ZONDAGSBLAD Escoriaal, het kasteel van de nieuwe kruistocht Oriana": zonder masten Boeken KLOKKEMAAKSTER ZATERDAG 7 FEBRUARI 1959 I WAS HU HET? Onrustig speelde Hendrik Haver met het lege bierglas, terwijl hij van opzij de pas binnengekomen bezoeker opnam. Ja, hij moest het zijn I Een baard, een vlinderdasje, een lange, ruige overjas hèt type van de bohémien. Zo zag hij er dus uit. Even nog bleef Hendrik Haver de „baardman" nakijken, tot deze had plaats genomen aan een leeg tafeltje vlak bij de tapkast. Toen draaide hij zich om en dacht na. Wat nu te doen Het beste zou natuurlijk zijn om nu maar direct naar de man in kwestie toe te stappen enne Maar zou dat niet erg brutaal zijn? Zou hij zo iets durven? en iele in slokje. Even voelde hij n colbertje: het HIJ BESTELDE nog een glas bier, hoewel hij er eigenlijk helemaal niet van hield. Maar hij wilde flink zijn, hij wilde zich een echte ir«*n tonen. Had hij niet er gens gelezen, dat soldaten, die een bijzon der moeilijke en gevaarlijke opdracht •moesten uitvoeren, zich van tevoren moed 'indronken? Welnu Hij nam voorzichtig zette het glas weer nee in de binnenzak van •manuscript was er no ..Wel verdraaid", mompelde Hendrik Haver. ,.Ik word straks zelf nog een ma nuscript". Met een plotselinge beweging schoof hij zijn stoel achteruit. ..Nu of nooit", dacht hij. „Ik ben niet naar dit duistere hol gekomen om me zelf te tracteren op dat vocht. Ik ben hier ge komen om Ernest Woestheim te spreken. En hij móet naar me luisteren. Hij móet. Ik zal hem mijn manuscript onder de neus duwen. Ik zal hem vragen. Schijnbaar vastberaden liep hij op het tafeltje van de „baardman" toe. „Meneer", zei hij zachtjes. Er volgde geen antwoord. De dichter zat. het gezicht half naar de muur ge keerd, strak voor zich uit te staren. „Meneer", riep Hendrik Haver wat har der. „Riep U mij?". De kelner, die soezerig van de warmte een beetje had zitten dut ten, achter de tapkast, sprong verschrikt overeind. „Wat wenst U meneer?" „Oh.ehzeg, schenk me nog een glas bier in." ..Zoals U wilt. meneer". Inwendig foeterend op zichzelf liep Hen drik Haver terug naar zijn plaats en om zijn figuur te redden, dronk hij het nog bijna geheel gevulde glas, dat op het tafeltje stond, snel leeg. Maar niet Dc kelner, die hem op de voet wa deed. „Het bier is weer best meneer zei de man grijnzend. „Zal ik nog maar een fles je voor U halen, meneer? Dan hoeft U niet zo vaak heen en weer te lopen." „Ehja, dat is goed kelner." URIE GLAZEN en één flesje. En nog niets bereikt' Wat een toestand. Die Elemans met zijn goeie raad. „Joh", had Elemans gezegd, „probeer in de gunst te komen bij Ernest Woestheim. Laat hem je ge dichten lezen. Als hij ze goed vindt, schrijft hij misschien wel een aanbeveling voor je. Je kunt Woestheim bijna iedere avond aantreffen In café „Bizarre". Ja. ja, Ele mans bedoelde het goed. Zeker, zeker. Maar ondertussen zat Hendrik Haver hier zijn tijd te verdoen en zijn geld te ver brassen, biertjes te drinken „En toch moet ik hem spreken", sput terde hij. „Vanavond nog. Ik heb geen zin hier nóg eens een avond naar toe te gaan. Al zit hij dan gevangen in de ban der muzen, die man móet naar me luisteren. Het leek bijna heiligschennis, maar het moest. Het moest. Nog hijgend zei hij: „Een minuutje maar, meneer. Een halve minuut. Een paar seconden. Leest u alstu blieft mijn manuscript eens door. Ik ben ook een dichter. Een klein dichtertje." „Zo. Hmm", gromde Ernest Woestheim. „Alstublieft meneer". Hendrik pakte zijn manuscript en reikte het de man aan. „Zo. Hmm. Dank u. Dank u zeer." Het manuscript verdween ergens onder de ruige overjas. En reeds wandelde de dichter weer verder. Hendrik bleef staan. Hij kon wel juichen en zingen, dansen, springen en jubelen. Alles tegelijk. Maar hij deed niets. Hij stond alleen maar. En hij keek. Hij keek naar die man: nu nog slechts een donkere vlek. die zich snel oploste in de omringen de duisternis „Hij heeft het." fluisterde hij zachtjes tegen zichzelf. „Jongen. Hendrik, Ernest Woestheim heeft en gelukkig. Net wou hij de sleutel in het slot steken, toen de deur al open ging. Verbaasd keek hij zijn hospita aan. Wat een ontvangst. Zoiets gebeurde ook niet elke dag. „Meneer", fluisterde de hospita, „er zit een man op u te wachten. Ik heb hem in iuw kamertje gelaten." Een man! Nu al! Met een nauwelijks on derdrukte vreugdekreet stormde hij de trap op. ging zijn kamer binnen Maar het TYE INSPECTEUR pakte iets uit zijn tas •L' en legde dat op tafel. „Er is in gebroken bij jonkheer van Staveren. Bij ons onderzoek vonden we deze papieren met uw naam en adres er op. Gedichten, naar ik meen. Een manuscript!" Een manuscript! Zijn manuscript! Hendrik Haver werd wit van schrik. Hij keek de inspecteur aan.. „Hoe. komt..U.. daar., aan?" bracht hij eindelijk uit. „Zoals ik U al zei, de politie vond dit geschrift in het huis van jonkheer van Sta veren. Het lag in de huiskamer, op de grond, vlak bij een ouderwets buffet, waar van de laden geopend waren. Uit die laden was geld verdwenen, een paar duizend gul- „Een paar duizend gulden? Maar.. „Waarom niet, als ik U vragen mag?" De inspecteur keek Hendrik Haver door dringend aan. „Omdat.ik ben geen dief... ik ben nooit in dat huis geweest." „Had U dit manuscript bij U, toen U in café „Bizarre" zat?" „Ja meneer." „Waarom? Kon U zo moeilijk scheiden van Uw geesteskind?" „Ik wou., ik wilde.." Moest hij nu werkelijk de naam van Er- nest Woestheim noemen? Verraad plegen? Verraad? Maar Ernest Woestheim was toch geen ordinaire inbreker? „Wat wilde U?" Onbarmhartig ging de vragensteller door. „Wat wilde U?" „Ik., ik weet het niet." „Had U het manuscript nog, toen U op de Keizersbrug liep?" „Ja, ik geloof het wel, ik weet het niet..." Arme Hendrik. Hij was helemaal in de war. Hij begreep niets van wat hem nu overkwam. Dit ene wist hij alleen zeker: Als Woestheim een dief was en het leek er veel op hij zou hem niet verraden. „Met wie praatte U in de Oudemans- steeg?" Ook dat nog. Ook dat wist die vre selijke man. „Ik praatte., eh.. met een., vriend." „Hoe heette die vriend?" „Ernest Woestheim." ge- tiij B6N (COta V&tHM JOS. A. BRUSSE gevolgd, zag wat hij niet Ernest Woest heim. die daar zat. Aarzelend bleef Hendrik Haver „Wie bent u?", vroeg hij onbe holpen. Dc vreemde stond op, lachte even. Toen stelde hij zich voor. „Looysen, inspecteur van politie". „Politie?? Maar maarwat zoekt U. in vredesnaam „Gaat u even zitten", antwoordde de in specteur „Ik wilde u graag een paar vra gen stellen. Een sigaret?" Clruaa Dank tl Hpn chend Heten de nieuwkomers zich neervallen op dc her en der verspreid staande stoe len. Toen gebeurde het. Ernest Woestheim stond op. betaalde en verdween. Wel nu nog mooier. Hendrik Haver stond ook op. „Afrekenen kelner", riep hij gejaagd „Meneer, ik kom bij U. Een ogenblikje Een ogenblikje" Nee. nee. geen seconde mocht hij verliezen. HIJ GRAAIDE in zijn portemonnaie en gooide wat geldstukken op tafel. Direct daarop trok hij zijn jas aan. „Meneer, meneer", riep de kelner. „Ja. ik heb het geld hier neergelegd. Ik heb haast." Het volgende ogenblik stond hij op straat Hij keek de gracht langs In dc verte zag hii Emest Woestheim gaan, dicht langs aterkant. Nou. die had ook haast. Hendrik Haver begon te lopen, te lopen! Hij moest en hij zou de dichter inhalen Als hij hem dan wel niet te spreken kreeg. I, die hij tegenkwam. De weinige keken hem verbaasd na. Het kon hem schelen. Voort! Nauwkeurig hield hij zijn „prooi" in dc gaten. Als de man nu maar niet in een zijstraatje verdween. Daar zou het moeilijk zoeken zijn. Lopen! Lopen! Tot zijn grote voldoening merkte Hendrik, dat de afstand tussen hem en zijn „slacht offer" snel kleiner werd Volhouden! Nog even volhouden! Bij de Keizersbrug sloeg Ernest Woestheim links af. Nu kwam het er op aan Want daar aan de overzijde van het water, aan de andere kant van de brug. bevond zich een doolhof van straatjes en steegjes. De benen van Hendrik begonnen te pro testeren. Dat hij ook zo veel bier gedron ken had' Niet aan denken Doorzetten- Volhouden' Daar was de brug. Nog vijftig meter' De dichter had de overkant reeds bereikt Hij verdween in het donker van de Oudemansstceg. Nog veertig meter. Der tig. Twintig. steegje bleef hij «ven staan. Wat zocht de dichter hier7 Waar was hij gebleven? Ah. daar liep hij. Op nog geen tien me ter afstand. „Mijnheer." De dichter liep onverstoorbaar verder. „Mijnheer Hendrik Haver was nu vlak naast hem en tikte de man zachtjes tegen de arm. uwachtigheid eerst dé andere „Kijk eens. meneer Haver ....oh, u toch. niet?" „Meneer Haver, geweest Wat hebt i „Ik ben in café „Bizarre" geweest". „Juist. De gehele avond?". „Nee. niet de gehele avond". „Hoe laat verliet u het café?". „Dat was om ongeveer half negen". „Juist. Waar ging u toen naar toe?". „Ik heb gewandeld." „Alleen maar gewandeld?". Ernest Woestheim was zijn geheim. Leuk was dat. samen met de beroemde dichter een geheim te mogen delen. „Ja meneer, ik heb alleen maar gewan deld". zei hij ..Maar wat ik u vragen mag De inspecteur maakte een afwerende be weging met zijn hand. „Laat u het vragen stellen liever, aan mij over. als u wilt. U verliet dus café „Bizarre". In welke richting wandelde u?" „Ik liep de grachten langs." „Naar rechts of naar links?" „Naar rechts" „Juist cn waarheen ging u toen?" „Ik ging naarJa. waarheen eigen lijk. Hij had zo maar wat lopen dwalen, zonder doel. „Ik weet het niet precies meer." „Dat is erg jammer, meneer Haver. Zal ik u eens helpen. U ging de Keizersbrug over. En via de Oudemanssteeg. het Min nelaantje, de Kikkerstraat en de Van der Doesstraat belandde u op de Hooikade. U sloeg weer rechts af en na ongeveer tien minuten kwam u langs het herenhuis op de hoek van dc Hooikade en de Leliedwars straat. Het huis van jonkheer Van Stave ren. Herinnert u het zich weer?" „Nee, ik ben daar niet geweest. Ik ging de Keizersbrug over, dat is waar. Maar eenmaal in de Oudemansstceg aangekomen keerde ik weer terug en ja nu weet ik het, toen wandelde ik de Parkkade op „Waarom keerde u terug?" „Omdat. ..ik vond het daar een akelig buurtje". „Zo. Juist. Toch is er iemand die be weert gezien te hebben, dat u de Oude manssteeg helemaal uitliep Hij deed het zelfde en hij zag u verdwijnen in het Min nelaantje. Daarna nam u de Kikkerstraat. Maar u liep zo hard, uw achtervolger raak te te veel achter en verloor u uit het oog". „Die manliegt". „Heeft u er enig idee van wié u achter liet in het minst meneer". „Waarom verliet u café „Bizarre" zon der te betalen?" Wat! Nu werd Hendrik Haver toch wer kelijk boos. „Ik heb betaald. Ik heb het geld op tafel ""Ad„'o..r centen. .Dat is gelogen. Guldens waren het. Ik meen van drie. Is dat genoeg voor drie glazen bier en nog een flesje van hetzelfde „Meneer Haver, nu op de man af. Hoe verklaart U dit?" .ander Hij kon deze plotselinge ontkno ping nog niet goed verwerken. Werktuige lijk pakte hij een stoel. Deze gehele week Spanje vertoefd HET LEVEN we zUn verfrist weergekeerd „uit het enige land. waar de mensen nog hoffelijkheid kennen". H. P. Leopolds Uitgevers mij. N.V. te Den Haag had ons het jongste (vertaalde) werk van H. V. Morton gezonden, „Vreemdeling in Spanjeen we hebben er zes volle dagen voor genomen om het te lezen en vele gedeelten te herlezen. Want Morton is een knap en boeiend verteller, die zijn lezer weet weg te halen uit zijn omgeving en hem zonder veel Inspanning naar vreemde landen voert. Al vele, vele jaren is het geleden, dat we hem voor het eerst ontmoetten. Eerst in „In de voetstappen van Paulus". daarna in „In de voetstappen van de Meester", later in „Langs Bijbelse paden" en in zijn „Speurtocht doo B zagen we hem weer in Spanje, hebben ondergaan, er doorkruist. IB- bondig Zuld-Afrika". En deze week dan met hem de schoonheid met hem in alle richtingen hebben verKeKen. Hij had Ernest Woestheim ver raden. Die zou hem nu nooit meer willen neipen. „Heeft U het manuscript aan Ernest Woestneim gegeven?" „Ja", Duisterde Hendrik. „Weet U wel, wat U zegt? Uw jawoord beieRent, dat U Ernest Woestheim oeschui- digt van LnDraak." Er volgde geen antwoord. Hendrik Haver was verslagen. Verslagen? Verslagen? Maar er Klopte leis niet. Hei manuscript was ge vonden in het huis van jonkheer van Sla veren Maar maar deksels nog aan toe, dat hij daar niet eerder aan gedacht «had. lil) sprong op, ging vlak voor de in specteur staan en hij brulde het haast uit: „in het huis op de hoek van de Hooigracht en de Leliedwarsstraat is ingebroken. Dat •kan waar zijn. Maar in het bedoelde huis woont geen jonkheer van Staveren. Daar „Wacht U even." De inspecteur stond •ook op, liep naar de kamerdeur en opende die. Er trad een man binnen. Een man met een baard en een vlinderdasje. Een man in een lange, ruige overjas. „Ernest Woestheim", schreeuwde Hen drik Haver ontzet. ,,U vergist U", klonk de stem van de in specteur. „Die man is Ernest Woestheim •niet. Ik ben Ernest Woestheim." „Wat? U? Maar... nE VERMEENDE INSPECTEUR barstte in lachen uit. „Het is heus waar, meneer Haver. We •hebben een grapje uitgehaald. We hebben een klein toneelstukje-opgevoerd. Maar het is een stuk met een happy ending, zoals u DE TIJD VLIEGT Het postkantoor in het Canadese stadje Brantford, zo hebben we gelezen, dat lange tijd de „spreeuivenlijd" op zijn grote klok heeft gehandhaafd, gaat nu omschakelen op de Canadese standaardtijd. De „sprecuwentijd" is n.l. niet helemaal betrouwbaar gebleken. Jaren achtereen zochten de Canadese spreeuwen rust op de grote wijzer van het uurwerk. Het gevolg was, dat de tijd na het hele uur sneller ging en na het halve uur langzamer. De bevolking van Brantford was daar al lang aan gewend, maar de directie van de PTT vond deze tijdaanwijzing tenslotte toch niet helemaal voldoen en laat nu een glas voor de wijzerplaat aanbrengen, zodat de spreeu- ï^wen er niet meer bij kunnen. Morton is reiziger en als ge met hem op stap gaat moet ge wel, zoals dat heet, een lange adem heb ben. Ge gaat met hem langs bijna onbegaanbare wegen, uren brengt ge door in oude paleizen, in vorstelijke kathedralen, in onvermoeid Europa en Amerika voor zichzelf 9? nodig had. Het is eigenlijk de cel van een monnik, een soort copie van de kamer te Yuste, waar zijn vader was overleden." Wereld „Dit is de kamer, waarvan hij n- placht te zeggen, da' hij van vangrijke musea. Maar ge zit daaruit de wereld regeerde met ook met hem op terrasjes, ge- een paar centimeter papier. Be- nietend van de koffie en drome- halve de stoel en het bureau rig starend naar het geflaneer staat er nog een stalen kast. die van mannen en vrouwen op de aan zijn vader had toebehoord en grote boulevards of in de nauwe voorts nog een boekenrek, een straten of op een oud plein. En vergulde wereldbol en een bij terwijl ge daar zit vertelt hij het klooster gevonden magneet, uit Spanje's rijke historie. Ver- die meer dan 17 kilo kon dragen, telt hij van de grandes, van de Daar Philips niets van magneten vorsten, de oorlogen, de Moorse afwist, beschouwde hij deze mag- overheersingde Spaanse en neet als een soort wonderding. Zo de Moorse kunst, en van de groot kan de kracht van een per- grote ontdekkingsreizigers: Co- soonlijkheid zijn. dat een kamer lumbus, Cortez, Pizarro, die het ais deze na al die jaren niet de gebied van Spanje belangrijk indruk maakt onbewoond te zijl vergrootten. Het is een kamer, waar een s onderzoekende, waakzame s Dc gebroeders Pizarro vooral j tt j t „beleefden onvoorstelbare avontu- neerst. wat ten sioue ie ren Ze waren als verstomd toen vreemd IS want hoeveel mei se de juwelentulnen van de Inca uit hoeveel landen werden te Cuzco zagen, waar smaragden deze kamer uit niet met in de vorm van bloemen en edel- waakzaam oc stenen flikkerden temidden van Bps' spi°"n®a ?Snd'BZelakzka"en° dï^Sinkhfke ™«^de"ta"d"en" daS' iijn ëi'gen dodm»"tii"rtn. H« "tieef~40.0M mem. Deze zijn nu vervallen mummies te Coricancha, gehurkt ambassadeurs Alle geheimen van bruto register ton. Het zal «M in hun met goud en met juwelen Europa bereikten deze karnei bestikte gewaden. Ze zagen de werden zorgvuldig in grootste Zonnetempel, zoals deze vastgelegd was voordat 1 J"~J |jf ten goud Sinds de dag, waarop Hudson met de „Halve Maen" Amster- im verliet, heeft het schip in het algemeen een grote ontwikke- soort ling doorgemaakt. We hebben daaraan zitten denken, toen we de akzame sfeer Lloyd-Mail in handen kregen, het huisorgaan voor het personeel van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, waarin een foto is op genomen van de „Oriana", een schip van de Orient Line, dat in 1960, naar men verwacht, op de route naar Australië zal wor den ingezet. voorviel in dossier bruto register passagiers passagiers i zevenhonderd pla- de muren haalden de kroonlijst van zuiver goud wegbraken. Deze mannen, die nooit een cent hadden bezeten, verdobbelden nu gouden schalen en smaragden en gingen daarna op nog meer roof uit. Ze waren ook de eersten, die het fantas tisch verhaal van de Vergulde El Dorado te horen kregen.." Hoofdkivartier Wat ons het meest heeft ge boeid is Mortons beschrijving van het Escoriaal, het granieten hoofd kwartier van de contra-refor matie, van waaruit Philips de Tweede een nieuwe kruistocht Henry Hudson verkende een rimer de i komen elektrische kranen 1500 voor in de plaats. Dit maakte een de toeristenklasse mast noodzakelijk voor de radar en, en de crew telt scanner en voor de vlaggelijnen. De openingen in de ziiden van de jk zou de „Oria- voorsteven dienen om de meertou- „in het geheel wen door te laten, terwijl zij te vens licht en lucht geven aan de daar liggende overdekte ontspan ningsruimte voor bemanningsle- Als ge later nog eens wat met de „Oriana" te doen wilt hebben: de firma Ruys en Co. treedt als die hij de Hudson-rivier hoofdpassageagent voor Neder- t «..J iand van de Orient Line op. dernam. „Hier in deze omge- b« „zicjV>°.ï„e" ving", zo vertelt_hij, „schijnt We zouden het gehele boek voor u willen overschrijven, zo dit niet was verboden. Philips merkwaardig man. een hoge hoed zonder rand, om de hals een geplooide kraag. Toen hij stervende was liet hij zijn noemde. Henry Hudson moet eigenzinnig mens zijn geweest, maar die eigenzinnigheid heeft voor Nederland wel baten afge worpen. Zijn exploraties zijn '„Hij"" droeg mers> in h.et bijzonder sterdam, niet zonder resultaat ge bleven. ,Zie mij aan, dit lot wacht de 'het ,'ïïrt pKii|S*teti,,b,SS we«!d kontokrijkea. Een, Tentoonstelling ik i i lig". begrijpen. Door een gelukkig zal W liggen w: toeval bleven de kamers waar hij En zo waren wc dan deze ge werkte en ook zijn slaapvertrek hele week in Spanje en we had waar hij stierf het laatste nau- den de reis n-et wjjjen missen. hut bSSÏÏrdenze zien trTog nauwelijks waren we terug precies zo uit als toen hij in ie- er wachtte ons een andere ven was. Ze konden niet eenvou- reis, een reis naar het verle- diger opgericl-. zijn. een crucifix, den. We hoorden, dat het op 4 een stoel, een schrijftafel en een april 350 jaar geleden is, dat krukje om onder een door jicht jjenrv Hudson een rivier ver- geplaagdpbeenje zetten, dat* al- kende. die hij haar naam gaf, «ra i pp p p en da^ dc uitgebreide han delsrelaties tussen Amsterdam en het latere New York tot ge volg heeft gehad. U heeft natuurlijk wel gehoord jn van het Lectuurdepot "an het Ne- ,r_ derlandsche Roode Kruis want zonder twijfel hebt ge eens een lectuurhuisje zien staan langs de tentoonstellingopenbare weg. Daarom zal Henry Hudsor Nederland en in Amerika wor den herdacht. In het Koninklijk Instituut voor de Tropen wordt op 26 maart Benen opend onder de titel: In het kiel zog van Hudson. Er wordt, zo hebben we gehoord, een histori sche afdeling ingericht met kaar ten, documenten, originele voor werpen van Hudsons reis en een overzicht van de ontwikkeling van het zee- en luchtverkeer tussen beide steden. Bekende Amerikaan- se figuren zijn reeds uitgenodigd om alle plechtigheden, die nog tulen verzonden", worden georganiseerd, bij te wo nen. „We werken momenteel zeker", Bij de Schreierstoren worden aldus het verslag, „met een voor- door raad van 175 ooo a 200.000 boe- de Lectuurvoorziening is thans een boekje verschenen en daarin worden cijfers genoemd, waarvan ge kunt duizelen. Door de actie van het Rode Kruis wer den in de periode '46'50 „onge veer 750.000 boeken en meer daD 1 miljoen kilo tijdschriften (onge veer 12 miljoen exemplaren) naar Indonesië, Nieuw-Guinea. Korea, Suriname en de Nederlandse An- toespraken gehouden, gramma: „Mijn aandacht werd Hudson had^ op een dag getrokken naar een flbj grote raamadvertentie van een van de kleine winkels bij het sta tion te Brighton, waarop stond te lezen: „Benen gevraagd". Ik kwam wat naderbij om uit te vin den waar ze die benen voor no dig hadden. Toen ik lage stond zag ik ei kleiner lettertype onder vertellen. Henry jhr. prof. dr. G. J. van Winter, ken, die dagelijks vermeerdert, het Amsterdam historicus van de Groningse uni- en met een "voorraad van vele versiteit, de heer I. A. Aler, pre- duizenden kilo's tijdschriften, sident-directeur van de K.L.M. en waaraan dagelijks enige duizen- stadsbestuur de opdracht ont vangen door de Noordelijke IJs- zee naar Indië te varen, want d°or de Amerikaanse ambassa- den kilo's worden toegevoegd. de Noord" deur in Nederland Philip Young. Toen de Hongaarse vluchtelingen En het nationale muziekkorps j11 het najaar 1956 naar Neder Om i was tot dusver tevergeefs gezocht, vin- Op 4 april 1609 voer hij met de no- 20 meter lange' „Halve Maen" eta- van de Schreierstoren weg. Maar veel eenmaal op zee besloot hij in staan: westelijke richting te koersen 1 pantalons te vullen". in 1609, in september, bereikte hij uitnodiging ontvahgen naar de Verenigde Staten te komen om daar in verscheidene steden in de Hudsonvallei uitvoeringen te ge- Irnest Woestheim, ,,U had ge- iij*. luen u zoeven opmerkte, dat in het bewuste huis op de Hooigracht met een ze kere jonkheer van Staveren woonde, maar wel „Present", riep de „baardman" en te- Jelijk rukte hij zijn vermomming af. En aar stond Elemans met een grijnslach op zijn gezicht. Een verfomfaaide Ele mans. Maar toch: Elemans, helemaal. „Jij?" Hendrik Haver keek zijn vriend in stomme verwondering aan. „Jij?" „Vertel jij maar verder Elemans". lach te Emest Woestheim „Want jij hebt de auteursrechten van dit stuk." „Ja Hendrik", zei Elemans, „ik had je de raad gegeven naar „Bizarre" te gaan, om Woestheim te ontmoeten. Maar jou kennende, veronderstelde ik, dat je zou uitzien naar een bohémien-figuur. En daar om besloot ik een grap uit te halen. Ik zette deze comedie in elkaar. Je had me verteld, dat je vanavond zou gaan. Welnu, ik ging gisteravond al. Ik klampte Woest heim aan en vertelde hem. wat ik van plan was. Nou, hij vond het prachtig en hij was direct bereid mee te spelen Ook de kel ner werd in vertrouwen genomen, evenals je hospita. Nou en vanavond ging het er dus op los. Mannetje, wat heb ik gelachen, toen je in „Bizarre" dat extra glas bier bestelde. En toen je mij dat manuscript gaf in de Oudemanssteeg. Je deed ook pre cies datgene, wat we van je verwachtten. Tussen twee haakjes, er heeft natuurlijk geen werkelijke inbraak plaats gehad. En van dat zonder-geld-weglopen was ook maar onzin Maar durf je nu nog vol tc houden, dat je nog nooit in het huis van jonkheer van Staveren bent geweest?" „Ja zeker", antwoordde Hendrik, die langzaam begon bij te komen, „je wilt •toch zeker niet beweren, dat jij in de adel stand bent verheven?" me zo pas je vriend genoemd. Ik zou zeg gen. laten we het daar maar bij houden, als Je tenminste de vriendschap van een ge woon mannetje op prijs stelt. En dan, ja zie je. ik heb enkele van je gedichten ge lezen. En voorzichtig uitgedrukt ik geloof werkelijk, dat ze goed zijn." „En om dat te weten te komen, zijn we deze hele comedie tenslotte begonnen", be sloot Elemans. „Me dunkt, dat we kun nen terugzien op een bijzonder geslaagde van Oosiermeer Vervolg van voorpagina om er in Joure s gietsels van te lat_ omdat ik op dit oude bankje zijn zoals gezegd, opengewerkt een elektrisch motortje heb gezet, geven altijd Anders kwam ik helemral niet boliek te zi klaar. Voorts is die lange kope ren ketting vaak versleten. Hoe wel die machinaal vervaardigd kunnen worden gebruik ik ze nooit. Ik laat ze in Joure met de hand maken. Daar is nog een dood-ouderwetse „geelgieterij" van de firma Keverling. waar elke schalm met de hand klokken. Dat de stoeltjesklok- ken op der duur niet meer ver vaardigd werden (na 1800) komt omdat ze een zgn. spillegang hebben (het uurwerk draait om een spil), terwijl de staartklok ken een ankergang bezitten, die veel zuiverder de tijd registreert. Goed 1850 raakte het ook ge daan met het vervaardigen van f* staartklokken. De oudste jaartal len, die Gepke in deze klokken heeft aangetroffen waren 1861, of andere sym- 1862 of daaromtrent. Staartklok- sk ie zien: een zandloper, ken met een later jaartal heeft jaargetijden etc. gelijk men ze nimmer gezien. Dit moet ver- ook wel op de wijzerplaten klaard worden uit de grote be de staartklokken kan aantref- langstelling, die toen plotseling voor een produkt van Duitse bo dem ontstond. Als we zo'n exemplaar bekij ken kunnen we er moeilijk ge- i het Leger des Heils heeft de land kwamen, kon onmiddellijk - een intensieve inzameling van Hongaarse boeken worden gehou den, zodat na enkele weken 40 Hongaarse wisselbibliotheekjes in de diverse kampen circuleerden". In de periode '46'58 leverde de inzameling „ongeveer 3Vi mil joen kilo tijdschriften (is 40 mil joen exemplaren) en ongeveer 1.090.000 boeken op. Uitgezonden werden ongeveer 2% miljoen kilo tijdschriften (is ongeveer 30 mil joen exemplaren) en ongeveer 1.350.000 boeken (inclusief de aan kopen)". Misschien hebt ge u eens afge vraagd: Wat heeft die boekenac- tie van het Rode Kruis toch te betekenen? Welnu, hier hebt ge Bekoring Een aparte bekoring bezit op van zo'n klok soms. D tói) a maakt. Zulke schalmen rekken gaans treft men daar Kleine ver- ye va guide figuurtjes op aan, die heel meter, vroeger -* men uii cai lanu. i.iicr iveraen HHÜSI zulke beeldjes hier in Friesland 'koperen""omhulsel k°l>" Maar alin de bovenkant van ook staartklokken, die inplaats van die beeldjes drie koperen bal len dragen. Persoonlijk vind Ik zulke klokken veel mooier. Die beeldjes geven m.l. een uitheems punctueel zal gaan lopen. Dan is dikwijls de kop van het gewicht versleten. Het gewicht zelf is van lood gemaakt, doch het heeft een Nu is meestal dit omhulsel verteerd o' scheurd. Ik maak val een nieuw koperen plaatje op. Verder blijken, als wij weer een paar van die oude klokken hebben opgespoord. de kleine gewichtjes en kettinkjes nogal eens onvindbaar te zijn. Ik zorg dus, dat de ontbrekende delen worden aangevuld. En het grote, opengewerkte „medaljon" dat al tijd onder op het schuifstuk zit, en waardoor men de slinger heen en weer kan zien gaan, is ook meestal verteerd. koper werd gemaakt. Alleen maakt in Joure. boeid door raken. Het doet den een vierkant schilderij- veertig bij veertig centi- /aarvan de zwarte gelak te lijst ongeveer vijf centimeter jtomstig uit Italië. Dc oude klok- breed is Dc wijzerplaat vertoont landschapje [ordt beschermd achter in de vorige eeu r blijkbaar wèg van „De uurwerken die erin zaten, waren stukken minder dan van dc Friese klokken' zegt Gepke cachet aan ro u klok" Tndcrcn ">"d" chauvinisme „Alleen echter geven juist aan beeldjes de la*ers waren van k°Per- De de voorkeur Een kwestie van res' «as hout." smaak. Soms ontbreken er een of meer var die ba'len. Aan mij dan de taak. voor nieuwe gen. Zoals kastpennen. die in de zijwanden dan uit eer dikke was vervaardigd. Ik be: stuk of vijf van zulke ..medal- jons" en gebruik die telkens, Daarmee is ze uitverteld Durk I». u.truwc ic tur- Hoekstra heeft al die tijd geluis- ooh meestal de ,erd' a's maar inttu.en In dc zijwonden een ,°'id sc!™"s',uk dat het schuifstuk horen Ie slt- rode, veï£ verwijderd en het on- tneet vernieuwen". g.nele eikenhout gebeitst Dat doet het óok wel' zegt hij- En ehalve van het restaureren de vlammen van dit hout. die t Genke ook van de historie nu zichtbaar geworden zijn, sor teren inderdaad eer. prachtig ef- m ge. fect. „Toch vind Ik rood mooier", Grouw merkt Gepke nog op. ..Zó waren vroeger immers allemaal." Misschien gaat die beits er dus Durk Hoekstra heeft koper Andere klokkemakers trof Dokkurn In Bergurn maakte ve staartklokken tevi in Bergurn. nl. zélf gezegd: mpn hphal- maar /n'n hioAl dan het antwoord. En cijfer te besluiten: zou men een pad maken, waarop de uitgezon den boeken en tijdschriften, dan zou dit pad een lengte hebben van ongeveer 8000 km, dat is de afstand van Genève naar Alaska via Amsterdam en de Noordpool. Staking We vinden onze minister van maatschappelijk werk, mejuffrouw dr. Marga Klompé een charman te en voortvarende minister en we zouden er niet aan denken een staking te proclameren omdat zij een zetel heeft in de minis terraad. We weten nu, dat andere landen niet zo gelukkig zijn met hun vrouwelijke ministers. In Guatemala bijv. zijn zesduizend studenten en scholieren in staking gegaan uit protest tegen de be noeming van mevrouw Julia Qui- nonez Ydigoras tot minister van onderwijs. „Mevrouw Julia", zo hebben de jeugdige stakers hun houding gemotiveerd, „ontbreekt het duidelijk aan de technische en paedagogische bekwaamheid om deze taak te vervullen". Van dr. Marga Klompé is dit be- zeggen. slist i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1959 | | pagina 14