„In Amersfoort overstappen"
Nederlandse oud-kaap hoorn-zeelui
ZONDAGSBLAD
Boekbespreking
een hort mum
gaan zich verenigen
Het alikruikenvrouwtje
s"f!
DE ZON
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1959
NA zestien jaar heb ik hem gisteren voor het eerst weergezien. Ik weet
zeker, dat ik mij niet vergis. Hij stond in de hal van het Centraal Station
te Amsterdam, en las aandachtig het bord, waarop de vertrektijden van de
treinen staan aangegeven. Ik herkende hem aan zijn houding. Hij stond
wat voorover gebogen, het hoofd enigszins tussen de schouders getrokken,
de handen diep in de zakken. Zo stond hij ook op het station in Amersfoort
op 22 mei 1943. Die datum zal ik nooit vergeten, want op die dag redde
hij mij voor de tweede maal binnen drie jaar het leven. Hoewel de tijd
veel heeft vervaagd en vele gezichten heeft doen verbleken, heeft hij mij,
de jaren door, steeds helder voor de geest gestaan. Dat gezicht met die
scherpe neus, die zware wenkbrauwen en die zachte mond is me altijd
bijgebleven.
Toen ik hem zag kon ik een kreet van
verrassing nauwelijks onderdrukken. Een
ogenblik bleef ik staan. Het was alsof hij
merkte, dat ik naar hem keek. Zijn ogen
dwaalden van het bord naar mijn richting.
Een seconde slechts haakten - -
in de mijne. Toen gleden
heen. En ik liep door
zich
langs
laars was nog
de komende jaren zon worden. He
zet tegen de overweldiger was ook nog
niet zo sterk, en nog niet georganiseerd.
De moeilijkheden kwamen meer van de
kant van het stelletje Nederlanders, dat
Else Böhler, Duits dienst
meisje, tweede druk. Door S.
Vestdijk. Uitgave Nijgh en Van
- Ditmar te Den Haag.
Het is onwaarschijnlijk dat
men met spanning naar de her
druk van dit negatieve en wat
grove boek heeft uitgezien Het
verhaal speelt in de dertiger ja
ren en beschrijft onder andere de
ellende, waarin zakenlui in die
dagen verkeerden. De hoofdper
soon. een jongeman die is opge
groeid in deze benauwde, ge
spannen sfeer, heeft hiertegen
een diepe haat. Hij vindt aflei
ding in zijn liefde voor een Duits
dienstmeisje, dat echter slechts
met hem speelt. Dit brengt de
jongen tot wanhoop en hij doodt
de
De man die er niet was. door =ss
Willy Oorsari. Uitgave II. P.
Leopold N.V., Den Haag.
In I.et (artistiek nagenoeg pre-
tentieloze) genre van dc ,.mys-
terie-roman" heeft de Nederland-
schrijfster Willy Corsari zo
langzamerhand het meesterschap
bereikt. Wie aan de hand van
haar vorige boeken (b.v. „Het
mysterie van de Mondscheinsona-
te") nog niet totdeze conclusie
mocht zijn gekomen, zal na le-
zing van deze nieuwe roman 'jn
bedenkingen ongetwijfeld laten va-
want ,,De man die er niet
is een thriller zoals men
in onze taal zelden of nooit =g
leest. Van het begin af aan is
in dit boek spanning en sfeer
de klassieke vraag ..Wie is
de moordenaar?" krijgt tenslotte
een even onverwachts als origi-
neel antwoord. Opvallender ech- s||
dan de intrige (die hier en gg
daar nie' vrij is van toevallighe-
andere kunstgrepen), is
de wijze, waarop de schrijfster
de lezer de gevoelens van angst.
twijfel en onzekerheid, waaraan
de hoofdpersoon ten prooi valt. m
laat meebeleven.
l seconde heeft herkend. Hij gaf daarvan
met geen enkel gebaar blijk. Maar dat
zegt nog niets. Ik geloof, dal het bij zijn
type past te doen alsof iedereen een
vreemde voor hem is, zelfs zijn beste
vriend, als hem dal zo uitkomt. Merk
waardig. dat ik nooit heb kunnen achter
halen wie hij is en hoe hij heet. Toen
de oorlog was afgelopen heb ik tientallen
pogingen daartoe aangewend. Maar het is
mij nooit gelukt. Noch advertenties in dc
dagbladen noch informaties bij het verzet,
hebben mij geholpen bij mijn opsporings
werk. Hij was en bleef een vreemde.
Er zijn mensen, die ongelovig hun
schouders ophalen als ik hur. vertel on
der welke omstandigheden ik hem heb
ontmoet en wat hij voor mij heeft gedaan
Er zijn er took, die beweren, dat alles
een samenloop van omstandigheden is ge
weest. zo maar een reeks van toevallig
heden En ze hebben mijn pogingen hem
te ontdekken bespottelijk gevonden, al zul
len ze dat nooit erkennen. Een gril van
een ongetrouwde jongejuffrouw, die aan
het oud worden is. Een verlangen naar iets
wat niet bestaat. En zc zeggen achter
mijn rug. dat ik gebukt ga onder een
onbeantwoorde liefde.
DEN ik verliefd op hem? Nee het is meer
J-> en dieper, ik houd van hem en ik houd
van hem omdat hij zich een man heeft
getoond. Toen ik hem voor het eerst ont
moette was ik net achttien. En tot de
dag van vandaag, is mijn liefde voor hem
geen ogenblik minder geworden. Er is
geen dag voorbij gegaan, dat ik niet aan
hem heb gedacht. In mijn dagboek schreef
ik destijds: als ik nog eens zal trou
wen. zal het met hem zijn", en ik denk
er nu nog precies eender over. Ik loop
al tegen de veertig en men kan mij er
dus niet meer van verdenken dweepziek
te zijn. Die leeftijd ben ik wel te boven.
En ik heb van alles voldoende afstand
kunnen nemen om een juist oordeel te
hebben.
Hij kwam voor het eerst in mijn leven
in de winter van 1940. Vergeleken bij de
.toen nog
braaf en graag de Duitsers de hielen lik
te, dan van de Duitsers zelf. Zij gedroe
gen zich nog rustig. De grote slagen moes
ten nog komen.
werden ge
molesteerd en op alle mogelijke manieren
werd hun het leven zuur gemaakt. Wie
nu mijn grijs hoofd ziet kan nauwelijks
geloven, dat ik op mijn achttiende jaar
ravenzwart haar had. Maar toch is het
zo. En dat zwarte haar gaf mij enigs
zins het uiterlijk van een Joodse vrouw.
Al lang voor de overval van de Duitsers
op ons land werd ik dikwijls voor een
Joodse aangezien, en dat werd erger in
de jaren van de bezetting. Op straat werd
ik er op aangekeken, en ik was daar
trots on. want de ergerlijke behandeling
van het Joodse volk door de nazi's had
me in opstand gebracht en in mijn jeug
dige overmoed hield ik mezelf voor. dat
ik net zo wilde lijden als dat volk moest
WOZ Agnes van Haeften
lijden. Eerst na jaren heb ik ontdekt, d?t
ik daartoe wellicht nooit de moed zou
hebben kunnen opbrengen.
Op een dag in de winter van 1940 dan.
ondervond ik voor het eerst wat het be
tekende tot een uitgeworpen volksgroep te
behoren Ik liep van kantoor naar huis.
toen plotseling een groep van die afschu
welijke brumhemden kwam aangemar-
cheerd In een oogwenk was de gehele
straat leeg. Iedereen zocht een goed heen
komen, bevreesd betrokken te worden bij
relletjes, die altijd entstonden waar de sa
tellieten van Mussert liepen. Ik was de
enige, die over bleef. Toen ze mij pas
seerden keek ik ze recht in het gezicht.
De minachting, waarmee ik ze aankeek
ontgmg ze niet Uit de groep klonk in
eens een scheldwoord, zo vernederend,
dat ik voelde, dat het bloed mij naar de
wangen steeg En voor ik zelf wist wat
ik deed. had ik verachtelijk: landverra
der. gezegd. De konspkwenties daarvan
bleven niet uit. Nog geen seconde later
werd ik tegen de grond geslagen en toen
ik op straat lag, geschopt en met een
stok gebeukt, overal waar ze me maar
konden raken. Ik weet nog. dat ik dacht:
ze slaan me dood. En ze hadden het ze
ker gedaan, als hij niet tussenbeide was
gekomen. Het verhaal is me later in geu
ren en kleuren verteld. Hij kwam juist
de straat in. toen de bende zich als bees
ten op mij wierp. Hoewel hij niets bij
zich had. geen stok en geen mes. had
hij niet geaarzeld mij te hulp te komen.
Hij had links en rechts om zich heenge
slagen tot hij mij van mijn belagers had
bevrijd. Op dat moment was ook van
andere kanten hulp komen opzetten en
er was een wilde vechtpartij ontstaan,
waarbij zelfs messen werden getrokken.
Tn het tumult zag hij kans mij in vei
ligheid te brengen. Hij droeg me een win
kel binnen en belde een auto. Aan de
achterzijde verlieten we het oand. Hij
bracht me naar huis. Toen ik hem wilde
bedanken was hij verdwenen.
EN NU heb ik hem gisteren weer gezien.
Waarom ben ik doorgelopen? Waarom
heb ik hem niet aangesproken? Ik weet
het niet. Was het om een droom gaaf le
houden, omdat ik diep in mijn hart toch
bang ben, dat hij anders is, dan ik hem
mij voorstel? Had hij verwacht, dat ik
hem zou aanspreken0 Ik kom er niet
meer uit. Misschien heeft men toch
lijk als men zegt, dat ik
lijkheid leef.
De tweede keer zag ik hem in de trein
van Den Haag naar Leeuwarden. Dat was
op 22 mei 1943. De verhouding tussen de
goede Nederlanders en de nazi's was
scherp toegespitst. Van weerskanten werd
er geslagen en teruggeslagen. Ik zou voor
een maand in Friesland gaan logeren. De
klappen, die ik in '40 had opgelopen was
ik nooit helemaal te boven gekomen en
de dokter had het raadzamer geacht als
ik voor enkele maanden in een heel an
dere omgeving was. Die morgen dan was
ik op reis gegaan. Er waren weinig rei
zigers Een paar dames en een heer. en
in de hoek van de coupé een heer, wiens
gezicht aan ons was onttrokken door een
krant, waarachter hij zich maar bleef
verschuilen.
Er werd weinig gesproken. Iedereen
was bang voor iedereen. Men durfde niets
te zeggen tegen onbekenden. Tot even
voorbij Woerden verliep de reis normaal.
Toen kwam de conducteur om de kaart
jes te knippen. Hij zei me: ..U zit in
het verkeerde treinstel. U zult in Zwol
le moeten overstappen." Ik knikte. Ik wist.
dat de trein, waarin ik was gezeten van
Zwolle uit naar Groningen zou gaan.
In Utrecht stapten alle reizigers uit
mijn coupé uit. Alleen de man-met-de-
krant en ik bleven achter. Toen we sa
men waren liet hij de krant zakken en ik
keek in het gezicht van mijn redder. Ik
zei: Hè, hoe is het mogelijk, dat ik u
weer zie. U bent toch.. Hij onderbrak
het gesprek met een handgebaar. Hij zei:
Het kan soms goed zijn als mensen elkan-
is gebeurd speelt geen rol. Wat betekent
het reed, dat een 'enKeling wordt aange
daan tegenover het leed van heel een volk?
Laien we daarover niet meer praten. U
gaat naar Friesland, neem ik aan, ik heb
tenminste gehoord, dat u in Zwolle moet
overstappen in de trein naar Leeuwarden.
U stapt niet over in Zwolle, maar in
Amersfoort. Ik zei: Amersfoort?. Amers
foort? Nee, Zwolle!
HIJ HERHAALDE tot tweemaal toe: Over
stappen in Amersfoort, en daar wachten
op de trein, die uit Amsterdam komt. Dat
geeft u een opon'.houd van ongeveer een
uur. Maar het zal gezonder zijp voor u.
neem ik aan. Ik vroeg: Kunt u zich niet
nader verklaren? Waarom zou ik tijd ver
liezen. is daar dan reden voor? Hij glim
lachte flauw. Je kunt nog dagelijks mer-
kèn. zei hij, dat de mens geen tijd heeft.
Alles gebeurt veel te gehaast. Men kan
zijn tijd niet afwachten. Wat komt het er
voor u op aan of u een uur vroeger of
later in Friesland bent? En toen, bijna
smekend: Geloof me nu, als ik u zeg, dat
u in Amersfoort moet overstappen
Ik zweeg, niet wetend wat te doen. In
Leeuwarden zou ik worden afgehaald. Ik
bedacht, dat ik van Amersfoort uit een
telegram zou kunnen sturen, dat ik later
kwam. Maar aan de andere kant, zou het
oponthoud zin hebben?
Toen de trein het station van Amers
foort binnenreed stond hij op. Hij haal
de zijn bagage uit het net, en pakte ook
die van mij. Hij zei: We zijn er. U
wacht hier op de Amsterdamse trein. Ik
wens u verder goede reis. Het beste, en
denk er om, ook straks in Zwolle over-
staDpen.
Hij stak zijn hand niet uit Hij nam
zijn hoed af en zei nog eens: Het beste.
Toen verdween hij in de menigte.
De tijd heeft me geleerd, dat de mens
over een hoop dingen niet moet naden
ken. Toen was ik nog niet zo ver. Een
uur lang peinsde ik over deze vreemde
ontmoeting. Had ik er goed aan gedaan
zijn raad op te volgen? Had ik niet be
ter kunrten doorreizen?
DE TREIN van Amsterdam naar Leeu
warden en Groningen vertrok die dag
niet meer. Juist toen ik wilde instappen
werd er omgeroepen, dat het baanvak was
versperd. Later hoorde ik. dat Engelse
vliegtuigen bommen hadden geworpen
Vier wagons waren totaal vernield. Van
het Haagse gedeelte was niets meer over.
Het aantal doden en gewonden was groot.
door hem te worden gered?
Ik weet het niet. De oorlog is al weer
jaren ten einde. De man, aan wie ik mijn
leven heb te danken en van wie ik ben
gaan houden, is zestien, jaren uit mijn le
ven verdwenen geweest. Zestien jaar heb
ik de hoop gehad hem nog eenmaal te
ontmoeten. En gisteren heb ik hem weer
gezien. Het was op het Centraal Station
te Amsterdam en ik ben doorgelopen..
herkennen of kennen. Wat toen
In de internationale scheep
vaart heeft de naam Kaap
Hoorn een bijzondere klank.
Wie in het verleden Kaap
Hoorn (ook wel Stormkaap ge
noemd) rondde, verschafte
zich vaak daarmee het brevet
van grote bevarenheid sn ge
degen zeemanschap. In het al
gemeen gold, en geldrt, het
ronden van Zuid Anvrika's
meest zuidelijke punt als een
verre van eenvoudige maritie
me bezigheid. Verscheidene
schepen, met name de be
roemde clippers, hebben zich
met onsterfelijke roem overla
den tijdens uitermate moeilijke
en spectaculaire rondingen van
deze Kaap. Zij waren hit, die
de naam „Kaap Hoorn-ichip"
in zwang brachten.
Het
Kaap Hoorn-zeelui het ft
1937 een pogir-ig gedaa
internationaal te ven-nigen
Die poging lukte. In datzelfde
jaar werd in Frankrijk opge
richt de ..Association Amicale
Internationale des Cap tains
Long Courts Cap-Hornier",
kortweg genoemd de „Amica
le". met als internaticn ile ze
tel St. Malo. Kaap Hoorn-kapi
teins uit Duitsland. België. En
geland, Scandinavië, Zwitser
land en enkele Noord- en Zuid-
amerikaanse staten sloten zich
aan. Het merendeel der varen
de naties was vereend, met
uitzondering echter van Neder-
Dat was een vreem-de zaak. om
dat geen land ter wereld zo
veel goodwill" kweekte aan
en rond deze Kaap als juist
Nederland. Sterker, het waren
Nederlanders die deze Kaap
zijn naam gaven. Toen de Ne
derlandse zeevaarders Schou
ten en le Maire in de jaren
16151616 de Kaap rondden,
deden ze dit voor het eerst. De
kaap was toen dus nog naam
loos. Hij kreeg op die tocht de
naam van Le Maire's geboor
teplaats Hoorn.
Kort geleden is thans
land het initiatief gen<
ook hier een afdeling van de
„Amicale" op te richten. Het
waren de oud-Kaap-Hoorners
A. C. Metzelaer („Europa
Ahoy!"> en Van Vulpen, alsr
mede de heren E. Zeegers en
Celosse (de laatste eveneens
oud-Kaap Hoorner) en de
hoofdredacteur van hel scheep
vaartblad „De Blauwe Wim
pel". Anthony van Kampen,
die de koppen bij elkaar sta
ken om tot een plan te komen.
Een aantal zeelui, van wie be
kend was dat ze de Hoorn een
maal, of meerdere malen,
rondden, werd aangeschreven
en verzocht als lid toe te tre
den. Een vijftigtal reageerde
positief.
Van 18—20 juni jl. gingen de
heren Van Vulpen en Zeegers
naar Hamburg en Bremen, ten
einde aldaar de jaarlijkse bij
eenkomst van di Amicale bij
te wor.en. Ze werden hartelijk
ontvangen en er bleek een gro
te internationale saamhorig
heid te bestaan. De bereidheid
een Nederlandse kern op te ne
men was algemeen.
De veronderstelling is gewettigd,
dat zich in Nederland nog vele
oud-Kaap-Hoorners bevinden.
Ze worden hierbij opgeroepen
zich te melden bij het secreta
riaat. Men onderscheidt de vol
gende categorieën:
2. Zij, die de Hoorn in een an-
dere functie gerond hebben en
later het kapitcinsdiploma
Grote Vaart behaalden (waar-
bfj het niet noodzakelijk is
dat ze ook als kapitein geva-
ren hebben) (genaamd: Mal-
lemukken)
3. Allen, die dc Hoorn met een
zeilschip rondden, hetzij a,s
schepeling, hetzij als passa- r
gier (genaamd: Kaapse dui-
ven). Dit kunnen dus ook vrou-
wen zijn.
Sympathiserende leden zijn even
eens welkom. Dat kan een ie
der zijn, die met het doel in
stemt en belangstelling tpont
voor onze maritieme historie.
Opgave aan: de heer E Zeegers,
Keizersgracht 739, Amsterdam
C.
Het volgend jaar zal de Amicale
in Parijs samenkomen. Het is
niet onwaarschijnlijk dat spoe
dig ook Nederland als ont
vangst-land zal kunnen optre
den. gezien de rol die ons land
bij de naamgeving van de
Kaap speelde.
DOOR THE.l BECKMAN
(Vervolg van vorige week)
De prins keek op en staarde naar de gedaante in de
hoek van de zaal. Het was de tovenaar, die onhoorbaar
was binnengekomen. Dat begreep hij meteen. De boze to
venaar. Hij stond nu te gen eten van de vernedering van
de pi
De schipper krabbelde m« t volle mond O'
stond bedremmeld voor de heerser van de 2
den. De prins echter ging rustig door met
aanvaardde de nederlaag t-igenover de tovenaar, omdat
hij wist dat hij dit had verliend
„Sta op", snauwde de heerser
„Zeg ons. wat ge hier zoeki,"
zeven eilanden.
Zeg ons. wat ge hier zoekt"
„De storm heeft ons vannacht op de kust geworpen
zei de prins, terwijl hij rechtop ging staan en de tove
naar onbevreesd aanzag. „Omdat wij bijna omkwamen
var. de honger en een wit paard vonden, dat ons hier
bracht, hoopten we op een goede ontvangst. Ik dank u,
dat u onze nood meteen he kende en ons door uw lakei
voedsel liet brengen."
„Het is goed", zei de tovenaar kort „Je spreekt de
waarheid, maar niet volled g Wat is de tweede reden,
dat je hier bent?"
De prins zweeg.
Toen glimlachte de toveni ar sluw.
.Ik ben niet bang van jprins. .Al weet ik. wat je
doel is. Zelfs ben ik bereid je 111 mijn dienst te nemen."
De prins knikte, nog altijl' zwijgend.
„Op voorwaarde, dat je belooft mij onvoorwaardelijk
te gehoorzamen", zei de bore tovenaar streng.
„Zolang u mij niet beveelt kwaad te doen, zal ik ge
hoorzamen", zei de prins kort.
„Volg mij dan. Jij en de schipper
De spiegels weken weer uiteen. de prins volgde de to
venaar door een lange gang de schipper kwam hen aar
zelend na. Ze werden naar een ruime zaal aan de ach
terzijde van het slot gebracit waar ze een ruim uitzicht
hadden over het grote eiland en de zee. Aan deze zij
de was het eiland minder bergachtig en er scheen zelfs
een soort strand aan de kust te zijn, met zand en dui
nen. De prins keek om zifh heen. Het was een grote
zaal, met lange banken ©0 tafels. Langs de wanden
hingen vele wapens, van allerlei vorm en dikte. Dolken,
degens, zwaarden, te veel 011 te lellen.
„Kijk", wees de tovenaar „Eén vai_
wapens is betoverd. Wie he» hanteert, is onoverwinnelijk 1 K
leeft een monster, een zees.ang Mijn opdracht prins, is 50e heet je neefje.t Joke
nu: neem het toverzwaard. ga naar de kust en meet
krachten met de zeeslang. Als je er in slaagt hem
doden, -zal ik je rijk beloner. Je krijgt drie 1
om de zwaarden aan de wand te bekijken,
je weten wat het wonderzw aard is."
ONZE BRIEVENBUS
Deze week zijn de letters A-G aan de beurt. Jullie vergaten
me weer niet! Uit kampen, vakantiescholen en andere adressen
ontving ik jullie brieven. Leuk hoor. dan krijgen jullie hier weer
antwoord ook, en anders zou dat zes weken oponthoud krijgen
De puzzel van vorige week was die met de koeien, weten jullie
nog wel? Nu de rechte lijnen hadden alle neven en nichten goed
getekend, dus moest ik loten om de prijswinnaars te pinden]
De hoofdprijs heeft ONNO ELZ1NGA deze week gewonnen
De troostprijzen zijn voor: MARIJKE en JOLANDE CROESE\
RIETJE BOOY en CORRIE en ELLY BLOM. Gefeliciteerd jullie!
Voordat ik begin,
nog steeds een prijè
wachten om verstuurd te
worden naar Henk Schuur
man. Jij had je adres niet
in de brief geschreven Henk.
en dan ja... dan kan ik
je de prijs natuurlijk niet
opsturen omdat ik niet weet
waarheen. Schrijf j'
Je nieuwe vulpen schrijft
mooi dun Enny van Bloois.
Zeker nog prima
zin in Castricum?
Blonk schreef me
naar Epe gaat. Veel plezier
hoor. Nelly Blonk schreef
ook al enthousiast over Epe.
Hoe is het me je been?
Jij hebt dus al een fijne
vakantieweek* achter de rug
Dikkie van den Berg. Fijn
dat je over bent gegaan.
Locs Bliek stuurde alleen
de oplossing. Een mooie
kaart uit Velp kreeg ik van
Han en Nico van Belle toe-
estuurd. Hartelijk bedankt
fongei
jullie
Gerda
heeft
truitje en ook een ballonnet
gemaakt. Rla Burg-
graaff schreef me vanuit
het kamp te Beekbergen.
deze Xl71ikP,dt"riefa^U.5-'U^
(Volgende week
iderland, boe kan dat
puzzel? Ik be-
de tijd; g«3P er niets van, stuur
1 moet i ze maar terug. Bepple
I Bijl heeft een bruidspop ge
kregen voor haar verjaar-
verder) I dag. Jammer dat het op
Hier moeten in dit kruiswoordpuzzel, de namen
van de voorwerpen worden ingevuld. Verder zijn
er geen gegevens. Om het mogelijk te maken dat
de woorden op de juiste plaats komen .zijn er al
drie letters R ingevuld. Oplossingen inzenden voor
dinsdag 4 augustus.
Janek, de vluchteling
13. Janek wandelt ondertussen met Harry naar het dorp.
Het is een lange wandeling. We komen er nooit, zucht Har
ry. Ik wel. zegt Janek flink. Maar ik niet Mijn voeten doen
pijn, klaagt Harry. Ik wil niet meer. We vragen of we van
nacht in die boerderij daar kunnen slapen.
Daar voelt Janek niet voor. Ik ga terug naar Dundee, zegt
hij beslist. Dat zal je wel laten. De politie zoekt je en als je
niet bij me blijft, dan kom je bij je tante terug of ze stop
pen je in' een cel. Nee hoor, je gaat met mij mee We zeg
gen tegen die boer, dat je mijn neefje bent en dat we werk
zoeken. Dan
Maa wacht. Je ziet er zo slordig uit. Ik zal je eerst wat
afstoffin. Draai je eens om. Harry veegt wat over Janeks jas
je. M?ar Janek merkt niet. dat Harry de kostbare broche
laat gijden in de voering van het jasje van Janek. Zo. klaar.
De toer ontvangt hen niet zo vriendelijk. Het is al zo laat
in de ivond. Wie is nu nog op weg? Maar Harry liegt, dat
Janek haast niet meer lopen kan, omdat hij door een auto
is aangereden. Kan mijn neefje echt niet blijven slapen? Nu,
met die jongen heeft de boer wel medelijden. Janek krijgt
zelfs n )g eten voor hij gaat slapen. Harry niet. Hij kijkt wel
begerij; naar het warme eten en vraagt om wat brood. Maar
de boer zegt nors. dat hij morgenochtend zelf dat brood zal
opeten Harry moet al tevreden zijn, dat hij hier kan slapen
H
14. Janek is moe en hij valt dan ook heel gauw in slaap.
Hij heeft geen tijd om over al zijn vreemde avonturen na te
denken. Maar hoe goed hij ook slaapt. Janek is al vroeg weer
wakker. Het is nog maar pas licht, als hij om zich heen kijkt.
Waar is hij nu? Niet bij tante MacGregor. O nee, hij weet het
opeens weer: hij is op weg naar Polen. Maar Harry die daar
zo ligt te snurken, wil niet. dat hij wegloopt. Dan moet die
Harry maar eens op zijn neus kijken.
Héél voorzichtig gaat Janek staan. Harry blijft snurken.
Ook de boer ligt rustig te slapen. Zo zacht als hij maar kan
sluit Janek de kamer uit. Hij doet de klink van de deur om
hoog. Die piept een beetje, ssst, maar., .het blijft.stil. Even
later iitaat Janek buiten. Hij luistert bij de deur. Nee, er is
niets te horen. Sluipend loopt hij weg. Maar als hij een eind
van de boerderij af is, begint hij opeens te hollen.
Maar waar moet hij heen? Het is hier eenzaam. Ook staat
er get-n bord, dat de weg naar Dundee wijst. Hoe moet hij
er komen? Janek weet het niet. Hij moet in elk geval eerst
maar proberen zover mogelijk weg te komen van Harry.
Januk holt maar. Over de weg, over een wei, over akkers.
Zo hard hij. kan. Onderweg haalt hij een paar flinke aard
appels zomaar uit de grond Als hij een verborgen plekje vindt.
VUurtje maken. Wacht
jullie schoolreisje regende
Ludo Bosman. Maar de
mooie film vergoedde toch
veel! Jullie gaan dus fijn
uit in de vakantie Jenneke
en Coby Cornet. Gaan jullie
samen naar Lisse. of na
elkaar? Fijn dat je nu ook
je B-dipioma zwemmen hebt
Coby. Marianne van Daa-
len stuurde een keurige op
lossing. Veel plezier in Lee-
land met z'n allen hoor.
De oplossing was goed ho- r
Willy Dclleman. Ja, jullie
hebt later vakantie dan dc
andere scholen. Jullie
spelen zeker vaak met het
-badminton-spel Teunic Ban
kers? Of mogen jullie er
niet aan komen van je
broer? Annie van És
gaat in september naar de
Mulo-school. Zijn je blaren
al weg? Veel plezier in
Eindhoven hoor. Ada van
Es heeft een fijne vakantie
week achter de rug. Ze is
met pappa en mamma naar
Utrecht geweest. Fijn
dat je mooie cijfers had en
dat je over bent gegaan
Marieke van Es. Wat kun
je nu fijn lang spelen
Nog drie lange weken.
Jullie hebt dus iedere dag
tochtjes gemaakt toen jullie
in Utrecht logeerden Hans
van Es. Was je al eens eer
der in Amsterdam geweest?
Ik vind jouw rapportcij
fers mooi hoor Aart van
Gorkum. Je schrijft netjes
ook zeg! Winifred van
Geest schreef deze week
niet. Beter Winifred?
Hans en Nelly Grootendorst
schreven ook dit keer weer.
Vader en moedei zijn met
vergeten zeg! Jullie zult het
wil erg druk hebben gehad,
die veertien dagen lang.
Nelly gaat in septemoer
naar de V.G.L.O.-school.
Gaan er nog meer uit de
oude klas?
Zo neven en nichten, de
brievenbus is weer leeg.
Volgende week zijn de let
ters H-G weer aan de
beurt. Schrijven jullie
n. adres en leeftijd in
je brieven? Allemaal veel
plezier in de vakantie en
tot schrijfs dan maar weer,
dag,
buiten kon.
daar? Is dat geen
Janek gaat er voorzichtig op af. Beterschap Leo.
De zon, de zon
Ach, ik wou dat ik naar buiten kon.
Ik kan hier wel gaan liggen gissen
wanneer ik weer naar buiten mag
Want de zon du ik zo slecht kan missen
Is toch weer blij als hij me weer zag.
Ik lig hier al dagen, weken lang,
En luister naar de vogels met hun gezang.
Al voor mijn raam
En roepen 's morgens saam
„Word wakker, word wakker,
Jij kleine rakker!"
De zon, de zon
Ach, ik wou aai
Als de dokter aan komt
om mij te onderzoeken
Om mij te verbinden met grote doeken
Dan denk ik v:el eens: Kon ik maar een
straatje om.
tn weer roepen de vogels 's morgens te saam
voor mijn raam
.,Word wakker, word wakker,
Jij kleine rakker!"
Kom gauw naar buiten en ga dan spelen
En laat je door de zon dan strelen.
En als je weer naar buiten mag
dan is het al winter.
En dan denk ik wel eens
Ik wou dat ik de zon weer zag...
Leo de Leeuw uit Laag Dalen stuurde mjj dit gedicht.
Leo is al enkele jaren ziek cn verlangt er naar dat hü weer
meisjes.
ag spelen, net als de andere jongens