„CHRIST AVANT TOIJT"
MÜ
PRINSES MARIJKE
1916:
watersnood
ijn man
acirde wordt elke
eeuw warmer
een
„hittegolf"
stemd, waren door verschillende lan- bij zijn terugke'
den en personen aangeboden. Onder
doJdie landen was Argentinië. Dit
schonk een afgietsel in het klein
van „Le Christ des Andes", een
edesteken, opgericht op de berg
keten van die naam, nadat een ern
stig geschil tussen Argentinië en
Chili zonder bloedvergieten werd be
slecht. Bij de
Iarüijrondgang trof ik
dit beeld aan op
de as van de trap
op de derde ver
dieping. De ande-
waardevolle
geschenken had
den een plaats ge
kregen op de bel
etage. Toen ik om
verklaring
hiervan vroeg,
1. dn ;<reeg ik ten ant
woord, dat men
niet-christelijke
landen als Japan
ook anderen
moest ontzien.
Het Vredespaleis
eenmaal
het eigendom van
alle volken en het
Permanente Hof
dt
16
,-rhï
discb
Dit deel van het boek Eenzaam maar niet alleen", ïvaar
onderstaande drie fragmenten zijn ontleend, draagt als titel: „Het
begin Aan de nieuAve eeuw". Het prinsesje Wilhelmina is de
jonge Koningin geworden, echtgenote en moeder tevens. Er ligt
iets van weemoed in dit deel van het boek Asant. hoewel levend in
een kooi. het Avaren de gelukkige jaren van een jong gezin. De
drie fragmenten laten drie facetten zien: Wilhelinina als vorstin
in welke moeilijke taak haar geloof haar kracht geeft. Prins Hen
drik in zijn Averk en zij heiden in hun leniging van de noden van
ons volk.
IN 1899 en 1907 vonden te Den Haag der jong
*de zogenaamde vredesconferenties deze rei
plaats, de eerste op voorstel van
Tsaar Nicolaas van Rusland.
Ik had weinig illusies,', dat men
zich bij voorkomende ernstige con
flicten aan de tijdens deze vredes
conferenties opgestelde conventies
houden, al had ik mij toen nog
geen voorstelling gemaakt, hoe zeer
deze in de naaste toekomst zouden
worden genegeerd! Het enige wat in
feite van deze conferenties is over
gebleven is het Permanente
wij genoten bijzonder op
Zeer prettige herinne
ringen heb ik behouden aan het op
gewekte gezelschap van mijn jeug
dige dames. Hoeveel pret hebben wij
niet samen gehad.
TN 1907 gebeulde er iets, dat mijn
man in een geheel andere ver-
houauig oracnt lot ons volk. tiet
was de stranding en het in tweeën
breken bij zwaar stormweer van de
lijnboot op Harwich, de „Berlin",
op de pier bij Hoek van Holland.
van Arbitrage, dat in het Vredespa- **endrik begaf zich er onmiddellijk
leis te Den Haag is gehuisvest. In been om te zien of hij helpen kon
1913 vond de opening van het Vre
despaleis plaats en de installatie
van het Permanente Hof van Arbi
trage in deze woning. Wij waren bij
deze plechtigheid tegenwoordig en
bezichtigden vervolgens het nieuwe
gebouw. Dit was geschonken door
vond daar een eigen taak. Aan
het technische reddingswerk nam
hij niet deel, maar hij was een mo
rele steun en kracht voor de ande
ren. Tot toen was zijn ware aard en
inborst nog weinig bekend, hij was
zo bescheiden en drong zich nooit
Andrew Carnegie. -Vele kostbare ge- üp de vo°rgrond. Maar toen wist het
schenken, voor de inrichting be-
welk karakter hij had t
de redding
i geestdriftige ontvangst
ten deel.
Hij werd een warm vriend van
de redders en het reddingwezen in
het algemeen en is dit tot zijn dood
gebleven. Toen het voorzitterschap
van ..Het Nederlandsche Roode
Kruis" vacant werd, benoemde ik
hem tot voorzit
ter. Hij werkte er
als zodanig hard
aan mee dit ge
reed te maken
voor de vervul
ling van zijn taak
in oorlogstijd en
deed alles wat in
zijn vermogen lag
om het tot groei
en ontwikkeling
te brengen. Op
zijn bureau op het
Rode Kruis ont
ving hij zeer ve
len en had een
ieder gelegenheid
hem met zijn be
langen te bena
deren. Daarvan
werd steeds een
druk gebruik ge
maakt. Met een
as internationaal. Ik ben nog altijd onuitputtelijk geduld en vervuld van
niet te spreken over deze laffe
traliteit, die oorzaak geweest is van
de miskenning van de verheven be
doeling en symboliek van dit ge
schenk. Er bestonden twee moge
lijkheden voor de ontvangers: of
ereplaats geven, overwe
gend dat het Vredespaleis in een land
stond dat in grote meerderheid be
woond werd door christenen
het geschenk zulk een grote symbo- zoveel voor de
bereidheid tot helpen ondersteunen,
hoorde hij er de noden van elkeen
aan. Deze werkkring had tot zijn
dood zijn gehele hart; hij had zo'n
intense behoefte om leed te helpen
verzachten.
Ook kwam hij in de padvinders
beweging
De buitenman in hem bleef welis-
bestaan, doch hij had in de stad
lische betekenis had, of het niet
aanvaarden wegens het internationa
le karakter van het paleis. Men had
nooh de moed tot het één, noch de
moed tot het ander en zo belandde
het geschenk ergens achteraf.
Enige Argentijnse dames waren
/ereengekomen om het geschenk
..an te bieden. Bij de velen die ik
toentertijd ontving, behoorden ook zij.
Zij vroegen mij bij die gelegenheid
mijn portret met handtekening.
belangen te
doen, er was zóveel in te werken,
en zóveel arbeid te verzetten, dat
hij toch veel in de stad vertoefde.
Menig bejaard Hagenaar herinnert
hem 's morgens wandelend naar het
bureau van het Rode Kruis over het
Voorhout, door de Vos-in-Tuinstraat
naar de Prinsessegracht, waar het
gebouw van het Rode Kruis zich be
vindt, steeds vergezeld van ons huis
vriendje, zijn tackel Helga. Aan de
ze tackel was hij zeer gehecht. Dat
Ik schreef daarop: „Christ avant blijkt wel uit de woorden, die hij
tout", overtuigd, dat wij althans
kaar begrepen.
Waarschijnlijk hebben deze dames
dit portret aan de pers laten zien
Later werden deze woorden bekend.
,U^J zonder dat iemand hun werkelijke
irsprong wist.
later op de grafsteen van Helga liet
beitelen:
Hier ligt mijn trouwe hond
die alle deugden in zich vereend'.
Kon men met dieren vriendschap
hebben.
Zo ligt hier wel mijn trouwste
oorlog voor ons volk met zich mee
bracht, kwam in de eerste dagen van
1916 ook nog een grote watersnood
ons vaderland teisteren. Felle stor
men dreven het water met kracht
tegen de Zuiderzeedijk. Van Anna
Paulowna en Ewijk tot Spakenburg
en Bunschoten bezweken de dijken
of werden op vele plaatsen over
spoeld. Zelfs Hoogland werd over
stroomd en ook Marken liep onder.
De bevolking, op zolders en daken
gevlucht, bracht angstige dagen en
nachten door. Hele stukken huizen
verdwenen in enkele ogenblikken in
de golven. Alleen per boot waren de
noodgebieden nog te bereiken, een
wegennet was er niet meer.
De dijken waren verwaarloosd, of
wel zij waren niet hoog genoeg. De
doorbraken en overvloeiingen ont
stonden daar, waar geen andere,
meer binnenwaarts gelegen keringen
het water konden tegenhouden.
Noord-Holland liep verder onder
dan iemand had kunnen berekenen
of vermoeden. Tot aan de Zaan. ja,
hier en daar bijna tot aan de duin
rand, was Noord-Holland één water
vlak. Ook het lager gelegen gedeel
te van Utrecht moest het ontgelden.
De stormvloed herhaalde zich meer
dan eens en dat over het reeds on
dergelopen land, dat geheel weerloos
lag.
Onze gemobiliseerden bewezen on
schatbare diensten bij het redden
van mensen en vee. Zij verleenden
ook overal hulp met het beschikbaar
stellen van militaire voorraden. Ook
hielpen zij het dijkleger met het ma
ken van noodwaterkeringen en het
versterken van de dijken. Noord-Hol
land dat zo'n grote veestapel en zo'n
ontwikkeld veehoudersbedrijf bezit,
moest met vaartuigen van allerlei
aard geholpen worden dit vee in vei
ligheid te brengen.
Monnikendam bleef aanvankelijk
gespaard en de ruime kerk ontving
gastvrij paarden en vee, terwijl de
bevolking, wonende om de door wa
tersnood getroffen gebieden, de
vluchtelingen gul ontving -en onder
dak gaf. De doorbraken waren veel
te groot en lagen te gevaarlijk om in
de winter gedicht te kunnen worden.
Men moest zich dus bepalen tot het
opwerpen van zeer onvoldoende ke
ringen. De gehele winter bleef de on
gerustheid voortbestaan en was de
toestand bij stormweer hachelijk.
Onmiddellijk gingen mijn man ,en
ik de toestand in ogenschouw nemen.
Wij namen elk verschillende gebie
den voor onze rekening, opdat het
gehele rampgebied spoedig bezocht
zou worden. Wij mochten daarbij
geen enkele geteisterde streek of
plaats overslaan. Dit overslaan zou
op die streek in het oog der bevol
king een stempel hebben gedrukt
van minder ernstig getroffen te zijn.
Het is een algemeen menselijke trek,
dat, wanneer er een ramp gebeurt,
ieder zich gaarne wil beschouwen als
behorende tot de meest ernstig ge
troffenen.
Ik voer, zonder dat de ondiepte be
zwaren opleverde, met een bootje
QNZE vakantie namen wij meest-
al in het najaar. We gingen dan
naar Steinfeld. Ik bleef daar dan
de gehele tijd, mijn man trok er
op uit om herten
[te schieten in de omgeving van Lud-
wigslust.
Later, toen hij het buitengoed Dob
bin gekocht had, brachten wij een
vacantie aldaar dooi
en verdeelden onze tijd tussen mam
ma en Dobbin. In Dobbin trachtten
*'i) altijd een familiebijeenkomst te
hebben. Er hoorden veel bossen bij
»aar door familie en anderen veel
gejaagd werd. Dobbin was, zoals
ieder Mecklenburgs herenhuis, ge-
'egen aan de korte zijde van het
de lange zijden stonden al
de gebouwen van het grote boeren
bedrijf. In dat bedrijf in Dobbin ging
nogal wat om. er waren een paar
honderd koeien, verscheidene kud
den schapen, tientallen paarden en
*el een veertig a zeventig veulens.
De omgeving van het huis was
bijzonder mooi: een klein park dat
"verging in de velden en met gras
begroeide heuvels, waarop hier en
daar prachtige oude eiken stonden
,Ln in de verte het meer met zijn
dlanden waarheen ons vee 's zo
mers al wadend en zwemmend zijn
*eg zocht om er te grazen. Een hele
uitgestrektheid van dit meer be
hoorde tot Dobbin; het was wel
twintig minuten in de motorboot tot
we de watergrens van Dobbin be
reikt hadden. Op het landgoed lag een
dorpje, dat door onze mensen be
woond werd, en een landelijk kerkje.
W;j kozen als reisgezelschap per-
tonen uit onze omgeving, die onze
lenoegens en smaak konden delen.
Allen waren we toen meer of min-
over het anders zo vruchtbare land.
Bij de eerste watersnood was Am
sterdam enige dagen mijn hoofd
kwartier. Zowel om zijn ligging vlak
bij het ondergelopen gebied, als om
de hulp die Amsterdam aan de
vluchtelingen "bood. De hulporganisa
tie was geheel geïmproviseerd met
veel vrijwillige helpers en helpsters.
Mijn man ging eerst naar Marken,
Hoogland. Spakenburg, en Bunscho
ten en regelde daar de hulpverlening
van het Rode Kruis. Daarna ruilden
wij van gebied en toog ik naar Mar
ken en de andere juist genoemde
plaatsen. Marker gemobiliseerden
roeiden mij over hun eiland en ga
ven mij met jeugdig vuur alle inlich
tingen.
In Spakenburg en Marken waren
in de nacht der verschrikking kinde
ren geboren op zolder, terwijl de gol
ven met donderend geraas onder de
hanebalken van het dak spoelden.
De moeders brachten de nacht op
één van deze balken door. Ik bood
aan te peet te staan over deze jong
geborenen. In Spakenburg was het
Aartje Wilhelmina Vedder en in
Marken Lijsje Wilhelmina van Riel.
Toen ik dit voorstel deed, stond mij
het voorbeeld van mijn grootvader
vtior de geest. Jaren tevoren ha<} ik
in de levensbeschrijving van mijn
grootvader door Bosscha gelezen,
dat hij een moeder, die aan haar
kind het levenslicht schonk tijdens
een dijkdoorbraak, had voorgesteld
peet van .dit kind te zijn. Ik houd
veel van mijn petekinderen en sta
nog altijd in relatie met hen.
Ook Anna Paulowna was zwaar ge
troffen. Het was een lange tocht de
getroffenen en ook hun gastheren en
gastvrouwen op te zoeken.
Van llpendam werd zelfs de veen
grond weggespoeld, waarop de een
defokkers hun eenden hielden. Hier
mede was hun eigendom verdwenen
en hun gehele bedrijf was te gronde
gericht. De eenden werden in een
ander deel. van het land gastvrij op
genomen en verzorgd. De Ilpendam-
mers zelf trof ik in Amsterdam aan.
Veel erger dan in de eerste door
braak en zijn gevolgen, was de twee
de stormvloed, die over al het wa
ter verder opjoeg en een schier wan
hopige situatie deed ontstaan. Het
waren bange nachten, want de weer
stand die geboden kon worden, was
slechts die van de in allerijl opge
worpen bekistingen, gevuld met
zandzakken, die natuurlijk niet tegen
een zware stormvloed bestand wa-
Purmerend hield het. Hierdoor
kon de dam aldaar een iets steviger
karakter gegeven worden. Monniken
dam, „de vesting in de golven", zo
als toen deze Zuiderzeestad genoemd
werd, bezweek echter.
Ik ging voor de tweede keer naar
Amsterdam en nam Juliana mee om
de dijkbreuk van de eerste storm
vloed bij Monnikendam te zien. Mon
nikendam. dat ik toen nog veilig
waande! Juliana kon toen gelukkig
nog niet beseffen, hoe benard en el
lendig de toestand was. Ik zal nooit
vergelen hoe ik, toen wij met het
bootje naderden, reikhalzend uitzag
naar de dafn van zandzakken, die
boven het water moest uitsteken, en
maar niets dan water, water voor
mij zag. Met ontsteltenis begreep ik
toen ineens wat had plaats gegrepen
en voor mijn geest rees de nacht
van verschrikking die de bevolking
had doorgebracht. Ik beloofde de
zwaarbeproefden te bezoeken, nadat
ik het grote oude gat in de dijk zou
hebben bezichtigd. Wij voeren dus
daarheen. Terug in Monnikendam
liet ik Juliana op de boot om haar
de droeve indruk te besparen en be
zocht de bevolking, die onder het ge
lui van de noodklok de nacht slape
loos en in angst had doorgebracht.
In Amsterdam teruggekeerd, stuur
de ik Juliana naar huis en ging de
volgende dag naar ^aandam. De
tocht ging per open motorbarkas
over de Oostzaan en heel het onder
gelopen land. Ik bezocht hen, die
door de ontstane ellende ziek gewor
den waren en deelde kinderkleertjes
uit aan moeders die alles kwijt wa
ren geraakt. Daarbij bood Ter Laan.
de bekende burgemeester van Zaan
dam, mij de helpende hand. Wij re
den verder door de Zaanstreek en
toen bracht de burgemeester mij bij
een der meest in gevaar verkerende
gezinnen, waarvan het wrakke huis
je dreigde in te storten. Het stond
geheel onbeschermd te midden van
storm en golven. Een wankel vlon
dertje was de enige verbinding met
de buitenwereld. Wij wandelden
daarover naar binnen, waar de man
ons ontving en naar een zolderka
mer bracht, de enige die het gezin
nog restte. Daarna reed ik naar Alk
maar, waar ik in de trein zou slapen
om de volgende dag verder te gaan,
doch die nacht kreeg ik het te kwaad
met bqf en koorts en ik moest naar
'huis vervoerd worden.
Het leed. dat de mensen getroffen
had, had diepe indruk op mij ge
maakt. Iedere keer als ik thuis
kwam, hoorde ik des nachts nog het
ritme, waarmee de deinende golven
deuren en ramen binnenstroomden
om het volgende ogenblik weer te
rug te vloeien, en het geklepper op
die maat van de open en dicht
slaande deuren. Duizenden en dui
zenden huizen was ik zo voorbijge
varen. Op wat eens de straten wa
ren. dreef het huisraad troosteloos
rond. ja, alle bezittingen van de be
woners. Met dat beeld voor de geest,
ging men zich yerwijtcn zelf in een
goed bed en een mooi huis te liggen.
Atoomfabrieken
hol veiligst
De Franse arts dr. Jamei, die met drie
andere dokters vijf Zuidslyvische atoom
geleerden heeft behandeld na een onge
luk met radio-actief materiaal, heeft up
e<-n persconferentie te Parijs gezegd, dat
I de atoom Industrie de veiligste van alle
is. Uit Amerikaanse statistieken blijkt
I volgens dr. Jamet, dat er slechts zeer
zelden ongelukken gebeuren. Hij schreef
dit toe aan de strenge controle in de
I fabrieken en aan de discipline onder het
personeel.
MORGEN TWAALF JAAR
een meisje als ieder ander
QESLAAGD voor
het zwemdiplo
ma. tot padvindster
geïnstalleerd, over
gegaan naar de zes
de klas van de la
gere school, geslaagd
voor hel verkeers-
examen het zijn
in een kinderleven
stuk voor stuk grote
gebeurtenissen,
waarop prinses Ma
rijke terug kan zien
wanneer zij morgen
haar twaalfde ver
jaardag viert. Maar
van nog veel groter
belang moet het
voor de jongste van
onze prinsessen zijn
geweest, dat in het
afgelopen jaar haar
bijlessen konden
worden stopgezet.
Vijftien maanden
lang kreeg zij die
bijlessen van de
heer P. Oost. di
recteur van het Prins
Alexander Instituut
voor slechtziende
kinderen te Huis ter
Heide. Aan zijn spe
ciale methode heeft
prinses Marijke het
bijvoorbeeld te dan
ken, dat ze op school
niet meer uit aparte boekjes met
grote letters hoeft te leren, maar
m slaat is om in alles gewoon met
de andere leerlingen van haar klas
mee te doen. En dat geldt ook bui
ten de school: de jongste Oranje
telg is een meisje als ieder ander
meisje; alleen draagt zij een sterke
bril.
vermogen van haar rechteroog is
goed vooruitgegaan, zo werd mede
gedeeld. Zij herkent nu niet alleen
bonte voorwerpen, maar ook het
gelaat van personen uit haar omge
ving. ondanks het feit. dat zij nog
te jong is om een brilletje te dra
gen. Er is echter weinig hoop. dat
het gezichtsvermogen van het lin
ker oog zich zal ontwikkelen.
lleter
Sindsdien werden van tijd tot tijd
doqr de buitenlandse vooral dc
Amerikaanse pers alarfherende
berichten verspreid. In december
1950 bijv. werd het bericht de we
reld ingestuurd, dat het gezichts
vermogen van het toen drie jaar
oude prinsesje achteruit ging. Prof.
dr. H. J. M. Wove uit Utrecht
constateerde, dat het niet slechter,
doch veeleer beter was geworden
en dat er geen reden was om ach
teruitgang te vrezen. Tevens werd
de verwachting uitgesproken, dat
prinses Marijke in staat zou zijn
het schoolonderwijs gewoon te vol
gen en ook in andere opzichten een
normaal leven te leiden.
Uit berichten en verhalen leerde
het Nederlandse volk intussen zijn
jongste prinses kennen als een meis
je met een zonnig karakter, altijd
vrolijk ondanks haar handicap, het
troetelkind van haar drie oudere
zusjes. Ze zong graag en veel en
wanneer hoogtijdagen defilerende
muziekcorpsen naar Socstdijk brach
ten, sloeg prinses Marijke met haar
handjes parmantig de maat. Ze
ging naar balletles en speelde
voor het eerst in 1954 mee in
het Kinderkerstspel op Soestdijk Ze
werd als kabouter lid van een pad-
vindstersclub. Bij allerlei gelegen-
met haar ouders
het publiek. En
1956 stelde een Engelse krant
lang hebben ko- haar verloving voor: met de zeven-
prins Bernhard jarige prins Charles van Engeland
AigSMMi
(Foto M. C'. Mcfjboom
If1 LKE honderd jaar stijgt de
temperatuur op aarde gemid
deld met twee of drie graden.
Dit is de mening van de weer
kundigen van de Amerikaanse
melereologische dienst. De ge
gevens, die tijdens het geofy
sisch jaar in het Zuidpoolgebied
zijn verzameld, wijzen volgens
de geleerden uit. dat de wereld
zich in een langdurige periode
van warmer worden bevindt.
De aarde is juist bezig zich te herstel
len van de laatste ijstijd. Op zich
zelf is dat niets bijzonders, want de
geleerden zeggen, dat onze planeet
in de 3000 miljoen tot 6000 miljoen
jaren van haar bestaan al heel wat
run deze koudegolven heeft gehad
Deze waren alle van betrekkelijk
korte duur. want zij vullen in
totaal maar een tiende gedeelte van
de hele aardgeschiedenis.
Wat nu de oorzaak is van deze tem-
peratuursstijging. is een probleem
waarmee de deskundigen zelf ook
zitten. Dr. H. E. Landsberg, de
directeur van het climatologisch
bureau van de Amerikaanse mete-
reologische dienst noemt cru aantal
theorieën. Een van de hypotheses
zegt, dat de verandering door de
mens wordt veroorzaakt.
Door zijn techniek, die zich steeds
meer ontwikkelt, legt hij als hel
ware een deken van kooldioxyde
over de aarde. Deze stof ontslaat
bij het verbranden van kolen en
olie. Deze deken vermindert de
warmteuitstraling van de aarde.
Maar het is volgens dr. Landsberg ook
heel goed mogelijk dat de tempera-
luursslijging aan een toenemende
uilstraling van de zon te danken is.
Over de oorzaken mag men het dan
niet eens zijn. de gevolgen van de
langzaam nader komende hittegolf
zijn als keiharde feiten duidelijk
waargenomen. Men heeft gemeten
dat de temperatuur aan de Zuidpool
langzaam stijgt. Meer gegevens ver
schaft het kale en naakte Zuidpool-
Maar aan dc Noordpool heeft men
ook nog veel gegevens op biologisch
en natuurkundig gebied verkregen
Dr. Landsberg noemt een paar van
de meest frappante verschijnselen:
In Alaska wijken de gletschers terug
in de Nobrdcliike IJszee is
tar half zo dik als tegen het
eind van de negentiende eeuw. Dc
haven van Spitsbergen blijft elk
jaar tweemaal zo lang open als in
if!12. In Lapland is de boomgrens in
30 jaar drie tot vijf kilometer naar
het noorden opgeschoven.
En langs dc rand van het hele pool-
gebied kan men waarnemen hoe
sommige planten zich met het ijs
terugtrekken en andere, die alleen
maar in warmere streken kunnen
leven langzaam maar zeker opdrin
gen naar het noorden.
Verleden jaar nog bood een oor
logsinvalide uit Wenen, toen dc een
of andere krant weer eens publi
ceerde. dat het jongste Nederland
se prinsesje door blindheid werd heden verscheen
bedreigd, haar één van zijn ogen of haar zusters
aan. Zoiets is altijd weer een roe
rend gebaar.- Jai
ningin Juliana c
dergelijke opofferende aanbiedingen
uit alle delen van de wereld ont- H lienen
vangen. Soms bood iemand zelfs
""Het "ifbekend. dat het koninklijk t Welsprekender dan dit .onderlij;
p.ar telkens weer diep getroflen W" S".
tas. dankbaar voor een ïo sore- anS" ö'Wljs van haar g:
kend blijk van medeleven
jongste dochtertje. Maar ook tel
kens weer hadden zij moeten ant
woorden. dat transplantatie van een
oog medisch niet mogelijk was en
de prinses dus met die spontaan
angeboden offers niet gebaat zou
zijn.
In 1956 bleek het noe nodig
hieraan officieel bekendheid te ge
ven. Met klem werd toen de. voor
al in het buitenland nog steeds le
vende. veronderstelling weersproken
dat prinses Marijke blind of bijna
blind zou zijn. Haar successen op
school waren toen reeds een be-
disch ingrijpen,
verklaard, was men er
het gezichtsvermogen
ogen zoveel mogelijk t
Phpj zelfstandigheid: op 12 juni verl icht
te prinses Marijke haar eerste of
ficiële daad in de dierentuin van
Rhenen. Daar aanvaardde zij na
mens de Nederlandse jeugd een
dromedaris en een jong pantertje,
door de jeugd van Pakistan aange
boden als blijk van dank voor de
Nederlandse hulp aan Pakistan na
de overstroming, die dat land in
1954 zo ernstig had getroffen. Voor
het front van een gezelschap offi-
genodigden. journalisten en fo-
i_ Bernhard
nn een der dic Ujd dal'
herstellen vooi uitgang
llcl
dan
lenlgcen had
loglijdcrsklinlck. Uit
schrik nog niet vergeten, toen be
kend werd dat het prinsesje, nog
slechts enkele maanden oud. moest
Utrecht-
llc delen
daarbui
ten stroomden toen dc betuigingen
van medeleven naar palels Soest
dijk, dat nog zo kort daarvoor
op 18 februari 1947 ondanks
ijzige kou het middelpunt van een
nationaal feest was geweest.
Op die dag was er voor het eerst
gesproken van Maria Christina.
Prinses van Oranje. Prinses van
I-lppe-Biesterfeld. Tijdens een vraag
gesprek voor dc radio rel prins
Bernhard o.a.: ..Het
/.onder mooi kindje; hi
blond en het heeft blauw
leerde prinses
■n kocht prins
een fiets. Van
i verblijdende
ntgang. Haar stap werd gelei
delijk vaster, haar bewegingen wer
den zekerder. En reeds aan het
einde van dat jaar fietste ze door
en daarbuiten met een
doen wonderbaarlijk gc-
nak.
Niets bijzonders
literaard kent het grootste deel
ran het Nederlandse volk zijn prln-
tijdschrift,
de hoftu
eiilczc
ellen
i tijd i
laa
tijd dc kran-
nlcuws over
lustig o|
aan haar Is
In dat eerste jaar leefde het Ne- draagt alleen
dcrlandse volk in zorg om het lot
van de baby op Soestdijk. Het com
muniqué. dat op haar eerste ver
jaardag verscheen, was echter ta
melijk geruststellend. Het gezichts-
hoogtcpunlcn uit haa
waren dc laatste jaren ook diverse
berichten en foto's van prinses Ma
rijke bij. Zij vertellen hetzelfde wal
mensen, die haar geregeld ontmoe
ten. uit eigen aanschouwing beves
tigen kunnen: onze jongste prinses
is een meisje als ieder ander meis-
cc. u.j- Jf ™,haar !eef.tijd: 7'i
Is donker- da.nat' r" rrnl er even
ls haar vriendinnetjes;
bijzonders zij
sterke bril.
htingen van prof. We-
fijn dus bewaarheid. Bal Is op