lPi$r
HET LAATSTE UUR VAN
HANNIE VAN DAM
J
„De waaghals"
ZATERDAG 9 MEI 1959
-.4wt
EN toen viel de stilte over het plein en zij kwam zo plotseling en
onverwacht, dat zij de man overrompelde en hij er van schrok.
Hij dacht: Nu gaat het dan gebeuren, en hij voelde een stekende
pijn bij zijn hart. Langzaam draaide hij het hoofd en hij keek naar
zijn vrienden, die naast hem stonden, als hij gekleed in een donkerblauwe
overall, de overall van de verzetstrijders. Hij keek naar hun gezichten en
hij zag, dat die gezichten strak stonden en dat bij enkelen de mondhoeken
trilden. Hij zag, dat ze met aandacht luisterden naar de voorzitter van het
Herdenkingscomité, die een rede uitsprak. Flarden van zinnen, enkele
woorden maar bereikten zijn oor en hij was er tevreden om. Bewust pro
beerde hij doof te blijven. Hij dacht: Ik kan het niet aanhoren en ik wil
het niet aanhoren, nu niet!
t Hij dacht: Zou die man begrijpen, dat
hij me staat te pijnigen? En weer voelde
hij die stekende pijn bij zijn hart. Een
ogenblik sloot hij de ogen. Hij hoorde:
t,,nooit zullen wij mogen vergeten
Jrote offers gebrachtdood., dood
a, dacht hij, dood. Allemaal dood. Dat
weten we wel. Waarom moeten wij daar-
iaan worden herinnerd? Hij dacht: Piet is
■dood, en Guus en Jan, en we hebben hen
iniet eens kunnen begraven. We weten niet
eens waar ze rusten. Waarom moet dat elk
•Jaar opnieuw worden gezegd? Hij kreunde
•zachtjes. Ineens merkte hij, dat de spreker
•zijn toespraak had beëindigd. Hij zag hem
•gaat het gebeuren, en het angstzweet brak
hem uit. Hij had willen roepen: Nee, nee,
«niet blazen, niet dat signaal. Maar er
•kwam slechts één woord over zijn lippen:
«Hannie, en nog eens: Hannie.
HIJ DACHT: Waarom toch moest op het
zelfde ogenblik, waarop de kogel haar
•trof dat signaal worden geblazen? Wat
•klonken die tonen zuiver! Zeventien jaar
•is het al geleden en nog zit het droge ge
luid van het schot in mijn oren. Zou ik het
•ooit kwijtraken? Vreemd, dat het me alle
maal nog zo helder voor de geest staat.
•Zeventien jaar is toch een lange tijd en er
•is sindsdien veel gebeurd.
Hij hoorde de hoornblazer het signaal
blazen en daarop werd het intens stil. Hij
•dacht: Zo stil was het ook die avond. Hoe
•is het toch mogelijk geweest, dat we die
•patrouille niet hebben opgemerkt? We heb
ben een fou*
«fout? Hoe
toch gegaan?
het i
HIJ STAARDE voor zich uit
alsof hij recht in het verleden keek.
•Hij zag zich weer op zijn kamer, bij zijn
moeder thuis. Met z'n vieren zaten ze om
de tafel: Hannie, Herman, Guus en hij,
Gerard, en Hannie voerde het woord. Ze
«zei: „Het moet vanavond. Uitstel is niet
•meer mogelijk. De tekeningen zijn te be
langrijk voor de geallieerden om ze langer
•onder ons te houden. Van Dalen heeft een
•vriend, die ingenieur is en die heeft ge
zegd, dat hij de tekeningen op een of an
dere manier naar de overkant kan oversei
nen. De zaak is volkomen safe. Van die
■kant zijn er geen moeilijkheden te ver
wachten. De moeilijkheden liggen tussen
•het ogenblik, waarop we hier weggaan en
daar moeten aankomen. Voor zover be
kend, behoren wij met ons vieren nog niet
•tot de geschaduwden. Wat ons dus kan
•overkomen is, dat wij toevallig wprden
•aangehouden. Dat er ineens een razzia is,
•waar we midden in zitten en dat we wor
den meegenomen en gefouilleerd. Die kans
•is niet groot. Maar om alle risico's te ver
mijden heb ik een plan bedacht. We delen
de tekeningen in vieren en ieder van ons
•neemt een stuk. Als één stuk in Duitse
•handen komt hoeft dat geen ernstige ge-
•volgen te hebben. En daarnaast gaan we
•twee aan twee op pad. Guus en Herman
nemen een andere weg dan Jan en ik.
•Maar met ons tweeën blijven we bij elkan
der. Mocht er onverhoopt wat gebeuren,
dan kan misschien de een de ander nog
belpen, in elk geval kan hij Van Dalen
waarschuwen, en via hem de anderen. Be
grepen' Accoord met mijn voorstel?"
Jan had geknikt en Herman ook, maar
Guus had tegen het plan bedenkingen in
gebracht.
„Beste meid,
omslachtig? Ik
Eiffeltoren 70
Het was woensdag zeventig
jaar geleden dat een Spaans
edelman zich als eerste betalen
de bezoeker met een krakende
lift naar de top van de 300 meter
hoge Eiffeltoren liet takelen.
Sindsdien hebben circa 35 mil
joen bezoekers het voorbeeld
van de Spanjaard, wiens naam
verloren is gegaan, gevolgd. In
1900 werd de oorspronkelijke lift
vervangen door de nog steeds in
gebruik zijnde dubbele serie lif
ten, die thans op drukke dagen
circa 17.000 bezoekers naar een
van de drie verdiepingen bren-
De vermaarde toren werd door
300 arbeiders in twee jaar ge
bouwd naar het ontwerp van de
bruggenbouwer Gustave Eiffel.
Destijds, in 1889, was de Eiffel
toren het hoogste bouwwerk ter
wereld. Tegenwoordig staat het
op de vierde plaats, achter het
Empire State, het Chryslerge-
bouw in New York en een TV-
toren in Japan.
•steek het bundeltje papieren gewoon in
•mijn binnenzak en fiets er mee naar Van
•Dalen. En de kous is af".
Hannie had een kort en krachtig ,.nee"
laten horen. „Dat gebeurt niet. De laatste
•maanden zijn er te veel arrestaties ver
richt door onvoorzichtigheid. Er vallen al
te veel doden en het is niet nodig.
•Laten we de gelederen maar zo lang mo
gelijk gesloten houden. We zijn toch al zo
klein in aantal. Er zal nog wel eens een
tijd komen, dat we door de omstandighe
den gedwongen worden risico's te nemen.
•Nu hoeft dat nog niet".
Guus had zijn schouders opgehaald en
•verder gezwegen. Ze hadden destijds met
elkander afgesproken, dat Hannie het laat
ste woord zou hebben. Er moest er toch
h d b
zen, dat ze leiding kon geven.
DE KLOK van de kerk op het plein liet
acht zware slagen horen, en direct
■daarop zette het muziekkorps het Wilhel
mus in. Ja, dacht de man, het was acht
EEN KORT VERHAAL
DOOR
H. J. WAALWIJK
«uur die avond toen we op pad gingen. Han
nie had beslist, dat we tot dat tijdstip zou
den wachten.
„Om negen uur moeten we binnen zijn.
•Als we om acht uur vertrekken kunnen we
•nog voor half negen de tekeningen bij Van
•Dalen hebben afgeleverd en ruim voor, ne-
•gen uur zijn teruggekeerd. Het wordt te-
•gen die tijd al wat schemerig en van de
•duisternis moeten we het hebben".
De man voelde weer de angst, die hem
■die avond had bekropen. Hij dacht: Zou
•ik onbewust hebben geweten, dat het mis
•moest gaan? We waren allemaal wat ze
nuwachtig, herinnerde hij zich. Guus en
•Herman, cn Hannie ook. Zij was het ge
weest, die dat onmiddellijk merkte.
„We hebben nog ruim een uur voordat
•we vertrekken Laten we iets gaan doen.
•een spelletje bijvoorbeeld, of laten we wat
•met elkaar praten. Maar we moeten niet
•zo zwijgend bij elkander blijven zitten. Dat
•vreet aan je zenuwen".
Ze hadden alle vier nerveus gelachen.
■Traag waren de minuten voorbij gekro
pen. Wel honderd maal hadden ze naar
■de klok gekeken en het scheen hun alsof
■het maar niet later wilde worden. Er was
•nog een vriend komen aanlopen en dat had
•hun enige afleiding bezorgd. Een uur lang
•hadden ze met elkaar zitten praten.
Dat was het laatste uur van Hannie van
•Dam. dacht de man. Hoe heeft ze dat
•doorgebracht? Hij wist het nog precies. Hij
•dacht: ze heeft thee gezet en ons een kopje
•thee ingeschonken. En toen heeft ze nog
•wat verteld over haar schooljaren en over
haar vader, de zeekapitein, die al in de
eerste dagen van de oorlog met zijn schip
•ten onder ging. En over haar moeder, die
ergens in Groningen woonde, bij een zus-
•ter. En ze heeft over zichzelf verteld. Hoe
•ze over het leven dacht en wat ze er van
•verwachtte. Dat ze, als de oorlog was af
gelopen, wilde gaan studeren. En lerares
wilde worden. Lerares Frans, zei de man
■hardop, en hij schrok van zijn stem. Ze
•hadden nog hartelijk gelachen om een
■grapje van Guus en om wat goocheltrucs,
die Herman vertoonde. Goocheltrucs met
•kleine ringen.
Ja. zo was het, dacht de man. Zo is het
■laatste uur van Hannie van Dam voorbij
gegaan. Maar als ze nu had geweten: dit
■is mijn laatste uur, wat zou ze dan heb
ben gedaan? Hij haalde de schouders op.
Hij dacht: wat doet dat er toe. Ze heeft
■het niet geweten. Ze sprak over het uur
•heen. Ze keek in een toekomst, en ze wist
niet, dat die er voor haar niet meer was.
•Daardoor is zij tot haar dood gelukkig ge
weest. in weerwil van die duizenden narig
heden. 'waarmee ze dagelijks te maken
•had. Ja, dacht de man. Ze was gelukkig.
•Omdat ze wist, dat ze iets positiefs deed.
•Dat ze werkte aan een grootse zaak.
DE MAN hoorde de laatste tonen van hel
Wilhelmus over het pleintje verwaaien.
•Hij zag Moe twee heren deftig, in het
•zwart, een grote krans naar de voet van
•het monument droegen en daar neerleg
den. Hij dacht: Die bloemen zijn voor Han
nie en voor Piet en Guus en Jan. Die
•krijgen ze elk jaar. Als dank van het va
derland. Hij vond het misselijk van zich
zelf. maar hij moest een paar maal heftig
«likken. Een dame betrad het podium en
begon te spreken. Dc man hoorde het
•woord: „vrijheid", en hij dacht: Dat was
■het laatste woord, dat Hannie tegen ons
«zei. Toen de klok acht uur sloeg stond ze
■op. Ze zei: „Vooruit, jongens, we gaan!".
Ze had de papieren uitgedeeld en nog eens
de weg, die gegaan moest worden, uitge
stippeld. En toen, dacht de man, sprak ze
•nog een kort woord en dat eindigde met:
«het is voor de vrijheid.
Hannie en hij hadden tien minuten na
Guus en Herman het huis verlaten. Toen
•begon onze laatste tocht, dacht de man.
•Eerst ging ik de deur uit en kort daarop
-Hannie. We hadden afgesproken, dat' we
•ieder aan een kant van de straat zouden
•gaan lopen. We zouden doen alsof we niet
•bij elkander hoorden. Hannie liep schuin
•voor me. Ik kon haar dus goed in het
•oog houden. Het was druk op straat. Maar
•had ik kunnen weten, dat het een vreem
de drukte was? Ja, achteraf moet ik toch
•hebben opgemerkt, dat iedereen gehaast
■liep. Hoe is het toch mogelijk geweest, dat
•wij van die razzia's niets hadden gehoord?
•Maar ach. in het begin liep alles gesmeerd.
•De gevaarlijkste kruispunten waren we al
•gepasseerd en ik dacht, dat ons niets meer
kon overkomen. Hannie dacht trouwens
hetzelfde. Want ze draaide zich op een
ogenblik om en gaf me met haar hand een
seintje, dat zo iets betekende als: Geen
•vuiltje aan de lucht.
En toen kwam het, ineens. Ik zag die
•Duitse patrouille het eerst. Maar ik kon
Hannie niet meer waarschuwen. Zij zag de
Duitsers pas, toen ze op tien meter voor
haar stonden. En ze moet geschrokken
•zijn. Als ze was blijven doorlopen, was er
•vermoedelijk niets gebeurd. Ik zag haar
•plotseling stokstijf staan en naar de Duit
sers kijken, en de Duitsers keken naar
•haar. Maar ze liepen door. Ik dacht: dat
•gaat mis. Hannie keek om op het zelfde
ogenblik, dat ook de Duitsers omkeken en
toen zette een voorbijganger het ineens op
•een lopen, al schreeuwende: Pas op, ze
schieten. Er was toen nog niets aan de
hand. De Duitsers bleven staan en Hannie
liep door. steeds sneller en sneller. Waar
om deed ze dat?, dacht de man. De Duit
sers liepen haar achterna en riepen haar
halt toe. Maar ze hoorde het niet of ze
•deed alsof ze het niet hoorde. In de hele
straat was ineens een wilde paniek. Ieder
een begon hard te lopen en te schreeuwen.
Ik riep naar Hannie. maar mijn stem ging
in het rumoer verloren. Ik zag de Duitsers
haar beetgrijpen. Ze rukte zich los en be-
gon weer te hollen. En toen, dacht de man.
en toen, trok die schoft zijn revolver. Zo
hard ik kon rende ik nog naar hem toe,
maar voor ik bij hem was hoorde ik die
droge kuch en ik zag Hannie vallen. Ze
viel Voorover, met haar gezicht op de
straatstenen. Ze moet onmiddellijk dood
zijn geweest. En toen hoorde ik dat sig
naal. Waar kwam dat toch vandaan?
DE MAN hoorde de spreekster op het
podium zeggen: „Zij stierven opdat wij
in vrijheid zouden kunnen leven", en hij
dacht: Maar wat hebben wij met die vrij
heid gedaan? Hannie had van die verhe
ven denkbeelden over de vrijheid. Zou ze
gelukkig zijn als ze nog leefde' Hij hoorde:
in gedachten zijn ze bij ons.." en hij
dacht: Ja, altijd zijn ze bij ons. En weer
voelde hij een stekende pijn. Hij dacht:
Had ik nog wat voor haar kunnen doen?
Had ik haar nog kunnen redden? Wat is
het vreemd, ik zie alles draaien. Hij bracht
nog zijn hand naar de ogen, en hij haalde
nog een paar maal diep adem, maar in-
eens werd alles om hem heen zwart. Hij
voelde alle kracht uit zijn lichaam weg
trekken en hij wist nog, dat hij tegen de
grond sloeg. Hij voelde, dat hij werd
vastgepakt en hij hoorde nog een stem zeg
gen: „Ze kunnen nog niet eens vijf minu
ten stilstaan", en toen zonk hij weg in een
eindeloze diepte.
In een serie van acht avond
uitzendingen van de N.C.R.V.
heeft freule Henriëtte van Len-
nep te Den Haag de geïnteres
seerde radioluisteraars verteld
over muzikale volksoverleverin
gen uit vele werelddelen. We
leerden haar niet kennen als
een echte, wat je noemt pri
ma radio-stem. Maar het zijn
niet altijd de beste stemmen,
waarnaar het meest en met het
meeste plezier geluisterd wordt.
Dat gold ook in haar geval.
Want wat zij te vertellen had,
was boeiend genoeg, en ze deed
het in een heldere taal.
We zijn jonkvrouwe Van Lennep
eens gaan opzoeken, want, dach
ten we, hoe komt zo'n spreekster
eigenlijk aan haar materiaal, en
wat heeft ze wel niet allemaal
moeten studeren, om zulk een
veelomvattend gebied te leren be
heersen?
Freule Van Lennep van „De
muziek der volkeren"
zige, zeer energieke v
onlangs 65 jaar geworden,
mocht haar leeftijd haar ook maar
iets van het gebruikelijk onge-
rief-van-hel-ouder-worden berokke
nen, dan weet zij dat uitstekend
te verbergen.
Haar grote werk- en woonka
mer heeft een levendige sfeer,
waarin de schoonheid van een
paar fraaie antieke meubelstuk
ken heel goed samengaat met de
nuchterheid van werktafel, ord
ners vol paperassen (over mu-
Ochtendmens
U hebt haar in de avonduren
kunnen beluisteren. Het is wel
zeker, dat zij de teksten voor die
uitzendingen samenstelde en op
papier zette op een tijdstip, waar
op verreweg de meeste mensen
nog niet toe zijn aan het gerin
kel van hun wekker. Zij is een
„ochtendmens": „Ik sta met de
op,
de
aak
w. Zij i
•erk ik
het beste", vertelt ze.
Er is ook een verschil tussen
de radiospreekster en de gast
vrouw, die over haar liefhebberij
en en navorsingen zit te vertel
len. Zo'n uiizending legt beper
kingen op; een bepaald onder
werp moet in een vastgestelde
tijd worden behandeld, en tijd
voor nog eens navragen en napier
uitleggen is er niet. De verhande
ling moet dus kort en helder zijn.
Maar thuis ziet freule Van Len
nep kans, zoveel registers tege
lijk open te trekken, zoveel bron
nen aan te boren, dat het de ar
geloze, niet-deskundige bezoeker
weldra duizelt. We .vertellen dat
zonder schaamte, nu we wéten,
dat er eens een geleerd histori
cus bij freule Van Lennep op be
zoek is geweest, die na vier uur
moet hebben verzucht, dat hij
haar talrijke opborrelende idee-
en zo een-twee-drie ook niet kon
bijhouden
Als meisje van achttien ging
zij Romaanse talen studeren. Te
gelijk had zij compositieleer van
de grote Bernard Zweers („ik
componeer nog wel, maar ik ge
loof niet dat mijn muziek hele
maal bij deze tijd past"). In de
Groene Amsterdammer schreef
zij, zo tussen haar achttiende en
twee en twintigste, wel eens be
schouwingen naar aanleiding van
concerten die zij had beluisterd.
Zij denkt achteraf, dat de redac
tie van dat blad het hart vast
hield voor haar polemiserende in
zendingen Zij herinnert zich
althans, dat de discussie soms
van redactiewege werd gesloten.
Achtergronden van muziekuitin
gen; het zoeken van de oorsprong
van instrumenten en melodieën,
vaak in oude, primitieve, magi
sche rituelen, in oude religies,
dat zijn onderwerpen die zij sinds
jaren hartstochtelijk bestudeert.
Zelf spelen? „Och," zegt ze. „hier
naast staat mijn piano en natuur
lijk speel ik erop. Dat wil zeg
gen: als ik zelf-spelen nodig heb,
red ik mij erop. Maar móói, zo
van: kom speel eens fijn een
stukje, dat is het helemaal niet".
Van ambassades
De Roemeense musicoloog Con-
statin Braïloïu liet de wereld bij
zijn dood een aanzienlijke collec
tie muziek-materiaal na. Daaruit
heeft zij voor haar studie en ook
voor eerdere radio-uitzendingen
veel kunnen putten. De collectie
is door de Unesco gedeponeerd in
het Etnografisch Museum van Ge-
nève. Dat ze nog niet op grote
schaal produktief is gemaakt,
Maar er was een andere ma-
nier, waarop zij aan haar mate
riaal kwam. Tal van ambassades
van landen, die in haar uiteenzet
tingen een rol hadden gespeeld,
zonder haar band- en plaatopna
men van historisch- en ook gods
diensthistorisch belang. Zelf be
zocht zij enkele landen en Neder
landse provincies om muzikale
uitingen te bestuderen en op te
nemen. En toen dit jaar de serie
„De muziek der volkeren" voor
de N.C.R.V. begon, kon de radio
spreekster geheel uit haar eigen
collectie putten.
Er zijn bijzonder veel onder
werpen, waarvan freule Van Len
nep vol is. Dat de vroegere, be
perkte methoden van materiaal
vergaren door muziek-notaties
zijn aangevuld met de mogelijk
heden van b.v. het moderne band
opname-apparaat, vervult haar
met levendige interesse en akti-
veert haar in haar werk. „Hele
theorieën heeft men moeten her
zien", zegt ze, „sinds Bela Bar-
tók in Hongarije en Roemenië de
boer opging met zijn eenvoudig
Edison apparaat om zich de leven
de muziek te verschaffen. Het
bleek dat geen volkszanger twee
maal hetzelfde kon zingen; dat
volkszanger» al zingende fantase
ren, versieren, het tempo vertra
gen of verhogen. Al die nuances,
al die variaties kan men tegen
woordig opnemen. Dat biedt een
ontschatbaar vergelijkingsmate-
een jeugdverhaal door
Peter Barry
„Hoera jongens! Het luikje staat open!!" schreeuwde
Joep Helman uitgelaten, zodra boven de bomen de grijze
kerktoren in 't zicht kwam.
Oogknipperend tegen de felle zon keken zij omhoog,
Miel van Lent en hij, naar het bankje van de leidekkers,
dat als een kooitje roerloos tegen de blauw-glanzende to
renspits hing, vlak naast het open luikje.
Even later stonden ze. hijgend van het hollen, in de
schemerlichte ruimte onder de toren, elkaar aanstotend
van voorpret.
„Voorzichtig, jöh!" fluisterde Joep, „niet klossen... op
de zijkanten van de treden, dan kraken ze niet zo!"
Achter elkaar klommen zij naar boven, openden geruis
loos de zware deur naar de luidkamer, waar de dikke
touwen van de klokken uit donkere gaten in de zoldering
omlaaghingen, zacht zwaaiend in de zwoele wind, die door
de smalle openingen in de muren binnendrong.
„Zullen we es luiden?" vroeg Miel grinnikend. Meteen
nam hij een sprongetje en hing in het zware touw van
één der klokken!
„Zég! Ben je mal, joh!" schrok Joep, hem haastig bij
de arm grijpend. „Het hele dorp zal ons horen! Vooruit,
laat lós!"
..'t Is de grote klok... die kan ik immers tóch nooit
alleen aan de gang krijgen! Als Kavelaar hem luidt
springt hij helemaal tot boven aan toe en dan moet hij
nog minstens een keer of zes trekken voor er geluid komt,
zo'n zwaar kanjer is het!"
Joep keek even benauwd naar het zacht op en neer
gaande touw, elk ogenblik een dreunende galm boven z'n
hoofd verwachtend. Maar gelukkig bleef het stil en met
een zucht van verlichting volgde hij zijn vriend, die al
halverwege de grote ladder was.
„Het uurwerk!" fluisterde Miel met ontzag, op z'n tenen
naar de zware vierkante kast lopend, die het vertrek voor
een groot deel vulde. Met ingehouden adem keken ze naar
de grote tandwielen en de vier dikke assen, die dwars
door de kleine ruimte naar de wijzerplaten buiten aan
de toren liepen en luisterden gespannen naar het droge,
regelmatige tikken van het enorme uurwerk. Naast el
kaar bogen zij zich in de geheimzinnig-duistere schacht,
waarin aan dikke kabels de gewichten hingen, die de van
olie glimmende tandwielen aandreven. Ruw voelden die
dikke stalen kabels aan en een muffe lucht steeg uit de
diepte op.
„Kom.., ga mee naar de klokken!" griezelde Miel, de
smalle ladder in de hoek beklimmend. Even later ston
den ze in de klokkenkamer, waar warm en overdadig
het zonlicht door de galmgaten binnenstroomde. Roerloos,
haast dreigend, hingen de vier zware bronzen klokken in
hun geweldige stoelen en vulden bijna de gehele ruimte.
„Dit is de luidklok!" wees Joep, zijn hand leggend op
het gevaarte dat haast zo groot was als hijzelf. „Oei!.,
voel es hoe warm!"
Miel hield, nu hij gewaarschuwd was. zijn hand voor
zichtig tegen de klok, doch al gauw trok hij zijn vingers
terug van het, door de zon verhitte brons. Naast elkaar
stonden zij dan voor één der galmgaten, hun haren wap
perend in de straffe wind, en keken uit over het vredige
dorp in de diepte en over de weilanden, die strak gevan
gen lagen tussen glinsterende sloten.
„Kijk., daar heb je Toon!" wees Miel een tikje ge
schrokken omlaag, waar als een heel klein figuurtje de
zoon van de koster in de verlaten dorpsstraat liep.
„Hij heeft z'n klompen er weer bij aan!" smaalde Joep.
„Moet je hem zien sjokken!"
(Volgende week verder)
ONZE BRIEVENBUS
Beste neven en nichten,
De brieven die ik deze week van jullie ontving gingen
allemaal over de Koninginnedag, tenminste haast allemaal. Jullie
hebt je wel vermaakt, sommige neven en nichten hebben zelfs
meegedaan aan ^wedstrijden en prijzen gewonnen.
En op Hemelvaartsdag hebben jullie al weer ten vrijt dag
gehad, 't Was mooi weer hè? Ik denk dat de brieven dit jullie
me vandaag en morgen schrijven wel vol zullen staan van I
jullie verhalen wat je zoal hebt gedaan.
De oplossing van de puzzel van vorige week zal ik nu eerst
maar schrijven. De appel, kastanje, nootcitroen en peer groeien
aan een boom, de overige vruchten aan lage planten. De hoofdprijs
gaat naar Hans en Nelly Grootendorst en naar Dikky
e Berg. Twee hoofdprijzen dus deze week. De troostprijs is voor Enny
loois. Stuur het album maar op Enny.
Hoe
het
met je
broertje Marianne Alberts-
ma? En hebben je zusjes
fijn gewandeld? Maaike
van Andel heeft zelf postpa
pier getekend cn gemaakt.
Leuk werkje Maaike en
knap gedaan zeg! Hans
van Belle tekende een
fnrachtig schip voor me.
Hoe is 't met je? Heb je
nog mee kunnen wandelen?
Nico van Belle heeft een
prijs gewonnen met de
spelen op Koninginnedag.
Bedankt voor het schip.
De moeder van Anneke van
de Berg had een fijne hulp
op haar verjaardag, nl. An
neke. Elly Barends heeft
een eigen kamertje gekre
gen. Hoe ging het was op
hangen? Plet Bagchus
schreef alleen de oplossing.
Jij hebt dus een reuze
gezellige Koninginnedag
achter de rug Lida Baard
man! Emmy van de
Berg was „Sneeuwwitje" op
Koninginnedag. Ben je
nog vaak aan 't werk in de
schooltuin Nelly Blonk?
Schrijf je volgende keer
eens een briefje bij je op
lossing Herma van Bockel?
Nico Bosman woont nog
niet zo erg lang in Neder
land, hij heeft altijd in
Zuid-Afrika gewoond. Fijn
dat je nu ook al vriendjes
en vriendinnetjes hebt hier.
Tot schrijfs. Jannle en
Corrie Branderhorst schre
ven over de 30-jarige brui
loft van vader en moeder.
Hoe is 't met het been Cor
rie toh? Anneke Bos
had de oplossing mooi ge
kleurd. Jullie hebt dus dub
bel feest gevierd 30 april
Anneke. Ik hoop dat
„het" goed lukt Joke Bree-
derland. Zo heb ik niets
verraden hè? Wat een
leuke tekening stuurde jij
me Annie Buizer. Nu weet
ik tenminste wie je bent.
Ria Burggraaff je mag om
De stukken waar de kinderen op dansen moeten
jullie uitknippen. En proberen jullie dan eens een
vierkant te maken vari de stukken! Dit is misschien
wel eens een leuke puzzel voor de kleine neven
en nichten van H-N. die deze week aan de beurt
zijn. Oplossingen insturen voor dinsdag 12 mei.
Robinson
Crusoe
Robinson Crusoe had royaal
s«n beaittingen op het eiland
aan de achlerblyvende muiters
geschonken en nu stond hjj
dan met Vrijdag aan de reling
en keek naar het langzaam
achter de hoi
de eiland, wi
verdw
r hij
iele ja-
had
ren van eenzaamheid
doorgebracht Vrijdag had be
•loten de reis naar Engelénd
op het eiland achtergebleven
en het was een ontroerend af
scheid geworden. Wekenlang
duurde de thuisreis en einde
lijk meerde het schip dan aan
de kade van Robinsons geboor
testad. Robinson liep met Vrij-
dag door de stille straten naar
huis en daar wachtte hem een
grote verrassing. Zijn oude va
der was nog in leven en hoe
wel hij al gebrekkig was ge
worden door zjjn hoge ouder
dom, bleek zijn geest gelukkig
nog helder te zjjn. Hij herken
de zijn zoon en luisterde naar
dien6 verhalen. Dit was dus
liet einde van de lange reis.
Robinson was weer thuis. En
daarmee is ook een eind ge
komen aan ons verhaal.
de drie weken insturen als
je letter van je achternaam
aan de beurt is. Schrijf je
er nog een briefje bij?
Arlc Boelhouwer schreef
allerlei dingen die op school
staan van de Keukenhof.
Heb je al sterrekers gegeten
Wouda Bolier? Leuk wer
ken in de tuin niet?
Jolanda en Marijke Croese
zijn pas jarig geweest en
hebben mooie poppen gekre
gen. Gaat het rolschaatsen
al? En hoe is de duinen
mars verlopen? Je zult
wel erg nieuwsgierig zijn
naar de foto Jenneke Cor
net. Hebben jullie nu een
nieuwe juffrouw op school
gekregen? Coby Cornet
heeft het verkeersdiploma
gekregen. Gezellig met z'n
allen naar Sliedrecht zeg!
Tineke v. d. Dool is pas
naar de bloembollenvelden
geweest. Jullie mochten
lang tulpen plukken zeg.
Hebben jullie nu nog vier
poesen over? Truusje
Derksen schreef alleen de
oplossing. Willy Delle-
man is gelukkig weer
thuis uit het ziekenhuis.
Wat heb jij veel fruit ge
kregen. Johnny en Rinie
van Dijk schreven over de
konijnen en kippen. Het
postpapier vind ik erg
mooi. Van van Dam
uit Meerkerk kreeg ik een
brief. Wat waren er veel
kinderen in die optocht
zeg. Matthys van Daalen
schreef over het eieren zoe-
Marleentje Eijgen-
heeft een mooie optocht
gezien. Kregen alle kinderen
beker op school?
Ada
Es is net 2
raam schreef
deze keer. Hebben veel
meisjes je geschreven?
Annie van Es schreef over
het tuintje dat zij en Jonan
hebben gekregen van pap
pa. Hoe is 't met al de zie
ken? Leida Ellens is
een nieuwelinge. Schrijft
Onno Elzlnga ook weer
eens? Bedankt voor je
mooie tekening. Jij hebt
dus heel wat feestelijkhe
den achter de rug Hans van
Es. Ging het goed het spe
len? Marieke van Es
denloos varkentje schrijft ze
zelf, want ze raakt iedeie
keer een tandje kwijt. Maar
ze komen gelukkig weer te
rug bij jou Ada! Jij vindt
de filmpjes die pappa
draait zeker wel erg mooi?
Leuk dat jullie weer
schreven drieling Faber. Ik
kan me best indenken dat
jullie het wel eens verge
ten als je druk bent. Veel
succes hoor woensdag aan
staande. Jullie hebt leuke
dingen getrokken op Konin
ginnedag. Mia Grooten-
boer schreef een gezelliga
brief over de oliebollenactie.
Sjanie van de Graaff
vroeg wat je allemaal kunt
winnen met de puzzel. Nu
dat zijn voornamelijk spel
len en legpuzzels. Ineke
van de Graaff schreef dat
ze hard haar best doet op
school. Welkom hoor.
Carla de Groot schreef al
leen de oplossing. Geluk
kig dat de puzzel zo naar
je zin was Nita de Groot.
Is het een gezellig feest
geweest op 5 mei Winifred
van Geest? Gerrit Goud
kamp schreef over de ver
lichting in Den Bommel.
Schrijf je volgende keer
weer? Jongens en meis
jes dat waren de brieven
van AG. Volgende week
zijn de letters H—N weer
aan de beurt. Schrijven jul
lie allemaal naam, adres en
leeftijd in je brieven? Dag
allemaal tot volgende week,
"7--,