen zij afscheid nam om de terugtocht
naar huis te aanvaarden. Gelukkig dat
Huug weer bijna de oude was! Nog een
weekje kalm aan doen, dan zou het wel
weer gaan, had de dokter bij z'n laatste
bezoek gezegd. Als hij nu maar zo ver
standig was om zich aan die wijze raad
te houden! Terloops voelde Marlies naar
de envelop met vakantiefoto's in de zak
van haar blazer. Een hele massa waren
het er geworden; een fijne herinnering aan
haar reis met de Bevers door België en
Frankrijk. Die van de Ardennen en Brus
sel waren wat flets uitgevallen, omdat
Huug toen nog niet zo goed was ingescho
ten met z'n nieuwe kleinbeeldcamera. Maar
de grappige, ongedwongen kiekjes uit Pa
rijs maakten alles goed! Met Huug had
zij ze bekeken, de heerlijke weken nog
eens opnieuw genoten, toen ze zichzelf te
rugzag. aan Huug's arm slenterend op de
woelige Boulevard des Italiens, ais wasech
te Parijzenaars. Met meneer en mevrouw
Bever samen op dat leuke terrasje op de
Place du Tertre. helemaal bovenin Mont-
martre. de statige Sacré Coeur op de ach
tergrond Of aan de ingang van de Métro,
bij de Madeleine en als twee nietige fi
guurtjes voor het majestueuze Panthéon
De snapshots :n Rocquebrur.e waren ook
prachtig gelukt, ondanks de schemering in
de smalle straatjes, die als gangen in een
mierenhoop dooreen kronkelden....
WAT DIEPER over haar stuur gebogen
tornde Marlies, tegen de geleidelijk
aanwakkerende rukwinden in, door de ver
laten lanen van het uitgestrekte villapark.
Stil was het hier, je kwam geen kip tegen
na tienen! Even huiverde ze, strak kijkend
in de felle lichtbundel van haar lantaarn,
die dapper poogde zover mogelijk in de
inktzwarte duisternis te boren. Een felle,
schrikaanjagende bliksemflits zette opeens
de omgeving in oogverblindend licht en
deed haar wat voorover buigen over haar
stuur. Flink doortrappen maar, dan zat ze
met een kwartiertje weer thuis, in de vei
lige huiskamer! Wat zouden vader en moe
der opkijken van die stapel foto's! Nu zou
den ze de enthousiaste verhalen over hun
dochter's eerste buitenlandse reis van a
tot z geïllustreerd zien.
Met een scherpe bocht schoot Marlies de
lange Harteveldtlaan in. die naar de rijks
straatweg voerde. Slechts hier en daar
pinkte in de verte het licht van een land
huis, waardoor de duisternis van de stille
laan nog intenser leek. Somber, wat on
heilspellend, hieven de zware bomen hun
ritselende kruinen naar de hemel, waar
langs dreigende, haast violette wolkenge
vaarten voortstuwden. Zacht zoemde Mar
lies' kleine dynamo en regelmatig lichtten
de zaeht krakende stammen op in de felle
lichtbundel. Even keek zij achter zich, con
stateerde tevreden de rode gloed, die op
de weg achter haar aangleed en bewees
dat haar achterlicht in prima conditie was.
Een helle, verblindende bliksemflits deed
haar even de ogen dichtknijpen en met
een plotselinge adembenemende schrik ruk-
fiets onder haar uitgleed en belandde ont
daan, doch heelhuids op de veilige weg-
EEN OGENBLIK stond Marlies hijgend tot
zichzelf te komen, mompelde dan
woedend; „Stommerd!" Om een auto en-
verlicht, bijna midden op de weg neer te
zetten! Ze konden toch op hun vingers na
tellen dat daar ongelukken van kwamen!
In elk geval liet ze dèt niet op zich zitten
ze zou de onachtzame eigenaar van die
wagen eens even vertellen waar het op
stond! Kwaad hees zij haar fiets over
eind. zette die tegen een boom en stapte
kordaat naar de auto, die als een dreigen
de, sombere schim in de laan oprees.
Ja....er scheen iemand in te zitten
Marlies tikte tegen het raampje doch de
stille gestalte bewoog zich niet. Besluite
loos, haar woede aanmerkelijk bekoeld,
speurde ze bij een schelle bliksemflits naar
een pad of oprijlaan, want die geheimzin
nige auto zou toch niet zómaar stilstaan,
doch dicht struikgewas sloot aan beide zij
don de verlaten laan af en nergens was
een hek of enig licht te ontdekken. Ge
spannen luisterde Marlies naar het bolde
ren van de wind, het kraken van de don
kere bomen en huiverde.... Wat schichtig
keek ze naar de roerloze gestalte in de
donkere auto, grabbelde met nerveuze vin
gers naar de zaklantaarn in haar fietstas.
Een zucht van verlichting slaakte ze, toen
haar vingers het koele metaal aanraakten.
Onder de druk van haar duim schoot een
dunne lichtstraal tevoorschijn en speelde,
aarzelend door het inwendige van de auto.
„Gelukkig..er zat niemand in! De si
nistere schim op de achterbank bleek een
grote jutezak te zijn!"
Opeens stokte haar adem toen zij in het
licht van haar zaklamp iets zag glinsteren
binnenin de wagen. Wat ontsteld, haar
ogen niet vertrouwend, ontdekte zij een
opengevallen cassette met prachtig tafel-
ziver, een hele rij schilderijen in zwaar-
vergulde lijsten, een filmapparaat en ver
schillende kostbare borden van Delfts aar
dewerk! Een zwaar zilveren toiletgarnituur
lag ruw neergesmeten op de vuile vloer
van de auto, naast een dikke rol, inder
haast bijeengebonden perzische tapijten!
„Dieven!!" schoot het door Marlies'
hoofd, „ze waren ergens bezig een villa
te plunderen!"
BIJNA op hetzelfde ogenblik slaakte zij
een gesmoorde kreet van schrik en af-
mond sloot!
Even was zij verlamd van ontsteltenis,
liaaar dan traentte ze zich met inspanning
Van? ®1 haar krachten los te rukken. Ze
waren mei hun tweeën bemerkte ze, wan
hopig worstelend om zich te bevrijden. Met
benauwende angst drong het tot haar door
dat haar verzet vruchteloos was en zij te
gen twee volwassen mannen weinig kon
uitrichten. Naar adem snakkend, haar keel
van vrees samengeknepen, gaf zij de on
gelijke strijd op en leunde in angstige af
wachting tegen de auto.
,,'t Is een meisje!" constateerde één van
de aanvallers opgelucht en vroeg dan
bars: „Wat moet je bij die wagen? Wat
heb je hier rond te hangen?"
Marlies herkende nauwelijks haar eigen
stem toen zij antwoordde:
„Ik ik reed bijna tegen die auto op
in 't donker..ik had wel een ongeluk kun
nen krijgen, en dat had ik willen zeggen..
maar er zat niemand in
„Moest u daarvoor zo naar binnen loe
ren en met uw lantaarn schijnen?" wilde
de tweede man weten.
„Ik dacht dat er iemand inzat.., ik tikte
tegen het raampje maar ik kreeg geen
Peter Barry
antwoord en toen scheen ik met mijn
..P..en toen heb je zo het een en ander
gezien dat je niks aangaat! Dingen waar
je niets mee te maken hebt!" vulde de
eerste kerel aan. „Wat dacht je wel toen
je.Afijn, dat kan me ook niet schelen!
Blijf hier staan en heb het hart niet om
weg te lopen of te gillen!" snauwde hij
kort.
Marlies bleef doodstil, met bonzend hart
wachten, terwijl de beide mannen op kor
te afstand samen overlegden. Zou ze
hard wègrennen.haar fiets grijpen en
proberen te vluchten? overwoog zij.
Stel je voor dat ze haar inhaalden of mis
schienop haar schoten....! Dieven die
in de benauwdheid zaten waren tot alles
in staat! Koortsachtig joegen de ge
dachten door haar blonde hoofd. Ze
moest hier wèg... zo gauw mogelijk!
En dadelijk de politie waarschuwen!
„Vooruit stap in!" zei opeens de oud
ste man kortaangebonden, het portier van
de auto openend.
Marlies aarzelde: „Mijn fietsdie
staat daarginds.
„Stil laten staaninstappen!" gebood
de man en gehoorzaam liet het angstige
meisje zich in een hoekje op de achter
bank zakken, vlak naast de jutezak, zich
afvragend wat er met haar gebeuren zou.
De zware motor bromde en een felle licht
bundel schoot uit de koplampen.
„Laat me eruit!" smeekte ze met trillen
de lippen. „Ik zal niets vertellen, aan
niemand!"
DE JONGSTE man draaide zich om, liet
de motor wat langzamer lopen; „Als U
uw gemak houdt zal u niets gebeuren!",
zei hij wat vriendelijker. „U begrijpt zélf
wel dat we u niet kunnen laten lopen., ten
minste nu nog met. Voor onze eigen vei
ligheid moeten we u meenemen. Daarna
zuilen we overleggen wat we verder met
u aanmoeten. In elk geval.... mondje
dient, dat is verreweg het beste voor u.
Anders moeten we èrg onplezierige maat
regelen nemen
Terwijl de auto langs de Harteveldtlaan
uitreed staarde Marlies met droge mond
en bonzend hart naar de twee mannen
vóór zich, wier hoekige gestalten zich
scherp tegen de lichtbundel op de weg af
tekenden.
Zou ze een ruit inslaan al; ze op de
straatweg waren.proberen om de aan
dacht van een passerende auto te trek-
Voorzichtig draaide zij aan het zwengel-
tje in het portier en zag tot haar opluch
ting het smerige raampje een einde zak
ken. Nu moest ze proberen om iemand
te waarschuwen.... de aandacht zien te
trekken!
Langzaam ging zij wat verzitten, maar
i dreig-
9 liet ge-
ïk waarschuw geen tweede
angst en zorg om haar zijn. Arm
die nog niet eens helemaal beter
Natuurlijk zou vader direct politiehulp heb
ben ingeroepen en misschien waren ze al
druk naar haar aan 't zoeken! Stel je
vóór dat de foto's met haar kreet om
hulp niet gevonden waren! Dan zou ze
hier, wie weet hoe lang moeten blijven,
daarover had de slonzige vrouw, die haar
wat eten had gebracht, weinig twijfel la
ten bestaan. Het mens had haar niet slecht
behandeld.. misschien had ze zelfs wel
wat medelijden met haar gehad. Marlies
begreep wel dat zij eigenlijk lelijk met
haar in hun maag zaten
Met afkeer keek ze naar het gebarsten
bord met ruw afgesneden boterhammen,
waarvan zij er één met moeite naar bin
nen had gewerkt. Zij voelde zich moe en
misselijk van angst en emotie en strekte
zich moedeloos op het verzakte ijzeren le
dikant uit. Ze zou proberen om wat te
slapen, dan voelde zij de spanning en de
benauwende eenzaamheid tenminste niet.
Huiverend trok zij de smerige gescheurde
deken over zich heen.
MARLIES ontwaakte, geschrokken door
een verward rumoer van stemmen.
Buiten klonken korte bevelen en doffe
dreunende slagen deden het huis trillen.
Dan kwam van verre het krakend splin
teren van hout
Dodelijk verschrikt zat het meisje
overeind in het ijzeren ledikant, toen de
deur van het vertrekje eensklaps werd
opengerukt en het scherpe licht van een
zaklantaarn onbarmhartig in haar knippe
rende ogen flitste.
„Hier!!" riep iemand en opeens sprong
haar hart op van blijdschap.
„Lieskekind!" klonk vreemd-schor
een zo bekende stem. Met een kreet van
vreugde en opluchting vloog Marlies uit het
wrakke bed.
„Huug!jongen!" snikte ze en het
volgende ogenbLik voelde zij zich vast om
sloten door Huug's veilige armen er. keek
met een bevend lachje in zijn wat voch
tige bruine ogen
En daar was ook Pap's goedige brom
stem, wat hakkelend van ontroering en
zijn ^zoen, door de emotie op het puntje
Met haar bonzend hoofdje veilig tegen
Huug's ruig colbertje barstte Marlies in
een bevrijdend snikken uit.
,,'t Is werkelijk een kranig meisje....
U bent een flinke, kordate jongedame!"
prees de forse politie-inspecteur. Marlies
goedkeurend op de schouder kloppend. „U
hebt een prachtig spoor voor ons ge
maakt... langs de héle route lagen de
foto's langs de weg of hingen in de strui
ken! Het tuintje van het huis hier lag ge
woon bezaaid! Wonderlijk dat die lui niets
gezien hebben.
„Ik.... ik hoop dat u ze èllemaal hebt
opgeraapt ik zou er niet graag één
Marlies, door ha;
één ontbreekt maken 1
bij
'ij ze
1 "t^S 6
lijksreis!" beloofde Huug, haar nog
innig omhelzend. „Maar nu gaan v
gauw naar huis; je moeder is bij ons e
die staat natuurlijk duizend angsten uit!"
Met de armen om elkaar heen liepen
it het meisje
Omzichtig gleed haar
haar blazer, haalde
Ineengedoken zé
hoekje gedrukt, n
ten koortsachtig,
hand in de zak
er de envelop met vakantiefoto's
peuterde ze onmerkbaar haar rode ball
point tevoorschijn. Op de tast trok zij een
foto uit de envelop en schreef, moeilijk
op^haar knie, met grote, onhandige druk-
Help! Ben ontvoerd, waarschuw po
litie, let op volgende foto's! Marlies Hil
gers Bij het licht van een voorbijflit
sende lantaarn onderstreepte ze dik het
woordje Help! bracht dan met einde
loze omzichtigheid haar hand naar het ge
opende portierrampje en liet de foto bui
ten de auto vallen.
Gelukkig.... ze hadden niets ge
merkt! Door dit succes bemoedigd vol
voerde Marlies, bevend van spanning en
nervositeit, de rest van haar plan
MET DE HANDEN onder het hoofd zat
Marlies aan een wrak tafeltje in het
kale vertrek waarin ze was opgesloten en
staarde mismoedig naar het smalle vuile
raampje, hoog in de muur.
Hoe laat zou het zijn vroeg zij
zich wanhopig af. De zon scheen met vol
le kracht, het was dus waarschijnlijk al
middag. Met schrik bedacht zij dat ze al
haast twaalf uur was opgesloten en hoe
beangst en bezorgd haar ouders wel zou
den zijn! Natuurlijk zouden ook de Be
ver's het allang weten en óók daar zou
Geboren uit de maaj;d, door
dr. Y. Feenstra. Uitgave J. H.
Kok, N.V., Kampen.
predi-
pa-
De Rotterdamse geref
kant dr. Y. Feenstra heei
dun boekje van tegen de
gina's een goed overzicht gege
ven van de discussie's, die mo
menteel gevoerd worden over hel
dogma van de maagdelijke ge
boorte van Jezus. Dr. Feenstr
keert zich
diegei
Geen chansons meer, door
Dolf Verroen. Uitg. H. 1'. Leo
pold, 's-Gravenhage.
Dolf Verroen is een van onze
jongere en moderne schrijvers
wiens talent reeds bleek uit zijn
„Van eeuwigheid tot amen" en
„Kans op verzoening". Zijn laat
ste boekje „Geen chansons meer"
is een triest verhaal uit het le-
joi
De wijsheid van Wu Hang-li,
door Norbert Loeser. Uitgave
H. P. Leopold N.V., Den Haag.
Dit kleine, slechts 87 bladzijden
wekkende literatuurlijst getuigt er
van. Hie zijn visie op en zijn be
leving van de betekenis van kerk
en ambt niveau wil geven, zal
van dit boek veel nut hebben.
t zich in dit helder geschre- kunstenaarspaar, liftend langs de
werkje uitdrukkelijk tegen al weg ln Frankrijk naar werk.
die de maagdelijke ge-
'wijzen, omdat da waar
de Bijbel dezR afwij
zing duidelijk weerspre
verband bespreekt hij
voerig de opvattingen
stamm en Brunner.
tellende boekji
woord ongeveer een-vijfde deel
beslaat, is uitstekend verzorgd.
Toch vraagt men zich al lezende
over de voorvallen uit het leven
van een wijze Chinees af, waar
om deze vertaling is gereed ge
maakt. Want veel wijzer worden
Drinzel zoekt verder, door
Klaas J. Popma. Uitgave J. H.
Kok N.V., Kampen.
De auteur heeft getracht van
dit boek een „protestants-christe
lijke detective" te maken. Het is
een roman, met de vader van een
achterlijk meisje als hoofdpersoon.
of r
heden", die dan
■spreek». In dit als zodanig bevredigt het boekje dat zijn „volgelingen" hem later
u„ njet. Het is zomaar een greep soms een nadere verklaring vra-
uit het leven van een mensen- gen. Misschien is een westers
paar, op zichzelf boeiend en met deel
i Kohn-
In het tweede hoofdstuk gaat
dr. Feenstra nader in op de ge
dachten van Karl Barth. Deze Qe Zin
verwerpt de maagdelijke gehoor- siei-
te zeer beslist niet, maiur door wjj
het onderscheid van „teken" en waardering
„zaak" in te voeren zet htij toch, het feit, dat
deze oosterse wijsheid
sterk beeldende pen beschre- niet geheel billijk. Dit boekje
toe bij om hierin
te brengen.
De ouderling en de prediking,
door dr. Ph. J. Huijser. Uit
gave J. H. Kok N.V., Kampen,
taalbehandeling ervaart met een Dit boek van 200 bladzijden
talentvol schrijver te doen te geen meer dan men verwacht.
plotseling sterfgeval
Steeds betreft het per
sonen, met wie hij kort tevoren
in meer of mindere mate ruzie
heeft gehad. Aan de plotselinge
dood van de slachtoffers voelt hij
zich psychisch schuldig en hij
zoekt naar de oplossing van de
dit schuldgevoel
i het
niettemin grote
or hebben ligt in
zijn stijl en
De ontkenning van dit godde
lijk mysterie mag men -- aldus lozing
dr. Feenstra in het slothoofdstuk
het evangelie wordt geraakt.
het kleine detail ir
chtige lijnen een indrukwek-
karakteristiek geeft, die als duidelijke
niet gauw vergeet. Daarin stof in dit toch
ligt Verroen's grote kracht.
Het behandelt min of meer heel
de ontwikkeling van het ambt van
de nieuwtestamentische gemeente Dat
af. En dat een even grondige verder"
DOOR THEA BECKMAN
(Vervolg van vorige week)
De prins bewoog zich niet, maar bleef de tovenaar
aankijken.
„Als het wonderzwaard de drager ervan onoverwinne
lijk maakt, waarom hebt #e dan zelf niet de zeeslang
aangevallen en gedood?" vroeg hij.
De tovenaar fronste de wenkbrauwen.
„Ik ben machtig", zei hij trots. „Maar ik ben geen
édSite
koningszoon. Alleen
Als
prins kan dat zwaard
- het
gewoon
herkennen en het hant<
aanraakt, sterft hij."
„Er is geen verschil tuss«n een prins en een gewoon
mens", zei de schipper plotseling.
„Houd je mond", snauwde de tovenaar woede:
„Er is alleen verschil tussen een goed en
mens", ging de schipper onverstoorbaar voort.
De prins begon te lachen.
,,Heel juist, schipper. Het toverzwaard kan alleen ge
hoorzamen aan de hand van een goed
durft de tovenaar het niet aanraken."
De tovenaar beet zich op de lippeR. Hij draaide zich
om. wierp een laatste woedende blik op zijn beide be
zoekers en kefte: „Drie uur tijd krijg je om het wonder
zwaard uit de wapens te zonken. Tot straks'
En meteen was hij verdwenen.
Moedeloos ging de prins up één van de banken zitten
en steunde het hoofd in de handen.
„De moeilijkheid is", zei hij langzaam. „Dat ik die
zeeslang niet kan doden. Want dat is immers de beto
verde koning, de wérkelijke heerser over de zeven eilan
den en de vader van de betoverde prinsessen. Ik be
grijp dat de tovenaar hem voorgoed onschadelijk wil ma
ken. Zelf bezit hij daartoe de macht of de kracht niet.
Nu wil hij gebruik maken *ran mijn arm. Wat moet ik
De schipper antwoordde niet. Hij bekeek de zwaarden
langs de wand en schudde het hoofd. De prins stond
weer op en begon de wapens eveneens te inspecteren.
Welk was het toverzwaard?
Hij zag rechte, puntige, lange, dunne, kromme, brede,
smalle en gegolfde lemmetten. Ze hadden elk een gevest
van goud, met juwelen ingelegd. Elk zwaard zag er uit,
alsof het wonderbaarlijke krachten herbergde. Behalve
één. Dat was een zwaard vran eenvoudig blank staal,
het gevest leek van brons. De prins nam het van de
muur, woog het in zijn hand en voelde hoe scherp het
was. De schipper keek huiverend toe.
„Dit is het wonderzwaard dacht de prins. „Ik voel
de kracht ervan reeds dooi mijn arm stromen.
moet ik
doenï Ik wil niet vechten met
(Volgende week verder)
feit dat de gebeurtenissen wat
gezocht zijn, wordt aan de vaart
in het verhaal vaak afbreuk ge
daan door de „vrome gedachten"
van hoofdpersoon Drinzel.
Overigens staat vast dat Popma
een totaal nieuwe verschijning in
de protestantse literatuur levert.
boek als „Drinzel zoekt
ien „boodschap" voor
veel Christen en niet-Christen bevat,
overzichtelij- menen wij ernstig te moeten be-
ke boek verwerkt. Ook de indruk- twijfelen.
ONZE BRIEVENBUS
HALLO NEVEN EN NICHTEN,
Hier is de brievenbus dan weer. Er kwamen weer veel brie
ven met goede oplossingen binnen. De juiste woorden die moesten
worden ingevuld waren: boek, roos, krant, radio, doos, trompet,
hoed en tas.
De hoofdprijs gaat deze week naar Noordwijk, naar Ansje
v. d. Marei. De troostprijzen gaan naar Rotterdam, Capelle aan
den IJssel en Den Haag en wel naar J anny Luy ten, J o pi e
Nell, en N e zia v. d. Horst. Gefeliciteerd.
En dan nu de brieven.
Heel hartelijk bedankt voor
de mooie kaart Lenie, Peter
en Hennie Hebly. Ik ben
ook wel eens op Texel ge
weest. Hebben jullie de
schapenmarkt in Den Burg
ook bezocht? Knapt moe
der al wat op Dlcky v. d.
Heijden? Flink van jou
zeg, om nu alles thuis te
doen. Jammer dat het
niet van dat mooie weer is
geweest tijdens jouw vakan
tie Ria v. d. Heijden. Ben
jij naar je oom gaan luis
teren? Gerry Harteveld
schreef over de duiven van
de broertjes. Jammer dat
de eieren kapot waren.
Mooie rapportcijfers had jij
Hennie van Houwelingen.
Leuk dat je nichtje komt.
Ook al van die mooie
cijfers op je rapport Ger-
rit van Houwelingen. Jij
hebt dus al twee mooie
tochten gemaakt. Hans
Hagen is al een week uit
geweest en mag nu nog
eens een week naar opa en
oma. Veel plezier. Elly
Hol is een nieuwelinge.
Welkom. Ik geloof wel
dat jij het reuze naar je zin
hebt gehad tijdens de va
kantie. Ook heel hartelijk
bedankt voor de mooie
kaart Ineke van Herp.
Pimmy van Halem schreef
me ook weer. Fijn dat je
over bent naar de derde
klas. Ik ben benieuwd
of je de fiets krijgt Philip
den Heijer. Veel plezier de
16de hoor en al_ Tart ge*e- to iaten maken in cos-
tuum? Nezia v. d. Horst
Op deze tekening zien jullie zes mannen. En ook
nog zes voorwerpen. Welke voorwerpen horen bij
de mannen? En welk beroep oefenen de mannen
uit? Oplossingen insturen voor dinsdag 11 augustus.
liciteerd. John v. d. Hel
den is naar Alkmaar
weest. En ook nog naa
lendam. Heb je ook ee
Janek, «le vluchteling
15. Janek loopt de ruïne binnen. Het lijkt een goed plekje.
Het oude kasteel heeft geen dak meer, maar de muren staan er
nog. En het is er erg stil. Hier zal wel nooit iemand komen. Door
een paar smalle gangetjes komt Janek in een grote ruimte. Hier
zat vroeger de slotheer met zijn vrienden wilde zwijnen te eten,
fantaseert Janek. En hij moet een beetje lachen, als hij naar zijn
eigen maaltje kijkt: twee dikke aardappels, die hij met schil en
al moet gaan bakken. Maar een lege maag is ook niet alles
Gelukkig, er liggen houtjes en hij heeft lucifers. Dat vuurtje
komt «r dus wel. Janek is er druk mee bezig. Hij heeft even
geen tild om na te denken over alles wat er is gebeurd Maar
Janek veet ook alles niet. Hij kan niet weten, dat Harry erg
geschrokken is, toen de boer hem vertelde dat Janek weggelopen
was. Hïrry dacht heus niet aan Janek, maar aan de gouden
broche, die hij in de voering van Janeks jasje heeft gestopt.
Hoe krijgt hij die nu terug? Van die broche weet Janek niets.
Hij heȕt iets heel anders in zijn jaszak: het boekje, dat het
reisbureau aan hem gegeven heeft. Van Dundee naar Danzig,
staat ei op. Die reis kost 179,En Danzig dat is Polen.
En Pol» n, dat is zijn
Maar dan valt Janek, die zo moe is, omdat hij vannacht maar
heel wi inig heeft geslapen, bij zijn vuurtje in slaap.
in Vlaardingen.
hebt dus nog veel plezieri
ge dagen voor de boeg Ne
zia. Mooie rapportcijfers
had jij Wijnie de Jong.
Veel plezier in Kinderdijk.
Corrie schreef ook haar
rapportcijfers, ook mooi
hoor. Ga je nu naar de vijf
de klas? Marijke Jansen
heeft mooie cadeaus gekre
gen voor haar verjaardag.
Kun je al spelen op dt
blokfluit Marijke? Karin
Ingwersen is waarschijnlijk
nu met vakantie? Veel ple
zier hoor. Waar zijn jul
lie naar toe geweest met
vader Jan Kees van Kleef?
Anie van Kleef is een
week bij haar vriendin ge
weest. Wanneer begint de
school weer? Hugo Kui
per is een nieuweling. Tot
schrijfs Hugo. Jan Kraak
heeft nog een verjaardag
in 't vooruitzicht, dinsdag
is opa namelijk jarig. Wat
geef je hem Jan? Leuke
raadsels stuurde je mij
Marga Keemink. Ja om de
apen kun je vaak lachen in
de dierentuin. Veel ple
zier in Epe Greetje van der
Koóy. Schrijf je me er
over? Marjo de Kooker
wil volgend jaar naar de
m.u.l.o.-school. Hard leren
dan maar in september Mar
jo. Veel plezier in Vier
houten Martien Kamerling
Een leuk gedichtje
stuurde jij me Elsje Loeve.
Als er plaats is komt het
wel eens in de krant, maar
het kan een tijd duren hoor.
Jij hebt het natuurlijk best
naar je zin gehad in het
kamp. Arjan de Leeuw
van Weenen heeft zich niet
land geweest. En ook al
driemaal naar het strand.
Tineke Luyk, in Rotterdam.
Gezellige lange brief
schreef je me zeg. Fijn dat
je over bent naar de twee
de. Wanneer beginnen jullie
weer? Anneke v. d. Mer-
we schreef me op mooi
postpapier. Zeker van va
der? Lia Mastenbroek je
moet gewoon naar de krant
schrijven en dan mijn naam
in de linkerbovenhoek.
Het is een mooi sprookjes-
park waar jij bent geweest
Conja Meijers. Heb je er
ook gezwommen? Janny
en Klement Notenboom zijn
weer „ingespannen" voor
de winter. Een nieuwe man
tel en een nieuwe jas, fijn
zeg. Ben je al wat opge
knapt Janny? Flink je best
doen in de zesde hoor.
Jouw rapport was mooi
Klement. Nog veel plezier
tot 1 september. Rietje
Nuyt schreef over de di
ploma's die ze heeft. Heb
je de wandelmars uitgelo
pen Rietje? Jongens en
meisjes, dit waren de brie
ven van H-N. Volgende
week zijn de brieven van
O-Z. weer aan de beurt.
Schrijven jullie weer je
naam, adres en leeftijd in
de brieven? Dag allemaal,
weer veel plezier.
16. Als Janek wakker wordt, staan er heel veel kinderen om
hem heen- Hij kijkt er raar van op. Jammer, dat we je wakker
gemaakt hebben, zegt een van de jongens. Ik dacht, dat ik
droomde; waar komen jullie vandaan? vraagt Janek. Van ons
dorp. Wat doe je hier? En hoe heet je? Janek. Dat is een Poolse
naam. Kom jij uit Polen? vraagt een jongen. Ik heet Karl en
ik kom uit Oostenrijk Waar wonen je ouders dan? Die heb
ik niet meer, vertelt Janek. En dan vertellen al die kinderen,
dat zij ook geen ouders meer hebben. Bijna allemaal hebben
ze hun vader en moeder in de oorlog verloren en nu wonen
ze met elkaar in een dorp, dat helemaal van hen is. Jó, je moet
met ons meegaan!
Dat kun niet- Janek schudt zijn hoofd. Ik wil terug naar Polen.
Waarom? vraagt een meisje, dat Nita heet. Daar ken je toch
niemand? Dicht bij ons woonden een oom en een tante en ik
had in »«en andere stad nóg een tante, vertelt Janek.
Maar |e weet toch niet zeker, dat ze er nóg wonen? Dat moet
ik proberen, vindt Janek.
Maar Nïta heeft een ander voorstel: blijf eerst een paar dagen
bij ons. Dan kunnen we altijd nog zien, wat er gedaan moet
worden. Daar zijn ze het allemaal mee eens. Janek wordt in
optocht aaar het kinderdorp gebracht.
Wiepje, de stoute haas
Zegken je Wiepje, die leuke haas,
Je weet wel, die met die lange oren
(Waar hij alles mee kan horen),
Die speelt bij iedereen de baas.
Moedertje, zegt onze guit,
Moeder, ik wil gaan reizen,
Ik wil dit stadje uit,
Moeder Wipje keek bezorgd,
Ze keek hem achterdochtig aan,
Wiep zei: ,,'k wil naar de MAAN."
Moeder lachte zacht, en zei:
Nee, jongen, dat zal toch heus niet gaan.
Jongen, ga jij de andren zoeken,
Want we eten pannekoeken.
En Wiep was onder het lekkre eten
de reis al lang weer vergeten.
(Trudie Bar ends, 12 jaar)