WILLEM DE MÉRODE
een christelijk dichter
Hoogtepunten uit alle
Pinksterprogramma's
RADIO-PROGRAMMA'S
Als een vlaag van Uiv genade
Niet mijn arme hart doorbeefde,
Hóe sou ik dit leven dragen?
Ik verivenschte dat ik leefde.
WILLEM DE MÊRODE
Ons is zoo wonderlijk te moede:
Niets kan ons bloeien nu nog keeren.
Want om ons is de glans des' Heeren
En wij zijn vol van Zijnen bloede.
WILLEM DE MÊRODE
„Benedictie"
Uit: „De Lichtstreep" (1929)
Hoeveel kijker? en
luisteraars?
Op 1 mei 1959 bedroeg het jaantal
aangegeven radio-ontvangtoestellen
2.538.717 tegen 2.529.080 op 1 april
1959.
In'hetzelfde .tijdvak Steeg het aan
tal televisietoestellen van 452.572
tot 465 504 (t.m. 14 mei 471.407).
Op 1 mei 1959 waren er 501.438
aangeslotenen op het draadomroep-
net tegen 503.506 op 1 april 1959.
HSssssssasnB
TIPS
uit het buitenland
Brussel Vlaams begint om 8 uur
met het veertiendaagse radio-caba
ret Kop en staart" en zendt om
9 uur een programma over Vlaan
deren uit Op 324 m.
Het zaterdagavondconcert van de
BBC kunt U tussen 9.15 en 11 uur
beluisteren op de zender 464 m.
Sir Malcolm Sargent dirigeert dit
maal het BBC-symfonieorkest, dat
werken van Wagner. Elgar en Ko-
daly uitvoert. Solist is de violist
Alan Loveday.
Bent u met de Pinksterdagen in de gelegenheid, veel naar de radio te
luisteren en wilt u ook televisiekijken, dan hebben we hier een lijstje voor
u met de belangrijkste en voor u wellicht mooiste uitzendingen.
EERSTE PINKSTERDAG
het Pinksterfeest
op tot het Pinkster-appèl
Neó Kamerkoor en de declamator
Johan Schmitz.
In l.et VARA-programma concer
teert 's middags om 2.40 uur het Ra-
i roepen de dio Filharmonisch orkest o.l.v
ird Haitink, U hoort dan werken i
de Hervormde Gemeente, dat door het Britten en Beethoven.
HET eerste réveil was dat van Da Costa en Groen van Prinsterer
voorafgegaan door Bilderdijk. Het tweede was dat van Kuyper
en De Savornin Lohman. Het derde réveil zijn wij. Als dit laatste
geen aanmatiging is, is het een programma, een programma dat
tegelijk een band en een breuk met het verleden betekent. Een band
met het verleden is het, omdat wij hiermee onze geestelijke herkomst
bewust aanvaarden, bepaald als die is door de bezieling van het
eerste en de organisatievormen van het tweede réveil. Een breuk
met het verleden is het, omdat de doelstelling van ons werk en onze
beweging anders is dan bij onze voorgangers. Opnieuw zijn wij in
de wereld geplaatst, opnieuw moeten wij voor onszelf en voor de
wereld de weg tot God vinden. Wij kunnen de réveiltradities niet
voortzetten zonder ze te vernieuwen." (pag. 5)
Met deze zelfbewuste, dappere en
uitdagende woorden vangt de inleiding
aan, geschreven door prof. dr. K.
Heeroma, van een in 1934 verschenen
bloemlezing van honderd verzen van
jong-protestantse dichters, een bloem
lezing waarin gedichten zijn opgeno
men van H. de Bruin, Jan H. Eekhout,
Jan H. de Groot, W. A. P. Smit, Wil
lem de Mérode, Roel Houwink, W.
Hessels, Muus Jacobse, H. M. van
Randwijk ei Jan Ietswaard.
Wij. die vijfentwintig jaar nadien le
zen, hebben da neiging deze inleiding
uitsluitend een historische waarde toe
te kennen, zowel inzake het heftige ver
langen dat erin spreekt, als vanwege
de eruit opklinkende hybris, waarmee
de idealen omhooggedreven worden.
Toch blijkt reeds uit de eerste aan
vang van de inleiding, dat deze relaties
onderhoudt met vragen en idealen van
vandaag, en dat alleen reeds is de re
den waarom deze inleiding ook vandaag
nog een uitvoerige bespreking ten vol
le waard zou zijn.
Wat reeds bij oppervlakkig doorbla
deren van deze bloemlezing opvalt is.
dat op de honderd verzen er niet min
der dan dertig van Willem de Mérode
zijn opgenomen, en dat niet zonder re-
d?n: het z.g. Derde Réveil had in Wil
lem de Mérode zijn onbetwiste leider
gevonden. In Willem de Mérode aan
vaardden alle protestantse dichters tus
sen de beide Wereldoorlogen hun onge
kroonde meester, bij wie ze in de leer -
waren geweest voor het ambacht
waarvoor het dichterschap hen stelde.
WILLEM DE MÉRODE
DE BLINDE VOGEL
Ze zeiden: blind zijn oogen
En kort zijn vleugels in,
Opdat hij zingen moge
Tot ons gewin.
Hij zal de lucht niet schouwen
En in een oogenblik
Zenken naar Gods landouwen
Met zaalgen snik.
Zijn blijdschap en bedroeven
Zal levenslang
Vlak boven 't bleekveld toeven
In schel gezang.
Met oogen uitgestoken.
Met vleugels afgesnéen,
O God, tot U alleen
Is mijn geluid ontloken.
Mag ik mijn gloeiend lied
Niet langer opwaarts dragen.
Hoor, hoe langs de aard mijn
klagen,
Ruischt als het lisplend riet.
Geef, dat het murmlen moge
Tot Gij m{j redt
En met genezen oogen
In wijden hemel zet.
Dan maakt de vreugd mij sterk.
Luid juublend na mijn treuren,
Of 't zwellend hart zou scheuren,
Zoo hang ik tegen 't zwerk.
Geen enkele dichter heeft in die ja
ren zo nabij het orthodox-protestantsè
kerkvolk gedicht en geschreven als de
ze gereformeerde dichte- maar het bij
zondere was dat hij in pu de open
heid bezat, waaraan geen e: chris
ten ontkomt die nit alleen ,v>n le
vensmilieu, maar óe totale werkelijk
heid kent.
Natuurlijk heeft hij het verdriet on
dergaan van miskend te zijn door vele
vooraanstaanden in de, merendeels door
vrijzinnigen geleide, Nederlandse let
terkunde. wanneer hij schreef ovj,r en
vanuit zijn chris'blijke overtuiging. En
even natuurlijk Gp^as het helaas dat d-e omhelzing
meesten zijner gewfsgenoten hem wél de diepste mensennood. "die 'hijgt
j - het geloof verlossing,
Wanneer zult Gij mij vinden?
Groet U mijn schoonste dag?
Gun mij, mismaakten blinde,
Dat lied, dien dag!
Ook dit vers kan men literair kri
tiseren, maar de boodschap is treffend,
en kan door de eenvoudigste gelovige
verstaan worden, die. zijn Bijbel le
zend. met God heeft gesproken aan
gaande schepping, ellende en verlossing.
Die bijna eschatologische trek, die in
niet anders is dan de gelovige
het Evangelie.
"gewikkeld, vrucht yah.jarenlange-ov«i>~.
peih'zing, maar het. zljii de voldragen
gedachten van iemand die reeds twaalf
jaar geleden in zijn schoonste bundel,
,,Het Kostbaar Bloed", terecht ge
schreven had:
Ik heb óp Golgotha gestaan
En zag 't gelaat van Jezus aan,
Dien men als een ellendeling
Aan 't kruishout hing.
En in die bundel schreef de dich-
ter-boeteling "tevens de onvergetelijke
Ik -ben-ala-het-gespeende kind r
Op moeders schoot; in rust
Heb ik mijn- ziel- gesust,
Nu ik m U mijn vrede vind.
De Heer zal mij dit heilgenot
In eeuwigheid doen smaken.
De Heer zal zalig maken
Die durft vertrouwen on zijn God.
D00DENB0EK
Op een heuvel stonden drie
kruisen.
Gij leed daar, ik weende er onder
En ook in deze Kruissonnetten ko
nen regels voor die in het hoofd blij-
ren, wanneer men zich werkelijk
het gebodene heeft verdiept.
nuu -„f. ,1 V,„(
verstonden als hij
sprak, niet altijd echter
vanuit het geloof sprak
zaken dan die, welke voor de kring
zijner medegelovigen tot het dagelijks,
al te dagelijks brood behoorden!
Door deze beide negatieve reacties
is Willem de Mérode teleurgesteld,
soms gegriefd geweest, en hij was er
de man niet naar om dit in persoonlij
ke omgang te verbergen. Maar hij is
er desondanks zichzelf onder gebleven;
misschien is hij juist dóór deze beide
factoren meer en meer geworden die
hij thans voor ons is: een belijdend
christelijk dichter. En wanneer wij
thans spreken over de orthodox-pro
testantse belijdende dichtkunst tussen
beide Wereldoorlogen, dan denken wij
vóór alles aan Willem de Mérode!
Niet dat hij ccn voorbeeldige gaaf
heid als dichter bezat, of het direct
treffende dat een oeuvre populair
maakt. Het tegendeel is waar: slechts
enkele verzen zijn volkomen gaaf, ve
le gedichten bevatten brokken maak
werk. maar ook dan bijna steeds met
enkele regels die bij nadere bezinning
wél treffen. En wat zijn hoorders aan
gaat, die vond hij in allerlei kring, mits
ze slechts in de stilte wilden door
dringen, waarin Willem de Mérode zijn
hartsgeheimen vertolkte. Het in willen
gaan in deze stilte is de voorwaarde
om t- horen wat deze dichter nu eigen
lijk te zeggen heeft. Willem de Méro
de vraagt geduld, vraagt overgave,
vraagt met name beléving van zijn ge
dichten! Wie daarin uitsluitend eigen
levensgevoe' "n impuls wil terugvinden,
kan zijn bundels beter gesloten laten.
Want niet d>. oppervlakkige, haastige
roerselen van aesthetica en gevoel in
het algemeen, staan centraal bij deze
dichter, maar de mens zoals alleen de
Bijbel ons deze toont: ellendig en ge
schonden in zich zelf, gerechtvaardigd
door het geloof, hopende op genade,
uitziende naar een heerlijkheid, die al
leen is weggelegd voor wie op het
Kruis gehoopt heeft.
DICHTERSCHAP
Het wonder bij Willem de Mérode is,
dat het vraagstuk waarmee Willem
Kloos geen raad wist. en waarmee
Marsman weergaloos en wanhopig
geworsteld heeft, door hem in Chris
tus zózeer overwonnen was, dat hij
als Christen over de dood kon
t schrijven, als iemand die aan deZe
laatste vijand nóg volop onderworpen
nnelijk realis-
Ik denk
..nden wij in iedere bun
hij del, en overwint keer op keer het vaak
ndere te veel praten, betogen, ja 'het vele
i maakwerk dat wij in zo menig vers
aantreffen.
Wat dat laatste aangaat, denk ik ook
aan een eerst na zijn dood gepubli- ,liaai
ceerd vers, waarin hij bijna rijmend 2Pic a,P'
hardop denkt, totdat eerst in de laat- tussen Golgoth
de laf
ste regel een kreet omhoog schiet, die
het gehele gedicht niet alleen aanvaard
baar maar onvergetelijk maakt:
DICHTEN
al het
•en simpelheid
achtig nawerkt.
de krachtige regel,
waarmee nij in één pennestreek de
sfeer van Golgotha aangeeft, die eigen
lijk de kern aangeeft van alle lijdén
van de Heiland: ,,"t Joelt onder hem,
heeft vrede", alsook die re-
geheime band aangeven ieP
i? en alle sterfbedden- door het ontbreken
Zie; hoe de dood Hem en ons
allen,
Met duisternis kómt overvallen.
Uit die motieven is ook,
alléén zijn dichterschap te
Men kon hem in zijn jare
dern dichter noemen, die de traditie
evenmin verwierp, als daar
leefde; hij ging met zijn tijd
is terecht door Dirk Coster opgenomen
in zijn belangrijke bloemlezing „Nieu-
Geluiden". Maar het belangrijkst is
Denkt gij dat dit gelukkig maakt.
Dichten en eenzaamheid'' en noodig
Te hebben wat gij overbodig
Noemt en als tijdverbeuzlen laakt?
Het is stilzitten in zonneschijn.
En den wind voelen, en den regen
Nastaren, en den hemel tegen
Vliegen als vogel, en dan
strakke lijn
Teruggetrokken worden, en de
wereld
Als een kogel tegen zich aan
voelen suizen,
En wegschuilen in het bepereld
Gras en den dood hooren ruischen
In zich en om zich; en ontwaken
Bij den stap en den lach van
een kind,
Dat, zooals God de menschen
bemint,
Bloemen plukt om een ruiker te
maken.
Denkt gij dat 't zoo begeerlijk is
Zijn hart aan velen te verdeelen?
't Is beier zijn hart te laten stelen.
„Ik kom als dief", zegt Hij, die
heerlijk is.
KRUISSONNETTEN
En dan is daar de aanvang van het h;;
vijfde sonnet: ,,Hij dorst; Hij is ver
smacht voor ons..." En ten slotte de
slotstrophe van het -laatste sonnet,
waarin sidderend het nieuwe morgen
licht van Pasen én Pinksteren wordt
beleden, na. in deze Kruissonnetten te
hebben overnacht in de-fluisterni.s van
Golgotha:
wist-dat deze macht de be
slissende nederlaag had geleden.
Alleen de christen kan dit eerbiedig
verstaan, en in het oeuvre van Willem
de Mérode zien wij de genade gede
monstreerd van een mens die van
longsaf het Evangelie heeft gehoord
en mogen aanvaarden.
Wie in dit licht deze bundel van ze
ventien verzen beziet, wordt getroffen
ken van iedere hybris.
De dood wordt in de ogen gezien als
verschrikking, maar wétende dat hij
onderworpen is aan hoger macht De
bundel opent met een .Miserere", ge
dachtig aan het lijden van Christus, da
zonden heeft willen dra-
Als Sneeuw versmelt al onze
slechtheid.
Wij leven weder in oprechtheid,
Uw Geest, dien Gij aan God
bevaalt,
Is ons tot heil en troost gezonden.
Heeft ons gezocht en ons
gevonden,
Is in Zijn huis, ons hart, gedaald
Heere, ?ij hebben U kwaad
gedaan,
Van dat Gij waart geboren,
Tot men-U met een balk belaan
Tussen de moordenaars deed gaan
En hangen aan het hout.
Gij hebt soldaten en joden
Vergeving aangeboden.
Ach Heere,
Miserere
wie de dood benauwt.
Maar nadat de bundel in diverse ge
dichten over de mens in het aange
zicht van de dood heeft gezongen, ein
digt deze reeks met een krachtig lied
waarin triomf en christelijke hoop vol
op doorklinken. Groots en sterkend
Dat alles hebben wij L bedenken,
anneer wij de drie bundels in herin-
lléén"öp nering roepen, die Willem de Mérode
nu vijfentwintig jaar geleden, in he:
jaar 1934, publiceerde: Kruissonnetten,
Psalmen, en Doodenboek.
H |t> De Kruissonnetten konden bij de
blijft dat zijn dichterschap vanuit menstellers
het Evangelie is opgebloeid, dat
bijna geen Christelijke grondmotieven Jaap Das
zijn. of wij vinden ze in zijn verzen
terug, maar óm die grondmotieven te
rug te vinden, eist hij bezinning, vraagi
hij van de lezer éigen diepgang er
overtuiging.
In dat geheel wordt ook eerst ver
staanbaar de vertolking van eigen le
vensproblematiek, die Willem de Mé
rode misschien nergens heftiger en die
per heeft uitgezongen, dan in zijn vers:
Willem de Mérode's
Verzamelde Gedichten, Ad den Besten.
Jaap Das en prof. dr. K. Heeroma
geen genade vinden: niet één ervan
ons allemaal als We met gangbare
normen meten, en toch zijn ook hier
kleinodiën gevat, maar ze liggen niet
open, ze zijn niet voor het grijpen, ze
willen door het hart be-grepen zijn!
XXX PSALMEN
Dat alles geldt in verhoogde mate
van de dertig psalmberijmingen die
Willem de Mérode nu" voor vijfentwin
tig jaar publiceerde. De verzamelaars
namen er slechts één van op. er bij
aantekenende: Dit is het enige vers,
dat üit deze bundel Al te conventione
le psalmberijmingen werd overgeno
men; vandaar dat het in dit derde
deel ..Verspreide gedichten" een
plaats vond."
Afwachtende of de tijd dit strenge
oordeel zal rechtvaardigen, manen wij
er toch juist aan te doen. deze berij
ming van Psalm 131 hier weer te ge
ven, wijl we er op zo duidelijke wijze
de stem van de dichtèr Willem de Mé-
ontvalt staat daar op de laatste pagina
het
Dit is ons laatst verlangen
In onze laatste nood,
Nu harten en gezangen
Zijn volgestroomd met dood:
O Christus, dood gebloed!
Zie, hoe wij moeten
Ons bloed boeten
Om Uw bloed!
Nu brèèkt het leven open,
Een vrucht 'van rijpheid rot.
Wij stellen onze hope
In 't uiterst nóg op God!
O Christus, opgestaan!
Open Uw paradijzen!
Laat ons met U verrijzen
Die sterven gaan!
GELOOFSGETUIGENIS
op.
En tóch zijn deze zeven sonnetten
geschreven over de zeven kruiswoor
den van Christus, geladen met een ont
zagwekkende zwaarte aan overpein
zing, die deze verzen de diepte van
een meditatie geeft. Het ritme beweegt
zich moeizaam voorwaarts, de ge
dachten en beeldspraken zijn soms in-
O Heer, ik draag mijn hart niet
hoog,
Ik zie niet trotsch in t rond.
Ik buig mijn hoofd te grond,
Deemoedig voor uw alziend oog.
Ik heb geen plannen overdacht,
Die botsen met uw. wil. -
Ik ben tevreden stil,
Een zöógkihd, dat verzadigd lacht.
Het typerende van de hier door ons
genoemde, in 1934 verschenen bundels
is, dat ze tamelijk onopvallend zijn ge
bleven; er zijn bijna geen verzen uit
deze bundels die men ooit in bloemle
zingen aantre' Maar het kenmerken
de voor de eenheid van het werk var.
Willem de Mérode is, dat deze ge
dichten desondanks volkomen passen
in het geheel van zijn oeuvre. Voor
de kenner van deze dichter geldt dat
hij ook van déze drie bundels er niet
men noodzakelijke "schakels in wat
Willem de Mérode- ons geschonken
heefi, en da; is een groot christelijk
geloofsgetuigenis in de Nederlandse
dichtkunst.
Wij zoeken zo vaak eh zo gaarne
naar het antwoord op de vraag, waar
uit ons geloof en onze christelijke
overtuiging nu blijkt in déze wereld
Weinigen zijn in de moeizame tocht
door dit leven tot zulk een klaar pu
bliek getuigenis in staat geweest als de
ze dichter, die, vrijwel zonder steun en
genegenheid van mensen, zijn eenza
me gang door het leven is gegaan
maar een oeuvre achterlatend dat nóg
een getuigenis vormt van een Christen
voor dit en aangaande het komende
In dat alles is Willem de Mérode
een verbannen koning geweest, als zo
menige dichter, maar één die getuigd
heeft van het Vaderhuis met de vele
woningen, waarin ook hij zijn woning
bereid wist. Hij was daarin de dich
ter van dt christelijke hoop, waarover
hij sprak in zijn koninklijke gedicht
Dat wij dit droomen dorsten,
En bewust ernaar streven:
Eens onder uwe vorsten
Als gelijken te leven.
Misschien meer, misschien minder
Aan wijsheid en goed,
Maar even fel doorzinderd
Van uw liefdegloed.
Die Uwe toekomst koos
Vol mateloos begeeren
Moet veel ontberen,
Maar niet altoos.
korte opera „Het eila'nd van Mer-
lijn" van Gluck uit; dit werk is na
de première in Schönbrunn twee
eeuwen vergeten en beleeft nu de
eerste uitvoering in ons land: De
solisten zingen en declameren bij het
Radio-kamerorkest, gedirigeerd door
Maurits van den Berg.
Om 6 30 uur is er, ook in dit pro
gramma, een korte kerkdienst van de
VPRO uit de Herv. kerk te Boornber-
gum (Fr.), waarin ds. Sj. Bijleveld
voorgaat.
Tussen half elf en elf uur speelt in
het AVRO-programma de pianiste
Yvonne Loriod werken van de Spaai
componist Isaac Albeniz
geleden overleed en tot sioi van
avonduitzending is er' om 11.20 c
uitvoering van het ForeUenkwintet
Schubert.
Stemt U om 10 uur af op Hilver
sum I, dan hoort u in een CVK-uit-
zending een dienst in de Geref. kerk
te Baarn. waar prof. dr. H. Bergema
voorgaat. Om 2.30 uur biedt de KRO
een concert met werken van Haydn
en Richard Strauss, te geven door het
Utrechts Stedelijk Orkest o.l.v. Ferdi
nand Leitner en om 5 uur is weer de
beurt aan het IKOR voor een dienst
uit de Herv. kerk te Duivendrecht, die
geleid wordt door ds. A. J. Lamping.
Over dezelfde zender begint om 8
uur het grote schakelprogramma van
de KRO met een Pinksterbidstonde
uit zeven West-Europese kathedralen.
TWEEDE PINKSTERDAG
De VPRO verzorgt op de Tweede
Pinksterdag 's morgens om 10.30 uur
de uitzending van een dienst in de
Pepergasthuiskerk te Groningen; pre
dikant is ds. R. Hensen. Na de dienst,
om 11.30 uur. wordt ,,Het lied van de
levensadem" op muziek van dr. An-
thon van der Horst en met teksten
van Guillaume van der Graft uitge
zonden. Dr. Van der Horst dirigeert
het Rotterdams Filharmonisch orkest
en 13 noren. Verder werken mee het
le Pinksterdag
Een Pinkstervroegdienst kunt U
horen over Hilversum I: om 8.30 uur
komt het IKOR met de microfoon
in het AMVJ-kamp te Ermelo, waar
ds. V7. L. Jens, Herv. predikant,
voorgaat. Pinksterliederen zendt de
NCRV uit om half één en tussen
1.40 en 4 05 kunt U dan luisteren
naar een Duitse uitvoering van „Die
Jahreszeiten" van Haydn.
Om 5.15 uur begint in het NCRV-
programma een Pinksterdienst, ver
zorgd door de Chr. Vrouwenfederatie
van de Ev. Moluk^ kerk, waarin twee
dames over het Pinksterfeest spreken
en koren uit verschillende woonoorden
zingen.
's Avonds staat er op het program
ma van de NCRV om 8 uur een uit
voering van Bach's cantate no. 174,
om 9.40 zang door het Middelburgs
Kamerkoor en om 11.15 uur een Stra-
winskiconcert, te geven door het Con-
TELEVISIE
op het beeldscherm
rechtstreekse reportage zien ran de
Pinksterdienst in de kathedraal van
Uppsala, Zweden.
De NCRV verzorgt het avondpro-
Samma dat om 8 uur begint met een
ïsneyfilm „De beste hond ter we
reld" en waarin U onder de titel
..God in de hoog' alleen zij eer", een
Pinksterprogramma uit de Geertekerk
in Utrecht ziet.
Op de Tweede Pinksterdag is er om
5 uur een NCRV-kinderuitzending en
om 8 uur een NTS-programma met
<op telerecording) een Duitse uitvoe
ring van de operette „Ein Waltzer-
traum" van Oscar Strauss.
Duitse televisie wil
geen „spiekband"
De West-Duitse journaaldienst beeft
proeven genomen met de ..spiekband"
ofwel: de tekstprojector. We hebben
U onlangs al verteld hoe die werkt:
de bij het nieuws of anderszins voor
de televisie te spreken tekst wordt op
een band vlak boven of onder de lens
van de camera afgedraaid en de com
mentator kan rustig lezen, terwijl hij
op het scherm dan toch volkomen de
indruk maakt alsof hij uit het hoofd
spreekt.
En dit laatste is nu juist de re
den. waarom de Duitse jOUrnaal-
dienst toch niet kan besluiten tot
aanschaffen van een tekstprojector.
Men vindt dat het onnatuurlijk
aandoet, wanneer een spreker zo
lang achter elkaar schijnbaar uit
het hoofd spreekt en nooit op een
tekstblad behoeft te kijken.
Over dit punt kan verschil van me
ning bestaan. Iemand die voortdurend
van een blad papier moet lezen en
nauwelijks kan opkijken, boeit de kij
kers ook niet zo bar. In elk geval zou
de spiekband voortreffelijk zijn bij de
talrijke zng. „spontane" interviews
die in de programma's worden gehou
den en waarbij maar al te dikwijls
deelnemers overduidelijk de antwoor
den tof de vragen) zitten op te lezen,
ook al zorgt de regisseur er dan keu
rig voor dat de camera het tekstblad
nooit in het vizier krijgt!
vanavond
Hugo Rignold dirigeert het Radio
Philharmonisch Orkest, dat in de
serie „Populaire klassieken" van
de KRO tussen 7 40 en 8.35 uur met
medewerking van de Franse pia
niste Danièle Dechenne werken
van Rimski-Korsakof. Saint-Saëns
e.a. speelt. Het amusementspro-
programma „Tierelantijnen" gaat
om 835 uur de ether in en om
10.35 uur begint de voorbereiding
op de zondag.
Na ontspanningsmuziek van aller
lei aard presenteert de VARA om
9..30 uur een speciaal programma
van ..Het hangt aan de muur en
het tikt" en om 10.30 uur een cn
ander over de film „De Jantjes".
Bij Unie Bedrijfsgroep
Zeevarenden
Ongerustheid over
lot van de Willem
Barendsz
De Unie Bedrijfsgroep Zeevarenden,
waarin samenwerken de rooms-katho-
iieke en protestants-christelijke bon
den van werknemers in het visserij
bedrijf, zijn verontrust over de be
richten, dat de Nederlandse walvis-
vloot eventueel aan Noorwegen zal
worden verkocht. Wel menen de orga
nisaties dat de Nederlandse regering
aan een dergelijke verkoop niet zal
meewerken.
De Unie wijst erop, dat de Neder
landse walvisvloot ongeveer acht tot
negenhonderd mensen werk geeft. De
aandeelhouders mogen een acceptabel
aanbod kunnen krijgen, hier spelen
toch ook andere belangen een rol.
Men kan zich in de kringen van de
vakbeweging moeilijk voorstellen dat
tot een verkoop-transactie zou worden
overgegaan zonder dat de betrokken
werknemersorganisaties hierbij zou
den worden betrokken, aldus de Unie
Bedrijfsgroep Zeevarenden.
De directie van de maatschappij
voor de walvisvaart in Amsterdam
heeft hierop geen commentaar. Zij
staat thans vlak voor de besprekin
gen in'Tokio en wil eerst het resultaat
daarvan afwachten.