ffi.fcb oncliê
lEEHS^SEEE
Bladerend in
Dagboekfragmenten
En zo werd het nu:
Er komt oorlog, zeggen
de Indianen
PUZZEL VAN DE WEEK
En hij wist nooit hoe
laat het was....
ZATERDAG 9 MEI 1959
De eerste week
HET LEVEN
hele jaar. We z
den haar graag
overslaan, graag helemaal ver
slapen, om te ontkomen aan de
emoties, die zy by ons verwekt.
Want er zyn zo veel herinneringen,
die maar niet willen verbleken, zo
veel wonden, die maar biyven schrijnen en zo veel gezichten, die zich
dan scherper dan ooit aan ons opdringen. Nee, die eerste week van
mei is nog steeds de zwartste week van het gehele jaar. De vyf
jaren van bezetting met al haar leed en verdriet zullen nooit uit
ons hart verbannen kunnen worden. De groeven zijn te diep en de
barsten te breed. Misschien, dat het het hart goed zou doen, als we
alles wat land en bewoners overkwam aan het papier toevertrouwden,
die hele periode nog eenmaal tot in details voor onszelf doormaakten.
Maar „soms heb ik angst, angst om niet geloofd te worden, omdat
latere geslachten eenvoudig niet wensen aan te nemen wat hierin
werd beschreven en toch, ik zweer by alles wat me lief is, er staat
geen onware gebeurtenis in. Alles is neergelegd, ik zou haast zeggen:
heet van de naald".
Herinneringen
aan de meidagen
Deze laatste zin is de slot
zin van het dagboek, dat een
onderwijzer uit Delft in de
oorlogsjaren heeft bijgehou
den. En het is opgenomen in
Dagboekfragmenten, dat in
1954 bij Martinus Nijhoff te
's-Gravenhage verscheen. We
hebben het dezer dagen weer
eens ter hand genomen en het
doorgebladerd, hier en daar
een bladzij lezend en dan lan
ge tijd met gesloten ogen ons
vermeiend in het verleden, en
de woorden van de Delftse
onderwijzer hebben diepe be
tekenis voor ons gekregen.
„Soms heb ik angst, angst om
niet geloofd te worden".
Wie
Wie zal over 25 jaar nog ont
roeren als hij hoort over de massa-
deportatie van 11 november 1944?
En wie zal dan nog opstandig wor
den als hy die ene bladzij leest uit
het dagboek van een Rotterdamse
huismoeder? Ze schreef:
„Heel langzaam kwam de stoet
dichterbij en hoorde je de stem
men. Mannen en vrouwen riepen
elkaar een afscheid toe. Moed
houden" en Oranje boven".
Vrouwen huilden. Meisjes liepen
mee met haar armen om haar
jongen geslagen. Vrouwen met
kinderwagens, oude mannen en
vrouwen. Van alle kanten kwa
men vrouwen aangerend met
dekens, kleren, eetwaren. Ande
ren liepen weer terug om nog
dingen te halen of vriendinnen
te waarschuwen, snikkende, hui
lende. Een vrouw had een grote
tas appels en gooide de mannen
de appels toe tot het de soldaten
ging vervelen en zij op de menig
te gingen schieten.
Vijf transporten zijn die mid
dag langs gegaan. Als het einde
bij hét Doorgangshuis was, was
het begin al ver voorbij de mo
lens. Soms hield de stoet stil.
Dan weer sjokte ze voort en
zette ze er plotseling vaart in.
Er werd verteld, dat het doel
Zwolle was. Er zou worden ge
lopen tot Gouda. De volgende
dag tot Utrecht, vandaar per
trein naar Zwolle als het waar
is). Er waren jongens bij zo van
de straat opgepakt met alleen
een boezeroentje over hun blote
lijf en een colbertjasje. Er waren
er op klompen. De meesten had
den een soort rugzak, er waren
er ook met koffers, die ze op hun
schouders droegen. In de Hof-
laan zag M. hoe een jonge jongen
bij het overreiken van pakjes
probeerde te vluchten. Hij werd
in het hart geschoten. Zijn
lichaam werd met een trap tegen
de trottoirband geduwd. Het
transport had hierdoor geen ver
traging ondervonden".
T ragedie
r wie zal de tragedie
od!
feest:
„Toen wij gisteravond onder
weg waren van Dolfs woning
naar onze schuilplaats, stonden
er in de Rafaelstraat plotseling
twee Schalkharen voor ons. Eén
trad terzijde, de ander sloeg zijn
hakken tegen elkaar, salueerde
en vroeg: Weet u, welke straat
dit is?
Ja, dit is de Rafaelstraat'.
Weet u ook waar het Rafael-
plein is?
Ja, daarginds.
Rechtuit deze straat door?
Ja.
Hakken tegen elkaar. Salueren.
Stram in de houding.
Mag ik u vriendelijk bedan
ken? Goedenavond!
De man had een papier in zijn
hand. De „Jodenlijst"Vreemd.
Het hagelde toen wij verder lie
pen. Het was niet zo erg donker".
Angst
„Een mud tarwe kost op het
ogenblik 1500.We aten gis
teren voor 7.50 a f 8.spruit
jes (f 3.50 per kilo). Is ook geen
groente meer te krijgen. Geluk
kig hadden we wat kolen ge
sleept. Hebben vandaag (avond
eten): 1 bord bruine bonensoep,
alleen koolraap met suikerbiet
en 3 suikerbiet-tarwe drie-in-de-
pan gegeten. Ik rammel van
avond van de honger. Ik ben er
een beetje misselijk van".
Het is allemaal voorbij en het wordt allemaal vergeten. Elke
dag een stukje meer. En eens zal de tijd komen, dat niemand het
meer weet. Dat men uit geschiedenisboekjes leert: en in
in het voorjaar van 1945 was er in West-Nederland hongersnood
en „stierven er bijv. in Venlo in één week 35 babies onder de
twee jaar".
De onderwijzer
uit Delft had
angst, dat hy niet
geloofd zou wor
den. En wie zal
hem over 25 jaar
ook geloven? Wie
kan vandaag de
dag geloven, dat
in Nederland eens
gebrek aan voed
sel was? Dezer
dagen werden ons
gegevens verstrekt
over de levens
middelenconsump
tie in Nederland
over het afgelopen
jaar. Het Neder
landse gezin van
vier personen ge
bruikte zo heb
ben we gelezen
in 1958 gemiddeld
naar schatting
ruim 2 potten
per maand,
jam, 30 kg aard
appelen. 2 pond
koffie en 51 eieren
i de andere levens-
Brood
Koek en beschuit
Koekjes en gebak
Meel en gruttersw.
Aardappelen
Verse groenten
Vers fruit
Gr.- en fruitcons.
Gedr. zuidvrucht.
Suiker
Suikerwaren
Chocolade
Vetten, oliën en
margarine
Vlees en vleesw.
Visconserven
Boter
Kaas
Diversen
Koffie
Thee
Cacao
Alc.vrye dranken
Alc.h. dranken
Melk
3.5 kg.
30.0 kg.
17.7 kg.
16.3 kg.
3.5 kg.
0.64 kg.
7.7 kg.
1.6 kg.
1.1 kg.
8.0 kg.
14.0 kg.
1.4 kg.
1.5 kg.
1.7 kg.
2.43 kg.
1.6 kg.
2.0 pond
0.5 pond
0.1 pond
1.1 liter
78 liter
66.3 liter
2.2 potten
51.0 stuks
0.3 kg.
0.7 kg.
0.8 kg.
6.9 kg.
4.1 kg.
3.8 kg.
0.8 kg.
0.15 kg.
1.9 kg.
3.2 kg.
0.33 kg.
0.34 kg.
0.4 kg.
0.56 kg.
0.37 kg.
0.5 pond
0.12 pond
0.02 pond
0.26 liter
1.8 liter
15.3 liter
0.5 potten
11.8 stuks
Dit horen we uit New York. Zes
Hopi-indianen uit Arizona
hebben de Ver. Naties be
zocht om de hoge leider kond
te doen, dat er over enkele
maanden een grote oorlog zal
uitbreken.
Dit is hun duizenden jaren ge
leden voorspeld door Massa-
wu, wiens boodschap in hun
stam sindsdien mondeling is
doorgegeven. Nu was het o-
genblik gekomen om naar het
grote gebouw met de glazen
muren van de Ver. Naties te
gaan en alle naties van de
profetie in kennis te stellen.
Indianen, gekleed in de
dracht van hun stam, met ve
ren in het haar, waren teleurge
steld te vernemen, dat de hoge
leider, secretaris-generaal Ham-
marskjoeld, hen niet kon ont-
De
De menselijke
gestalte
De Franse hoofdarbeiders zijn
groter dan de handarbeiders,
heeft een groep doktoren meege
deeld aan de Franse Academie
van Wetenschappen. Duizend
Franse mannen en vrouwen uit
verscheidene gebieden en maat
schappelijke klassen hebben zij
gemeten.
Zij bevonden, dat de hoofdarbei
ders van beiderlei kunnen 2-Vi tot
5 centimeter groter zijn dan de
handarbeiders.
vangen omdat hij zich in Eu
ropa bevindt. Zij moesten het
doen met een lager hoofd, Ge
rald T. Widdrington, chef van
de afdeling voor de ontvangst
van bezoekers.
Dan Katchongva van de Zonne-
clan voerde het woord. Zijn
woorden werden vertaald door
Banauyacya van de Vosseclan.
Katchonga zei, dat de Hopi's de
hele wereld wilden laten weten
dat er een grote oorlog op
komst is tussen de goede en bo
ze krachten, dat de naties hier
door zouden worden gezuiverd
en dat het eeuwige leven daar
na hun deel zou worden.
Widdrington zei in zijn antwoord,
dat zij om tot de hele wereld
te kunnen spreken moesten
wachten tot september, wan
neer de algemene vergadering
der Ver. Naties bijeenkomt.
Maar hij had de boodschap goed
in zich opgenomen en zou over
wegen wat hij er intussen mee
kon doen.
Het stamhoofd antwoordde: Ik
zal wachten tot donderdag zons
ondergang.
De Indianen, die afkomstig zijn
uit het dorp Oraibi in de staat
Arizona, bevonden zich toeval
lig deze week in New York voor
een raadsbespreking met de I-
Na het onderhoud in het gebouw
der Ver. Naties vertrokken
de zes Hopi's: het stamhoofd
voorop, gevolgd door de tolk,
Nasewesvina van de Spinneclan,
Tawanayawama van de Koren-
clan, Sewemaenews van de
Grijze Adelaar-clan en Monon-
gye van -de Pompoenclan.
Horizontaal: 1. voorlichting, 5. radio-omroepvereniging, (afk),
9. gem. in Utrecht, 14. zoon van Abraham, 16. twijg, 18.
wettig bewijsschrift, 19. zorgwekkend, 21. lusthof, 22. sport-
term, 23. voegwoord, 24. getroffen. 26. landbouwwerktuig, 27.
Zeeuwse hoeve, 29. vettige zelfstandigheid, 31. mikpunt, 32. ou
de Spaanse zilveren munt, 34. eind, 35. aardworm, 37. volbloed
Hollander (Indonesië), 39. naast, 41. scheikundig element (afk),
12. gem in N. Brab., 43. koor van zangers, 45. tijdrekening,
46. vogel, 47. voegwoord (Fr.), 48. gem. in Over., 50. vuurpeil,
52. buis van een vuurwapen, 53. gem in Gelderl., 55. onder
richt. 56. de fijnste vederen, 57. godin der eeuwige jeugd, 60.
bevreesd, 61. academische titel (afk), 62. gem. in Drente, 64.
slede, 65. eind, 66. bijwoord, 68. maangodin, 70. voedsel, 72.
vreemde munt, 74. gezondheid (Fr.), 75. zangstem, 76. akelig, 77.
Verticaal: 1. Amerikaanse sierheester, 2. de 12 machtige go
den der Germanen, 3. voorzetsel, 4. op die plaats, 6. munt
in Nederland (afk), 7. soort van hett, 8. pluim van een vogel,
10. bekende afkorting, 11. bosvogel, 12. stengel, 13. hoofd (Fr.),
15. ploegbaas, 17. zelfkant. 20. juffrouw, 25. bekende, 27. soort
gebakje. 28. klap, 30. gem in Gelderl., 31. vreemde munt, 32.
ongegist druivesap, 33. meisjesnaam, 35. voorzetsel, 36. makker,
37. op die tijd. 38. water- of moeraslinze, 40. stad in Frankrijk
aan de Maas, 41. geweven goud- of zilverboordsel, 44. boom,
46. stad in Duitsland, 48. inwendig lichaamsdeel, 49. plechtige
gelofte, 51. telwoord 52. stad in Engeland, 54. zoon van Seth,
56. bekend It. dichter, 57. Nieuw-Guinea (Indonesië), 58. oor
logsgod, 59. drijvend tonnetje aan een haringvleet, 60. hap,
BI traag van begrip, 63. kan men uit drinken, 64. tegen, 67.
balspel. 69. boomloot, 71. ontkenning (Eng.), 73.
8. in, 9. Peet, 10. ren, 11. o.r.,
12. kolom, 14. kram, 16. wenk,
18. spar, 20 Aser, 21. poel, 22.
Edom, 24. taak, 26. teen, 27.
deel, 28. Irak, 30. Darmantig, 33.
tandpasta, 35. die, 37. kombuis,
38. Han, 39. bende, 41. Segre. 43.
Dalen, 44. ratel, 46 bos, 48. sla,
49 mal. 50. oss, 56. oer, 58. Nes,
60. smak, 61 berm. 62. stal, 64.
tali, 65. elan, 66. gors, 67. Edam,
69. mede. 70. sabel, 71. tang, 73.
edel, 75. malie, 77. Maas. 78.
ezel. 79. Eros, 82. har, 84. get,
86. ma, 87. do, 88. no, 90. s.o.
INZENDINGEN
Inzendingen wordeD vóór don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht Oplossingen mogen uit-
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven In de linkerbo
venhoek vermelden- ..Puzzelop-
Inccine" Er zün Hr„ arii7en- een
van 5,— en twee van 2,50.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. snaar, 5. dosis,
9. pronk, 13. kaak, 15. pan, 16.
weer, 17. Rs, 19. para, 21. peen,
22. el, 23. Apt, 25. mastodont,
28. ido, 29. kaap, 31. mee, 32.
eek, 33. trom, 34. raad, 36 rekel,
38. haam, 40. kris, 42. nol, 43.
dank, 45. eb, 47. mees, 49. mand,
50. o.a., 51. nona., 52. globaal,
53. post, 54. d.s., 55. Nora, 57.
Lena, 59. Se, 60. stee, 61. bis,
63. nest, 6c. emir, 66. geste, 68.
stam, 70. slag, 71. tor, 72. adé,
74. Alem, 76. aak, 77. marmela
de. 80. Ida, 81. bn, 82. Hans, 83.
merg, 85. el, 86. maag, 87. den,
89. Loes, 91. laars, 92. Soloti, 93.
store.
Verticaal: 1. strak, 2. A.K.,
DE ZONDAG
en hoe jullie er over schreven
Zondagbrieven van jullie over de zondag. Er zaten een paar goede
verhalen bij en daarom wil ik het niet bij deze ene keer laten. Volgende week
dus weer een rubriek over de zondag, al ziet het er naar uit, dat ik er niet
voldoende gedichten voor zal hebben. Maar omdat ik nog een paar „vrije"
verzen in mijn map heb zullen we het er maar op wagen. De keer daarop zullen
wc het dus hebben over de Europese éénwording resp. de samenwerking. Mag
ik deze opgave nog eens in herinnering "brengen?
We starten vandaag met een verhaal van Ton Dijkstra, leer
ling van een gymnasium en wonend in Rotterdam. Ik heb er
boven gezet:
De oude klokkenmaker wist
nooit, hoe laat het was. Na de
dood van zijn vrouw was hij
alleen gebleven, alleen met de
klokken, waarmee hij de wan
den van het grote, oude huis
had volgehangen. Het was dan
ook nooit helemaal stil in dat
huis; omdat er zoveel klok
ken waren, klonk hun slag
werk voortdurend en terwijl de
ene klok nog sloeg, begon de
andere al te slaan. Elke klok
wees bovendien nog een un-
dere tijd aan; wie heeft er dan
nog enig besef van tijd?
De klokkemaker zéker niet.
Wanneer het licht werd, stond
hij op en begon de uurwerken
op te winden, te smeren en ver
der te verzorgen. Er waren bij
na honderd klokken en voor de
oude man was hel werk een vol
ledige dagtaak. In de schemer
ging hij naar bed. Hij leefde
als een kluizenaar, geheel ge-
isoleerd van de rest van de we
reld en zijn ideeën waren eveh
verward als zijn lange, grijze
baard en die weer als het chao
tische karillon. dat onafgebro
ken. dag en nacht door het huis
tinkelde. Zijn gedachten draai
den om die klokken die moes
ten blijven lopen; waarom wist
hij zelf niet, want de tijd .^be-
stond niet voor hem. De dagen
waren allemaal eender, het ver
schil tussen zondagen den werk
dagen was weggevallen.
Hij merkte niet.
Toen de oude man op een da§
ontwaakte, merkte hij. dat hy
niet op kon staan. Zijn gezicht
gloeide van koorts, zijn handen
beefden. Hij was zó ziek, dat
de gedachten aan de klokken,
die hij nu niet zou kunnen ver
zorgen, hem nauwelijks veront
rustte. In een toestand van hal
ve bewusteloosheid bracht hij de
dagen en nachten in bed door en
had verwarde dromen. Hij merk
te niet, dat de klokken één voor
één ophielden te lopen. Er kwa
men steeds grotefe gapingen in
het slaan. Het was of de uren.
die vroeger iedere sekonde om
waren, steeds meer minuten kre
gen. Na enige dagen was er el
ke tien minuten een uur voor
bij, of misschien gingen de uren
zes maal sneller om dan anders.
Voor de oude man was het iets
nieuws, omdat er voor hem he
lemaal geen uren hadden be
staan. het was alsof hij de tijd
kon horen ontstaan.
Stil
Na een nacht, waarin hij diep
en lang had geslapen, deed de
klokkenmaker langzaam zijn
ogen open. Hij voelde, dat hij
niet ziek meer was, de koorts
was voorgoed geweken. Uit de
stand van de zonnestralen in
zijn kamer, maakte hij op, dat
het vroeg in de morgen was. Er
gens in het huis sloeg een klok.
Hij lag doodstil te luisteren,
maar pas een uur later hoorde
hij opnieuw de slagen, nu met
één vermeerderd. Aan het trage
tikken kon hij merken, dat het
uurwerk van deze laatste klok
bijna afgewonden was. Toen
werd het stil.
Nieuw leven
En in die suizende stilte be
gonnen de kerkklokken te lui
den. nadrukkelijk en zeker. De
oude man lag op zijn zij in het
bed, met opgetrokken knieën en
zijn handen gevouwen voor zijn
hart, als een omgevallen bidder.
Het waren klanken, die hij vroe
ger nooit gehoord had door het
lawaai, dat zijn eigen klokken
maakten, die alle aandacht voor
zich opeisten. Maar hij wist, dat
lawaai, dat zijn eigen klokken
maakten, de klokken die alle
aandacht voor zich opeisten.
Maar hij wist, dat het zondag
was, de eerste dag van de nieu
we week. Het was misschien de
eerste dag van zijn nieuwe le
ven. Hij glimlachte en ging
langzaam overeind zitten.
TON DIJKSTRA.
ER UIT GELICHT
Eigenlijk zo maar een paar woorden en enkele zwarte
lijnen: zo ziet Hans Bink (Leiden) de zondag. Mag ik jouw
adres nog even, kan het nergens meer vinden (dit i.v.m. het
gebruikelijke postwisseltje).
GROETEN OP
ZONDAG
Dag,
lieve zon.
Dag,
lieve zondag.
Dag,
zon op zondag
Dag.
Blijf altijd schijnen?
ja, lieve zon
op zondag?
Dag,
zondag,
dag
Zon
Dag I
Het was voor de eerste keer, dat ik een gedicht kreeg I
van P. L. Koster (21 jaar en meterijker) uit Middelharnis.
Graag zet ik zijn vers, geïnspireerd op ons onderwerp
„Zondag" vandaag er in.
ZONDAG
die het donker doet verdwijnen
de vogels fluiten
feestklokken luiden
het grote Draaiorgel
speelt wenkend en lokkend
zijn vrolijk lied:
gapende mensen
houden hun stuiver gereed
feest!!
en Spel wordt gespeeld
een grafsteen
rolt als een voetbal tveg
Drie-nul!
grote overwinning
de hemel applaudisseert
de hel verliest haar pool
de aarde kijkt hoofdschuddend toe
Zondag, de kerk, klokken.
Sarina de Goey (18 en uit
Rotterdam) heeft op deze
manier hiervan een indruk
gegeven.
Zijnde een paar losse opmer
kingen over verschillende brie
ven.
MEE EENS
Ik denk zo, Arie Mes (Rotter
dam) dat heel wat jongeren het met
je eens zyn als je zegt, dat de
zondag niet een dag is om somber
te zyn. Het „Heer, ik hoor van
ryke zegen", kan zeker bly worden
gezongen, juist op zondag. Je durft
overigens wel stelling nemen, maar
je blijft daarbij positief en dat is
in deze kritische tijd zeker belang-
NOG EVEN
Jouw gedicht, Mary Storm
(Utrecht) bewaar ik nog even tot
een van de volgende rubrieken,
't Was goed.
STUUR MAAR
't Lijkt me het beste, dat je wat
opstuurt, Evelien Onstein (Den
Haag), kunnen we altijd verder
VERANTWOORDELIJKHEID
„Tenslotte moet je voor jezelf uit
maken, hoe je de zondag door
brengt, maar wc hebben allemaal
toch verantwoordelijkheid! En als
we die voelen, begrijpen we, dat
God ons de zondag heeft gegeven
om Zyn Naam te heiligen" zijn 1
enkele zinnen uit de sympathieke
reactie van E. M. P. G. (zonder ver
dere achternaam) uit Rotterdam op
ons onderwerp.
KRITIEK
En een andere reactie: „Laat nu
eens alle kritiek op kerkgangers, i
predikanten en hun preek varen.
Wees optimist en help mee aan de
bouw van Christus' kerk", zo vatte
G. Gordia (Rotterdam) zyn (of
haar) mening samen na een op
bouwende beschouwing over de
zondag.
FEESTDAG
Jannie de Groot (ook al uit Rot
terdam) ten slotte vindt het heerlijk
elke weck met een feestdag te be
ginnen. Zondag: een feestdag, om
dat wij dan allemaal en steeds weer
de opstanding van de Heiland
mogen vieren.
Denk je aan Europa
Je hebt nog wel even de tijd, maar vóór het Pinksteren Is
had ik graag jullie gedichten, tekeningen en- andere bijdragen
over de Europese éénwording of de Europese samenwerking
binnen. Zoals ik al heb verteld heb ik dit onderwerp op verzoek
van verschillende medewerkers aan „Ruimte voor jullie"
gekozen. Ik wil graag op jullie suggestie een bepaald uitgangs
punt geven, maar dan hoop ik ook, dat er „wat binnenkomt".
En tot nu toe was dat nog niet zó veel. Daarom graag zo spoedig
en zo veel mogelijk: Europa en wat je er verder van wilt maken!
No. 526. Joh, v. d. Boogaard, Rotterdam
Correspondentie betreffende deze rubriek
aan de heer W. Jurg, Vrederustlaan 176,
Den Haag.
Middelspelcombinaties (IV)
1. De nu volgende stand, die we enige
jaren geleden eveneens opnamen, bevat in
een keurige partijstand een wel eenvoudige,
maar verrassende ontleding.
Wit wint een schyf door: 25—20, 20x29,
27—22!, 32 x 21 44—40, 40x16, waama de
schijf op 27 niet meer te houden is.
2. Het damhalen op een veld. dat door een
vyandelijke schijf is bezet, geeft steeds een
verrassend effect. Een aardig voorbeeld in
een vrij natuurlyke stand vormt het volgende:
Wit voert als volgt een fraaie damzet uit:
28—22, 34—30, 46—41, 32—28, 38x9, 37—31,
39—33, 33X3.
3. Het is opmerkelyk, dat door het bij
plaatsen van slechts 1 schyf voor beide par
tijen (voor zwart op 26, voor wit op 36) de
stand van no. 2 een geheel andere slagwen
ding bevat en wel de volgende:
Nieuwe opgaven
In de vorige rubriek namen we de laatste
problemen op voor de derde serie van de
ladderwedstrijd. Daar het zomerseizoen in
aantocht is en het geregeld - oplossen van
damproblemen voor vele oplossers moeilijk
gaat worden, zullen we de ladderwedstrijd
zoals steeds gebruikelyk is tot einde
september onderbreken.
Met de publicatie van onze problemen
gaan we uiteraard op dezelfde voet voort.
Deze keer geven we twee opgaven van onze
welhaast klassieke medewerker v. d. Boo
gaard, die op de hem eigen wijze uit een
elegant gewirwar van verrassende slag
wendingen enkele aardige slotmotieven te
voorschyn tovert. Tegen probleem 527 heb
ben wy het bezwaar, dat 33—28. 43x12 en
4137 wit schijfwinst bezorgt. Een winnende
bijoplossing zouden we dit echter niet
willen noemen.