brommer IB'bonoU^ «Venster op het leven» KOM NOG EENS LANGS OP DE Directeur van arbeidsbureau ging vakantie-oord bouwen SNEL ZONDAGSBLAD ZATERDAG 1 NOVEMBER 1958 IK ben altijd nieuwsgierig geweest, daar kan ik nou eenmaal niks an doert. Me vader is bezig me met een end hout van die onhebbelijkheid te genezen, zoals hij me heeft beloofd, maar ik geloof niet, dat hij veel succes zal hebben. Elke keer as hij merkt, dat ik aan de deur van de kamer sta te luisteren naar wat er binnen wordt gezegd, krijg ik van dik hout zaagt men planken. Ik kan me niet herinneren, dat er een week is voorbij gegaan zonder dat hij me minstens driemaal heeft geslagen, overigens tot groot verdriet van me moeder, die me na elk pak slaag verwent met kauwgumballen en toffees. En dat is een van de reden, dat me vader het nooit zal winnen. Als ik maar tijdig hard au-au roep en mijn konen opblaas, zodat het lijkt alsof ik er in dreig te blijven, sla-t-ie niet zo hard en niet zo lang, en is het leed, vooral door de kauwgum- ballen en de toffees van me moeder, gauw geleden. v i anders dan me vader. Me niet azzu begrijp wat ik bedoel. Ze heelt me al "?n paar keer apart genomen azze in de keuken het eten aan het klaarmaken was, en mot me gesproken, en gezegd, dat het heel lelijk it wat ik doe. dat >k er nog eens voor in het tuchthuis zal komen, en dat later niemand van me zal houwen, al leen vanwege die nieuwsgierigheid. Toen ze de laatste keer met me sprak kwamen er tranen in haar ogen en ik was vast be sloten naar d'r te luisteren, tot me zus roet ln hét eten gooide Toen me vader en me moeder over mijn spraken, hoorde ik s zoggen: ..Ach. let toch niet zoveel kind. HIJ is pas twaalf, voordat-t- t heelt zal het wel over zijn". allemaal te lachen. want ik vond, dat terugkwam, niet te veel aan me moesten gaan zitten denken, want dat dat toch niet h.elp, maar dat ik tot het laatste toe aan hun had gedacht, en dat ik ze be dankte voor alles wat ze voor me geweest waren, en dat ik er erg veel spijt van had. dat ik altijd zo nieuwsgierig was geweest, aar dat ik me allang had voorgenomen leven te beteren. Dat was wel niet lik.dacht, dat ze dat wel prettig te lezep. Ik dacht er Cf. op dat I en toen begonnen J i ik lachte stiekum r en door me moeder snoep uitgedeeld Ik was dus an het vertellen, dat ik al tijd nieuwsgierig ben geweest, en daarom wou ik met alle geweld weten, wat me vriendje Piet die avond had gehoord. Hij dee nog al geheimzinnig op school. Onder de les van meester Struyk schoof-t-ie me papiertjes toe. waarop een vraagteken stond en waaronder-d-ie met z'n hanepoteschrift te. In de pauze heb ikkum daarover Seschoten en hem gevraagd: Wat heb jij an gehoord Eerst woud-ie niks zeggen, maar toen ik bleef zaniken nam hij me mee naar een hoekje van het schoolplein en daar heb-t-ie tenslotte alles verteld. vader z'n fiets moeten gaan halen! stond bij de fietsenmaker, die 'm had ge repareerd Toen ik in z'n winkel stond, kwamen er twee mannen binnen. Ik zee tegen de fietsenmaker: laat de heren maar voorgaan, en toen hoorde ik ze vragen of-t Ie een goeie brommer voor ze had. Ze wou- en 'm direct betalen, want ze hadden geld b(J zich. De fietsenmaker liet ze wat *ien en prees z'n rommel goed an en na een kwartiertje hadden ze d'r een uitgezocht. En nou komt het. De fietsenmaker ging naar achteren om een kwitantie uit te schrijven en in die tijd begonnen die twee mannen met elkaar te praten. Toen zee de een tegen de ander: Nou goed afgespro ken, jij komt zaterdag om 7.Ó0 uur gewoon op Je brommer langs en ik zal zorgen, dat ikkcr ben. Ik geloof wel. dat we gauw met klaar ztjn. kart dan direct terug om die andere zaak op te knappen. en daarom mot je op de brommer komen, en ik zal wel zien wat ik doe. Je weet het adres* Lindesingel 25. Ze woont alleen in dat grote huis, d'r - is geen hond. dus d'r kan Je niks gebeuren. En toen kwam de fietsenmaker weer van achterên vandaan en namen ze de brommer mee en gingen ze weg Je begrijpt zeker wel. zee m'n vriendje Piet. dat an die zaak een luchie zit. Assie het.mijn vraagt wordt er zaterdag een vrouw vermoord en wij hebben 't in onze hand of het doorgaat of niet. Assik dalijk naar de plisie loop. zijn die twee er vies bij, en je hebt kans. dat ik dan van die vrouw nog een mooi cadeau krijg omdat ik d'r leven heb gered Asse vraag', wat ik wel hebben, zeg ik: geef mijn maar een mecano-doos Daar ben ik al jaren gek op. maar me vader wil 'm me niet geven, om dat die dingen te duur zijn, 'zeg-t-ie IK KAN ook niet naar de plisie lopen, maar dat zaakie zelf opknappen, met jou dan natuurlijk. Ik heb zo gedacht, assewe zorgen, dat we voor zevenen bij die vrouw in huis zijn en we verbergen ons achter een stoel of onder een kast. dan kennen kie even rustig aankijken EEN KORT VERHAAL DOOR H. J. WAALWIJK zouden vinden over om nog wat voor me moeder te kopen, omdat die er wel het meeste verdriet van zou hebben, dat ik ineens uit dween. maar dat plan verwierp ik tenslotte omdat ik me vader niet voor z'n hoofd wou stoten. Ik keek me kamer tje is rond en ik keek naar de be roemde filmster ren an de muur en ik vond het toch wel jammer, dat ik die mis schien nooit Maar toen scho- woorden van me oom. die bij de marine is door het hoofd: Jongen, had-t-ie is gezegd, azzie in het leven wat wil gaan betekenen moet je nooit te veel op je eigen letten. Want de mens is op zijn eigen maar een nietig wezen, dat zich geweldig op blaast, maar dat bij het minste levensbla- sie tegen de grond slaat, en dan is 't ner gens meer. Alleen azzie je in het leven in zet voor een ander kan het komen te gebeu ren. dat ze later nog is over je spreken. Dat zie ie an onze zeehelden, die leven nog steeds voort al zijn ze al eeuwen dood. Dat dacht ik zo allemaal toen ik 'savonds in me bed lag. en ik dacht nog veel meer. want het is raar, maar azzie op het punt slaat een groot stuk werk at te leveren, speelt d'r heel wat door Je kop. TK STOND 's zaterdags al om half zes op de mart. Met me thuis was het nog al gauw bekeken. Ik zee dus. dat ik nog effe naar Piet moest, en dat bonden ze goed, al vonden ze het vreemd, dat ik ze alle maal een hand gaf en me moeder zelfs een zoen. ,,'t Lijkt of we je nooit meer zul len terugzien", zee me vader en toen was ik bijna gaan huilen. Ik had me brief onder hetvloei- blad op me tafeltje gelegd. Daar zouden ze 'm wel vinden, dacht ik Want zo vast as twee maal twee vier is. zouden ze zondagmorgen, as ik dan nog niet thuis was. de bende overhoop halen achtergelaten. Even i anzetten meegenomen. les i zee, dat 2 al- dan die andere man. twee verkeerde han den had en niks kon. Herman en Henk be- Jonnen toen hard te lachen en Henk zee. at het best mee zou vallen, maar dat-t-ie toch best wou helpen. Een toen ineens kon ik me niet meer goed houden. Me rug dee me een pijn als- of-t-ie gebroken was, en ik draaide me om en toen ging de canapé kraken en de vrouw keek naar de canapé en zag me hoofd en gaf een gil. Toen had je de pop pen an 't dansen. De twee mannen zagen me leggen en kwamen op me af. Ze trok- onder de canapé vandaan 1 de gaf r ik geloof, dat het Herman Ik 2 of ik geen levensteken had zich een rotje schrikken asse bijvoorbeeld op die vrouw toespringen om d'r te wurgen en wij ko men ineens te voorschijn. En azze we dan nog roepen: Plisie. plisie. dan is het ineens bekeken. Het enigste wat ik jou nou te vragen heb is: ken ik op- je rekenen. Je begrijpt zeker wel. datter veel van je ze nuwen wordt gevraagd en dat je niet bang mot zijn Er ken van alles gebeuren. Het ken best zijn, dat die mannen zo in de be nauwenis komen asse ons zien. dat ze gaan schieten, en dan moet Je er maar op re kenen dat ze raak schieten. Daarom, zee m'n vriendje Piet, mot Je voor Je van huis gaat Je vader en moeder maar gedag zeggen, want het ken zijn. dat ze Je niet terugzien. En laten we er nou niet verder meer over praten, jij zegt za terdag dat Je naar mijn-gaat en ik zeg dat ik naar jou ga om sommen te maken cn we zien elkaar om zes uur op de mart. En denk er om. dat je je niet terugtrekt, want dan kijk ik-k-ie nooit meer an. 1 vriendje Piei. ne er bij haalde en ik dacht bij hij zal er geen spijt van heb ben. Toen ik 's avonds in bed lag ging ik oog eens na wat er allemaal zou kunnen gebeuren. Ik dacht: wees nou verstandig en neem een stuk touw mee. dan hebbic w at bij de hand azzie die boeven moet boeien. Omdat ik een oom heb. die bij de marine is. ken ik heel wat knopen en zo zie Je maar hoe goed alle dingen je van pas kennen komen Ik dacht: en schrijf die brief nou een dag van te voren, want zaterdag zal-l-ie wel wat anders aan je kop hebben. Ik vond het Jammer, dat ik nou zaterdag niet de boodschappen voor me moeder zou kunnen halen, maar voor die ene keer moest me zus dat dan maar doon. En toen ineens schoot het me te bin nen. dat ik wel is nooit meer terug zou kunnen komen, en dat vond ik toch heel vervelend, voor me moeder en me vader en me zus en voor mijn zelf Ik dacht: arze- ze de kenijnen maar niet vergeten voer te geven en vergeten het hok elke week schoon te maken Want dat ztjn klusjes, die ik al tijd zelf opknap Daar komt nooit geen an der aan te pas Want dat moet je doen met liefde en die liefde hebbie alleen as de ko nijnen van jezelf zijn. riJN. dat zou lk allemaal nog in dat briefje kennen schrijven. Ik moest er toch ook nog inzetten, dst ik niet wou hebben, dst de kenijnen met de Kerstda gen voor de slacht gingen. Azze te oud werden, moesten ze maar naar de dier gaarde Die zouden er wel goed voor zor gen. O Ja. en voor me zus d'r verjtardag moesten ze voor mijn een hangertje koper, van negentig cent. Ik sou schrijven, dat ze het geld uit mijn spaarpot konden haler, En vegders zou Ik sc'.iri'ven. dat ze als ik kwam me vriendje Piet ..Ik heb nog een mes Je weet nooit voor wat situaties we nog kennen komen te staan", en dat monterde me wel een beetje op. Hij een mes en ik een touw. nou. dan zou 't al gek moeten gaan. wilden we die moordenaars niet de baas blijven. Het end naar de Ltndesingel viel wel te gen. Het was langer dan ik had gedacht. We hadden zeker al een half uurtje gelo pen. toen me vriendje Pwt pas zee: ..En nou houd je verders je moed. want we zijn 'r bijna" En dat was ook zo. We zagen het huis in de verte leggen. Ik dacht: hoe zouden we nou binnen kennen komen, en het leek wel of me vriendje Piet me ge dachten had geraden, want hij zee: „Ik ga nou eerst het huis verkennen om te zien waar me moeten inbreken". Die opmer king lag me feitelijk niet zo. want ik dacht: as de plissie toevallig is langs mocht ko men. zijn we erbij. Maar een mens kan zijn eigen veel zorgen maken, voor niks. want toen we bij het huis in de buurt lie pen. zagen we een vrouw de deur uitgaan, er. we zagen dat ze deur open liet staan. ..Veruit", riep me vriendje Piet. en we zet ten 't op een lopen en voor ik het wist stond ik ineens in een voorkamer. „Dekken zee me vriendje Piet. „dekken, kruip er gens onder en wacht tottik fluit. Dan spring-ie ineens te voorschijn en kruip-ie een van de boeven boven op z'n rug." In de hoek van de kamer stond een canapé of zoiets Ik nam een duik en schoof er onder Me vriendje Piet zag ik nog net achter de piano kruipen en toen ineens kwam de vrouw weer binnen. opnemen. Ze ging an tafel zitten zag, dat ze zwart haar had.» Ze had een blauwe jurk an on ze nam een breiwerkie in d'r hand net as me moeder doe asse 's avonds an tafel zit. cn ik moest ineens an me moeder denken. Ik dacht: zou ze me al gemist hebben-1 Zouwen de boodschap pen al gehaald zijn? Ik zag datter achter de vrouw an de muur twee portretten hin- isen. Dat waren natuur- opoe. want die hangen og ons ook an ae muur. Een paar keer hoor de ik de vrouw erg diep zuchten net as me moeder doet as me vader weer is te keer gaat. Ik dacht: zou ze zitten te piekeren? Een paar keer keek ze op d'r horloge, net of ze op iemand zat te wachten. Maar ze bree toch gewoon door. Me rug1 ging van dat leggen onder de canepe wel erg zeer doen. en ik probeerde me wat om te leggen, maar dat ging niet. want tk zat schoor Ik dacht azzik het nou maar uithoud, en dat ik niet van tevoren le ven ga maken, want dan is de zaak verrai- en voordat-t-ie begint Toen ik me daar over zenuwachtig lag te maken, hoorde ik „Houd je handen thuis" en toen zee Henk: „Welja, nog brutaal worden ook". Intussen was ook me vriendje Piet vanachter de piano vandaan gekomen en dat gaf hele maal een consternatie. EN TOEN ze ons foeljeerden en bij mijn het touw en bij me vriendje Piet het mes vonden was de boot an. Herman zee: „Als we er niet waren geweest, lag je mis schien nu wel vermoord In Je eigen huis. Die twee boefjes deinzen zo te zien voor niks terug", en toen begon de vrouw te huilen en riep: „Ach Herman", en viel in de man z'n armen. We moesten alles vertellen en dat deden we natuurlijk. Me vriendje Piet zee alles van de fietsenmaker en toen zee Herman: dat klopt, en toen hebben ze ons verder laten uitpraten Toen ze hoorden, dat we ze voor moordenaars hadden gehouden en dat we de vrouw wilden redden, kreeg de vrouw weer tranen in d'r ogen. We mochten op een stoel gaan zitten en de vrouw zee. dat ze met Henk wilde trouwen, en dat Henk ze helemaal niet wilde vermoorden. Wc kregen koekjes en een stuk chocola, dat de vrouw toevallig in huis had. zee ze, en toen gaf ze ons ieder nog een gulden, omdat we van die flinke jongens waren. En ze zou es bij ons langs komen om me moeder te vertellen, dat ze veel an ons had te danken. En dat was dan het einde. We mochten eerst onze jas wat afstoffen, want het was nogal vuil onder de canape, en achter de piano, en toen we weggingen zee de vrouw: „Jullie moeten ons nog eens komen opzoeken in ons nieuwe huis. en als die meneer daar. en toen wees ze op Herman, jullie dan komt ophalen, met de brommer, wordt je ook niet zo moe van het lopen". En dat hebben we beloofd. We hebben tegen de vrouw gezegd: ..We komen nog eens langs op de brommer". En toen begonnen ze weer te lachen. Onder de stroom van berichten, die uit alle delen van de wereld onze krant bereiken. HET LEVEN die diep ontroeren. Op 1 dezer dagen een uericm van slechts enkele regels, maar in die enkele regels verborg zich een diepe tragiek. Sheila Deyhle, een kleuter van twee jaar is op haar eentje een lange en eenzame vlieg tocht begonnen. Zij hoonde in Mel bourne. maar ze is nu op weg naar Stuttgart omdat haar moeder, nog maar 29 jaar qud. wegens zware verlamming in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Er was niemand om voor Sheila te zorgen en de vader vond het beter, dat zij naar haar grootouders in Duits land ging. Hij is met haar van Melbourne naar Sydney gereisd en daar heeft hij haar op een vlieg tuig gezet. Mét haar1 lievelings speelgoed. een teddybeer, bevindt ze zich nu hoog in de lucht, onbe wust van het grote leed. dat over haar vader en moeder, en over haar. is gekomen. Vandaag zou zij in Zürich arriveren en dan vliegt zij met haar beertje door naar Stuttgart. Het is zo maar een bericht. Op roer dreigde 0111 de katten Het gemeentebestuur van Florence heeft bakzeil gebaald, toen het in de gemeenteraad een voorstel indiende, dal ten doel had de politie te machtigen een eind te maken aan het leven van op straat lopende katten. „Die katten worden gewoonweg een plaag voor de stad", zeiden de vroede vaderen. „Niemand hemoeil zich met de dieren, z(j lijden honger en gebrek en vallen de voorbij gangers lastig. We gaan daaraan een eind maken." Nauwelijks was dit besluit hekend geworden of van alle zijden rees protest. Er werd in allerijl een comité van aelie ingesteld, dat geld inzamelde voor de aankoop van voedsel voor de zwervers en er werden vrijwilligers gevraagd voor het voederen der katten. De oproep had zo'n succes, dat hel gemeentebestuur zijn besluit direct introk. werd hij zuivelfa briek. En later trad hij in rijks dienst. Toen hij directeur was van het arbeidsbureau "in Oss. was zijn echtgenote daar werk- atschappelijk werk- Hij heet R. J. H. Bours en hij was vele jaren een gewaardeerd aanlokkelijker scheen, directeur van enkele arbeidsbureaus in het Zuiden des lands. Hei bedrijfsleider op laatst van februari 1950 tot 1 oktober 1955 van het bureau in Oss. Toen hij Den Haag liet weten, dat hij zijn functie ging verwisselen voor die op ee\i heel ander terrein des levens, vroeg hem verbaasd: „Maar waarom dan? Heb je het niet naar je zin? Je hebt alles gekregen, waarom je hebt gevraagd". Zijn ster. Op een keer kantoor was in die dagen gemoderniseerd en ingericht naar de lijkheden in een gezin, moeilijk- n, die hij aan een arbeidsbureau stelde. Maar hij zei: „Neen", en ging, hoofdschuddend nagekeken door collega's die zich af- vroegen wat hem er toe bewoog een vaste baan met recht op bureaïf gaTn'praten' pensioen '---i noemden. verwisselen voor iets wat zij „een slag in de lucht" heden, die verband hielden met erkgelegenheid. ,.'k Zal eens met de directeur van het arbeids- beloofde de maatschappelijk werkster, „ik ken hem nog al goed". WFIV^ een wens- al jaren lang bij r* tiiNO hem leefde: het scheppen van een hü^deedAls^direeteur tï Tr' ff"JSS3lE?£j5£- noden en behoeften leren kennen dan alleen die. wel ke op het maatschappelijke vlak liggen. De enorme groei TECHNIEK De heer Bours is 49 ja; doen ten behoeve van het dage- En voorts bekwaamde hij zich lijks werk. de hunkering van de alle vakken, die hem in het i stedeling elke vrije minuut te ken van een carrière kunnen doorbrengen in de vriji natuur, ver van de beton- ei steenmassa, waarin hij werkt ei leeft, de mogelijkheden die de oorlog om vacantie te drang die vacantie door te bren- zouden kunnen zijn. het diploma Franse, Duitse Engelse handelscorrespondentie, tussendoor, omdat de tech- LOF Zijn eerste stap op het terrein van de recreatie zette hij in 1955, toen hij werd benoemd tot direc teur van het vacantiecentrum „De Klinkaart" te Drunen. een gemeentelijke stichting, waarvan de burgervader van Drunen voor zitter is. Een paar jaar heeft hij daar de scepter gezwaaid. „Hoe ik het heb gedaan moet u maar aan de gasten vragen". Toen zag hij zijn kans schoon en hij liet in Vlierden bij het Bra bantse Deurne een bungalow- Emigratieblad „De bewoners van Australië, Ca nada. Nieuw-Zeeland en Rhode sia kenden, nog slechts kort ge leden, op zijn best Nederland al leen maar bij naam. Omge keerd was hetzelfde het geval. Wat wisten wij van deze. toen nog verre en vreemde landen?" Deze opmerking van de minister van sociale zaken en volksge zondheid de heer J. G. Suurhoff lazen we in het Woord ter In leiding van een nieuw driemaan delijks tijdschrift, dat „Emigra tie" heeft en wordt uitgegeven door het Emigratiebestuur in samenwerking met de Intergou vernementele Commissie voor Europese Migratie (I.C.E.M.) te Genève. „Maar", zo schrijft de minister verder, „in enkele jaren is dat alles veranderd. Meer dan 300.000 emigranten namen onze eigenschappen, bekwaamheden levensgewoonten en inzichten mede en toonden deze in de uit hoeken van de immigratielan den. Er is praktisch geen Aus traliër. Canadees. Nieuwzeelan- der of Zuidafrikaan meer. die de Nederlanders niet uit eigen ervaring kent en waardeert. Nederland heeft in deze landen een nieuwe plaats ingenomen en een nieuwe kans gekregen. Het hangt uitsluitend van verder Ne derlands initiatief af. hoe wij deze nieuwe mogelijkheden zul len uitbuiten". In het eerste nummer van „Emi gratie" dat beoogt de emi- gratieproblematiek gemakkelijk toegankelijk te maken voor hen. die uit hoofde van hun maat schappelijke functie hieraan be hoefte hebben in dit eerste nummer dan. zijn verscheidene wetenswaardige artikelen gepu bliceerd. o.m. van de hand van prof. dr. J. E. de Quay, com missaris van de Koningin in de provincie Noordbrabant („Met vooruitziende blik"), van mr. A. R. Downer, Australisch minister van immigratie („Een woord van dank en.... welkom") en van ds. C. Gilhuis („De Kerk aan boord"). ieder kwamen niek hem bpeide. liep hij nog Hij haalde park bouwen, dat hij, buurtschap, Vacantiebord „De Bikkels" noemde. De omgeving stond er eerst wat sceptisch te genover. dat daar temidden van rocn ,J)e Bikkelswerd geopend, was er over gebrek aan belang telling niet te klagen. Uit de omliggende gemeenten waren tal van urgemeesters een kijkje komen nemen. Tweede van links: de burge meester van het Belgische Deurne, geheel rechts de heer Bours. werd geopend kwamen er 1500 nieuwsgierigen een kijkje Bij de openingsplechtig- De hertogin kreeg honger Met een ras-echte Engelsman door Londen wandelend probeer den wc eens op een middag te ontkomen aan de ..afternoon- tea", maar het resultaat was ni hil. Sinds jaar en dag kan er in Engeland nog zoveel schokkends gebeuren. de „afternoon-tea" wordt gehandhaafd. Zelfs ln de moeilijke oorlogsjaren werd, voor zover dat mogelijk was, aan dat oude gebruik vastgehouden. Er is de overlevering, dat de in alle delen van het Gèmene- best in grote ere gehouden „af ternoon-tea" omstreeks 1800 is in gesteld door de echtgenote van de zevende hertog van Bedford. En het hield nauw verband met het tijdstip, waarop toen omstreeks drie of middag. Het was de gewoonte na die maaltijd nog een uurtje bij elkander te blijven onder het ge not van ontelbare kopjes thee. Maar in de loop der jaren werd de hoofdmaaltijd steeds naar een later tijdstip verscho ven. Men vond het vermoedelijk toch niet zo praktisch een halve middag tafelend en drinkend door te brengen. Het werd zes. zeven en ten slotte acht uur. voordat men zich aan de maaltijd zette. De echtgenote van de zevende hertog van Bedford ging dat ver velen. Zij hield het niet uit met een lege maag een hele middag rond te lopen. En zij begon zo omstreeks vier uur in de middag vriendinnen te vragen voor een kopje thee en serveerde daarbij dunne sneetjes brood met boter. De eveneens hongerige ook de burgemeester vriendinnen vonden het idee Een diamant onder de dagboeken Gï, Ds. J. Overduin, de gereformeerde predikant uit Veenendaal, moet het wat kalmer aandoen van de dokter. Maar „kalm aan doen" is voor deze actieve prediker zeker niet „stil zitten". Nauwelijks is immers zijn boek „Tact en contact" in de kerkbla den besproken en (terecht) vaak bejubeld of een tweede boek verschijnt in de etalages van de boekwinkels. dacht ik. „nog even volhoudenDe vrouw stond op. en liep vlug de kamer uit. Ze kwam terug en ik hoorde ze zeggen: „Wat ben Je laat, schat, en waar ts Herman' De man zee: ..Herman komt straks langs op de brommer" ■4ft DtBm de man een zoen en de man zoende terug en zee, dat de vrouw mooi haar had en dat ze z'n lieveling was en nog wat van die din gen. die ik niet goed kon horen omdat-t-le zo zachtjes ging spreker: Toen alles klaar was ging de man naast de vrouw an tafel zitten. Hij zee: „Nog een paar dagen, schat en dan gaaneme trouwen Herman komt dalijk met wat rollen behangselpa pier. dan ken je uitzoeken en dan gaat-t- le nog vanavond naar de behanger, dan is dat ook weer geregfcld. en hebben we daar JN „Venster op het leven" biedt ds. Overduin de Nederlandse christenheid een dagboek aan. dat als we ons niet vergissen bin nen enkele jaren wel eens tot één t'an de meest geliefde dagboeken van ons land kan worden. Er is een overmaat van dagboeken en we vroegen ons een ogenblik af, of er wel plaats zou ztjn voor weer een nieuwe uitgave. Wil een dagboek zich een plaats veroveren dan moet of de schrijver bijzonder spreken tot de verbeelding van het publiek of de inhoud moet de i zich kunnen trinni QS OVERDUIN behoort niet tot de luidruchtige predikanten van ons land, maar hij kan misschien wel beschreven worden als geliefd bij de kerkgangers. Van hem kan gezegd worden „men hoort hem graag Een verder punt in z\jn voordeel is dat hij niet tot een be paalde kerkelijke richting behoort Toch zal dit nieuwe dagboek niet in de eerste plaats ingang vinden omdat ds Overduin het heeft ge schreven. Het heeft de naam van de schrijver niet nodig om een zegen te worden voor de lezers. adviseurs en advocaten"„de mens met een papieren martelaarshoed" ..De psychologie van de make-up". tfET DAGBOEK is volmaakt in tegenstelling met een groot aan tal boeken dat we hebben gebruikt. Meestal worden in januari de beste gedachten opgedist. Ds. Overduin begint wat moeizaam. Hij schrijft pE MEESTE dagboeken bieden een serie overdenkingen naar allereerst over de eeuwigheid aanleiding van een woord of tekst God. het zwarte mysterie vat ze geven een mooie gedachte, maai komen vaak niet verder. Dit dag boek wil een stap verder gaan hei wil alle aspecten van het leven be naderen. Daartoe heeft ds. Over duin zijn boek systematisch jnge deeld in twaalf onderwerpen, voo. iedere maand één. Achtereenvol gens wordt dan geschreven over hei mysterie, het licht, de strijd, de spanning, de overwinning enz. Iedei onderwerp is weer onderverdeeld In januari worden dan het begin God. de mens. de wereld en de zonde behandeld. Er is zo vrijwe geen facet van het geestelijk leven dat niet naar voren komt de zonde, onderwerpen die we nooit volkomen zullen doorgronden. Waar is. Overduin schryft over practi- sche zaken en tastbare feiten is hij op zijn best en naar mate we in dit boek vorderen, worden we meer en meer getroffen door de eenvoudige ■naar vaak rake gedachten. JTVENALS in zijn vorig boek mijdt de predikant alle dogmatische eenzijdigheid. In begin december wordt onze verhouding tot de kerk behandeld en ds. Overduin uraar- schutvt tegen kerkisme en kerke lijke onverschilligheid, tegen oecu menische apathie en oecumenisch delirium. En zijn rake typering alleen al in de titels. De schrijver spreekt over „God omringd van Overduin, Kok, Kampen. ff ET BOEK is niet goedkoop, maar het is een ideaal geschenk voor zen bruidspaar. Een kerkeraad die jong gehuwden niet alleen een trouwbijbel wil geven, maar ook leiding bij het dagelijks bijbellezen, doet er wel aan om dit dagboek te geven. Voor alle ongehuwden en reeds lang gehuwden is het een schitterend St. Nicolaas- of verjaar dagsgeschenk. Ds. Overduin schreef een diamant onder de dagboeken „Venster op het leven", ds. J. van het Belgische Deurne. zwaaide de heer Bours de groot ste lof toe. Hij zei n.l.: „Kunt u bij mij ook niet zoiets komen op- de hertogin de navolgen waard. Ook zij organi seerden thee-uurtjes en er waren weer anderen, die dat van haar overnamen. En zo ontstond de beroemde afternoon-tea'', waar aan geen Engelsman zich zal ont trekken, ook niet als hij buiten zijn land vertoeft. Wat is nu feitelijk: snel? „De gaan? Ja! Het licht bijvoor- snelste menselijke lopers kun- beeld, is nog sneller. Licht gaat sneller. De snelste kan per nuut ongeveer 1 km ren Maar de snelste vogels winnen elke wedstrijd met een renpaard. De valk haalt wel bijna 5 km in een minuut. Auto's zijn nog vlugger. De snelste race-auto kan bijna 10 km in een minuut halen. Maar zelfs een race-wagen is lang zaam vergeleken mei een snei vliegtuig. Lange tijd hebben vliegtuigbouwers geprobeerd een vliegtuig te bouwen dat even snel zou vliegen als het geluid Geluid gaat met een snelheid van ruim 20 km per minuut. Tenslotte slaagden zij er in straalvliegtuigen te ontwerpen - kennen niets dat sneller gaat" Dit is een citaat uit „Het gouden reuze-boek van de wetenschap", dat bij de Uit geverij De Bezige Bij te Am sterdam het verschenen. Men zou encyclopedie kunnen zen handige encyclo- de jeugd, die aan de voortreffelijk gekleur- plaatjes op een noemen, hand va: de platen plezierige manier de interes santste dingen over natuur, sterrenkunde, geologie, weer kunde, electriciteit en machines die een wedstrijd met het geluid enz. kan lezen. De tekeningen bekende Harry konden winnen. Raketten hoog in de lucht worden afge schoten. gaan nog sneller. He' record is meer dan 2.500 km per Maar zelfs de snelste raket is vergeleken met de aarde een treuzelaar. De aarde cirkelt jaarlijks in een grote kring om de zon. Om die hele weg per jaar af te leggen, beweegt de aarde zich voort met een snel heid van bijna 30 km per se conde. Dat betekent, dat :e per minuut bijna 1.800 km aflegt! Kan er nog wel iets sneller McNaught. de tekst van Bertha Morris Parker. Echt een boek. dat de jeugd graag zal bezitten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 14