NIEUWSTE „GESCHIEDENIS" DER ZENDING
,,De waaghals"
«Jeugd in het bezit van en op
zoek naar een hoogtepunt
ZATERDAG 16 MEI 1959
„Ga je naar boven, Wim? Neem dan vader'» thee mee
Telkens opnieuw betrapte Suze zich erop dat ze bij zo'n gewone,
alledaagse vraag ongewild haar stem dempte en op die manier zélf
voedsel gaf aan de, toch al zo gedrukte stemming van haar beide jongens.
Alsof hardop spreken en lachen in het ruime, gezellige huis een vergrijp
Gewild-opgewekt ineens reikte ze haar oudste het kopje en glimlachte
mat om de onnatuurlijk statige houding, waarin hij, bang om te morsen,
de kamer verliet. Dan bracht ze de drie andere kopjes naar het lage tafeltje
van het bankstel en liet zich met een lichte zucht naast Ronnie in de kussens
zakken. Dadelijk trok het kereltje zijn bruine beentjes weg, schikte ge
hoorzaam op en nam met een fluisterend „Dank U wèl, Mams" een koekje
uit de trommel die ze hem voorhield.
„Dat was het nu juist", peinsde Suze,
verstrooid in haar thee roerend; onnatuur
lijk kalm en gezeggelijk waren de jon
gens. Té kalm en gehoorzaam voor zo'n
•tel robbedoezen! De hele week was dit
nu al zo, sinds die afschuwelijke middag,
toen Frank en zij...
Met één oor luisterde ze naar de gelui
den boven, naar het piepen van de deur
van Frank's werkkamer, het verschuiven
van zijn bureaustoel en het geluid van zijn
stem, als hij met Wim sprak.
Met een zucht die bijna een snik was, zet
te zij haar kopje neer, sloeg in hunkering
naar wat hartelijkheid haar arm om Ron
nie's stevige schouders en las mee in het
kleurig geïlustreerde boek op tafel.
Niets voor Ron, om zo zoet te zitten le-
jong-
dadig
te zijn vlak voor 't naar bed gaan en bleef
het avonturenboek onaangeroerd in de
boekenkast'.
Vertederd keek zij naar de stevige brui
ne handen, die de bladzijde omsloegen;
Frank's handen in miniatuur.., dezelfde
vorm van nagels, dezelfde brede duim!
..Moet je je thee niet opdrinken, Ron?'
vroog ze zacht.
Het kereltje schokte óp in haar arm.
dronk gehoorzaam zijn kopje leeg en ging
dan weer verder met zijn boek. Boven
hoorde ze Wim even kort lachen. Frank
zei zeker iets grappigs, probeerde zijn
oudste jongen op te monteren, de oude
opgewekte toon te hervinden...
kunnen roepen. Maar ze kón niet de
•minste zijn, kon niet de eerste stap doen
naar een verzoening. Meermalen had ze
op het punt gestaan om naar boven te
rennen, naar Frank's kamer, waar ze hem
rusteloos heen en weer hoorde lopen. Maar
dan klemde zij haar lippen stijf opeen,
verhardde zich met al haar kracht en sloot
moedwillig haar hunkerend hart in een kil
pantser van geforceerde onverschilligheid..
WIM HOFLAND' Dit is de laótste maal,
„ik waarschuw je niet meer!" zei meneer
Warning boos. ,,Ga es fatsoenlijk rechtop
zitten, jongen!"
Sarrend-langzaam, met een onverschillig
ophalen van z'n magere schouders, zette
Wim zich recht in de bank. In zijn ogen
was iets van triomf, om de grinnikende ge
zichten van de jongens rondom hem, om
het verholen gegiechel van de meisjes.
Meneer Warning negeerde het, ging rustig
Peter Barry
...j opgewekt te doen als altijd,
lukte niet. dat zag ze maar al te duide
lijk aan Wim en Ronnie, die haar telkens
bevreemd en aarzelend aankeken wanneer
zij gewild-vrolijk en zorgeloos deed.
Met knagende smart bemerkte zij aan al
lerlei kleinigheden hoe de kinderen leden
onder de verwijdering tussen Frank en
haar; hoe de sfeer in huis, waarop zij zo
trots was geweest verkilde tot starre ge
dwongenheid, die haar soms de adem be
nam. Vooral de gemeenschappeljke maal
tijden waren één benauwende marteling,
waarbij ze moeite had haar bevende han
den te beheersen.
Als een bevrijding kwam dan eindelijk
het opstaan van tafel. Frank ging met het
avondblad naar boven, naar zijn werkka
mer, iets wat de jongens telkens weer met
verbazing vervulde.
„Moet vader nog werken?" had Ronnie
de eerste keren zacht gevraagd, zijn blau
we ogen strak op de gangdeur gevestigd.
Woordloos had Suze geknikt, luisterend
naar de schreden op de trap die langzaam
en haperend gingen, als van een oude
mNu schenen ze er wat aan gewend te
zijn, zeiden er tenminste niets meer over
maar gingen rustig naar de achterkamer.
ter
SUZE bond haar kleurig plasticschortje
voor, deed haast geruisloos de afwas in
het knusse keukentje. Meestal zong ze er
bij, soms overstemd door het dolle ru
moer van de ravottende jongens of door
Frank's kwasi-verontwaardigde stem, die
hen tot de orde riep als het tè erg werd.
Maar de laatste week ging alles afschuwe
lijk stil en rustig toe, zó onnatuurlijk
kalm, dat ze soms op haar tenen de gang
in sloop om even naar haar tweetal te
kijken. Na de afwas bracht ze Ronnie naar
bed, leidde hem af met een verhaaltje of
met druk, fluisterend gepraat, bang dat
hij weer vragen zou, zoals een paar dagen
geleden, toen ze hem een nachtzoen gaf
Met zijn stevige armpjes om haar hals
fluisterde hij toen dringend: „Mam.. is
pappie stout?"
Ze wist niet wat te zeggen, voelde een
vreemde kramp opstijgen naar haar keel
en schudde onbewust het hoofd
„Waarom ben je dan zo leijk tegen hem"
wilde het kereltje verwonderd weten. Met
hete tranen, schroeiend achter haar oogle
den had ze hem ingestopt en hem nog
eens gezoend, zonder te antwoorden. Maar
de hele avond had ze nagedacht over Ron's
vraag: ..Waarom ben je dan zo lelijk te
gen hem?"
Ze wès lelijk geweest, dat wist ze maar
al te goed! Scherpe dingen had zij gezegd,
die ze niet méénde,- maar die het steeds
erger maakten. Dingen waarover zij zich
nu schaamde, nu ze rustiger was en de fel
le, onbeheerste drift van die verschrikkelij
ke avond haar een boze, onwerkelijke
droom leek.
Schrijnend was zij zich bewust dat ze
ongelijk had, maar koppig had zij zich ver
weerd, zich laten gaan in een onbegrijpe
lijk verlangen om Frank te krenken door
•verwijten die onbillijk
aiets gebeurd 1
irechtvaardig
die onverdiend wondden....
Toen het onherstelbare was gebeurd, zij
en Frank als vreemden langs elkaar heen
leefden in het zo vertrouwde huis. toen had
ze haar bijtende woorden diep betreurd
er alles voor willen geven om A
kend. Zou hij aan vader vragen zou hij
tegen Mams zeggen dat ze..? En morgen
op school... tegen meneer... Ik - ik - Ik -
schaam - schaam - schaam... Ik schaam'
me dat ik me zo onhebbelijk gedragen heb
en... en zal eerlijk mijn best doen om
voortaan anders te zijn...
Ineens zat Wim rechtovereind in bed en
verwerkte moeilijk, half in slaap, de ge
dachte, die plots bij hem was opgeko-
Dan, met een bevende zucht, liet hij zich
weer onder de dekens glijden en sliep met
een in, een aarzelend lachje op z'n ma
ger, sproetig jongensgezicht..
EEN bescheiden tikje op de deur van zijn
privékantoor deed Frank Hofland wat
verbaasd opkijken.
„Deze brief is zonét gebracht, meneer
Hofland.., door uw zoontje" kwam de be
scheiden stem van zijn secretaresse.
„Ah, dank u!" zei Hofland kort, de ver
kreukelde envelop van haar aannemend.
Even wachtte hij tot de deur weer geslo
ten was, opende dan licht verwonderd net
couvert en haalde er een smal strookje
P Opeens scnoot hij met een ruk overeind:
Suze's handschift! En terwijl het bloed
langzaam naar z'n witvertrokken gezicht
terugstroomde, las hij snel, als door een
waas. de haastig neergeschreven regels:
,,Ik schaam me dat ik me zo onhebbelijk
gedragen heb en zal eerlijk mijn best doen
om voortaan anders te zijn...
Even stond hij roerloos met de brief
in z'n trillende hand, dan trok opeens een
aarzelende lach over zijn vermoeid gezicht.
Terwijl hij snel z'n overjas aanschoot bel
de hij zijn secretaresse
„Ik moet even weg. juffrouw Meertens
over een half uurtje ben ik terug'"
„Er is toch niets gebeurd bij u thuis,
meneer Hofland? Toch geen narigheden
of zo... vroeg het meisje belangstellend.
„Integendeel, integendeel!" verzekerde
haar directeur, haastig het kantoor uit
schietend en het meisje in diep gepeins
achterlatend. Vréémd had meneer Hof
land dat gezegd..., het leek wel of hij er
gens dolblij over was.
verder met de les Wat Wim de laatste da
gen mankeerde begreep hij niet. Er was
gewoon geen huis met de jongen te hou
den! Niet dat hij anders zo'n brave Hen
drik was... vér van dat. Maar normale
gezonde rumoerigheid en kwajongensstre
ken kon meneer Warning best verdragen
en door de vingers zien, er vaak zelfs
hartelijk om lachen. Doch de narrige,
haast onhebbelijke houding van Wim Hof
land was hem vreemd, daarvoor wist hij
geen verklaring te vinden. Stug en afwe
rend had Wim erbij gezeten, duidelijk te
ruggetrokken voor zijn goedbedoelde toe
naderingspoging. Met een vriendschappelij
ke berisping had meneer Warning hem
maar laten gaan. Hij moest het zélf maar
weten als de teugels wat strakker werden
aangetrokken!
Loom hing de vroege zomerwarmte in
het lokaal, terwijl de les voortging en
meneer Warning zo nu en dan een vraag
stelde. Opeens was het weer mis
„Wim! Je let weer niet op! Wat zei ik
het laatst?"
Geschrokken veerde Wim Hofland op uit
zijn slappe, wat ineengezakte houding, zag
de grinnikende gezichten rondom en de
beschuldigende ogen van meneer Warning.
Hij wilde iets zeggen, slikte dan nerveus en
haalde met een onverschillij* rukje z'n
tengere schouders op. ,,'k Wéét niet
mompelde hij met een lichte trilling om
z'n mond. Onderdrukt lachen klonk op uit
de hoeken van de klas....
„Stilte!" gebood meneer Warning. nu
•werkelijk boos, en dan tot Wim Hofland;
„Ga jij voorlopig maar eens apart zitten,
in de achterste bank!"
Schoorvoetend gehoorzaamde de tengere
jongen en liet zich met een plofje in de
lege bank zakken. Dan verborg hij op
eens zijn gezicht in z'n armen... Bevreemd
keek de klas naar het ineengedoken, hef
tig schokkende figuurtje in de grote een-
'door de stad te slenteren, eigenlijk bang
om naar huis te gaan. Maar het moest
er tenslotte toch van komen. hij kon niet
op straat blijven rondlopen..
Stevig nam hij zijn tas onder de arm,
sloeg de weg naar huis in, steeds lang
zamer lopend, tot hij voor het bekende
groene hekje stond. Hij zou maar achter
om gaan. dat was het veiligst., en dan
naar z'n kamertje glippen...
Aarzelend liep hij om het huis heen
naar de keukendeur en wierp in 't voorbij
gaan een benauwde blik in de achterka-
Ineens viel met een plof zijn schooltas
op het tuinpad...
Op de brede bank bij het raam zaten
paps en mams. Moeder's hoofd lag tegen
paps' sterke schouder en zijn arm was
"beschermend om haar heen
Wim stiet een wilde indianenkreet uit,
rende de keuken door, de kokosmatjes
van hun plaats schoppend, in z'n onstui
mige haast,
Snikkend van blijdschap en opluchting
omhelsde hij beurtelings vader en moe
der. holde dan met betraande ogen naar
Ronnie, in de voorkamer en sleepte hem
mee in eer woeste krijgsdans, die de kop
jes in het theemeubel deed rinkelen...
En noch Frank Hofland, noch Suze heb
ben óóit het ware begrepen van Wim's
strafregels, die meneer Warning op datzelf
de ogenblik, zorgvuldig versnipperd, in de
papiermand liet dwarrelen.
i de
„'t I«
KOM, Wim r vermaande
land haar ijverig pennende
al negen uur... je moet heus
jongenlief!"
„Ik ben nog lang niet klaar. Mams, nog
minstens tweehonderd regels!"
Met nerveuze handen telde hij de volge
schreven blaadjes met strafregels. „Nee,
wacht even.., nog maar een goeie hon
derd.. valt dat even mee!"
Met z'n tongpuntje tussen de lippen
schreef hij haastig verder: - Ik schaam
me dat ik me zo onhebbelijk gedragen heb,
en zal eerlijk mijn best doen om voortaan
anders te zijn. - En dan onder elkaar, tel
kens een woord aanvullend: Ik - ik - ik -
schaam - schaam - schaam... me - me -
me.... dat - dat...
Ineens stelde hii wat aarzelend voor:
„Toe mams. schrijft u er ook wat. ons
schrift lijkt wel wat op elkaar, meneer
kijkt toch alleen of het aantal klopt!'
Een ogenblik stond Suze in twijfel, maar
een blik op de klok deed haar vlug een
stoel aanschuiven en. precies als in haar
eigen schooljaren, schreef ze keurig onder
elkaar: Ik - ik schaam - schaam -
schaam., me - me -
Halftien was het toen ze met vereende
krachten het vereiste aantal btjeen hadden.
Met een zucht van opluchting stopte
Wim de blaadjes in zijn tas en vloog dank
baar zijn moeder om de hals, gaf haar
i klappende nachtzoen. Nu nog even va-
de slaap wilde niet dadelijk
komen. Zijn gedachten gingen terug naar
die akelige middag op school en naar dat
nare thuis, tussen vader en moeder..., dat
nu al een week duurde. Onrustig lag hij
terug te te woelen, a'n ogen awaar en pijnlijk prik-
Pinksterfeest 1959 is op
een bijzondere manier zen-
dingsfeest geworden. Zel
den hebben we in de afge
lopen tien jaren zo vrijmoe
dig het woord zending in
de mond durven
gelegd met de Australische bap- Duitsers enkele dagen geleden
tisten en de hervormde zending
hoopt spoedig een
te betreden.
aeslaagd, ook al
Ook
gaan nieuwe vergezichten open
Enkele dagen geleden pub-li-
ceerden we reeds dat dc gere-
maar dit is een jaar dat we formeerde terreinrerkenners as
op alle fronten kunnen ge- 0nfveT.^ "laAun nieZl
weken
Kok
Duitse zendeling uitgezon- zouden we zijn hoofdstuk over
terrein den, terwijl voor het eerst in de periode van de grote zen-
vele jaren de Gereformeerde dingsfiguren (Ulfilas, Willibrord
Gemeenten een zendeling in op- etc.) graag wat kritischer heb-
bij de gereformeerden fading hebben.
tuigen van nieuwe moge- rapport over de moqelijkheden
lijkheden. Leefden wij vorig
Thuisfront
er is ook zendings-
thuisfront. Enkele
Pinksteren heeft
Kampen een nieuw
ben gezien, minstens even kri
tisch als de wijze wcarop hij
de zending of beter gebrek
aan zending uit de dagen van
de reformatie bespreekt.
Stimulans
jaar nog sterk onder de in- Generale Synode
J druk van de moeilijke poli-
t tieke situatie met Indonesië,
I nu zijn onze ogen ineens
open gegaan voor andere
„uitersten der aarde". De Alliance.zendingdie oIs
I De hervormde zending heeft <*e Baliem betrad waar
I in Afrika een nieuwe taak ge- Nederlandse dokter mei
t kregen. Twee zendelingen zijn vrouw Leldenaar
J in de efgelopen weken daarheen Kn.bbe) werkt heeft met He-
I getrokken om alt !slam-ke„»ers ^Ivaar'^ag__twee Zendel;ng_en
het aanwezige zendingswerk te
5 gaan steunen. Zij zullen in Ni-
geri'è vooral samenwerken met
J een Deense geloofszending.
In de Baliem
eenvoudig boek over zendings-
Utrecht geschiedenis uitgegeven, ge-
zal nog een beslissing moeten ff".»,®?"?™®!!,
uit dat daar een nieuw terrein
zal worden gevonden.
Wisselmeren
moet
singa. Dit boek geeft werkelijk eigenlijk door alle jonge leden
een wereldwijde visie. Het blijft van de kerk gelezen worden
niet staan bij gesloten deuren Een eenvoudige literatuurlijst
in Indonesië, maar wil in korte aan het einde van ieder hoofd
trekken een wereldbeeld geven stuk is een stimulans voor de
van de zending. Het boek telt lezer die zich verder in bepaal-
slechts 208 pagina's, maar ds de problemen wil verdiepen.
Wiersinga is er in geslaagd een Het is een uitstekende tegen-
enorme hoeveelheid feiten bij- hanger van het boek van dr
een te brengen.
de Wisselmeren afgevaar
digd. De baptisten hebben in ds
G. van 't Wout een eerste man
nelijke zending
Verrassend
J. C. Gilhuis „Gezicht op de
zending", waarvan wij indertijd
schreven dat het wat achter
liep op de feiten van onze tijd.
Samen vormen deze boeken
een goed geheel, al
In zijn voorwoord schrijft ds ^°men
Wiersinga: „Ik wilde de lezer ec*ter
op de hoogte stellen met wat m,sten we ook bij Wiersinga
zendingsterrein in de Belgische er thans op aarde gaande is aan ££n van e »^nter~
Congo gevonden. Op de laatste geweldige dingen. En ook laten Cflurch Aid.
Unievergadering werd hij of- zien op welk een vaak verras-
de Baliemvallei ficieel afgevaardigd. De open sende wijze de Heer ih het d,. h. A. Wiersinga: Geschie
de zending, Kok Kampen
buiten- „Vergadering
gelovigen" verleden Zijn kerk ergens deed denls a
een jeugdverhaal door
Peter Barry
(Vervolg vorige week)
Miel grinnikte even. Op school en in het dorp wist ieder
een dat Joep Helman en Toon Kavelaar gezworen vijanden
waren; dat het notariszoontje minachtend neerzag op de
wat boerse kostersjongen en zich ergerde aan diens klep
perende klompen en' armelijke kleren. Misschien kwam er
van Joep's kant wel wat jaloezie bij, omdat Toon op
school in bijna alles uitblonk, terwijl hijzelf maar
heel middelmatige leerling was.
„Zullen we hem eens wat op z'n kop gooien?" stelde
Joep rondkijkend voor, maar Miel duwde hem haastig
van het galmgat weg.
„Kom mee naar het bovenluikje, waar de leidekkers
uitklimmen!" leidde hij af en liep meteen naar de korte,
haast rechtopstaande ladder.
Hoog boven hun dorp hingen ze even later samen uit het
kleine luikje, wezen elkaar de plaatsen in de verte, de
zuivelfabriek en de IJssel, die als een breed zilveren lint
door de weilanden en bossen lag. Vlak onder hen waren
de enorme wijzers van de torenklok en glommen de ver
gulde cijfers van de wijzerplaat. Naast het luikje hing
zacht schommelend het. werkstoeltje van de leidekkers.
Ineens greep Joep baldadig één van de touwen en trok
het bankje voor het luik!
„Zal ik er eens in gaan zitten?" vroeg hij brani-achtig.
is niks aan, je zet je gewoon afmet je voeten tegen
de
Miel haastig, „als je eruit
„Dat laat je ma
valt is het te laat!"
Joep rukte wat aan de dikke touwen van het schom
melende bakje, hing dan opeens met z'n bovenlijf uit het
luikje en greep zich stevig vast!
,,Jöh!Pas toch óp!" waarschuwde zijn vriend nog eens,
maar het was al te laat! Joep zat op zijn knieën in het
bankje, draaide zich wat bibberig om en stak onzeker
z'n benen door de openingen in de bodem!
„Jóep toch!" riep Miel geschrokken, maar dan begon hij
opeens te lachen toen hij zijn vriend zo parmantig voor
het luikje zag bengelen. „Toe., kom eraf!'' ried hij. „als
zometeen de leidekkers komen ben je er gloeiend bij!"
„Even een eindje proberen.." riep Joep overmoedig te
rug. Stevig pakte hij de dikke touwen beet, zette z'n voe
ten schrap tegen de gladde leien en begon stap voor stap
zijwaarts te schuiven, hoe langer hoe verder van het
veilige luikje!
„Toe Joep., wees niet zo eigenwijs! Kom terug!" drong
Miel zenuwachtig aan.
„Tot de hoek!" riep de waaghals roekeloos en schoof
langzaam verder langs de torenwand.
„Nee., vooruit! Kom er af!" herhaalde zijn vriend be
nauwd. Beneden in de diepte zag hij tot zijn schrik men
sen omhoogkijken en wijzen...
Dan., met een dreunende bons, die de hele toren deed
trillen, galmde oorverdovend de slag van de klok onder
hen. deed het bloed suizen in hun oren! Krampachtig
klemde Miel zich vast aan de rand van het luikje en
voelde zich ineenkrimpen van ontzetting toen Joep, heftig
geschrokken van de onverwachte klokgalm, misstapte, zo
dat zijn schoen stuurloos afgleed langs de gladde leien!
Het lichte bankje wankelde, draaide dan, schampend
langs de torenwand, een halve slag om! Miel wilde
schreeuwen, waarschuwen.., maar zijn keel zat opeens als
dichtgeschroefd!
(Volgende week verder)
ONZE BRIEVENBUS
Hallo allemaal,
Deze week ontving ik maar heel weinig brieven van jullie,
't Zal de warmte zijn, denk ik. Veel oplossingen waren er dus
ook niet. Het vierkant kwam tevoorschijn als jullie al de stukjes
goed by elkaar pasten. An ie en Jan Kees van Kleef
krijgen de hoofdprijs toegestuurd. De troostprijs, een deze week,
gaat naar Annetje H eij stek.
Jullie brieven worden beantwoord, kijk matur bij je letter.
echter jullie
beantwoorden
twee andere dingen. Aller
eerst kreeg ik deze week
een brief helemaal uit Ar
gentinië. Riné Scigalsky
schreef mij nl. Hoewel de
letter niet aan de beurt is.
wil ik ze toch antwoorden
deze week. Zij kan natuur
lijk niet meedoen iedere
week, maar toch schrijft zij
zo af en toe de nieuwtjes
uit Tres-Arroyos. Leuk hoor.
Ze schrijft dat het klimaat
in Argentinië veel warmer
is dan hier in Nederland.
En ook de straten zijn er
niet zo als hier, ze zijn veel
breder. Riné spaart ook
postzegels. Ze vraagt ook of
er misschien iemand in Ne
derland is (een meisje) die
met hajfr wil corresponde
ren. Ze is twaalf jaar oud.
Schrijft een van de nichten
eens? Je kunt gewoon ITe-
derlands schrijven, want Ri
né schrijft onze taal, wel
niet helemaal foutloos,
maar toch heel goed te vol
gen. Haar adres is: Riné
Scigalsky, Estrada 1200,
Tres Arroyos, Argentinia.
En dan vroeg Ineke Dek
ker mij waarom ik haar
brieven niet beantwoord. Je
brief kwam vorige keer
werkelijk te laat Ineke, en
deze week ook. Hoe het
komt weet ik niet. Maar nu
sta je dan toch in het Zon
dagsblad. Hoe gaat het met
=t marslopen?
En dan nu de gewone
brieven van H-N. Anne
tje Heijstek is op Hemel
vaartsdag naar de speeltuin
geweest. Wat leuk dat Ge
rard al zo bruin is. Het is
6
3
2
5
dat
- Lenie Hebly en Wil
Hoogendam schreven
en de oplossing. Als jui
niets anders schrijven
kan ik jullie natuurlijk niet
beantwoorden. Ook Truus
Hessel schreef alleen de op
lossing. Marijke Jansen pa
had in plaats van een vier- jaE
kantje leuke tekeningen ge- jjj schreef
maakt van de stukjes pa
pier. Je kunt best voor d«
tweede keer een prijs
Dit keer
pijltjes geven
moet invullen.
een kruiswoordpuzzel. De
i welke richting je de woorden
Oplossingen insturen
pas 12%
getrouwd zijn geweest.
Ad. versierd met bloemen.
.JC, 'k Vond het toch gezel-
Marijke. WaHeuk "dat bg dat je me schreef Tine
de taart zo goed is gelukt, ke Luyk, al wist je weinig.
Kees van Kleef Was het leuk afgelopen
geitje gekocht. Nu woensdag? Je schrijft me
ïaar veel over het reisje.
- Jannv Luyten gaat over
poosje naar een gezond-
weer is kan
heeft een
het zulk
het geitje fijn
land. Groeit ze al? Anie
van Kleef schreef over de hèrdskolonieTNatuurlykTrtm
twee ooievaars op het nest je me dan ni t sciJrijven
in de kerk. Hoeveel suiker- v._ de 0ni0,,jni, maar
SSï
Riekje de Kloet was ziek janny? Doen hoor. Jul-
toen ze mi] schreef. Heb je lie ws„ ,ijd
ï°°r Klement No-
vaak met de drukdoos Har
ry? Hartelijk welkom hoor.
Jan Kraak je mag me
een keer in de drie weken
schrijven. De andere keren
zijn de letters AG. en O
Z. aan de beurt, —t In wel
ke klas zit jij op school Jo
ke Krijn? Arjan de Adieu Marlcke-Marljke
Leeuw van Weencn kan al door M. A. M. Renes-Bol-
zwemraen. Moeder was ze- dingh. Uitgeverij La Rlvie-
ker wel in haar schik met re en Voorhoeve, Zwolle,
het trommeltje voor de
koek? Ad en Leo van Na „Marieke-Marijke" en
Leeuwen schreven dat pap- „Wat nu, Marieke-Marij-
tante en oom hoor. Je
schrijft me er maar van.
Zo jongens en meisjes,
dit waren de antwoorden.
Volgende week zijn dus de
neven en nichten van OZ
weer aan de beurt. Verge
ten jullie niet naam en
adres in je brieven te
schrijven? Afgesproken
Veel plezier allemaal in de
Pinkstervakantie. Ik hoop
voor jullie dat het mooi
weer is. Tot de volgende
week allemaal hoor. Dag,
kunnen lopen i
- H.rry Kolman ^^0,'."™,., „,u„,e
Veel plezier op het feest bij
Een paar raadsels
Verschillende neven en nichten stuurden mij weer raad
sels toe. Hier komen er een paar:
1. 't Is wit en als 't valt is het geel.
2. Welke sleutel past op geen enkel slot?
3. Wie komt er altijd op zijn kop de kerk binnen?
4. Hoe ver kun je het bos in lopen?
5. Waarom hippen mussen en waarom lopen duiven?
Meisjesboeken over M.M.
ke?" schreef de schrijfster
dit derde en laatste boek
over de twee vriendinnen.
Wel moet men de twee
voorafgaande delen hebben
gelezen om dit boek geheel
te begrijpen. Marijke die
door haar opvoeding en ook
haar eigen principes, eigen
lijk wat te ernstig is, wordt
Oplossingen:
uawo'n jiniooa tuo g
uappitu k uf joj f 'ua>iCtds s 'iwidisnaiznw z u»3 i
Weeresteyn.
Beiden ontmoeten hun le
venspartner, maar voordat
er aan 't eind van het boek
de dubbele bruiloft wordt
gevierd, is er toch heel wat
gepasseerd. Vooral Marijke
kan maar heel moeilijk be
slissen en het is dan ook
helemaal in Italië dat Tom
tenslotte haar „jawoord"
krijgt. Meer willen we van
dit boek niet verklappen, al
leen dit nog, het is geschikt
voor meisjes van 14 tot 17
jaar.