GELUK
BBH KOZT VeWM
EEN HANDVOL PASVERSCHENEN BOEKEN
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 4 JULI 1959
Bijna gelijktijdig keken we op de klok. Kwart voor elf. Het was zaterdag
avond, we hadden geen haast om naar bed te gaan. Maar langzamerhand
moest het er toch van komen.
„Zullen we nog een kop koffie nemen?" vroeg Flip. Ik stond gehoor
zaam op en schonk in. Bij wijze van souper namen we er nog een plak
cake bij. De gordijnen voor de open tuindeur bewogen zachtjes in de
wind; buiten was het stil. Een zomeravond uit duizenden
Flip roerde langzaam in zijn koffie en keek mij aan.
„Ben je gelukkig?" vroeg hij plotseling.
s: hij eet maar
altijd anders
de vloer schept problemen.
„Huh?" Ik moest er even over nadenken.
Was ik gelukkig? Och, waarom niet. De
kinderen waren gezond, we hadden elke dag
voldoende te eten, we woonden naar onze
zin... en er waren tientallen onvervulde
wensen. Misschien noemt men dat geluk,
misschien noemt men het sleur... ik weet
„Vandaag" zei Flip zacht, ..heb ik een
dagboek bijgehouden. Eén dag maar. Voor
Ec begreep het niet. Dat was niets voor
Flip. Mannen met een technische knobbel
hebben er nooit veel behoefte aan iets op
te schrijven. Flip en een dagboek leken mij
een onmogelijke combinatie.
..Toch." zei hij lachend en haalde een
kladblaadje uit zijn zak. „Luister maai
rk had vandaag vrij en was dus in de ge
legenheid je gade te slaan. Stel je er be
lang in?"
„Ja zei ik aarzelend, nog altijd niet
begrijpend wat hij bedoelde.
„Daar gaan we dan."
JE stond om half acht op, zette thee en
maakte brood klaar. Daarna bracht je
mij het ontbijt op bed en maakte de kin
deren wakker. Je keek een beetje don
ker. Waarschijnlijk piekerde je over de
dagindeling. Een zaterdag J" jMjfi
hele dag
nietwaar?
Om half negen waren de kinderen klaar
en bracht je Petertje naar de kleuterschool.
Je nam Liesje ook mee. al is ze pas twee-
en-een-half, want je wilde meteen bood
schappen doen. Ik zag jullie vertrekken:
een vrolijk groepje, jij in je gebloemde
katoenen jurkje en de kleuters aan de
hand. Jullie lachten en praatten opgewekt.
De zon scheen. Ik ging niet mee. maar ik
hoorde je later vertellen, hoe je om Liesje
had gelachen, toen ze bij de groenteman de
kersen „mejoenen" noemde en met een
blik op de ijskast heel plechtig constateer
de, dat ze niet om een ijsje had gevraagd
dus het recht had er zomaar één te
ijgen!"
„Ja. Liesje heeft altijd
gica bij de hand."
„Daarna kwamen jullie weer thuis en
ging jij aan het werk. Liesje drentelde om
je heen, kwam je zogenaamd helpen met
bedden opmaken en afstoffen. Ik hoorde
jullie lachen..."
„Het is ook zo'n eigenwijs gezicht, wan
neer zo'n kleuter doodernstig de lakens
staat glad te strijken."
„De bakker kwam. Liesje stond er met
de neus bovenop, toen je brood nam en
afrekende. Ze wist het zó te manoeuvreren
dat zij een krentebol kreeg. Ik zag haar
glimlach op jouw gezicht weerspiegeld
worden."
„Ze is onweerstaanbaar, die kleine heks."
gaf ik vertederd toe.
„Ofschoon je er eigenlijk geen tijd voor
had. kwam je mij in de tuin helpen. Samen
rolden we het gras en rukten we onkruid
uit, samen vulden we de vazen met bloe
men. De zon scheen op ons hoofd. Liesje
speelde met de afgeknipte grasjes en jij
zat wel tien minuten lang gehurkt voor de
rozenstruiken om te zien, hoe zo'n dikke
hommel zich te goed deed. Zeg eens eer
lijk: was je op dat uur niet gelukkig?"
„Ik geloof het wel...."
„We dronken koffie in de keuken.
wel hij het helemaal niet lekker vond.
Kleurde zo leuk. vond hij. Toen vroeg je
mij het licht op de trap in orde te ma
ken. want dat haperde voortdurend. Ik
sleepte de trapleer aan en balanceerde bo
ven de afgrond, terwijl de kinderen er
natuurlijk vlak bij moesten staan en ver
schrikkelijk in de weg liepen. Ik riep:
„Stuur dat grut toch de straat op," maar
jij maakte bezwaren.
„Allicht. Sedert de grote weg is opgebro
ken en al het verkeer door onze straat
wordt geleid, houd ik mijn hart vast voor
:i Thea Beekman
dat
i tijdje later spoor-
en d'
krijg.
prachtige lo-
i heb.... Enfin, je scheen door de rom
mel toch niet zo heel erg terneergedrukt,
want je babbelde honderd uit over de kin
deren en over wat Petertje alzo op de
kleuterschool beleeft. Toen besefte ik op
eens, hoeveel die peuters voor je beteke-
„Ze geven mij handen vol werk. dat is
zeker," gaf ik toe. Maar het werd mij
warm om het hart. Lieve, lieve Flip!
HIJ glimlachte.
„Ik bleef in de keuken rondhangen."
ging hij voort, terwijl hij zijn aantekenin
gen raadpleegde, „terwijl jij de ontbijtboel
waste en de tegels afsopte. Daarbij werd
je dan nog driemaal gestoord. Eerst door
de postbode, daarna door de slager en ten
slotte door de melkman. De post bracht al
leen de wekelijkse tijdschriften en met de
melkman had je een lange discussie over
een post. die volgens hem nog openstond
en die volgens jou al een weck geleden
was betaald. Toen jullie het eindelijk eens
waren geworden was het half twaalf en
rende je weg om Petertje uit school te ha
len. Je was nog niet klaar in de keuken,
je had nog tientallen karweitjes te doen.
maar ik zag je gezicht, terwijl je naar
buiten ging. Je verheugde je heel duidelijk
op het weerzien met Petertje. En jullie
bleven lang uit."
„We gingen meteen -ven over de
markt," $ëkende ik.
'„Dat weet ik. Ik kan me ook voorstel
len hoe Petertje dat vond: al die kraam-
Ejes met lekkernijen en kleurrijke uitstai
ngen. Waren jullie niet gelukkig, toen je
hem dat leuke truitje liet passen?"
„O. het kind amuseerde zich kostelijk.
Hij maakte iedereen aan het lachen omdat
hij steeds maar bleef herhalen: „Die blau
we streep, mams, die blauwe streep, die
staat zo róód!" Hij bedoelde natuurlijk:
„Die staat zo vrolijk," maar een kind van
vier drukt zich soms zo wonderlijk uit."
„De maaltijd was een feest, weet je nog?
Liesje gooide ditmaal eens niet haar beker
de peuters en heb ik liev
tuin spelen."
„Ze wilden niet in de tuin, ze wilden zien,
hoe hun vader het er op die wankele stel
lage van afbracht. Maar toen ze eenmaal
de magische formule: „Op straat spelen"
hadden opgevangen, waren ze niet meer te
houden. Petertje sleepte zijn autoped naar
buiten en Liesje kwam al aandraven met
haar poppewagentje. Je liet ze gaan. zij
het met tegenzin. En er gebeurde géén on
geluk, wat weer een groot geluk
„Maar Liesje
„Ja. Je liet de cake in de oven in de
steek en rende naar buiten. Na een poosje
zoeken vond je Liesje op het plein achter
de Grote Kerk. Ze snikte als Klein Duim
pje. die heeft ontdekt dat de vogeltjes de
broodkruimels hebben opgepikt. In de roes
van haar vrijheid was ze viermaal het
pleintje rondgerend en daarbij had ze alle
gevoel voor richting verloren. Ze wist
niet meer, welke straat de hare was.
Waren jullie niet gelukkig, toen jullie el
kaar terugvonden?"
„O ja, ze lachte en huilde tegelijkertijd
en ze zag er uit....! Zwart als een schoor
steenveger!"
„Ik zag jullie aankomen, lachend en bla
kend van gezondheid. Op dat moment
herinnerde je je de cake. Je snelde naar
de keuken en trok de vorm uit de oven.
Wat was je blij, toen de cake goudbruin
en prachtig droog uit de vorm op de
schaal viel!"
„Hij was inderdaad goed gelukt!"
..Intussen was het tijd geworden -om de
kinders in bad te stoppen. Ik hoorde jullie
poedelen, het water spatte tegen de wan
den, de douche zong en jij lachte het hardst
van allen. Je wreef en poetste hun mollige
lijfjes, je kamde hun natte haren en Liesje
mocht nog éven haar strik er in heb
ben, waar ze zo geweldig trots op is. In
hun schone pyama's zagen de kleuters er
weer uit om te stelen."
„Heb ik ooit beweerd dat we géén mooie
kinderen hebben?"
„Alle kinderen zijn mooi, omdat ze jong
en onbezorgd en gelukkig zijn.
Terwijl ik Petertje hielp met zijn pap.
trachtte jij met eindeloos geduld Liesje
haar avondeten aan te praten. De leoe>
veranderde in een vliegtuig, dat regeirecn'
in haar lachende mondje vloog. Liect
werd de reus, die door de rijstebreiberg
heen moest eten. Ze grinnikte en al. En
jij was blij, omdat ze at. Al kostte het
moeite en veel tijd en nog meer geduld."
IK knikte ernstig bij de herinnering aan
Liesje'* dagelijkse gevecht met het pap-
„Toen konden de peuters naar bed. We
jonasten ze één voor één in hun ledikantje.
waarbij het heel vrolijk toeging en de kin
deren het uitschaterden. Jij ging op een
stoeltje naast hun bed zitten en vertelde
een verhaaltje. Maar toen schrok je. want
het was al kwart over zeven en we zouden
gasten krijgen. Je stopte de kinderen in en
nog eens en nog eens. alsof je maar niet
van ze kon scheiden en toen rende je met
drie treden tegelijk de trap af. want de
vaten stonden er nog en om half acht zou
den Henk en Tine komen."
„Ze kwamen niet."
„Neen.
gekleed l__
dat alle borden en kopjes schoon in de kast
stonden, belden ze op. Ze hadden plotse
ling zelf bezoek gekregen en moesten af
zeggen. Ik zag je gezicht. Je had je ver
heugd op de gezellige avond, je had je er
voor uitgesloofd, cake gebakken, chocola-
tjes op een schaaltje geschikt, bloemen op
tafel gezet, je beste jurk aangetrokken...''
„Het was heel jammer dat ze plotseling
verhinderd waren," zuchtte ik.
„Natuurlijk. Maar was de avond tóch
niet mooi? We dronken samen koffie en
snoepten van de cake. We gingen samen
naar de kinderen kijken,, die sliepen als
rozen. We zetten de radio aan, niet te luid
en zochten tot we een goed programma
vonden. We bladerden in de tijdschriften en
spraken over de vakantie. We verveelden
ons niet, waren heel eensgezind... en ge
lukkig.
Ik zag het aan je. De wolken verdwenen
van je voorhoofd, je ogen begonnen weer
te glanzen en plotseling lachte je zacht,
maar zó warm en blij, dat ik er ook blij
„Dat kwam door die. gekke opmerking
die ie maakte over de tuin. Dat de Rhodo
dendron precies Petertje wa
dan hij mag."
„En jij lachte. Niet omdat ik zo geestig
was, want dat was ik niet. Maar omdat
je opeens Petertje, dat eigenzinnige, koppi
ge knulletje voor je zag. dat nu zo vredig
ligt te slapen, maar op de dag het hele
huis kan vullen met zijn harde stem,
wilde spelletjes en zotte opmerkingen.
„Alles goed en wel. Flip. Maar ik geloof,
dat je alleen de prettige
dag hebt genoteerd."
„Toch niet. Er gebeurden ook vervelen
de dingen, afgezien van de visite, die niet
kwam. Petertje kreeg twee maal
woede-aanval en moest zelfs een keer
de hoek worden gezet. Op de mafkt v
loor je de broche, die nicht Alie je vorig
jaar op je verjaardag had gegeven. De
melk kookte een keer over en de kwaliteit
van het vlees, dat de slager bracht, viel
je tegen. Het nieuwe truitje voor Petertje
was duurder dan je had gehoopt en toen je
de kmderen uitkleedde ontdekte je eei
in Liesje's linkerschoenzool. Toen de
kels al waren gesloten drong het tot je
door, dat je was vergeten soepgroente
mee te brengen. En de Margrieten in de
tuin zaten vol bladluis, ofschoon je de ge
hele week in de weer was geweest mei
spuitmiddelen. Maar zulke kleine tegensla
gen horen bij het leven!"
„Je hebt gelijk. Ik zal nooit meer mop-
„Je mag mopperen. Dat doen
maal van tijd tot tijd. Maar toen ik: je
daar een half uur geleden zo zag zitten,
aohter je koffiekopje, jn. je mooiste jurk,
het toonbeeld van vrede... toen dacht ik
opeens: „Is het me gelukt wat ik haar
zes jaar geleden heb beloofd? Is ze geluk
kig geworden?"
„Ja," zei ik vast. ,.lk ben gelukkig. Met
jou. met de kinderen, met mijn huis. Met
alles. Ook met de tegenslagen en teleurstel
lingen. Het is heel lief van je Flip,
één dag lang alles op te schrijven
op terug te zien. En dan te bedenken, dat
élke dag zo vol is... zo barstensvol met
gelukkige momenten, met kleine, blijde din
gen... O. Flip!"
1 de gang dezer dagen
OÜ
hopen, de kinderen lastig zijn. de regen
binnen houdt, of de rekeningen elkaar
een té snel tempo opvolgen, denk ik terug
aan die zaterdag, waarin Flip gedurende
zestien uren een dagboek bijhield
leerde, dat het grote geluk uit kleine, ogen
schijnlijk onbelangrijke dingen bestaat.
Dan kan ik er weer tegen, dan heb ik
weer de moed om de takt en de vrolijk
heid op te brengen, die nodig zijn
kinderen te leiden. Dan besef ik wc
mooi het leven is.
De stem achter U, door ds.
Gabe van Duinen, uitgave A.
W. Sijthoff N.V., Leiden.
De Wassenaarse predikant van
de Bloemcampkerk, ds. Gabe van
Duinen, heef.t aan de lange rij
van dagboekjes een nieuw toege
voegd In korte sprekende zinnen
geeft hij de lezer voor iedere dag
een gedachte mee die steeds wel
ergens blijft haken. Wel wordt hij
zo nu en dan wel eens te veel
dagen geboeid door eenzelfde the
ma. maar steeds .veet hij toch
weer een nieuw gezichtspunt naar
voren tc brengen. Dit dagboek,
dat een handig klein formaat heeft
is. dunkt ons. buitengewoon ge
schikt voor jonge mensen, maar
ook de ouderen zal het toch ze
ker wel aanspreken. De titel is
ontleend aan de teks* voor de
tweede dag. Jesaja 30:21 zoals de
Engelse Moffatt-vertaling die
geeft.
Gouden Waringin, door R. K.
Narayan» Uitgave C. de Boer
Jr., Hilversum.
Uit dit boek leert men de sfeer
van het Verre Oosten goed ken
nen: in het zaken doen onder de
waringin en ook in de cirkelgang
des levens, waarbij ieder noch
tans in eigen kaste blijft.
M. Mok, de band-
A. H. van der
Harst. Graham Greene schreef
inleiding.
Het onze Vader, door ds. H.
J. Kouwenhoven. Uitgave ,.Fi-
lippus" bij J. H. Kok, Kampen.
Er is in de geschiedenis van de
kerk enorm veel geschreven over
het gebed dat Christus zijn disci
pelen leerde, maar toch is er al
tijd nog weer plaats voor een nieu
we brochure, omdat het gebed al
tijd toch een centrale plaats in
het leven van de christelijke kerk
zal blijven innemen. De Rotter
damse -predikant H. J Kouwen
hoven heeft in heel eenvoudige
termen geprobeerd om een ver
klaring v
Is 'hij
schijnlijk zal de schrijver zen
zeggen van niet, wan wie kan
dit grootste der gebeden geheel
doorgronden. Toch heeft hij de le
zers een grote hoeveelheid ge
dachten gegeven, waardoor het
gebed hen zeker dierbaarder zal
worden. Dit „Het onze Vader" is
uitgei
telt i
kort en eenvoudig genoeg
„verloren avond" tot een feest te
maken.
Het nieuwe vaderland, door
Foka van Loon. Uitgave N.V.
J. H. Kok. Kampen.
In dit meisjesboek worden de
grote en kleine problemen be
schreven van een, met moeder
en broertjes uit Indonesië gerepa
trieerd, meisje. Als gevolg van
haar gesloten en ook een beetje
hooghartige karakter vindt Lydie
moeilijk aansluiting bij haar leef
tijdgenootjes. Er komt echter een
dag. waarop in het dorpje een
jongen haar tegemoet treedt. Hij
opent voor haar de weg naar ge
zelligheid en kameraadschap. Fo
ka van Loon heeft dit gegeven
aardig uitgewerkt en het boek is
het lezen daarom waard. Frits
Klein voorzag het van een spre-
.kende omslag en enkele tekenin-
De Kinderbijbel van Johanna
Kuiper. Geïllustreerd door A.
Jagtenberg. Uitgave H. J. Pa
ris, Amsterdam.
De Kinderbijbel van Johanna
Kuiper, waarvan de schrijfster
het verschijnen zelf niet meer
heeft mogen beleven, is een ver
zorgde en aantrekkelijke uitgave
geworden. De schrijfster moet
veel van kinderen gehouden heb
ben, wilde zij zo kunnen vertellen.
Zij brengt vooral „het kind" in de
bijbel naar voren. Als bezwaar
kan men aanvoeren, dat er teveel
verhaal door het bijbelverhaal is
geweven. Een ander bezwaar is,
dat veel is weggelaten, zodat het.
Wat dit betreft, meer een boek
met bijbelse verhalen is geworden.
De tekeningen van A. Jagtenberg
vinden we bijzonder geslaagd.
Dr. O. Noordmans Hoofd
momenten van zijn theologie,
door dr. J. M. Hasselaar. Uitga
ve Boekencentrum N.V., 's-Gra-
Hoewel onze distantie van de
overleden theoloog dr. O. Noord
mans misschien nog niet groot
genoeg is om hem werkelijk naar
zijn waarde voor onze tijd te schat
ten. heeft dr. J M. Hasselaar het
toch aangedurfd om in een bro
chure van 56 kleine pagina's een
inzicht te geven in een aantal
aspecten van zijn theologie. De
schrijver is kennelijk gedreven
door liefde voor zijn onderwerp,
maar dat weerhoudt hem niet om
de gedachten van dr. Noordmans
critisch weer te geven. Hij tekent
in enkele scherpe lijnen deze theo
loog die uit de „ethische" rich
ting stamt, maar steeds meer ge
boeid werd door de dialectische
theologie. Het is echter steeds cri
tisch tegenover Karl Barth blij
ven staan, in wiens leven hij een
„teleurstellend terugbuigen naar
reeds opgegeven posities" zag.
Voor wie interesse heeft voor de
werken van deze theoloog, die wel
een heel eigen positie heeft inge
nomen in ons land, is dit een
zeer waardevolle brochure, on
danks zijn beknoptheid.
Het alikruikenvrouwtje
DOOR THEA BECKMAN
het omhoog en smakten het
de prins werd zeeziek, maar hij had geen
tijd om er aandacht aan te schenken. Meer dood dan
levend bereikte hij de ankerspil en wierp het anker uit.
Maar de zee was te diep, het anker kwam niet op de
bodem. Hulpeloos dreef het scheepje rond. Eensklaps
was er een vreselijk gekraak. De hele boot trilde. De
schipper begon te schreeuwen. Op dat moment brak de
dag aan: grauw, somber. Langs de hemel joegen de grij
ze wolken. Hoog spatten de golven over het gestrande
schip. En vaag zag de prins de omtrek van ee
eiland oprijzen tegen de grauwe, wilde hemel. Ze
op de rotsen van de zeven eilanden gestoten!
„We moeten overboord springen en zwemmend het
eiland trachten te bereiken", riep de schipper,
een kwartier breekt de boot doormidden. Durf je?'
De prins, trillend van angst, gaf geen antwoord De
schipper rukte twee planken los
prins.
„Houd dat vast als je in het water springt. Die plank
zal je helpen je hoofd boven water te houden. Vaarwel,
we zullen elkaar misschien nooit weerzien. Ik denk niet,
dat we deze schipbreuk overleven."
Naast elkaar sprongen ze in zee. De prins, één arm
om de plank geslagen, begon meteen te zwemmen. Toen
zag hij, dat de schipper door een golf met zijn hoofd
tegen de scheepswand was gestoten en nu versuft in het
woelige water lag. Hij zou zeker verdrinken als niemand
hem te hulp kwam.
De prins aarzelde niet. Al had de man hem twaalf
dagen lang hard laten werken, niet eenmaal een vrien
delijk woord gezegd, hem geslagen en uitgescholden, de
prins kon hem toch niet zomaar laten omkomen. Hij
greep met zijn vrije hand de bewusteloze visser beet,
trok hem op de plank en probeerde toen te zwemmen.
Gelukkig werd het juist vloed. De golven droegen de
prins en zijn zware last naar de kust, waar de bran
ding wild schuimend op de rotsen sloeg. „Nooit zullen
we levend die kust bereiken", dacht de prins radeloos.
„Die branding zal ons doodslaan op de rotsen. Ik
nergens een zandig plekje waar we kunnen landen."
De storm was nu enigszins gaan liggen, maar de
bleef wild en ruw. De prins voelde zich door de golven
de gevaarlijke harde rotsen drijven, hij trachtte
Brieven hebben jullie me
ook veel geschreven deze
en daarom begin ik
gauw met de beant
woording ervan. De letters
O—Z zijn aan de beurt en
Ria den Otter opent de rij.
Jullie zijn met een heel stel
naar het strand geweest zeg.
weer is ga ik ook altijd naar
het strand. Jij zal dus wel
overgaan op school Gerrie
van Osnabrugge. Is de sport
dag leuk geweest? En hoe
is heit met "Ria afgelopen?
Robby en Peter den Ouden
hebben al heel wat medailles
van wandelmarsen. Nu ik
vind het flink hoor jongens,
en zou het jullie niet na
doen. Hard sparen maar!
Henrietta Pruim ik
geen grotere stukji
zichzelf i
af te houden, ms
naar de puntige
staken
al zwemmend van die rotspunten
steeds dichter stuwde de zee hem
nen, die dreigend uit het water op-
(Volgcnde week verder)
Hallo allemaal,
Dat was me een leuke puzzel hè vorige week. De zes planken
moest je bij elkaar zoeken en dan kwam er tevoorschijn: Circus
Pedro komt! Nu heel wat neven en nichten .stuurden mij mooie
tekeningen van circussen, van kunstjes die de olifanten, leeuwen,
apen, clowns enz. maken en ook mooi gekleurde oplossingen
kwamen binnen. Het was werkelijk wel een beetje moeilijk om
de prijswinnaars aan te wijzen. Maar Ada V er vlo et heeft
toch deze week de hoofdprijs wel verdiend.
En omdat er zoveel inzendingen waren deze week eens vier
troostprijzen. Ze gaan naar Jan Vesseur, Nelly en Kees
de Wachter (jullie krijgen samen een legpuzzel, goed?).
A drie van Vuur en en N e Hek e v. d. Vliet. Gefeliciteerd
allemaal hoor.
ik
pagina tot mijn
moeten hebben en dat
nu eenmaal niet. De brieven
bewaar ik niet. Is de
jurk goed geworden?
je Pex, schrijf ji
Rosenbrand sch
reis naar Bergen op Zi
en Tilburg. Leuke teke:
gen maakte je. Dikkie
Ravenhorst stuurde alleen de
oplossing. Fijn dat je zus
geslaagd is voor haar exa
men Karin de Roo. Gaat ze
nog verder leren? In welke
klas kom je nu te zitten in
september? Connie van
Rij en Gerda de Ridder
stuurden ook alleen de op
lossingen. Adrie Schotel
schreef over de schoolreis
naar Haastrecht en Loos-
drecht. Jullie hebt er een
lange dag van gemaakt
Henk Schuurman stuurde
een keurig getypte brief.
Heb je dat al geleerd Henk.
typen? Jij hebt een mooie
tocht gemaakt zeg. Hcn-
ny Schiiller heeft ook een
brief geschreven over de
schoolreis. Die tunnel in Vel-
Zes broers zien jullie hier. Ze lijken erg op elkaar,
vinden jullie niet? Een van de broers heeft zich ook
van achteren gezien laten uittekenen. Kunnen jullie
zien u»ie het is? Oplossingen insturen voor dinsdag.
sen heb ik nog nooiit gezien.
Rien Solleveld gaat in
september naar de Mulo-
school. Gelukkig dat je weer
beter bent Rien. Leuke teke
ning maakte je. Truus-
je Stout is met de
schoolreis naar Wassenaar
geweest waar ze heeft ge-
i kanood. Jouw zusje heeft
i een goede verjaardag ge
had zeg. Renc Stolk ver
telde over de glasblazer
die pas op school is ge
weest. „Kameel met
jong" stond op de kaart
van Corrie Steenks. Op de
kaart van Ineke Steenks
zag ik zwemmende en spe
lende kinderen in zee. Har
telijk bedankt hoor. Fijn
dat jullie het zo naar je zin
hebt gehad. Pietje en
Sjaak Stok hebben flink
gewandeld de afgelopen we
ken. Hoeveel medailles heb
ben jullie nu al totaal?
Piet Slappendel is benieuwd
of hij naar de vijfde klas
Janek, de vluchteling
5. Daar zijn de trappen. Nog één klein stukje aflopende
straat en de kinderwagen is er. Hij slaat vast om. En dan?
Janek heeft het gevaar al zien komen. Hij loopt harder
dan al die andere jongens. Hijgend draaft hij over dat laat
ste stukje straat. En nog net op tijd kan hij de wagen pak
ken. Precies vóór de eerste trede van die lange trap blij
ven Janek en de wagen stilstaan. De baby lacht. Die heeft
het ritje wel aardig gevonden
Janek staat echt uit te blazen. Maar als hij omkijkt,
sdhrikt hij weer. Want niet alleen al die jongens komen er
aan en verdringen zich om de kinderwagen, maar zijn tante
is er ook bij. En aan haar gezicht kan Janek wel zien, dat
het er niet zo best voor hem uitziet. Hij gaat de trap al
vast maar af. Wanneer tante ziet, dat de baby niets man
keert, zal ze misschien wel zó dankbaar zijn, dat ze vergeet
hem te straffen.
Maar mevrouw MacGregor vergeet het helemaal niet. Ze
is erg blij, dat de baby kraaiend van plezier in de kinder
wagen ligt, maar dan is ze dadelijk van plan Janek eens flink
te straffen. Dat wacht Janek niet af. Hij vliegt de trappen
af. En mevrouw MacGregor holt met al die jongens achter
6. Het is maar goed, dat Janek zo goed de weg weet. Hij
vliegt van de ene straat in de andere. Maar aan hèt lawaai
achter hem hoort hij wel, dat hij zijn achtervolgers niet ge
makkelijk kwijt zal raken. Ze zitten hem aldoor op de hielen.
Maar Janek zet door. Weer komt een lange rij trappen.
Hij vliegt naar beneden. Maar wat ziet hij daar aan de voet
van de trap? Een politieagent. Die kijkt raar op als hij zo'n
schreeuwende groep jongens naar beneden ziet rennen. Die
agent wil daar wel iets meer van weten. Hij komt de h-ap
op. En nu zit Janek klem. Achter hem komt zijn tante en
voor hem loopt de
nek toe. Er is nog
Janek schiet er ir
heel lang door en
even zitten om tc
hem kwijtgeraakt.
Maar wat nu? Janek durft nu toch echt niet meer naar
huis. En wat moet hij anders? Als de politie hem vindt, wordt
-ituurlijk weer naar zijn tante gebracht .En dat wil hij
agent met heel waardige stappen naar Ja-
eén klein kansje., links is een steegje.,
Hij klimt over een muurtje, loopt nog
hoort dan opeens niets meer Hij blijft
•t rust te komen. Het blijft stil. Ze zijn
niet. Nee, hij wil alleen i
schrijft
Stori
m gi
maar toch schreef
een brief. Flink gedaan
Adri, ik kon het best lezen
hoor. Ik zou ook niet mooi
kunnen schrijven als ik het
met mijn linker hand moest
doen. Sjouke Sonneveld
stuurde voor de eerste
maal de oplossing in. EI-
ly Smaling; schreef ook
Stuur je nu weer meer in?
Lisette Siioey stuurde
een mooie oplossing.
Nellie Stander gaat me nu
ook weer schrijven. Pe
ter v. d. Steenhoven is een
nieuweling. Als je naar
Rijnezate gaat schrijf je
me er maar over Wim Tim-
mers. Bedankt voor je
mooie gedicht. Jaap Tol
heeft pas meegedaan met
een gymnastiekuitvoering.
Ben je al lang op de gym?
Tineke Tol stuurde al
leen de oplossing. Ingrid
Thierry, Leijweg 31b. Den
Haag, wil graag postze
gels ruilen. En ook suiker
zakjes. Wie schrijft haar
eens? - Jij hebt een reuze
lange vakantie zeg Lies van
Velzen. Veel plezier hoor.
ook de elfde. Aad van
Verseveld gaat naar de
Ambachtsschool. Jij gaat
ver weg in de vakantie Aad
Schrijft Robbie van Vliet
volgende keer een briefje?
Thea Verweij heeft van
daag, als het tenminste
goed weer is in Pijnacker,
een mars gelopen. Hoe
lang moet je nog naar
school? Ada van Vuren
schreef over de mooie bloe
mentuin. Jij werkt zeker
ook wel eens in de tuin?
Elsje Verbruggen heeft
een borduurdoos gewonnen
met het Oranjefeest. Zou
jij overgaan Elsje? Kees
Voorwinden schreef me wel
een ingewikkelde brief met
al die kantjes, maar ik heb
ze toch gelezen. Fijn dat je
zusje zo groeit. Gelukkig
dat de konijnen er allemaal
nog zijn. Piet Vuyk, de
Brievenbus blijft de hele
zomer door. Dus je kunt in
de vakantie ook opsturen.
Jaap Verbeek plakte de
oplossing op een vel karton.
Mar ga Venvijs, vorige
keer is je naam waarschijn
lijk weggevallen, maar nu
sta je er dan toch in. Jam
mer dat jullie niets won
nen. Maar gelukkig dat je
toch een ijsje enz. kreeg
Gerda! Is de nieuwe juf
frouw aardig? Jij hebt
een mooie schoolreis achter
de rug Loes Vermeer. Wat
had jij je brief mooi ge
kleurd. Fijn dat de prij3
naar je zin was Teunie de
Vlaam. Schrijf je me eens
waar je naar toe bent ge
weest met het reisje?
Rudy de Vries heeft een
landkaartje voor me gete
kend waarop precies staat
aangegeven welke plaatsen
hij allemaal heeft bezocht
op de schoolreis. Mooi ge
daan Rudy. Leny Vernee
gaat naar de mulo-school
in september. Groeien de
goudvissen goed? Atie
Verkou gaat ieder» week
zwemmen met de hele klas.
Adrie Vlasblom je moet
naar de krant zelf schrijven
en de datum is 27 oktober.
De aardbeien zijn nu ze
ker op Nelleke Vijfwinkel?
- Dik, Frits en Goofke
van de Water maakten een
mooi gedicht bij de oplos
sing. Jongens, de moed niet
verliezen hoor, jullie win-
prijs. Je schreef toch
wel mooi met een vul
pen Esdra van Wageningen.
Je hebt een mooie school-
gemaakt zeg. Ada
een abonnement
zwembad Jacob Arie van
de Wetering? Jullie hebt
heel wat zebravinkjes.
Annie Westhoeve is een
nieuwelinge. Heb je de
bruine bonen al afgeplukt
Ada van Zuilen? Willy
Zaalberg gaat met vakan
tie naar Egmond aan Zee.
Veel plezier Willy en tot
over zes weken dan maar.
Jongens en meisjes de
brievenbus is weer leeg
Volgende week de letter
A-G. Schrijven jullie in je
brieven naam. adres en
leeftijd. Dag allemaal, tot
de volgende week.