CHRISTFUJK
Bezwaren werden niet
weggenomen
Koninklijke onderscheiding
voor J. W. Kruithof
V.U. ontving weer twee
nieuwe hoogleraren
j Ontsnapt
I langs Krakatau t
Eert woord voor vandaai
Kanttekenië
VICTORIA WATER
Prof. mr. L. W. G. Scholten
in Ons Mulo-blad
SENDER de kop „Moet dat nu
zo?" reageert in „Ons Mulo
blad", het orgaan van de Ver
eniging voor Chr. M.U.L.O. en
van de Bond van Chr. M.U.L.O.-
scholen, prof. mr. L. W. G.
Scholten op een rede van minis
ter Cals, die in een Kamerdebat
de gedachte verre van zich ge
worpen had als zou de nieuwe
onderwijswet (de zg. mammoet
wet) ongrondwettig zijn. Prof.
Scholten had dit namelijk in
Groningen gezegd. Indertijd
namen wij een uitvoerig verslag
op van zijn rede en wij willen
nu een gedeelte uit zijn ant
woord aan de minister weer
geven.
IN HET laatste nummer van
..Ons Mulo-blad" wordt de be
grotingsbehandeling van Onder
wijs in de Eerste Kamer weerge
geven, ook de minder heuse wijze,
waarop de minister van onderwijs
zich uitliet over een klein gedeel
te van een door mij gehouden rede
over de mammoetwet.
De minister meende mijn op
merkingen over de considerans
van het aanhangige wetsontwerp
te kunnen weerleggen met een be
roep op de considerans van de
wet op het hoger onderwijs van
1876, de middelbaar onderwijswet
van 1863, de nijveiheidsonderwijs-
wet van 1919, de lager onderwijs
wet van 1920, de kweekschoolwet
van 1952 en de kleuteronderwijs
wet van 1955, die dan ook in strijd
met de grondwet moesten zijn Hij
deelde daarbij mede, dat hij al
deze wetten zelf had opgeslagen.
Terzijde
ïiekschrijver al terecht op
gemerkt, dat ik een opmerking
maakte in verband met de grond
wet van 1917, die op het stuk van
het onderwijs fundamenteel gewij
zigd is, zodat een verwijzing
naar wetten van 1863 en 1876 als
niets terzake doende terzijde kun
nen worden gelegd.
Maar afgezien daarvan wil ik
het beroep van de minister eens
aan de werkelijkheid toetsen. De
considerans van het mammoet-
wetsontwerp luidt:
..alzo wij in overweging geno
men hebben, dat het wenselijk
is. ter verkrijging van een sa
menhangend geheel van onder
wijsvoorzieningen, het voortge
zet onderwijs in een wet te re
gelen..."
In de m.o.-wet van 1863 lezen
,,alzo wij in overweging geno
men hebben, dat volgens art.
194 der grondwet het middelbaar
onderwijs moet worden geregeld
door de wet..."
Duidelijk blijkt het fundamente
le verschil. In de wet van 1863 wil
men uitgaan van de grondwet en
de inhoud van de wet bewijst, dat
men zich daaraan houdt. Er wordt
ten aanzien van het bijzonder on
derwijs alleen gesproken over
eisen van bekwaamheid en zede
lijkheid en dat zijn juist de on
derwerpen. die de grondwet voor
Niet gefundeerd
TN DE h.o.-wet van 1876 lezen
1 wij precies dezelfde conside
rans. Weer gaat de wetgever uit
van de grondwet en weer neemt
hij voor het bijzonder onderwijs
alleen bepalingen op over toe
zicht, omdat de grondwet hier
geen eisen van bekwaamheid en
zedelijkheid verlangt.
Zelfs indien men wil aannemen,
dat een beroep op de genoemde
wetten, ondanks het feit dat zij
lange jaren voor de grondwetswij
ziging van 1917 zijn afgekondigd,
voor de onderhavige kwestie be
tekenis hebben, des neen. dan be
vestigen zij door vergelijking met
de considerans van door minister
Cals genoemde wetten volledig
mijn opmerkingen over de consi
derans van tiet mammoetontwerp,
dat deze in de richting wijst van
een regeling van het voortgezet
onderwijs, die niet in de grondwet
is gefundeerd.
Wij gaan verder De minister
beroept zich op de considerans
van de wet van 1920. de beroemde
wet van Minister-De Visser. Deze
luidt aldus:
„Alzo wij in overweging ge
nomen hebben, dat het wegens
het bepaalde in artikel 192 dei-
grondwet noodzakelijk is over
te gaan tot een nieuwe wette
lijke regeling van het algemeen
vormend lager onderwijs
Uitgangspunt is weer de grond
wet en in de wet komt dan ook
niet één letter voor, die in strijd
is met de positie van het bijzon
der onderwijs. Ook hier een ver
sterking van mijn standpunt, juist
door vergelijking.
De kweekschoolwet van 1955
heeft met mijn betoog niets te
maken, omdat het daar gaat over
de eisen van bekwaamheid van de
onderwijzers bij het lager onder
wijs, wat dan ook precies in de
considerans staat. En de grondwet
schrijft zelfs voor, dat de be
kwaamheid van deze onderwijzers
bij het lager onderwijs juist ont
trokken is aan de vrijheid van
het bijzonder onderwijs. Het be
roep van de minister op deze con
siderans is wel heel onbegrijpe
lijk.
Grondwet zwijgt
derwijswet. Inderdaad wordt hier
beide malen de formule gebruikt:
dat het wenselijk is over
te gaan tot een wettelijke rege
ling van het nijverheidsonder
wijs, c.q. kleuteronderwijs en
van de opleiding van leidsters
bij dat onderwijs".
Op zichzelf zou het nog niets be
wijzen voor de grondwettigheid
van hetgeen ik in de considerans
van het Mammoetontwerp als on
juist had aangewezen, dat deze
algemene formulering over het
hoofd was gezien. Maar afgezien
daarvan is dit beroep van de mi
nister volkomen misplaatst. Im
mers de grondwet zwijgt over het
nijverheidsonderwijs en het kleu
teronderwijs. terwijl, zowel voor
het algemeen vormend lager als
over het algemeen vormend mid
delbaar en voorbereidend hoger
onderwijs wel de wettelijke garan
tie is vastgelegd. Bovendien is het
bekend, dat men bij het nijver
heidsonderwijs nog uitdrukkelijk
de grondwettelijke onderscheiding
van lager en middelbaar in acht
heeft genomen en dat de wijze,
waarop de subsidie aan bijzondere
inrichtingen kan worden toege
kend, waarbij de uitvoerende col
leges niet aan wettelijke normen
zijn gebonden, sinds jaar en dag
tot grote klachten aanleiding heeft
gegeven. Het beroep van de mi
nister op deze wet was dus niet
alleen misplaatst, maar zelfs voor
hem zeer ongelukkig.
Ik heb zijn opmerkingen ontleed
en aangetoond, dat zij gedeelte
lijk niets met mijn betoog te ma
ken hebben, dat zij verder op twee
na volkomen mijn standpunt ver
sterken en bi de laatste twee ge
vallen niet tegen mij kunnen wor
den ingeroepen, omdat de grond
wet over deze twee categoriën van
onderwijs zwijgt.
Omdat het een dienaar der
Kroon geldt, plaatste ik boven de
ze bijdrage niets
„Moet dat nu zo?"
anders dan:
Drie broers in één functie
Dat drie broers eenzelfde beroep
kiezen is reeds een bijzonderheid, maar
dat'zij achtereenvolgens ook nog een
zelfde functie hebben bezetis wel een
grote uitzondering. Dit is echter het
geval bij de gebroeders K., B. en J. W.
Kruithof. Deze hebben achtereenvol
gens vele jaren de voorzittershamer
gehanteerd van de Christelijke Bond
van Sigarenmakers en Tabakbewer
kers. Alle drie wijdden zij hun leven
aan de christelijke vakbeweging. De
oudste K. Kruithof, beter nog bekend
ais K.K.. ging later over naar het
C.N.V. en kreeg ook hier de leiding.
B. Kruithof overleed tijdens de oorlogs
jaren en de jongste broer nam giste
ren tijdens een receptie in Utrecht
afscheid als voorzitter van de Chris
telijke Bond van Sigarenmakers, die
hij veertig jaar heeft gediend. De ver
diensten, die hij voor de bond heeft
gehad, werden onderstreept door de
aanwezigheid ter receptie van de heer
J. van der Kooij, chef van het kabinet
van de minister van sociale zaken en
volksgezondheid. Namens de Koningin
deelde deze de benoeming van de heer
J. W. Kruithof tot Ridder in de Orde
van Oranje Nassau mede.
Ook de enorme belangstelling tijdens
de receptie vertolkte de grote waar
dering, die er in de loop van de jaren
voor het werk en de persoon van de heer
Kruithof is gegroeid. Vertegenwoordigers
waren aanwezig en voerden het woord
namens verschillende werkgeversorgani
saties en bedrijven, namens werknemers
groeperingen en niet in de laatste plaati
noemen we het grote aantal C.N.V.-
bestuurders. Talrijk was het aantal ver
tegenwoordigers van bij het C.N.V. aan
gesloten organisaties. Tientallen bloem
stukken prijkten op het podium en vele
waardevolle geschenken en enveloppen
net inhoud" werden aangeboden.
In de ledenvergadering van de bond.
e 's morgens was gehouden, had de heer
Kruithof (geheel in overeenstemming
zijn persoon», vooruitlopend op de
receptie, al verklaard, dat iemand nooit
goed is als z'n vrienden bij eer
scheid verklaren. Maar de hartelijkheid
en spontaneïteit, die 's middags ten toon
werd gespreid, was voor Kruithof zelf
ook verrassend.
Een rijke bond
üeroepin^swerk
h'ED. HERV- KERK
Beroepen te Ommen: J. J. van der
Krift te Ermelo; te Ede (5e pred.
plaats): H N. van Hensbergen te Ren-
kum; te Ouddorp (vac. ds. Stern»: D.
van der Ent Braat te Elspeet; te Rot-
terdam-Hillegersberg (vac. ds- Emous):
W. H. den Ouden te Harlingen (toez.).
Aangenomen de benoeming tot vicaris
te Krimpen aan den IJssel: L. M. Ver-
seput te Zonnemaire-
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Zwaagwesteinde: J. Te-
vel Jr. kand. te Middelburg (bij accl).
Aangenomen naar Bant (N.O.-polder):
J. G. H. Schout te Den Bommel.
GEREF- KERKEN (Vrijgemaakt)
Bedankt voor Leerdam (voor de zen-
In de ochtendvergadering werd tot
ienw» voorzitter gekozen de huidige A
de bond. de heer J. An- Boessenkool te Capelle
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
secretaris
beek. De betekenis die Kruithof
bond heeft gehad, illustreerde de heer
de flnapciële
Anbeek aan de hand
resultaten voor de bond, want Kruithof
ook nog penningmeester b(j.
voor de
naar 'het Nationaal Arbeids Front, werd
door Kruithof na de oorlog achterhaald.
Op zijn initiatief werd de contributie
voor het C.N.V. meer afgestemd op de
grootte van de bonden en voorts ging hij
over tot een belegging van de bonds-
gelden in aandelen. Op deze wijze heeft
Kruithof voor de bond een extra kapi-
8.000.—. Het
gisteren werd
u-jang Destaan van de bond
gevierd. Als nieuwe bestuurder werd ge
kozen de heer C. van de Loosdrecht, die
al enige tijd in dienst van de bond was.
Op plechtige wijze werd het verscheiden
herdacht van het voormalige hoofd
bestuurslid Anne Ouwinga te Groningen.
De verdiensten voor de christe
lijke vakbeweging van de heer
J. W. Kruithof zijn gisteren nog
eens duidelijk onderstreept door
zijn benoeming tot Ridder in de
Orde uan Oranje-Nassau. De
versierselen daarvan werden
hem gisteren overhandigd door
de heer J. van der Kooij, chef
van het kabinet van de minister
van sociale zaken en volksge
zondheid, tijdens een receptie,
waarop de heer Kruithof af
scheid nam als voorzitter van de
Christelijke Bond van Sigaren
makers.
Medische promotie
aan de V.U.
Aan de Vrije Universiteit
gen mej. Joh. M. Wigboldus te Amster
dam tot doctor in de geneeskunde ge
promoveerd op een proefschrift getiteld
..Over de aard en de genese van de
plaques seniles". Mej. dr. Wigboldus is
momenteel arts in de Valeriuskliniek in
Amsterdam, in welke kliniek ook het
onderzoek plaatsvond dat tot deze dis
sertatie leidde.
De promotor was prof dr. L van dei-
Horst, hoogleraar aan de V.U- en di-
rekteur van de Valeriuskliniek.
Prof. dr. G. Minderhoud
neemt afscheid
Met ingang van het nieuwe college
jaar zal professor dr. ir. G. Minderhoud1
zijn ambt als hoogleraar aan de Land
bouwhogeschool te Wageningen neerleg
gen. wegens het bereiken van de 70-
jarige leeftijd. Hij zal dan een ambts
periode van 32 jaar afsluiten.
In deze jaren hebben talloze studeren
den in d'e richting Nederlandse landbouw
of tuinbouw de colleges van prof. Min
derhoud gevolgd. Professor Minderhoud
heeft de Nederlandse landbouw aan zich
verplicht ó'oor het bekleden van vele
functies, o.a. als voorzitter van het be
stuur van het Landbouw-Economisch In
stituut en als voorzitter van de vereni
ging van landbouwboekhouding: ook was
hij lid van het college van rfjksbemid-
delaars.
Er is een comité tot huldiging gevormd
dat ter gelegenheid van het komende af-
scheid uiting wil geven aan de gevoe
lens van dank voor het werk dat pro
fessor Minderhoud gaf aan cfe Land
bouwhogeschool en de Nederlandse land
bouw.
Professor Minderhoud zal zijn af
scheidscollege houden op vrijdag 26 juni
a.s. om 3 uur in d'e aula van de land
bouwhogeschool. Na afloop van dit col
lege vindt een huldiging plaats, waarna
een receptie in het klein-auditorium van
de aula zal worden gehouden.
Technische Hogeschool
Eindhoven
In theologische en medische faculteit
5che Hogeschool
Technische Hof
Prof. dr. Meuleman en
prof. Janse de Jonge
HET corps van hoogleraren
aan de Vrije Universiteit is
laag weer met twee leden uit
gebreid: in de theologische facul-
i teit inaugureerde dr. G. E. Meu-
10jacob. leman, in de medische faculteit
54
„Je be-nf een oïbjv»ij« •»-
De stem kwam uit de verste hoek van ae i»uv««=-
kamer. „U moet niet altijd zo halsoverkop conclu
sies trekken, vooral wanneer ze er nog naast zijn
°°Nicolson tuurde door het donker. Nu de dynamo's
niet meer werkten, en er dus geen licht was. was
de provisiekamer vrijwel m het duister gehuld. Met
moeite kon hij de tengere gedaante van juffrouw
Plenderleith onderscheiden, die kaarsrecht tegen de
ijskast aan zat Zij had haar hoofd over de handen
gebogen, en het bedrijvige geklik van naalden klonk
onnatuurlijk luid. Nicolson staarde haar in ongelo
vige verbazing aan.
Wat doet u daar, juffrouw Plenderleith. Hij
vond zelf. dat zijn stem bruusk klonk van verba zing^
„Breien natuurlijk. Hebt u soms nog nooit iemand
zien breien?"
„Breien!" mompelde Nicolson vol ontzag. „Brei
en natuurlijk!"
Verbluft schudde hdj het JjP;
pen dat wisten, zouden ze morgen om een wapen
stilstand vragen!" n„»r'" vroee
„Waar heb je het nou opeens weer oy». vroeg
juffrouw Plenderleith scherp- ..Vertel me nou niet.
dat jij ook al je hoofd kwijt bent.
„Ook al?" - «aar
„Die ongelukkige jongeman daar. zaj wees naai
dC We 8hebben3een paar presenteerbladen tussen de
opening van het dienluik geklemd, toen we hier bin-
nenkwamen. Dat was namelijk h,
hout. weet u. De brigadegeneraal dacht dat het
wat meer bescherming zou geven tegen kogels.
Juffrouw Plenderleith sprak erg vlug en erg be
knopt; zij bad haar breiwerk opzij gelegd. „Toen de
eerste bommen vielen, wilde deze jongeman naar
buiten. De generaal deed de deur op slot. en hij
deed dat gauw ook. Toen begon de jongen de presen
teerbladen los te rukken blijkbaar wilde tuj nu
door het luik naar buiten. De ...eh.... priester
probeerde hem terug te trekken toen de kogels door
„Een klein eindje maar. Alleen maar on in veakg
vaarwater te komen." Het zou het moreel van de
passagiers er beslist niet op verbeteren, overwoog
door ALISTAIR MAC LEAN I
(vertaling Rob Limburg)
me aan, met een knik m de richting van de pries:
ter. „Neemt u mij niet kwalijk, generaal. Is hu
d°°Gelukkig niet." Famholme richtte zich op zijn
knieën op. Hij vergat een ogenblik zijn Sandhurst-
accent „Een paar opstoppers, en anders met. Hij
keek naar de jonge soldaat en schudde woedend het
hoofd. „Idiote jonge dwaas!"
„En wat is er met hem aan de hand?
„Ik heb hem bewusteloos geslagen met een whis-
keyfles," antwoordde Farnholme kortaf. „De fles
brak. Er moet een barst in hebben gezeten. Jammer
van de whisky!
„We moeten hem
deren ook, allemaal
buiten brengen. En de an-
r buiten." Nicolson draaide
iemand achter hem de deur binnen
kwam. .'.Walters' Ik was jou helemaal vergeten'
Mankeert er wat aan?"
„Hoegenaamd niet, stuurman. Ik ben alleen maar
bang dat er niet veel over is van mijn radiohut.
Walters zag er bleek en ellendig u*t. maar was even
^.Dafdoet op Vet ogenblik niet toe." Nicolson
was dankbaar dat Walters er was: hij kende zijn
deugdelijkheid en kundigheid. „Ga met deze men
sen naar het bovendek Breng ze maar ui de gang.
of beter nog naar je bureau of je hut. Maar laat ze
niet op dek komen. Wanneer ze nog Iets uit hun hut
moeten hebben, geef daar dan maar een paar mi-
n Walters°rïachte als een boer die kiespijn heeft.
,Gaan we een tochtje maken, stuurman?"
8deofscin,r"wanneer" hij eraan* toevoegde wal Walters
ook al wel moest hebben begrepen, namelijc dat het
enige alternatief was dat zij levend zouten ver
branden, óf in stukken zouden worden gescheurd zo
dra het schip de lucht in vloog. Hij ging /lug de
deur uit, wankelde toen opeens en was bijna geval
len toen een geweldige ontploffing vlak achter hen
de voorsteven van de „Viroma" uit het water
scheen te tillen en het schip tot in zijn verste uithoe
ken krampachtig deed sidderen. Instinctief greep
Nicolson de deurpost vast, vuig juffrouw Drachnann
en Peter op. toen de verpleegster tegen hem aan
viel, hielp haar weer op de been en wendde zich
snel tot Walters.
Ik trek dat laatste bevel in. Niemand gaat rreer
naar de hutten. Ga met de mensen naar boven en
zorg dat ze daar blijven." In vier stappen was hij >ij
de achterdeur en deed die voorzichtig open. Enkfle
seconden later was hij buiten op het dek, bij de S-
zeren trap naar het dek. en keek naar het achtei-
schip. De hitte sloeg tegen hem aan alsof hij eel
klap in het gezicht kreeg. Hij kreeg er tranen var.
pijn van in zijn ogen. Hij hoefde zich niet te bekla
gen. dat hij dit vuur niet zag, dacht hij grimmig
Geweldige, vettig-zwarte rookwolken stegen warre
lend honderden meters omhoog, elke seconde nóg
hoger, niet uitlopend in een punt, doch zich naar
boven verspreidend m de vorm van de kop van een
aambeeld, en het gehele schip als met een lijkkleed
bedekkend. Onderaan echter, ter hoogte van hel
dek, was er ternauwernood enige rook te bespeuren:
daar zag men niets dan een compacte vlammenzuil
van ongeveer twintig meter in doorsnede, een zuil
aanvaardde dr. A. L. Janse de
Jonge zijn ambt.
Prof dr. G. E. Meuleman zal onder
wijs gaan geven in de encyclopedie der
godgeleerdheid, de symboliek, de apolo
getiek en de godsdienstfilosofie, vakken
die tot nu toe door prof dr. G. C. Berk-
houwer gedoceerd werden.
Als onderwerp voor zijn inaugurele
oratie had prof. Meuleman gekoze-
.Maurice Blondel en de Apologetiek'
Maurice Blondel is een Frans room
katholiek theoloog uit het einde der
vorige eeuw. Twee geschriften van hem,
,,1'Action" en „Lettre sur l'Apologéti-
que", leidden in roomse kringen tot he
vige discussies over de methode der apo
logetiek. Blondel oefende met deze ge
schriften grote invloed uit op vele theo
logen, die zich bezighouden met de we
tenschappelijke geloofsverdediging. Prof.
Meuleman ging nu de invloed van Blon
del r.a in de tegenwoordige roomse apo
logetiek. Aan het slot van zijn oratie
besprak hij de waarde, die Blondel kan
hebben voor de reformatorische apolo
getiek.
Psychose
Het is beslist niet moeilijk de afgoden van onze tijd o
rijtje te zetten. We noemen er maar een paar: materiaI
vermaak, sensualiteit en egoïsme. Moderne afgoden, die t
gehs vroeger ook bestonden, maar toen misschien mindi
cent kregen. Wij, verlichte mensen van het Westen, houd
geen georganiseerde cultus op na met altaren en afgod
den. De onzin daarvan zien wij wel in. Op dat punt zix
wel wat „vooruitgegaan" bij de Israëlieten uit de tijd na
die, zoals de Bijbel zegt, de Baals, de Astartes en de Ai
achternaliepen. Het werd zó erg dat zij zelfs hun kin)
offerden. Wie het leest, wordt met afgrijzen vervuld. Ma
ten we ons niet te vlug afwenden! Wie durft te betoere-»
in zijn eigen leven geen enkele afgod vat op hem heefr\
hoevelen zijn er niet, die niet beseffen, dat zij èn hun i
ren langzaam maar zeker een geestelijke dood sterven?
dendom is heus niet alleen een kwestie van altaren en
den, maar eeh zaak van de gesteldheid van het hart. E
maar twee mogelijkheden: dat hart is gericht naar God ic
is gericht op de mens, op onszelf en dan zijn wij diet
van de afgoden!
ZUID-AFRIKA IN DE BRANDING
TAE ernstige ongeregeldheden in
Durban kunnen de inleiding vor
men op een reeks van gewelddadige
acties van de niet-blanke bevolking
in Zuid-Afrika, Zij herinneren aan
wat er gebeurd is in Belgisch Congo
en in de Centraal-Afrikaanse fede
ratie en zij wijzen er op, dat de Ban
toes niet van plan zijn, zich te schik
ken in de plannen van de Zuidafri-
kaanse regering, die volledige apart
heid nastreven.
Het zit de blanken in Zuid-Afrika
niet mee. Tot dusver zijn zij er in
geslaagd, tegen de stroom op te
roeien met het uitvoeren van plan
nen, die wel verklaard en begrepen,
maar moeilijk verdedigd kunnen
worden. Wanneer hun land met rust
zou zijn gelaten, zouden zij wellicht
in staat zijn geweest, hun plannen
uit te voeren.
Zuid-Afrika wordt echter niet met
rust gelaten. Het zijn vooral in de
afgelopen jaren onafhankelijk ge
worden gebieden in West-Afrika, die
op het gehele continent trachten, de
negerbevolking tegen de blanken op
te zetten. De gevolgen van dit stre
ven hebben zich reeds in Congo en
in Rhodesia en Nyassaland geopen
baard.
Het voornaamste doelwit van de on
afhankelijke Afrikaanse staten is op
het ogenblik Zuid-Afrika. Zij kunnen
geen rechtstreekse invloed uP3.1
nen op het regeringsbeleid, mai°
kunnen zij de Bantoebcvolking1*6
de regering te Pretoria in hLj
weer brengen en op die mam
apartheidspolitiek laten mislij
De onlusten van de afgelopen C
in Durban (in het voornamelijk
gelssprekende Natal) houdemf.
rechtstreeks verband met de
apartheidspolitiek van de Zu,
kaanse regering. Zij zijn uitge\0i
naar aanleiding van een ernst^
ningsverschil over het vervaatr
van sterke drank. ,u:
Maar de opgekropte haatgevdie
die in Durban tot uitbarsting zjei
komen, duiden er op, dat si«Ü
gevaarlijke toestand heeft of
keld. Het is te vroeg om te bei",
dat in geheel Zuid-Afrika soort] c
haat- en wraakgevoelens leven
wei gevreesd wordt, dat het U
daad zo is. Ui
Het zijn deze gevoelens, die wps
de apartheidspolitiek en de
gen daarvan te maken hebben,
van drijvende krachten in en I
de Unie van Zuid-Afrika gic,
kunnen maken bij hun actie org
einde te maken aan de blanke*
heersing in Zuid-Afrika. 1
Zij zullen hierin voorlopig nl/°
gen, maar de blanken in Zuid-(P]
gaan een moeilijke tijd teg^e
omdat er geen weg terug is. re
ONDERSCHATTING EN OVERSCHATTE
'éldlge hitte was Nicolsons eerste reactie niet, dat
hij zijn gezicht bedekte. Veeleer hield hij zijn han
den voor de oren, zo ondraaglijk was zelfs op een
kleine vijftig meter afstand het geloei van de vlam-
(Wordt vervolgd)
Prof. dr. A. L. Janse de Jonge zal
in de faculteit der geneeskunde de
klinische psychologie en de propa-
dcutische psychiatrie gaan doceren.
Hij aanvaardde zijn ambt met
rede over „Nieuwere vragen omtrent
de psychose".
Prof. Janse de Jonge gaf eerst
overzicht van de ontwikkeling van
psychose-begrip. Hierbij schonk hij
al aandacht aan de nieuwere inzichten,
zoals die door Eysinck en H. S. Sullivan
zijn ontwikkeld. Als derde bron
nieuwe gegevens wees prof. Janse de
Jonge op de ontwikkeling in de experi
mentele psychiatrie. Tot slot gaf de
nieuw benoemde hoogleraar een waar
dering van deze nieuwere inzichten, dit
speciaal in verband met de problemen
van de anthropologische psyeniatrie.
Onderwysbenoeminjjen
Benoemd tot onderwijzer aan de Chr.
Nat. School te Amersfoort: M, Dekker
te Vriesenveen; aan de Juliana van
Stolbergschool te Ede: H. Hendriks te
Ede; aan de Chr. Technische school te
|Emmen: Joh Knol te Dedemsvaart;
lan de Meester van Brugschool te
Voudsend: van Halteren te Zwarte-
Iroek (gem Barneveld»; aan de Herv.
Sihool te Nunspeet: G. de Witte te
V-iezenveen; Joh. Calvijnschool te
K.impen aan de IJssel: J. Zeeman te
Dtrdrecht, aan de Chr. School te Hoe
veaken: H Ederveen te Scherpenzeel:
aai de Talmaschool te Heerlen: A.
Boe- te Dordrecht; aan de Chr. Nat.
Sch.ol te M.euwsen: J. A. Zijderveld
te Ferkwijk; aan de Chr. Nat. School
te "erzool: K. Sap te Leeuwarden
(tijd.; aan de Marnixschoo] te Dor-
dreclt: P. van Hofwegen te Dordrecht;
aan Ce 'audbouwschool te Drach
ten: J van Halen te Aalten en R. de
Vries e Oostermeer.
Het hoger onderwijs Is altijd al een
onderwerp van discussie geweest
speciaal de laatste tijd echter heeft
die discussie zich toegespitst. De
toelatingseisen tot het volgen van
hoger onderwijs zijn de laatste
maanden veel besproken doordat
de minister van onderwijs daarin
enkele wijzigingen heeft gebracht
waarbij vooral de toelating van on
derwijzers tot het volgen van col
leges in de paedagogiek en de psy
chologie de tongen en de pennen in
beweging heeft gebracht. En ook de
toelatingskansen voor begaafde,
maar minder met aardse goederen
bedeelde jongeren staan in het mid
delpunt der belangstelling, niet het
minst door het rapport dat de (socia
listische) Dr. Wiardi Beekman-
stichting hierover heeft uitgebracht
onder de titel „Gelijke kansen".
Uit deze discussie springen twee pun
ten naar voren: dat er een onder
schatting bestaat van het „studeren"
en dat er anderzijds een overschat
ting is te bemerken.
Die onderschatting komt men tegen
bij „praktijkmensen", veelal zelf
onderop begonnen op de maatschap
pelijke ladder, maar omhooggekomen
door ijzeren plichtsbetrachting, groot
vakmanschap en een vaste wil. Voor
hen is er maar één leerschool: de
praktijk zelf. En zij strooien kwistig
met voorbeelden. Zie naar de leraren
op onze middelbare scholen zo
zeggen zij. Doen de academici het
beter dan de mannen en vrouwen die
gewoon maar begonnen zijn op een
lagere school? Het tegendeel is dik
wijls het geval. En zie naar de tech
nici zo zeggen zij. Doen de dood
gewone jongens met dikwijls niet
veel meer dan de ambachtsschool
het soms slechter dan vele met
theorie uitgeruste ingenieurs? En
als ze eenmaal op het terrein van
de handel komen raken ze helemaal
niet meer uitgepraat!
Lijnrecht daartegenover staan dan
de mensen die vinden dat „de mens
pas begint bij de meester in de rech
ten" een doctorandus in de eco
nomie is tegenwoordig dan alweer
een graad hoger! Zij geven hoog op
van de waarde van het student zijn,
van de brede algemene ontwikkeling
die de universiteit verschaft, van de
ruime levensvisie die de combinatie
van die twee verschaft. En zij gelo
ven niet dat het mogelijk is een lei
dende positie in het leven te bekleden
als men niet door de poorten van de
universiteit is binnengegaan.
Op deze manier gevoerd Is de dis
cussie over het hoger onderwijl
komen zinloos. Want men kat'
weerskanten met allerlei voorb^„
komen zonder dat die voorb^
ook maar iets bewijzen! De ene
vergeet dat leiderscapaciteiten tij
niet voldoende zijn om ook indfs
een vooraanstaande positie te r
den daar is ook kennis vooru
en in onze gecompliceerde s
schappij een zeer grote hoev^,
kennis. Menige „self-made ie
betreurt het iedere dag dat hie
in de gelegenheid is geweest zifz
bredere algemene ontwikkeli?»
verwerven. En omgekeerd is tf"
dat kennis alleen al evenmi^,
doende is voor een vooraanst
functie in het maatschappelijk^
er zijn ook heel andere c
teiten voor nodig. Een leraar (pc
middelbare school kan het me1'
verworven kennis alleen niet P
hij moet ook paedagoog zijn.®
menigeen heeft dat al (tot zi^
lende) ondervonden. Een ingSj
moet leiding kunnen geven, eeid
moet een persoonlijkheid zijp'
vertrouwen inboezemt, een don
moet vele van deze eigenschap]»
één persoon verenigen. En z(e
men doorgaan!e
Hiertussen het juiste midden tj®
ken is de bijzonder moeilijkeei
voor minister en onderwijsn*
gezamenlijk. Het „gelijke kaf
spreekt leder mens aan maaM
zal moeten beseffen dat allee?,
toekennen van studiebeurzen,»'
als die zo ruim zijn dat ze oo*
legenheid geven mee te doe«u
het studentenleven, niet vol dn
is om inderdaad gelijke kans
waarborgen. Milieu en opv«"
spelen al evenzeer hun rol
zijn nu eenmaal niet met gi
koop! En ongelukkig is d
zijn hele leven op zijn tenen t'
lopenj
Want dat wordt ook dikwijls»
geten in deze discussie: dat hel
werven van kennis, van titels"
een mooie baan, weinig gemeenr
met het verwerven van levensj
Een onderwijzeres in de eerste I-
van de lagere school heeft mis»
intellect genoeg om doctor in d«
dagogie te worden en directtrio
een middelbare school maai
iemand garanderen dat ze dal
lukkiger zal zjjn? En durft ieN
te zeggen dat men dan „intellect
reserve in onze bevolking "ongel^
heeft laten liggen?
NATUURLIJK BRONWATER BEVAT VELE
GENEESKRACHTIGE MINERALE BESTANDDELEN.
BIJ GEREGELD GEBRUIK
HET BESTE VOOR UW GEZONDHEID.
VICTORIA - WATER IS EEN NATUUR-PRODUCT.
DE MEEST GEVRAAGDE TAFELDRANK.