CHRISTELIJK Mammoetwet bedreigt de onderwijsvrijheid LADY ISABELLA Goddelijke norm de kern van het leiderschap Leraren godsdienstonderwijs wensen speciale opleiding Een woord voor vandaag Kanttekening East Lynne Contact van Gereformeerden Heroe pingswe rk De Bond van Gereformeerden werkzaam in kerkelijke en in maatschap pelijke arbeid heeft zich tijdens de tweedaagse in Overschie gehouden con ferentie een nieuwe naam gekozen en zal nu „Contact van Gereformeerden in kerkelijke arbeid en in maatschappelijk werk" heten. NED. HERV. KERK Mr. Schaafsma is afgetreden ais voorzitter en zijn opvolger is dr. W. R. Aangenomen het beroep tot pred. in Ottow uit Ochten. Ook de dames M. van den Berg uit Norg en H. W. van jbuttengew. dienst dir. Herv. Stichting Zuylen-Lammers uit Zwolle werden tot bestuurslid gekozen. Het Contact Di^pna^^MMtschapp^iJk^ Werk). Op de laatste conferentiedag bezon nen de 48 aanwezigen zich op de ver schillende facetten van het leider schap. en wel tegenover de kerkelij-. ke. maatschappelijke en pedagogische werkelijkheid De drie aspecten wer den resp. ingeleid door dr. J. M. van Minnen, ds. R. C. Harder en de heer Jac. van der Waals. Dr. van Minnen legde er de nadruk op, dat het altijd gaat om de godde lijke norm, die moet worden inge kleed in een bepaalde, voor de pupil aannemelijke norm. Die vorm moet de leider aangeven. Ook moet hij de weg kunnen wijzen tot het persoon lijke contact met God, dat, naar echt protestantse opvatting op eigen vorm geving mag berusten. Bij dit laatste echter is samenspreking met en hulp van de ouderling nodig. Het ouder lingschap als lekenapostolaat is een ambt, dat niet altijd goed functio neert, omdat het teveel is gericht op de bewaring en niet op de vermeer- De maatschappelijke werker komt in aanraking met pelen, die het juist met meer vinden kunnen met het oude. uniforme. Daarom dient de oude uniformiteit doorbroken te worden ten gerieve van een ge- meenschap in verscheidenheid. ..Er is mild en toild maatschap pelijk werk", zei ds. Harder, „en dat ligt aan degene, die leiding geeft. Ook h\j gelooft, dat teambe spreking in de kerk tot veel goeds zou leiden. 7n feite is leiding geven A ver ten tie iRoeders te Rolde; de benoeming tot vica ris van Oosterhesselen voor het vor- uerbeterinp wan de relaties en oor- mingswerk „De Klencke," mej. E. A. Bos. ming uan de opinie. Bedankt voor Vreeswijk, H. N. van r Hensbergcn te Renkum, voor Oosterwol- .En laten we toch niet teveel lei- de- °«ld p d* Jon* t€ Kootwijkerbroek, der willen zijn," was de mening van CHRlsf. GEREF. KERKEN de heer van der Waals, „daarin ligt Bedankt -oor Doornspijk—Elburg, D een gevaar: wij dringer. dan onszelf Slagboom te s-Gravenzande. op en gaan de mens die wij willen GEREFORMEERDE GEMEENTEN helpen niet meer als volwassen enj Bedankt voor s-Gravenpolder, Chr. Rotterdam-Zuid. Chr. Geref. kerken Predikantentekort wordt ingelopen zelf-verantwoordelijk zien". Hij ge looft niet in de begeleiding op de weg, maar alleen in het voorzichtig aange ven van de richting. De mens die uit de koers geraakt is zelf weer de weg laten zoeken en bewandelen, dat is de ware christelijke hulpverlening. Een en ander leidde tot ruime be- spreking I. duiW ,.n..nr„teld. SJL.JJ. g- groepen. »el voelde men veel voor rrform„rd. Kerken Is von 1M« samenspreking met de kerk. maar gMtegcn van 52.611 tot 62.381. cciuver- nlet voor verweving van maatschap-meerdering van 9770 of 18Vi percent, pelijke en kerkelijke arbeid. Deze zo lezen we in het juist verschenen bleef men als twee objecten zien. jaarboek van deze kerki In deze zoals ieder jaar goed verzorgde uitgave van uitgeverij D. van Brummen te Dordrecht lezen voorts, dat in dezelfde periode het a tal predikanten van 76 tot 97 steeg, wijl het aantal kerken toenam van jtot 167. Hoewel de Chr. Geref. kerken nog 7C vacatures hebben, ziet het ernaar uit, dat het tekort aan predikanten lang zaam aan wordt ingelopen. Zes studen ten hopen dit jaar hun studie te voltooi en en het aantal studenten stijgt gelei delijk. Ds. J. C. Maris, aan wiens jaarover- zicht we deze gegevens ontlenen, schrijft olgens welingelichte kringen zun verdCr, dat er tussen de vrijgemaakte ongeveer zestig priesterstudenten van gereformeerden en christelijk gerefor- het r.k. seminarie in Boedapest wee- meerden een „duidelijk klimaatsverschil gestuurd, omdat zij zich niet aan de bestaat", dat „een belemmering vormt verstrekte opdrachten hebben gehouden. b;J de *e<ierxijd,e benadering" •uden hebben gehandeld uit Verzet tegen vredespriesters Zestig Hongaarse seminaristen van sehool gestuurd solidariteit met 14 studenten die eerder dit jaar het seminarie moesten verlaten omdat hun gedrag „in strijd was met het nieuwe leven van de kerk en vijandig was aan haar denkbeelden." De studenten zouden een brief hebben gezonden aan het episcopaat waarin ge protesteerd werd tegen het wegsturen van hun mede-studenten en waarin zij zich solidair met hen verklaarden. Vol gens genoemde kringen deden de auto riteiten op alle studenten een beroep de brief te verwerpen en gehoorzaam heid te beloven. Tien stemden toe. maar zestig weigerden. De moeilijkheden zouden vorig jaar zijn begonnen toen studenten weigerden bijeenkomst bij te wonen die georganiseerd was door de „vredesprieeters". Ds. G. B. Kruizinga overleden In de ouderdom van 70 jaar is te Dieren overleden ds. G B. Kruizinga, emeritus predikant der Ned. Herv. Kerk I Ds. Kruizinga werd in 1888 geboren. Hij I werd in 1916 te Akersloot in het predikambt bevestigd en diende de gemeenten van Obdam (N.H.). Engelbert iGron Nieuweschans en Twijzel. waar hij 1 mei 1954 met emeritaat ging. waar- S-ü Ds. mr. H. Seliokking nvet emeritaat Het breed moderamen van de Generale Synode der Nederlandse Hervormde Kerk heeft ds. mr. H. Schokking. predikant te IJzendoorn, uit zijn ambt aldaar ontheven en hem de rechten van emeritus-predikant gegeven. Er zijn reeds gedurende jaren moeilijkheden in de gemeente IJzendoorn. omdat predi kant en gemeente niet tot dezelfde modaliteit gerekend kunnen worden. De femeente van IJzendoorn is een Gere- ormeerde Bondsgemeente en heeft in het verleden ook altijd bondspredikanten gehad. Bij herhaling hebben kerkelijke vergaderingen zich met de moeilijkheden te IJzendoorn bezig gehouden, en heeft in het verleden ook al geleid schorsing van ambtsdragers. mr. Schokking werd in 1905 ge boren en aanvaardde in 1951 het predik ambt te IJzendoorn. zijn eerste en tot toe enige gemeente zich metterwoon Ds. Ph. J. Vreugdenhil zeventig jaar Ds Ph. J. Vreugdenhil. emerituspre dikant der Nederlandse Hervormde Kerk te Gorinchem. viert morgen zijn 70ste verjaardag. Ds. Vreugdenhil heeft ge predikt te Ottoland, Sprang. Leerdam en van 1924 tot aan zijn emeritaat in 1954 de gemeente van Gorinchem ge- Ds. Vreugdenhil was vice-president van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland, lid van het classicaal be stuur van Dordrecht, quaestor van de ring Dordrecht en van de weduwen- en wezenbeuri in dit ressort. Hij maakte ook deel uit van de studiecommissie van de Geref. Bond ter bestudering van de nieuwe kerkorde der Ned. Herv Kerk. Voorts was hij voorzitter van het Ncd Bijbelgenootschap, de Herv. Ge ref Mannenvereniging „Calvijn". de Zondagsschoolver. ..De Zaaier", cn le raar godsdienstonderwijs aan de Chr. Landbouwschool. Rekenpuzzel Schrikt niet puzzelvrienden, deze puz zel heeft niets met algebra te maken. al lijkt het er op het eerste gezicht misschien wel een beetje op. De opga ve ziet er moeilijker uit. dan ze is. (a-lidwoord) - <b-voedsel om te lok ken' (c-wandel<fTeefi id-onbep. voornaamw.- te-stengel) (f-bontjas) (g-voorzetsel. is X. a. ia onbeschaafde, barbaar; b. is uit roep; c. is stad.in Italië; d. Is stad in België, c. is slot; f. is stad g. is overal; X. Studiedag Raad voor Kerk en School Meer interesse van de Kerk gevraagd (Van een onzer verslaggevers) altijd een kwestie van beleren en niet bekeen. ,Jk heb niet het recht in de klas met mijn principes aan te komen dragen." aldus de Haarlemse predikant Bij het openbaar onderwijs bestaat steeds een huivering tegen de predi kant om diens apostolaat. Maar, zo meende de predikant, de (predikant) leraar heef geen leeropdracht van de kerk, maar van de staat en kan, zodra hij de drempel van de openbare school TT ET wordt hoog tijd dat er een7 AA meer speciale opleidings-1 geen /«taaltje van de kerk wezen. mogelijkheid wordt geschapen v.„ Gtldtr ,Un VOOr leraren in het vak gods-1 uiteenzetting dat het geven van „cul- dienstonderwijs aan het VHMO. tuurgeeohledenia van het christendom" Jen bijbelkennis op de openbare school Dat is de mening van een aantal Igeen godsdienstige oovoeding inhoudt, docenten in het godsdienstonder- Dat Is een kwestie, die aan de ouders wijs, die gisteren de vijfde stu- diedag, georganiseerd door de I verantwoorde wijze Raad voor zaken van kerk en de kerk- Simonzoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief....?' als geïnteresseerde buitenstaanders*staan we erbij als Jesu-s die allesbeslissende vraag voorlegt aan de discipel, die Hem verloochende. We horen het antwoord van Petrus, tot drie maal toe, en we zijn voldaan, dat alles zo loopt. Vergis u niet: ge zijt helemaal geen buitenstaander! Die vraag, heel persoonlijk en heel direct, wordt ook aan u voorgelegd: „Hebt gij Mij waarlijk lief?" En met evenveel reden, want vergis u ook daarin niet: we zijn niets en niets beter dan Petrus. Het verloochenen van onze liefde voor God en Zijn dienst gaat ons misschien zelfs heel wat gemakkelijker af dan Petrus. Ons „staan in de wereld, maar niet van de wereld" is maar al te dikwijls een illusie. Ware liefde het is een bijzonder schaars artikel in deze vermaterialiseerde wereld. Tè dikwijls wordt een vlaag van verliefdheid voor liefde aangezien of om het in de termen van de gelijkenis te zeggen: er valt zoveel zaad op rotsachtige bodem en tussen de doorns. Wat ware liefde eist, kunt ge terugvinden in Jezus' opdracht tot Petrus: ..Weid mijn scha penOok woorden om over na te denken! OM MEER RUIMTE VOOR DE MENS lajjpelIJk-hlstorisch te Driebergen. De theologische student zal na zijn kandidaatsexamen moeten kiezen: of leraar worden, of predikant. In het eerste geval /.ai de cultuurgeschiede- Naast de universitaire opleiding moet ook plaats gemrakt worden voor een opleiding middelbare acte, die niet van de kerk mag uitgaan, zei ds. B. van Gelder, Ned. Hervormd predikant te Haarlem en leraar bij het openbaar onderwijs aldaar. Ook de tweede inleider op deze stu diedag, ds. G J Graafland, Ned. Her vormd predikant 1 wilde afstapoen v raar-predikant leraar te Zeist, de combinatie le- .in het docentschap volledige dagtaak maken, hetgeen later bij de discussie de instemming kreeg van de zestig aanwezige docen ten van verschillende kerkelijke rich ting. De studiedag was bedoeld om te spreken over het leerplan van de gods dienstige vakken bij het VHMO, maar kreeg, gezien de problemen die daar achter steken, een meer algemeen ka rakter. Het doceren van bijbelkennis bete kent, aldus ds. van Gelder, dat de leraar ook de boodschap van de Bijbel moet bekendmaken, omdat die bood schap de grote achtergrond vormt van elk Bijbels verhaal. Maar het doceren derricht gegeven in aard andere religies Ds. Van Gelder vertel de zijn collegae hoe hij zijn leerlingen op de openbare school begrippen als zon de, duivel, liturgie en gebed bijbrengt, hoe hij hen kennis laat maken met be langwekkende theologische figuren en met hen de kerken, stromingen en sec ten van Nedenand behandelt. MEER OVERLEG Ds. Graafland, leraar aan bijzondere scholen, wilde ook de christelijke school niet tot bijgebouw van de kerk maken, maar achtte enige interesse voor het godsdienstonderwijs van de zijde van de kerk wel noodzakelijk. Hij wilde meer overleg om te voorkomen dat (zoals hij ondervonden had) leerlingen uit weinig of niet kerkelijk meelevende gezinnen, die op de godsdienstles gegrepen wor den. en belijdenis willen doen nog eens eerst enkele jaren op catechisatie moe ten bij een hun vreemde predikant. De ze leerlingen dienen door hun leraar voorbereid te worden, vond ds. Graaf land. Ook ds. Graafland- drong tenslotte er op aan het leraarschap niet langer als nevenfunctie voor de predikant te hand haven. maar te kiezen voor kerk of school. Anders liidt of het een of het ander er onder, meende hij. Tijdens de discussie kwam onder meer tot uiting dat de aanwezige docenten in het algemeen voorstander bleken om ook bii het godsdienstonderricht de gebruike- Prof. Itterzon en mr. Hangelbroek: (Van verslaggevers) „Bij het begin van de 20ste eeuw sprak men over „de eeuw van het kind. rtaiii? i Nauwelijks op de helft van deze eeuw werd dit opschrift veranderd en Brab i vervangen door „de eeuw der techniek". Wij mogen wel oppassen, dat het kind als mens Gods niet in de techniek omkomt en in een wereld van stof OPLOSSING VORIGE PUZZEL en kracht het kind van de rekening wordt". Horizontaal: 1. oester-eed; 2. mr-eigen Deze woorden sprak prof. dr. G. P. van Itterzon in zijn openingsrede r: 3. mg-Irak-gem: 4 een-are-ent: 5 ter 46ste algemene vergadering van de Schoolraad voor Scholen met de -ant-slak; 6. os-spits-ar; 7. lotus-Dora; Bijbel, welke bijeenkomst gisteren in Utrecht plaats had. ___-tak-Ain. Verticaal: 1. Ommen-olie; 2. ergens- ode; 9. sein-aster: 4. tiran-punt: 5. eg-artis-Aa; 6. rekest-dak; 7. engels oma; 8. evenaar-pi; 9. Dr-mt-kraan. Het kerkbezoek in Noorwegen wordt de laatste tijd heel wat beter vindt bis schip Skard van Tunsberg. Het volk kan „niet op niets" leven, meent hij. Ook zijn ambtgenoot, bisschop Arne FJellbu van Nidaros. heeft optimisti sche berichten over de kerkgang in zijn ambtsgebied. Vooral de jong le- i de kerk gaan verrassend veel morgen. Dit was allerminst een opwekkende bezigheid. „Wij hebben geen enkele behoefte aan een stemming van paniek, maar als onze wereld nu eenmaal alleen wil rekenen met wat voor ogen is, zal zij toch de grimmige ernst van de atoomperiode, die wij nog ternauwernood zijn ingegaan, niet uit het oog moeten verliezen", zei prof Van Itterzon. ontwerp Mammoetwet. Sommigen ma ken bezwaar tegen de onderwijsvrij heid. althans in die zin, dat elke rich ting het onderwijs kan krijgen, dat zij wenst. Men smaalt dan over „verzui ling". In het verzet tegen de „verzui ling" zag prof. Van Itterzon een sterke tendens van intolerantie. Nu is er in zekere zin niets nieuws. In geen enkele periode van de wereld geschiedenis leefde men alleen vanuit de geschiedenis. Haast altijd was er een wereld in wording. Desondanks zijn de veranderingen van vandaag ingrij pender dan HiBovendien ont poppen zij zie i op elk gebied. Zich beperkende tot land. noem- lnterense voor het geestelijk leven to- de prof. Van Itterzon het vraagstuk vi nen. Uit het Bergense zijn soortgelij- de onderwijsvrijheid, dat ke rapporten ontvangen. lorde gesteld is ■a^'" indiening van het Het staat echter helemaal niet vaat. dat de nazaten van hen die gestreden hebben voor de vrijheid van onderwijs, 174 Mijnheer Carlyle zag hen allen voor de ramen van de grote salon op de bovenverdieping staan en ging naar binner.hij was op weg naar het stadhuis. Een geschud van handen, gelach, hartelijke, maar haastige goede wensen en reeds verliet hij het ver trek weer. Barbara sloop achter hem aan naar bui- i op i afscheid ijnheer Carlyle _HB-rhouding was ongeveer één. Toen echter verlangden de vrlen- ten „God zegene en behoede je, Archibald, mijn lief- StHet werk van die dag begon. Mijnheer Carlyle werd voorgedragen door sir John Dobede en aanbe volen door mijnheer Herbert. Lord Mount Severn die door niemand in ijver werd overtroffen zou met liefde deze functies belde hebben uitgeoefend, maar hij bezat geen invloed in deze Streek Sir Francis Levison werd eveneens door twee aan zienlijke heren voorgedragen Het handopstekendalB hierop volgde, werd geacht doorp te zijn gewonnen. De twintig tegen één. Toen den van de baronet stemming door het volk. Het gedrang en geschuifel, dat nu ontstond, ver oorzaakte een complete verwarring. Ieder repte zich naar het verkiezingsterretn. waarvoor een daartoe geschikt stuk grond was aangewezar. daar het stad huis voor ern volksstemming niet voldoende ruimte bood Kandidaten, voordragende er, aanbevelende persoonlijkheden, aanzienliikc heren, politie-agenter en de volksmentgte. alles drong en duwde. Mijnheer Carlyle liep gearmd met sir John Dobede; sir John had "zijn andere arm door die van Mount Severn ge stoken maar het was onmogelijk een ordelijke «toet te formeren. Op weg naar het terrein moes' men voorbij het huis van luffrouw Carlyle De Jonge Vane, die «teh vanzelfsprekend midden tusser de menigte bevond keek omhoog naar de met toe schouwers bezette vensters, nam zijn hoed af er zwaaide er mee ..Carlyle voor eeuwig en met ere' riep hij luid De dames lachten en kntktan. wulfden met hur zakdoekjes en toonden hun purper en scharlaken kleuren De menigte nam de kreet over. totdat de echo's van alle kanten terugsloegen „Carlyle voor ecuwig en met eret" Er drupten tranen uit Bar- van door ANN LUDLOW -_.i vrouwenschoon- Jrake sir Francis in „Wat scharen de vrouwen zich om hem hceti! Ik zal je eens wat zeggen. Levison:^ jij de regering hebben dom aan gedaan, die kiezing door te zetten, dat heb ik al dagen geleden gezegd Je hebt tegen Carlyle niet meer kans dan dat strootje daar tegen de wind. die het meevoert Je had je op tijd moeten terugtrekken ..Als een lafaard"' beet sir Francis hem ge ergerd toe ..Neen. ik zet door tot het einde „Wat heeft hij een beeldschone vrouw"' hernarv mijnheer Drake, die b wonderende blikken naar Barbara omhoog zond Zeg. Levison. was zijn ?erste ook zo bekoorlijk?" Sir Francis keek woedend; de toespeling beviel hem allerminst. Maar voor er meer woorden kon den worden gesproken, legde een man in politie- ïniform. die zich een weg door de menigte ge drongen had. zijn hand op de schouder van de ba- „Slr Francis Levison u is mijn arrestant." Op dat moment dacht sir Francis nog aan niets •rgers dan schulden Die bezat hij intussen ruim voldoende om hem ta de gevangenis te helpen en hij werd dan ook purperrood van woede Weg met die hand. stuk ongedierte! Hoe durf Een snelle beweging, een klikkend geluid, drin gen en duwen van de verbaasde toeschouwers en de handboeien zaten vast Slechts zijn sprakeloze ver wondering belette mijnheer Drake, de politieman neer te slaan. Minstens een dozijn omstanders over laadden' hem met scheldwoorden. ..Ik doe dit niet graag zo in het openbaar", zei de politieman, eensdeels tot sir Francis, anderdeels tot de heren om hen heen, „maar ik kon hem gisteravond niet te pakken krijgen, hoe ik ook mijn best deed En ik heb het arrestatiebevel al sinds gistermiddag vijl uur bij mij. Sir Francis Levison, ik arresteer u wegens moord met voorbe dachten rade op George Hallijohn." „De menigte diensde achteruit en stond als ver lamd van verbijstering; het bericht vloog van het ene eind van de menigte naar het andere, weer terug en opnieuw de menigte in en de opwinding steeg met het ogenblik De dames die uit de ra men stonden te kijken bij juffrouw Carlyle, zagen wal er gebeurde, ofschoon zij de oorzaak niet kon den raden Sommigen van hen werden bleek bij het zien van de handboeien, en Mary Pinner, een ze nuwachtig schepseltje, gaf een gil. Maar hoe weinig betekende de liefelijke bleek heid der dames in vergelijking met de afschuwelij ke. lijkbleke tint. die de trekken van Francis Levi son ontsierde? Zijn verwarring was meelijwekkend om aan tc zien. zijn gezicht trok afschuwelijk: een of tweemaal hijgde hij naar adem alsof hij in doodsstrijd verkeerde, plotseling viel zijn blik op Otway Bethel, die m zijn nabijheid stond Ontdaan van versieringen die er, als men ze op papiet voor zich zag. misschien niet als versieringen zou den uitzien luidde de zin, die zich onwillekeurig naar zijn lippen drong, als volgt: „Jij hond! Dat heb jij gedaan!" „Neen. bijHet is nooit uitgemaakt, of bo venvermelde mijnheer Otway Bethel op bet punt stond bij Jupiter dan wel bij Juno te zweren, want na deze twee woorden werd de zin bruut af gesneden Een tweede politieman. even korte met ten met hem makend als de eerste met sir Fran cis. had hem reeds de handboelen omgedaan ..Mijnheer Otway Bethel, ik arfe<teer u als mede plichtig aan de moord op George Hallijohn". (Wordt vervolgd) Wij zijn materialistischer geworden. Geestelijke overwegingen spelen, ook bij kerkelijke mensen, een geringe rol. Wij willen de welvaartsstaat tot elke prijs behouden, ook al zou dat mis schien geestelijke waarden kosten. Zonder terug te willen naar een pe riode van pauperisme en andere naar welvaart grote geestelijke gevaren loopt. Als materialistische welvaart de boventoon gaat voeren, moet men juist letten op de stem van het evangelie. De gedachte mag niet postvatten, zoals wel gebeurt, dat de school strijd een overwonnen standpunt ls. Het zal op aarde nooit zo wezen, dat men eens en voor goed het doel heeft bereikt. De mammoetwet zal zo moeten we zen, dat het bijzonder onderwijs duide lijk afgebakend wordt. Opdat er vol doende controle zij voor de overheid maar er tegelijk volkomen vrijheid blijft voor ouders en kerk om het onderwijs naar eigen inzichten te laten geven. Men zal in de wordende wereld van heden rekening moeten houden met de mogelijkheid, dat de overheid, die immers democratisch is samen gesteld, van opvatting verandert. Strijd tussen staat en kerk zal steeds kunnen ontbranden. Immers kan de staat, volgens Openbaring 13, een be dreiging voor de kerk worden. Geluk kig bevat de bijbel naast Openbaring 13 ook Romeinen 13, waarin de staal als dienaresse Gods wordt aange merkt. Zo hoeft niet alleen de be dreiging erkend te worden, maar ook de troost. Doch in ieder geval is waakzaamheid bltjpen geboden. Onderivijzerstekort Mr. J. J. Hangelbroek, secretaris van de schoolraad, heeft in de alge mene vergadering een aantal algeme ne belangen van het christelijk on derwijs besproken. Daarin betrok hij ook het onderwijzers tekort. Er zijn momenteel nog 700 a 800 vacatures, waarin ten dele tijdelijk Is voorzien, maar die het meest voel baar zijn In achteraf gelegen plaatsen. Voorlopige maatregelen, als uitstel of verkorting van militaire diensttijd, heb ben veinig baat gebracht. Verwacht wordt, dat de kweekscholen dit Jaar 600 k 650 Jonge onderwijzers zullen af leveren, hetgeen bevredigend Is. De scholenbouw verloopt iets gunsti ger. behalve in de sector der kleuter scholen. Hier is een grote achterstand Ten aanzien van het wetsontwerp tot regeling van het voortgezet onderwijs, waarover ook de voorzitter gesproken had, zei mr. Hangelbroek, dat hij de mammoetwet een uitermate kwalijk ex periment achtte. Vooral omdat deze wet bescherming goed als op handhaving van het gezag behoort aldus hebben wij gisteren op de ze plaats geschreven het regeer- beleid voor de komende tijd te zijn gericht. Wij hebben daarbij nog eens vastgesteld, dat de periode van, overigens veelszins noodzake lijke en onvermijdelijke, ingrijpen de staatsbemoeiing tot het verleden behoort, zeker voorlopig, en dat er nu ruimte is gekomen ter ontplooi ing van de eigen menselijke verant woordelijkheid. Wij willen niet gerekend worden tot degenen die, onder welke omstan digheden ook, voor de staat en de staatsapparatuur geen goed woord over schijnen te hebben. Wie zijn bijbel leest, weet dat de overheid er steeds in beginsel is ons allen ten goede. Niet in de staat schuilt het kwaad. Integendeel, het is weer de bijbel die ons oproept tot eer bied jegens wie over ons zijn ge steld en niet minder tot gebed voor de magistraten. Het kwaad schuilt niet in de staat, het schuilt in een inderdaad ge makkelijke overtrekking van de staatsbemoeiing. En die overtrok ken staatsbemoeiing is altijd een aanwijzing, dat er iets is scheefge- gaan, dat op zichzelf juiste verhou dingen in het ongerede zijn ge- Wanneer ergens een overtrokken staatsbemoeiing moet worden vast gesteld, zullen wij verstandig doen niet slechts daarop onze kritiek te richten en te streven naar inperking en, zo het kan, terugdringen, maar tevens ons te bezinnen op de oor zaken. De staat heeft toe te zien op scheef gegroeide verhoudingen en heeft daaruit zijn consequenties te trek ken. De overheid is er ter handha ving van het recht, maar ook ter bescherming van het onbeschermde. Zij ontfermt zich over het kind, wanneer de ouders zich daarvan hebben afgewend. Vrijwel steeds zullen wij moeten er kennen dat de staat zich daar nes telt waar zich een ledig, een va cuum, heeft geopenbaard. En waar vele ledige plekken zijn, daar maakt de staat zich breed. Dat zich breed maken geeft reden tot ergernis, maar doen we niet wijzer ons tege lijk af te vragen hoe het zat met dat ontstaan van die lege plekken? Er wordt nu om meer vrijheid ge roepen, en terecht, menen we. We doen er graag aan mee. Er wordt thans een kringloop doorbroken, die inderdaad fataal dreigde te worden. De kringloop namelijk, waarbij de staat zich in de lege plekken genes teld had, mét als begrijpelijk ge volg een staatsbemoeiing die aan on ze gemakzucht al verder tegemoet kwam. De staat deed het wel voor ons, zorgde voor ons, gaf ons ge voelens van zekerheid, en het is een verdienste op zichzelf, wanneer men uit zulk een dommel weet te ont waken. De fatale kringloop wordt nn door broken, maar laten we ons niet ver kijken op de mate waarin dit ge schieden kan, want anders leidt dit tot nieuwe teleurstelling en tot nieu we kritiek. Immers, ons samenleven heeft een wel bij uitstek gecompli ceerd karakter gekregen, en even goed als bij het verkeer op straat zijn er ook in het maatschappelijk verkeer al te veel mogelijkheden om onder de voet te worden gelopen. Ook bij zijn wisselende grenzen kan de staat bewijzen er te zijn ons ten goede. Wij zullen zijn bemoei ingen naar vermogen moeten inper ken, maar verbeelden we ons niet, dat er niet een tamelijk omvatten de taak voor hem zou overblijven. Temeer reden echter om na te gaan, waar dat inperken dan wel kan geschieden. Welnu, denken wij dan nog even terug aan het le dig. het vacuum, als ontstaansmo- gelijkheid voor de staatsbemoeiin gen, dan ls daarmee tegelijk ge zegd, dat inperking van de staats bemoeiing moet betekenen, dat het meer zal gaan aankomen op ons zelf. Moet dat niet tevens de zin zijn van onze vrijheidsdrang? Vrijheid op zichzelf zegt niet zoveel. Het is al tijd vrijheid van èn vrijheid tót. Er moet wel eens worden gevreesd, dat velen zo vol verlangen zijn naar de vrijheid van, dat zij voor de vrijheid tót minder aandacht op brengen. En toch moet op de vrij heid van de vrijheid tót volgen als op de letter a de letter b. Vrijheid van de staatsbemoeiing blijft dan ook een tamelijk loze aan gelegenheid, wanneer er niet ter stond op volgt de vrijheid tot ont plooiing van de menselijke persoon lijkheid, met inbegrip van de men selijke verantwoordelijkheid, en tot het volgen van de aan de mens op gelegde taak en roeping. En is het goed, dan is dit volgen van taak en roeping voor de vulling van elk le dig, van elk vacuum, voorlopig wel voldoende. Wij doen goed, dit onszelf en de an deren maar goed voor ogen te hou den. Inperking van de staatsbe moeiing? Voortreffelijk en goed, maar dan ook tegelijkertijd ont plooiing van eigen activiteit. Dan ook tegelijkertijd een gestalte ge ven aan wat ons aan nastrevens waards voor ogen staat. Nemen we de subsidiepolitiek. Ge makkelijk laat zich betogen, dat de verlening van subsidie in onze tijd een, naar de schijn althans, al te normaal verschijnsel is geworden. De staat, zo heet het dan, betaalt het wel. Het behoeft nog geen ramp te zijn, wanneer de staat eens niet meer betalen zou. Mits we ons dan bewust zijn, dat hetzelfde geld in elk geval een overwegend deel ervan dan zal moeten komen uit onze eigen zak, en nog wel spon taan gegeven. Spontane giften zijn nog altijd prettiger dan bijdragen uit de belastingen, onder beding echter dat ze er komen. Dit voorbeeld van de subsidies is er een uit vele; het is echter tege lijk een voorbeeld dat eenvoudig is en gemakkelijk tot onze verbeelding spreekt. Datgene waarin wij in ge breke blijven gaat de staat metter daad „subsidiair" doen. Wij zijn voor de nieuwe situatie niet beducht. Wij verheugen ons in tegendeel op haar aanbreken. Want zij is normaler dan een van over trokken staatsbemoeiing, hoezeer deze laatste zich liet gewend raken. Normaler zelfs in tweeërlei zin; in deze zin namelijk óók, dat nu het inzicht weer helderder kan worden in de wetten en normen die van scheppingswege voor de onderschei dene aspecten en zijden van ons mensenleven zijn gesteld. En ligt in de ingeschapen noodzaak tot het na leven daarvan niet de klemmendste aandrang tot het zoeken naar even wicht in de verhoudingen in ons le ven, zowel bij onszelf als niet min der in onze betrekkingen tot de me demens? Zeer wel mogen wij ons bewust zijn, dal al deze overwegingen een beslissend woord meespreken bij de bepaling van onze politieke keuze, bij het zoeken ook van de juiste richting van het politiek beleid. Politiek is niet iets wat buiten ons diepste menszijn omgaat, het is er integendeel wezenlijk aan verbon den. Vandaar en dit maakt deze be schouwing dan weer actueel dat wij allen bij uitstek belangstellend mogen zijn naar de voortgang van de kabinetsformatie. Hoe zal het kabinetsprogram eruit tien, waar aan de formateur met zoveel zorg heeft gewerkt? Welke mogelijkhe den zal het bevatten voor een poli tiek als door ons geacht in 's lands belang, wijl immers op het mens zijn als hierboven geschetst inge steld? Het is veel dat hier op het spel staat. Maar na het bovenstaande moge evenzeer duidelijk zijn, dat politiek niet maar een aangelegen heid is van fractieleiders en van po litici, van informateurs en forma teurs. Staatsonthouding is alleen mogelijk bij menselijke zclfbemoei- ing. Wij hopen, dat in de komende tijd van deze laatste vele bewijzen zullen worden afgelegd. de regeling voor het openbaar onder wijs identificeert met de regeling van subsidie voor het bijzonder onderwijs. Hier is een onaanvaardbare vermenging van zaken, die structureel niet gelijk De heer Hangelbro. a! toe. dat het ontwerp wel goed. jepalingen be vat b.v. inzake de choolplanning en het nijverheidsonderwijs maar dat die goede bepalingen dan ook thuis horen in een goed ontwerp en niet in een ontwerp, dat in structuur Aan hei slot van de vergadering;, waarin de voorzitter ook een woord van herdenkine sprak l.v.m. de vorig Jaar gestorven mderwijsnestor en -organisa tor A. de long Ezn. te Voorburg, hield de heer J. Tlgchelaar te 's-Gravenhar* een rede over het bijbels onderwijs op de christelijke scholen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 2