„CHRIST AVANT TOIJT" MÜ PRINSES MARIJKE 1916: watersnood ijn man acirde wordt elke eeuw warmer een „hittegolf" stemd, waren door verschillende lan- bij zijn terugke' den en personen aangeboden. Onder doJdie landen was Argentinië. Dit schonk een afgietsel in het klein van „Le Christ des Andes", een edesteken, opgericht op de berg keten van die naam, nadat een ern stig geschil tussen Argentinië en Chili zonder bloedvergieten werd be slecht. Bij de Iarüijrondgang trof ik dit beeld aan op de as van de trap op de derde ver dieping. De ande- waardevolle geschenken had den een plaats ge kregen op de bel etage. Toen ik om verklaring hiervan vroeg, 1. dn ;<reeg ik ten ant woord, dat men niet-christelijke landen als Japan ook anderen moest ontzien. Het Vredespaleis eenmaal het eigendom van alle volken en het Permanente Hof dt 16 ,-rhï discb Dit deel van het boek Eenzaam maar niet alleen", ïvaar onderstaande drie fragmenten zijn ontleend, draagt als titel: „Het begin Aan de nieuAve eeuw". Het prinsesje Wilhelmina is de jonge Koningin geworden, echtgenote en moeder tevens. Er ligt iets van weemoed in dit deel van het boek Asant. hoewel levend in een kooi. het Avaren de gelukkige jaren van een jong gezin. De drie fragmenten laten drie facetten zien: Wilhelinina als vorstin in welke moeilijke taak haar geloof haar kracht geeft. Prins Hen drik in zijn Averk en zij heiden in hun leniging van de noden van ons volk. IN 1899 en 1907 vonden te Den Haag der jong *de zogenaamde vredesconferenties deze rei plaats, de eerste op voorstel van Tsaar Nicolaas van Rusland. Ik had weinig illusies,', dat men zich bij voorkomende ernstige con flicten aan de tijdens deze vredes conferenties opgestelde conventies houden, al had ik mij toen nog geen voorstelling gemaakt, hoe zeer deze in de naaste toekomst zouden worden genegeerd! Het enige wat in feite van deze conferenties is over gebleven is het Permanente wij genoten bijzonder op Zeer prettige herinne ringen heb ik behouden aan het op gewekte gezelschap van mijn jeug dige dames. Hoeveel pret hebben wij niet samen gehad. TN 1907 gebeulde er iets, dat mijn man in een geheel andere ver- houauig oracnt lot ons volk. tiet was de stranding en het in tweeën breken bij zwaar stormweer van de lijnboot op Harwich, de „Berlin", op de pier bij Hoek van Holland. van Arbitrage, dat in het Vredespa- **endrik begaf zich er onmiddellijk leis te Den Haag is gehuisvest. In been om te zien of hij helpen kon 1913 vond de opening van het Vre despaleis plaats en de installatie van het Permanente Hof van Arbi trage in deze woning. Wij waren bij deze plechtigheid tegenwoordig en bezichtigden vervolgens het nieuwe gebouw. Dit was geschonken door vond daar een eigen taak. Aan het technische reddingswerk nam hij niet deel, maar hij was een mo rele steun en kracht voor de ande ren. Tot toen was zijn ware aard en inborst nog weinig bekend, hij was zo bescheiden en drong zich nooit Andrew Carnegie. -Vele kostbare ge- üp de vo°rgrond. Maar toen wist het schenken, voor de inrichting be- welk karakter hij had t de redding i geestdriftige ontvangst ten deel. Hij werd een warm vriend van de redders en het reddingwezen in het algemeen en is dit tot zijn dood gebleven. Toen het voorzitterschap van ..Het Nederlandsche Roode Kruis" vacant werd, benoemde ik hem tot voorzit ter. Hij werkte er als zodanig hard aan mee dit ge reed te maken voor de vervul ling van zijn taak in oorlogstijd en deed alles wat in zijn vermogen lag om het tot groei en ontwikkeling te brengen. Op zijn bureau op het Rode Kruis ont ving hij zeer ve len en had een ieder gelegenheid hem met zijn be langen te bena deren. Daarvan werd steeds een druk gebruik ge maakt. Met een as internationaal. Ik ben nog altijd onuitputtelijk geduld en vervuld van niet te spreken over deze laffe traliteit, die oorzaak geweest is van de miskenning van de verheven be doeling en symboliek van dit ge schenk. Er bestonden twee moge lijkheden voor de ontvangers: of ereplaats geven, overwe gend dat het Vredespaleis in een land stond dat in grote meerderheid be woond werd door christenen het geschenk zulk een grote symbo- zoveel voor de bereidheid tot helpen ondersteunen, hoorde hij er de noden van elkeen aan. Deze werkkring had tot zijn dood zijn gehele hart; hij had zo'n intense behoefte om leed te helpen verzachten. Ook kwam hij in de padvinders beweging De buitenman in hem bleef welis- bestaan, doch hij had in de stad lische betekenis had, of het niet aanvaarden wegens het internationa le karakter van het paleis. Men had nooh de moed tot het één, noch de moed tot het ander en zo belandde het geschenk ergens achteraf. Enige Argentijnse dames waren /ereengekomen om het geschenk ..an te bieden. Bij de velen die ik toentertijd ontving, behoorden ook zij. Zij vroegen mij bij die gelegenheid mijn portret met handtekening. belangen te doen, er was zóveel in te werken, en zóveel arbeid te verzetten, dat hij toch veel in de stad vertoefde. Menig bejaard Hagenaar herinnert hem 's morgens wandelend naar het bureau van het Rode Kruis over het Voorhout, door de Vos-in-Tuinstraat naar de Prinsessegracht, waar het gebouw van het Rode Kruis zich be vindt, steeds vergezeld van ons huis vriendje, zijn tackel Helga. Aan de ze tackel was hij zeer gehecht. Dat Ik schreef daarop: „Christ avant blijkt wel uit de woorden, die hij tout", overtuigd, dat wij althans kaar begrepen. Waarschijnlijk hebben deze dames dit portret aan de pers laten zien Later werden deze woorden bekend. ,U^J zonder dat iemand hun werkelijke irsprong wist. later op de grafsteen van Helga liet beitelen: Hier ligt mijn trouwe hond die alle deugden in zich vereend'. Kon men met dieren vriendschap hebben. Zo ligt hier wel mijn trouwste oorlog voor ons volk met zich mee bracht, kwam in de eerste dagen van 1916 ook nog een grote watersnood ons vaderland teisteren. Felle stor men dreven het water met kracht tegen de Zuiderzeedijk. Van Anna Paulowna en Ewijk tot Spakenburg en Bunschoten bezweken de dijken of werden op vele plaatsen over spoeld. Zelfs Hoogland werd over stroomd en ook Marken liep onder. De bevolking, op zolders en daken gevlucht, bracht angstige dagen en nachten door. Hele stukken huizen verdwenen in enkele ogenblikken in de golven. Alleen per boot waren de noodgebieden nog te bereiken, een wegennet was er niet meer. De dijken waren verwaarloosd, of wel zij waren niet hoog genoeg. De doorbraken en overvloeiingen ont stonden daar, waar geen andere, meer binnenwaarts gelegen keringen het water konden tegenhouden. Noord-Holland liep verder onder dan iemand had kunnen berekenen of vermoeden. Tot aan de Zaan. ja, hier en daar bijna tot aan de duin rand, was Noord-Holland één water vlak. Ook het lager gelegen gedeel te van Utrecht moest het ontgelden. De stormvloed herhaalde zich meer dan eens en dat over het reeds on dergelopen land, dat geheel weerloos lag. Onze gemobiliseerden bewezen on schatbare diensten bij het redden van mensen en vee. Zij verleenden ook overal hulp met het beschikbaar stellen van militaire voorraden. Ook hielpen zij het dijkleger met het ma ken van noodwaterkeringen en het versterken van de dijken. Noord-Hol land dat zo'n grote veestapel en zo'n ontwikkeld veehoudersbedrijf bezit, moest met vaartuigen van allerlei aard geholpen worden dit vee in vei ligheid te brengen. Monnikendam bleef aanvankelijk gespaard en de ruime kerk ontving gastvrij paarden en vee, terwijl de bevolking, wonende om de door wa tersnood getroffen gebieden, de vluchtelingen gul ontving -en onder dak gaf. De doorbraken waren veel te groot en lagen te gevaarlijk om in de winter gedicht te kunnen worden. Men moest zich dus bepalen tot het opwerpen van zeer onvoldoende ke ringen. De gehele winter bleef de on gerustheid voortbestaan en was de toestand bij stormweer hachelijk. Onmiddellijk gingen mijn man ,en ik de toestand in ogenschouw nemen. Wij namen elk verschillende gebie den voor onze rekening, opdat het gehele rampgebied spoedig bezocht zou worden. Wij mochten daarbij geen enkele geteisterde streek of plaats overslaan. Dit overslaan zou op die streek in het oog der bevol king een stempel hebben gedrukt van minder ernstig getroffen te zijn. Het is een algemeen menselijke trek, dat, wanneer er een ramp gebeurt, ieder zich gaarne wil beschouwen als behorende tot de meest ernstig ge troffenen. Ik voer, zonder dat de ondiepte be zwaren opleverde, met een bootje QNZE vakantie namen wij meest- al in het najaar. We gingen dan naar Steinfeld. Ik bleef daar dan de gehele tijd, mijn man trok er op uit om herten [te schieten in de omgeving van Lud- wigslust. Later, toen hij het buitengoed Dob bin gekocht had, brachten wij een vacantie aldaar dooi en verdeelden onze tijd tussen mam ma en Dobbin. In Dobbin trachtten *'i) altijd een familiebijeenkomst te hebben. Er hoorden veel bossen bij »aar door familie en anderen veel gejaagd werd. Dobbin was, zoals ieder Mecklenburgs herenhuis, ge- 'egen aan de korte zijde van het de lange zijden stonden al de gebouwen van het grote boeren bedrijf. In dat bedrijf in Dobbin ging nogal wat om. er waren een paar honderd koeien, verscheidene kud den schapen, tientallen paarden en *el een veertig a zeventig veulens. De omgeving van het huis was bijzonder mooi: een klein park dat "verging in de velden en met gras begroeide heuvels, waarop hier en daar prachtige oude eiken stonden ,Ln in de verte het meer met zijn dlanden waarheen ons vee 's zo mers al wadend en zwemmend zijn *eg zocht om er te grazen. Een hele uitgestrektheid van dit meer be hoorde tot Dobbin; het was wel twintig minuten in de motorboot tot we de watergrens van Dobbin be reikt hadden. Op het landgoed lag een dorpje, dat door onze mensen be woond werd, en een landelijk kerkje. W;j kozen als reisgezelschap per- tonen uit onze omgeving, die onze lenoegens en smaak konden delen. Allen waren we toen meer of min- over het anders zo vruchtbare land. Bij de eerste watersnood was Am sterdam enige dagen mijn hoofd kwartier. Zowel om zijn ligging vlak bij het ondergelopen gebied, als om de hulp die Amsterdam aan de vluchtelingen "bood. De hulporganisa tie was geheel geïmproviseerd met veel vrijwillige helpers en helpsters. Mijn man ging eerst naar Marken, Hoogland. Spakenburg, en Bunscho ten en regelde daar de hulpverlening van het Rode Kruis. Daarna ruilden wij van gebied en toog ik naar Mar ken en de andere juist genoemde plaatsen. Marker gemobiliseerden roeiden mij over hun eiland en ga ven mij met jeugdig vuur alle inlich tingen. In Spakenburg en Marken waren in de nacht der verschrikking kinde ren geboren op zolder, terwijl de gol ven met donderend geraas onder de hanebalken van het dak spoelden. De moeders brachten de nacht op één van deze balken door. Ik bood aan te peet te staan over deze jong geborenen. In Spakenburg was het Aartje Wilhelmina Vedder en in Marken Lijsje Wilhelmina van Riel. Toen ik dit voorstel deed, stond mij het voorbeeld van mijn grootvader vtior de geest. Jaren tevoren ha<} ik in de levensbeschrijving van mijn grootvader door Bosscha gelezen, dat hij een moeder, die aan haar kind het levenslicht schonk tijdens een dijkdoorbraak, had voorgesteld peet van .dit kind te zijn. Ik houd veel van mijn petekinderen en sta nog altijd in relatie met hen. Ook Anna Paulowna was zwaar ge troffen. Het was een lange tocht de getroffenen en ook hun gastheren en gastvrouwen op te zoeken. Van llpendam werd zelfs de veen grond weggespoeld, waarop de een defokkers hun eenden hielden. Hier mede was hun eigendom verdwenen en hun gehele bedrijf was te gronde gericht. De eenden werden in een ander deel. van het land gastvrij op genomen en verzorgd. De Ilpendam- mers zelf trof ik in Amsterdam aan. Veel erger dan in de eerste door braak en zijn gevolgen, was de twee de stormvloed, die over al het wa ter verder opjoeg en een schier wan hopige situatie deed ontstaan. Het waren bange nachten, want de weer stand die geboden kon worden, was slechts die van de in allerijl opge worpen bekistingen, gevuld met zandzakken, die natuurlijk niet tegen een zware stormvloed bestand wa- Purmerend hield het. Hierdoor kon de dam aldaar een iets steviger karakter gegeven worden. Monniken dam, „de vesting in de golven", zo als toen deze Zuiderzeestad genoemd werd, bezweek echter. Ik ging voor de tweede keer naar Amsterdam en nam Juliana mee om de dijkbreuk van de eerste storm vloed bij Monnikendam te zien. Mon nikendam. dat ik toen nog veilig waande! Juliana kon toen gelukkig nog niet beseffen, hoe benard en el lendig de toestand was. Ik zal nooit vergelen hoe ik, toen wij met het bootje naderden, reikhalzend uitzag naar de dafn van zandzakken, die boven het water moest uitsteken, en maar niets dan water, water voor mij zag. Met ontsteltenis begreep ik toen ineens wat had plaats gegrepen en voor mijn geest rees de nacht van verschrikking die de bevolking had doorgebracht. Ik beloofde de zwaarbeproefden te bezoeken, nadat ik het grote oude gat in de dijk zou hebben bezichtigd. Wij voeren dus daarheen. Terug in Monnikendam liet ik Juliana op de boot om haar de droeve indruk te besparen en be zocht de bevolking, die onder het ge lui van de noodklok de nacht slape loos en in angst had doorgebracht. In Amsterdam teruggekeerd, stuur de ik Juliana naar huis en ging de volgende dag naar ^aandam. De tocht ging per open motorbarkas over de Oostzaan en heel het onder gelopen land. Ik bezocht hen, die door de ontstane ellende ziek gewor den waren en deelde kinderkleertjes uit aan moeders die alles kwijt wa ren geraakt. Daarbij bood Ter Laan. de bekende burgemeester van Zaan dam, mij de helpende hand. Wij re den verder door de Zaanstreek en toen bracht de burgemeester mij bij een der meest in gevaar verkerende gezinnen, waarvan het wrakke huis je dreigde in te storten. Het stond geheel onbeschermd te midden van storm en golven. Een wankel vlon dertje was de enige verbinding met de buitenwereld. Wij wandelden daarover naar binnen, waar de man ons ontving en naar een zolderka mer bracht, de enige die het gezin nog restte. Daarna reed ik naar Alk maar, waar ik in de trein zou slapen om de volgende dag verder te gaan, doch die nacht kreeg ik het te kwaad met bqf en koorts en ik moest naar 'huis vervoerd worden. Het leed. dat de mensen getroffen had, had diepe indruk op mij ge maakt. Iedere keer als ik thuis kwam, hoorde ik des nachts nog het ritme, waarmee de deinende golven deuren en ramen binnenstroomden om het volgende ogenblik weer te rug te vloeien, en het geklepper op die maat van de open en dicht slaande deuren. Duizenden en dui zenden huizen was ik zo voorbijge varen. Op wat eens de straten wa ren. dreef het huisraad troosteloos rond. ja, alle bezittingen van de be woners. Met dat beeld voor de geest, ging men zich yerwijtcn zelf in een goed bed en een mooi huis te liggen. Atoomfabrieken hol veiligst De Franse arts dr. Jamei, die met drie andere dokters vijf Zuidslyvische atoom geleerden heeft behandeld na een onge luk met radio-actief materiaal, heeft up e<-n persconferentie te Parijs gezegd, dat I de atoom Industrie de veiligste van alle is. Uit Amerikaanse statistieken blijkt I volgens dr. Jamet, dat er slechts zeer zelden ongelukken gebeuren. Hij schreef dit toe aan de strenge controle in de I fabrieken en aan de discipline onder het personeel. MORGEN TWAALF JAAR een meisje als ieder ander QESLAAGD voor het zwemdiplo ma. tot padvindster geïnstalleerd, over gegaan naar de zes de klas van de la gere school, geslaagd voor hel verkeers- examen het zijn in een kinderleven stuk voor stuk grote gebeurtenissen, waarop prinses Ma rijke terug kan zien wanneer zij morgen haar twaalfde ver jaardag viert. Maar van nog veel groter belang moet het voor de jongste van onze prinsessen zijn geweest, dat in het afgelopen jaar haar bijlessen konden worden stopgezet. Vijftien maanden lang kreeg zij die bijlessen van de heer P. Oost. di recteur van het Prins Alexander Instituut voor slechtziende kinderen te Huis ter Heide. Aan zijn spe ciale methode heeft prinses Marijke het bijvoorbeeld te dan ken, dat ze op school niet meer uit aparte boekjes met grote letters hoeft te leren, maar m slaat is om in alles gewoon met de andere leerlingen van haar klas mee te doen. En dat geldt ook bui ten de school: de jongste Oranje telg is een meisje als ieder ander meisje; alleen draagt zij een sterke bril. vermogen van haar rechteroog is goed vooruitgegaan, zo werd mede gedeeld. Zij herkent nu niet alleen bonte voorwerpen, maar ook het gelaat van personen uit haar omge ving. ondanks het feit. dat zij nog te jong is om een brilletje te dra gen. Er is echter weinig hoop. dat het gezichtsvermogen van het lin ker oog zich zal ontwikkelen. lleter Sindsdien werden van tijd tot tijd doqr de buitenlandse vooral dc Amerikaanse pers alarfherende berichten verspreid. In december 1950 bijv. werd het bericht de we reld ingestuurd, dat het gezichts vermogen van het toen drie jaar oude prinsesje achteruit ging. Prof. dr. H. J. M. Wove uit Utrecht constateerde, dat het niet slechter, doch veeleer beter was geworden en dat er geen reden was om ach teruitgang te vrezen. Tevens werd de verwachting uitgesproken, dat prinses Marijke in staat zou zijn het schoolonderwijs gewoon te vol gen en ook in andere opzichten een normaal leven te leiden. Uit berichten en verhalen leerde het Nederlandse volk intussen zijn jongste prinses kennen als een meis je met een zonnig karakter, altijd vrolijk ondanks haar handicap, het troetelkind van haar drie oudere zusjes. Ze zong graag en veel en wanneer hoogtijdagen defilerende muziekcorpsen naar Socstdijk brach ten, sloeg prinses Marijke met haar handjes parmantig de maat. Ze ging naar balletles en speelde voor het eerst in 1954 mee in het Kinderkerstspel op Soestdijk Ze werd als kabouter lid van een pad- vindstersclub. Bij allerlei gelegen- met haar ouders het publiek. En 1956 stelde een Engelse krant lang hebben ko- haar verloving voor: met de zeven- prins Bernhard jarige prins Charles van Engeland AigSMMi (Foto M. C'. Mcfjboom If1 LKE honderd jaar stijgt de temperatuur op aarde gemid deld met twee of drie graden. Dit is de mening van de weer kundigen van de Amerikaanse melereologische dienst. De ge gevens, die tijdens het geofy sisch jaar in het Zuidpoolgebied zijn verzameld, wijzen volgens de geleerden uit. dat de wereld zich in een langdurige periode van warmer worden bevindt. De aarde is juist bezig zich te herstel len van de laatste ijstijd. Op zich zelf is dat niets bijzonders, want de geleerden zeggen, dat onze planeet in de 3000 miljoen tot 6000 miljoen jaren van haar bestaan al heel wat run deze koudegolven heeft gehad Deze waren alle van betrekkelijk korte duur. want zij vullen in totaal maar een tiende gedeelte van de hele aardgeschiedenis. Wat nu de oorzaak is van deze tem- peratuursstijging. is een probleem waarmee de deskundigen zelf ook zitten. Dr. H. E. Landsberg, de directeur van het climatologisch bureau van de Amerikaanse mete- reologische dienst noemt cru aantal theorieën. Een van de hypotheses zegt, dat de verandering door de mens wordt veroorzaakt. Door zijn techniek, die zich steeds meer ontwikkelt, legt hij als hel ware een deken van kooldioxyde over de aarde. Deze stof ontslaat bij het verbranden van kolen en olie. Deze deken vermindert de warmteuitstraling van de aarde. Maar het is volgens dr. Landsberg ook heel goed mogelijk dat de tempera- luursslijging aan een toenemende uilstraling van de zon te danken is. Over de oorzaken mag men het dan niet eens zijn. de gevolgen van de langzaam nader komende hittegolf zijn als keiharde feiten duidelijk waargenomen. Men heeft gemeten dat de temperatuur aan de Zuidpool langzaam stijgt. Meer gegevens ver schaft het kale en naakte Zuidpool- Maar aan dc Noordpool heeft men ook nog veel gegevens op biologisch en natuurkundig gebied verkregen Dr. Landsberg noemt een paar van de meest frappante verschijnselen: In Alaska wijken de gletschers terug in de Nobrdcliike IJszee is tar half zo dik als tegen het eind van de negentiende eeuw. Dc haven van Spitsbergen blijft elk jaar tweemaal zo lang open als in if!12. In Lapland is de boomgrens in 30 jaar drie tot vijf kilometer naar het noorden opgeschoven. En langs dc rand van het hele pool- gebied kan men waarnemen hoe sommige planten zich met het ijs terugtrekken en andere, die alleen maar in warmere streken kunnen leven langzaam maar zeker opdrin gen naar het noorden. Verleden jaar nog bood een oor logsinvalide uit Wenen, toen dc een of andere krant weer eens publi ceerde. dat het jongste Nederland se prinsesje door blindheid werd heden verscheen bedreigd, haar één van zijn ogen of haar zusters aan. Zoiets is altijd weer een roe rend gebaar.- Jai ningin Juliana c dergelijke opofferende aanbiedingen uit alle delen van de wereld ont- H lienen vangen. Soms bood iemand zelfs ""Het "ifbekend. dat het koninklijk t Welsprekender dan dit .onderlij; p.ar telkens weer diep getroflen W" S". tas. dankbaar voor een ïo sore- anS" ö'Wljs van haar g: kend blijk van medeleven jongste dochtertje. Maar ook tel kens weer hadden zij moeten ant woorden. dat transplantatie van een oog medisch niet mogelijk was en de prinses dus met die spontaan angeboden offers niet gebaat zou zijn. In 1956 bleek het noe nodig hieraan officieel bekendheid te ge ven. Met klem werd toen de. voor al in het buitenland nog steeds le vende. veronderstelling weersproken dat prinses Marijke blind of bijna blind zou zijn. Haar successen op school waren toen reeds een be- disch ingrijpen, verklaard, was men er het gezichtsvermogen ogen zoveel mogelijk t Phpj zelfstandigheid: op 12 juni verl icht te prinses Marijke haar eerste of ficiële daad in de dierentuin van Rhenen. Daar aanvaardde zij na mens de Nederlandse jeugd een dromedaris en een jong pantertje, door de jeugd van Pakistan aange boden als blijk van dank voor de Nederlandse hulp aan Pakistan na de overstroming, die dat land in 1954 zo ernstig had getroffen. Voor het front van een gezelschap offi- genodigden. journalisten en fo- i_ Bernhard nn een der dic Ujd dal' herstellen vooi uitgang llcl dan lenlgcen had loglijdcrsklinlck. Uit schrik nog niet vergeten, toen be kend werd dat het prinsesje, nog slechts enkele maanden oud. moest Utrecht- llc delen daarbui ten stroomden toen dc betuigingen van medeleven naar palels Soest dijk, dat nog zo kort daarvoor op 18 februari 1947 ondanks ijzige kou het middelpunt van een nationaal feest was geweest. Op die dag was er voor het eerst gesproken van Maria Christina. Prinses van Oranje. Prinses van I-lppe-Biesterfeld. Tijdens een vraag gesprek voor dc radio rel prins Bernhard o.a.: ..Het /.onder mooi kindje; hi blond en het heeft blauw leerde prinses ■n kocht prins een fiets. Van i verblijdende ntgang. Haar stap werd gelei delijk vaster, haar bewegingen wer den zekerder. En reeds aan het einde van dat jaar fietste ze door en daarbuiten met een doen wonderbaarlijk gc- nak. Niets bijzonders literaard kent het grootste deel ran het Nederlandse volk zijn prln- tijdschrift, de hoftu eiilczc ellen i tijd i laa tijd dc kran- nlcuws over lustig o| aan haar Is In dat eerste jaar leefde het Ne- draagt alleen dcrlandse volk in zorg om het lot van de baby op Soestdijk. Het com muniqué. dat op haar eerste ver jaardag verscheen, was echter ta melijk geruststellend. Het gezichts- hoogtcpunlcn uit haa waren dc laatste jaren ook diverse berichten en foto's van prinses Ma rijke bij. Zij vertellen hetzelfde wal mensen, die haar geregeld ontmoe ten. uit eigen aanschouwing beves tigen kunnen: onze jongste prinses is een meisje als ieder ander meis- cc. u.j- Jf ™,haar !eef.tijd: 7'i Is donker- da.nat' r" rrnl er even ls haar vriendinnetjes; bijzonders zij sterke bril. htingen van prof. We- fijn dus bewaarheid. Bal Is op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 5