ACHT SCHILDERS Jukft) ^Aju >eves2 HET DEGEL HANDBOEKEN MUZIEK VAN VIVALDI EN BACH uit Zuid-Afrika Nacht ZONDAGSBLAD ZATERDAG 7 MAART 1959 SCHIJNWERPER OP: POI iKSTER UIT HONGARIJE IN 1920 kwim een Hongaars gezin naar Nederland: man, vrouw en dochter. Het waren geen vluchtelingen, die asyl vroegen in ons land. Man en vrouw waren beiden wetenschaps- eerst uit mensen, die in ons land een breed werkterrein zouden vinden. De man, Géza Révèsz, was van 1918 af hoogleraar in de psychologie aan de Universiteit van Boedapest en zijn vrouw had reeds haar doctorsbul gehaald in dè kunstgeschiedenis: dr. Magda Révèsz-Alexander. Van onze kunstredacteur beslotenheid die niet die van eet. kluizenaar is. maar die geheel 01 haar \yerk is ingesteld, haar werh met een eigen expositie als vrouw, als moeder en ah potlerie. En daarna zijn kunstenares. Zo heeft haar lever directeur Het vijfjarige dochtertje Judith wist tjen nog van niets. Ze vond het hoogstens interessant eens in een ander land te wonen. Dat Nederland haar tweede vader land zou worden besefte ze toen ook nog niet. Ze moest gewoon met vader en moeder mee en kwam in een huis in Amster dam terecht, waar het gezin tot de dood van vader in 1955 altijd is blijven wonen. In 1923 werd Géza Révèsz privaatdocent en in 1932 hoogleraar in de psychologie aan de Gem. Universiteit van Amsterdam. In Amsterdam bezocht Judith het gymnasium en later de werk kunstnijverheidsschool. Het leer- In 193S kwi vak van haar vader had niet Révèss ln Ar haar grootste interesse en kunstgeschiedenis van haar moe der vond ze wel interessant maar niet om er zelf helemaal in op te gaan Judith wilde zelf wer ken. zelf scheppen. Het boetseren lag haar veel meer. Niet de the orie dus maar de praktijk trok haar aan. Wellicht voelde ze wel heel wat waarheid schuilen in de woorden die Goethe in zijn ..Faust" Mephisto in de mond geeft: ..Grau, teurer Freund. ist alle Theorie. Und grün des Le- bens goldner Baum". Echtgenote, moeder en kunstenares Delft. Dat behoefde ook niet haar man zal niets nalaten haar stimuleren in haar kunstzinnig haar eigen beslotenheid. Naar Boedapest DE opleiding in Amsterdam beëindigde ze geheel en toen kwam er de vraag naar de eigen lijke richting. Die richting werd bepaald door haar plastisch, beeldend vermogen, door haar meer dan normale artistieke aan leg. Judith ging terug naar Boe dapest om er gedurende drie ja ren op de academie te werken bij de befaamde Hongaarse beeldhouwer Vedres. En om er z.ich nog beter te bekwamen in het vervaardigen van ceramiek. Ze heeft daar in Boedepest een grondige opleiding gehad en toen ze najaar 1937 in Nederland te rugkeerde als 22-jarig meisje ze was inmiddels Nederlandse, want prof. Révèsz was in 1932 ge naturaliseerd hsd ze ma doel voor ogen: zich uitle- de ceramiek. Haar boetseertalent kwam haar daarbij nog wel goed van pas. want ze ging ook figuren in ce ramiek maken. En in het begin voelde ze zich sterk aangetrok ken tot religieuze plastiekjes. Maar al apoedig liet ze dit werk, dat al gauw een wat zoetelijk ka rakter krijgt, los om zich meer toe te leggen op het schone vulling gekregen, di- het overbodig maakt naar aflei haar werk een ten- ding te zoeken Wie in haar flat rondloopt zie. een huis vol van de schoonst produkten. ook toegepast zoals expo- b v. een klok aan het plafond, g. heeft heel gemaakt naar de dierenriem aan- tekens. Voor een nieuw te bou wen landhuis aan het Gardameei maakt Judith Laqueur-Révèsz thans een hele fries uit cera miek. Haar grootste vreugde za. zijn eens aan een groot of be langrijk architectonisch project te mogen meewerken. Architecten van kerken en scholen wijzen we er daarom op. dat de ceramiek zulk een prachtige toegepaste kunstvorm kan zijn,_ b.v. in de vorm van een wandversiering, een klok, een doopvont, etc. De kunst van Judith Laqueur- Révèsz is van een grote bescha- schappen, doch trekt zich met de ving. In de vormgeving zoekt ze blijdschap van haar kunst terug steeds naar een wisselend aspect, zonder zich ooit tot een banale toonstelling geopend ln Kunsthan del Van Mcurs, Keizersgracht 578. Amsterdam. Ook in het Cen traal Museum te Utrecht exno- secrde ze en dit museum ook enkele werken van hai Naar Den Haag IVOG niet zo erg lang geleden heeft de familie Laqueur zich in Den Haag gevestigd. Judith Laqueur-Révèsz, die inmiddels moeder is van een 13-jarige zoon en een 12-jarige dochter, heeft in de eigen flat een prachtig atelier de Eers!e met twee ovens. In dat atelier l!?.'. R„»n'S'">PP«»len'»br.ek ,n kan m,„ haal. vecl vtode„, Ze werkt heel ijverig, doet Het maandblad van de Ned. Organisten-Vereniging „Het Or gel" (adm. W. P. Verheul, Soe- tendaalseweg 39 b, Rotterdam) heeft in het februari-nummer een heel interessant artikel van Harry Mayer over de 17e eeuwse Portugese organist-componist- pater Manoel Rodrigues Coelho. iviens „Flores de musica para o instrumento de tecla e harpa" het eerste boek met instrumen tale muziek was, dat in Portugal werd gedrukt. Coelho was verbonden aan de Portugese hofkapel. Harry Mayer wijst er nadrukkelijk op, dat zijn muziek niet onder de Spaanse mu ziek gerekend mag worden, maar de lyrisch-bewogen ondertoon van alle Portugese muziek heeft, welke haar onderscheidt van de uitbun diger en meer fantastische Spaan se muziek. In hetzelfde nummer vervolgt George Stam zijn serie ..Orgel Pracicum", begint dr. J. W- Doeve een reeks over „Italiaan se orgels in Ticino'', schrijft W. P. Verheul over de 80-jarige Leidse organist-componist Leo Mens, heeft Cor Edskes zijn 6e artikel over „Bijdragen tot dè geschiedenis van het orgelmaken'' (met vier prach tige foto's) en analyseert Harry Mayer de koraalmotetten Oth- Judith Laqueur-Révèsz plaatst jui een van haar fraai-gevormde vazt in de grote oven op haar atelit Achter haar klei verlagen. Het verrassend zo vindingrijk zij in dit opzicht is. En in de glazuren weet ze veelal een wonderlijke kleurwereld op te roepen, soms glanzend, soms dof. maar steeds afgestemd op een hoog artistiek niveau. Bazaargoed is er niet bij. Judith Laqueur-Révèsz. telg uit een oud Hongaars geslacht, ver dient zeker een eervolle plaats on der de Nederlandse ceramisten en uit de beslotenheid van haar ate lier hebben we haar even onder het licht van de schijnwerper ge- .1,1. Alleen goede kunsten.,,, „k°rte be- Moderne Nederlandse verhalen In hel Haags Gemeentemuseum C. J. Kelk heeft in een Pris- na-boek van uitgeverij Hel Spectrum te Utrecht een Nieuwe verhalen van Belcampo VOOR de tweede maal is er een grote tentoon stelling van werken van schilders uit Zuid-Afrika in ons land. De eerste was in 1948 in Amsterdam, de tweede maakte een rondreis r den: Groningen, Arnhem, Utrecht en Den Haag. In het Haagse Gemeentemuseum is de expositie thans te zien tot 31 maart. Het is een tentoonstelling, waar acht schilders vertegenwoordigd zijn, de acht grootste schilders uit dat werelddeel. Eén daarvan,. Jonge kunst zonder schokkende belevenissen vier ste- 2/én HIEROP WERD GEWACHT voor zangkoren en koordirigenten ALLE zangkoren en koordirigenten zitten elk jaar probleem: wat gaan we uitvoeren. „Die Jahreszeiten", „Die humor 7ün bakken van geglazuurde gchöpfung", „The Messiah", „Elias" het zijn alle overbekende ,t„rlr n -t Sok*«Voelleidde haar atceda w*rken- mo°'- maar biJna doodgezongen. Men zoekt ijverig in bonds- m/er n«r een kleur puurheid, archieven of muziekbibliotheken, maar komt toch maar weer op De V6ertien niet toegepast kan worden op de van ouds bekende werken terug. Eigenlijk alleen maar omdat Men kan de verhalen van Bel campo steeds weer herlezen. Ze vervelen niet. Belcampo verstaat de kunst zijn lezers in zijn .soms wijze, soms bizarre, soms haast hallucinaire schrijversverbeeldin gen volledig mee te nemen. Men ontkomt niet aan die ontvoering, hoe men ook geestelijk tegenover de verhalen In de nieuwe bundel verhalen '.Tussen hemel en afgrond" (Uit- gev. Mij. Kosmos, Amsterdam) on dergaat men dit opnieuw. Deze schrijver beschikt over een zeer 'e®r met het grote fantasie en een weldadige stijl is klaar en gezwollen of wankel. Hier zijn ondergebracht schrijvers Bertus Aafjes „De familie"). A. Alberts (met „De onbekende maarschalk"), An na Blaman (met „Hotel Bon- heur"). R. Blijstra imet „De Jacob Hendrik Pierneef, is in 1957 overleden, slangengodin"), Godfried Bomans (met „Het duel"), F. Bordewijk .Xandra en de pendule"). Antoon Coolen kende meisje" „De danseres den Doolaard Belcampo itut. ,chtm,r Hattum (m W. Hofstra de schelp' .Het onbe- Maurits Dekker iets meer gebeu- a Dermoüt (met in koper"), A. ;t „De schapen"). Fabricius (met „In de rwoud"), Jac. De auteur"), .Uthopeos Jef Last (met ..De zingende dwaas"). Adriaan Morriën (met „De kinderen van Assepoester,"). Harry Mulisch (met „Wat gebeurde er met ser geant Massuro?"), Allan Penning imet „Zeilende koffie"). Johan werken exposeren, De anderen leven nog. De Zuidafrikaanse schilder- Jongen met nieuw- kunst bestaat eigenlijk pas onge- juarstooi", een der veer 50 jaar. Natuurlijk waren er underiien van lean vóór 1910 al schilders ujt Europa. ,r die in Zuid-Afrika schilderden. "sz, tntms te nten maar sedert 1910 kwamen de °P de Zl"dafnkaan- schilders die geheel uit Zuid-Afri- se tentoonstelling in ka leefden, die een kunst gaven, het Haagse Genteen- welke geheel wortelde in de Afri- temuseum. kaanse bodem, ondanks invloe den. ondanks afkomst van de schilders. En het is merkwaardig mengeling van dat de grondleggers van de nieu- Europees bewust- we schilderschool in Zuid-Afrika zijn en Zuidafri- allen uit Nederland stamden: kaanse sfeer. Men Pieter ^Wenning, F. D. Oerder en voelt hier terdege de rijke inspiratie, Zuid-Afri- W. Schotman (met „De tijger" korte verhalen in de Ben Stroman (met „Tante's bundel zijn fascinerende die religieuze plastiekje*, wel op de nobele vormen van schaal cd vaae Van huis uit "TtAT artistieke gevoel had Ju- wat i zo al uitvoerbaar is, wal Haar vader was weliswaar hoog leraar in de psychologie, n was bovendien een musicus, zij het dan niet direct praktiserend. Prof. Révèsz en zijn vrouw wa- rienden van de compo- Gustav Bossi gensburg heef dende zoeken door de uitga' rlag te Re- van Martinon alles en van Dit; n dat ongeor- de grammofoonopname van ïinde gemaakt Weihnachtsgcschichte, door het del wilt aanschaffen. Maar stuk 'el bedenken als u deze bun- Adriaan v. d. Veen (met ..X. de verrader") en Simon Vestdijk (met „Het veer"). Men vindt er alle soorten proza in: ntledend. psychologisch, reisbe- groepen kunnen indelen: de landschapschilders Pierneef II Adolph Jentsch: b) de schilders d*é"ruImtV"de* be- ka op de kunste naars uitg ondergaat het licht, koormuziek. ..Handbuch der Chormusik", Band heel gering. Bela Bartók en de muziek tering beitsgemeinschaft Chorverbande. Het veelheid aan werken, door Erich Valentin s; Deutscher de boeken bevatten. deze BelcamP°- Het z»jn menslievende met de inboorlingen-motieven Wal- WPgincr ter Battiss en Alexis Preller; se^ ujt- c) de schilderessen van het Duit se expressionisme Irma Stern en Maggie Laubser; d) de impressio nisten van de Ecole de Paris oneerlijk zijn hier Jean Welsz en Cecil Higgs. i. Maar wie zo korte Mengeling i de r deel. Wat vindt i deze boeken? mannenkoren. Tf/IE DE tentoonstelling doorw Jplt zal nneetwiifelri vetrof veel over de muziekpsychologie. jeugdkL Als kunsthistorica betrok ook mengde koren vindt men er een mevr. Révèsz de muziek in haar opgave van haast alle koorwer- studie en bovendien maakte zij ken. weer gesplitst in a capella, van de psychologische kennis van geestelijke werken. wereldlijke haar man gebruik om dieper door werken en werken met orkest- a te dringen tot hot wezen van de begeleiding. Alles ondergebracht öac" rijn wet kunstcnaarsuitingen in de loop onder de name der eeuwen. Bij de opgave staat precies aan- In die sfeer is Judith opge- gegeven voor welke bezetting een groeid en het is heel begrijpelijk werk is, hoe lang het duurt, wei dat ze die sfeer nooit meer heeft ke solisten er voor nodig zijn. willen loslaten Ook niet na haar welke orkestinstrumenten, DE. TWEE componistennamen Antonio Vivaldi en Joh. Seb. d e r*com pon i*s° en genoemd. Wie namelijk over de muziek van Bach toil schrijven, zal de naam Vivaldi niet kunnen i bijna kunnen Duitsland toen wel i huwelijk in 1941 met Henryk La- HUMOR IN LIJNEN In de serie kleine boekjes met welsprekende tekeningen heeft De Bezige Bij te Amster dam weer drie nieuwe uitge bracht. Het zijn van die kleine hoekjes, die men zo af en toe eens ter hand neemt in een ver loren ogenblik en waarmee men zich dan kan amuseren, zonder veel te moeten lezen. ing heeft plaats gehad en waar het is uit gegeven. Deze „Gründlichkeit" is typerend voor de Duitsers, die op wetenschappelijk gebied niets ondernemen zonder degelijke do cumentatie. Het eerste deel heeft 643 bladzijden, het tweede 525. Het eerste deel heeft nu al zijn 4e druk gehaald en kost DM 18 80. Het tweede deel is het on ontbeerlijke supplement hierop en daarop waren vóór de verschij ning al 700 voorbestellingen ge noteerd. Een bewijs dus wel in welk een behoefte dergelijke na slagwerken voorzien. zeggen dat Vivaldi in vele gevallen de inspirator van Bach is geweest, de man die Bach zijn thematisch materiaal leverde. Vivaldi schreef niet minder dan 36 Vioolconcerten, 12 Concerten voor 1,2 of 4 violen met strijkorkest. 18 sonates voor viool-solo, etc. uitzonderlijk instruc tief artikel over de ontwikkeling van de koorzang en twee verhel derende beschouwingen over de vormen der geestelijke en der dien vindt men achterin een vol- lijks van mond tot mond gaan ledige tekst van alle Latijnse moeten heel erg goed zijn, willen ken. Het tweede deel bei ze met deze getekende moppen Toen Bach in 1703 de be trekking aannam van violist in de Hofkapel van Johann Ernst von Weimar, kwam hij in contact met de gehele Italiaanse violistenschool. De Italiaanse instrumentale mu ziek stond in Weimar in hoog aanzien, waarbij vooral de vioolwerken van Vivaldi (1630—1743) veel werden uitgevoerd Bach heeft in Weimar tal van vroegere Italiaanse muziek afgeschre ven en bewerkt en bestu deerd. Niet alleen copieerde dëontwikiëëling orgel- en klivierwerken ienflora" heet het ene boekje en het '-evat idyl len van Paul Flora, de Oosten rijkse tekenaar. Het is een soms wat sinistere verzameling van doodgravershumor, sinister maar geniaal ui de fantasie. Roger Price en Jan Blokker maakten het boekje „Verse droe- dels", een verzameling zwarte lij nen met kostelijke bijschriften. En dan is er het boekje ..Zoek het vrouwtje!" met cartoons van Bosc, Chaval, Dubout, Effel, Flo ra. Francois. Henry. Lork>t. Man- zi. Mose. Pcynet. Ru. Scarle. Ste- erzameling Frescobaldi. maar ook ande re instrumentale muziek (vooral veel vioolmuziek, want Bach was een meer jan voortreffelijk violist» van Giovanni Legrenzi (1625 1690), Arcangelo Corelli (1653—1713». Tommaso Albi- noni (1674—1745) en Bene- koordirigenten "e"" Mgreelto ''««-"f9,. deel begint met beschouwing van H. Handerer over de koorleiding en de koor opvoeding. Deze beschouwing moet door alle grondig bestudeerd worden, zal er de koorleden beter door le ren zingen. Elk deel heeft een componistenregister Twee boe ken die uit de praktijk van hel koorleven ziin ontstaan en niet mogen ontbreken bij koorleiders koorleden, koorvrienden, kerkmu sici en pedagogen. Ten aanzien van de Ned com ponisten zijn de biografische fei- altijd juist Bovendien ^o',^ vrolijke Bach sprak. Bijzonder interessant is het nu om via de grammofoonplaat eens een indruk te krijgen van beider werken. PHILIPS gaf in de serie „Klassieke klankjuwelen" een plaat met twee fluitconcerten van Vivaldi „La tempesta di Mare" en „II Gardellino" (fluit, strij kers en continuo)het vioolcon cert „La Tempesta di Mare" en het vioolconcert in E „II Riposo", uitgevoerd door het prachtige en semble „I Musici", een groepe ring van 12 instrumentalisten. (25 cm langspeelplaat G 05321 R). Wie deze verrukkelijke barokke muziek van Vivaldi door dit gave homogene ensemble van Italiaanse musici hoort spelen, zal zich ter stond gewonnen geven voor deze kunst. Deze strijkers, met Maria Teresa Garatti aan het klavecim bel, geven elk werk de echte Ita liaanse tinteling, het dansende ka rakter. Nergens is er traagheid, maar overal voelt men hoe gaaf deze musici de muziek van Vival di hebben geanalyseerd om te we ten tot welke agogische accenten men moet komen. Een meester lijke vertolking. VIA NAALD tN PLAAT (39 cm langspeelplaat OL 50168). Eerstgenoemd concert voor fluit, viool en klavecimbel is een door Bach zelf bewerkt eigen werk. De beide hoekdelen zijn overgenomen uit een Preludium en Fuga voor klavecimbel en het langzame deel is genomen uit de Trio-Sonate in d-moll voor or gel. De Sonate wordt wel toegi Bach's meest suggestieve wijze verbeeldde, Adolphe Jentsch. Zijn werk ook lcnlvoile leerlingajohan!T'Gottlieb zijn aq"arel'®n heeft een ma- (Theophilus) Goldberg (1727— gische kracht, het boeit door de 1756), voor wie Bach de 30 Gold- eerlijkheid en de zuiverheid, berg-variatles schreef. Reeds eerder schreef ik in de- Imitatie ze rubriek over de Bachvertolkin- een v,„ de Enselee ornnM-kla- M'™ JT"* tT vecinist-dirigent Thurston Dart van Walter Battiss. die wel (geb. 1921). De Engelsen hebben verrassende dingen deed, maar een merkwaardige affiniteit met ook h k k Bach. Alles trilt en straalt, de temp. zijn snel en men voelt, dat de- zoals de goedkope imitatie hier geheel van het klavecimbel van bosjesmantekeningen in uit gedacht wordt, iets dat bepa- „Mensen en vogels". Zijn Afri- lend is bij de uitvoering der ba- kaanse fi n en oude kraalmu. rok-muziek. Het zijn heel vlotte 6 en toch uiterst muzikale vertol- ren uaarentegen hebben weer een kingen geworden, die heel goed bekoorlijk ritme en een gevoelig zijn opgenomen. Wie nog de me- raffinement. Alexis Preller ge- maf r ™"Eoudd"r" min®?Shof bruU" de Zuida'"k""« kniesoren bestemd is. moet deze voor welhaast surrealistische ver plaat eens afluisteren. Dan zal hij beeldingen, waarbij hij wel anders over Bach gaan den- ieg (die vaak het Zuiden. proeft iets van een aan ons daarnaast toont hij een grote werelddeel vreemde atmosfeer, kleurgevoeligheid en een grote zui- maar men voelt tevens dat dit verheid in de expressie. Hij ab- alles op het doek gerealiseerd kon straheert soms sterk, maar ner- worden door de krachtige werking gens gewild. Werkelijk verrukke- van de kunst uit Europa, zelfs al lijk is zijn „Jongen met nieuw- gebruikt Battiss nog zoveel Zuid- jaarstooi" (hierboven afgebeeld), afrikaanse motieven. een der jonge inboorlingen voor- Ot zijn die schilderijen ven Ir- stellend met zijn hoofdtooi op het stern niet even sterk door de carnavalsfeest van 2 januaru Dnitse expressionist Max Pech- CecU die in Londen en stem beïnvloed als de schilderij- 7 en van Maggie Laubser door de Parijs studeerde, is het meest ab- andere Duitse expressionist Karl stract, niet consequent. Men voelt Schmidt-Rottloff? Zijn ze artistiek ujer een soms mVstieke vervop- daarom minder? Beslist niet. maar ze zijn wel minder bodem- r^n8- Ze ontkomt echter niet aan gebonden. Irma Stern heeft een een vaak wat sterk decoratief sterke bewogenheid in haar werk spel. en Maggie Laubser styleert meer, zoekt het allereerst in de compo- De grote figuur van de exposi- sitie. Twee talenten. tie is Jacob Hendrik Pierneef, die De man die, afgezonderd le- in heel zachte tinten het Zuidafri- vend, en daarom de „kluizenaar kaanse landschap kleurt en het van de woestijn" wordt genoemd, soms componeert in een haast ku- het meest de schier oneindige bistische vormgeving. Er gaat een ruimtelijkheid van het Zuidafri- bijzondere sfeer uit van dit landschap op werkelijk werk, een sfeer die weldadig aan- Men kan van de jonge Zuidafri kaanse schilderkunst natuurlijk geen wonderen verwachten. Er is eigenlijk nog geen traditie. E11 daarom is deze tentoonstelling dan ook beslist niet schokkend. Wie met liefde het werk van de huidige schilders uit Zuid-Afrika beziet, zal er echter veel in ont dekken, dat sympathiek aandoet en de wegen opent naar een ver dere ontwikkeling. B. Geschiedenis van de Ned. literatuur De i'indt men er geen Anthon 1 Jan cwif-Weibliche" tot uiting komt Deze kostelijke cartoons, soms Symphonia Sacra van Marius eigendom. En wat ondeugend, zijn getekende Monnikendam. Jan Ingenhoyen is uteeds de vertalingen van etn der bijschrlf- *"c' al overleden. Van Villiers l5v. is tha triumph óf ima- Stanford ontbreken „The Songs ot >n over intelligence". Drie the sea", van Mcssiaen de „Trois te geven of 1 Diogenes-boekjes voor ver- petites liturgiques". van Martinu dwagde geesten. de „Mount of the three lights". v,Vïw."h^v; v?st d™ Bach voor klavecimbel be- lk ,°P Plaat me4 werkt. Dat cop.ëren en bc- mentale werken van Bach werken was niet altijd om- wie de platen na elkaar draait, dat Bach niet voldoende Zal ,on8etwijfeld de muzikale over- stukken in voorraad zou eenkomsten in beider muziek op hebben maar voornamelijk merken. Men zou haast kunnen om zich de compositie- roggen: in deze werken van Bach techniek eigen te maken. A straalt de Italiaanse zon. trilt het Bovendien in die tijd zoals dat bij Vivaldi thema niet het eigen- het geval L'OISEAU-LYRE van een componist. In (Decca) heeft drie werken van Bach's tijd behoefde de componist De bekende Engelse musicoloog. Bach op één plaat vastgelegd, nl. niet oorspronkelijk te zijn. hij hlavecinist en dirigent Thurston het Concert in a-moll voor fluit, moest goed vakwerk leveren. n mr., a„, v'°o1 en klavecimbel met strijk- Thema's waren gemeenschappelijk speeiae met het Londen orkest, het Concert in A-dur voor zullen we dan ook kamerorkest „1 txiiomusica drie klavecimbel en strijkorkest en de 1 Vivaldi en Bach orkestwerken tan Bach voor Sonate in C-dur voor strijkorkest elkaar genoemd zien als het L'Oiseau Lyre. De uitvoerenden zijn Richard gaat om een levensschets van Bacb Adeney (fluit), Granville Jones even of een studie over zijn 1 viool). Thurston Dart «clavecim- ek te brengen Bach heeft de hng m zijn muziek overgenomen fc,Cl en het orkest „Philomusica gehele Italianiserende spranke- en begrijpelijk ii hat, dat man is of London" o.l.v. Thurston Dart. ken. Helaas zijn er nog heel musici ook in ons land die C"1B .w.<1!' v] Bach ,,dood"-spelen en daardoor „Kruisiging afstotend werken met de Ba.chmu- ziek. Thurston Dart geeft aan hoe het ook kan en hoe het wel moet ook. CORN. BASOSKI inleg is) wel f-cNederlandse literatuurge- «,^1 »„,ic k schiedenis van dr. J. C. Brandt gaat, zoals b.v. m Corstius. in een Prisma-boek van uitgeverij Het Spectrum te Het werk van Jan Welsz, een Utrecht, is beslist ideaal voor de Oostenrijker van geboorte, is me geïnteresseerde, die een groot eigenlijk liever. Allereerst is hij handboek te hevig vindt en toch een uiterst kundig vakman, maar 5e" wnttroord overrieht wil hebben lopend van de 12de tot en met de 20ste eeuw. (In 9 hoofd stukken verdeeld). De schrijver heeft elke dorre geleerdheid of droge opsomming vermeden. In een beknopt (278 blz.) maar hel der betoog, wordt een volstrekt objectieve visie gegeven op de li teratuurgeschiedenis van ons land, al is dr. Brandt Corstius dan be slist niet erg bekend met de pro testantse schrijvers. Althans die missen we nogal eens. Toch kun nen we het boekje van harte aan bevelen omdat het eerlijk is, in een goede stijl geschreven en vrij van literaire gezwollenheid. On misbaar voor allen die zich inte resseren voor de Ned. literatuur. In de nachten kraken plankenvloeren Iemand kan ik verwachten, ieder ogenblik Een vreemde kat loopt rustig in en uit Treden van de tijd verdonkren langzaam. JAN STOLKER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 22