ZONDAGSBLAD
Escoriaal, het kasteel van
de nieuwe kruistocht
Oriana": zonder masten
Boeken
KLOKKEMAAKSTER
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1959 I
WAS HU HET?
Onrustig speelde Hendrik Haver met het lege bierglas, terwijl hij
van opzij de pas binnengekomen bezoeker opnam.
Ja, hij moest het zijn I
Een baard, een vlinderdasje, een lange, ruige overjas hèt type
van de bohémien.
Zo zag hij er dus uit.
Even nog bleef Hendrik Haver de „baardman" nakijken, tot deze had
plaats genomen aan een leeg tafeltje vlak bij de tapkast. Toen draaide hij
zich om en dacht na. Wat nu te doen
Het beste zou natuurlijk zijn om nu maar direct naar de man in kwestie
toe te stappen enne Maar zou dat niet erg brutaal zijn? Zou hij
zo iets durven?
en iele in slokje.
Even voelde hij
n colbertje: het
HIJ BESTELDE nog een glas bier, hoewel
hij er eigenlijk helemaal niet van hield.
Maar hij wilde flink zijn, hij wilde zich
een echte ir«*n tonen. Had hij niet er
gens gelezen, dat soldaten, die een bijzon
der moeilijke en gevaarlijke opdracht
•moesten uitvoeren, zich van tevoren moed
'indronken? Welnu
Hij nam voorzichtig
zette het glas weer nee
in de binnenzak van
•manuscript was er no
..Wel verdraaid", mompelde Hendrik
Haver. ,.Ik word straks zelf nog een ma
nuscript".
Met een plotselinge beweging schoof hij
zijn stoel achteruit.
..Nu of nooit", dacht hij. „Ik ben niet
naar dit duistere hol gekomen om me zelf
te tracteren op dat vocht. Ik ben hier ge
komen om Ernest Woestheim te spreken.
En hij móet naar me luisteren. Hij móet.
Ik zal hem mijn manuscript onder de
neus duwen. Ik zal hem vragen.
Schijnbaar vastberaden liep hij op het
tafeltje van de „baardman" toe.
„Meneer", zei hij zachtjes.
Er volgde geen antwoord. De dichter
zat. het gezicht half naar de muur ge
keerd, strak voor zich uit te staren.
„Meneer", riep Hendrik Haver wat har
der.
„Riep U mij?". De kelner, die soezerig
van de warmte een beetje had zitten dut
ten, achter de tapkast, sprong verschrikt
overeind.
„Wat wenst U meneer?"
„Oh.ehzeg, schenk me nog een
glas bier in."
..Zoals U wilt. meneer".
Inwendig foeterend op zichzelf liep Hen
drik Haver terug
naar zijn plaats
en om zijn figuur
te redden, dronk
hij het nog bijna
geheel gevulde
glas, dat op het
tafeltje stond, snel
leeg. Maar niet
Dc kelner, die
hem op de voet wa
deed.
„Het bier is weer best meneer zei de
man grijnzend. „Zal ik nog maar een fles
je voor U halen, meneer? Dan hoeft U
niet zo vaak heen en weer te lopen."
„Ehja, dat is goed kelner."
URIE GLAZEN en één flesje. En nog niets
bereikt' Wat een toestand. Die Elemans
met zijn goeie raad. „Joh", had Elemans
gezegd, „probeer in de gunst te komen
bij Ernest Woestheim. Laat hem je ge
dichten lezen. Als hij ze goed vindt, schrijft
hij misschien wel een aanbeveling voor
je. Je kunt Woestheim bijna iedere avond
aantreffen In café „Bizarre". Ja. ja, Ele
mans bedoelde het goed. Zeker, zeker.
Maar ondertussen zat Hendrik Haver hier
zijn tijd te verdoen en zijn geld te ver
brassen, biertjes te drinken
„En toch moet ik hem spreken", sput
terde hij. „Vanavond nog. Ik heb geen zin
hier nóg eens een avond naar toe te gaan.
Al zit hij dan gevangen in de ban der
muzen, die man móet naar me luisteren.
Het leek bijna heiligschennis, maar het
moest. Het moest.
Nog hijgend zei hij:
„Een minuutje maar, meneer. Een halve
minuut. Een paar seconden. Leest u alstu
blieft mijn manuscript eens door. Ik ben
ook een dichter. Een klein dichtertje."
„Zo. Hmm", gromde Ernest Woestheim.
„Alstublieft meneer". Hendrik pakte zijn
manuscript en reikte het de man aan.
„Zo. Hmm. Dank u. Dank u zeer."
Het manuscript verdween ergens onder
de ruige overjas. En reeds wandelde de
dichter weer verder.
Hendrik bleef staan. Hij kon wel juichen
en zingen, dansen, springen en jubelen.
Alles tegelijk. Maar hij deed niets. Hij
stond alleen maar. En hij keek. Hij keek
naar die man: nu nog slechts een donkere
vlek. die zich snel oploste in de omringen
de duisternis
„Hij heeft het." fluisterde hij zachtjes
tegen zichzelf.
„Jongen. Hendrik, Ernest Woestheim heeft
en gelukkig.
Net wou hij de sleutel in het slot steken,
toen de deur al open ging. Verbaasd keek
hij zijn hospita aan. Wat een ontvangst.
Zoiets gebeurde ook niet elke dag.
„Meneer", fluisterde de hospita, „er zit
een man op u te wachten. Ik heb hem in
iuw kamertje gelaten."
Een man! Nu al! Met een nauwelijks on
derdrukte vreugdekreet stormde hij de trap
op. ging zijn kamer binnen
Maar het
TYE INSPECTEUR pakte iets uit zijn tas
•L' en legde dat op tafel. „Er is in
gebroken bij jonkheer van Staveren. Bij
ons onderzoek vonden we deze papieren
met uw naam en adres er op. Gedichten,
naar ik meen. Een manuscript!"
Een manuscript! Zijn manuscript!
Hendrik Haver werd wit van schrik. Hij
keek de inspecteur aan.. „Hoe. komt..U..
daar., aan?" bracht hij eindelijk uit.
„Zoals ik U al zei, de politie vond dit
geschrift in het huis van jonkheer van Sta
veren. Het lag in de huiskamer, op de
grond, vlak bij een ouderwets buffet, waar
van de laden geopend waren. Uit die laden
was geld verdwenen, een paar duizend gul-
„Een paar duizend gulden? Maar..
„Waarom niet, als ik U vragen mag?"
De inspecteur keek Hendrik Haver door
dringend aan.
„Omdat.ik ben geen dief... ik ben nooit
in dat huis geweest."
„Had U dit manuscript bij U, toen U in
café „Bizarre" zat?"
„Ja meneer."
„Waarom? Kon U zo moeilijk scheiden
van Uw geesteskind?"
„Ik wou., ik wilde.."
Moest hij nu werkelijk de naam van Er-
nest Woestheim noemen? Verraad plegen?
Verraad? Maar Ernest Woestheim was toch
geen ordinaire inbreker?
„Wat wilde U?"
Onbarmhartig ging de vragensteller door.
„Wat wilde U?"
„Ik., ik weet het niet."
„Had U het manuscript nog, toen U op
de Keizersbrug liep?"
„Ja, ik geloof het wel, ik weet het niet..."
Arme Hendrik. Hij was helemaal in de
war. Hij begreep niets van wat hem nu
overkwam. Dit ene wist hij alleen zeker:
Als Woestheim een dief was en het leek
er veel op hij zou hem niet verraden.
„Met wie praatte U in de Oudemans-
steeg?" Ook dat nog. Ook dat wist die vre
selijke man.
„Ik praatte., eh.. met een., vriend."
„Hoe heette die vriend?"
„Ernest Woestheim."
ge-
tiij
B6N (COta V&tHM
JOS. A. BRUSSE
gevolgd, zag wat hij
niet Ernest Woest
heim. die daar zat.
Aarzelend bleef
Hendrik Haver
„Wie bent u?",
vroeg hij onbe
holpen.
Dc vreemde
stond op, lachte
even. Toen stelde hij zich voor.
„Looysen, inspecteur van politie".
„Politie?? Maar maarwat
zoekt U. in vredesnaam
„Gaat u even zitten", antwoordde de in
specteur „Ik wilde u graag een paar vra
gen stellen. Een sigaret?"
Clruaa Dank tl Hpn
chend Heten de nieuwkomers zich neervallen
op dc her en der verspreid staande stoe
len. Toen gebeurde het.
Ernest Woestheim stond op. betaalde en
verdween. Wel nu nog mooier. Hendrik
Haver stond ook op.
„Afrekenen kelner", riep hij gejaagd
„Meneer, ik kom bij U. Een ogenblikje
Een ogenblikje" Nee. nee. geen seconde
mocht hij verliezen.
HIJ GRAAIDE in zijn portemonnaie en
gooide wat geldstukken op tafel. Direct
daarop trok hij zijn jas aan.
„Meneer, meneer", riep de kelner.
„Ja. ik heb het geld hier neergelegd.
Ik heb haast."
Het volgende ogenblik stond hij op straat
Hij keek de gracht langs In dc verte zag
hii Emest Woestheim gaan, dicht langs
aterkant. Nou. die had ook haast.
Hendrik Haver begon te lopen, te lopen!
Hij moest en hij zou de dichter inhalen
Als hij hem
dan wel
niet te spreken kreeg.
I, die hij tegenkwam.
De weinige
keken hem verbaasd na. Het kon hem
schelen. Voort! Nauwkeurig hield hij zijn
„prooi" in dc gaten. Als de man nu maar
niet in een zijstraatje verdween. Daar zou
het moeilijk zoeken zijn. Lopen! Lopen!
Tot zijn grote voldoening merkte Hendrik,
dat de afstand tussen hem en zijn „slacht
offer" snel kleiner werd Volhouden! Nog
even volhouden! Bij de Keizersbrug sloeg
Ernest Woestheim links af. Nu kwam het
er op aan Want daar aan de overzijde
van het water, aan de andere kant van de
brug. bevond zich een doolhof van straatjes
en steegjes.
De benen van Hendrik begonnen te pro
testeren. Dat hij ook zo veel bier gedron
ken had' Niet aan denken Doorzetten-
Volhouden' Daar was de brug. Nog vijftig
meter' De dichter had de overkant reeds
bereikt Hij verdween in het donker van
de Oudemansstceg. Nog veertig meter. Der
tig. Twintig.
steegje bleef
hij «ven staan. Wat zocht de dichter hier7
Waar was hij gebleven?
Ah. daar liep hij. Op nog geen tien me
ter afstand.
„Mijnheer."
De dichter liep onverstoorbaar verder.
„Mijnheer
Hendrik Haver was nu vlak naast hem
en tikte de man zachtjes tegen de arm.
uwachtigheid eerst dé andere
„Kijk eens. meneer Haver ....oh,
u toch. niet?"
„Meneer Haver,
geweest Wat hebt i
„Ik ben in café „Bizarre" geweest".
„Juist. De gehele avond?".
„Nee. niet de gehele avond".
„Hoe laat verliet u het café?".
„Dat was om ongeveer half negen".
„Juist. Waar ging u toen naar toe?".
„Ik heb gewandeld."
„Alleen maar gewandeld?".
Ernest Woestheim was zijn geheim. Leuk
was dat. samen met de beroemde dichter
een geheim te mogen delen.
„Ja meneer, ik heb alleen maar gewan
deld". zei hij ..Maar wat ik u vragen
mag
De inspecteur maakte een afwerende be
weging met zijn hand.
„Laat u het vragen stellen liever, aan
mij over. als u wilt. U verliet dus café
„Bizarre". In welke richting wandelde u?"
„Ik liep de grachten langs."
„Naar rechts of naar links?"
„Naar rechts"
„Juist cn waarheen ging u toen?"
„Ik ging naarJa. waarheen eigen
lijk. Hij had zo maar wat lopen dwalen,
zonder doel.
„Ik weet het niet precies meer."
„Dat is erg jammer, meneer Haver. Zal
ik u eens helpen. U ging de Keizersbrug
over. En via de Oudemanssteeg. het Min
nelaantje, de Kikkerstraat en de Van der
Doesstraat belandde u op de Hooikade. U
sloeg weer rechts af en na ongeveer tien
minuten kwam u langs het herenhuis op
de hoek van dc Hooikade en de Leliedwars
straat. Het huis van jonkheer Van Stave
ren. Herinnert u het zich weer?"
„Nee, ik ben daar niet geweest. Ik ging
de Keizersbrug over, dat is waar. Maar
eenmaal in de Oudemansstceg aangekomen
keerde ik weer terug en ja nu weet ik
het, toen wandelde ik de Parkkade op
„Waarom keerde u terug?"
„Omdat. ..ik vond het daar een akelig
buurtje".
„Zo. Juist. Toch is er iemand die be
weert gezien te hebben, dat u de Oude
manssteeg helemaal uitliep Hij deed het
zelfde en hij zag u verdwijnen in het Min
nelaantje. Daarna nam u de Kikkerstraat.
Maar u liep zo hard, uw achtervolger raak
te te veel achter en verloor u uit het oog".
„Die manliegt".
„Heeft u er enig idee van wié u achter
liet in het minst meneer".
„Waarom verliet u café „Bizarre" zon
der te betalen?"
Wat! Nu werd Hendrik Haver toch wer
kelijk boos.
„Ik heb betaald. Ik heb het geld op tafel
""Ad„'o..r centen.
.Dat is gelogen. Guldens waren het. Ik
meen van drie. Is dat genoeg voor drie
glazen bier en nog een flesje van hetzelfde
„Meneer Haver, nu op de man af. Hoe
verklaart U dit?"
.ander Hij kon deze plotselinge ontkno
ping nog niet goed verwerken. Werktuige
lijk pakte hij een stoel.
Deze gehele week
Spanje vertoefd HET LEVEN
we zUn verfrist
weergekeerd „uit
het enige land.
waar de mensen nog hoffelijkheid
kennen". H. P. Leopolds Uitgevers
mij. N.V. te Den Haag had ons het
jongste (vertaalde) werk van
H. V. Morton gezonden, „Vreemdeling in Spanjeen we hebben er
zes volle dagen voor genomen om het te lezen en vele gedeelten te
herlezen. Want Morton is een knap en boeiend verteller, die zijn lezer
weet weg te halen uit zijn omgeving en hem zonder veel Inspanning
naar vreemde landen voert. Al vele, vele jaren is het geleden, dat we
hem voor het eerst ontmoetten. Eerst in „In de voetstappen van Paulus".
daarna in „In de voetstappen van de Meester", later in „Langs Bijbelse
paden" en in zijn „Speurtocht doo B
zagen we hem weer in Spanje,
hebben ondergaan, er
doorkruist.
IB- bondig
Zuld-Afrika". En deze week dan
met hem de schoonheid
met hem in alle richtingen hebben
verKeKen. Hij had Ernest Woestheim ver
raden. Die zou hem nu nooit meer willen
neipen.
„Heeft U het manuscript aan Ernest
Woestneim gegeven?"
„Ja", Duisterde Hendrik.
„Weet U wel, wat U zegt? Uw jawoord
beieRent, dat U Ernest Woestheim oeschui-
digt van LnDraak."
Er volgde geen antwoord. Hendrik Haver
was verslagen. Verslagen? Verslagen? Maar
er Klopte leis niet. Hei manuscript was ge
vonden in het huis van jonkheer van Sla
veren Maar maar deksels nog aan
toe, dat hij daar niet eerder aan gedacht
«had. lil) sprong op, ging vlak voor de in
specteur staan en hij brulde het haast uit:
„in het huis op de hoek van de Hooigracht
en de Leliedwarsstraat is ingebroken. Dat
•kan waar zijn. Maar in het bedoelde huis
woont geen jonkheer van Staveren. Daar
„Wacht U even." De inspecteur stond
•ook op, liep naar de kamerdeur en opende
die. Er trad een man binnen. Een man met
een baard en een vlinderdasje. Een man in
een lange, ruige overjas.
„Ernest Woestheim", schreeuwde Hen
drik Haver ontzet.
,,U vergist U", klonk de stem van de in
specteur. „Die man is Ernest Woestheim
•niet. Ik ben Ernest Woestheim."
„Wat? U? Maar...
nE VERMEENDE INSPECTEUR barstte in
lachen uit.
„Het is heus waar, meneer Haver. We
•hebben een grapje uitgehaald. We hebben
een klein toneelstukje-opgevoerd. Maar het
is een stuk met een happy ending, zoals u
DE TIJD VLIEGT
Het postkantoor in het Canadese stadje Brantford, zo hebben we
gelezen, dat lange tijd de „spreeuivenlijd" op zijn grote klok heeft
gehandhaafd, gaat nu omschakelen op de Canadese standaardtijd. De
„sprecuwentijd" is n.l. niet helemaal betrouwbaar gebleken.
Jaren achtereen zochten de Canadese spreeuwen rust op de grote
wijzer van het uurwerk. Het gevolg was, dat de tijd na het hele uur
sneller ging en na het halve uur langzamer. De bevolking van
Brantford was daar al lang aan gewend, maar de directie van de
PTT vond deze tijdaanwijzing tenslotte toch niet helemaal voldoen
en laat nu een glas voor de wijzerplaat aanbrengen, zodat de spreeu-
ï^wen er niet meer bij kunnen.
Morton is
reiziger en als ge met hem op
stap gaat moet ge wel, zoals
dat heet, een lange adem heb
ben. Ge gaat met hem langs
bijna onbegaanbare wegen, uren
brengt ge door in oude paleizen,
in vorstelijke kathedralen, in
onvermoeid Europa en Amerika voor zichzelf
9?
nodig had. Het is eigenlijk de cel
van een monnik, een soort copie
van de kamer te Yuste, waar zijn
vader was overleden."
Wereld
„Dit is de kamer, waarvan hij
n- placht te zeggen, da' hij van
vangrijke musea. Maar ge zit daaruit de wereld regeerde met
ook met hem op terrasjes, ge- een paar centimeter papier. Be-
nietend van de koffie en drome- halve de stoel en het bureau
rig starend naar het geflaneer staat er nog een stalen kast. die
van mannen en vrouwen op de aan zijn vader had toebehoord en
grote boulevards of in de nauwe voorts nog een boekenrek, een
straten of op een oud plein. En vergulde wereldbol en een bij
terwijl ge daar zit vertelt hij het klooster gevonden magneet,
uit Spanje's rijke historie. Ver- die meer dan 17 kilo kon dragen,
telt hij van de grandes, van de Daar Philips niets van magneten
vorsten, de oorlogen, de Moorse afwist, beschouwde hij deze mag-
overheersingde Spaanse en neet als een soort wonderding. Zo
de Moorse kunst, en van de groot kan de kracht van een per-
grote ontdekkingsreizigers: Co- soonlijkheid zijn. dat een kamer
lumbus, Cortez, Pizarro, die het ais deze na al die jaren niet de
gebied van Spanje belangrijk indruk maakt onbewoond te zijl
vergrootten. Het is een kamer, waar een s
onderzoekende, waakzame s
Dc gebroeders Pizarro vooral j tt j t
„beleefden onvoorstelbare avontu- neerst. wat ten sioue ie
ren Ze waren als verstomd toen vreemd IS want hoeveel mei
se de juwelentulnen van de Inca uit hoeveel landen werden
te Cuzco zagen, waar smaragden deze kamer uit niet met
in de vorm van bloemen en edel- waakzaam oc
stenen flikkerden temidden van Bps' spi°"n®a
?Snd'BZelakzka"en° dï^Sinkhfke ™«^de"ta"d"en" daS' iijn ëi'gen dodm»"tii"rtn. H« "tieef~40.0M mem. Deze zijn nu vervallen
mummies te Coricancha, gehurkt ambassadeurs Alle geheimen van bruto register ton. Het zal «M
in hun met goud en met juwelen Europa bereikten deze karnei
bestikte gewaden. Ze zagen de werden zorgvuldig in
grootste Zonnetempel, zoals deze vastgelegd
was voordat 1 J"~J |jf
ten goud
Sinds de dag, waarop Hudson met de „Halve Maen" Amster-
im verliet, heeft het schip in het algemeen een grote ontwikke-
soort ling doorgemaakt. We hebben daaraan zitten denken, toen we de
akzame sfeer Lloyd-Mail in handen kregen, het huisorgaan voor het personeel
van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, waarin een foto is op
genomen van de „Oriana", een schip van de Orient Line, dat in
1960, naar men verwacht, op de route naar Australië zal wor
den ingezet.
voorviel in
dossier
bruto register
passagiers
passagiers
i zevenhonderd pla-
de muren haalden
de kroonlijst van zuiver goud
wegbraken. Deze mannen, die
nooit een cent hadden bezeten,
verdobbelden nu gouden schalen
en smaragden en gingen daarna
op nog meer roof uit. Ze waren
ook de eersten, die het fantas
tisch verhaal van de Vergulde
El Dorado te horen kregen.."
Hoofdkivartier
Wat ons het meest heeft ge
boeid is Mortons beschrijving van
het Escoriaal, het granieten hoofd
kwartier van de contra-refor
matie, van waaruit Philips de
Tweede een nieuwe kruistocht
Henry Hudson verkende
een rimer
de i
komen elektrische kranen
1500 voor in de plaats. Dit maakte een
de toeristenklasse mast noodzakelijk voor de radar
en, en de crew telt scanner en voor de vlaggelijnen.
De openingen in de ziiden van de
jk zou de „Oria- voorsteven dienen om de meertou-
„in het geheel wen door te laten, terwijl zij te
vens licht en lucht geven aan de
daar liggende overdekte ontspan
ningsruimte voor bemanningsle-
Als ge later nog eens wat met
de „Oriana" te doen wilt hebben:
de firma Ruys en Co. treedt als
die hij de Hudson-rivier hoofdpassageagent voor Neder-
t «..J iand van de Orient Line op.
dernam. „Hier in deze omge- b« „zicjV>°.ï„e"
ving", zo vertelt_hij, „schijnt
We zouden het gehele boek voor
u willen overschrijven, zo dit niet
was verboden. Philips
merkwaardig man.
een hoge hoed zonder rand, om
de hals een geplooide kraag. Toen
hij stervende was liet hij zijn
noemde. Henry Hudson moet
eigenzinnig mens zijn geweest,
maar die eigenzinnigheid heeft
voor Nederland wel baten afge
worpen. Zijn exploraties zijn
'„Hij"" droeg mers> in h.et bijzonder
sterdam, niet zonder resultaat ge
bleven.
,Zie mij aan, dit lot wacht de
'het ,'ïïrt pKii|S*teti,,b,SS we«!d kontokrijkea. Een,
Tentoonstelling
ik i
i lig".
begrijpen. Door een gelukkig zal W liggen w:
toeval bleven de kamers waar hij En zo waren wc dan deze ge
werkte en ook zijn slaapvertrek hele week in Spanje en we had
waar hij stierf het laatste nau- den de reis n-et wjjjen missen.
hut bSSÏÏrdenze zien trTog nauwelijks waren we terug
precies zo uit als toen hij in ie- er wachtte ons een andere
ven was. Ze konden niet eenvou- reis, een reis naar het verle-
diger opgericl-. zijn. een crucifix, den. We hoorden, dat het op 4
een stoel, een schrijftafel en een april 350 jaar geleden is, dat
krukje om onder een door jicht jjenrv Hudson een rivier ver-
geplaagdpbeenje zetten, dat* al- kende. die hij haar naam gaf,
«ra i pp p p en da^ dc uitgebreide han
delsrelaties tussen Amsterdam
en het latere New York tot ge
volg heeft gehad.
U heeft natuurlijk wel gehoord
jn van het Lectuurdepot "an het Ne-
,r_ derlandsche Roode Kruis want
zonder twijfel hebt ge eens een
lectuurhuisje zien staan langs de
tentoonstellingopenbare weg.
Daarom zal Henry Hudsor
Nederland en in Amerika wor
den herdacht. In het Koninklijk
Instituut voor de Tropen wordt op
26 maart
Benen
opend onder de titel: In het kiel
zog van Hudson. Er wordt, zo
hebben we gehoord, een histori
sche afdeling ingericht met kaar
ten, documenten, originele voor
werpen van Hudsons reis en een
overzicht van de ontwikkeling van
het zee- en luchtverkeer tussen
beide steden. Bekende Amerikaan-
se figuren zijn reeds uitgenodigd
om alle plechtigheden, die nog tulen verzonden",
worden georganiseerd, bij te wo
nen. „We werken momenteel zeker",
Bij de Schreierstoren worden aldus het verslag, „met een voor-
door raad van 175 ooo a 200.000 boe-
de Lectuurvoorziening is
thans een boekje verschenen en
daarin worden cijfers genoemd,
waarvan ge kunt duizelen. Door
de actie van het Rode Kruis wer
den in de periode '46'50 „onge
veer 750.000 boeken en meer daD
1 miljoen kilo tijdschriften (onge
veer 12 miljoen exemplaren) naar
Indonesië, Nieuw-Guinea. Korea,
Suriname en de Nederlandse An-
toespraken gehouden,
gramma: „Mijn aandacht werd Hudson had^
op een dag getrokken naar een flbj
grote raamadvertentie van een
van de kleine winkels bij het sta
tion te Brighton, waarop stond te
lezen: „Benen gevraagd". Ik
kwam wat naderbij om uit te vin
den waar ze die benen voor no
dig hadden. Toen ik
lage stond zag ik ei
kleiner lettertype onder
vertellen. Henry jhr. prof. dr. G. J. van Winter, ken, die dagelijks vermeerdert,
het Amsterdam
historicus van de Groningse uni- en met een "voorraad van vele
versiteit, de heer I. A. Aler, pre- duizenden kilo's tijdschriften,
sident-directeur van de K.L.M. en waaraan dagelijks enige duizen-
stadsbestuur de opdracht ont
vangen door de Noordelijke IJs-
zee naar Indië te varen, want d°or de Amerikaanse ambassa- den kilo's worden toegevoegd.
de Noord" deur in Nederland Philip Young. Toen de Hongaarse vluchtelingen
En het nationale muziekkorps j11 het najaar 1956 naar Neder
Om i
was tot dusver tevergeefs gezocht,
vin- Op 4 april 1609 voer hij met de
no- 20 meter lange' „Halve Maen"
eta- van de Schreierstoren weg. Maar
veel eenmaal op zee besloot hij in
staan: westelijke richting te koersen
1 pantalons te vullen". in 1609, in september, bereikte hij
uitnodiging ontvahgen naar de
Verenigde Staten te komen om
daar in verscheidene steden in de
Hudsonvallei uitvoeringen te ge-
Irnest Woestheim, ,,U had ge-
iij*. luen u zoeven opmerkte, dat in het
bewuste huis op de Hooigracht met een ze
kere jonkheer van Staveren woonde, maar
wel
„Present", riep de „baardman" en te-
Jelijk rukte hij zijn vermomming af. En
aar stond Elemans met een grijnslach
op zijn gezicht. Een verfomfaaide Ele
mans. Maar toch: Elemans, helemaal.
„Jij?" Hendrik Haver keek zijn vriend
in stomme verwondering aan. „Jij?"
„Vertel jij maar verder Elemans". lach
te Emest Woestheim „Want jij hebt de
auteursrechten van dit stuk."
„Ja Hendrik", zei Elemans, „ik had je
de raad gegeven naar „Bizarre" te gaan,
om Woestheim te ontmoeten. Maar jou
kennende, veronderstelde ik, dat je zou
uitzien naar een bohémien-figuur. En daar
om besloot ik een grap uit te halen. Ik
zette deze comedie in elkaar. Je had me
verteld, dat je vanavond zou gaan. Welnu,
ik ging gisteravond al. Ik klampte Woest
heim aan en vertelde hem. wat ik van plan
was. Nou, hij vond het prachtig en hij was
direct bereid mee te spelen Ook de kel
ner werd in vertrouwen genomen, evenals
je hospita. Nou en vanavond ging het er
dus op los. Mannetje, wat heb ik gelachen,
toen je in „Bizarre" dat extra glas bier
bestelde. En toen je mij dat manuscript
gaf in de Oudemanssteeg. Je deed ook pre
cies datgene, wat we van je verwachtten.
Tussen twee haakjes, er heeft natuurlijk
geen werkelijke inbraak plaats gehad. En
van dat zonder-geld-weglopen was ook
maar onzin Maar durf je nu nog vol tc
houden, dat je nog nooit in het huis van
jonkheer van Staveren bent geweest?"
„Ja zeker", antwoordde Hendrik, die
langzaam begon bij te komen, „je wilt
•toch zeker niet beweren, dat jij in de adel
stand bent verheven?"
me zo pas je vriend genoemd. Ik zou zeg
gen. laten we het daar maar bij houden, als
Je tenminste de vriendschap van een ge
woon mannetje op prijs stelt. En dan, ja
zie je. ik heb enkele van je gedichten ge
lezen. En voorzichtig uitgedrukt ik
geloof werkelijk, dat ze goed zijn."
„En om dat te weten te komen, zijn we
deze hele comedie tenslotte begonnen", be
sloot Elemans. „Me dunkt, dat we kun
nen terugzien op een bijzonder geslaagde
van Oosiermeer
Vervolg van voorpagina om er in Joure s
gietsels van te lat_
omdat ik op dit oude bankje zijn zoals gezegd, opengewerkt
een elektrisch motortje heb gezet, geven altijd
Anders kwam ik helemral niet boliek te zi
klaar. Voorts is die lange kope
ren ketting vaak versleten. Hoe
wel die machinaal vervaardigd
kunnen worden gebruik ik ze
nooit. Ik laat ze in Joure met
de hand maken. Daar is nog een
dood-ouderwetse „geelgieterij"
van de firma Keverling. waar
elke schalm met de hand
klokken. Dat de stoeltjesklok-
ken op der duur niet meer ver
vaardigd werden (na 1800) komt
omdat ze een zgn. spillegang
hebben (het uurwerk draait om
een spil), terwijl de staartklok
ken een ankergang bezitten, die
veel zuiverder de tijd registreert.
Goed 1850 raakte het ook ge
daan met het vervaardigen van
f* staartklokken. De oudste jaartal
len, die Gepke in deze klokken
heeft aangetroffen waren 1861,
of andere sym- 1862 of daaromtrent. Staartklok-
sk ie zien: een zandloper, ken met een later jaartal heeft
jaargetijden etc. gelijk men ze nimmer gezien. Dit moet ver-
ook wel op de wijzerplaten klaard worden uit de grote be
de staartklokken kan aantref- langstelling, die toen plotseling
voor een produkt van Duitse bo
dem ontstond.
Als we zo'n exemplaar bekij
ken kunnen we er moeilijk ge-
i het Leger des Heils heeft de land kwamen, kon onmiddellijk
- een intensieve inzameling van
Hongaarse boeken worden gehou
den, zodat na enkele weken 40
Hongaarse wisselbibliotheekjes in
de diverse kampen circuleerden".
In de periode '46'58 leverde
de inzameling „ongeveer 3Vi mil
joen kilo tijdschriften (is 40 mil
joen exemplaren) en ongeveer
1.090.000 boeken op. Uitgezonden
werden ongeveer 2% miljoen kilo
tijdschriften (is ongeveer 30 mil
joen exemplaren) en ongeveer
1.350.000 boeken (inclusief de aan
kopen)".
Misschien hebt ge u eens afge
vraagd: Wat heeft die boekenac-
tie van het Rode Kruis toch te
betekenen? Welnu, hier hebt ge
Bekoring
Een aparte bekoring bezit
op van zo'n klok soms. D tói) a
maakt. Zulke schalmen rekken gaans treft men daar Kleine ver- ye va
guide figuurtjes op aan, die heel meter,
vroeger -*
men uii cai lanu. i.iicr iveraen
HHÜSI zulke beeldjes hier in Friesland
'koperen""omhulsel k°l>" Maar alin
de bovenkant van ook staartklokken, die inplaats
van die beeldjes drie koperen bal
len dragen. Persoonlijk vind Ik
zulke klokken veel mooier. Die
beeldjes geven m.l. een uitheems
punctueel zal gaan lopen.
Dan is dikwijls de kop van het
gewicht versleten. Het gewicht
zelf is van lood gemaakt, doch
het heeft een
Nu is meestal
dit omhulsel verteerd o'
scheurd. Ik maak
val een nieuw koperen plaatje
op.
Verder blijken, als wij weer
een paar van die oude klokken
hebben opgespoord. de kleine
gewichtjes en kettinkjes nogal
eens onvindbaar te zijn. Ik zorg
dus, dat de ontbrekende delen
worden aangevuld. En het grote,
opengewerkte „medaljon" dat al
tijd onder op het schuifstuk zit,
en waardoor men de slinger
heen en weer kan zien gaan, is
ook meestal verteerd.
koper werd gemaakt. Alleen maakt in Joure.
boeid door raken. Het doet den
een vierkant schilderij-
veertig bij veertig centi-
/aarvan de zwarte gelak
te lijst ongeveer vijf centimeter
jtomstig uit Italië. Dc oude klok- breed is Dc wijzerplaat vertoont
landschapje
[ordt beschermd achter
in de vorige eeu
r blijkbaar wèg van
„De uurwerken die erin zaten,
waren stukken minder dan van
dc Friese klokken' zegt Gepke
cachet aan ro u klok" Tndcrcn ">"d" chauvinisme „Alleen
echter geven juist aan beeldjes de la*ers waren van k°Per- De
de voorkeur Een kwestie van res' «as hout."
smaak. Soms ontbreken er een
of meer var die ba'len. Aan mij
dan de taak. voor nieuwe
gen. Zoals
kastpennen. die in de zijwanden
dan uit eer dikke
was vervaardigd. Ik be:
stuk of vijf van zulke ..medal-
jons" en gebruik die telkens,
Daarmee is ze uitverteld Durk
I». u.truwc ic tur- Hoekstra heeft al die tijd geluis-
ooh meestal de ,erd' a's maar inttu.en
In dc zijwonden een ,°'id sc!™"s',uk dat
het schuifstuk horen Ie slt- rode, veï£ verwijderd en het on-
tneet vernieuwen". g.nele eikenhout gebeitst Dat
doet het óok wel' zegt hij- En
ehalve van het restaureren de vlammen van dit hout. die
t Genke ook van de historie nu zichtbaar geworden zijn, sor
teren inderdaad eer. prachtig ef-
m ge. fect. „Toch vind Ik rood mooier",
Grouw merkt Gepke nog op. ..Zó waren
vroeger immers allemaal."
Misschien gaat die beits er dus
Durk Hoekstra heeft
koper Andere klokkemakers trof
Dokkurn
In Bergurn maakte
ve staartklokken tevi
in Bergurn. nl. zélf gezegd:
mpn hphal- maar /n'n hioAl
dan het antwoord. En
cijfer te besluiten: zou men een
pad maken, waarop de uitgezon
den boeken en tijdschriften, dan
zou dit pad een lengte hebben
van ongeveer 8000 km, dat is de
afstand van Genève naar Alaska
via Amsterdam en de Noordpool.
Staking
We vinden onze minister van
maatschappelijk werk, mejuffrouw
dr. Marga Klompé een charman
te en voortvarende minister en
we zouden er niet aan denken een
staking te proclameren omdat zij
een zetel heeft in de minis
terraad. We weten nu, dat andere
landen niet zo gelukkig zijn met
hun vrouwelijke ministers. In
Guatemala bijv. zijn zesduizend
studenten en scholieren in staking
gegaan uit protest tegen de be
noeming van mevrouw Julia Qui-
nonez Ydigoras tot minister van
onderwijs. „Mevrouw Julia", zo
hebben de jeugdige stakers hun
houding gemotiveerd, „ontbreekt
het duidelijk aan de technische
en paedagogische bekwaamheid
om deze taak te vervullen". Van
dr. Marga Klompé is dit be-
zeggen.
slist i