CHRISTELIJK
VI TELLA
Hoofdpijn?
Een weerinstitniit voor
het handelsklimaat
Herdenking stichting van
Calvijns Academie
„ENGELANDVAARDERS"
3.95
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Het voorkomen van
nieuwe oorlog
een
Ontsnapt
I langs Krakatau 1
In het levensmiddelenbedrijf
Vraagstukken van
de middenstand
j
Zou voor de handel in levens
middelen niet de tijd aangebro
ken zijn een apparaat op te
bouwen dat voorlichting kan ge
ven omtrent de omvang van
oogsten, oogstmislukkingen over
de gehele wereld, de Invloed
hiervan op de Nederlandse
markt, de nationale en interna
tionale produktie van verpakte
levensmiddelen enz. Naarmate
de markten meer ineenvloeien,
waarvan de Euromarkt een
concreet voorbeeld is, de prij
zen zich egaliseren, de wet van
vraag en aanbod scherper gaat
werken en een stelsel van com
municerende vaten onstaat,
mag van de individuele hande
laar niet verwacht worden, dat
hij dit alles overziet. Hij kan
niet langer op zijn gevoel af
gaan om te bepalen hoeveel en
wanneer hij kopen moet, welke
aankoopprijs verantwoord is,
wanneer hij moet verkopen en
welke verkoopprijs reëel is. Een
recent voorbeeld hiervan is de
overproduktie van enige soorten
groenteconserven van de oogst
1958.
Dit voorstel tot instelling van
een informatiecentrum voor de
handel in levensmiddelen wordt
gedaan in het vakblad voor de de
tailhandel in aardappelen, groen
ten en fruit, orgaan van de Chr.
Bond van Kleinhandelaren in
aardappelen, groenten en fruit.
De redactie wil wat betreft de
opzet van een dergelijk apparaat
niet in details treden, daar de
handel hiervoor voldoende capabe
le figuren heeft. Duidelijk wordt
echter gesteld, dat marktonder
zoek een integraal onderdeel van
de activiteiten van zo'n centrum
zal moeten zijn.
Het blad hoopt dat deze sugges
tie via het spitsroedenlopen door
de discussiegang zal groeien tot
een meteorologisch instituut voor
het gevoelige handelsklimaat.
Nog even terugkomend op het
recente voorbeeld van de groente
conserven schrijft het orgaan, dat
de prijsbepaling van de handel,
zowel bij inkoop als bij de ver
koop achter de werkelijkheid aan
liep. wat geresulteerd heeft in een
te gebrekkige stimulering van de
consumptie, dus in een blijven zit
ten met voorraden en verliezen.
De handel zag ook te laat dat
een bepaalde winstmarge de om-
zetsnelheid in de weg stond, tot
dat bij de nadering van het nieu
we seizoen de sluis geopend werd
en de handel geschokt werd door
elkaar opvolgende prijsonderbie-
dingen.
De zelfbediening
Rondom de zelfbediening blijkt
een sprookje ontstaan te zijn,
waaraan De Slager, het vakblad
van de federatie van slagerspa
troonsbonden, thans een einde
wil maken. Het sprookje bestond
hierin, dat de economische resul
taten van het zelfbedieningsbe-
drijf vergeleken bij die van de
gewone bedieningszaken, ver
bluffend zouden zijn en het zelf-
bedieningsbedrijf dan ook een
enorme opgang zou maken in
Nederland, evenals in het buiten
land.
Aan dit sprookje wordt een
einde gemaakt aan de hand van
cijfers die het Economisch In
stituut voor de Middenstand
heeft gepubliceerd.
Vergeleken zijn o.m. 14 zelfbe-
dieningsbedrijven met een gemid
delde omzet van 224 000 per jaar
en 17 gewone bedieningsbedrijven
met een jaaromzet van 221.000,
groepen van bedrijven dus met
ongeveer gelijke omzetten.
Om deze omzet te halen waren
in de zelfbedieningsbedrijven 4.8
werkkrachten nodig en in de be
dieningsbedrijven 4,5 man. Bij de
laatstgenoemde bedrijven blijkt
dus de personeelsbezetting tegen
alle verwachting in nog iets ge
ringer te zijn. Wel zijn de totale
loonkosten iets hoger (8,3 pet.),
tegen 7,2 pet. bij de zogenaamde
z.b.-zaken, maar dit verschil
schuilt voornamelijk in het ge
waardeerde loon van de onderne
mer, dat voor de bedieningszaken
hoger is gesteld.
De netto-winst van de bedie
ningsbedrijven bedraagt 17.860
(8 pet.) en van de z.b.-zaken
12.600 (5,6 pet.). Het economisch
resultaat van de bedieningszaken
blijkt uit te komen op 2.2 pet en
van de z.b.-zaken op 1.5 pet. Ook
blijkt de omzetsnelheid in de z.b.-
zaken lager te liggen dan in de
bedieningszaken.
Deze cijfers betekenen, aldus
het slagersvakblad, dat met de
zelfbedienmgszakcn de grootst mo
gelijke voorzichtigheid betracht
dient te worden. Enige jaren ge
leden is een poging gedaan ook
de slagers mee te slepen in het
avontuur van de zelfbediening.
Hiertegen is krachtig stelling ge
nomen. Deze waarschuwing is
toen verstaan en men heeft zich
over het algemeen toegelegd op
de versnelling van de bediening.
Melk in papier
Er blijkt de laatste tijd een ont
wikkeling gaande te zijn in de
richting van meer in papier ver
pakte melk, zo schrijft Ons Melk
en Zuivelblad, orgaan van de
Prot. chr. Bond van handelaren
in melk- en zuivelprodukten.
Reeds enige tijd waren er drie
melkinrichtingen die zich met de
melkverpakking in papier bezig
hielden. Thans zijn er nog zes be
drijven bijgekomen.
De Federatie van Nederlandse
Zuivelfabrieken heeft een studie
commissie ingesteld en ook het
Nederlands Zuivelbureau stelt een
onderzoek in naar de mogelijkhe
den die er liggen op het gebied
van de melkverkoop in papier via
gekoelde automaten.
De melkhandel is er zich hier
bij goed van bewust dat een der
gelijke verpakking de verkoop van
melk bij andere middenstandsza
ken aanzienlijk eenvoudiger
maakt. In Amerika heeft de om
zet van melk in papier al een be
hoorlijke omvang bereikt. In En
geland, Duitsland en de Scandina
vische landen valt een sterke stij-
de
papierverpakkingsbedrijver
:t stil. Een zeer belangrijk
belangrijk
gument is hier. dat de papierver
pakking de kwaliteit van de melk
ten goede komt, namelijk de be
scherming tegen het directe dag
licht ter voorkoming van de oxy-
datiesmaak. Voorts speelt nog een
rol dat per 1 januari 1961 voor de
melkhandel dc eis zal gelden, dat
alle melk afgeschermd dient te
zijn tegen licht.
Openbare senaatssitting aan de V.U.
In een gedeeltelijk geviilde |ün^iev«
Woestduinkerk te Amsterdam
belegde de senaat van de Vrije
Universiteit gistermiddag een
openbare zitting ter herdenking
van Johannes Calvijn en zijn
Academie, die 400 jaar geleden
gesticht werd. Een groot aantal
hoogleraren, studenten, predikan
ten en alumni van de V.U. woon
den de herdenkingsbijeenkomst
bij.
De senaatszitting werd door de rector-
magnificus, prof. dr. G. C. Berkouwer,
met het domineeswoord geopend, waarna
hij de aanwezigen welkom heette. De
eerste spreker was de hoogleraar in het
kerkrecht, de algemene en de vaderlandse
kerkgeschiedenis, prof. dr. D. Nauta. Zijn
onderwerp was: „Calvijn en zijn Aca
demie in 1559".
Prof. Nauta wees erop, dat het jaar 1559
in het leven van Calvijn een hoogtepunt
vormde, omdat zijn werk toen een afslui
ting vond. In dat jaar verscheen
de laatste bewerking T
„Institutie"
(Adv,
MIDDELBARE AKTEN
Fran», Duits, Engels en Ned. M.O.A.
De kortste en voordeligste opleiding
RESA-HILVERSUM
(Bekende Schriftelijke Cursus
Advertentie
Ueedifk!
instant pudding
38 ct per pakje
Prof. Jonker treedt af
als voorzitter afd.
Nederland I.G.V.
Knapenverenigingen
Geref. gemeenten
hielden landdag
In het kerkgebouw der Geref. Gemeen
te te Zeist is deze week onder zeer grote
belangstelling de eerste jaarvergadering
gehouden van het landelijk verband van
knapenverenigingen der Geref. Gemeen
ten. Het openingswoord werd uitgespro
ken door de landelijke voorzitter, ds. C
Hegeman te Genemuiden. Hij wees op de
rijkdom van het Pinksterevangelie. Pe-
itrus heeft de kinderen niet vergeten in
zijn Pinksterpreek. Dat is wel een voor
beeld voor de predikanten. Het jaar
verslag werd uitgebracht door de heer
|C. de Bode te Dirksland. Hij kon op
j vooruitgang van het jeugdwerk in de
j Geref. Gemeenten wijzen. Ds. H. Rijk-
isen te Vlaardingen verzorgde het Bijbeis
j onderwerp, dat tot titel had „Demas". In
Nauwere ooiitaeten
van Hervormde kerk
in het Noorden
De provinciale kerkvergaderingen van
Groningen, Friesland en Drenthe van de
Ned. Herv. Kerk hebben met elkaar con
tact opgenomen, omdat zij bezorgd zijn
over de in het Noorden waar te nemen
verplaatsing uit „oude" naar „nieuwe"
streken. De veranderde maatschappelijke
structuur is er oorzaak van dat tal van
jonge gezinnen en goede krachten de
plattelandsgemeenten gaan verlaten. In
l><
•ut-rk
NED. HERV. KERK
B^.'oepbaarstelling: J. v. d. Werf. pre
dikant vooi buitengewone werkzaam
heden (compaswerk), Juliana van Stol
berglaan 26, Naarden; J. Rienstra,
heen predikant te Beetsterzwaag,
de Hervormde pastorie te Schingen.
Beroepen te Groningen wijkgemeente
4. vak. C. M. Luteijn); Joh. Grolle
Nijverdal.
erk. dat hij reeds jong had
geschreven, maar dat herhaalde malen GEREFORMEERDE KERKEN
erd herzien en uitgebreid. Beroepen te Terneuzen: K. Ubels
Ook kan de stichting van de AcademieZwartebroek; tc IJsselmonde-West. L.
1559 gezien worden als een afsluiting! Schuurman te Giessenburg.
1 Nijmegen (vak. wijlen
zijn levenswerk. Hij heeft daarin
zulk een belangrijk aandeel gehad, dat
we met recht mogen spreken over „zijn
Academie".
Prof. Nauta ging uitvoerig in op de
vraag wat Calvijn met zijn Academie
wilde bereiken. In de eerste plaats moest
zij volgens de spreker voorzien in de
praktische behoefte aan predikanten, in
het bijzonder voor Frankrijk. Maar daar
hield haar taak niet op. Volgens Calvijn
moest de Academie ook kunnen opleiden
voor andere beroepen. Hij verwierp iedere
gedachte als zou er een tegenstelling tus
sen evangelie en wetenschap bestaan.
Invloed
De tweede spreker, prof. dr. H. Smits
kamp. hoogleraar in de algemene en
vaderlandse geschiedenis van de nieuwe
tijd. sprak over de invloed van de Aca
demie od Nederland.
De hoogleraar constateerde, dat deze
invloed blijvend is geweest. Zij werd de
moederschool van de Nederlandse univer
siteiten, die gedeeltelijk naar haar voor
beeld zijn ingericht, hoewel ze alle eigen
wegen zijn gegaan
In de tweede helft van de zestiende
eeuw hebben honderden studenten uit ons
land in Genève .gestudeerd. Velen van
hen hebben later een leidende rol ge- j zijn tegenwoordige gemeente.
speeld in het kerkelijk en staatkundig
leven van ons land.
In later tijd is het groter en welvaren-Het
Ede.
BAPTISTEN GEMEENTEN
Aangenomen naar Den Helder: A. H.
Agieraak, kandidaat te Amsterdam.
Ds. R. J. de Boer met
emeritaat
Ds. R. J. de Boer. hervormd predikant
te Veessen, is voornemens met emeri
taat te gaan. Ds. De Boer werd in 1894
te Zwartsluis geboren en behoorde oor
spronkelijk tot de Gereformeerde Ker
ken. Hij studeerde aan de Vrije Univer
siteit en trad in 1926 uit de Geref. Ker
ken om predikant te worden bij de Piot.
Kerk in Indonesië. Als zodanig arbeid
de hij te Padang en te Pematang-Sian-
tar. Nadat hem om gezondheidsredenen
eervol ontslag verleend was. kwam hij
in Nederland terug en ging over tot
de Evang. Luth. Kerk. Hij werd predi
kant te Wildervank, vertrok na vijf jaar
naar Weesp en was na de bevrijding
werkzaam als legerpredikant. Hij was
inmiddels overgegaan naar de Ned.
inmiddels overgegaan
Herv. Kerk en verbond i
1947 s
der Nederland het kleine Genève gaani
overvleugelen. Het centrum van de calvi
nistische wetenschapsbeoefening werd I
toen naar Nederland verplaatst en de
rollen werden omgekeerd.
Prof. Berkouwer sloot de senaatszitting
na de beide hoogleraren te hebben be
dankt voor hun uitnemende referaten.
bisdom
de Lutherse
kerk Helsinki zal op 1 juli a.s. wor
den gevormd. Enige dagen geleden
zijn door de predikanten en leden van
de kerken in dit nieuwe bisdom drie
kandidaten gekozen, die voorgedragen
zullen worden aan de President van
de Finse republiek die de toekomstige
bisschop uit het drietal aanwijst.
(Advertentie)
Prof. dr. H. Jonker, hoogleraar in de
theologie aan de rijksuniversiteit te
Utrecht, is afgetreden als voorzitter van
predi8kantntedAm^te^damrUalTvoör?itt^' benoemd- die de volgende vergaderin!
De Nederlands^^fd8 hng^zal 30 mei Yn de aTl^v^a'^tukkeii ^log1 riie?Icon8'188'
Keizersgrachtkerk te Amsterdam in alge- De vereadï nrsDrak mèt nadru
meuweToorzfuenr\1eierkI0mHen Z Z dit mte^rovmcmal be^aad sleS
nieuwe voorzitter kiezen. In de ochtend- hpt hehmid pri Hp versterking
vergadering zal de secretaris, dr. J. D. ^rkS leven Sfg
Dengerink te Amsterdam, spreken over: KerKeuJK leven-
Hoe krijgen de jongeren in uw gezin weet van de geestelijke strijd op
leven en dood in Nederlands bezettingstijd? Hoe verlevendigt u uw eigen
kennis? Het antwoord geeft:
(Zie bespreking pagina 2 Zondagsblad,
Zorg dat u tijdig een exemplaar bemachtigt
In elke boekhandel voorhanden
UITGAVE: N.V. UITGEVERIJ A. ROELOFS VAN GOOR MEPPEL
De Here heeft „op Sion een vuur en in Jeruzalem een oven
zegt Jesaja in het laatste vers van hoofdstuk 31. Sion is de
stad van God van Gods kant bezien; Jeruzalem is de stad van
God van de kant der mensen uit bezien; beiden zijn eigenlijk
één, maar de zonde heeft in de geschiedenis steeds weer
onderscheid gemaakt tussen de twee en zo is Jeruzalem de
stad geworden die God heeft verworpen.
Het vuur van Sion en de oven van Jeruzalem behoren echter
bij elkaar. Het vuur van Sion ligt op het altaar; in Jeruzalem
ligt het in de oven. Met Pinksteren zagen we, dat de Heilige
Geest met vurige tongen op de discipelen kwam, maar hen
tevens vervulde, dus in hen kwam.
Het offer van Christus heeft ons offer niet ongeldig gemaakt.
Omdat Christus zich opofferde voor ons, vraagt God dat wij
ons geven als „een levende Gode welgevallige offerande". Gods
vuur moet op ons rusten. Maar als het vuur op ons rust. komt
het ook in ons. Een oven verspreidt warmte en God wil, dat
wij in de geestelijk zo koude wereld warmte verspreiden en
de mensen iets van Gods liefde laten proeven. Maar als Gods
vuur niet op het altaar is en op ons rust, dan kan de oven
van Jeruzalem niet branden. Als wij niet verteerd worden door
liefde voor God, kunnen de mensen de gloed en bezieling
waarmee wij vervuld zijn niet zien. Het vuur moet op en in
ons zijn.
EEN VERWERPELIJK STANDPUNT
Congres „Oorlog en vrede
vrede", dat in Utrecht wordt
i toekomstige
i de oorlogvoering kan er.
HHHHHI spreken
„Toekomstperspectief" In de middagver
gadering houdt ir R. Plomp te Zeist een
inleiding over: „Onze internationale ont
moetingen: een reformatorisch appèl".
Chr. hoger personeel
vergadert 30 mei
Op zaterdag 30 mei zal de Nederlandse
Christelijke Vereniging van hoger perso
neel in Esplanade te Utrecht haar alge
mene ledenvergadering houden. Op het
programma staan onder meer een be
stuursverkiezing en een voordracht
Amerikaans predikant
promoveerde te
Utrecht
De Amerikaanse predikant ds. E, P.
Heideman, die tegenwoordig in Canada
werkzaam is onder de Nederlandse
emigranten, promoveerde gisteren aan
de Utrechtse Universiteit tot doctor in
de godgeleerdheid.
In zijn proefschrift ..The relation of
revelation and reason in E. Brunner en
H. Bavinck" vergelijkt hij de inzichten
deze beide theologen
veertiende lustrum van de rooms-, -...
katholieke studentenver. „Veritas" HSLtStZ* £2S "aangëfe"
is gisteren het onderwerp „Wegen genheden,
ter ontkoming aan de dreigende
oorlog" behandeld. De inleiders
waren luitenant-generaal T. E. E.
H. Mathon, prof. mr. B. V. A. Rö-
lingh en prof. dr. J. Tinbergen.
Luitenant-generaal Mathon. die sprak
over het scheppen van een strategisch
evenwicht, verklaarde dat de Navo
toe heeft bijgedragen, het uitbreken
een oorlog te voorkomen. Hij zei, dat
een oorlog het uiterste middel is orr
een politiek doel te bereiken. Hij stel-
a'e met nadruk, dat volstrekte vernie
ling en vernietiging nimmer het doel
van de oorlog is. Niemand kan, aldus
generaal Mathon, echter voorspellen.
„Juffrouw Drachmann?'
31
,,u uuiuuw informeerde Nicolson.
In de verste hoek keerde een jonge vrouw zich
om en keek hem aan. Haar gezicht bevond zich in
hel donker. ,,Ik ben bang maar twee, mijnheer."
Ondanks de vermoeidheid in haar stem realiseerde
hij zich, dat deze zacht, diep en zangerig was.
,,Bang?"
,,A1 de anderen, die niet konden lopen, zijn van
nacht gestorven", antwoordde zij rustig ,,Het wa
ren er vijf: zij waren er erg aan toe. En het weer
was afschuwelijk." Zij beheerste haar stem niet he
lemaal.
„Vijf?", herhaalde Nicolson. verbaasd het hoofd
schuddend.
„Ja. mijnheer." Met haar ene arm drukte zij het
kind, dat op het krukje naast haar stond, tegen
zich aan terwijl zij het met de andere wat ste
viger in zijn deken wikkelde. „En deze kleine hier
heeft een verschikkelijke honger en is dpodmoe."
Voorzichtig probeerde zij een smerig duimpje uit
zijn mond te halen, maar het kind verzette zich
daar met hand en tand tegen, terwijl het Nteolsor.
met een soort van ernstige gereserveerdheid, bleef
aankijken.
„Hij krijgt vanavond volop te eten, en zal lekker
kunnen slagen", beloofde Nicolson. „Nou, vooruit,
ieder die kan lopen, gaat naar de boot. De gezonden
het eerst; die kunnen de boot op z'n plaats houden
en de gewonden helpen om er in te komen. Hoeveel
mensen zijn gewond aan armen of benen, zuster,
behalve dan degenen voor wie een draagbaar nodig
is?"
„Vijf, mijnheer."
„Die vijf dan wachten tot er iemand in de boot is
om ze te helpen Hij klopte de whiskydrinker op zijn
schouder. „U gaat voorop."
„Ik?" De man was diep verontwaardigd. „Ik voer
hier het bevel, mijnheer, in feite ben ik de kapitein,
en die behoort toch altijd het laatste.."
door ALISTAIR MAC LEAN
(vertaling Rob Limburg)
,.U gaat voorop", herhaalde Nicolson geduldig.
„Vertel hem wie je bent, Foster", opperde juf
frouw Plenderleith scherp.
„Dat zal ik wis en zeker doen!" Hij was nu op
gestaan en had in de ene hand zijn zware Gladsto-
ne-handkoffer, en in de andere zijn half lege fles
„Farnholme heet ik. mijnheer. Brigade-generaal Fos
ter Farnholme Hij maakte een ironische buiging
Tot uw dienst, mijnheer."
„Zeer aangenaam." Nicolson glimlachte ijzig. „En
nu vooruit!" Achter hem klonk het geamuseerde
lachje van juffrouw Plenderleith onnatuurlijk luid in
de plotseling ontstane stilte.
..Daar zal je voor boeten, onbeschaamde jonge.."
Meteen zweeg hij en deed haastig een stap achter
uit, toen Nicolson op hem af kwam. Hij sputterde:
..De traditie op zee: vrouwen en kinderen eerst."
„Die ken ik. Laten we dan allemaal op een rijtje
aan dek gaan staan om een heldendood te sterven
terwijl de muziek speelt wanneer we onder water
verdwijnen Ik zeg het je niet nog eens. Farnholme."
„Generaal Farnholme. alsjeblieft, jij., jij.."
„Je krijgt zeventien saluutschoten, wanneer je
overboord wordt gezet", beloofde Nicolson en gaf
hem een flinke duw. die hem wankelend in de ar
men van de bootsman deed rollen, met zijn tas nog
altijd onder een arm geklemd. McKinnon had hem
in enkele seconden buiten.
Nicolson liet zijn zaklantaarn rondgaan, tot het
licht bleef rusten op een in een mantel gehulde ge
daante, die ineengedoken op een kooi zat.
„Hoe staat het met u?", informeerde Nicolson.
„Bent u gewond?" „Allah is goed voor degenen die
hem liefhebben." Het was een zware grafstem. De
man met zijn diepliggende ogen boven een arends
neus stond waardig op en trok zijn zwarte muts
stevig over de oren. „Ik ben niet gewond."
„Goed. Dan bent u nu aan de beurt." Het licht
van de zaklantaarn gleed verder en bescheen ver
volgens een korporaal en twee soldaten. „Hoe staat
het met jullie, jongens?"
„O, we maken het best." De tengere, donkere
korporaal, die ietwat verbluft-wantrouwig had zitten
staren naar de deur waardoor Farnholme net was
verdwenen, keek op en grijnsde tegen Nicolson, on
danks zijn met bloed doorlopen ogen en zijn geel
bleek. koortsig gezicht. „Wij zijn de geharde zonen
van Albion. In prima conditie."
„Liegen kan je", constateerde Nicolson geamu
seerd. ..Maar vooruit dan maar Varmier. wil jij
even zorgen dat ze in de boot komen? Laat ze
erin springen wanneer de boot op een golf naar
boven komt tot vlak bij het dek het scheelt nau
welijks een meter. En bind ze voor alle zekerheid
een boeglijn om het middel. De bootsman helpt wel
Hij wachtte, tot de brede rug van de man met
de mantel door de deur was verdwenen, en keek
toen juffrouw Plenderleith, vlak naast hem, nieuws
gierig aan ..Wat is dat voor een man, juffrouw
Plenderleith?"
„Een mohammedaans priester van Borneo", ant
woordde zij met minachtend opgetrokken lippen. „Ik
ben vroeger vier jaar op Borneo geweest. Alle ri-
vierschuimers, waar ik ooit van heb gehoord, wa-
i mohammedanen."
(Wordt vervolgd;
Prof. Röling noemde het grootste ge
vaar van het ogenblik de koude oor
log. Een atoomoorlog tussen het Sow-
jetblok en de atlantische gemeenschap
zou, zijns inziens, een laatste broeder
twist zijn waaraan de blanke bescha
ving ten onder zou gaan.
•De Westerse politiek om een derö'e we
reldoorlog te voorkomen, die een be
wapeningswedloop heeft meegebracht,
leidt, naar menselijke ervaring, tot de
oorlog, die men vermijden wil. Prof.
Röling zei, dat de huidige situatie be
vordert, dat een plaatselijk conflict
(bijvoorbeeld een opstand in Oost-
Duitsland) op een derde wereldooilog
uitloopt.
De gevaarlijkste drijfveer in de huidige
situatie is, naar de mening van prof.
Röling, het wederzijdse wantrouwen
en de wederzijdse angst. Hij verklaarde,
dat Rusland naar het Westen een op
angst gebaseerde militaire verdedi-
gingspolitiek voert en naar het Oosten
een op machtsuitbreiding gerichte ideo
logische en economische veroverings
politiek. Het Westen behoeft echter
de Russische ideologie en de economi
sche agressie in Afro-Azië niet te vre
zen. als het alle krachten inspant om
deze sowjetisering te voorkomen, ai-
dus prof. Röling.
Hij wees er voorts op, dat het gevaar
dreigt dat de Navo verstart in een
strikt militaire opvatting, die zich
slechts laat leiden door overwegingen
van de militaire machtsverhouding.
Prof. Tinbergen sprak tenslotte over het
wegnemen van de economische tegen
stellingen. Hij ging er van uit, dat het
verzachten van de economische tegen
stellingen een bijdrage tot de vrede
kan betekenen. De economische tegen
stellingen tussen de communistische
en niet-communistische landen zijn
van ideologische aard: men heeft ver
schil van mening over wat het beste
economisch stelsel is. Prof. Tinbergen
zei. dat deze tegenstelling vaak wordt
overdreven.
Jaarvergadering C.B.C.
De Christelijke Bedrijfsgroepen Cen
trale zal op 8 en 9 juni in het Kurhaus
te Scheveningen haar algemene vergade
ring houden onder leiding van de heer
C. van Baren uit 's-Gravenhage. Behalve
de behandeling van verschillende huis
houdelijke zaken staan drie referaten op
de agenda. Op 8 juni zal de heer Rool-
vink, secretaris van het C.N.V. spreken
over: „Sociale en economische aspecten
van deze tijd". In de ochtendvergadering
van 9 juni zal ir. W. J. Boot, bedrijfs
leider van de N.V. Van der Heem te
Voorburg, het vraagstuk der automatise
ring behandelen. In de slotvergadering
van 9 juni zal dr, H. J. Langman, Her
vormd predikant te Amsterdam, spreken
over: „Koperen schilden".
JN haar program van 1946 erkent
de Partij van de Arbeid „het
innig verband van personen en groe
pen tussen levensovertuiging en po
litiek inzicht". Doch zij „verwerpt
principieel en voor de tegenwoordige
verhoudingen ook praktisch de orga
nisatie van het politieke partijlevcn
op de grondslag der godsdienstige
belijdenis (antithese)". In dezelfde
geest spreekt het in 1947 vastgestel
de program.
Dit standpunt achten wij onhoudbaar.
Over de gebrekkige formulering
zwijgen wij. Wat men zeggen wil, is
duidelijk. Het komt vrijwel overeen
met hetgeen van meer dan één zijde
tegen partijorganisatie op principieel-
christelijke grondslag werd en wordt
aangevoerd.
Banning, een van de geestelijke lei
ders van de Partij van de Arbeid,
heeft echter erkend, dat in socialis
tische kringen te weinig beseft wordt,
dat veler keus op politiek gebied ten
slotte bepaald wordt door hun diepste
levensovertuiging. En tevens had hij
er een oog voor, dat het calvinisme,
op grond van zijn zondeopvatting,
wel bezwaar moest maken tegen de
socialistische beschouwingen over de
eigendom. Hij had hierin volkomen
gelijk.
Wanneer de staat.beschikt over alle
gronden, over alle belangrijke onder
nemingen, dan is het gevaar groot,
dat van die geweldige macht mis
bruik wordt gemaakt, dat ook de
geestelijke vrijheden niet geëerbie
digd worden. Dc vrees daarvoor be
hoeft niet gekoesterd te worden,
wanneer de zonde niet ook de macht
hebbers tot tyrannieke daden zou
kunnen verleiden. Maar de christen
weet, dat de zonde met ons mee zou
gaan, ook in een socialistisch geor
ganiseerde maatschappij. Alle con
centratie van politieke en economi
sche macht is niet zonder ernstige
bedenking.
Het is een niet te loochenen feit, dat
over de leidende staatkundige begin
selen en over de wenselijke sociale
orde verschillend wordt gedacht. En
dat verschil vindt vooral zijn grond
hierin, dat niet allen in de weleer
gekerstende landen de openbaring
Gods in natuur en Schrift aanvaarden
als hèt licht, ook op staatkundig en
sociaal-economisch terrein.
De al dan niet aanvaarding van het
gezag der openbaring beslist over
iemands principieel oordeel over oor
sprong ei) karakter van het over
heidsgezag, over de bron van het
recht, over de verhouding tussen
volk en overheid, over de grenzen
der overheidsmacht, over de normen
waardoor de overheid bij de vervul
ling van haar taak is gebonden. Naar
christelijk belijden is de overheid
„dienaresse Gods, ons ten goede".
Wie bij de Schrift leeft, ziet het ge
zag rusten op een onwankelbaar,
immers door God en onder Zijn lei
ding gelegd, fundament. Maar hij
weet tevens, dat aan de overheids
macht grenzen zijn gesteld. Dus ook
aan de gehoorzaamheid. Men moet
Gode meer gehoorzamen dan de
mensen.
Herhaaldelijk hebben de overheden
In de loop der historie misbruik van
hun macht gemaakt. In onze tijd ge
beurt dit in de communistische landen
op grote schaal. Zij matigen zich zelfs
gezag aan over de kerk, eerbiedigen
niet de consciëntie van hun onder
danen, laten de ouders niet vrij in
de geestelijke opvoeding van hun kin
deren.
Wij leven in een tijd, waarin zowel
het gezag wankelt als de rechten van
de volken worden vertrapt. In zulk
een tijd is het meer dan ooit nodig,
dat de belijders in de vrije landen
zich organiseren en hun invloed op
het volksleven trachten te versterken.
Gevaren dreigen ook in de staten
waarin communistische groepen nog
geen betekenende positie verkregen.
Hetgeen wij zo nu en dan horen ver
kondigen over huwelijk en gezin, over
echtscheiding, over schuld en straf,
moet ons wel waakzaam maken.
Wij erkennen, dat in concreto over
de grenzen der overheidsbemoeiing
soms verschil van inzicht kan bestaan
ook onder degenen die van dezelfde
christelijke grondprincipes uitgaan.
Maar allen leven toch in de overtui
ging, dat er grenzen zijn. De overheid
mag zich niet vergrijpen aan de men
selijke persoonlijkheid. Zij behoort
in het gezin, in de kerk, in weten
schap en kunst, in onderwijs en be
drijfsleven, levenskringen te zien,
waaraan God een eigen aard en taak
heeft gegeven. Door de zonde, door
gebrekkig inzicht in dc situatie waar
in men verkeert, is het telkens weer
noodzakelijk, dat de overheid hier
ingrijpt en regelen stelt. Velerlei
nood en gemis aan initiatief kunnen
de overheid nopen om steun te ver
lenen, om het zwakke te beschermen
en op te heffen. Wij staan niet op het
standpunt, dat de overheid geen lei
ding aan het economisch leven zou
mogen geven, wanneer de omstandig
heden, beïnvloed bijvoorbeeld door
maatregelen, elders genomen, dit
wenselijk of zelfs onvermijdelijk ma
ken. Misstanden die om correctie roe
pen kunnen tot het geven van lei
ding noodzaken.
Maar de bemoeiingen behoren toch
als einddoel te hebben, dat het le
ven in de kringen niet wordt vernie
tigd, dat het verantwoordelijkheids
besef niet wordt ondermijnd, dat al
les weer kan gaan funtioneren naar
zijn aard.
Hoe ver de overheidsbemoeiing in
concreto kan en mag gaan, kan niet
precies voor alle tijden worden vast
gesteld. Veel hangt hier af van het
cultuur- en ontwikkelingspeil der be
volking, van haar initiatief. Ook de
buitenlandse verhoudingen, de inter
nationale overeenkomsten, kunnen
hier van betekenis zijn. Maar het so
cialistische principe, dat leidt tot ee*.
bijzondere voorkeur voor zo ver mo
gelijke staatsbemoeiing, tot het wan
trouwen in particuliere activiteit, ook
tot een schier onfeilbaar achten van
de staat, moet met kracht bestreden
worden.
Wij zijn burgers van een constitutio
nele staat. Kan iemand nu ontken
nen, dat voor de ontwikkeling van
het staatkundig leven de vorming
van partijen een vereiste is? Immers
neen. En wat is nu meer natuurlijk
en logisch dan dat zij die ook op
maatschappelijk en staatkundig ge
bied het gezag van Gods openbaring
erkennen, die daaruit normen menen
te mogen afleiden, zich verenigen,
in eigen organisaties?
Het is dan ook onbegrijpelijk, dat de
Partij van de Arbeid principieel ver
oordeelt „partijvorming op de grond
slag der godsdienstige belijdenis".
Hoe kan men het euvel duiden, dat
een partij ook op politiek gebied be
lijdenis doet van haar onderwerping
aan de openbaring Gods, dat zij ver
klaart naar het Woord Gods te wil
len luisteren? Zij treedt met die be
lijdenis thetisch op.
Wel moet zij zich uiteraard antithe
tisch verweren tegen degenen die aan
deze belijdenis, althans op staatkun
dig terrein, geen gezag toekennen.
Men stoot zich meermalen aan dit
optreden van de christelijke staat
kundige en sociale organisaties. Men
meent, dat daarmee ook een oordcel
wordt uitgesproken over het persoon
lijk geloof en het persoonlijk leven
van degenen, die niet tot de christe-
lijk-georganiseerde groepen behoren.
Maar dat is een misverstand. Over
het persoonlijk geloof van een ander
mag niet geoordeeld worden, tenzij
hij zelf zijn godsdienstige overtuiging
openlijk uitspreekt.
Het kost ons geen moeite om te er
kennen, dat er onder degenen die zich
voegen bij andere zich liberaal of
socialistisch noemende groeperingen
ernstige christenen zijn. Wij menen
alleen, dat zij uit hun belijdenis niet
de voor de hand liggende consequen
tie trekken. Er kunnen allerlei mis
verstanden zijn. Soms ook het
moet als schiild worden beleden
omdat dezerzijds niet steeds de juis
te houding is aangenomen.
Maar dat alles kan ons niet verhin
deren om partijvorming op positief-
christelijke grondslag noodzakelijk te
achten. Ook vooral wanneer wij let
ten op heel de ontwikkeling van het
moderne leven.
Dit standpunt is niet onverenigbaar
met tijdelijke samenwerking, waar
mogelijk en in 's lands belang wense
lijk. In de laatste tijd zijn er evenwel
verschijnselen die samenwerking met
de Partij van de Arbeid belemmeren.
Zij zijn niet alleen op te merken in
de sociaal-economische sfeer, maar
ook in andere sectoren van het
staatkundig leven. Men denke bij
voorbeeld aan de houding der partij
inzake Nieuw-Guinea. Naarmate ten
aanzien van vraagstukken als de de
fensie in Navo-verband en de ge
dragslijn, door de vrije landen aan
te nemen tegen de Sowjetregering,
verkeerde invloeden zich laten gel
den, moet bovendien de samenwer
king op steeds meer bezwaren af
stuiten.