Vrienden voltooiden boek van
overleden Drost
Christelijke mulo Noordwijk
aanzienlijk uitgebreid
Stijl en taal hebben grondige
veranderingen ondergaan
NIEUW LEIDSCHE COURANT 5 WOENSDAG 3 DECEMBER 1958
OEGSTGEEST
Ds. Richters naar
Nieuw-Guinea
predikant ds. A. Richters zich
naar Nieuw-Guinea te begeven
in Hollandia inplaats van dr. F. C.
Kamma, die deze week met verlof
komt, secretaris te worden van het
moderamen der algemene synode
van de Evangelisch Christelijke
Kerk. Ds. Richters was tot aan zijn
verlof zendingspredikant te Luwuk
in midden-Celebes. Toen bleek, dat
hij door de in dit gebied heersende
burgeroorlog niet naar de Kerk van
Luwuk kon terugkeren, stelde hij
zich op verzoek van de Raad voor
de zending beschikbaar voor de ar
beid in Nieuw-Guinea.
Tijdens zijn verlof is ds. Richters enige
malen naar de tropen gegaan om als
boordpredikant repatriërende Nederlan
ders uit Indonesië pastoraal te verzorgen.
In de loop van dit jaar nam ds. Richters
op verzoek van de Haagse kerkeraad de
geestelijke verzorging op zich van de In
dische Nederlanders, die in Den Haag
wonen. In zijn verlof heeft ds. Richters
ook vele spreekbeurten vervuld, vooral
voor Hervormde Gemeenten in Drente,
met welke kerkprovincie hij als zendings
predikant verbonden is.
Zendingsonderwijzer nam
afscheid in Oegstgeest
Gisteren werd in het zendingshuis af
scheid genomen van zendingsonderwijzer
J. de Nie. De heer De Nie diende aan
vankelijk het zendingsonderwijs in mid
den-Celebes, later werd hij directeur van
de opleidingsschool voor dorpsonderwij
zers te Fak-Fak in Nieuw-Guinea. In deze
functie keert hij nu terug. De heer De
Nie, die Leidenaar is, woonde tijder
zijn verlof in Leiden. Hij Vertrekt hedei
avond van Schiphol via de Noordpool e
Tokio naar Biak.
VALKENBERG
Spreekbeurt
Morgenavond acht uur spreekt ds. Ho-
vius uit Dordrecht in zaal De Vries
de Hervormde evangelisatie.
Pestilentie te Katwijk
Via Noordwijk naar een nieuw vaderland
rPOEN IK DE EERSTE KEER met De pestilentie te Katwijk kennis
maakte, heb ik terstond bij mezelf gezegd: wat geeft dit boek een
enorme hoeveelheid personen. En wat komen er somtijds wonderlijke
sprongen in voor. Hoe haalt iemand het in zijn hoofd een heel hoofdstuk
te wijden aan de voorgeschiedenis van Aelbrecht Jansz aan de hand van
een ontmoeting tussen hem, als kapitein van het leger der Oostindische
Compagnie, en de opperkoopman der Compagnie, Anthonis van Diemen,
met wie Aelbrecht bevriend zou zijn geraakt doordat deze hem het leven
zou hebben gered in een gevecht met inheemsen. Deze van Diemen zal
twaalf jaren na deze ontmoeting tussen Andjol en Batavia, in 1635, de
rang van gouverneur-generaal bereiken. In dat gesprek tussen de beide
vrienden vernemen we dan nog bovendien, hoe Aelbrecht eerst een tijd
heeft gediend aan boord van het schip van de vermaarde zeerover Klaas
Compaen; dat hij daar verzeild geraakt was, kon de arme Aelbrecht
natuurlijk zelf helemaal niet helpen; het ging niet aan deze ridderlijke
figuur zonder meer met een dergelijke smaad te belasten. Nee, dat nu
was het werk geweest van die oom, „man van wondervreemde zeden,
wiens ware aard en bedrijf ik nimmer onderkropen heb", en die luisterde
naar de naam Harmen de Doodt.
Eerstgenoemde schrijft over „het on
voltooide: de Pestilentie te Katwijk",
dat echter aanvankelijk „De pestze-
gen" heette. Onder deze naam komt
het voor In Het dagboek van Nfcolaas
Beets (onder de titel „Hildebrands
voorbereiding" uitgegeven en toege
licht door dr. H. E. van Gelder In dc
Ooievaarreeks), waar deze schrijft
over een met Drost samen doorge
brachte avond in diens logement in
Haarlem: ,,'s Avonds met Drost in zijn
logement gesoupeerd. Ik lees hem den
geheelen José voor; hij mij een paar
hoofdstukken uit een door hem be
gonnen verhaal: De Pestzegen." (15
aug. 1834). Dr. de Waal heeft nl. uit
de bewaard gebleven briefwisseling
tussen Potgieter, Bakhuizen van den
Brink en Heye de laatstcn mede
studenten van Drost ontdekt, hoe
deze vrienden van Drost „gezamen
lijk het fragment van hun overleden
vriend hebben uitgewerkt; ieder had
een deel voor zijn rekening genomen."
(o.c. p. 133).
Het komt haar voor, dat Potgieter de
loofdleiding heeft gehad; dat Potgieter
n Bakhuizen beiden aandeel hebben
gehad in de uitwerking, wat van J. P.
Heye niet zeker is. Haar slotsom is, dat
e viereneenhalf hoofdstukken
boek van Drost zelf zijn; dat
het als uitgangspunt van dit artikel
verhaal het werk moet zijn van
de historicus Bakhuizen, evenals de be
schrijving van het oude Leiden (hfdst.
14), de ontmoeting van Passchier met
de Leidse hoogleraar Barlaeus (hfdst
15) en het lijden van Hechtje aan de
pest, gevolgd door Aclbrachts gevangen
neming (hfdst. 12).
Prof. Van Eyck heeft de vinger gelegd
op verscheidene slordige aanpassingen,
onwaarschijnlijkheden en blijken van
onvoldoende logische doordenking van
het geheel in „De pestilentie". Eén van
de belangrijkste opmerkingen is daarbij
stellig die. welke er de aandacht op
vestigt, dat we buiten hoofdstuk III en
IV „over de Collegianten, over Aal-
brecht's (Collegianten-)geloof de hele
Pestilentie door in het geheel niets
meer" vernemen. „Drosts bedoeling kan
dit nooit geweest zijn. Wanneer de ge-
loofsschakering der Collegianten
De Amerikaanse consul-generaal te Rotterdam heeft de eerste
visa uitgereikt aan Nederlanders, deel uftmakend van een groep
van ongeveer tienduizend gerepatrieerden uit Indonesië, die zich
overeenkomstig een nieuwe Amerikaanse wet als extra quotum
in de Verenigde Staten kunnen vestigen.
Op de foto ziet men deze eerste gelukkigen: de heer M. A. Sa-
lemink (38 j.) uit Noordwijk aan Zee, zijn echtgenote mevrouw
Salemink-Hoekstra en hun één jaar oude dochtertje Hilde Mar-
greet op het Amerikaanse consulaaUgeneraal. Ten behoeve van
hun visum leggen zij de eed af ten overstaan van vice-consul
mevrouw M. C. Chabot. Op de achtergrond consul-gen er aal R. E.
Wilson.
In Leiden gevonden
Gevonden zijn: brillen, bankbiljetten,
muntbiljetten, zegels, portemonnaie,
handtasje, hakmes, hoofddoek, aktetas,
koffer inh. sportflcleding, kinderdriewieJer,
beursje, petroleumbus, broches, hand
schoenen (glacé), handschoenen (wol),
auto-buitenband, autosteps, jute zakken,
wieldop, zegelring, boeken, boodschappen
tas, herenrttgenjas, sierspeld, vulpen,
ajaaL sportjasje, nylon kousen, overall,
damesmantel, kindertasje, 9choolétui,
voorsnijder, geldsbedrag, damespolshor-
'oge, rubber laars, draadbolder, jongens-
Pet, houten balken, armbandje, kasboek,
sleutels, rekemmeter, buskaart in étui,
schroevendraaierset, bus benzine, konijn,
gezangenboek, ketting, rozenkrans, kdn-
dertaarsje, kinderschoenen, damesschoen,
droogrek, voorzetlens, leesboeken.
Terug te ontvangen en inlichtingen te
veiltrijgen aan het bureau van gevonden
verwerpen. Nieuwsteeg 8. ingang poort,
°P woensdag- en zaterdagmiddag tussen
Jen 4 uur.
Brand vernietigt
papiermachine
I Gisteravond heeft een brand in de N V.
Koninklijke papierfabriek Van Gelder
«n Zonen te Wormerveer een gloednieuwe
Papiermachine bijna geheel verwoest
t>« brand is ontstaan in een van de oud
st* afdelingen van de fabriek.
Behalve de brandschade ia ook de
Merschade aanzienlijk.
NOORDWIJK
Drie bromfietsongelukken
Er zijn drie bromfietsongelukken ge
beurd. Op de Herenweg kwam een 54-
jarige inwoner van Wassenaar te vallen,
die verwondingen aan het hoofd kreeg
Dokter Goudriaan verleende geneeskun
dige hulp. Later is de man naar de Ur-
sulakliniek gebracht.
Op de Lageweg kwam een 26-jarige
Noordwijker ten val. Een hersenschud
ding was het gevolg. Een 28-jarige Kat-
wijker liep eveneens een herenschudding
op bij een val op de Zwarteweg. De art
sen Kruyt en De Beer verleende genees
kundige hulp.
Ds. Heinen bedankt
Ds. P. Heinen, gereformeerd predikant
te Noordwijk Binnen, heeft bedankt voor
de op hem uitgebrachte beroepen uit
Utrecht en Rijswijk.
Schaaknieuws
Voor de onderlinge competitie van de
schaakvereniging Daniël Noteboom wer
den de volgende wedstrijden gespeeld
groep A: A. de Boer—ds. R. C. de Lange
0—1; P. Bedijn—J. Schoenmaker 10; J.
Turk—C. de Putter 1—0; J. Turkds. R.
C. de Lange 10.
Groep B: H. Meyer—J. Sleeboom 1—0;
J. v. d BosG. Marijt afgebr.; A. Algra
-H. Meyers 0—1; J. Sleeboom—J. v. d.
Bos Va F- Hoek—L. W. Turk 0—1.
De standen luiden thans: groep A: 1 J.
Turk 7-7; 2 d< R. C. dc Lange 6^-9; 3 P.
Bedijn 6-8, 4 J. J. Bizot 5V4-7.
Groep P.: 1 F. Hoek 68; 2 L. W. Turk
5-7; 3 J. Sleeho&m 4V4-6; 4 G. Manjt 4-6;
t H. Mcyer 4-6.
Anderzijds acht prof. Van Eyck
alles, wat onmiddellijk uit de hoofd
lijnen van het Cats-verhaal (één van
Drosts bronnen, waarover hieronder
meer) voortvloeit en met het hoofd
motief, aangegeven in Drosts tweede
bron, het verhaal uit de Historie der
Rijnsburgsche Vergadering, in over
eenstemming blijkt, mogelijk afkom
stig van Drost. Maar daarvan is veel
door de vrienden verknipt, verminkt,
zodat er niet veel ongewijzigd van
Drost in De Pestilentie is
bleven. Het meest gave daarvan zijn
dan de beide hoofdstukken ov>
Collegianten-samenkomst in de wo
ning van Adriaan Jacobszoon van
der Codde in Rijnsburg.
Wie nu eens de moed heeft zelf De
pestilentie te Katwijk ter hand te ne
men, zal ontdekken, dat het boek door-
spekt is met woorden en uitdrukkingen,
die voor ons 20ste eeuwse Nederlanders
abracadabra geworden zijn. onverstaan
bare taal. Gelukkig zijn achter de tekst
in de Wereldbiliotheek-uitgave van 1933
vierentwintig bladzijden met verklaren
de aantekeningen opgenomen. Maar dat
neemt niet weg, dat de vraag opkomt:
vanwaar al deze niet eigentijdse woor
den en uitdrukkingswijzen in dit vroeg
19de eeuwse boek?
Briefje
'estzegen grote betekenis moes
ten, is het uitgesloten, dat Drc
eeds in hoofdstuk III ook de minder
unstige kant van hun vergadering had
Ook aan deze vraag is prof. Van
Eyck in zijn eerdergenoemde studie
achteloos voorbijgegaan. Hij herin
aan een briefje van Bakhuizen aan
gieter over het gesprek tussen de Delftse
schilder Miereveld oom van Aelbrecht
Jansz. en de opperwachtmeester Jacob
Wijts, die hij bezig is in het Leidsi
Princenhof te portretteren (hfdst. 16)
Bakhuizen schrijft daar: „Over het ge
heel wensch ik in het gesprek vooral
van Wijts en Miereveld meer oude
wetsche ivoorden en constructies: te
dien opzichte ben ik in het gesprek va
van Aelbrecht en Van Diemen niet gi
gelukkig geslaagd: maar heb het ge
tracht. Hooft zal daarvoor stof genoeg
Hieruit blijkt wel duidelijk,
Bakhuizen en Potgieter vei
woordelijk zijn voor het voorkomen
«veel 17de eeuwse woorden en
drukkingenprof dr. C. G. N. de Vooys
heeft in zijn aantekeningen reeds duide
lijk gemaakt.
Hooft en Bredero zijn ont
leend.
Drost zelf heeft stellig nooit een
dergelijke archaïserende trant van
schrijven voorgestaan. Het blijkt al
uit het feit, dat Aelbrecht in het
handschrift van Drost zelf gewoon
Aalbrecht heet; voorts uit het feit,
dat Drost de aangehaalde bijbel
plaatsen in de taal van zijn eigen
tijd weergaf, 'terwijl de vrienden
deze later door een 17de eeuwse
lezing hebben vervangen. „De con
clusie is dus gerechtvaardigd, dai
zijn Pestzegen ook wat taal en stijl
betreft een heel ander boek dan De
Pestilentie van Katwijk geworden
ware." (Drost-studies, III, p. 192).
Daar pleit ook voor een uitlating
van Drost als deze in De Vriend des
Vaderlands van 1833: de onver-
zadelijke geest heeft behoefte aan
heb- nieuwe vormen. Zou het dus
wenschelijk zijn terug te gaan? Neen!
gedachten blijven derzelver
waarde behouden, doch de vormen
gunstiger kijk op hen gegeven had." behooren aan den tijd." Met andere
p. 180). En dat zou dan gebeurd woorden: zoals veel nuchtere, met
heicte benen in de werkelijkheid van
het heden staande mensen, slechts
worden bevredigd door een eigen-
tijdse bouwtrant en bouwstijl in de
Conclusie architectuur en wars zijn van neo-
gothiek, van neo-barok, van 20ste
Katwijk moeten*'wij Slfïtï van 17de-eeuwse
Drost afkomstis alwijsen. wat die een- trapgeveltjes, zo was Drost wars van
trale, in de woorden Aelbrecht Janszoon het typisch 17de eeuwse taaleigen in
Coiiegiant het kernachtigst uitgedrukte een boek of een novelle, die in de
bedoeling hetzij verduisterd, hetzij on- 19de eeuw werden geschreven,
zichtbaar gemaakt heeft. Dat is alles 0
wat tot de Kompaan-Harmen-Entjemoer-
Sijmen-intrigue behoort, waarvan de per- Maakten wij in dit artikel, dat be-
sonen niet voorkomen in de beide bron- oogde het aandeel van Drost in De Pes-
nen, die Drost heeft gebezigd. Die hele tilentie van Katwijk te preciseren en te
intrigue schijnt een vondst van Pot- analyseren, reeds terloops melding van
gieter, getuige wat hij schreef aan Heije: de twee door hem benutte bronnen, in
„Ai! wees niet nieuwsgierig en doe een volgend artikel hopen wij op deze
geen vergeefsche moeite het verdere bronnen en het beslist van Drost zelf
dezer petite intrigue te weten, ik be-afkomstige gedeelte van de roman nog
waar ze voor den roman." En die roman wat dieper in te gaan.
was De Pestilentie in statu nascendi. W. A. Poort
Reeds na drie jaar
Voorzitter ds. B. Bouma tij
dens zijn toespraak bij de in
gebruikneming van de uit
breiding van de christelijke
mulo-school te Noordwijk aan
Zee. Links van de spreker in
specteur Alb. Boogaard en be
stuurslid dokter B. de Beer
(half zichtbaar), rechts de be
stuursleden J. P. Passchier, C.
Plug en G. Dekker. Op de
voorgrond hoofden van Noord-
wijkse scholen.
Foto N. van der Horst
Groei van liet leerlingental
haast niet te stuiten
VOOR BESTUUR en leraren van de christelijke mulo te Noordwijk was
het gisteren een betekenisvolle dag. Slechts ruim drie jaren geleden
werd de fraaie nieuwe school aan de Duinweg in gebruik genomen en reeds
nu was het noodzakelijk gebleken het gebouw te vergroten. Een drietal
nieuwe lokalen is aan de school toegevoegd en deze werden gistermiddag
officieel in gebruik genomen. De voorzitter van het bestuur, ds. B. Bouma,
opende de bijeenkomst met het lezen van een Schriftgedeelte en gebed.
Hij verwelkomde voorts de belangstellenden en zei, dat dank zij de goede
zorg van de architect, de heer Drexhage, opzichter Bouwmeester en de
aannemer, de firma Slootweg, een waardige uitbreiding is verkregen.
De voorzitter herinnerde en
de school in 1955 is betrokken
heugde rich erover, dat deze uitbreiding
reeds nu nodig is gebleken en dat deze
zo vlot zijn beslag heeft gekregen.
Ds. Bouma dankte allen die hadden
medegewerkt aan de totstandkoming.
Veel werk moest worden verzet; wij ac
cepteren deze uitbreiding als een wel
daad uit Gods hand. Dit alles is
langrijk, doch het voornaamste
er Christelijk onderwijs ln deze school
wordt gegeven.
Het hoofd der school, dc heer M.
Posthumus, sloot zich bij deze dank
woorden aan en beklemtoonde nogmaals
de noodzaak van de uitbreiding. Hij
de zich voldaan over de snelle voort
gang van het werk en hoopte, dat de
school verder steeds aan het doel zal
beantwoorden.
Grote vlucht
De inspecteur, de heer Alb. Boogaard,
wees in zijn felicitatie op de groei van
het Ul.O., vooral in de breedte. Men
heeft wel gevreesd, dat deze groei zou
gaan ten koste van de diepte, aldus de
heer Boogaard, die voorta aantoonde, dat
1930 slechts 1 op de 3 leerlingen van
de lagere schooi voortgezet onderwijs
mg volgen.
Thans is dit ongeveer 87"» van de leer
lingen, waaruit een geweldig stuk maat
schappelijk* ontwikkeling tot uitdruk
king komt. De oorzaak Iv.crvaz ia een
der Weyden hraeht na-
plaatselijke schoolhoofden ge
lukwensen over, waarna ds. Bouma de
sprekers dankte voor de goede woorden.
De voorzitter wees in dit verband op de
goede relaties met het gemeentebestuur,
dat steeds een open oog heeft getoond
voor de belangen van het onderwijs en
altijd alle medewerking geeft.
Hierna was er gelegenheid de uit
breiding te beiirhtigen. De drie lo
kalen zijn in het verlengde van de
school gebouwd en vormen m»t het
bestaande deel een logisch geheel.
De indeling is vrijwel gelijk aan het
„oude" deel en hel is de bedoeling,
dat de lokalen direct worden be-
Bij de ingebruikneming waren onder
■«ef aanwezig de opzichter, de heer
Bouwmeester utt Rotterdam, de aanne
mers. de heren Slootweg sr. en jr. uit
Valkenburg, en de hoofden van scholen
D. Feenstra, J. K. de Vries en J. van der
Weyden. Architect G. Drexhage was,
evenals de schoolhoofden Manjt, Neefjes,
Schuurman en Sistemtans, verhinderd
de plechtigheid bij te wonen.