MET
OVERSTE
VENEMA
NAAR
HET
SteRRenqeBeRQte
Gevaarlijke tweede
helft van december
Boekenhoek
op Nederlands Nieuw-Guinea
ZATERDAG 27 DECEMBER 19S8
«4&S5.
BSD ERLONDS
NlEUW-SUWE/
s
De eerste stap
De eerste steen voor de expeditie Is
reeds gelegd: In de zomer van 1957 heeft
de heer Venema, In samenwerking met
de bestuursambtenaar Hermans en de
technisch ambtenaar Ferouge, een vlieg
baan van 600 m lengte en 30 m breedte
doen aanleggen in het dal van de Sibiel.
Dit jaar is h|j weer daarheen gegaan: op
26 oktober vertrok hy per vliegtuig via
Karachi en op 17 november keerde hij
terug via de Noordpool. Thans is men
bezig met het inrichten van een bivak
voor de ongeveer 70 leden van de ex
peditie. Deze vliegbaan zal worden ge
bruikt als centraal punt.
Zij ligt op een hoogte van 1300 m, in
de richting van zuid-oost naar noord
west Men heeft hierbij rekening moeten
houden met het terrein on niet met de
wind. die hier zeer zwak en erg variabel
van richtdng is. Het terrein maakte elke
andere richting onmogelijk: ten noorden
van de Sibiel ligt het Orlon-gebergta. ten
zuiden het Digoel-gebergte, ten westen
de Juliana-groep en ten oosten het Ster
rengebergte. het doel dus van de expe
ditie. De enige uit- en ingang van het
dal is de Digoel-kloof Het Sterrenge
bergte zelf ligt onder de sneeuwgrens:
de Antares is met 4170 m de hoogste top.
terwijl de sneeuwgrens ln dit gebied op
4300 m ligt. Wel zijn er bergen die boven
de sneeuwgrens reiken van de nabijge
legen Juliana-groep.
Het vliegveld is geschikt voor gebruik
van Twin Pioneers, tweemotonge vlieg
tuigen die speciaal zijn gebouwd voor
dergelijke kleine veldjes. Op zeeniveau
heeft een dergelijk vliegtuig slechts een
startbaanlengte nodig van 200 meter,
op de hoogte van het Sibiel-dal bedraagt
deze lengte 300 meter. Voor de landing
behoeft men nog minder ruimte.
Van het vliegveld in de Sibiel-vallei
uit zullen de beide helikopters van de
expeditie zorgen voor de verbinding met
de verschillende groepen van de expe
ditie.
Ten behoeve van hat bivak zijn thans
verschillende bouwmaterialen naar de
Sibiel-vallei overgevlogen: een moeizaam
werk, want de Twin-Pioneer is de enige
mogelijke verbinding met de rest van de
wereld. Grotere vliegtuigen, zoals Da-
kota's, kunnen in het Sibiel-dal niet
EVEN BENOORDEN het emplacement van het marinevliegkamp Val
kenburg aan de weg tussen Wassenaar en Katwijk aan den Rijn
staat een rechthoekig gebouwtje met een blauwgrijs dak. Hier werden
wij ontvangen in de werkkamer van kapitein-luitenant ter zee vlieger
G. F. Venema, chef van de staf van het commandement marineluchtvaart
dienst Nederland en tezamen met dr. L. D. Brongersma van het Leidse
rijksmuseum van natuurlijke historie belast met de leiding van de expe
ditie welke het komende voorjaar zal worden uitgezonden naar het Sterren
gebergte in Nederlands Nieuw-Guinea. Is de heer Brongersma algemeen
en wetenschappelijk leider, de technische leiding van de expeditie is aan
overste Venema toevertrouwd.
Overste Venema heeft een marine
loopbaan achter zich en, zo hem zulks
is vergund, ook vóór zich na zijn terug
keer uit Nieuw-Guinea in het najaar
van 1959.
Beroepsmilitair bij een zeemacht met
een traditie van meer dan driehonderd
vijftig jaren. Lang, slank, taai en met
een verweerd gezicht dat eerder doet
denken aan wind. zee, zon en lucht dan
aan papleren en een schrijftafel. Onge
veer 45 jaren oud. In zijn optreden de
autoriteit van een man die zich zijn ver
antwoordelijkheid is bewust, die gewend
is te organiseren en te bevelen. Ook de
voorzichtigheid van degene die jarenlang
heeft rekening moeten houden met de
gevoelens van hooggeplaatste chefs en
met het welzijn van aan zijn zorgen toe
vertrouwd personeel. Een uitnemende
dienst tijdens de afgelopen oor
log. Waardering voor deze staat van
in Nederlandse zijde uitgedrukt
malen een Vliegerkruis en van
Britse zijde in een Mentioning in Dis
patches.
De heer Venema heeft jarenlang erva
ring in Nederlands Nieuw-Gujnea als
squadroncogimandant en als, commandant
marineluchtvaartdienst aldaar. Hij heeft
er gevlogen met allerlei typen vliegtuigen
en er andere toestellen naar de meest
afgelegen oorden gedirigeerd. Hij heeft
dr. Brongersma vergezeld op vroegere
tochten, assistentie verleend bij de op
voer van materialen en uitrusting ten
behoeve van deze expedities en boos ge
sputterd toen hij zijn slaapkamer moest
delen met «en aantal levende schildpad
den die aan de heer Brongersma toebe
hoorden.
onderhouden terrassen, zoals b.v. in de
Baliem-vallei, nog onbekend. De land
bouw is weinig meer dan zear primitieve
roofbouw.
Aan de hand van luchtfoto's heeft men
een gedetailleerde kaart met een schaal
1 100.000 (d.w.z. 1 cm op de kaart is
1 km in het terrein) vervaardigd. Deze
kaart zal tijdens de expeditie moeten
worden aangevuld met gegevens welke
men uitsluitend kan verwarven door ex
ploratie op de" grond, zoals de hoogten
van de bergruggen, ligging van kam
pongs, enz.
Maagdelijk gebied
Het eigenlijke expeditieterrein wordt
aan de oostzijde begrensd door de grens
van Australisch Nieuw-Guinea. Aan de
westzijde sluit het aan op de reeds onder
zochte gebieden zoals de Baliem-vallei,
het Oranje-gebergte en de Juliana-groep
Voor bestuur, zending of missie is het
Sterrengebergte nog steeds een gesloten
boek. Wel heeft het bestuur Inmiddels
in het dal van de Sibiel. daartoe door het
voorbereidende werk voor de expeditie
in staat gesteld, een bestuurspost ge
vestigd.
Het te onderzoeken gebied is nog geheel
maagdelijk en men mag dan ook ver
wachten dat zeer belangrijk wetenschap
pelijk materiaal zal kunnen worden ver
zameld. Aanraking met de bevolking
heeft echter ook een praktisch belang:
voor de culturele anthropologic en de
taalkunde ls nat zeer belangrijk dat hier
een onderzoek kan worden verricht voor
dat de bewoners in aanraking komen met
de westerse cultuur en met de aldus ver
kregen resultaten kan men rekening hou
den bij nadere vestiging van het bestuur
in dit gebied. Men wil bovendien een
onderzoek instellen naar de bloedgroepen
van deze bevolking hetgeen
wetenschappelijk belang is.
Economische belangen
Geologische exploratie zal
gegevens opleveren over de structuur van
het gebergte en ovar de geaardheid van
het gesteente. Men zal aldus aansluiting
kunnen krijgen aan de bestaande geolo
gische kaart van Australisch Nieuw-
Guinea en men zal een inzicht kunnen
krijgen in de mineralen in de bodem. Dit
kan weer van belang zijn voor de econo
mische ontwikkeling. Men weet b.v. reeds
dat er goud in de bodem aanwezig is.
Mijnbouw en olie zijn dan ook zeer ge
ïnteresseerd in de resultaten van dit
onderzoek.
Ook bodemkundig onderzoek van het
expeditie-gebied heeft de aandacht met
het oog op mogelijke ontwikkeling van
land- en bosbouw. Hiermede samen
hangt een onderzoek naar de flora van
het te onderzoeken gebied en naar de
aanwezigheid van waardevolle hout
soorten.
Nieuwe werkwijze
De werkwijze van de expeditie kan in
het kort als volgt worden geschetst, als
doorvoerbasis zal de plaats Tanah Merak
aan de Dlgoel-rivier worden gebruikt.
Per schip zal men alle materialen en de
gehele uitrusting hierheen kunnen var-
Alle verdere vervoer zal door de lucht
moeten geschieden, het expedltlcgebied
ls van de grond af tot nu toe volstrekt
ontoegankelijk. Van het baslsvliegvcld In
de Sibiel-vallei zullen de verschillende
exploratlegroepen verder het binnenland
binnendringen, waarbij men voornam
gebruik zal maken van de belde bij de
expeditie ingedeelde hefschroefvlieg-
Het gebruik van deze hefschroefvlieg-
tuigen bij een dergelijke expeditie is een
novum. Niet een luxe, maar in dit geval
een bittere noodzaak. Het gehele gebied
is dusdanig geaccidenteerd, de bergwan
den zijn dermate steil dat een exploratie
zonder gebruik van luchttransport
bijzonder moeizame en zeer kostbare
zaak wordt.
Kostbaar
Ook thans is de expeditie reeds kost
baar genoeg. De begroting vermeldt een
totaal bedrag van ruim' een miljoen gul
den, waarbij is inbegrepen de steun
natura welke zowel van de overheid als
van particuliere zijde werd ontvangen
Een bedrag van 120.000,— staat nog
open cn deze honderdtwintigduizend gul
dens moeten nog ergens worden gevon
den. Waar zü vandaan komen doet ei
weinig toe. Eigenlijk bij voorkeur uil hel
particuliere bedrijfsleven, aldus de heei
Venema, want de gehele expeditie is
particulier opgezet. Het Koninklijk Ne-
derlandseh Aardrijkskundig Genootschap
en de Nederlandse Maatschappij voor
Natuurwetenschappelijk Onderzoek in
Oost- en West-Indië hebben haar ont
worpen en deze beide lichamen hebben
een stichting opgericht onder voorzitter
schap van prof. dr. H. J. Lam. de rector-
magnificus van de Leidse universiteit.
Natuurlijk verleende de overheid mede
werking. vooral de ministeries van oor
log en van marine., van onderwijs, kun
sten en wetenschappen en van zaken
overzee. De expeditie zal worden uitge
zonden ln het kader van de openlegging
welke ook de regering voorstaat en
geveer tweederde van alle benodigde
gelden en materiaal komen voor rekening
van de overheid. Het is begrijpelijk dat
men er de voorkeur aan geeft het overige
derde gedeelte geheel uit het particuliere.
bedrijfsleven te betrekken. Dit acht de
heer Venema zeer goed mogelijk, gezien
de grote economische belangen die de
expeditie heeft. Er zijn reeds belangrijke
toezeggingen gedaan van particuliere
zijde, o.m. op het gebied van vervoers
aanbod naar Nederlands Nieuw-Guinea.
Nederlandse industrieën en Nederlandse
handelsondernemingen met belangen in
Nieuw-Guinea tonen zich geïnteresseerd
Ook het buitenland toont belangstelling
voor de expeditie, voornamelijk voor wat
betreft de publiciteit Een journalist van
het Amerikaanse Time-Life concern zal
voor eigen rekening het expeditiegebied
bezoeken en een Franse filmgroep ls
voornemens met eigen helikopters en
eigen materiaal met de expeditie mee te
gaan. Bijzondere steun zal aan deze bui
tenlandse groepen niet worden gegeven:
zij gaan geheel voor eigen risico, al zul
len zij, zoals overste Venema dit uit
drukte. wel „tegen de expeditie kunnen
aanleunen".
"17"OOR ONS twintigste-eeuwers is de tweede helft van december over het
algemeen gekenmerkt door de somberheid. De dagen zijn kort en het
zonlicht vertoont zich ternauwernood. Er is geen twijfel aan dat dit in de
loop der eeuwen altijd zo is geweest. Maar in de oude tijd, toen de mens
nog veel dichter bij de natuur leefde dan wij doen, toen iedere gebeurtenis
in verband werd gebracht met geesten en demonen, drong deze somber
heid veel meer tot de mensen door en gaf ze zelfs aanleiding tot allerlei
angstgevoelens. Is daarvan nog iets overgebleven? zo vraagt men zich
TTET is waar dat vele mensen zich tegen
Kerstmis en nieuwjaar wat afgemat
voelen en dat er ,geep vakantie wat
schijnlijk voor d^'gezondheid zo nodig
als de kerstvakantie. Maar dit heeft me
te maken met een vitaminengebrek dan
met iets anders. Wij weten voor deze
dingen meestal wel een logische, min c
meer wetenschappelijke oplossing. Di
was met onze Germaanse voorouders nog
niet het geval. En aangezien da i
steeds in alle eeuwen naar oplossingen
voor raadselachtige dingen heeft getocht,
vonden ook zij een oplossing, al was die
van e.en geheel andere aard dan de'onze
Zij zochten die in de geestenwereld. De
tweede helft van december was uiterst
gevaarlijk. Er beftond dan een strijd
sen de goede geesten des lichts en de boze
geesten der duisternis. Dat dit zo
kon men immers duidelijk bemerken. De
zon werd door de machten der duisternis
aangevallen en moest soms haast het
onderspit delven. Vandaar dat onze Ger
maanse voorouders in die tijd vuren aan
staken om met het schijnsel daarvan de
zon te helpen in haar strijd. Zoals de
Paasvuren thans nog een overblijfsel zijn
van de blijdschap der oude Germanen
over de terugkeer van de lente en de
stralende zon, zo waren de midwinter-
vuren de hulpmiddelen, die moesten die
nen om de zon weer tot haar oude taak
terug te voeren bij te staan in een harde
^TAAR de boze geesten waren taai en
verwoed. En uitgaande van hun
eigen primitieve angstgevoelens, meenden
de mensen van die tijd dat ze de geesten
konden bang maken door iets wat man of
meer ongewoon was. In de reuzengrote
vlakten en de eeuwenoude bossen was het
doodstil. De geosten waren aan die stilte
gewoon geraakt even goed al6 de mens
Wat was er nu logischer en doeltreffen
der te bedenken dan veel lawaai te ma
ken? En dit geschiedde dan ook Dat deed
men dus om de geesten te verjagen, hen
terug te doen keren van de aarde naar
hun eigen rijk. En hiervan hebben we nu
nog een overblijfsel in het schieten op
oudejBar. In de havensteden loeien de
sirenes en de fluiten van de stoomboten,
ofschoon niemand daarbij nog aan het
verjagen van geesten denkt. Maar zó taai
zijn tradities, dat ze vaak nog blijven
leven, als men de oorzaak van hun ge-
De beivoners
Het Sterrengebergte is niet onbewoond:
er wonen naar schatting tienduizend
mensen. Het culturele pait is niet hoog:
voorzover men aanraking met hen heeft
gehad en voorzover men uit de lucht
haeft kunnen waarnemen is landbouw op
boorte reeds lang vergeten ls. Behalve
het lawaai en de vuren (waaraan wellicht
onze voetzoekers en rotjes nog herinne
ren) meenden de Germanen ook een kans
te hebben de geesten te verjagen door
pijlen in de lucht te schieten. Met t
beetje geluk werd er misschien wel
een geraakt en dan zouden de andere
verschrikken dat zij aftrokken.
TS HET TOEVALLIG dat juist tu»
Kerstfeest en n:euwjaar op vele plaat
sen in ons land het nog gewoonte is
de rommelpot (foekepot) door het dorp
rond te gaan? Het sombere, onwellui
dende gedreun van dit muziekinstrument
iè zeker wel uitermate geschikt om iemand
door dr. F. C. Dominicus
bang te maken. Kan men wellicht ook
hier denken aan een overlevering u
Germaanse tijd? Degenen, die dit oude
gebruik kennen, weten dat de bedoeling
is, niet zozeer om de mensen op muziek
te vergasten of om geesten te verjagen,
maar om geschenken te ontvangen. Ook
hier kan men weer aan een oude i
levering denken. Als men zelf mild is,
zal wellicht de natuur dit ook zijn en
men zou dus kunnen denken aan een der
vele zogenaamde vruchtbaarheidsriten,
gebruiken die ten doel hadden goefie en
grote oogsten te verkrijgen. In die tijd,
toen er van invoer uit andere landen nog
weitnig of geen sprake was, moest natt
lijk een goede of een slechte oogst
zaak van het hoogste belang, ja zelfs
leven en dood zijn.
I1TET STROOIEN van Zwarte Piet op
Sinterklaasavond kan zeer gemakke
lijk ook een van de dingen zijn. die
deze oogst kwestie in verband staat. Want
het 9trooien is een zinnebeeldig gebaai
van het zaaien. Wanneer men met ruimt
hand strooit of zaait, dan kan men ook
op een betere oogst rekenen, indien al
thans de weersomstandigheden mede
werken. Driekoningen heet ln het Engels
heden ten dage nog Twelfthnight (de
twaalfde nacht), een bewijs dat de elf
daaraan voorafgaande nachten van groot
belang werden geacht De Sluiferkensdag.
die nog in sommige streken voorkomt,
waarop de ouders of de onderwijzer woi
den buitengesloten met het doel (thans)
om een gunst te verkrijgen, kan oorspron
kelijk zeer goed bedoeld zijn om de gees
ten op een dwaalspoor te brengen, zodat
ze niet meer wisten wie de ouders of de
meesters waren en ze die dus geen schade
konden toebrengen. Men woot Immers dat
ook bij begrafenissen ln sommige streken
het lijk nooit uit de voordeur wordt weg
gedragen. want dat zou het de geesten te
gemakkelijk maken.
TT ET STROOIEN van appels in sommige
streken was stellig ook een vrucht
baarheid sr.te want daardoor kon men
meer kans krijgen op een ruime fruit
oogst Ten slotte is er een oud volksge
loof, namelijk dat op oudejaarsnacht de
huisdieren kunnen spreken en, daar deze
tegelijk ook de gave der helderziendheid
bezaten, kon men door om twaalf
nachts :n de stal te gaan, gemakkelijk
ets over de dingen, die ln het komende
at zouden gebeuren, te weten komen.
zijn maar enkele grepen uit het oude
tsgeloof. maar u kunt er uit zien, hoe
it we in vele opzichten, zonder dat
dit weten, nog bij onze vooroudera
n. Het Christendom heeft stilzwijgend
Ie van de heidense gebruiken overge
nomen. Dr. F. C. DOMINICUS.
i Stockum A
opzoeken
De waarheid en de rechter, door Hildegard J. Kaeser. Uitgave N.V.
Nijgh en Van Ditmar, 's-Gravenhage.
Een boeiende beschrijving van karakters en milieus. Minder enthousiast
zijn we evenwel dat de schrijfster de echtscheiding als onderwerp heeft
gekozen. De mislukte huwelijken lopen als een rode draad door haar boek.
Hopen we maar dat zij een volgende keer een beter te verteren gegeven kiest
Sint Sebastiaan en Surrogaten voor Murk Tuinstra, door S. Vestdijk.
Uitgave Nijgh en Van Ditmar. Den Haag.
In de serie Anton Wachter Romans" zijn twee boeken van Simon Vest
dijk in ëén band verschenen. Het zijn beide herdrukken, waarvan de be
kendste, Sint Sebastiaan de geschiedenis van een talent hierdoor zijn
derde druk beleeft, terwij! Surrogaten voor Murk Tuinstra de geschiede
nis van een vriendschap voer de eerste keer wordt herdrukt.
Tijd voor geluk, door Juliette Ansée. Uitgave W. P. var
Zn., Den Haag.
Het verhaal in dit als Haagse roman aangeduid boek heeft
om het lijf. Twee vriendinnen zetten een huwelijksadvertenti
diverse brieven, laten „slachtoffers" op zicht komen of gaan
Het zal slechts weinigen interesseren, wat de smaak van deze dames
welke maatstaven zij aanleggen. Verander de naam van een Haagse krant,
zeg geen Buitenhof maar noem een willekeurig ander plein, en geef een
daar gevestigd restaurant een andere eigenaar en het boek heeft zijn predi
kaat „Haags" ook al verloren.
Zomereiland, door Sloan Wilson. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam.
Pas op de laatste vier bladzijden van dit 322 bladzijden tellende boek is
Pine Island een „zomereiland". Voor de rest is het een oord van intrige en
ellende en oorzaak van mislukkingen van huwelijken. Dit alles beschrijft
Sloan Wilson op indringende wijze, de harde, benauwende werkelijkheid
geen ogenblik schuwend. Maar toch weeft hij door zijn rauw relaas een won
derlijke moderne romantiek, die weldadig aandoet. En wat ons helemaal
voldoening schenkt, is, dat Sloan Wilson de jeugd van deze tijd in alle ernst
de fouten van ae vorige generatie laat inzien en goedmaken. Daarom kan dit
boek toch „Zomereiland" heten.
De Equéttecommissie Is van oordeel Een samenvatting van het
parlementaire onderzoek naar het regeringsbeleid in de oorlogsjaren,
door H. C. Posthumus Meyjes. Uitgave Van Logbum Slaterus J. M.
Meulenhof, Arnhem/Amsterdam.
Toen eind 1947 de Enquéttecommissie uit de Tweede Kamer haar onder
zoek naar het regeringsbeleid in de oorlogsjaren aanving, begon zij met een
taak die even nuttig was als omvangrijk. Wat die omvang betreft: niet min
der dan 15.000 pagina's boeks heeft de commissie in het licht laten ver
schijnen. Zulks scheen onvermijdelijk, maar het betekende tevens de on
mogelijkheid voor het grote publiek om op behoorlijke wijze van haar pu-
blikaties kennis te nemen. De waarde van de thans op bekwame wijze ver
zorgde en voortreffelijk uitgegeven samenvatting is, dat de resultaten van
het onderzoek der commissie inderdaad voor velen toegankelijk zijn ge
worden.
Vaste planten, kweek ze zelf, en Bloebollen, in de tuin en In huis.
door G. Kromdijk. Uitgave N.V. Gebr. Zomer en Keunings Uitgevers
maatschappij. Wageningen.
Wie veel van zijn kinderen houdt wil zich zo goed mogelijk oriënteren
omtrent hun verzorging. Er zijn ons echter ook planten ter verzorging ge
geven als wij het genoegen smaken een tuin te bezitten of ook wel
wat de bloembollen betreft in huis. Om de liefhebbers van vaste plan
ten en bloembollen van dienst te zijn bij hun oriëntatie werden deze twee
boekjes samengesteld. Menigeen zal hierin vele leerzame bijzonderheden
over zijn of haar lievelingsplant ontdekken. We kunnen deze rijkelijk ge-
illustreerde en van een alfabetisch register voorziene werkjes dan ook warm
aanbevelen.
De wilde jaren, door Piet van Aken. Uitgave N.V. de Arbeiders
pers. Amsterdam.
Een hard boek over enkele jeugdtypen van onze tijd. Het handelt over
een boerse ex-koorknaap met een sterke drang naar het aan het misdadige
verbonden zondige. Een jongen die, hoe diep gezonken, een moord uit
eindelijk toch niet kan verwerken.
Geschreven in compacte stijl, sou dit boek tot een van de beste van de
hedendaagse literatuur hebben kunnen behoren. Echter, de vele malen dat
de schrijver tot in de finesses uitspattingen van buiten-huwelijks geslachts
leven meent te moeten beschrijven, doet dit boek in onze waardering zeer
diep dalen. Wij menen dat ook zonder dergelijke illustraties aan de realiteit
alle recht gegeven kan worden.
Zee, door Ceea van der Meulen en Anthony van Kampen. TJltg.
C. de Boer jr., Hilversum.
De fotograaf Cees van der Meulen, hartstochtelijk liefhebber van de zee,
heeft een groot aantal sprekende en veelal zelfs briljante opnamen samen
gevoegd in een boek. Daarmee is hij erin geslaagd een vrijwel volledig beeld
van de zee onder alle omstandigheden te scheppen een boeiende schilde
ring van het leven van en op het water, waarbij geen facet vergeten werd
Aan mensen, dieren en schepen wordt namelijk in het boek ruime aandacht
besteed. Anthony van Kampen heeft bij de platen een even deskundige als
gevoelige tekst geschreven, waarin hij op elke bladzijde ook ^ijn liefde voor
de zee verraadt. Het voortreffelijk uitgevoerde boek werd een korte, maar
alleszeggende naam meegegevenZeel
Maaike van Sinea door Jan Jagersma. Uitgave: N.V. Gebr. Zomei
en Keuninga. Uitgeversmaatschappij te Wageningen.
Jan Jagersma laat in deze roman zijn lezers een gedeelte meebeleven
van de in de Middeleeuwen in Friesland heersende twisten tussen Schie-
ringers en Vetkopers en de in Holland ontstane strijd tussen Hoeken en
Kabeljauwen. Tevens vertelt hij de liefdesgeschiedenis van jonkvrouw
Maaike van Sinea en ridder Quintijn. Zijn roman getuigt van een gedegen
historische studie en een levendige fantasie.
Strijd en erfdeel door Chatharina Gaskin, vertaald door E. D. KUnzli
Boissevain. A. W. Sljthoff's uitgeversmij. N.V. Lelden.
Dit boek beschrijft het leven van een meisje, dat in een moeilijke tijd en
in een omgeving, waar smokkelaars de overhand hebben, strijd om het
behoud van een landgoed, dat na de dood van haar moeder haar enig toe
vluchtsoord is. Zij leeft voordurend in de angst, dat de wettige erfgenaam
van het bezit uit Frankrijk zal terugkeren. De bewogenheid, waarmee d-
schrijfster was bezield toen zij haar figuren schiep en de goede karakter
tekening maken deze roman zeer aantrekkelijk.
liet handboek voor de aquariumliefhebbers, onder redactie van dr.
H. C. D. de Wit. Uitg.: Hollandia, Baarn.
Het vijftien delen omvattende handboek voor de aquariumliefhebbers,
waarvan het eerste door dr. A. F. J. Portielje geschreven boek in
«eptember van 1953 is verschenen, wordt thans gecompleteerd door een om
vangrijk register en een woordenlijst ter verklaring van alle in het hand
boek als geldig beschouwde wetenschappelijke namen. Dit vijftiende deel
kan de liefhebbers dus op velerlei wijze van dienst zijn en maakt het hand
boek metterdaad tot een handig naslagwerk.
Zoeken achter de horizon, door W. R. Steur. Uitgave F. G. Kroon-
der, Bussum.
Dit boekje uit de Corona-reeks verhaalt van vroegere reizen naar onbe
kende gebieden, ver over de eveneens nog onbekende oceanen. Tien reisbe
schrijvingen, o.m. van tochten van Alexander de Grote, Marco Polo, Magel-
haès, Abel Tasman en de eerste ontdekker in het moderne genre, James Cook
bevat het pocketbook. De verdienste van Steur is niet in de laatste plaats
de compactheid waarmee en de gezellige verteltrant waarin hij dit boekje
stelde.
De Russen en de vrede, door drs. A. C. J.
Keulen, Den Haag.
In een geschriftje van 70 bladzijden geeft de luchtmachtpredikant A. C.
J. v. d. Poel weer. wat op een oecumenische bijeenkomst van officieren
uit verschillende landen op de Duitse Evangelische Akademie Schleswig
Holstein over de Russen en de vrede is gezegd. Hij bespreekt met name
Tolstoi, Solowjew en de huidige Wereldvredesbeweging. Zijn conclusie is,
dat deze het laatste het verlangen naar vrede onder de volken zo wil kanali
seren, dat de stroom ervan daarheen gaat, waar de Sowjetmachthebbers het
willen hebben. Het wordt uit zijn betoog duidelijk, dat ook de woordvoerders
der Russische kerk hierin slechts werktuigen zijn van het communistische
propaganda-apparaat.
Het geheim van de vijf gouden beelden, door Kasper W. Afman.
Uitgave V. A. Kramers. Den Haag.
Een speurdersverhaal voor jongens. Spannende ontspanningslektuur dus,
maar volgens een vrij gebruikeluk recept. Er komen onder meer een ont
voering en een schatgraverij in voor en op nogal lachwekkende wijze staan
politiemannen met stevig omklemde revolvers achter bosjes te loeren. De
spanning ontbreekt niet maar er zijn wel betere jongensboeken.
Autorijden zonder vrees voor uw gezondheid door Gerhard De-
necke en Iherhard Selfert. Bewerkt en vertaald door K. J. Perk.
Uitgave Scheltema A Holkema N.V. te Amsterdam.
Schrijvers en bewerker automobilisten in hert en nieren raken in dit
250 bladzijden tellende boek in een vlotte stijl en op humoristische wijze tal
van wantoestanden in het moderne verkeer aan, waardoor de gezondheid
van de automobilisten in gevaar komt. Men gaat daarbij diep op de diverse
medische vraagstukken in Zo diep zelfs, dat we het hier en daar langdradig
vinden. In het auto- en rijtechnische gedeelte geven zowel schrijvers als
bewerker blijk van een gezonde en nuchtere kijk op het moderne verkeer
en haar problemen. Voor vele automobilisten zijn op deze bladzijden tal van
interessante en belangrijke tips te lezen.
Dit boek gaat over een jongen van vijftien jaar. die terechtkomt in het
-xpeditieleger van Hernar.do Cortez, de veroveraar in 1520 van Mexico voor
Spanje Men krijgt een indruk van de moeilijkheden die overwonnen moes
ten worden en het is een verhaal dat een jongen van boven de twaalf zal
weten te waarderen Vertaling van Hans Edinga. illustraties van C. J.
Kelfkens
i de Poel. Uitg. Van