„In Amersfoort overstappen" Nederlandse oud-kaap hoorn-zeelui ZONDAGSBLAD Boekbespreking een hort mum gaan zich verenigen Het alikruikenvrouwtje s"f! DE ZON ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1959 NA zestien jaar heb ik hem gisteren voor het eerst weergezien. Ik weet zeker, dat ik mij niet vergis. Hij stond in de hal van het Centraal Station te Amsterdam, en las aandachtig het bord, waarop de vertrektijden van de treinen staan aangegeven. Ik herkende hem aan zijn houding. Hij stond wat voorover gebogen, het hoofd enigszins tussen de schouders getrokken, de handen diep in de zakken. Zo stond hij ook op het station in Amersfoort op 22 mei 1943. Die datum zal ik nooit vergeten, want op die dag redde hij mij voor de tweede maal binnen drie jaar het leven. Hoewel de tijd veel heeft vervaagd en vele gezichten heeft doen verbleken, heeft hij mij, de jaren door, steeds helder voor de geest gestaan. Dat gezicht met die scherpe neus, die zware wenkbrauwen en die zachte mond is me altijd bijgebleven. Toen ik hem zag kon ik een kreet van verrassing nauwelijks onderdrukken. Een ogenblik bleef ik staan. Het was alsof hij merkte, dat ik naar hem keek. Zijn ogen dwaalden van het bord naar mijn richting. Een seconde slechts haakten - - in de mijne. Toen gleden heen. En ik liep door zich langs laars was nog de komende jaren zon worden. He zet tegen de overweldiger was ook nog niet zo sterk, en nog niet georganiseerd. De moeilijkheden kwamen meer van de kant van het stelletje Nederlanders, dat Else Böhler, Duits dienst meisje, tweede druk. Door S. Vestdijk. Uitgave Nijgh en Van - Ditmar te Den Haag. Het is onwaarschijnlijk dat men met spanning naar de her druk van dit negatieve en wat grove boek heeft uitgezien Het verhaal speelt in de dertiger ja ren en beschrijft onder andere de ellende, waarin zakenlui in die dagen verkeerden. De hoofdper soon. een jongeman die is opge groeid in deze benauwde, ge spannen sfeer, heeft hiertegen een diepe haat. Hij vindt aflei ding in zijn liefde voor een Duits dienstmeisje, dat echter slechts met hem speelt. Dit brengt de jongen tot wanhoop en hij doodt de De man die er niet was. door =ss Willy Oorsari. Uitgave II. P. Leopold N.V., Den Haag. In I.et (artistiek nagenoeg pre- tentieloze) genre van dc ,.mys- terie-roman" heeft de Nederland- schrijfster Willy Corsari zo langzamerhand het meesterschap bereikt. Wie aan de hand van haar vorige boeken (b.v. „Het mysterie van de Mondscheinsona- te") nog niet totdeze conclusie mocht zijn gekomen, zal na le- zing van deze nieuwe roman 'jn bedenkingen ongetwijfeld laten va- want ,,De man die er niet is een thriller zoals men in onze taal zelden of nooit =g leest. Van het begin af aan is in dit boek spanning en sfeer de klassieke vraag ..Wie is de moordenaar?" krijgt tenslotte een even onverwachts als origi- neel antwoord. Opvallender ech- s|| dan de intrige (die hier en gg daar nie' vrij is van toevallighe- andere kunstgrepen), is de wijze, waarop de schrijfster de lezer de gevoelens van angst. twijfel en onzekerheid, waaraan de hoofdpersoon ten prooi valt. m laat meebeleven. l seconde heeft herkend. Hij gaf daarvan met geen enkel gebaar blijk. Maar dat zegt nog niets. Ik geloof, dal het bij zijn type past te doen alsof iedereen een vreemde voor hem is, zelfs zijn beste vriend, als hem dal zo uitkomt. Merk waardig. dat ik nooit heb kunnen achter halen wie hij is en hoe hij heet. Toen de oorlog was afgelopen heb ik tientallen pogingen daartoe aangewend. Maar het is mij nooit gelukt. Noch advertenties in dc dagbladen noch informaties bij het verzet, hebben mij geholpen bij mijn opsporings werk. Hij was en bleef een vreemde. Er zijn mensen, die ongelovig hun schouders ophalen als ik hur. vertel on der welke omstandigheden ik hem heb ontmoet en wat hij voor mij heeft gedaan Er zijn er took, die beweren, dat alles een samenloop van omstandigheden is ge weest. zo maar een reeks van toevallig heden En ze hebben mijn pogingen hem te ontdekken bespottelijk gevonden, al zul len ze dat nooit erkennen. Een gril van een ongetrouwde jongejuffrouw, die aan het oud worden is. Een verlangen naar iets wat niet bestaat. En zc zeggen achter mijn rug. dat ik gebukt ga onder een onbeantwoorde liefde. DEN ik verliefd op hem? Nee het is meer J-> en dieper, ik houd van hem en ik houd van hem omdat hij zich een man heeft getoond. Toen ik hem voor het eerst ont moette was ik net achttien. En tot de dag van vandaag, is mijn liefde voor hem geen ogenblik minder geworden. Er is geen dag voorbij gegaan, dat ik niet aan hem heb gedacht. In mijn dagboek schreef ik destijds: als ik nog eens zal trou wen. zal het met hem zijn", en ik denk er nu nog precies eender over. Ik loop al tegen de veertig en men kan mij er dus niet meer van verdenken dweepziek te zijn. Die leeftijd ben ik wel te boven. En ik heb van alles voldoende afstand kunnen nemen om een juist oordeel te hebben. Hij kwam voor het eerst in mijn leven in de winter van 1940. Vergeleken bij de .toen nog braaf en graag de Duitsers de hielen lik te, dan van de Duitsers zelf. Zij gedroe gen zich nog rustig. De grote slagen moes ten nog komen. werden ge molesteerd en op alle mogelijke manieren werd hun het leven zuur gemaakt. Wie nu mijn grijs hoofd ziet kan nauwelijks geloven, dat ik op mijn achttiende jaar ravenzwart haar had. Maar toch is het zo. En dat zwarte haar gaf mij enigs zins het uiterlijk van een Joodse vrouw. Al lang voor de overval van de Duitsers op ons land werd ik dikwijls voor een Joodse aangezien, en dat werd erger in de jaren van de bezetting. Op straat werd ik er op aangekeken, en ik was daar trots on. want de ergerlijke behandeling van het Joodse volk door de nazi's had me in opstand gebracht en in mijn jeug dige overmoed hield ik mezelf voor. dat ik net zo wilde lijden als dat volk moest WOZ Agnes van Haeften lijden. Eerst na jaren heb ik ontdekt, d?t ik daartoe wellicht nooit de moed zou hebben kunnen opbrengen. Op een dag in de winter van 1940 dan. ondervond ik voor het eerst wat het be tekende tot een uitgeworpen volksgroep te behoren Ik liep van kantoor naar huis. toen plotseling een groep van die afschu welijke brumhemden kwam aangemar- cheerd In een oogwenk was de gehele straat leeg. Iedereen zocht een goed heen komen, bevreesd betrokken te worden bij relletjes, die altijd entstonden waar de sa tellieten van Mussert liepen. Ik was de enige, die over bleef. Toen ze mij pas seerden keek ik ze recht in het gezicht. De minachting, waarmee ik ze aankeek ontgmg ze niet Uit de groep klonk in eens een scheldwoord, zo vernederend, dat ik voelde, dat het bloed mij naar de wangen steeg En voor ik zelf wist wat ik deed. had ik verachtelijk: landverra der. gezegd. De konspkwenties daarvan bleven niet uit. Nog geen seconde later werd ik tegen de grond geslagen en toen ik op straat lag, geschopt en met een stok gebeukt, overal waar ze me maar konden raken. Ik weet nog. dat ik dacht: ze slaan me dood. En ze hadden het ze ker gedaan, als hij niet tussenbeide was gekomen. Het verhaal is me later in geu ren en kleuren verteld. Hij kwam juist de straat in. toen de bende zich als bees ten op mij wierp. Hoewel hij niets bij zich had. geen stok en geen mes. had hij niet geaarzeld mij te hulp te komen. Hij had links en rechts om zich heenge slagen tot hij mij van mijn belagers had bevrijd. Op dat moment was ook van andere kanten hulp komen opzetten en er was een wilde vechtpartij ontstaan, waarbij zelfs messen werden getrokken. Tn het tumult zag hij kans mij in vei ligheid te brengen. Hij droeg me een win kel binnen en belde een auto. Aan de achterzijde verlieten we het oand. Hij bracht me naar huis. Toen ik hem wilde bedanken was hij verdwenen. EN NU heb ik hem gisteren weer gezien. Waarom ben ik doorgelopen? Waarom heb ik hem niet aangesproken? Ik weet het niet. Was het om een droom gaaf le houden, omdat ik diep in mijn hart toch bang ben, dat hij anders is, dan ik hem mij voorstel? Had hij verwacht, dat ik hem zou aanspreken0 Ik kom er niet meer uit. Misschien heeft men toch lijk als men zegt, dat ik lijkheid leef. De tweede keer zag ik hem in de trein van Den Haag naar Leeuwarden. Dat was op 22 mei 1943. De verhouding tussen de goede Nederlanders en de nazi's was scherp toegespitst. Van weerskanten werd er geslagen en teruggeslagen. Ik zou voor een maand in Friesland gaan logeren. De klappen, die ik in '40 had opgelopen was ik nooit helemaal te boven gekomen en de dokter had het raadzamer geacht als ik voor enkele maanden in een heel an dere omgeving was. Die morgen dan was ik op reis gegaan. Er waren weinig rei zigers Een paar dames en een heer. en in de hoek van de coupé een heer, wiens gezicht aan ons was onttrokken door een krant, waarachter hij zich maar bleef verschuilen. Er werd weinig gesproken. Iedereen was bang voor iedereen. Men durfde niets te zeggen tegen onbekenden. Tot even voorbij Woerden verliep de reis normaal. Toen kwam de conducteur om de kaart jes te knippen. Hij zei me: ..U zit in het verkeerde treinstel. U zult in Zwol le moeten overstappen." Ik knikte. Ik wist. dat de trein, waarin ik was gezeten van Zwolle uit naar Groningen zou gaan. In Utrecht stapten alle reizigers uit mijn coupé uit. Alleen de man-met-de- krant en ik bleven achter. Toen we sa men waren liet hij de krant zakken en ik keek in het gezicht van mijn redder. Ik zei: Hè, hoe is het mogelijk, dat ik u weer zie. U bent toch.. Hij onderbrak het gesprek met een handgebaar. Hij zei: Het kan soms goed zijn als mensen elkan- is gebeurd speelt geen rol. Wat betekent het reed, dat een 'enKeling wordt aange daan tegenover het leed van heel een volk? Laien we daarover niet meer praten. U gaat naar Friesland, neem ik aan, ik heb tenminste gehoord, dat u in Zwolle moet overstappen in de trein naar Leeuwarden. U stapt niet over in Zwolle, maar in Amersfoort. Ik zei: Amersfoort?. Amers foort? Nee, Zwolle! HIJ HERHAALDE tot tweemaal toe: Over stappen in Amersfoort, en daar wachten op de trein, die uit Amsterdam komt. Dat geeft u een opon'.houd van ongeveer een uur. Maar het zal gezonder zijp voor u. neem ik aan. Ik vroeg: Kunt u zich niet nader verklaren? Waarom zou ik tijd ver liezen. is daar dan reden voor? Hij glim lachte flauw. Je kunt nog dagelijks mer- kèn. zei hij, dat de mens geen tijd heeft. Alles gebeurt veel te gehaast. Men kan zijn tijd niet afwachten. Wat komt het er voor u op aan of u een uur vroeger of later in Friesland bent? En toen, bijna smekend: Geloof me nu, als ik u zeg, dat u in Amersfoort moet overstappen Ik zweeg, niet wetend wat te doen. In Leeuwarden zou ik worden afgehaald. Ik bedacht, dat ik van Amersfoort uit een telegram zou kunnen sturen, dat ik later kwam. Maar aan de andere kant, zou het oponthoud zin hebben? Toen de trein het station van Amers foort binnenreed stond hij op. Hij haal de zijn bagage uit het net, en pakte ook die van mij. Hij zei: We zijn er. U wacht hier op de Amsterdamse trein. Ik wens u verder goede reis. Het beste, en denk er om, ook straks in Zwolle over- staDpen. Hij stak zijn hand niet uit Hij nam zijn hoed af en zei nog eens: Het beste. Toen verdween hij in de menigte. De tijd heeft me geleerd, dat de mens over een hoop dingen niet moet naden ken. Toen was ik nog niet zo ver. Een uur lang peinsde ik over deze vreemde ontmoeting. Had ik er goed aan gedaan zijn raad op te volgen? Had ik niet be ter kunrten doorreizen? DE TREIN van Amsterdam naar Leeu warden en Groningen vertrok die dag niet meer. Juist toen ik wilde instappen werd er omgeroepen, dat het baanvak was versperd. Later hoorde ik. dat Engelse vliegtuigen bommen hadden geworpen Vier wagons waren totaal vernield. Van het Haagse gedeelte was niets meer over. Het aantal doden en gewonden was groot. door hem te worden gered? Ik weet het niet. De oorlog is al weer jaren ten einde. De man, aan wie ik mijn leven heb te danken en van wie ik ben gaan houden, is zestien, jaren uit mijn le ven verdwenen geweest. Zestien jaar heb ik de hoop gehad hem nog eenmaal te ontmoeten. En gisteren heb ik hem weer gezien. Het was op het Centraal Station te Amsterdam en ik ben doorgelopen.. herkennen of kennen. Wat toen In de internationale scheep vaart heeft de naam Kaap Hoorn een bijzondere klank. Wie in het verleden Kaap Hoorn (ook wel Stormkaap ge noemd) rondde, verschafte zich vaak daarmee het brevet van grote bevarenheid sn ge degen zeemanschap. In het al gemeen gold, en geldrt, het ronden van Zuid Anvrika's meest zuidelijke punt als een verre van eenvoudige maritie me bezigheid. Verscheidene schepen, met name de be roemde clippers, hebben zich met onsterfelijke roem overla den tijdens uitermate moeilijke en spectaculaire rondingen van deze Kaap. Zij waren hit, die de naam „Kaap Hoorn-ichip" in zwang brachten. Het Kaap Hoorn-zeelui het ft 1937 een pogir-ig gedaa internationaal te ven-nigen Die poging lukte. In datzelfde jaar werd in Frankrijk opge richt de ..Association Amicale Internationale des Cap tains Long Courts Cap-Hornier", kortweg genoemd de „Amica le". met als internaticn ile ze tel St. Malo. Kaap Hoorn-kapi teins uit Duitsland. België. En geland, Scandinavië, Zwitser land en enkele Noord- en Zuid- amerikaanse staten sloten zich aan. Het merendeel der varen de naties was vereend, met uitzondering echter van Neder- Dat was een vreem-de zaak. om dat geen land ter wereld zo veel goodwill" kweekte aan en rond deze Kaap als juist Nederland. Sterker, het waren Nederlanders die deze Kaap zijn naam gaven. Toen de Ne derlandse zeevaarders Schou ten en le Maire in de jaren 16151616 de Kaap rondden, deden ze dit voor het eerst. De kaap was toen dus nog naam loos. Hij kreeg op die tocht de naam van Le Maire's geboor teplaats Hoorn. Kort geleden is thans land het initiatief gen< ook hier een afdeling van de „Amicale" op te richten. Het waren de oud-Kaap-Hoorners A. C. Metzelaer („Europa Ahoy!"> en Van Vulpen, alsr mede de heren E. Zeegers en Celosse (de laatste eveneens oud-Kaap Hoorner) en de hoofdredacteur van hel scheep vaartblad „De Blauwe Wim pel". Anthony van Kampen, die de koppen bij elkaar sta ken om tot een plan te komen. Een aantal zeelui, van wie be kend was dat ze de Hoorn een maal, of meerdere malen, rondden, werd aangeschreven en verzocht als lid toe te tre den. Een vijftigtal reageerde positief. Van 18—20 juni jl. gingen de heren Van Vulpen en Zeegers naar Hamburg en Bremen, ten einde aldaar de jaarlijkse bij eenkomst van di Amicale bij te wor.en. Ze werden hartelijk ontvangen en er bleek een gro te internationale saamhorig heid te bestaan. De bereidheid een Nederlandse kern op te ne men was algemeen. De veronderstelling is gewettigd, dat zich in Nederland nog vele oud-Kaap-Hoorners bevinden. Ze worden hierbij opgeroepen zich te melden bij het secreta riaat. Men onderscheidt de vol gende categorieën: 2. Zij, die de Hoorn in een an- dere functie gerond hebben en later het kapitcinsdiploma Grote Vaart behaalden (waar- bfj het niet noodzakelijk is dat ze ook als kapitein geva- ren hebben) (genaamd: Mal- lemukken) 3. Allen, die dc Hoorn met een zeilschip rondden, hetzij a,s schepeling, hetzij als passa- r gier (genaamd: Kaapse dui- ven). Dit kunnen dus ook vrou- wen zijn. Sympathiserende leden zijn even eens welkom. Dat kan een ie der zijn, die met het doel in stemt en belangstelling tpont voor onze maritieme historie. Opgave aan: de heer E Zeegers, Keizersgracht 739, Amsterdam C. Het volgend jaar zal de Amicale in Parijs samenkomen. Het is niet onwaarschijnlijk dat spoe dig ook Nederland als ont vangst-land zal kunnen optre den. gezien de rol die ons land bij de naamgeving van de Kaap speelde. DOOR THE.l BECKMAN (Vervolg van vorige week) De prins keek op en staarde naar de gedaante in de hoek van de zaal. Het was de tovenaar, die onhoorbaar was binnengekomen. Dat begreep hij meteen. De boze to venaar. Hij stond nu te gen eten van de vernedering van de pi De schipper krabbelde m« t volle mond O' stond bedremmeld voor de heerser van de 2 den. De prins echter ging rustig door met aanvaardde de nederlaag t-igenover de tovenaar, omdat hij wist dat hij dit had verliend „Sta op", snauwde de heerser „Zeg ons. wat ge hier zoeki," zeven eilanden. Zeg ons. wat ge hier zoekt" „De storm heeft ons vannacht op de kust geworpen zei de prins, terwijl hij rechtop ging staan en de tove naar onbevreesd aanzag. „Omdat wij bijna omkwamen var. de honger en een wit paard vonden, dat ons hier bracht, hoopten we op een goede ontvangst. Ik dank u, dat u onze nood meteen he kende en ons door uw lakei voedsel liet brengen." „Het is goed", zei de tovenaar kort „Je spreekt de waarheid, maar niet volled g Wat is de tweede reden, dat je hier bent?" De prins zweeg. Toen glimlachte de toveni ar sluw. .Ik ben niet bang van jprins. .Al weet ik. wat je doel is. Zelfs ben ik bereid je 111 mijn dienst te nemen." De prins knikte, nog altijl' zwijgend. „Op voorwaarde, dat je belooft mij onvoorwaardelijk te gehoorzamen", zei de bore tovenaar streng. „Zolang u mij niet beveelt kwaad te doen, zal ik ge hoorzamen", zei de prins kort. „Volg mij dan. Jij en de schipper De spiegels weken weer uiteen. de prins volgde de to venaar door een lange gang de schipper kwam hen aar zelend na. Ze werden naar een ruime zaal aan de ach terzijde van het slot gebracit waar ze een ruim uitzicht hadden over het grote eiland en de zee. Aan deze zij de was het eiland minder bergachtig en er scheen zelfs een soort strand aan de kust te zijn, met zand en dui nen. De prins keek om zifh heen. Het was een grote zaal, met lange banken ©0 tafels. Langs de wanden hingen vele wapens, van allerlei vorm en dikte. Dolken, degens, zwaarden, te veel 011 te lellen. „Kijk", wees de tovenaar „Eén vai_ wapens is betoverd. Wie he» hanteert, is onoverwinnelijk 1 K leeft een monster, een zees.ang Mijn opdracht prins, is 50e heet je neefje.t Joke nu: neem het toverzwaard. ga naar de kust en meet krachten met de zeeslang. Als je er in slaagt hem doden, -zal ik je rijk beloner. Je krijgt drie 1 om de zwaarden aan de wand te bekijken, je weten wat het wonderzw aard is." ONZE BRIEVENBUS Deze week zijn de letters A-G aan de beurt. Jullie vergaten me weer niet! Uit kampen, vakantiescholen en andere adressen ontving ik jullie brieven. Leuk hoor. dan krijgen jullie hier weer antwoord ook, en anders zou dat zes weken oponthoud krijgen De puzzel van vorige week was die met de koeien, weten jullie nog wel? Nu de rechte lijnen hadden alle neven en nichten goed getekend, dus moest ik loten om de prijswinnaars te pinden] De hoofdprijs heeft ONNO ELZ1NGA deze week gewonnen De troostprijzen zijn voor: MARIJKE en JOLANDE CROESE\ RIETJE BOOY en CORRIE en ELLY BLOM. Gefeliciteerd jullie! Voordat ik begin, nog steeds een prijè wachten om verstuurd te worden naar Henk Schuur man. Jij had je adres niet in de brief geschreven Henk. en dan ja... dan kan ik je de prijs natuurlijk niet opsturen omdat ik niet weet waarheen. Schrijf j' Je nieuwe vulpen schrijft mooi dun Enny van Bloois. Zeker nog prima zin in Castricum? Blonk schreef me naar Epe gaat. Veel plezier hoor. Nelly Blonk schreef ook al enthousiast over Epe. Hoe is het me je been? Jij hebt dus al een fijne vakantieweek* achter de rug Dikkie van den Berg. Fijn dat je over bent gegaan. Locs Bliek stuurde alleen de oplossing. Een mooie kaart uit Velp kreeg ik van Han en Nico van Belle toe- estuurd. Hartelijk bedankt fongei jullie Gerda heeft truitje en ook een ballonnet gemaakt. Rla Burg- graaff schreef me vanuit het kamp te Beekbergen. deze Xl71ikP,dt"riefa^U.5-'U^ (Volgende week iderland, boe kan dat puzzel? Ik be- de tijd; g«3P er niets van, stuur 1 moet i ze maar terug. Bepple I Bijl heeft een bruidspop ge kregen voor haar verjaar- verder) I dag. Jammer dat het op Hier moeten in dit kruiswoordpuzzel, de namen van de voorwerpen worden ingevuld. Verder zijn er geen gegevens. Om het mogelijk te maken dat de woorden op de juiste plaats komen .zijn er al drie letters R ingevuld. Oplossingen inzenden voor dinsdag 4 augustus. Janek, de vluchteling 13. Janek wandelt ondertussen met Harry naar het dorp. Het is een lange wandeling. We komen er nooit, zucht Har ry. Ik wel. zegt Janek flink. Maar ik niet Mijn voeten doen pijn, klaagt Harry. Ik wil niet meer. We vragen of we van nacht in die boerderij daar kunnen slapen. Daar voelt Janek niet voor. Ik ga terug naar Dundee, zegt hij beslist. Dat zal je wel laten. De politie zoekt je en als je niet bij me blijft, dan kom je bij je tante terug of ze stop pen je in' een cel. Nee hoor, je gaat met mij mee We zeg gen tegen die boer, dat je mijn neefje bent en dat we werk zoeken. Dan Maa wacht. Je ziet er zo slordig uit. Ik zal je eerst wat afstoffin. Draai je eens om. Harry veegt wat over Janeks jas je. M?ar Janek merkt niet. dat Harry de kostbare broche laat gijden in de voering van het jasje van Janek. Zo. klaar. De toer ontvangt hen niet zo vriendelijk. Het is al zo laat in de ivond. Wie is nu nog op weg? Maar Harry liegt, dat Janek haast niet meer lopen kan, omdat hij door een auto is aangereden. Kan mijn neefje echt niet blijven slapen? Nu, met die jongen heeft de boer wel medelijden. Janek krijgt zelfs n )g eten voor hij gaat slapen. Harry niet. Hij kijkt wel begerij; naar het warme eten en vraagt om wat brood. Maar de boer zegt nors. dat hij morgenochtend zelf dat brood zal opeten Harry moet al tevreden zijn, dat hij hier kan slapen H 14. Janek is moe en hij valt dan ook heel gauw in slaap. Hij heeft geen tijd om over al zijn vreemde avonturen na te denken. Maar hoe goed hij ook slaapt. Janek is al vroeg weer wakker. Het is nog maar pas licht, als hij om zich heen kijkt. Waar is hij nu? Niet bij tante MacGregor. O nee, hij weet het opeens weer: hij is op weg naar Polen. Maar Harry die daar zo ligt te snurken, wil niet. dat hij wegloopt. Dan moet die Harry maar eens op zijn neus kijken. Héél voorzichtig gaat Janek staan. Harry blijft snurken. Ook de boer ligt rustig te slapen. Zo zacht als hij maar kan sluit Janek de kamer uit. Hij doet de klink van de deur om hoog. Die piept een beetje, ssst, maar., .het blijft.stil. Even later iitaat Janek buiten. Hij luistert bij de deur. Nee, er is niets te horen. Sluipend loopt hij weg. Maar als hij een eind van de boerderij af is, begint hij opeens te hollen. Maar waar moet hij heen? Het is hier eenzaam. Ook staat er get-n bord, dat de weg naar Dundee wijst. Hoe moet hij er komen? Janek weet het niet. Hij moet in elk geval eerst maar proberen zover mogelijk weg te komen van Harry. Januk holt maar. Over de weg, over een wei, over akkers. Zo hard hij. kan. Onderweg haalt hij een paar flinke aard appels zomaar uit de grond Als hij een verborgen plekje vindt. VUurtje maken. Wacht jullie schoolreisje regende Ludo Bosman. Maar de mooie film vergoedde toch veel! Jullie gaan dus fijn uit in de vakantie Jenneke en Coby Cornet. Gaan jullie samen naar Lisse. of na elkaar? Fijn dat je nu ook je B-dipioma zwemmen hebt Coby. Marianne van Daa- len stuurde een keurige op lossing. Veel plezier in Lee- land met z'n allen hoor. De oplossing was goed ho- r Willy Dclleman. Ja, jullie hebt later vakantie dan dc andere scholen. Jullie spelen zeker vaak met het -badminton-spel Teunic Ban kers? Of mogen jullie er niet aan komen van je broer? Annie van És gaat in september naar de Mulo-school. Zijn je blaren al weg? Veel plezier in Eindhoven hoor. Ada van Es heeft een fijne vakantie week achter de rug. Ze is met pappa en mamma naar Utrecht geweest. Fijn dat je mooie cijfers had en dat je over bent gegaan Marieke van Es. Wat kun je nu fijn lang spelen Nog drie lange weken. Jullie hebt dus iedere dag tochtjes gemaakt toen jullie in Utrecht logeerden Hans van Es. Was je al eens eer der in Amsterdam geweest? Ik vind jouw rapportcij fers mooi hoor Aart van Gorkum. Je schrijft netjes ook zeg! Winifred van Geest schreef deze week niet. Beter Winifred? Hans en Nelly Grootendorst schreven ook dit keer weer. Vader en moedei zijn met vergeten zeg! Jullie zult het wil erg druk hebben gehad, die veertien dagen lang. Nelly gaat in septemoer naar de V.G.L.O.-school. Gaan er nog meer uit de oude klas? Zo neven en nichten, de brievenbus is weer leeg. Volgende week zijn de let ters H-G weer aan de beurt. Schrijven jullie n. adres en leeftijd in je brieven? Allemaal veel plezier in de vakantie en tot schrijfs dan maar weer, dag, buiten kon. daar? Is dat geen Janek gaat er voorzichtig op af. Beterschap Leo. De zon, de zon Ach, ik wou dat ik naar buiten kon. Ik kan hier wel gaan liggen gissen wanneer ik weer naar buiten mag Want de zon du ik zo slecht kan missen Is toch weer blij als hij me weer zag. Ik lig hier al dagen, weken lang, En luister naar de vogels met hun gezang. Al voor mijn raam En roepen 's morgens saam „Word wakker, word wakker, Jij kleine rakker!" De zon, de zon Ach, ik wou aai Als de dokter aan komt om mij te onderzoeken Om mij te verbinden met grote doeken Dan denk ik v:el eens: Kon ik maar een straatje om. tn weer roepen de vogels 's morgens te saam voor mijn raam .,Word wakker, word wakker, Jij kleine rakker!" Kom gauw naar buiten en ga dan spelen En laat je door de zon dan strelen. En als je weer naar buiten mag dan is het al winter. En dan denk ik wel eens Ik wou dat ik de zon weer zag... Leo de Leeuw uit Laag Dalen stuurde mjj dit gedicht. Leo is al enkele jaren ziek cn verlangt er naar dat hü weer meisjes. ag spelen, net als de andere jongens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 10