Eeuwfeest Leidse synagoge vol herdenken en dank Ds. Gijsbers Leimuiden aanvaardde tweede taak NIEUWE LETDSCHE COURANT MAANDAG 1 DECEMBER 1958 Israëls gezant ontsloot de heilige ark Jakohs strijd hij Ptiiël is symbool van Israël door de eeuwen heen november 1958, gisteren dus, heeft de Nederlandse Israëlitische Ge meente te Leiden tijdens een bijzondere dienst het eerste eeuwfeest vai synagoge in huidige vorm gevierd. Het bedehuis was geheel bezet met ^belangstellenden. Op de galerij en achterin het gebouw, afgesloten door ^touwwerk, keken de vrouwen toe. Slechts mannen hebben toegang tot Dde eigenlijke synagoge. De aanwezigheid van de Israëlische gezant in a»Nederland, dr. H. A. Cidor, gaf aan deze plechtige herdenking een bijzonder cachet. Zowel de voorzitter van de Leidse Gemeenschap, prof. dr. L. Kuken- beim E.zn., als de opperrabijn in Nederland, de heer S. Rodrigues Pereira, gaf deze herdenking gelegenheid dank te brengen aan duizenden Nederlan ders, die het mogelijk hebben gemaakt, dat niet alle plaatsen in de Leidse feynagoge leeg zijn gebleven na de bevrijding in 1945. Ook voor de niet-Joodse bezoekers ging deze in zijn eenvoud toch ont roerende dienst gepaard met een herdenken van de velen die sinds de verwoesting van de tempel om hun Israëliet-zijn werden vermoord. Vol lens de overlevering zouden er zeshonderdduizend mensen bij de tempel- erwoesting zijn omgekomen. Zes miljoen hebben de gaskamers, concen- •atiekampen en crematoria van Duitsland niet overleefd. In zijn openings- 'oord wees prof. Kukenheim op deze vreselijke vernietiging, die haar veerga niet heeft. De geschiedenis van de worsteling van Jakob met de ifngel was het teksthoofdstuk voor de feestpreek. Een drukbezochte receptie trmesloot de herdenkingsdag. De heledere tenor van rabbi M. Seijf- "'irs uit Rotterdam klonk luid op in het ®c*bouw, toen de eregasten van deze mid- binnen kwamen. Het Hammaaloth-lied '••an David .Jeruzalem is gebouwd als ulfcad, die wel is samengevoegdwaarheen wtc stammen opgaan, de stammen des mieren, tot een getuigenis van Israël, om aam des Heren te danken. Want daar stoelen van het gericht gezet, de len van het huis van David; bidt dan de vrede van Jeruzalem" was de reeuwse zang van psalm 122 bij het Innenkomen van de Israëlische gezant, werd begeleid door burgemeester F van Kinschot, de wethouders A. J. geleen en mr. J. Drijber, de heer J Reeuws, commissaris van politie, en het t 4stuur van Gemeente. ^Direct nadat de heer Seijffers de laatste 'tyn van de introïtus had laten horen, '"pm des huizes van de Heer, onze God, ik het goede voor U zoeken", sprak nprof. Kukenheim een welkomstwoord, vbjn bijzondere groet in deze bijeenkomst kfng uit naar de reeds genoemde geno egden, vertegenwoordigers van het sy- ed^S°gaal ressort en de heer L. Questroo W. M. van den Burgh, resp. voorzitter 'orf secretar's van de afdeling Leiden van e Vereniging van ex-politieke gevange- uit de bezettingstijd. Prof. Kukenheim meende, dat het ge- w aan het Levendaal vooral een echte its van samenkomst is geworden sinds Duitse handlangers vijftien jaar ge- ;n het roofden. Dankbaarheid gaat in uur uit naar de duizenden in Leiden en ldfrge ving, die met levensgevaar voor ons de bres stonden. Velenvan de kleineGe- teenten ontkwamen op die manier de mar- flkamers en de crematoria. Bijzonder Tkentelijk toonde hij zich jegens mr. H Kirgersdijk, die niet alleen de heilige korwerpen uit de synagoge bij zich in •nis verstopte, maar in Katwijk foto's alle Joodse graven liet nemen. Zo p («staat er nog een herinnering aan de jfUstplaats van velen, die zelfs in hun graf rpoor de nazi's werden geschonden. at Onwrikbaar Sinds het verbond, dat God met Abra- hem diens nageslacht sloot, is Tvolging gevolgd. Twee deren die de veertien jaar og me» hadden bereikt, het opkomende „Jiaëlitiache geslacht, keerden na de be- \ijdias niet terug, st 'Op één punt is men echter onwrikbaar •bleven. De Jood wist zich rechtstreeks Jtrbonden met Gods Woord. Daar is ook synagoge in Leiden een vast getui- £l*nis van. In dit uur beseffen wij des te *eer, dat wij één van de zes miljoen -gr kunnen zijn, zo zei prof. Kuken- le gedachte beheerst Niet voor niets gaven nn^m en in h •rvolging c plfiljooo kin. Amerikaans-Joodse studenten ii Leiden, die niet altijd tot de trouw ste bezoekers behoren, een nieuwe voorhang voor de ark. „Wij voelen ons verbonden met anderen, maar vooral met Hem, Die is en was zal zijn, met Hem, Die verdrukten naar het land van Abraham, Izaiik en Jakob terugvoert. Deze synagoge is een brug naar de staat Israël; zij is een voorstelling van onze tempel in Jeruzalem. De voorganger van de Leidse gemeente, rabbi B. Cohen door lezingen ook bui ten zijn kring geen onbekende zong het middaggebed. Waar men ook stond, het gezicht werd naar het oosten gekeerd, het land Israël. Vrolijke melodieën, vertelden van de schoonheid van de tempel, werden afgewisseld met smeek beden voor huis en gezin, Gemeente en gemeenschap. Dit gebed, de Mincha, kreeg soms luide bijval van de vele Zonlicht Nadt hij zich met het gebedskleed had omhangen, de berede cedels die de wet tten en de gebeden bewaren, was het d aan opperrabbijn Rodrigues Pe- „En de zon scheen voor hem, toen Jakob aan Penoeëin voorbijging" (Gene- 2:31, Joodse vertaling) was zijn uit gangswoord. Volgens Joodse uitleggers, zo zei de op- ïrrabbijn, is de man. met wie Jakob in nacht van Penoeëin vocht, de be- De hoogste gast, de Israëlische gezant in Nederland (met ge bedskleed), opende gistermiddag de heilige ark. met de wetsrollen in de Leidse synagoge bij het zingen van het gebed voor Israël en Koninklijke Huis. De ver bondenheid tussen Nederland en Israël kwam tot uitdrukking in de beide vlaggen, die bov/>n de ingang van het gebouw waren gehangen. Foto N. van der Horst schermengel van Ezau geweest. Het ii een felle en harde strijd geworden. Wel iswaar won Jakob, maar hij bleef nil ongedeerd. Hij hinkte, toen de zon voc hem ging schijnen. Er zijn vele overeenkomsten tussen de derde aartsvader en het volk, dat zijn nieuwe naam nog steeds draagt. Eeuwenlang heeft het Jodendom strijd moeten voeren. Maar gelukkig kwa men er dan altijd weer plaatsen, waar de zon scheen. Eén van die plaatsen De heer Rodrigues Pereira herdacht de tienduizenden Nederlandse Joden, die ogenschijnlijk de strijd van 19401945 had den verloren. Overal zijn gapingen in dit gebouwspr. dacht aan hen die hier vroeger kwamen. Velen van de oude Leid se getrouwen denken in deze dienst: die zat hier en hij zat daar. Maar sinds vijf tien jaar is dat niet meer het geval. Zes miljoen doden, waarbij van Leiden ook zijn aandeel werd geëist. De zeventiende maart 1943 haalde men het Joodse wees huis leeg. Jakobs huis De opperrabbijn haalde het woord van Jesaja aan, die gezegd heeft, dat er een tijd zal komen, dat vele volkeren zullen opgaan naar het huis van Jakob. Wai alleen deze aartsvader genoemd? Joodse schriftkenners wijzen erop, dat Abraham een gezicht kreeg, waarbij tot hem werd gezegd: „Op de berg van Jawhe zal het worden gezien." Izaak zocht zijn God op het vlakke veld als schaamde hij zich. maar Jakob spreekt over het huis van God. Is de Na de herdenkingsdienst in de syna goge recipieerde het bestuur van de Leidse Israëlitische Gemeente in de Hartog Schnitzlerzaal, de pas ge restaureerde zaal boven de ..sjoel". Bij de ingang stond een Davidster als bloemcnmozaïek, een geschenk van de Leidse Expogé. Voordat de re ceptie begon overhandigde dr. H. A. Cidor, de Israëlische gezant in Ne derland, burgemeester Van Kinschot (links) en prof. dr. Kukenheim (ge heel rechts) als aandenken aan deze een lichtuitstralende plaats? Een Joods gebed bezingt de inrichting van de tem pel. In de voorhof was een luik. 's Mor gens kwamen de priesters en zij openden het luik bij de eerste zonnestralen. Onder dat luik lagen aan een zware ketting de sleutels van het Godshuis. De prieste openden dus de nieuwe dag en de te pel. „Laten wij blijven zoeken naar sle tels, die niet alleen een nieuwe dag v» kondigen in ons volksbestaan, maar o< opening geven tot de kostbaarheden v. het Jodendom." De heer Rodrigues Pereira besloot met te wijzen op de grote goedheid van God. Salomo bidt in het Hoog lied: „Stel mij als een zegel op Uw hart". Maar God werkt niet in het verborgen; wij merken in het open baar, hoe lief Hij ons heeft. Want wij zijn geen zegel op Gods hart ge worden, maar God schreef ons ge heel op Zijn handen, zodat hij ons altijd voor ogen heeft. Voor wie dit weet, schijnt de zon weer na nacht van worstelen. Laten wij door het Penoeëin uan de Leidse syna goge gaande zon straalt al. Gebeden Opperrabbijn Rodrigues Pereira begaf zich daarna van de katheder naar het ïover de heilige ark geplaatste plat- van de voorganger. De gezant van Israël bekleedde zich met de gebedsman- en had de hoge eer de voorhang weg schuiven en de heilige ark met de wetsrollen te openen. Het hoogtepunt van de dienst was gekomen: het gebed voor Israël en het Koninklijke Huis. Voor die geen Hebreeuws kent, was het goed bij al die vreemde klanken de na- op te vangen van de leden van ons Vorstenhuis. Het gebed, de Ngoleenoe en de zang, de Jikdal, vormden het eind van deze dienst. De ark werd gesloten, de gebedskledij werd opgeborgen en voorafgegaan door de rabbijnen met hun zwart-witte kledij en zwarte mutsen verlieten de eregasten het gebouw. In de Hartog-Schnitzlerszaal, een ge schenk ter nagedachtenis van de heer Schnitzler, werd een receptie gehouden. Onder de velen, die hun gelukwensen kwamen aanbieden, waren prof. dr. S. Diesden, dr. en mevrouw Schoonheim als speciale vrienden van de Leidse voorgan ger, vertegenwoordigers van Joodse in- itellingen en afgevaardigden van de Her vormde kerkeraad van Leiderdorp, waar- ee de Joodse gemeenschap bijzondere laties heeft. Moid c/el ede& ^/zit de Zo&gwS Jeugdpredikant LEIDSE Herv. Gemeente Wij leven niet op drijfzand, maar op vaste grond IN DE AVONDDIENST van de Leidse Hervormde Gemeente, die gisteren in de Oosterkerk werd gehouden, heeft de voorzitter van de Hervormde jeugdraad, ds. J. N. de Ruiter, de predikant van Leimuiden, ds. D. H. Gijsbers, tot zijn werk als jeugdpredikant van Leiden (voor een deel van de week) ingeleid. Ds. Gijsbers is de opvolger van de naar Rotterdam vertrokken ds. T. D. van Soest. De inleidingstekst van ds. De Ruiter was Lucas 1 vers 17 (ged.): „Om de harten der vaderen te keren tot de kinde ren Deze geschiedenis vertelt over Zach; rias. die tijdens de uitoefening van zij priesterlijke bediening de boodschap va God kreeg, dat zijn gebed zou worden verhoord en zijn vrouw en hij toch nog kind zouden krijgen. Johannes zoi naam heten en de Goddelijke bood schapper noemde ook het werk, dat deze zou verrichten. Als een bode hij de Messias voorafgaan. Ook anderen zouden verblijd zijn over deze geboorte. Johannes zou een profeet zijn. De i de profetie zou niet langer zwijgen Israël. Ir is ook in het heden reden tot blijd schap dat de boodschap van het heil nog klinken mag. God wil nog bekering, wil nog het leven van de Gemeente. God wil nog iemand geven om die boodschap heil te vertolken, ondanks alle ach teruitgang en inkrimping van het aantal predikantsplaatsen. Het is er een teken i. dat Hij nog geduld met de Gemeen- heeft. De Here Christus wil Zich ui het menselijke geslacht een GemeenW ergaderen. Niet ijdel De taak is de harten der vaderen te bekeren tot de kinderen. Men zegt niet te veel als men beweert, dat deze verhouding niet altijd soepel is. Hoe dikwijls is er niet in de gezinnen en in de Kerk een breuk. De jongeren die in deze spanning leven, krijgen keer op keer te horen: „Toen wij jong waren, ging het wel anders" „De jeugd", zo wordt gezegd, „moet terug naar de oude paden In de tekst staat: de harten der vaderen keren tot de kinderen. De ouderen moeten zich richten tot de jeugd. Het heeft voor de prediker geen zin, de vade ren naar de mond te praten; dat zul len anderen wel voor hém doen. Hoe kaïn hij echt predikant voor de jeugd zijn? Alleen als hij zich aan zijn op dracht houdt, zoals de tekst het zegt. Het was het werk van Johannes, zo te prediken, dat de kinderen tot de Messias kwanten. De Gemeente van nu, ouderen en jon geren, is bijna uit het gelid geraakt, want net geloof ontbreekt haar in het Kind van Bethlehem. De Jeugd heeft één ding Het gaat er in dit leven om, dat God aan Zijn eer komt. Wanneer wij dat in het oog houden, zal deze arbeid niet ijdel zijn. Ds, De Ruiter sprak vervolgens persoonlijk woord. Hij merkte op, dat ds. Gijsbers in Leiden niet kon worden „bevestigd", want hij is en blijft predi kant van de Gemeente Leimuiden. In Leiden is hij de „hulp in nood". Het eist een grote geestkracht om als predi kant in Leimuiden en als jeugdpredikant het Leidse jeugdland werkzaam zijn. U zult met veel dorheid te maken krijgen, zei ds. De Ruiter. Maar er Leiden ook veel goeds. Er is een kern in getrouwen, die offert. De Gemeente zong de Leimuidense pre dikant vers 2 van psalm 81 toe: „Opent Vencaehting De tekst die ds. Gijsbers voor zijn intre- deprediking had gekozen, was Lucas 1 79 (ged„Om onze voeten te rich- op de weg des v red es". De predikant erop, dat Zacharias zich wel stum perig gedroeg. Hij vroeg om een teken; Sinterklaasfeest bij Rondom de Watertoren Zaterdagmiddag had de speeltuinver eniging „Rondom de Watertoren" Sinterklaasfeest in het Antonius-club- huis. Driehonderd kinderen genoten het feest. Een aantal kinderen voerde onder leiding van het damescomité het sprookje „Jan Klaassen en Katrijntje in het sprookjesland" op. Er werd muisstil geluisterd. De komst van Sint en Piet was uiter aard het hoogtepunt van de middag. Na het zingen van versjes werden verschei dene kinderen op het podium ontboden. Elk kind kreeg een versnapering en allen gingen met een tevreden gevoel naar huis. De vereniging kan op eei slaagde middag terugzien. hij miste he>t geloof. Maar wat tiek wij ook mogen hebben, in dat oude hart leefde een visioen om Jaloers op zijn. Johannes zou een heraut, een bode voor het aangezicht van de Koning zijn Zacharias is vol van verwachting. Hij leefde in een tijd, waarin de verwach ting dood was. Onze tijd lijkt veel op die van Zacha rias. Maar ook wij gaan samen leven uit de verwachting; wij verwachten wat w onze samenwerking, zo zei de predikas Wij behoeven ons niet te vermoeien in een doolhof met doodlopende sloppen; Advent richt onze voeten op de weg, die wij mogen gaan. Wij leven met op drijf zand, maar hebben vaste grond onder de voeten. Onze zekerheid is, dat deze levensweg Jezus Christus is. Het merkwaardige is, dat deze weg geen snelverkeersweg is; dïft is de weg door de wereld waarop wij moeten uitkijken. Maar het is een weg, die overal daar loopt waar ons wereldplan niet voorziet. Het zal geen marsroute zijn; op deze weg zullen wij gaandeweg onszelf moeten verliezen Er wordt van ons alles gevraagd. Het is een weg, die wel vrede brengt, maar die moet worden bevochten. Achter het kruis lichten evenwel de opstanding en de glorie. De Gemeente stemde in met deze pre diking door enkele verzen van gezang 4 te zdmgen: „Juicht nu, trots al uw zo» gen" en „Op. op, met vlugge schreden' Na de prediking richtte ds. Gijsbers zich tot ds. De Ruiter en de afvaardiging van de centrale kerkeraad. Hij ze», veel van het werk te verwachten, dat wordt voortgezet. Aan het eind var dienat werd gezang 117a gezongen In deze dienat werkte een muziek- ensemble van de Leimuidense Gemeente mee. Onder de aanwezigen waren ook ds. H. Bouter en ds. J. Groot, alsmede de heer D. van der Kwaak ais voorzitter van de centrale kerkvoogdij. Afscheid J. Lahordus bij de S.L.F. Na een diensttijd van ruim 38 jaar heeft de heer J. Labordus zaterdag de stede lijke lichtfabrieken met pensioen ver laten. In de directiekamer sprak bij af wezigheid van de directeur ir. H. J. G. Klinkert zijn dank en waardering uit voor de wijze waarop de heer Labordus steeds zijn werk had verricht. Ook zijn chef getuigde van lof voor de arbeid van de scheidende functionaris. Namens de personeelsvereniging werd hem een ca deau aangeboden ter herinnering aan de tijd, bij de lichtfabrieken doorgebracht. In de kantine volgde nog een hartelijk afscheid van de naaste collega's. De heren H. Ph. Raaphorst en H J. Erades spraken de heer Labordus toe en haalden herin neringen op uit zijn lange diensttijd. Ge schenken werden aangeboden. Hierna dankte de heer Labordus allen hartelijk voor de bewijzen van vriendschap. Hij verzekerde Hat hij steeds met genoegen aan zijn werkkring bij de S.L.F. zal te- Sieer in 't gezin Do Nieuwe Leidsche" er in I C. H. van Dijk 40 jaar bij reinigingsdienst; onderscheiding opgespeld Vandaag heeft de heer C. II. van Dijk gejubileerd bij de gemeentelijke reini ging»- en ontsmettingsdienst. waar hij veertig jaren geleden in dienst kwam. De heer Van Dijk is daar schilder eerste klasse. Mr. J. Drijber, wethouder van de bedrijven, sprak hem namens het col lege van B. en W. toe; de burgemeester was verhinderd. De heer Drijber wees er op, dat de heer Van Dijk een zeer be langrijk deel van de ontwikkeling van het bedrijf heeft meegemaakt. Hij kwam er aan hrt eind van de eerste wereldoor log en kan sich de paarden en de vuil verbranding nog goed herinneren. De heer Van Dijk i» schilder en daarom rel de heer Drijber, dat hij ertoe heeft bijge dragen, kleur te brengen in het leven. Tot extra werk was hij steeds bereid; dat was mede te danken aan de opge wektheid van iljn karakter. Aangeboden werden het getuigschrift van de gemeente Leiden rn de gratifi catie. Dc bronzen medaille verhonden aan de Orde van Oranje-Nassau speldde mr. Drijber hem op de borst. De heer C. Vermeer, sprekende namens de personeelsvereniging, hood mevrouw Van Dijk bloemen aan. Er was een gra tificatie voor de jubilaris relf. Als directe chef van de jubilaris voerde de opzichter G. J. Ezendam hrt woord. Tenslotte sprak de heer Van Dijk een dankwoord. ACADEMISCHE EXAMENS LEIDEN, a november Rijk«unlverrttNt Geeiaagd voor het awn»-e ruwx de heer L A S de Kontng te Den Haag Gmlaagd voor het artaex de heren J van Dam te Amsterdam. E J Hekicing te Den Haag en J M T Kroft te NoondwtJkw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 3