CHRISTFUJK Bezwaren werden niet weggenomen Koninklijke onderscheiding voor J. W. Kruithof V.U. ontving weer twee nieuwe hoogleraren j Ontsnapt I langs Krakatau t Eert woord voor vandaai Kanttekenië VICTORIA WATER Prof. mr. L. W. G. Scholten in Ons Mulo-blad SENDER de kop „Moet dat nu zo?" reageert in „Ons Mulo blad", het orgaan van de Ver eniging voor Chr. M.U.L.O. en van de Bond van Chr. M.U.L.O.- scholen, prof. mr. L. W. G. Scholten op een rede van minis ter Cals, die in een Kamerdebat de gedachte verre van zich ge worpen had als zou de nieuwe onderwijswet (de zg. mammoet wet) ongrondwettig zijn. Prof. Scholten had dit namelijk in Groningen gezegd. Indertijd namen wij een uitvoerig verslag op van zijn rede en wij willen nu een gedeelte uit zijn ant woord aan de minister weer geven. IN HET laatste nummer van ..Ons Mulo-blad" wordt de be grotingsbehandeling van Onder wijs in de Eerste Kamer weerge geven, ook de minder heuse wijze, waarop de minister van onderwijs zich uitliet over een klein gedeel te van een door mij gehouden rede over de mammoetwet. De minister meende mijn op merkingen over de considerans van het aanhangige wetsontwerp te kunnen weerleggen met een be roep op de considerans van de wet op het hoger onderwijs van 1876, de middelbaar onderwijswet van 1863, de nijveiheidsonderwijs- wet van 1919, de lager onderwijs wet van 1920, de kweekschoolwet van 1952 en de kleuteronderwijs wet van 1955, die dan ook in strijd met de grondwet moesten zijn Hij deelde daarbij mede, dat hij al deze wetten zelf had opgeslagen. Terzijde ïiekschrijver al terecht op gemerkt, dat ik een opmerking maakte in verband met de grond wet van 1917, die op het stuk van het onderwijs fundamenteel gewij zigd is, zodat een verwijzing naar wetten van 1863 en 1876 als niets terzake doende terzijde kun nen worden gelegd. Maar afgezien daarvan wil ik het beroep van de minister eens aan de werkelijkheid toetsen. De considerans van het mammoet- wetsontwerp luidt: ..alzo wij in overweging geno men hebben, dat het wenselijk is. ter verkrijging van een sa menhangend geheel van onder wijsvoorzieningen, het voortge zet onderwijs in een wet te re gelen..." In de m.o.-wet van 1863 lezen ,,alzo wij in overweging geno men hebben, dat volgens art. 194 der grondwet het middelbaar onderwijs moet worden geregeld door de wet..." Duidelijk blijkt het fundamente le verschil. In de wet van 1863 wil men uitgaan van de grondwet en de inhoud van de wet bewijst, dat men zich daaraan houdt. Er wordt ten aanzien van het bijzonder on derwijs alleen gesproken over eisen van bekwaamheid en zede lijkheid en dat zijn juist de on derwerpen. die de grondwet voor Niet gefundeerd TN DE h.o.-wet van 1876 lezen 1 wij precies dezelfde conside rans. Weer gaat de wetgever uit van de grondwet en weer neemt hij voor het bijzonder onderwijs alleen bepalingen op over toe zicht, omdat de grondwet hier geen eisen van bekwaamheid en zedelijkheid verlangt. Zelfs indien men wil aannemen, dat een beroep op de genoemde wetten, ondanks het feit dat zij lange jaren voor de grondwetswij ziging van 1917 zijn afgekondigd, voor de onderhavige kwestie be tekenis hebben, des neen. dan be vestigen zij door vergelijking met de considerans van door minister Cals genoemde wetten volledig mijn opmerkingen over de consi derans van tiet mammoetontwerp, dat deze in de richting wijst van een regeling van het voortgezet onderwijs, die niet in de grondwet is gefundeerd. Wij gaan verder De minister beroept zich op de considerans van de wet van 1920. de beroemde wet van Minister-De Visser. Deze luidt aldus: „Alzo wij in overweging ge nomen hebben, dat het wegens het bepaalde in artikel 192 dei- grondwet noodzakelijk is over te gaan tot een nieuwe wette lijke regeling van het algemeen vormend lager onderwijs Uitgangspunt is weer de grond wet en in de wet komt dan ook niet één letter voor, die in strijd is met de positie van het bijzon der onderwijs. Ook hier een ver sterking van mijn standpunt, juist door vergelijking. De kweekschoolwet van 1955 heeft met mijn betoog niets te maken, omdat het daar gaat over de eisen van bekwaamheid van de onderwijzers bij het lager onder wijs, wat dan ook precies in de considerans staat. En de grondwet schrijft zelfs voor, dat de be kwaamheid van deze onderwijzers bij het lager onderwijs juist ont trokken is aan de vrijheid van het bijzonder onderwijs. Het be roep van de minister op deze con siderans is wel heel onbegrijpe lijk. Grondwet zwijgt derwijswet. Inderdaad wordt hier beide malen de formule gebruikt: dat het wenselijk is over te gaan tot een wettelijke rege ling van het nijverheidsonder wijs, c.q. kleuteronderwijs en van de opleiding van leidsters bij dat onderwijs". Op zichzelf zou het nog niets be wijzen voor de grondwettigheid van hetgeen ik in de considerans van het Mammoetontwerp als on juist had aangewezen, dat deze algemene formulering over het hoofd was gezien. Maar afgezien daarvan is dit beroep van de mi nister volkomen misplaatst. Im mers de grondwet zwijgt over het nijverheidsonderwijs en het kleu teronderwijs. terwijl, zowel voor het algemeen vormend lager als over het algemeen vormend mid delbaar en voorbereidend hoger onderwijs wel de wettelijke garan tie is vastgelegd. Bovendien is het bekend, dat men bij het nijver heidsonderwijs nog uitdrukkelijk de grondwettelijke onderscheiding van lager en middelbaar in acht heeft genomen en dat de wijze, waarop de subsidie aan bijzondere inrichtingen kan worden toege kend, waarbij de uitvoerende col leges niet aan wettelijke normen zijn gebonden, sinds jaar en dag tot grote klachten aanleiding heeft gegeven. Het beroep van de mi nister op deze wet was dus niet alleen misplaatst, maar zelfs voor hem zeer ongelukkig. Ik heb zijn opmerkingen ontleed en aangetoond, dat zij gedeelte lijk niets met mijn betoog te ma ken hebben, dat zij verder op twee na volkomen mijn standpunt ver sterken en bi de laatste twee ge vallen niet tegen mij kunnen wor den ingeroepen, omdat de grond wet over deze twee categoriën van onderwijs zwijgt. Omdat het een dienaar der Kroon geldt, plaatste ik boven de ze bijdrage niets „Moet dat nu zo?" anders dan: Drie broers in één functie Dat drie broers eenzelfde beroep kiezen is reeds een bijzonderheid, maar dat'zij achtereenvolgens ook nog een zelfde functie hebben bezetis wel een grote uitzondering. Dit is echter het geval bij de gebroeders K., B. en J. W. Kruithof. Deze hebben achtereenvol gens vele jaren de voorzittershamer gehanteerd van de Christelijke Bond van Sigarenmakers en Tabakbewer kers. Alle drie wijdden zij hun leven aan de christelijke vakbeweging. De oudste K. Kruithof, beter nog bekend ais K.K.. ging later over naar het C.N.V. en kreeg ook hier de leiding. B. Kruithof overleed tijdens de oorlogs jaren en de jongste broer nam giste ren tijdens een receptie in Utrecht afscheid als voorzitter van de Chris telijke Bond van Sigarenmakers, die hij veertig jaar heeft gediend. De ver diensten, die hij voor de bond heeft gehad, werden onderstreept door de aanwezigheid ter receptie van de heer J. van der Kooij, chef van het kabinet van de minister van sociale zaken en volksgezondheid. Namens de Koningin deelde deze de benoeming van de heer J. W. Kruithof tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau mede. Ook de enorme belangstelling tijdens de receptie vertolkte de grote waar dering, die er in de loop van de jaren voor het werk en de persoon van de heer Kruithof is gegroeid. Vertegenwoordigers waren aanwezig en voerden het woord namens verschillende werkgeversorgani saties en bedrijven, namens werknemers groeperingen en niet in de laatste plaati noemen we het grote aantal C.N.V.- bestuurders. Talrijk was het aantal ver tegenwoordigers van bij het C.N.V. aan gesloten organisaties. Tientallen bloem stukken prijkten op het podium en vele waardevolle geschenken en enveloppen net inhoud" werden aangeboden. In de ledenvergadering van de bond. e 's morgens was gehouden, had de heer Kruithof (geheel in overeenstemming zijn persoon», vooruitlopend op de receptie, al verklaard, dat iemand nooit goed is als z'n vrienden bij eer scheid verklaren. Maar de hartelijkheid en spontaneïteit, die 's middags ten toon werd gespreid, was voor Kruithof zelf ook verrassend. Een rijke bond üeroepin^swerk h'ED. HERV- KERK Beroepen te Ommen: J. J. van der Krift te Ermelo; te Ede (5e pred. plaats): H N. van Hensbergen te Ren- kum; te Ouddorp (vac. ds. Stern»: D. van der Ent Braat te Elspeet; te Rot- terdam-Hillegersberg (vac. ds- Emous): W. H. den Ouden te Harlingen (toez.). Aangenomen de benoeming tot vicaris te Krimpen aan den IJssel: L. M. Ver- seput te Zonnemaire- GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Zwaagwesteinde: J. Te- vel Jr. kand. te Middelburg (bij accl). Aangenomen naar Bant (N.O.-polder): J. G. H. Schout te Den Bommel. GEREF- KERKEN (Vrijgemaakt) Bedankt voor Leerdam (voor de zen- In de ochtendvergadering werd tot ienw» voorzitter gekozen de huidige A de bond. de heer J. An- Boessenkool te Capelle GEREFORMEERDE GEMEENTEN secretaris beek. De betekenis die Kruithof bond heeft gehad, illustreerde de heer de flnapciële Anbeek aan de hand resultaten voor de bond, want Kruithof ook nog penningmeester b(j. voor de naar 'het Nationaal Arbeids Front, werd door Kruithof na de oorlog achterhaald. Op zijn initiatief werd de contributie voor het C.N.V. meer afgestemd op de grootte van de bonden en voorts ging hij over tot een belegging van de bonds- gelden in aandelen. Op deze wijze heeft Kruithof voor de bond een extra kapi- 8.000.—. Het gisteren werd u-jang Destaan van de bond gevierd. Als nieuwe bestuurder werd ge kozen de heer C. van de Loosdrecht, die al enige tijd in dienst van de bond was. Op plechtige wijze werd het verscheiden herdacht van het voormalige hoofd bestuurslid Anne Ouwinga te Groningen. De verdiensten voor de christe lijke vakbeweging van de heer J. W. Kruithof zijn gisteren nog eens duidelijk onderstreept door zijn benoeming tot Ridder in de Orde uan Oranje-Nassau. De versierselen daarvan werden hem gisteren overhandigd door de heer J. van der Kooij, chef van het kabinet van de minister van sociale zaken en volksge zondheid, tijdens een receptie, waarop de heer Kruithof af scheid nam als voorzitter van de Christelijke Bond van Sigaren makers. Medische promotie aan de V.U. Aan de Vrije Universiteit gen mej. Joh. M. Wigboldus te Amster dam tot doctor in de geneeskunde ge promoveerd op een proefschrift getiteld ..Over de aard en de genese van de plaques seniles". Mej. dr. Wigboldus is momenteel arts in de Valeriuskliniek in Amsterdam, in welke kliniek ook het onderzoek plaatsvond dat tot deze dis sertatie leidde. De promotor was prof dr. L van dei- Horst, hoogleraar aan de V.U- en di- rekteur van de Valeriuskliniek. Prof. dr. G. Minderhoud neemt afscheid Met ingang van het nieuwe college jaar zal professor dr. ir. G. Minderhoud1 zijn ambt als hoogleraar aan de Land bouwhogeschool te Wageningen neerleg gen. wegens het bereiken van de 70- jarige leeftijd. Hij zal dan een ambts periode van 32 jaar afsluiten. In deze jaren hebben talloze studeren den in d'e richting Nederlandse landbouw of tuinbouw de colleges van prof. Min derhoud gevolgd. Professor Minderhoud heeft de Nederlandse landbouw aan zich verplicht ó'oor het bekleden van vele functies, o.a. als voorzitter van het be stuur van het Landbouw-Economisch In stituut en als voorzitter van de vereni ging van landbouwboekhouding: ook was hij lid van het college van rfjksbemid- delaars. Er is een comité tot huldiging gevormd dat ter gelegenheid van het komende af- scheid uiting wil geven aan de gevoe lens van dank voor het werk dat pro fessor Minderhoud gaf aan cfe Land bouwhogeschool en de Nederlandse land bouw. Professor Minderhoud zal zijn af scheidscollege houden op vrijdag 26 juni a.s. om 3 uur in d'e aula van de land bouwhogeschool. Na afloop van dit col lege vindt een huldiging plaats, waarna een receptie in het klein-auditorium van de aula zal worden gehouden. Technische Hogeschool Eindhoven In theologische en medische faculteit 5che Hogeschool Technische Hof Prof. dr. Meuleman en prof. Janse de Jonge HET corps van hoogleraren aan de Vrije Universiteit is laag weer met twee leden uit gebreid: in de theologische facul- i teit inaugureerde dr. G. E. Meu- 10jacob. leman, in de medische faculteit 54 „Je be-nf een oïbjv»ij« •»- De stem kwam uit de verste hoek van ae i»uv««=- kamer. „U moet niet altijd zo halsoverkop conclu sies trekken, vooral wanneer ze er nog naast zijn °°Nicolson tuurde door het donker. Nu de dynamo's niet meer werkten, en er dus geen licht was. was de provisiekamer vrijwel m het duister gehuld. Met moeite kon hij de tengere gedaante van juffrouw Plenderleith onderscheiden, die kaarsrecht tegen de ijskast aan zat Zij had haar hoofd over de handen gebogen, en het bedrijvige geklik van naalden klonk onnatuurlijk luid. Nicolson staarde haar in ongelo vige verbazing aan. Wat doet u daar, juffrouw Plenderleith. Hij vond zelf. dat zijn stem bruusk klonk van verba zing^ „Breien natuurlijk. Hebt u soms nog nooit iemand zien breien?" „Breien!" mompelde Nicolson vol ontzag. „Brei en natuurlijk!" Verbluft schudde hdj het JjP; pen dat wisten, zouden ze morgen om een wapen stilstand vragen!" n„»r'" vroee „Waar heb je het nou opeens weer oy». vroeg juffrouw Plenderleith scherp- ..Vertel me nou niet. dat jij ook al je hoofd kwijt bent. „Ook al?" - «aar „Die ongelukkige jongeman daar. zaj wees naai dC We 8hebben3een paar presenteerbladen tussen de opening van het dienluik geklemd, toen we hier bin- nenkwamen. Dat was namelijk h, hout. weet u. De brigadegeneraal dacht dat het wat meer bescherming zou geven tegen kogels. Juffrouw Plenderleith sprak erg vlug en erg be knopt; zij bad haar breiwerk opzij gelegd. „Toen de eerste bommen vielen, wilde deze jongeman naar buiten. De generaal deed de deur op slot. en hij deed dat gauw ook. Toen begon de jongen de presen teerbladen los te rukken blijkbaar wilde tuj nu door het luik naar buiten. De ...eh.... priester probeerde hem terug te trekken toen de kogels door „Een klein eindje maar. Alleen maar on in veakg vaarwater te komen." Het zou het moreel van de passagiers er beslist niet op verbeteren, overwoog door ALISTAIR MAC LEAN I (vertaling Rob Limburg) me aan, met een knik m de richting van de pries: ter. „Neemt u mij niet kwalijk, generaal. Is hu d°°Gelukkig niet." Famholme richtte zich op zijn knieën op. Hij vergat een ogenblik zijn Sandhurst- accent „Een paar opstoppers, en anders met. Hij keek naar de jonge soldaat en schudde woedend het hoofd. „Idiote jonge dwaas!" „En wat is er met hem aan de hand? „Ik heb hem bewusteloos geslagen met een whis- keyfles," antwoordde Farnholme kortaf. „De fles brak. Er moet een barst in hebben gezeten. Jammer van de whisky! „We moeten hem deren ook, allemaal buiten brengen. En de an- r buiten." Nicolson draaide iemand achter hem de deur binnen kwam. .'.Walters' Ik was jou helemaal vergeten' Mankeert er wat aan?" „Hoegenaamd niet, stuurman. Ik ben alleen maar bang dat er niet veel over is van mijn radiohut. Walters zag er bleek en ellendig u*t. maar was even ^.Dafdoet op Vet ogenblik niet toe." Nicolson was dankbaar dat Walters er was: hij kende zijn deugdelijkheid en kundigheid. „Ga met deze men sen naar het bovendek Breng ze maar ui de gang. of beter nog naar je bureau of je hut. Maar laat ze niet op dek komen. Wanneer ze nog Iets uit hun hut moeten hebben, geef daar dan maar een paar mi- n Walters°rïachte als een boer die kiespijn heeft. ,Gaan we een tochtje maken, stuurman?" 8deofscin,r"wanneer" hij eraan* toevoegde wal Walters ook al wel moest hebben begrepen, namelijc dat het enige alternatief was dat zij levend zouten ver branden, óf in stukken zouden worden gescheurd zo dra het schip de lucht in vloog. Hij ging /lug de deur uit, wankelde toen opeens en was bijna geval len toen een geweldige ontploffing vlak achter hen de voorsteven van de „Viroma" uit het water scheen te tillen en het schip tot in zijn verste uithoe ken krampachtig deed sidderen. Instinctief greep Nicolson de deurpost vast, vuig juffrouw Drachnann en Peter op. toen de verpleegster tegen hem aan viel, hielp haar weer op de been en wendde zich snel tot Walters. Ik trek dat laatste bevel in. Niemand gaat rreer naar de hutten. Ga met de mensen naar boven en zorg dat ze daar blijven." In vier stappen was hij >ij de achterdeur en deed die voorzichtig open. Enkfle seconden later was hij buiten op het dek, bij de S- zeren trap naar het dek. en keek naar het achtei- schip. De hitte sloeg tegen hem aan alsof hij eel klap in het gezicht kreeg. Hij kreeg er tranen var. pijn van in zijn ogen. Hij hoefde zich niet te bekla gen. dat hij dit vuur niet zag, dacht hij grimmig Geweldige, vettig-zwarte rookwolken stegen warre lend honderden meters omhoog, elke seconde nóg hoger, niet uitlopend in een punt, doch zich naar boven verspreidend m de vorm van de kop van een aambeeld, en het gehele schip als met een lijkkleed bedekkend. Onderaan echter, ter hoogte van hel dek, was er ternauwernood enige rook te bespeuren: daar zag men niets dan een compacte vlammenzuil van ongeveer twintig meter in doorsnede, een zuil aanvaardde dr. A. L. Janse de Jonge zijn ambt. Prof dr. G. E. Meuleman zal onder wijs gaan geven in de encyclopedie der godgeleerdheid, de symboliek, de apolo getiek en de godsdienstfilosofie, vakken die tot nu toe door prof dr. G. C. Berk- houwer gedoceerd werden. Als onderwerp voor zijn inaugurele oratie had prof. Meuleman gekoze- .Maurice Blondel en de Apologetiek' Maurice Blondel is een Frans room katholiek theoloog uit het einde der vorige eeuw. Twee geschriften van hem, ,,1'Action" en „Lettre sur l'Apologéti- que", leidden in roomse kringen tot he vige discussies over de methode der apo logetiek. Blondel oefende met deze ge schriften grote invloed uit op vele theo logen, die zich bezighouden met de we tenschappelijke geloofsverdediging. Prof. Meuleman ging nu de invloed van Blon del r.a in de tegenwoordige roomse apo logetiek. Aan het slot van zijn oratie besprak hij de waarde, die Blondel kan hebben voor de reformatorische apolo getiek. Psychose Het is beslist niet moeilijk de afgoden van onze tijd o rijtje te zetten. We noemen er maar een paar: materiaI vermaak, sensualiteit en egoïsme. Moderne afgoden, die t gehs vroeger ook bestonden, maar toen misschien mindi cent kregen. Wij, verlichte mensen van het Westen, houd geen georganiseerde cultus op na met altaren en afgod den. De onzin daarvan zien wij wel in. Op dat punt zix wel wat „vooruitgegaan" bij de Israëlieten uit de tijd na die, zoals de Bijbel zegt, de Baals, de Astartes en de Ai achternaliepen. Het werd zó erg dat zij zelfs hun kin) offerden. Wie het leest, wordt met afgrijzen vervuld. Ma ten we ons niet te vlug afwenden! Wie durft te betoere-» in zijn eigen leven geen enkele afgod vat op hem heefr\ hoevelen zijn er niet, die niet beseffen, dat zij èn hun i ren langzaam maar zeker een geestelijke dood sterven? dendom is heus niet alleen een kwestie van altaren en den, maar eeh zaak van de gesteldheid van het hart. E maar twee mogelijkheden: dat hart is gericht naar God ic is gericht op de mens, op onszelf en dan zijn wij diet van de afgoden! ZUID-AFRIKA IN DE BRANDING TAE ernstige ongeregeldheden in Durban kunnen de inleiding vor men op een reeks van gewelddadige acties van de niet-blanke bevolking in Zuid-Afrika, Zij herinneren aan wat er gebeurd is in Belgisch Congo en in de Centraal-Afrikaanse fede ratie en zij wijzen er op, dat de Ban toes niet van plan zijn, zich te schik ken in de plannen van de Zuidafri- kaanse regering, die volledige apart heid nastreven. Het zit de blanken in Zuid-Afrika niet mee. Tot dusver zijn zij er in geslaagd, tegen de stroom op te roeien met het uitvoeren van plan nen, die wel verklaard en begrepen, maar moeilijk verdedigd kunnen worden. Wanneer hun land met rust zou zijn gelaten, zouden zij wellicht in staat zijn geweest, hun plannen uit te voeren. Zuid-Afrika wordt echter niet met rust gelaten. Het zijn vooral in de afgelopen jaren onafhankelijk ge worden gebieden in West-Afrika, die op het gehele continent trachten, de negerbevolking tegen de blanken op te zetten. De gevolgen van dit stre ven hebben zich reeds in Congo en in Rhodesia en Nyassaland geopen baard. Het voornaamste doelwit van de on afhankelijke Afrikaanse staten is op het ogenblik Zuid-Afrika. Zij kunnen geen rechtstreekse invloed uP3.1 nen op het regeringsbeleid, mai° kunnen zij de Bantoebcvolking1*6 de regering te Pretoria in hLj weer brengen en op die mam apartheidspolitiek laten mislij De onlusten van de afgelopen C in Durban (in het voornamelijk gelssprekende Natal) houdemf. rechtstreeks verband met de apartheidspolitiek van de Zu, kaanse regering. Zij zijn uitge\0i naar aanleiding van een ernst^ ningsverschil over het vervaatr van sterke drank. ,u: Maar de opgekropte haatgevdie die in Durban tot uitbarsting zjei komen, duiden er op, dat si«Ü gevaarlijke toestand heeft of keld. Het is te vroeg om te bei", dat in geheel Zuid-Afrika soort] c haat- en wraakgevoelens leven wei gevreesd wordt, dat het U daad zo is. Ui Het zijn deze gevoelens, die wps de apartheidspolitiek en de gen daarvan te maken hebben, van drijvende krachten in en I de Unie van Zuid-Afrika gic, kunnen maken bij hun actie org einde te maken aan de blanke* heersing in Zuid-Afrika. 1 Zij zullen hierin voorlopig nl/° gen, maar de blanken in Zuid-(P] gaan een moeilijke tijd teg^e omdat er geen weg terug is. re ONDERSCHATTING EN OVERSCHATTE 'éldlge hitte was Nicolsons eerste reactie niet, dat hij zijn gezicht bedekte. Veeleer hield hij zijn han den voor de oren, zo ondraaglijk was zelfs op een kleine vijftig meter afstand het geloei van de vlam- (Wordt vervolgd) Prof. dr. A. L. Janse de Jonge zal in de faculteit der geneeskunde de klinische psychologie en de propa- dcutische psychiatrie gaan doceren. Hij aanvaardde zijn ambt met rede over „Nieuwere vragen omtrent de psychose". Prof. Janse de Jonge gaf eerst overzicht van de ontwikkeling van psychose-begrip. Hierbij schonk hij al aandacht aan de nieuwere inzichten, zoals die door Eysinck en H. S. Sullivan zijn ontwikkeld. Als derde bron nieuwe gegevens wees prof. Janse de Jonge op de ontwikkeling in de experi mentele psychiatrie. Tot slot gaf de nieuw benoemde hoogleraar een waar dering van deze nieuwere inzichten, dit speciaal in verband met de problemen van de anthropologische psyeniatrie. Onderwysbenoeminjjen Benoemd tot onderwijzer aan de Chr. Nat. School te Amersfoort: M, Dekker te Vriesenveen; aan de Juliana van Stolbergschool te Ede: H. Hendriks te Ede; aan de Chr. Technische school te |Emmen: Joh Knol te Dedemsvaart; lan de Meester van Brugschool te Voudsend: van Halteren te Zwarte- Iroek (gem Barneveld»; aan de Herv. Sihool te Nunspeet: G. de Witte te V-iezenveen; Joh. Calvijnschool te K.impen aan de IJssel: J. Zeeman te Dtrdrecht, aan de Chr. School te Hoe veaken: H Ederveen te Scherpenzeel: aai de Talmaschool te Heerlen: A. Boe- te Dordrecht; aan de Chr. Nat. Sch.ol te M.euwsen: J. A. Zijderveld te Ferkwijk; aan de Chr. Nat. School te "erzool: K. Sap te Leeuwarden (tijd.; aan de Marnixschoo] te Dor- dreclt: P. van Hofwegen te Dordrecht; aan Ce 'audbouwschool te Drach ten: J van Halen te Aalten en R. de Vries e Oostermeer. Het hoger onderwijs Is altijd al een onderwerp van discussie geweest speciaal de laatste tijd echter heeft die discussie zich toegespitst. De toelatingseisen tot het volgen van hoger onderwijs zijn de laatste maanden veel besproken doordat de minister van onderwijs daarin enkele wijzigingen heeft gebracht waarbij vooral de toelating van on derwijzers tot het volgen van col leges in de paedagogiek en de psy chologie de tongen en de pennen in beweging heeft gebracht. En ook de toelatingskansen voor begaafde, maar minder met aardse goederen bedeelde jongeren staan in het mid delpunt der belangstelling, niet het minst door het rapport dat de (socia listische) Dr. Wiardi Beekman- stichting hierover heeft uitgebracht onder de titel „Gelijke kansen". Uit deze discussie springen twee pun ten naar voren: dat er een onder schatting bestaat van het „studeren" en dat er anderzijds een overschat ting is te bemerken. Die onderschatting komt men tegen bij „praktijkmensen", veelal zelf onderop begonnen op de maatschap pelijke ladder, maar omhooggekomen door ijzeren plichtsbetrachting, groot vakmanschap en een vaste wil. Voor hen is er maar één leerschool: de praktijk zelf. En zij strooien kwistig met voorbeelden. Zie naar de leraren op onze middelbare scholen zo zeggen zij. Doen de academici het beter dan de mannen en vrouwen die gewoon maar begonnen zijn op een lagere school? Het tegendeel is dik wijls het geval. En zie naar de tech nici zo zeggen zij. Doen de dood gewone jongens met dikwijls niet veel meer dan de ambachtsschool het soms slechter dan vele met theorie uitgeruste ingenieurs? En als ze eenmaal op het terrein van de handel komen raken ze helemaal niet meer uitgepraat! Lijnrecht daartegenover staan dan de mensen die vinden dat „de mens pas begint bij de meester in de rech ten" een doctorandus in de eco nomie is tegenwoordig dan alweer een graad hoger! Zij geven hoog op van de waarde van het student zijn, van de brede algemene ontwikkeling die de universiteit verschaft, van de ruime levensvisie die de combinatie van die twee verschaft. En zij gelo ven niet dat het mogelijk is een lei dende positie in het leven te bekleden als men niet door de poorten van de universiteit is binnengegaan. Op deze manier gevoerd Is de dis cussie over het hoger onderwijl komen zinloos. Want men kat' weerskanten met allerlei voorb^„ komen zonder dat die voorb^ ook maar iets bewijzen! De ene vergeet dat leiderscapaciteiten tij niet voldoende zijn om ook indfs een vooraanstaande positie te r den daar is ook kennis vooru en in onze gecompliceerde s schappij een zeer grote hoev^, kennis. Menige „self-made ie betreurt het iedere dag dat hie in de gelegenheid is geweest zifz bredere algemene ontwikkeli?» verwerven. En omgekeerd is tf" dat kennis alleen al evenmi^, doende is voor een vooraanst functie in het maatschappelijk^ er zijn ook heel andere c teiten voor nodig. Een leraar (pc middelbare school kan het me1' verworven kennis alleen niet P hij moet ook paedagoog zijn.® menigeen heeft dat al (tot zi^ lende) ondervonden. Een ingSj moet leiding kunnen geven, eeid moet een persoonlijkheid zijp' vertrouwen inboezemt, een don moet vele van deze eigenschap]» één persoon verenigen. En z(e men doorgaan!e Hiertussen het juiste midden tj® ken is de bijzonder moeilijkeei voor minister en onderwijsn* gezamenlijk. Het „gelijke kaf spreekt leder mens aan maaM zal moeten beseffen dat allee?, toekennen van studiebeurzen,»' als die zo ruim zijn dat ze oo* legenheid geven mee te doe«u het studentenleven, niet vol dn is om inderdaad gelijke kans waarborgen. Milieu en opv«" spelen al evenzeer hun rol zijn nu eenmaal niet met gi koop! En ongelukkig is d zijn hele leven op zijn tenen t' lopenj Want dat wordt ook dikwijls» geten in deze discussie: dat hel werven van kennis, van titels" een mooie baan, weinig gemeenr met het verwerven van levensj Een onderwijzeres in de eerste I- van de lagere school heeft mis» intellect genoeg om doctor in d« dagogie te worden en directtrio een middelbare school maai iemand garanderen dat ze dal lukkiger zal zjjn? En durft ieN te zeggen dat men dan „intellect reserve in onze bevolking "ongel^ heeft laten liggen? NATUURLIJK BRONWATER BEVAT VELE GENEESKRACHTIGE MINERALE BESTANDDELEN. BIJ GEREGELD GEBRUIK HET BESTE VOOR UW GEZONDHEID. VICTORIA - WATER IS EEN NATUUR-PRODUCT. DE MEEST GEVRAAGDE TAFELDRANK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2