CHRISTELIJK
Mammoetwet bedreigt
de onderwijsvrijheid
LADY ISABELLA
Goddelijke norm de kern
van het leiderschap
Leraren godsdienstonderwijs
wensen speciale opleiding
Een woord voor vandaag
Kanttekening
East Lynne
Contact van Gereformeerden
Heroe pingswe rk
De Bond van Gereformeerden werkzaam in kerkelijke en in maatschap
pelijke arbeid heeft zich tijdens de tweedaagse in Overschie gehouden con
ferentie een nieuwe naam gekozen en zal nu „Contact van Gereformeerden
in kerkelijke arbeid en in maatschappelijk werk" heten. NED. HERV. KERK
Mr. Schaafsma is afgetreden ais voorzitter en zijn opvolger is dr. W. R. Aangenomen het beroep tot pred. in
Ottow uit Ochten. Ook de dames M. van den Berg uit Norg en H. W. van jbuttengew. dienst dir. Herv. Stichting
Zuylen-Lammers uit Zwolle werden tot bestuurslid gekozen. Het Contact Di^pna^^MMtschapp^iJk^ Werk).
Op de laatste conferentiedag bezon
nen de 48 aanwezigen zich op de ver
schillende facetten van het leider
schap. en wel tegenover de kerkelij-.
ke. maatschappelijke en pedagogische
werkelijkheid De drie aspecten wer
den resp. ingeleid door dr. J. M. van
Minnen, ds. R. C. Harder en de heer
Jac. van der Waals.
Dr. van Minnen legde er de nadruk
op, dat het altijd gaat om de godde
lijke norm, die moet worden inge
kleed in een bepaalde, voor de pupil
aannemelijke norm. Die vorm moet
de leider aangeven. Ook moet hij de
weg kunnen wijzen tot het persoon
lijke contact met God, dat, naar echt
protestantse opvatting op eigen vorm
geving mag berusten. Bij dit laatste
echter is samenspreking met en hulp
van de ouderling nodig. Het ouder
lingschap als lekenapostolaat is een
ambt, dat niet altijd goed functio
neert, omdat het teveel is gericht op
de bewaring en niet op de vermeer-
De maatschappelijke werker komt
in aanraking met pelen, die het juist
met meer vinden kunnen met het
oude. uniforme. Daarom dient de
oude uniformiteit doorbroken te
worden ten gerieve van een ge-
meenschap in verscheidenheid.
..Er is mild en toild maatschap
pelijk werk", zei ds. Harder, „en
dat ligt aan degene, die leiding
geeft. Ook h\j gelooft, dat teambe
spreking in de kerk tot veel goeds
zou leiden. 7n feite is leiding geven
A ver ten tie
iRoeders te Rolde; de benoeming tot vica
ris van Oosterhesselen voor het vor-
uerbeterinp wan de relaties en oor- mingswerk „De Klencke," mej. E. A. Bos.
ming uan de opinie. Bedankt voor Vreeswijk, H. N. van
r Hensbergcn te Renkum, voor Oosterwol-
.En laten we toch niet teveel lei- de- °«ld p d* Jon* t€ Kootwijkerbroek,
der willen zijn," was de mening van CHRlsf. GEREF. KERKEN
de heer van der Waals, „daarin ligt Bedankt -oor Doornspijk—Elburg, D
een gevaar: wij dringer. dan onszelf Slagboom te s-Gravenzande.
op en gaan de mens die wij willen GEREFORMEERDE GEMEENTEN
helpen niet meer als volwassen enj Bedankt voor s-Gravenpolder, Chr.
Rotterdam-Zuid.
Chr. Geref. kerken
Predikantentekort
wordt ingelopen
zelf-verantwoordelijk zien". Hij ge
looft niet in de begeleiding op de weg,
maar alleen in het voorzichtig aange
ven van de richting. De mens die uit
de koers geraakt is zelf weer de weg
laten zoeken en bewandelen, dat is de
ware christelijke hulpverlening.
Een en ander leidde tot ruime be-
spreking I. duiW ,.n..nr„teld. SJL.JJ. g-
groepen. »el voelde men veel voor rrform„rd. Kerken Is von 1M«
samenspreking met de kerk. maar gMtegcn van 52.611 tot 62.381. cciuver-
nlet voor verweving van maatschap-meerdering van 9770 of 18Vi percent,
pelijke en kerkelijke arbeid. Deze zo lezen we in het juist verschenen
bleef men als twee objecten zien. jaarboek van deze kerki
In deze zoals ieder jaar goed
verzorgde uitgave van uitgeverij D.
van Brummen te Dordrecht lezen
voorts, dat in dezelfde periode het a
tal predikanten van 76 tot 97 steeg,
wijl het aantal kerken toenam van
jtot 167. Hoewel de Chr. Geref. kerken
nog 7C vacatures hebben, ziet het ernaar
uit, dat het tekort aan predikanten lang
zaam aan wordt ingelopen. Zes studen
ten hopen dit jaar hun studie te voltooi
en en het aantal studenten stijgt gelei
delijk.
Ds. J. C. Maris, aan wiens jaarover-
zicht we deze gegevens ontlenen, schrijft
olgens welingelichte kringen zun verdCr, dat er tussen de vrijgemaakte
ongeveer zestig priesterstudenten van gereformeerden en christelijk gerefor-
het r.k. seminarie in Boedapest wee- meerden een „duidelijk klimaatsverschil
gestuurd, omdat zij zich niet aan de bestaat", dat „een belemmering vormt
verstrekte opdrachten hebben gehouden. b;J de *e<ierxijd,e benadering"
•uden hebben gehandeld uit
Verzet tegen vredespriesters
Zestig Hongaarse
seminaristen van
sehool gestuurd
solidariteit met 14 studenten die eerder
dit jaar het seminarie moesten verlaten
omdat hun gedrag „in strijd was met
het nieuwe leven van de kerk en vijandig
was aan haar denkbeelden."
De studenten zouden een brief hebben
gezonden aan het episcopaat waarin ge
protesteerd werd tegen het wegsturen
van hun mede-studenten en waarin zij
zich solidair met hen verklaarden. Vol
gens genoemde kringen deden de auto
riteiten op alle studenten een beroep
de brief te verwerpen en gehoorzaam
heid te beloven. Tien stemden toe. maar
zestig weigerden. De moeilijkheden
zouden vorig jaar zijn begonnen toen
studenten weigerden bijeenkomst
bij te wonen die georganiseerd was door
de „vredesprieeters".
Ds. G. B. Kruizinga
overleden
In de ouderdom van 70 jaar is te
Dieren overleden ds. G B. Kruizinga,
emeritus predikant der Ned. Herv. Kerk
I Ds. Kruizinga werd in 1888 geboren. Hij
I werd in 1916 te Akersloot in het
predikambt bevestigd en diende de
gemeenten van Obdam (N.H.). Engelbert
iGron Nieuweschans en Twijzel. waar
hij 1 mei 1954 met emeritaat ging. waar-
S-ü
Ds. mr. H. Seliokking
nvet emeritaat
Het breed moderamen van de Generale
Synode der Nederlandse Hervormde
Kerk heeft ds. mr. H. Schokking.
predikant te IJzendoorn, uit zijn ambt
aldaar ontheven en hem de rechten van
emeritus-predikant gegeven. Er zijn
reeds gedurende jaren moeilijkheden in
de gemeente IJzendoorn. omdat predi
kant en gemeente niet tot dezelfde
modaliteit gerekend kunnen worden. De
femeente van IJzendoorn is een Gere-
ormeerde Bondsgemeente en heeft in
het verleden ook altijd bondspredikanten
gehad. Bij herhaling hebben kerkelijke
vergaderingen zich met de moeilijkheden
te IJzendoorn bezig gehouden, en
heeft in het verleden ook al geleid
schorsing van ambtsdragers.
mr. Schokking werd in 1905 ge
boren en aanvaardde in 1951 het predik
ambt te IJzendoorn. zijn eerste en tot
toe enige gemeente
zich metterwoon
Ds. Ph. J. Vreugdenhil
zeventig jaar
Ds Ph. J. Vreugdenhil. emerituspre
dikant der Nederlandse Hervormde Kerk
te Gorinchem. viert morgen zijn 70ste
verjaardag. Ds. Vreugdenhil heeft ge
predikt te Ottoland, Sprang. Leerdam
en van 1924 tot aan zijn emeritaat in
1954 de gemeente van Gorinchem ge-
Ds. Vreugdenhil was vice-president
van het Provinciaal Kerkbestuur van
Zuid-Holland, lid van het classicaal be
stuur van Dordrecht, quaestor van de
ring Dordrecht en van de weduwen- en
wezenbeuri in dit ressort. Hij maakte
ook deel uit van de studiecommissie
van de Geref. Bond ter bestudering
van de nieuwe kerkorde der Ned. Herv
Kerk. Voorts was hij voorzitter van het
Ncd Bijbelgenootschap, de Herv. Ge
ref Mannenvereniging „Calvijn". de
Zondagsschoolver. ..De Zaaier", cn le
raar godsdienstonderwijs aan de Chr.
Landbouwschool.
Rekenpuzzel
Schrikt niet puzzelvrienden, deze puz
zel heeft niets met algebra te maken.
al lijkt het er op het eerste gezicht
misschien wel een beetje op. De opga
ve ziet er moeilijker uit. dan ze is.
(a-lidwoord) - <b-voedsel om te lok
ken' (c-wandel<fTeefi id-onbep.
voornaamw.- te-stengel) (f-bontjas)
(g-voorzetsel. is X.
a. ia onbeschaafde, barbaar; b. is uit
roep; c. is stad.in Italië; d. Is stad in
België, c. is slot; f. is stad
g. is overal; X.
Studiedag Raad voor Kerk en School
Meer interesse
van de Kerk
gevraagd
(Van een onzer verslaggevers)
altijd een kwestie van beleren en niet
bekeen. ,Jk heb niet het recht in de
klas met mijn principes aan te komen
dragen." aldus de Haarlemse predikant
Bij het openbaar onderwijs bestaat
steeds een huivering tegen de predi
kant om diens apostolaat. Maar, zo
meende de predikant, de (predikant)
leraar heef geen leeropdracht van de
kerk, maar van de staat en kan, zodra
hij de drempel van de openbare school
TT ET wordt hoog tijd dat er een7
AA meer speciale opleidings-1 geen /«taaltje van de kerk wezen.
mogelijkheid wordt geschapen v.„ Gtldtr ,Un
VOOr leraren in het vak gods-1 uiteenzetting dat het geven van „cul-
dienstonderwijs aan het VHMO. tuurgeeohledenia van het christendom"
Jen bijbelkennis op de openbare school
Dat is de mening van een aantal Igeen godsdienstige oovoeding inhoudt,
docenten in het godsdienstonder- Dat Is een kwestie, die aan de ouders
wijs, die gisteren de vijfde stu-
diedag, georganiseerd door de I verantwoorde wijze
Raad voor zaken van kerk en de kerk-
Simonzoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief....?'
als geïnteresseerde buitenstaanders*staan we erbij als Jesu-s
die allesbeslissende vraag voorlegt aan de discipel, die Hem
verloochende. We horen het antwoord van Petrus, tot drie
maal toe, en we zijn voldaan, dat alles zo loopt.
Vergis u niet: ge zijt helemaal geen buitenstaander! Die vraag,
heel persoonlijk en heel direct, wordt ook aan u voorgelegd:
„Hebt gij Mij waarlijk lief?" En met evenveel reden, want
vergis u ook daarin niet: we zijn niets en niets beter dan
Petrus. Het verloochenen van onze liefde voor God en Zijn
dienst gaat ons misschien zelfs heel wat gemakkelijker af dan
Petrus. Ons „staan in de wereld, maar niet van de wereld" is
maar al te dikwijls een illusie.
Ware liefde het is een bijzonder schaars artikel in deze
vermaterialiseerde wereld. Tè dikwijls wordt een vlaag van
verliefdheid voor liefde aangezien of om het in de termen
van de gelijkenis te zeggen: er valt zoveel zaad op rotsachtige
bodem en tussen de doorns. Wat ware liefde eist, kunt ge
terugvinden in Jezus' opdracht tot Petrus: ..Weid mijn scha
penOok woorden om over na te denken!
OM MEER RUIMTE VOOR DE MENS
lajjpelIJk-hlstorisch
te Driebergen.
De theologische student zal na zijn
kandidaatsexamen moeten kiezen: of
leraar worden, of predikant. In het
eerste geval /.ai de cultuurgeschiede-
Naast de universitaire opleiding moet
ook plaats gemrakt worden voor een
opleiding middelbare acte, die niet van
de kerk mag uitgaan, zei ds. B. van
Gelder, Ned. Hervormd predikant te
Haarlem en leraar bij het openbaar
onderwijs aldaar.
Ook de tweede inleider op deze stu
diedag, ds. G J Graafland, Ned. Her
vormd predikant 1
wilde afstapoen v
raar-predikant
leraar te Zeist,
de combinatie le-
.in het docentschap
volledige dagtaak maken, hetgeen
later bij de discussie de instemming
kreeg van de zestig aanwezige docen
ten van verschillende kerkelijke rich
ting.
De studiedag was bedoeld om te
spreken over het leerplan van de gods
dienstige vakken bij het VHMO, maar
kreeg, gezien de problemen die daar
achter steken, een meer algemeen ka
rakter.
Het doceren van bijbelkennis bete
kent, aldus ds. van Gelder, dat de
leraar ook de boodschap van de Bijbel
moet bekendmaken, omdat die bood
schap de grote achtergrond vormt van
elk Bijbels verhaal. Maar het doceren
derricht gegeven in aard
andere religies Ds. Van Gelder vertel
de zijn collegae hoe hij zijn leerlingen
op de openbare school begrippen als zon
de, duivel, liturgie en gebed bijbrengt,
hoe hij hen kennis laat maken met be
langwekkende theologische figuren en
met hen de kerken, stromingen en sec
ten van Nedenand behandelt.
MEER OVERLEG
Ds. Graafland, leraar aan bijzondere
scholen, wilde ook de christelijke school
niet tot bijgebouw van de kerk maken,
maar achtte enige interesse voor het
godsdienstonderwijs van de zijde van de
kerk wel noodzakelijk. Hij wilde meer
overleg om te voorkomen dat (zoals hij
ondervonden had) leerlingen uit weinig
of niet kerkelijk meelevende gezinnen,
die op de godsdienstles gegrepen wor
den. en belijdenis willen doen nog eens
eerst enkele jaren op catechisatie moe
ten bij een hun vreemde predikant. De
ze leerlingen dienen door hun leraar
voorbereid te worden, vond ds. Graaf
land.
Ook ds. Graafland- drong tenslotte er
op aan het leraarschap niet langer als
nevenfunctie voor de predikant te hand
haven. maar te kiezen voor kerk of
school. Anders liidt of het een of het
ander er onder, meende hij.
Tijdens de discussie kwam onder meer
tot uiting dat de aanwezige docenten in
het algemeen voorstander bleken om ook
bii het godsdienstonderricht de gebruike-
Prof. Itterzon en mr. Hangelbroek:
(Van
verslaggevers)
„Bij het begin van de 20ste eeuw sprak men over „de eeuw van het kind.
rtaiii? i Nauwelijks op de helft van deze eeuw werd dit opschrift veranderd en
Brab i vervangen door „de eeuw der techniek". Wij mogen wel oppassen, dat het
kind als mens Gods niet in de techniek omkomt en in een wereld van stof
OPLOSSING VORIGE PUZZEL en kracht het kind van de rekening wordt".
Horizontaal: 1. oester-eed; 2. mr-eigen Deze woorden sprak prof. dr. G. P. van Itterzon in zijn openingsrede
r: 3. mg-Irak-gem: 4 een-are-ent: 5 ter 46ste algemene vergadering van de Schoolraad voor Scholen met de
-ant-slak; 6. os-spits-ar; 7. lotus-Dora; Bijbel, welke bijeenkomst gisteren in Utrecht plaats had.
___-tak-Ain.
Verticaal: 1. Ommen-olie; 2. ergens-
ode; 9. sein-aster: 4. tiran-punt: 5.
eg-artis-Aa; 6. rekest-dak; 7. engels
oma; 8. evenaar-pi; 9. Dr-mt-kraan.
Het kerkbezoek in Noorwegen wordt de
laatste tijd heel wat beter vindt bis
schip Skard van Tunsberg. Het volk
kan „niet op niets" leven, meent hij.
Ook zijn ambtgenoot, bisschop Arne
FJellbu van Nidaros. heeft optimisti
sche berichten over de kerkgang in
zijn ambtsgebied. Vooral de jong le-
i de kerk gaan verrassend veel
morgen. Dit was allerminst een opwekkende bezigheid. „Wij hebben
geen enkele behoefte aan een stemming van paniek, maar als onze wereld
nu eenmaal alleen wil rekenen met wat voor ogen is, zal zij toch de grimmige
ernst van de atoomperiode, die wij nog ternauwernood zijn ingegaan, niet uit
het oog moeten verliezen", zei prof Van Itterzon.
ontwerp Mammoetwet. Sommigen ma
ken bezwaar tegen de onderwijsvrij
heid. althans in die zin, dat elke rich
ting het onderwijs kan krijgen, dat zij
wenst. Men smaalt dan over „verzui
ling". In het verzet tegen de „verzui
ling" zag prof. Van Itterzon een sterke
tendens van intolerantie.
Nu is er in zekere zin niets nieuws.
In geen enkele periode van de wereld
geschiedenis leefde men alleen vanuit
de geschiedenis. Haast altijd was er
een wereld in wording. Desondanks zijn
de veranderingen van vandaag ingrij
pender dan
HiBovendien ont
poppen zij zie i op elk gebied.
Zich beperkende tot
land. noem-
lnterense voor het geestelijk leven to- de prof. Van Itterzon het vraagstuk vi
nen. Uit het Bergense zijn soortgelij- de onderwijsvrijheid, dat
ke rapporten ontvangen. lorde gesteld is ■a^'"
indiening van het
Het staat echter helemaal niet vaat.
dat de nazaten van hen die gestreden
hebben voor de vrijheid van onderwijs,
174
Mijnheer Carlyle zag hen allen voor de ramen van
de grote salon op de bovenverdieping staan en ging
naar binner.hij was op weg naar het stadhuis.
Een geschud van handen, gelach, hartelijke, maar
haastige goede wensen en reeds verliet hij het ver
trek weer. Barbara sloop achter hem aan naar bui-
i op i
afscheid
ijnheer Carlyle
_HB-rhouding was ongeveer
één. Toen echter verlangden de vrlen-
ten
„God zegene en behoede je, Archibald, mijn lief-
StHet werk van die dag begon. Mijnheer Carlyle
werd voorgedragen door sir John Dobede en aanbe
volen door mijnheer Herbert. Lord Mount Severn
die door niemand in ijver werd overtroffen zou
met liefde deze functies belde hebben uitgeoefend,
maar hij bezat geen invloed in deze Streek
Sir Francis Levison werd eveneens door twee aan
zienlijke heren voorgedragen Het handopstekendalB
hierop volgde, werd geacht doorp
te zijn gewonnen. De
twintig tegen één. Toen
den van de baronet stemming door het volk.
Het gedrang en geschuifel, dat nu ontstond, ver
oorzaakte een complete verwarring. Ieder repte zich
naar het verkiezingsterretn. waarvoor een daartoe
geschikt stuk grond was aangewezar. daar het stad
huis voor ern volksstemming niet voldoende ruimte
bood Kandidaten, voordragende er, aanbevelende
persoonlijkheden, aanzienliikc heren, politie-agenter
en de volksmentgte. alles drong en duwde. Mijnheer
Carlyle liep gearmd met sir John Dobede; sir John
had "zijn andere arm door die van Mount Severn ge
stoken maar het was onmogelijk een ordelijke
«toet te formeren. Op weg naar het terrein moes'
men voorbij het huis van luffrouw Carlyle De Jonge
Vane, die «teh vanzelfsprekend midden tusser
de menigte bevond keek omhoog naar de met toe
schouwers bezette vensters, nam zijn hoed af er
zwaaide er mee ..Carlyle voor eeuwig en met ere'
riep hij luid
De dames lachten en kntktan. wulfden met hur
zakdoekjes en toonden hun purper en scharlaken
kleuren De menigte nam de kreet over. totdat de
echo's van alle kanten terugsloegen „Carlyle voor
ecuwig en met eret" Er drupten tranen uit Bar-
van
door ANN LUDLOW
-_.i vrouwenschoon-
Jrake sir Francis in
„Wat scharen de vrouwen zich om hem
hceti! Ik zal je eens wat zeggen. Levison:^ jij
de regering hebben
dom aan gedaan, die
kiezing door te zetten, dat heb ik al dagen geleden
gezegd Je hebt tegen Carlyle niet meer kans dan
dat strootje daar tegen de wind. die het meevoert
Je had je op tijd moeten terugtrekken
..Als een lafaard"' beet sir Francis hem ge
ergerd toe ..Neen. ik zet door tot het einde
„Wat heeft hij een beeldschone vrouw"' hernarv
mijnheer Drake, die b wonderende blikken naar
Barbara omhoog zond Zeg. Levison. was zijn
?erste ook zo bekoorlijk?"
Sir Francis keek woedend; de toespeling beviel
hem allerminst. Maar voor er meer woorden kon
den worden gesproken, legde een man in politie-
ïniform. die zich een weg door de menigte ge
drongen had. zijn hand op de schouder van de ba-
„Slr Francis Levison u is mijn arrestant."
Op dat moment dacht sir Francis nog aan niets
•rgers dan schulden Die bezat hij intussen ruim
voldoende om hem ta de gevangenis te helpen en
hij werd dan ook purperrood van woede
Weg met die hand. stuk ongedierte! Hoe durf
Een snelle beweging, een klikkend geluid, drin
gen en duwen van de verbaasde toeschouwers en de
handboeien zaten vast Slechts zijn sprakeloze ver
wondering belette mijnheer Drake, de politieman
neer te slaan. Minstens een dozijn omstanders over
laadden' hem met scheldwoorden.
..Ik doe dit niet graag zo in het openbaar", zei
de politieman, eensdeels tot sir Francis, anderdeels
tot de heren om hen heen, „maar ik kon hem
gisteravond niet te pakken krijgen, hoe ik ook
mijn best deed En ik heb het arrestatiebevel al
sinds gistermiddag vijl uur bij mij. Sir Francis
Levison, ik arresteer u wegens moord met voorbe
dachten rade op George Hallijohn."
„De menigte diensde achteruit en stond als ver
lamd van verbijstering; het bericht vloog van het
ene eind van de menigte naar het andere, weer
terug en opnieuw de menigte in en de opwinding
steeg met het ogenblik De dames die uit de ra
men stonden te kijken bij juffrouw Carlyle, zagen
wal er gebeurde, ofschoon zij de oorzaak niet kon
den raden Sommigen van hen werden bleek bij het
zien van de handboeien, en Mary Pinner, een ze
nuwachtig schepseltje, gaf een gil.
Maar hoe weinig betekende de liefelijke bleek
heid der dames in vergelijking met de afschuwelij
ke. lijkbleke tint. die de trekken van Francis Levi
son ontsierde? Zijn verwarring was meelijwekkend
om aan tc zien. zijn gezicht trok afschuwelijk: een
of tweemaal hijgde hij naar adem alsof hij in
doodsstrijd verkeerde, plotseling viel zijn blik op
Otway Bethel, die m zijn nabijheid stond Ontdaan
van versieringen die er, als men ze op papiet
voor zich zag. misschien niet als versieringen zou
den uitzien luidde de zin, die zich onwillekeurig
naar zijn lippen drong, als volgt:
„Jij hond! Dat heb jij gedaan!"
„Neen. bijHet is nooit uitgemaakt, of bo
venvermelde mijnheer Otway Bethel op bet punt
stond bij Jupiter dan wel bij Juno te zweren,
want na deze twee woorden werd de zin bruut af
gesneden Een tweede politieman. even korte met
ten met hem makend als de eerste met sir Fran
cis. had hem reeds de handboelen omgedaan
..Mijnheer Otway Bethel, ik arfe<teer u als mede
plichtig aan de moord op George Hallijohn".
(Wordt vervolgd)
Wij zijn materialistischer geworden.
Geestelijke overwegingen spelen, ook
bij kerkelijke mensen, een geringe rol.
Wij willen de welvaartsstaat tot elke
prijs behouden, ook al zou dat mis
schien geestelijke waarden kosten.
Zonder terug te willen naar een pe
riode van pauperisme en andere
naar welvaart grote geestelijke gevaren
loopt. Als materialistische welvaart de
boventoon gaat voeren, moet men juist
letten op de stem van het evangelie.
De gedachte mag niet postvatten,
zoals wel gebeurt, dat de school
strijd een overwonnen standpunt ls.
Het zal op aarde nooit zo wezen, dat
men eens en voor goed het doel heeft
bereikt.
De mammoetwet zal zo moeten we
zen, dat het bijzonder onderwijs duide
lijk afgebakend wordt. Opdat er vol
doende controle zij voor de overheid
maar er tegelijk volkomen vrijheid blijft
voor ouders en kerk om het onderwijs
naar eigen inzichten te laten geven.
Men zal in de wordende wereld
van heden rekening moeten houden
met de mogelijkheid, dat de overheid,
die immers democratisch is samen
gesteld, van opvatting verandert.
Strijd tussen staat en kerk zal steeds
kunnen ontbranden. Immers kan de
staat, volgens Openbaring 13, een be
dreiging voor de kerk worden. Geluk
kig bevat de bijbel naast Openbaring
13 ook Romeinen 13, waarin de staal
als dienaresse Gods wordt aange
merkt. Zo hoeft niet alleen de be
dreiging erkend te worden, maar ook
de troost. Doch in ieder geval is
waakzaamheid bltjpen geboden.
Onderivijzerstekort
Mr. J. J. Hangelbroek, secretaris
van de schoolraad, heeft in de alge
mene vergadering een aantal algeme
ne belangen van het christelijk on
derwijs besproken.
Daarin betrok hij ook het onderwijzers
tekort. Er zijn momenteel nog 700 a
800 vacatures, waarin ten dele tijdelijk
Is voorzien, maar die het meest voel
baar zijn In achteraf gelegen plaatsen.
Voorlopige maatregelen, als uitstel of
verkorting van militaire diensttijd, heb
ben veinig baat gebracht. Verwacht
wordt, dat de kweekscholen dit Jaar
600 k 650 Jonge onderwijzers zullen af
leveren, hetgeen bevredigend Is.
De scholenbouw verloopt iets gunsti
ger. behalve in de sector der kleuter
scholen. Hier is een grote achterstand
Ten aanzien van het wetsontwerp tot
regeling van het voortgezet onderwijs,
waarover ook de voorzitter gesproken
had, zei mr. Hangelbroek, dat hij de
mammoetwet een uitermate kwalijk ex
periment achtte. Vooral omdat deze wet
bescherming
goed als op
handhaving van het gezag behoort
aldus hebben wij gisteren op de
ze plaats geschreven het regeer-
beleid voor de komende tijd te zijn
gericht. Wij hebben daarbij nog
eens vastgesteld, dat de periode
van, overigens veelszins noodzake
lijke en onvermijdelijke, ingrijpen
de staatsbemoeiing tot het verleden
behoort, zeker voorlopig, en dat er
nu ruimte is gekomen ter ontplooi
ing van de eigen menselijke verant
woordelijkheid.
Wij willen niet gerekend worden tot
degenen die, onder welke omstan
digheden ook, voor de staat en de
staatsapparatuur geen goed woord
over schijnen te hebben. Wie zijn
bijbel leest, weet dat de overheid
er steeds in beginsel is ons allen
ten goede. Niet in de staat schuilt
het kwaad. Integendeel, het is weer
de bijbel die ons oproept tot eer
bied jegens wie over ons zijn ge
steld en niet minder tot gebed voor
de magistraten.
Het kwaad schuilt niet in de staat,
het schuilt in een inderdaad ge
makkelijke overtrekking van de
staatsbemoeiing. En die overtrok
ken staatsbemoeiing is altijd een
aanwijzing, dat er iets is scheefge-
gaan, dat op zichzelf juiste verhou
dingen in het ongerede zijn ge-
Wanneer ergens een overtrokken
staatsbemoeiing moet worden vast
gesteld, zullen wij verstandig doen
niet slechts daarop onze kritiek te
richten en te streven naar inperking
en, zo het kan, terugdringen, maar
tevens ons te bezinnen op de oor
zaken.
De staat heeft toe te zien op scheef
gegroeide verhoudingen en heeft
daaruit zijn consequenties te trek
ken. De overheid is er ter handha
ving van het recht, maar ook ter
bescherming van het onbeschermde.
Zij ontfermt zich over het kind,
wanneer de ouders zich daarvan
hebben afgewend.
Vrijwel steeds zullen wij moeten er
kennen dat de staat zich daar nes
telt waar zich een ledig, een va
cuum, heeft geopenbaard. En waar
vele ledige plekken zijn, daar maakt
de staat zich breed. Dat zich breed
maken geeft reden tot ergernis,
maar doen we niet wijzer ons tege
lijk af te vragen hoe het zat met
dat ontstaan van die lege plekken?
Er wordt nu om meer vrijheid ge
roepen, en terecht, menen we. We
doen er graag aan mee. Er wordt
thans een kringloop doorbroken, die
inderdaad fataal dreigde te worden.
De kringloop namelijk, waarbij de
staat zich in de lege plekken genes
teld had, mét als begrijpelijk ge
volg een staatsbemoeiing die aan on
ze gemakzucht al verder tegemoet
kwam. De staat deed het wel voor
ons, zorgde voor ons, gaf ons ge
voelens van zekerheid, en het is een
verdienste op zichzelf, wanneer men
uit zulk een dommel weet te ont
waken.
De fatale kringloop wordt nn door
broken, maar laten we ons niet ver
kijken op de mate waarin dit ge
schieden kan, want anders leidt dit
tot nieuwe teleurstelling en tot nieu
we kritiek. Immers, ons samenleven
heeft een wel bij uitstek gecompli
ceerd karakter gekregen, en even
goed als bij het verkeer op straat
zijn er ook in het maatschappelijk
verkeer al te veel mogelijkheden om
onder de voet te worden gelopen.
Ook bij zijn wisselende grenzen kan
de staat bewijzen er te zijn ons
ten goede. Wij zullen zijn bemoei
ingen naar vermogen moeten inper
ken, maar verbeelden we ons niet,
dat er niet een tamelijk omvatten
de taak voor hem zou overblijven.
Temeer reden echter om na te
gaan, waar dat inperken dan
wel kan geschieden. Welnu, denken
wij dan nog even terug aan het le
dig. het vacuum, als ontstaansmo-
gelijkheid voor de staatsbemoeiin
gen, dan ls daarmee tegelijk ge
zegd, dat inperking van de staats
bemoeiing moet betekenen, dat het
meer zal gaan aankomen op ons
zelf.
Moet dat niet tevens de zin zijn van
onze vrijheidsdrang? Vrijheid op
zichzelf zegt niet zoveel. Het is al
tijd vrijheid van èn vrijheid tót. Er
moet wel eens worden gevreesd, dat
velen zo vol verlangen zijn naar
de vrijheid van, dat zij voor de
vrijheid tót minder aandacht op
brengen. En toch moet op de vrij
heid van de vrijheid tót volgen als
op de letter a de letter b.
Vrijheid van de staatsbemoeiing
blijft dan ook een tamelijk loze aan
gelegenheid, wanneer er niet ter
stond op volgt de vrijheid tot ont
plooiing van de menselijke persoon
lijkheid, met inbegrip van de men
selijke verantwoordelijkheid, en tot
het volgen van de aan de mens op
gelegde taak en roeping. En is het
goed, dan is dit volgen van taak en
roeping voor de vulling van elk le
dig, van elk vacuum, voorlopig wel
voldoende.
Wij doen goed, dit onszelf en de an
deren maar goed voor ogen te hou
den. Inperking van de staatsbe
moeiing? Voortreffelijk en goed,
maar dan ook tegelijkertijd ont
plooiing van eigen activiteit. Dan
ook tegelijkertijd een gestalte ge
ven aan wat ons aan nastrevens
waards voor ogen staat.
Nemen we de subsidiepolitiek. Ge
makkelijk laat zich betogen, dat de
verlening van subsidie in onze tijd
een, naar de schijn althans, al te
normaal verschijnsel is geworden.
De staat, zo heet het dan, betaalt
het wel. Het behoeft nog geen ramp
te zijn, wanneer de staat eens niet
meer betalen zou. Mits we ons dan
bewust zijn, dat hetzelfde geld
in elk geval een overwegend deel
ervan dan zal moeten komen uit
onze eigen zak, en nog wel spon
taan gegeven. Spontane giften zijn
nog altijd prettiger dan bijdragen
uit de belastingen, onder beding
echter dat ze er komen.
Dit voorbeeld van de subsidies is
er een uit vele; het is echter tege
lijk een voorbeeld dat eenvoudig is
en gemakkelijk tot onze verbeelding
spreekt. Datgene waarin wij in ge
breke blijven gaat de staat metter
daad „subsidiair" doen.
Wij zijn voor de nieuwe situatie
niet beducht. Wij verheugen ons in
tegendeel op haar aanbreken. Want
zij is normaler dan een van over
trokken staatsbemoeiing, hoezeer
deze laatste zich liet gewend raken.
Normaler zelfs in tweeërlei zin; in
deze zin namelijk óók, dat nu het
inzicht weer helderder kan worden
in de wetten en normen die van
scheppingswege voor de onderschei
dene aspecten en zijden van ons
mensenleven zijn gesteld. En ligt in
de ingeschapen noodzaak tot het na
leven daarvan niet de klemmendste
aandrang tot het zoeken naar even
wicht in de verhoudingen in ons le
ven, zowel bij onszelf als niet min
der in onze betrekkingen tot de me
demens?
Zeer wel mogen wij ons bewust
zijn, dal al deze overwegingen een
beslissend woord meespreken bij de
bepaling van onze politieke keuze,
bij het zoeken ook van de juiste
richting van het politiek beleid.
Politiek is niet iets wat buiten ons
diepste menszijn omgaat, het is er
integendeel wezenlijk aan verbon
den.
Vandaar en dit maakt deze be
schouwing dan weer actueel dat
wij allen bij uitstek belangstellend
mogen zijn naar de voortgang van
de kabinetsformatie. Hoe zal het
kabinetsprogram eruit tien, waar
aan de formateur met zoveel zorg
heeft gewerkt? Welke mogelijkhe
den zal het bevatten voor een poli
tiek als door ons geacht in 's lands
belang, wijl immers op het mens
zijn als hierboven geschetst inge
steld?
Het is veel dat hier op het spel
staat. Maar na het bovenstaande
moge evenzeer duidelijk zijn, dat
politiek niet maar een aangelegen
heid is van fractieleiders en van po
litici, van informateurs en forma
teurs. Staatsonthouding is alleen
mogelijk bij menselijke zclfbemoei-
ing. Wij hopen, dat in de komende
tijd van deze laatste vele bewijzen
zullen worden afgelegd.
de regeling voor het openbaar onder
wijs identificeert met de regeling van
subsidie voor het bijzonder onderwijs.
Hier is een onaanvaardbare vermenging
van zaken, die structureel niet gelijk
De heer Hangelbro. a! toe. dat
het ontwerp wel goed. jepalingen be
vat b.v. inzake de choolplanning
en het nijverheidsonderwijs maar
dat die goede bepalingen dan ook
thuis horen in een goed ontwerp en
niet in een ontwerp, dat in structuur
Aan hei slot van de vergadering;,
waarin de voorzitter ook een woord van
herdenkine sprak l.v.m. de vorig Jaar
gestorven mderwijsnestor en -organisa
tor A. de long Ezn. te Voorburg, hield
de heer J. Tlgchelaar te 's-Gravenhar*
een rede over het bijbels onderwijs op
de christelijke scholen.