GELUK BBH KOZT VeWM EEN HANDVOL PASVERSCHENEN BOEKEN ZONDAGSBLAD ZATERDAG 4 JULI 1959 Bijna gelijktijdig keken we op de klok. Kwart voor elf. Het was zaterdag avond, we hadden geen haast om naar bed te gaan. Maar langzamerhand moest het er toch van komen. „Zullen we nog een kop koffie nemen?" vroeg Flip. Ik stond gehoor zaam op en schonk in. Bij wijze van souper namen we er nog een plak cake bij. De gordijnen voor de open tuindeur bewogen zachtjes in de wind; buiten was het stil. Een zomeravond uit duizenden Flip roerde langzaam in zijn koffie en keek mij aan. „Ben je gelukkig?" vroeg hij plotseling. s: hij eet maar altijd anders de vloer schept problemen. „Huh?" Ik moest er even over nadenken. Was ik gelukkig? Och, waarom niet. De kinderen waren gezond, we hadden elke dag voldoende te eten, we woonden naar onze zin... en er waren tientallen onvervulde wensen. Misschien noemt men dat geluk, misschien noemt men het sleur... ik weet „Vandaag" zei Flip zacht, ..heb ik een dagboek bijgehouden. Eén dag maar. Voor Ec begreep het niet. Dat was niets voor Flip. Mannen met een technische knobbel hebben er nooit veel behoefte aan iets op te schrijven. Flip en een dagboek leken mij een onmogelijke combinatie. ..Toch." zei hij lachend en haalde een kladblaadje uit zijn zak. „Luister maai rk had vandaag vrij en was dus in de ge legenheid je gade te slaan. Stel je er be lang in?" „Ja zei ik aarzelend, nog altijd niet begrijpend wat hij bedoelde. „Daar gaan we dan." JE stond om half acht op, zette thee en maakte brood klaar. Daarna bracht je mij het ontbijt op bed en maakte de kin deren wakker. Je keek een beetje don ker. Waarschijnlijk piekerde je over de dagindeling. Een zaterdag J" jMjfi hele dag nietwaar? Om half negen waren de kinderen klaar en bracht je Petertje naar de kleuterschool. Je nam Liesje ook mee. al is ze pas twee- en-een-half, want je wilde meteen bood schappen doen. Ik zag jullie vertrekken: een vrolijk groepje, jij in je gebloemde katoenen jurkje en de kleuters aan de hand. Jullie lachten en praatten opgewekt. De zon scheen. Ik ging niet mee. maar ik hoorde je later vertellen, hoe je om Liesje had gelachen, toen ze bij de groenteman de kersen „mejoenen" noemde en met een blik op de ijskast heel plechtig constateer de, dat ze niet om een ijsje had gevraagd dus het recht had er zomaar één te ijgen!" „Ja. Liesje heeft altijd gica bij de hand." „Daarna kwamen jullie weer thuis en ging jij aan het werk. Liesje drentelde om je heen, kwam je zogenaamd helpen met bedden opmaken en afstoffen. Ik hoorde jullie lachen..." „Het is ook zo'n eigenwijs gezicht, wan neer zo'n kleuter doodernstig de lakens staat glad te strijken." „De bakker kwam. Liesje stond er met de neus bovenop, toen je brood nam en afrekende. Ze wist het zó te manoeuvreren dat zij een krentebol kreeg. Ik zag haar glimlach op jouw gezicht weerspiegeld worden." „Ze is onweerstaanbaar, die kleine heks." gaf ik vertederd toe. „Ofschoon je er eigenlijk geen tijd voor had. kwam je mij in de tuin helpen. Samen rolden we het gras en rukten we onkruid uit, samen vulden we de vazen met bloe men. De zon scheen op ons hoofd. Liesje speelde met de afgeknipte grasjes en jij zat wel tien minuten lang gehurkt voor de rozenstruiken om te zien, hoe zo'n dikke hommel zich te goed deed. Zeg eens eer lijk: was je op dat uur niet gelukkig?" „Ik geloof het wel...." „We dronken koffie in de keuken. wel hij het helemaal niet lekker vond. Kleurde zo leuk. vond hij. Toen vroeg je mij het licht op de trap in orde te ma ken. want dat haperde voortdurend. Ik sleepte de trapleer aan en balanceerde bo ven de afgrond, terwijl de kinderen er natuurlijk vlak bij moesten staan en ver schrikkelijk in de weg liepen. Ik riep: „Stuur dat grut toch de straat op," maar jij maakte bezwaren. „Allicht. Sedert de grote weg is opgebro ken en al het verkeer door onze straat wordt geleid, houd ik mijn hart vast voor :i Thea Beekman dat i tijdje later spoor- en d' krijg. prachtige lo- i heb.... Enfin, je scheen door de rom mel toch niet zo heel erg terneergedrukt, want je babbelde honderd uit over de kin deren en over wat Petertje alzo op de kleuterschool beleeft. Toen besefte ik op eens, hoeveel die peuters voor je beteke- „Ze geven mij handen vol werk. dat is zeker," gaf ik toe. Maar het werd mij warm om het hart. Lieve, lieve Flip! HIJ glimlachte. „Ik bleef in de keuken rondhangen." ging hij voort, terwijl hij zijn aantekenin gen raadpleegde, „terwijl jij de ontbijtboel waste en de tegels afsopte. Daarbij werd je dan nog driemaal gestoord. Eerst door de postbode, daarna door de slager en ten slotte door de melkman. De post bracht al leen de wekelijkse tijdschriften en met de melkman had je een lange discussie over een post. die volgens hem nog openstond en die volgens jou al een weck geleden was betaald. Toen jullie het eindelijk eens waren geworden was het half twaalf en rende je weg om Petertje uit school te ha len. Je was nog niet klaar in de keuken, je had nog tientallen karweitjes te doen. maar ik zag je gezicht, terwijl je naar buiten ging. Je verheugde je heel duidelijk op het weerzien met Petertje. En jullie bleven lang uit." „We gingen meteen -ven over de markt," $ëkende ik. '„Dat weet ik. Ik kan me ook voorstel len hoe Petertje dat vond: al die kraam- Ejes met lekkernijen en kleurrijke uitstai ngen. Waren jullie niet gelukkig, toen je hem dat leuke truitje liet passen?" „O. het kind amuseerde zich kostelijk. Hij maakte iedereen aan het lachen omdat hij steeds maar bleef herhalen: „Die blau we streep, mams, die blauwe streep, die staat zo róód!" Hij bedoelde natuurlijk: „Die staat zo vrolijk," maar een kind van vier drukt zich soms zo wonderlijk uit." „De maaltijd was een feest, weet je nog? Liesje gooide ditmaal eens niet haar beker de peuters en heb ik liev tuin spelen." „Ze wilden niet in de tuin, ze wilden zien, hoe hun vader het er op die wankele stel lage van afbracht. Maar toen ze eenmaal de magische formule: „Op straat spelen" hadden opgevangen, waren ze niet meer te houden. Petertje sleepte zijn autoped naar buiten en Liesje kwam al aandraven met haar poppewagentje. Je liet ze gaan. zij het met tegenzin. En er gebeurde géén on geluk, wat weer een groot geluk „Maar Liesje „Ja. Je liet de cake in de oven in de steek en rende naar buiten. Na een poosje zoeken vond je Liesje op het plein achter de Grote Kerk. Ze snikte als Klein Duim pje. die heeft ontdekt dat de vogeltjes de broodkruimels hebben opgepikt. In de roes van haar vrijheid was ze viermaal het pleintje rondgerend en daarbij had ze alle gevoel voor richting verloren. Ze wist niet meer, welke straat de hare was. Waren jullie niet gelukkig, toen jullie el kaar terugvonden?" „O ja, ze lachte en huilde tegelijkertijd en ze zag er uit....! Zwart als een schoor steenveger!" „Ik zag jullie aankomen, lachend en bla kend van gezondheid. Op dat moment herinnerde je je de cake. Je snelde naar de keuken en trok de vorm uit de oven. Wat was je blij, toen de cake goudbruin en prachtig droog uit de vorm op de schaal viel!" „Hij was inderdaad goed gelukt!" ..Intussen was het tijd geworden -om de kinders in bad te stoppen. Ik hoorde jullie poedelen, het water spatte tegen de wan den, de douche zong en jij lachte het hardst van allen. Je wreef en poetste hun mollige lijfjes, je kamde hun natte haren en Liesje mocht nog éven haar strik er in heb ben, waar ze zo geweldig trots op is. In hun schone pyama's zagen de kleuters er weer uit om te stelen." „Heb ik ooit beweerd dat we géén mooie kinderen hebben?" „Alle kinderen zijn mooi, omdat ze jong en onbezorgd en gelukkig zijn. Terwijl ik Petertje hielp met zijn pap. trachtte jij met eindeloos geduld Liesje haar avondeten aan te praten. De leoe> veranderde in een vliegtuig, dat regeirecn' in haar lachende mondje vloog. Liect werd de reus, die door de rijstebreiberg heen moest eten. Ze grinnikte en al. En jij was blij, omdat ze at. Al kostte het moeite en veel tijd en nog meer geduld." IK knikte ernstig bij de herinnering aan Liesje'* dagelijkse gevecht met het pap- „Toen konden de peuters naar bed. We jonasten ze één voor één in hun ledikantje. waarbij het heel vrolijk toeging en de kin deren het uitschaterden. Jij ging op een stoeltje naast hun bed zitten en vertelde een verhaaltje. Maar toen schrok je. want het was al kwart over zeven en we zouden gasten krijgen. Je stopte de kinderen in en nog eens en nog eens. alsof je maar niet van ze kon scheiden en toen rende je met drie treden tegelijk de trap af. want de vaten stonden er nog en om half acht zou den Henk en Tine komen." „Ze kwamen niet." „Neen. gekleed l__ dat alle borden en kopjes schoon in de kast stonden, belden ze op. Ze hadden plotse ling zelf bezoek gekregen en moesten af zeggen. Ik zag je gezicht. Je had je ver heugd op de gezellige avond, je had je er voor uitgesloofd, cake gebakken, chocola- tjes op een schaaltje geschikt, bloemen op tafel gezet, je beste jurk aangetrokken...'' „Het was heel jammer dat ze plotseling verhinderd waren," zuchtte ik. „Natuurlijk. Maar was de avond tóch niet mooi? We dronken samen koffie en snoepten van de cake. We gingen samen naar de kinderen kijken,, die sliepen als rozen. We zetten de radio aan, niet te luid en zochten tot we een goed programma vonden. We bladerden in de tijdschriften en spraken over de vakantie. We verveelden ons niet, waren heel eensgezind... en ge lukkig. Ik zag het aan je. De wolken verdwenen van je voorhoofd, je ogen begonnen weer te glanzen en plotseling lachte je zacht, maar zó warm en blij, dat ik er ook blij „Dat kwam door die. gekke opmerking die ie maakte over de tuin. Dat de Rhodo dendron precies Petertje wa dan hij mag." „En jij lachte. Niet omdat ik zo geestig was, want dat was ik niet. Maar omdat je opeens Petertje, dat eigenzinnige, koppi ge knulletje voor je zag. dat nu zo vredig ligt te slapen, maar op de dag het hele huis kan vullen met zijn harde stem, wilde spelletjes en zotte opmerkingen. „Alles goed en wel. Flip. Maar ik geloof, dat je alleen de prettige dag hebt genoteerd." „Toch niet. Er gebeurden ook vervelen de dingen, afgezien van de visite, die niet kwam. Petertje kreeg twee maal woede-aanval en moest zelfs een keer de hoek worden gezet. Op de mafkt v loor je de broche, die nicht Alie je vorig jaar op je verjaardag had gegeven. De melk kookte een keer over en de kwaliteit van het vlees, dat de slager bracht, viel je tegen. Het nieuwe truitje voor Petertje was duurder dan je had gehoopt en toen je de kmderen uitkleedde ontdekte je eei in Liesje's linkerschoenzool. Toen de kels al waren gesloten drong het tot je door, dat je was vergeten soepgroente mee te brengen. En de Margrieten in de tuin zaten vol bladluis, ofschoon je de ge hele week in de weer was geweest mei spuitmiddelen. Maar zulke kleine tegensla gen horen bij het leven!" „Je hebt gelijk. Ik zal nooit meer mop- „Je mag mopperen. Dat doen maal van tijd tot tijd. Maar toen ik: je daar een half uur geleden zo zag zitten, aohter je koffiekopje, jn. je mooiste jurk, het toonbeeld van vrede... toen dacht ik opeens: „Is het me gelukt wat ik haar zes jaar geleden heb beloofd? Is ze geluk kig geworden?" „Ja," zei ik vast. ,.lk ben gelukkig. Met jou. met de kinderen, met mijn huis. Met alles. Ook met de tegenslagen en teleurstel lingen. Het is heel lief van je Flip, één dag lang alles op te schrijven op terug te zien. En dan te bedenken, dat élke dag zo vol is... zo barstensvol met gelukkige momenten, met kleine, blijde din gen... O. Flip!" 1 de gang dezer dagen OÜ hopen, de kinderen lastig zijn. de regen binnen houdt, of de rekeningen elkaar een té snel tempo opvolgen, denk ik terug aan die zaterdag, waarin Flip gedurende zestien uren een dagboek bijhield leerde, dat het grote geluk uit kleine, ogen schijnlijk onbelangrijke dingen bestaat. Dan kan ik er weer tegen, dan heb ik weer de moed om de takt en de vrolijk heid op te brengen, die nodig zijn kinderen te leiden. Dan besef ik wc mooi het leven is. De stem achter U, door ds. Gabe van Duinen, uitgave A. W. Sijthoff N.V., Leiden. De Wassenaarse predikant van de Bloemcampkerk, ds. Gabe van Duinen, heef.t aan de lange rij van dagboekjes een nieuw toege voegd In korte sprekende zinnen geeft hij de lezer voor iedere dag een gedachte mee die steeds wel ergens blijft haken. Wel wordt hij zo nu en dan wel eens te veel dagen geboeid door eenzelfde the ma. maar steeds .veet hij toch weer een nieuw gezichtspunt naar voren tc brengen. Dit dagboek, dat een handig klein formaat heeft is. dunkt ons. buitengewoon ge schikt voor jonge mensen, maar ook de ouderen zal het toch ze ker wel aanspreken. De titel is ontleend aan de teks* voor de tweede dag. Jesaja 30:21 zoals de Engelse Moffatt-vertaling die geeft. Gouden Waringin, door R. K. Narayan» Uitgave C. de Boer Jr., Hilversum. Uit dit boek leert men de sfeer van het Verre Oosten goed ken nen: in het zaken doen onder de waringin en ook in de cirkelgang des levens, waarbij ieder noch tans in eigen kaste blijft. M. Mok, de band- A. H. van der Harst. Graham Greene schreef inleiding. Het onze Vader, door ds. H. J. Kouwenhoven. Uitgave ,.Fi- lippus" bij J. H. Kok, Kampen. Er is in de geschiedenis van de kerk enorm veel geschreven over het gebed dat Christus zijn disci pelen leerde, maar toch is er al tijd nog weer plaats voor een nieu we brochure, omdat het gebed al tijd toch een centrale plaats in het leven van de christelijke kerk zal blijven innemen. De Rotter damse -predikant H. J Kouwen hoven heeft in heel eenvoudige termen geprobeerd om een ver klaring v Is 'hij schijnlijk zal de schrijver zen zeggen van niet, wan wie kan dit grootste der gebeden geheel doorgronden. Toch heeft hij de le zers een grote hoeveelheid ge dachten gegeven, waardoor het gebed hen zeker dierbaarder zal worden. Dit „Het onze Vader" is uitgei telt i kort en eenvoudig genoeg „verloren avond" tot een feest te maken. Het nieuwe vaderland, door Foka van Loon. Uitgave N.V. J. H. Kok. Kampen. In dit meisjesboek worden de grote en kleine problemen be schreven van een, met moeder en broertjes uit Indonesië gerepa trieerd, meisje. Als gevolg van haar gesloten en ook een beetje hooghartige karakter vindt Lydie moeilijk aansluiting bij haar leef tijdgenootjes. Er komt echter een dag. waarop in het dorpje een jongen haar tegemoet treedt. Hij opent voor haar de weg naar ge zelligheid en kameraadschap. Fo ka van Loon heeft dit gegeven aardig uitgewerkt en het boek is het lezen daarom waard. Frits Klein voorzag het van een spre- .kende omslag en enkele tekenin- De Kinderbijbel van Johanna Kuiper. Geïllustreerd door A. Jagtenberg. Uitgave H. J. Pa ris, Amsterdam. De Kinderbijbel van Johanna Kuiper, waarvan de schrijfster het verschijnen zelf niet meer heeft mogen beleven, is een ver zorgde en aantrekkelijke uitgave geworden. De schrijfster moet veel van kinderen gehouden heb ben, wilde zij zo kunnen vertellen. Zij brengt vooral „het kind" in de bijbel naar voren. Als bezwaar kan men aanvoeren, dat er teveel verhaal door het bijbelverhaal is geweven. Een ander bezwaar is, dat veel is weggelaten, zodat het. Wat dit betreft, meer een boek met bijbelse verhalen is geworden. De tekeningen van A. Jagtenberg vinden we bijzonder geslaagd. Dr. O. Noordmans Hoofd momenten van zijn theologie, door dr. J. M. Hasselaar. Uitga ve Boekencentrum N.V., 's-Gra- Hoewel onze distantie van de overleden theoloog dr. O. Noord mans misschien nog niet groot genoeg is om hem werkelijk naar zijn waarde voor onze tijd te schat ten. heeft dr. J M. Hasselaar het toch aangedurfd om in een bro chure van 56 kleine pagina's een inzicht te geven in een aantal aspecten van zijn theologie. De schrijver is kennelijk gedreven door liefde voor zijn onderwerp, maar dat weerhoudt hem niet om de gedachten van dr. Noordmans critisch weer te geven. Hij tekent in enkele scherpe lijnen deze theo loog die uit de „ethische" rich ting stamt, maar steeds meer ge boeid werd door de dialectische theologie. Het is echter steeds cri tisch tegenover Karl Barth blij ven staan, in wiens leven hij een „teleurstellend terugbuigen naar reeds opgegeven posities" zag. Voor wie interesse heeft voor de werken van deze theoloog, die wel een heel eigen positie heeft inge nomen in ons land, is dit een zeer waardevolle brochure, on danks zijn beknoptheid. Het alikruikenvrouwtje DOOR THEA BECKMAN het omhoog en smakten het de prins werd zeeziek, maar hij had geen tijd om er aandacht aan te schenken. Meer dood dan levend bereikte hij de ankerspil en wierp het anker uit. Maar de zee was te diep, het anker kwam niet op de bodem. Hulpeloos dreef het scheepje rond. Eensklaps was er een vreselijk gekraak. De hele boot trilde. De schipper begon te schreeuwen. Op dat moment brak de dag aan: grauw, somber. Langs de hemel joegen de grij ze wolken. Hoog spatten de golven over het gestrande schip. En vaag zag de prins de omtrek van ee eiland oprijzen tegen de grauwe, wilde hemel. Ze op de rotsen van de zeven eilanden gestoten! „We moeten overboord springen en zwemmend het eiland trachten te bereiken", riep de schipper, een kwartier breekt de boot doormidden. Durf je?' De prins, trillend van angst, gaf geen antwoord De schipper rukte twee planken los prins. „Houd dat vast als je in het water springt. Die plank zal je helpen je hoofd boven water te houden. Vaarwel, we zullen elkaar misschien nooit weerzien. Ik denk niet, dat we deze schipbreuk overleven." Naast elkaar sprongen ze in zee. De prins, één arm om de plank geslagen, begon meteen te zwemmen. Toen zag hij, dat de schipper door een golf met zijn hoofd tegen de scheepswand was gestoten en nu versuft in het woelige water lag. Hij zou zeker verdrinken als niemand hem te hulp kwam. De prins aarzelde niet. Al had de man hem twaalf dagen lang hard laten werken, niet eenmaal een vrien delijk woord gezegd, hem geslagen en uitgescholden, de prins kon hem toch niet zomaar laten omkomen. Hij greep met zijn vrije hand de bewusteloze visser beet, trok hem op de plank en probeerde toen te zwemmen. Gelukkig werd het juist vloed. De golven droegen de prins en zijn zware last naar de kust, waar de bran ding wild schuimend op de rotsen sloeg. „Nooit zullen we levend die kust bereiken", dacht de prins radeloos. „Die branding zal ons doodslaan op de rotsen. Ik nergens een zandig plekje waar we kunnen landen." De storm was nu enigszins gaan liggen, maar de bleef wild en ruw. De prins voelde zich door de golven de gevaarlijke harde rotsen drijven, hij trachtte Brieven hebben jullie me ook veel geschreven deze en daarom begin ik gauw met de beant woording ervan. De letters O—Z zijn aan de beurt en Ria den Otter opent de rij. Jullie zijn met een heel stel naar het strand geweest zeg. weer is ga ik ook altijd naar het strand. Jij zal dus wel overgaan op school Gerrie van Osnabrugge. Is de sport dag leuk geweest? En hoe is heit met "Ria afgelopen? Robby en Peter den Ouden hebben al heel wat medailles van wandelmarsen. Nu ik vind het flink hoor jongens, en zou het jullie niet na doen. Hard sparen maar! Henrietta Pruim ik geen grotere stukji zichzelf i af te houden, ms naar de puntige staken al zwemmend van die rotspunten steeds dichter stuwde de zee hem nen, die dreigend uit het water op- (Volgcnde week verder) Hallo allemaal, Dat was me een leuke puzzel hè vorige week. De zes planken moest je bij elkaar zoeken en dan kwam er tevoorschijn: Circus Pedro komt! Nu heel wat neven en nichten .stuurden mij mooie tekeningen van circussen, van kunstjes die de olifanten, leeuwen, apen, clowns enz. maken en ook mooi gekleurde oplossingen kwamen binnen. Het was werkelijk wel een beetje moeilijk om de prijswinnaars aan te wijzen. Maar Ada V er vlo et heeft toch deze week de hoofdprijs wel verdiend. En omdat er zoveel inzendingen waren deze week eens vier troostprijzen. Ze gaan naar Jan Vesseur, Nelly en Kees de Wachter (jullie krijgen samen een legpuzzel, goed?). A drie van Vuur en en N e Hek e v. d. Vliet. Gefeliciteerd allemaal hoor. ik pagina tot mijn moeten hebben en dat nu eenmaal niet. De brieven bewaar ik niet. Is de jurk goed geworden? je Pex, schrijf ji Rosenbrand sch reis naar Bergen op Zi en Tilburg. Leuke teke: gen maakte je. Dikkie Ravenhorst stuurde alleen de oplossing. Fijn dat je zus geslaagd is voor haar exa men Karin de Roo. Gaat ze nog verder leren? In welke klas kom je nu te zitten in september? Connie van Rij en Gerda de Ridder stuurden ook alleen de op lossingen. Adrie Schotel schreef over de schoolreis naar Haastrecht en Loos- drecht. Jullie hebt er een lange dag van gemaakt Henk Schuurman stuurde een keurig getypte brief. Heb je dat al geleerd Henk. typen? Jij hebt een mooie tocht gemaakt zeg. Hcn- ny Schiiller heeft ook een brief geschreven over de schoolreis. Die tunnel in Vel- Zes broers zien jullie hier. Ze lijken erg op elkaar, vinden jullie niet? Een van de broers heeft zich ook van achteren gezien laten uittekenen. Kunnen jullie zien u»ie het is? Oplossingen insturen voor dinsdag. sen heb ik nog nooiit gezien. Rien Solleveld gaat in september naar de Mulo- school. Gelukkig dat je weer beter bent Rien. Leuke teke ning maakte je. Truus- je Stout is met de schoolreis naar Wassenaar geweest waar ze heeft ge- i kanood. Jouw zusje heeft i een goede verjaardag ge had zeg. Renc Stolk ver telde over de glasblazer die pas op school is ge weest. „Kameel met jong" stond op de kaart van Corrie Steenks. Op de kaart van Ineke Steenks zag ik zwemmende en spe lende kinderen in zee. Har telijk bedankt hoor. Fijn dat jullie het zo naar je zin hebt gehad. Pietje en Sjaak Stok hebben flink gewandeld de afgelopen we ken. Hoeveel medailles heb ben jullie nu al totaal? Piet Slappendel is benieuwd of hij naar de vijfde klas Janek, de vluchteling 5. Daar zijn de trappen. Nog één klein stukje aflopende straat en de kinderwagen is er. Hij slaat vast om. En dan? Janek heeft het gevaar al zien komen. Hij loopt harder dan al die andere jongens. Hijgend draaft hij over dat laat ste stukje straat. En nog net op tijd kan hij de wagen pak ken. Precies vóór de eerste trede van die lange trap blij ven Janek en de wagen stilstaan. De baby lacht. Die heeft het ritje wel aardig gevonden Janek staat echt uit te blazen. Maar als hij omkijkt, sdhrikt hij weer. Want niet alleen al die jongens komen er aan en verdringen zich om de kinderwagen, maar zijn tante is er ook bij. En aan haar gezicht kan Janek wel zien, dat het er niet zo best voor hem uitziet. Hij gaat de trap al vast maar af. Wanneer tante ziet, dat de baby niets man keert, zal ze misschien wel zó dankbaar zijn, dat ze vergeet hem te straffen. Maar mevrouw MacGregor vergeet het helemaal niet. Ze is erg blij, dat de baby kraaiend van plezier in de kinder wagen ligt, maar dan is ze dadelijk van plan Janek eens flink te straffen. Dat wacht Janek niet af. Hij vliegt de trappen af. En mevrouw MacGregor holt met al die jongens achter 6. Het is maar goed, dat Janek zo goed de weg weet. Hij vliegt van de ene straat in de andere. Maar aan hèt lawaai achter hem hoort hij wel, dat hij zijn achtervolgers niet ge makkelijk kwijt zal raken. Ze zitten hem aldoor op de hielen. Maar Janek zet door. Weer komt een lange rij trappen. Hij vliegt naar beneden. Maar wat ziet hij daar aan de voet van de trap? Een politieagent. Die kijkt raar op als hij zo'n schreeuwende groep jongens naar beneden ziet rennen. Die agent wil daar wel iets meer van weten. Hij komt de h-ap op. En nu zit Janek klem. Achter hem komt zijn tante en voor hem loopt de nek toe. Er is nog Janek schiet er ir heel lang door en even zitten om tc hem kwijtgeraakt. Maar wat nu? Janek durft nu toch echt niet meer naar huis. En wat moet hij anders? Als de politie hem vindt, wordt -ituurlijk weer naar zijn tante gebracht .En dat wil hij agent met heel waardige stappen naar Ja- eén klein kansje., links is een steegje., Hij klimt over een muurtje, loopt nog hoort dan opeens niets meer Hij blijft •t rust te komen. Het blijft stil. Ze zijn niet. Nee, hij wil alleen i schrijft Stori m gi maar toch schreef een brief. Flink gedaan Adri, ik kon het best lezen hoor. Ik zou ook niet mooi kunnen schrijven als ik het met mijn linker hand moest doen. Sjouke Sonneveld stuurde voor de eerste maal de oplossing in. EI- ly Smaling; schreef ook Stuur je nu weer meer in? Lisette Siioey stuurde een mooie oplossing. Nellie Stander gaat me nu ook weer schrijven. Pe ter v. d. Steenhoven is een nieuweling. Als je naar Rijnezate gaat schrijf je me er maar over Wim Tim- mers. Bedankt voor je mooie gedicht. Jaap Tol heeft pas meegedaan met een gymnastiekuitvoering. Ben je al lang op de gym? Tineke Tol stuurde al leen de oplossing. Ingrid Thierry, Leijweg 31b. Den Haag, wil graag postze gels ruilen. En ook suiker zakjes. Wie schrijft haar eens? - Jij hebt een reuze lange vakantie zeg Lies van Velzen. Veel plezier hoor. ook de elfde. Aad van Verseveld gaat naar de Ambachtsschool. Jij gaat ver weg in de vakantie Aad Schrijft Robbie van Vliet volgende keer een briefje? Thea Verweij heeft van daag, als het tenminste goed weer is in Pijnacker, een mars gelopen. Hoe lang moet je nog naar school? Ada van Vuren schreef over de mooie bloe mentuin. Jij werkt zeker ook wel eens in de tuin? Elsje Verbruggen heeft een borduurdoos gewonnen met het Oranjefeest. Zou jij overgaan Elsje? Kees Voorwinden schreef me wel een ingewikkelde brief met al die kantjes, maar ik heb ze toch gelezen. Fijn dat je zusje zo groeit. Gelukkig dat de konijnen er allemaal nog zijn. Piet Vuyk, de Brievenbus blijft de hele zomer door. Dus je kunt in de vakantie ook opsturen. Jaap Verbeek plakte de oplossing op een vel karton. Mar ga Venvijs, vorige keer is je naam waarschijn lijk weggevallen, maar nu sta je er dan toch in. Jam mer dat jullie niets won nen. Maar gelukkig dat je toch een ijsje enz. kreeg Gerda! Is de nieuwe juf frouw aardig? Jij hebt een mooie schoolreis achter de rug Loes Vermeer. Wat had jij je brief mooi ge kleurd. Fijn dat de prij3 naar je zin was Teunie de Vlaam. Schrijf je me eens waar je naar toe bent ge weest met het reisje? Rudy de Vries heeft een landkaartje voor me gete kend waarop precies staat aangegeven welke plaatsen hij allemaal heeft bezocht op de schoolreis. Mooi ge daan Rudy. Leny Vernee gaat naar de mulo-school in september. Groeien de goudvissen goed? Atie Verkou gaat ieder» week zwemmen met de hele klas. Adrie Vlasblom je moet naar de krant zelf schrijven en de datum is 27 oktober. De aardbeien zijn nu ze ker op Nelleke Vijfwinkel? - Dik, Frits en Goofke van de Water maakten een mooi gedicht bij de oplos sing. Jongens, de moed niet verliezen hoor, jullie win- prijs. Je schreef toch wel mooi met een vul pen Esdra van Wageningen. Je hebt een mooie school- gemaakt zeg. Ada een abonnement zwembad Jacob Arie van de Wetering? Jullie hebt heel wat zebravinkjes. Annie Westhoeve is een nieuwelinge. Heb je de bruine bonen al afgeplukt Ada van Zuilen? Willy Zaalberg gaat met vakan tie naar Egmond aan Zee. Veel plezier Willy en tot over zes weken dan maar. Jongens en meisjes de brievenbus is weer leeg Volgende week de letter A-G. Schrijven jullie in je brieven naam. adres en leeftijd. Dag allemaal, tot de volgende week.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18