NIEUWSTE „GESCHIEDENIS" DER ZENDING ,,De waaghals" «Jeugd in het bezit van en op zoek naar een hoogtepunt ZATERDAG 16 MEI 1959 „Ga je naar boven, Wim? Neem dan vader'» thee mee Telkens opnieuw betrapte Suze zich erop dat ze bij zo'n gewone, alledaagse vraag ongewild haar stem dempte en op die manier zélf voedsel gaf aan de, toch al zo gedrukte stemming van haar beide jongens. Alsof hardop spreken en lachen in het ruime, gezellige huis een vergrijp Gewild-opgewekt ineens reikte ze haar oudste het kopje en glimlachte mat om de onnatuurlijk statige houding, waarin hij, bang om te morsen, de kamer verliet. Dan bracht ze de drie andere kopjes naar het lage tafeltje van het bankstel en liet zich met een lichte zucht naast Ronnie in de kussens zakken. Dadelijk trok het kereltje zijn bruine beentjes weg, schikte ge hoorzaam op en nam met een fluisterend „Dank U wèl, Mams" een koekje uit de trommel die ze hem voorhield. „Dat was het nu juist", peinsde Suze, verstrooid in haar thee roerend; onnatuur lijk kalm en gezeggelijk waren de jon gens. Té kalm en gehoorzaam voor zo'n •tel robbedoezen! De hele week was dit nu al zo, sinds die afschuwelijke middag, toen Frank en zij... Met één oor luisterde ze naar de gelui den boven, naar het piepen van de deur van Frank's werkkamer, het verschuiven van zijn bureaustoel en het geluid van zijn stem, als hij met Wim sprak. Met een zucht die bijna een snik was, zet te zij haar kopje neer, sloeg in hunkering naar wat hartelijkheid haar arm om Ron nie's stevige schouders en las mee in het kleurig geïlustreerde boek op tafel. Niets voor Ron, om zo zoet te zitten le- jong- dadig te zijn vlak voor 't naar bed gaan en bleef het avonturenboek onaangeroerd in de boekenkast'. Vertederd keek zij naar de stevige brui ne handen, die de bladzijde omsloegen; Frank's handen in miniatuur.., dezelfde vorm van nagels, dezelfde brede duim! ..Moet je je thee niet opdrinken, Ron?' vroog ze zacht. Het kereltje schokte óp in haar arm. dronk gehoorzaam zijn kopje leeg en ging dan weer verder met zijn boek. Boven hoorde ze Wim even kort lachen. Frank zei zeker iets grappigs, probeerde zijn oudste jongen op te monteren, de oude opgewekte toon te hervinden... kunnen roepen. Maar ze kón niet de •minste zijn, kon niet de eerste stap doen naar een verzoening. Meermalen had ze op het punt gestaan om naar boven te rennen, naar Frank's kamer, waar ze hem rusteloos heen en weer hoorde lopen. Maar dan klemde zij haar lippen stijf opeen, verhardde zich met al haar kracht en sloot moedwillig haar hunkerend hart in een kil pantser van geforceerde onverschilligheid.. WIM HOFLAND' Dit is de laótste maal, „ik waarschuw je niet meer!" zei meneer Warning boos. ,,Ga es fatsoenlijk rechtop zitten, jongen!" Sarrend-langzaam, met een onverschillig ophalen van z'n magere schouders, zette Wim zich recht in de bank. In zijn ogen was iets van triomf, om de grinnikende ge zichten van de jongens rondom hem, om het verholen gegiechel van de meisjes. Meneer Warning negeerde het, ging rustig Peter Barry ...j opgewekt te doen als altijd, lukte niet. dat zag ze maar al te duide lijk aan Wim en Ronnie, die haar telkens bevreemd en aarzelend aankeken wanneer zij gewild-vrolijk en zorgeloos deed. Met knagende smart bemerkte zij aan al lerlei kleinigheden hoe de kinderen leden onder de verwijdering tussen Frank en haar; hoe de sfeer in huis, waarop zij zo trots was geweest verkilde tot starre ge dwongenheid, die haar soms de adem be nam. Vooral de gemeenschappeljke maal tijden waren één benauwende marteling, waarbij ze moeite had haar bevende han den te beheersen. Als een bevrijding kwam dan eindelijk het opstaan van tafel. Frank ging met het avondblad naar boven, naar zijn werkka mer, iets wat de jongens telkens weer met verbazing vervulde. „Moet vader nog werken?" had Ronnie de eerste keren zacht gevraagd, zijn blau we ogen strak op de gangdeur gevestigd. Woordloos had Suze geknikt, luisterend naar de schreden op de trap die langzaam en haperend gingen, als van een oude mNu schenen ze er wat aan gewend te zijn, zeiden er tenminste niets meer over maar gingen rustig naar de achterkamer. ter SUZE bond haar kleurig plasticschortje voor, deed haast geruisloos de afwas in het knusse keukentje. Meestal zong ze er bij, soms overstemd door het dolle ru moer van de ravottende jongens of door Frank's kwasi-verontwaardigde stem, die hen tot de orde riep als het tè erg werd. Maar de laatste week ging alles afschuwe lijk stil en rustig toe, zó onnatuurlijk kalm, dat ze soms op haar tenen de gang in sloop om even naar haar tweetal te kijken. Na de afwas bracht ze Ronnie naar bed, leidde hem af met een verhaaltje of met druk, fluisterend gepraat, bang dat hij weer vragen zou, zoals een paar dagen geleden, toen ze hem een nachtzoen gaf Met zijn stevige armpjes om haar hals fluisterde hij toen dringend: „Mam.. is pappie stout?" Ze wist niet wat te zeggen, voelde een vreemde kramp opstijgen naar haar keel en schudde onbewust het hoofd „Waarom ben je dan zo leijk tegen hem" wilde het kereltje verwonderd weten. Met hete tranen, schroeiend achter haar oogle den had ze hem ingestopt en hem nog eens gezoend, zonder te antwoorden. Maar de hele avond had ze nagedacht over Ron's vraag: ..Waarom ben je dan zo lelijk te gen hem?" Ze wès lelijk geweest, dat wist ze maar al te goed! Scherpe dingen had zij gezegd, die ze niet méénde,- maar die het steeds erger maakten. Dingen waarover zij zich nu schaamde, nu ze rustiger was en de fel le, onbeheerste drift van die verschrikkelij ke avond haar een boze, onwerkelijke droom leek. Schrijnend was zij zich bewust dat ze ongelijk had, maar koppig had zij zich ver weerd, zich laten gaan in een onbegrijpe lijk verlangen om Frank te krenken door •verwijten die onbillijk aiets gebeurd 1 irechtvaardig die onverdiend wondden.... Toen het onherstelbare was gebeurd, zij en Frank als vreemden langs elkaar heen leefden in het zo vertrouwde huis. toen had ze haar bijtende woorden diep betreurd er alles voor willen geven om A kend. Zou hij aan vader vragen zou hij tegen Mams zeggen dat ze..? En morgen op school... tegen meneer... Ik - ik - Ik - schaam - schaam - schaam... Ik schaam' me dat ik me zo onhebbelijk gedragen heb en... en zal eerlijk mijn best doen om voortaan anders te zijn... Ineens zat Wim rechtovereind in bed en verwerkte moeilijk, half in slaap, de ge dachte, die plots bij hem was opgeko- Dan, met een bevende zucht, liet hij zich weer onder de dekens glijden en sliep met een in, een aarzelend lachje op z'n ma ger, sproetig jongensgezicht.. EEN bescheiden tikje op de deur van zijn privékantoor deed Frank Hofland wat verbaasd opkijken. „Deze brief is zonét gebracht, meneer Hofland.., door uw zoontje" kwam de be scheiden stem van zijn secretaresse. „Ah, dank u!" zei Hofland kort, de ver kreukelde envelop van haar aannemend. Even wachtte hij tot de deur weer geslo ten was, opende dan licht verwonderd net couvert en haalde er een smal strookje P Opeens scnoot hij met een ruk overeind: Suze's handschift! En terwijl het bloed langzaam naar z'n witvertrokken gezicht terugstroomde, las hij snel, als door een waas. de haastig neergeschreven regels: ,,Ik schaam me dat ik me zo onhebbelijk gedragen heb en zal eerlijk mijn best doen om voortaan anders te zijn... Even stond hij roerloos met de brief in z'n trillende hand, dan trok opeens een aarzelende lach over zijn vermoeid gezicht. Terwijl hij snel z'n overjas aanschoot bel de hij zijn secretaresse „Ik moet even weg. juffrouw Meertens over een half uurtje ben ik terug'" „Er is toch niets gebeurd bij u thuis, meneer Hofland? Toch geen narigheden of zo... vroeg het meisje belangstellend. „Integendeel, integendeel!" verzekerde haar directeur, haastig het kantoor uit schietend en het meisje in diep gepeins achterlatend. Vréémd had meneer Hof land dat gezegd..., het leek wel of hij er gens dolblij over was. verder met de les Wat Wim de laatste da gen mankeerde begreep hij niet. Er was gewoon geen huis met de jongen te hou den! Niet dat hij anders zo'n brave Hen drik was... vér van dat. Maar normale gezonde rumoerigheid en kwajongensstre ken kon meneer Warning best verdragen en door de vingers zien, er vaak zelfs hartelijk om lachen. Doch de narrige, haast onhebbelijke houding van Wim Hof land was hem vreemd, daarvoor wist hij geen verklaring te vinden. Stug en afwe rend had Wim erbij gezeten, duidelijk te ruggetrokken voor zijn goedbedoelde toe naderingspoging. Met een vriendschappelij ke berisping had meneer Warning hem maar laten gaan. Hij moest het zélf maar weten als de teugels wat strakker werden aangetrokken! Loom hing de vroege zomerwarmte in het lokaal, terwijl de les voortging en meneer Warning zo nu en dan een vraag stelde. Opeens was het weer mis „Wim! Je let weer niet op! Wat zei ik het laatst?" Geschrokken veerde Wim Hofland op uit zijn slappe, wat ineengezakte houding, zag de grinnikende gezichten rondom en de beschuldigende ogen van meneer Warning. Hij wilde iets zeggen, slikte dan nerveus en haalde met een onverschillij* rukje z'n tengere schouders op. ,,'k Wéét niet mompelde hij met een lichte trilling om z'n mond. Onderdrukt lachen klonk op uit de hoeken van de klas.... „Stilte!" gebood meneer Warning. nu •werkelijk boos, en dan tot Wim Hofland; „Ga jij voorlopig maar eens apart zitten, in de achterste bank!" Schoorvoetend gehoorzaamde de tengere jongen en liet zich met een plofje in de lege bank zakken. Dan verborg hij op eens zijn gezicht in z'n armen... Bevreemd keek de klas naar het ineengedoken, hef tig schokkende figuurtje in de grote een- 'door de stad te slenteren, eigenlijk bang om naar huis te gaan. Maar het moest er tenslotte toch van komen. hij kon niet op straat blijven rondlopen.. Stevig nam hij zijn tas onder de arm, sloeg de weg naar huis in, steeds lang zamer lopend, tot hij voor het bekende groene hekje stond. Hij zou maar achter om gaan. dat was het veiligst., en dan naar z'n kamertje glippen... Aarzelend liep hij om het huis heen naar de keukendeur en wierp in 't voorbij gaan een benauwde blik in de achterka- Ineens viel met een plof zijn schooltas op het tuinpad... Op de brede bank bij het raam zaten paps en mams. Moeder's hoofd lag tegen paps' sterke schouder en zijn arm was "beschermend om haar heen Wim stiet een wilde indianenkreet uit, rende de keuken door, de kokosmatjes van hun plaats schoppend, in z'n onstui mige haast, Snikkend van blijdschap en opluchting omhelsde hij beurtelings vader en moe der. holde dan met betraande ogen naar Ronnie, in de voorkamer en sleepte hem mee in eer woeste krijgsdans, die de kop jes in het theemeubel deed rinkelen... En noch Frank Hofland, noch Suze heb ben óóit het ware begrepen van Wim's strafregels, die meneer Warning op datzelf de ogenblik, zorgvuldig versnipperd, in de papiermand liet dwarrelen. i de „'t I« KOM, Wim r vermaande land haar ijverig pennende al negen uur... je moet heus jongenlief!" „Ik ben nog lang niet klaar. Mams, nog minstens tweehonderd regels!" Met nerveuze handen telde hij de volge schreven blaadjes met strafregels. „Nee, wacht even.., nog maar een goeie hon derd.. valt dat even mee!" Met z'n tongpuntje tussen de lippen schreef hij haastig verder: - Ik schaam me dat ik me zo onhebbelijk gedragen heb, en zal eerlijk mijn best doen om voortaan anders te zijn. - En dan onder elkaar, tel kens een woord aanvullend: Ik - ik - ik - schaam - schaam - schaam... me - me - me.... dat - dat... Ineens stelde hii wat aarzelend voor: „Toe mams. schrijft u er ook wat. ons schrift lijkt wel wat op elkaar, meneer kijkt toch alleen of het aantal klopt!' Een ogenblik stond Suze in twijfel, maar een blik op de klok deed haar vlug een stoel aanschuiven en. precies als in haar eigen schooljaren, schreef ze keurig onder elkaar: Ik - ik schaam - schaam - schaam., me - me - Halftien was het toen ze met vereende krachten het vereiste aantal btjeen hadden. Met een zucht van opluchting stopte Wim de blaadjes in zijn tas en vloog dank baar zijn moeder om de hals, gaf haar i klappende nachtzoen. Nu nog even va- de slaap wilde niet dadelijk komen. Zijn gedachten gingen terug naar die akelige middag op school en naar dat nare thuis, tussen vader en moeder..., dat nu al een week duurde. Onrustig lag hij terug te te woelen, a'n ogen awaar en pijnlijk prik- Pinksterfeest 1959 is op een bijzondere manier zen- dingsfeest geworden. Zel den hebben we in de afge lopen tien jaren zo vrijmoe dig het woord zending in de mond durven gelegd met de Australische bap- Duitsers enkele dagen geleden tisten en de hervormde zending hoopt spoedig een te betreden. aeslaagd, ook al Ook gaan nieuwe vergezichten open Enkele dagen geleden pub-li- ceerden we reeds dat dc gere- maar dit is een jaar dat we formeerde terreinrerkenners as op alle fronten kunnen ge- 0nfveT.^ "laAun nieZl weken Kok Duitse zendeling uitgezon- zouden we zijn hoofdstuk over terrein den, terwijl voor het eerst in de periode van de grote zen- vele jaren de Gereformeerde dingsfiguren (Ulfilas, Willibrord Gemeenten een zendeling in op- etc.) graag wat kritischer heb- bij de gereformeerden fading hebben. tuigen van nieuwe moge- rapport over de moqelijkheden lijkheden. Leefden wij vorig Thuisfront er is ook zendings- thuisfront. Enkele Pinksteren heeft Kampen een nieuw ben gezien, minstens even kri tisch als de wijze wcarop hij de zending of beter gebrek aan zending uit de dagen van de reformatie bespreekt. Stimulans jaar nog sterk onder de in- Generale Synode J druk van de moeilijke poli- t tieke situatie met Indonesië, I nu zijn onze ogen ineens open gegaan voor andere „uitersten der aarde". De Alliance.zendingdie oIs I De hervormde zending heeft <*e Baliem betrad waar I in Afrika een nieuwe taak ge- Nederlandse dokter mei t kregen. Twee zendelingen zijn vrouw Leldenaar J in de efgelopen weken daarheen Kn.bbe) werkt heeft met He- I getrokken om alt !slam-ke„»ers ^Ivaar'^ag__twee Zendel;ng_en het aanwezige zendingswerk te 5 gaan steunen. Zij zullen in Ni- geri'è vooral samenwerken met J een Deense geloofszending. In de Baliem eenvoudig boek over zendings- Utrecht geschiedenis uitgegeven, ge- zal nog een beslissing moeten ff".»,®?"?™®!!, uit dat daar een nieuw terrein zal worden gevonden. Wisselmeren moet singa. Dit boek geeft werkelijk eigenlijk door alle jonge leden een wereldwijde visie. Het blijft van de kerk gelezen worden niet staan bij gesloten deuren Een eenvoudige literatuurlijst in Indonesië, maar wil in korte aan het einde van ieder hoofd trekken een wereldbeeld geven stuk is een stimulans voor de van de zending. Het boek telt lezer die zich verder in bepaal- slechts 208 pagina's, maar ds de problemen wil verdiepen. Wiersinga is er in geslaagd een Het is een uitstekende tegen- enorme hoeveelheid feiten bij- hanger van het boek van dr een te brengen. de Wisselmeren afgevaar digd. De baptisten hebben in ds G. van 't Wout een eerste man nelijke zending Verrassend J. C. Gilhuis „Gezicht op de zending", waarvan wij indertijd schreven dat het wat achter liep op de feiten van onze tijd. Samen vormen deze boeken een goed geheel, al In zijn voorwoord schrijft ds ^°men Wiersinga: „Ik wilde de lezer ec*ter op de hoogte stellen met wat m,sten we ook bij Wiersinga zendingsterrein in de Belgische er thans op aarde gaande is aan ££n van e »^nter~ Congo gevonden. Op de laatste geweldige dingen. En ook laten Cflurch Aid. Unievergadering werd hij of- zien op welk een vaak verras- de Baliemvallei ficieel afgevaardigd. De open sende wijze de Heer ih het d,. h. A. Wiersinga: Geschie de zending, Kok Kampen buiten- „Vergadering gelovigen" verleden Zijn kerk ergens deed denls a een jeugdverhaal door Peter Barry (Vervolg vorige week) Miel grinnikte even. Op school en in het dorp wist ieder een dat Joep Helman en Toon Kavelaar gezworen vijanden waren; dat het notariszoontje minachtend neerzag op de wat boerse kostersjongen en zich ergerde aan diens klep perende klompen en' armelijke kleren. Misschien kwam er van Joep's kant wel wat jaloezie bij, omdat Toon op school in bijna alles uitblonk, terwijl hijzelf maar heel middelmatige leerling was. „Zullen we hem eens wat op z'n kop gooien?" stelde Joep rondkijkend voor, maar Miel duwde hem haastig van het galmgat weg. „Kom mee naar het bovenluikje, waar de leidekkers uitklimmen!" leidde hij af en liep meteen naar de korte, haast rechtopstaande ladder. Hoog boven hun dorp hingen ze even later samen uit het kleine luikje, wezen elkaar de plaatsen in de verte, de zuivelfabriek en de IJssel, die als een breed zilveren lint door de weilanden en bossen lag. Vlak onder hen waren de enorme wijzers van de torenklok en glommen de ver gulde cijfers van de wijzerplaat. Naast het luikje hing zacht schommelend het. werkstoeltje van de leidekkers. Ineens greep Joep baldadig één van de touwen en trok het bankje voor het luik! „Zal ik er eens in gaan zitten?" vroeg hij brani-achtig. is niks aan, je zet je gewoon afmet je voeten tegen de Miel haastig, „als je eruit „Dat laat je ma valt is het te laat!" Joep rukte wat aan de dikke touwen van het schom melende bakje, hing dan opeens met z'n bovenlijf uit het luikje en greep zich stevig vast! ,,Jöh!Pas toch óp!" waarschuwde zijn vriend nog eens, maar het was al te laat! Joep zat op zijn knieën in het bankje, draaide zich wat bibberig om en stak onzeker z'n benen door de openingen in de bodem! „Jóep toch!" riep Miel geschrokken, maar dan begon hij opeens te lachen toen hij zijn vriend zo parmantig voor het luikje zag bengelen. „Toe., kom eraf!'' ried hij. „als zometeen de leidekkers komen ben je er gloeiend bij!" „Even een eindje proberen.." riep Joep overmoedig te rug. Stevig pakte hij de dikke touwen beet, zette z'n voe ten schrap tegen de gladde leien en begon stap voor stap zijwaarts te schuiven, hoe langer hoe verder van het veilige luikje! „Toe Joep., wees niet zo eigenwijs! Kom terug!" drong Miel zenuwachtig aan. „Tot de hoek!" riep de waaghals roekeloos en schoof langzaam verder langs de torenwand. „Nee., vooruit! Kom er af!" herhaalde zijn vriend be nauwd. Beneden in de diepte zag hij tot zijn schrik men sen omhoogkijken en wijzen... Dan., met een dreunende bons, die de hele toren deed trillen, galmde oorverdovend de slag van de klok onder hen. deed het bloed suizen in hun oren! Krampachtig klemde Miel zich vast aan de rand van het luikje en voelde zich ineenkrimpen van ontzetting toen Joep, heftig geschrokken van de onverwachte klokgalm, misstapte, zo dat zijn schoen stuurloos afgleed langs de gladde leien! Het lichte bankje wankelde, draaide dan, schampend langs de torenwand, een halve slag om! Miel wilde schreeuwen, waarschuwen.., maar zijn keel zat opeens als dichtgeschroefd! (Volgende week verder) ONZE BRIEVENBUS Hallo allemaal, Deze week ontving ik maar heel weinig brieven van jullie, 't Zal de warmte zijn, denk ik. Veel oplossingen waren er dus ook niet. Het vierkant kwam tevoorschijn als jullie al de stukjes goed by elkaar pasten. An ie en Jan Kees van Kleef krijgen de hoofdprijs toegestuurd. De troostprijs, een deze week, gaat naar Annetje H eij stek. Jullie brieven worden beantwoord, kijk matur bij je letter. echter jullie beantwoorden twee andere dingen. Aller eerst kreeg ik deze week een brief helemaal uit Ar gentinië. Riné Scigalsky schreef mij nl. Hoewel de letter niet aan de beurt is. wil ik ze toch antwoorden deze week. Zij kan natuur lijk niet meedoen iedere week, maar toch schrijft zij zo af en toe de nieuwtjes uit Tres-Arroyos. Leuk hoor. Ze schrijft dat het klimaat in Argentinië veel warmer is dan hier in Nederland. En ook de straten zijn er niet zo als hier, ze zijn veel breder. Riné spaart ook postzegels. Ze vraagt ook of er misschien iemand in Ne derland is (een meisje) die met hajfr wil corresponde ren. Ze is twaalf jaar oud. Schrijft een van de nichten eens? Je kunt gewoon ITe- derlands schrijven, want Ri né schrijft onze taal, wel niet helemaal foutloos, maar toch heel goed te vol gen. Haar adres is: Riné Scigalsky, Estrada 1200, Tres Arroyos, Argentinia. En dan vroeg Ineke Dek ker mij waarom ik haar brieven niet beantwoord. Je brief kwam vorige keer werkelijk te laat Ineke, en deze week ook. Hoe het komt weet ik niet. Maar nu sta je dan toch in het Zon dagsblad. Hoe gaat het met =t marslopen? En dan nu de gewone brieven van H-N. Anne tje Heijstek is op Hemel vaartsdag naar de speeltuin geweest. Wat leuk dat Ge rard al zo bruin is. Het is 6 3 2 5 dat - Lenie Hebly en Wil Hoogendam schreven en de oplossing. Als jui niets anders schrijven kan ik jullie natuurlijk niet beantwoorden. Ook Truus Hessel schreef alleen de op lossing. Marijke Jansen pa had in plaats van een vier- jaE kantje leuke tekeningen ge- jjj schreef maakt van de stukjes pa pier. Je kunt best voor d« tweede keer een prijs Dit keer pijltjes geven moet invullen. een kruiswoordpuzzel. De i welke richting je de woorden Oplossingen insturen pas 12% getrouwd zijn geweest. Ad. versierd met bloemen. .JC, 'k Vond het toch gezel- Marijke. WaHeuk "dat bg dat je me schreef Tine de taart zo goed is gelukt, ke Luyk, al wist je weinig. Kees van Kleef Was het leuk afgelopen geitje gekocht. Nu woensdag? Je schrijft me ïaar veel over het reisje. - Jannv Luyten gaat over poosje naar een gezond- weer is kan heeft een het zulk het geitje fijn land. Groeit ze al? Anie van Kleef schreef over de hèrdskolonieTNatuurlykTrtm twee ooievaars op het nest je me dan ni t sciJrijven in de kerk. Hoeveel suiker- v._ de 0ni0,,jni, maar SSï Riekje de Kloet was ziek janny? Doen hoor. Jul- toen ze mi] schreef. Heb je lie ws„ ,ijd ï°°r Klement No- vaak met de drukdoos Har ry? Hartelijk welkom hoor. Jan Kraak je mag me een keer in de drie weken schrijven. De andere keren zijn de letters AG. en O Z. aan de beurt, —t In wel ke klas zit jij op school Jo ke Krijn? Arjan de Adieu Marlcke-Marljke Leeuw van Weencn kan al door M. A. M. Renes-Bol- zwemraen. Moeder was ze- dingh. Uitgeverij La Rlvie- ker wel in haar schik met re en Voorhoeve, Zwolle, het trommeltje voor de koek? Ad en Leo van Na „Marieke-Marijke" en Leeuwen schreven dat pap- „Wat nu, Marieke-Marij- tante en oom hoor. Je schrijft me er maar van. Zo jongens en meisjes, dit waren de antwoorden. Volgende week zijn dus de neven en nichten van OZ weer aan de beurt. Verge ten jullie niet naam en adres in je brieven te schrijven? Afgesproken Veel plezier allemaal in de Pinkstervakantie. Ik hoop voor jullie dat het mooi weer is. Tot de volgende week allemaal hoor. Dag, kunnen lopen i - H.rry Kolman ^^0,'."™,., „,u„,e Veel plezier op het feest bij Een paar raadsels Verschillende neven en nichten stuurden mij weer raad sels toe. Hier komen er een paar: 1. 't Is wit en als 't valt is het geel. 2. Welke sleutel past op geen enkel slot? 3. Wie komt er altijd op zijn kop de kerk binnen? 4. Hoe ver kun je het bos in lopen? 5. Waarom hippen mussen en waarom lopen duiven? Meisjesboeken over M.M. ke?" schreef de schrijfster dit derde en laatste boek over de twee vriendinnen. Wel moet men de twee voorafgaande delen hebben gelezen om dit boek geheel te begrijpen. Marijke die door haar opvoeding en ook haar eigen principes, eigen lijk wat te ernstig is, wordt Oplossingen: uawo'n jiniooa tuo g uappitu k uf joj f 'ua>iCtds s 'iwidisnaiznw z u»3 i Weeresteyn. Beiden ontmoeten hun le venspartner, maar voordat er aan 't eind van het boek de dubbele bruiloft wordt gevierd, is er toch heel wat gepasseerd. Vooral Marijke kan maar heel moeilijk be slissen en het is dan ook helemaal in Italië dat Tom tenslotte haar „jawoord" krijgt. Meer willen we van dit boek niet verklappen, al leen dit nog, het is geschikt voor meisjes van 14 tot 17 jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 18