brommer
IB'bonoU^
«Venster op het leven»
KOM NOG EENS LANGS OP DE
Directeur van arbeidsbureau
ging vakantie-oord bouwen
SNEL
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 1 NOVEMBER 1958
IK ben altijd nieuwsgierig geweest, daar kan ik nou eenmaal niks an
doert. Me vader is bezig me met een end hout van die onhebbelijkheid
te genezen, zoals hij me heeft beloofd, maar ik geloof niet, dat hij
veel succes zal hebben. Elke keer as hij merkt, dat ik aan de deur van
de kamer sta te luisteren naar wat er binnen wordt gezegd, krijg ik van
dik hout zaagt men planken. Ik kan me niet herinneren, dat er een week
is voorbij gegaan zonder dat hij me minstens driemaal heeft geslagen,
overigens tot groot verdriet van me moeder, die me na elk pak slaag
verwent met kauwgumballen en toffees. En dat is een van de reden, dat
me vader het nooit zal winnen. Als ik maar tijdig hard au-au roep en
mijn konen opblaas, zodat het lijkt alsof ik er in dreig te blijven, sla-t-ie
niet zo hard en niet zo lang, en is het leed, vooral door de kauwgum-
ballen en de toffees van me moeder, gauw geleden.
v
i anders dan me vader. Me niet
azzu begrijp wat ik bedoel. Ze heelt me al
"?n paar keer apart genomen azze in de
keuken het eten aan het klaarmaken was,
en mot me gesproken, en gezegd, dat het
heel lelijk it wat ik doe. dat >k er nog
eens voor in het tuchthuis zal komen, en
dat later niemand van me zal houwen, al
leen vanwege die nieuwsgierigheid. Toen
ze de laatste keer met me sprak kwamen
er tranen in haar ogen en ik was vast be
sloten naar d'r te luisteren, tot me zus
roet ln hét eten gooide Toen me vader en
me moeder over mijn spraken, hoorde ik
s zoggen: ..Ach. let toch niet zoveel
kind. HIJ is pas twaalf, voordat-t-
t heelt zal het wel over zijn".
allemaal te lachen.
want ik vond, dat
terugkwam, niet te veel aan me
moesten gaan zitten denken, want dat dat
toch niet h.elp, maar dat ik tot het laatste
toe aan hun had gedacht, en dat ik ze be
dankte voor alles wat ze voor me geweest
waren, en dat ik er erg veel spijt van had.
dat ik altijd zo nieuwsgierig was geweest,
aar dat ik me allang had voorgenomen
leven te beteren. Dat was wel niet
lik.dacht, dat ze dat wel prettig
te lezep. Ik dacht er
Cf.
op dat I
en toen begonnen J
i ik lachte stiekum r
en door me moeder snoep uitgedeeld
Ik was dus an het vertellen, dat ik al
tijd nieuwsgierig ben geweest, en daarom
wou ik met alle geweld weten, wat me
vriendje Piet die avond had gehoord. Hij
dee nog al geheimzinnig op school. Onder
de les van meester Struyk schoof-t-ie me
papiertjes toe. waarop een vraagteken stond
en waaronder-d-ie met z'n hanepoteschrift
te. In de pauze heb ikkum daarover
Seschoten en hem gevraagd: Wat heb jij
an gehoord Eerst woud-ie niks zeggen,
maar toen ik bleef zaniken nam hij me
mee naar een hoekje van het schoolplein
en daar heb-t-ie tenslotte alles verteld.
vader z'n fiets moeten gaan halen!
stond bij de fietsenmaker, die 'm had ge
repareerd Toen ik in z'n winkel stond,
kwamen er twee mannen binnen. Ik zee
tegen de fietsenmaker: laat de heren maar
voorgaan, en toen hoorde ik ze vragen of-t
Ie een goeie brommer voor ze had. Ze wou-
en 'm direct betalen, want ze hadden geld
b(J zich. De fietsenmaker liet ze wat *ien
en prees z'n rommel goed an en na een
kwartiertje hadden ze d'r een uitgezocht.
En nou komt het. De fietsenmaker ging
naar achteren om een kwitantie uit te
schrijven en in die tijd begonnen die twee
mannen met elkaar te praten. Toen zee
de een tegen de ander: Nou goed afgespro
ken, jij komt zaterdag om 7.Ó0 uur gewoon
op Je brommer langs en ik zal zorgen, dat
ikkcr ben. Ik geloof wel. dat we gauw met
klaar ztjn.
kart dan direct terug
om die andere zaak
op te knappen. en
daarom mot je op de
brommer komen, en
ik zal wel zien wat
ik doe. Je weet het
adres* Lindesingel
25. Ze woont alleen
in dat grote huis, d'r -
is geen hond. dus d'r
kan Je niks gebeuren. En toen kwam de
fietsenmaker weer van achterên vandaan
en namen ze de brommer mee en gingen
ze weg
Je begrijpt zeker wel. zee m'n vriendje
Piet. dat an die zaak een luchie zit. Assie
het.mijn vraagt wordt er zaterdag een
vrouw vermoord en wij hebben 't in onze
hand of het doorgaat of niet. Assik dalijk
naar de plisie loop. zijn die twee er vies
bij, en je hebt kans. dat ik dan van die
vrouw nog een mooi cadeau krijg omdat
ik d'r leven heb gered Asse vraag', wat ik
wel hebben, zeg ik: geef mijn maar een
mecano-doos Daar ben ik al jaren gek op.
maar me vader wil 'm me niet geven, om
dat die dingen te duur zijn, 'zeg-t-ie
IK KAN ook niet naar de plisie lopen, maar
dat zaakie zelf opknappen, met jou dan
natuurlijk. Ik heb zo gedacht, assewe zorgen,
dat we voor zevenen bij die vrouw in huis
zijn en we verbergen ons achter een stoel
of onder een kast. dan kennen
kie even rustig aankijken
EEN KORT VERHAAL
DOOR
H. J. WAALWIJK
zouden vinden
over om nog wat
voor me moeder
te kopen, omdat
die er wel het
meeste verdriet
van zou hebben,
dat ik ineens uit
dween. maar dat
plan verwierp ik
tenslotte omdat
ik me vader niet
voor z'n hoofd
wou stoten. Ik
keek me kamer
tje is rond en ik
keek naar de be
roemde filmster
ren an de muur
en ik vond het
toch wel jammer,
dat ik die mis
schien nooit
Maar toen scho-
woorden van me oom. die bij de marine
is door het hoofd: Jongen, had-t-ie is
gezegd, azzie in het leven wat wil gaan
betekenen moet je nooit te veel op je eigen
letten. Want de mens is op zijn eigen maar
een nietig wezen, dat zich geweldig op
blaast, maar dat bij het minste levensbla-
sie tegen de grond slaat, en dan is 't ner
gens meer. Alleen azzie je in het leven in
zet voor een ander kan het komen te gebeu
ren. dat ze later nog is over je spreken.
Dat zie ie an onze zeehelden, die leven
nog steeds voort al zijn ze al eeuwen dood.
Dat dacht ik zo allemaal toen ik 'savonds
in me bed lag. en ik dacht nog veel meer.
want het is raar, maar azzie op het punt
slaat een groot stuk werk at te leveren,
speelt d'r heel wat door Je kop.
TK STOND 's zaterdags al om half zes op
de mart. Met me thuis was het nog al
gauw bekeken. Ik zee dus. dat ik nog effe
naar Piet moest, en dat bonden ze goed,
al vonden ze het vreemd, dat ik ze alle
maal een hand gaf
en me moeder zelfs
een zoen. ,,'t Lijkt of
we je nooit meer zul
len terugzien", zee
me vader en toen
was ik bijna gaan
huilen. Ik had me
brief onder hetvloei-
blad op me tafeltje
gelegd. Daar zouden
ze 'm wel vinden,
dacht ik Want zo vast as twee maal twee
vier is. zouden ze zondagmorgen, as ik dan
nog niet thuis was. de bende overhoop halen
achtergelaten.
Even i
anzetten
meegenomen.
les
i zee, dat 2
al-
dan die andere man. twee verkeerde han
den had en niks kon. Herman en Henk be-
Jonnen toen hard te lachen en Henk zee.
at het best mee zou vallen, maar dat-t-ie
toch best wou helpen.
Een toen ineens kon ik me niet meer
goed houden. Me rug dee me een pijn als-
of-t-ie gebroken was, en ik draaide me om
en toen ging de canapé kraken en de
vrouw keek naar de canapé en zag me
hoofd en gaf een gil. Toen had je de pop
pen an 't dansen. De twee mannen zagen
me leggen en kwamen op me af. Ze trok-
onder de canapé vandaan
1 de
gaf r
ik geloof, dat het Herman
Ik 2
of ik geen levensteken had
zich een rotje
schrikken asse bijvoorbeeld op die vrouw
toespringen om d'r te wurgen en wij ko
men ineens te voorschijn. En azze we dan
nog roepen: Plisie. plisie. dan is het ineens
bekeken. Het enigste wat ik jou nou te
vragen heb is: ken ik op- je rekenen. Je
begrijpt zeker wel. datter veel van je ze
nuwen wordt gevraagd en dat je niet bang
mot zijn Er ken van alles gebeuren. Het
ken best zijn, dat die mannen zo in de be
nauwenis komen asse ons zien. dat ze gaan
schieten, en dan moet Je er maar op re
kenen dat ze raak schieten.
Daarom, zee m'n vriendje Piet, mot Je
voor Je van huis gaat Je vader en moeder
maar gedag zeggen, want het ken zijn. dat
ze Je niet terugzien. En laten we er nou
niet verder meer over praten, jij zegt za
terdag dat Je naar mijn-gaat en ik zeg dat
ik naar jou ga om sommen te maken cn
we zien elkaar om zes uur op de mart.
En denk er om. dat je je niet terugtrekt,
want dan kijk ik-k-ie nooit meer an.
1 vriendje Piei.
ne er bij haalde en ik dacht bij
hij zal er geen spijt van heb
ben. Toen ik 's avonds in bed lag ging ik
oog eens na wat er allemaal zou kunnen
gebeuren. Ik dacht: wees nou verstandig
en neem een stuk touw mee. dan hebbic
w at bij de hand azzie die boeven moet
boeien. Omdat ik een oom heb. die bij de
marine is. ken ik heel wat knopen en zo
zie Je maar hoe goed alle dingen je van
pas kennen komen Ik dacht: en schrijf
die brief nou een dag van te voren, want
zaterdag zal-l-ie wel wat anders aan je
kop hebben. Ik vond het Jammer, dat ik
nou zaterdag niet de boodschappen voor
me moeder zou kunnen halen, maar voor
die ene keer moest me zus dat dan maar
doon. En toen ineens schoot het me te bin
nen. dat ik wel is nooit meer terug zou
kunnen komen, en dat vond ik toch heel
vervelend, voor me moeder en me vader en
me zus en voor mijn zelf Ik dacht: arze-
ze de kenijnen maar niet vergeten voer te
geven en vergeten het hok elke week schoon
te maken Want dat ztjn klusjes, die ik al
tijd zelf opknap Daar komt nooit geen an
der aan te pas Want dat moet je doen met
liefde en die liefde hebbie alleen as de ko
nijnen van jezelf zijn.
riJN. dat zou lk allemaal nog in dat
briefje kennen schrijven. Ik moest er
toch ook nog inzetten, dst ik niet wou
hebben, dst de kenijnen met de Kerstda
gen voor de slacht gingen. Azze te oud
werden, moesten ze maar naar de dier
gaarde Die zouden er wel goed voor zor
gen. O Ja. en voor me zus d'r verjtardag
moesten ze voor mijn een hangertje koper,
van negentig cent. Ik sou schrijven, dat ze
het geld uit mijn spaarpot konden haler,
En vegders zou Ik sc'.iri'ven. dat ze als ik
kwam me vriendje Piet
..Ik heb nog een mes
Je weet nooit voor wat
situaties we nog kennen komen
te staan", en dat monterde me wel een
beetje op. Hij een mes en ik een touw. nou.
dan zou 't al gek moeten gaan. wilden we
die moordenaars niet de baas blijven.
Het end naar de Ltndesingel viel wel te
gen. Het was langer dan ik had gedacht.
We hadden zeker al een half uurtje gelo
pen. toen me vriendje Pwt pas zee: ..En
nou houd je verders je moed. want we zijn
'r bijna" En dat was ook zo. We zagen
het huis in de verte leggen. Ik dacht: hoe
zouden we nou binnen kennen komen, en
het leek wel of me vriendje Piet me ge
dachten had geraden, want hij zee: „Ik ga
nou eerst het huis verkennen om te zien
waar me moeten inbreken". Die opmer
king lag me feitelijk niet zo. want ik dacht:
as de plissie toevallig is langs mocht ko
men. zijn we erbij. Maar een mens kan
zijn eigen veel zorgen maken, voor niks.
want toen we bij het huis in de buurt lie
pen. zagen we een vrouw de deur uitgaan,
er. we zagen dat ze deur open liet staan.
..Veruit", riep me vriendje Piet. en we zet
ten 't op een lopen en voor ik het wist
stond ik ineens in een voorkamer. „Dekken
zee me vriendje Piet. „dekken, kruip er
gens onder en wacht tottik fluit. Dan
spring-ie ineens te voorschijn en kruip-ie
een van de boeven boven op z'n rug." In
de hoek van de kamer stond een canapé of
zoiets Ik nam een duik en schoof er onder
Me vriendje Piet zag ik nog net achter de
piano kruipen en toen ineens kwam de
vrouw weer binnen.
opnemen. Ze ging an tafel zitten
zag, dat ze zwart haar had.» Ze had een
blauwe jurk an on ze nam een breiwerkie
in d'r hand net as me moeder doe asse
's avonds an tafel zit. cn ik moest ineens
an me moeder denken. Ik dacht: zou ze me
al gemist hebben-1 Zouwen de boodschap
pen al gehaald zijn? Ik zag datter achter
de vrouw an de muur twee portretten hin-
isen. Dat waren natuur-
opoe. want die hangen
og ons ook an ae muur. Een paar keer hoor
de ik de vrouw erg diep zuchten net as me
moeder doet as me vader weer is te keer
gaat. Ik dacht: zou ze zitten te piekeren?
Een paar keer keek ze op d'r horloge, net
of ze op iemand zat te wachten. Maar ze
bree toch gewoon door.
Me rug1 ging van dat leggen onder de
canepe wel erg zeer doen. en ik probeerde
me wat om te leggen, maar dat ging niet.
want tk zat schoor Ik dacht azzik het nou
maar uithoud, en dat ik niet van tevoren le
ven ga maken, want dan is de zaak verrai-
en voordat-t-ie begint Toen ik me daar
over zenuwachtig lag te maken, hoorde ik
„Houd je handen thuis" en toen zee Henk:
„Welja, nog brutaal worden ook". Intussen
was ook me vriendje Piet vanachter de
piano vandaan gekomen en dat gaf hele
maal een consternatie.
EN TOEN ze ons foeljeerden en bij mijn
het touw en bij me vriendje Piet het
mes vonden was de boot an. Herman zee:
„Als we er niet waren geweest, lag je mis
schien nu wel vermoord In Je eigen huis.
Die twee boefjes deinzen zo te zien voor
niks terug", en toen begon de vrouw te
huilen en riep: „Ach Herman", en viel in
de man z'n armen.
We moesten alles vertellen en dat deden
we natuurlijk. Me vriendje Piet zee alles
van de fietsenmaker en toen zee Herman:
dat klopt, en toen hebben ze ons verder
laten uitpraten Toen ze hoorden, dat we
ze voor moordenaars hadden gehouden en
dat we de vrouw wilden redden, kreeg de
vrouw weer tranen in d'r ogen. We mochten
op een stoel gaan zitten en de vrouw zee.
dat ze met Henk wilde trouwen, en dat
Henk ze helemaal niet wilde vermoorden.
Wc kregen koekjes en een stuk chocola,
dat de vrouw toevallig in huis had. zee ze,
en toen gaf ze ons ieder nog een gulden,
omdat we van die flinke jongens waren.
En ze zou es bij ons langs komen om me
moeder te vertellen, dat ze veel an ons
had te danken. En dat was dan het einde.
We mochten eerst onze jas wat afstoffen,
want het was nogal vuil onder de canape,
en achter de piano, en toen we weggingen
zee de vrouw: „Jullie moeten ons nog eens
komen opzoeken in ons nieuwe huis. en
als die meneer daar. en toen wees ze op
Herman, jullie dan komt ophalen, met de
brommer, wordt je ook niet zo moe van
het lopen". En dat hebben we beloofd. We
hebben tegen de vrouw gezegd: ..We komen
nog eens langs op de brommer". En toen
begonnen ze weer te lachen.
Onder de stroom
van berichten, die
uit alle delen van
de wereld onze
krant bereiken.
HET LEVEN
die
diep ontroeren. Op 1
dezer dagen een uericm van
slechts enkele regels, maar in die
enkele regels verborg zich een
diepe tragiek. Sheila Deyhle, een
kleuter van twee jaar is op haar
eentje een lange en eenzame vlieg
tocht begonnen. Zij hoonde in Mel
bourne. maar ze is nu op weg naar
Stuttgart omdat haar moeder, nog
maar 29 jaar qud. wegens zware
verlamming in een ziekenhuis
moest worden opgenomen. Er was
niemand om voor Sheila te zorgen
en de vader vond het beter, dat zij
naar haar grootouders in Duits
land ging. Hij is met haar van
Melbourne naar Sydney gereisd en
daar heeft hij haar op een vlieg
tuig gezet. Mét haar1 lievelings
speelgoed. een teddybeer, bevindt
ze zich nu hoog in de lucht, onbe
wust van het grote leed. dat over
haar vader en moeder, en over
haar. is gekomen. Vandaag zou zij
in Zürich arriveren en dan vliegt
zij met haar beertje door naar
Stuttgart. Het is zo maar een
bericht.
Op roer dreigde 0111 de katten
Het gemeentebestuur van Florence heeft bakzeil gebaald, toen
het in de gemeenteraad een voorstel indiende, dal ten doel had
de politie te machtigen een eind te maken aan het leven van op
straat lopende katten. „Die katten worden gewoonweg een plaag
voor de stad", zeiden de vroede vaderen. „Niemand hemoeil zich
met de dieren, z(j lijden honger en gebrek en vallen de voorbij
gangers lastig. We gaan daaraan een eind maken." Nauwelijks was
dit besluit hekend geworden of van alle zijden rees protest. Er werd
in allerijl een comité van aelie ingesteld, dat geld inzamelde voor
de aankoop van voedsel voor de zwervers en er werden vrijwilligers
gevraagd voor het voederen der katten. De oproep had zo'n succes,
dat hel gemeentebestuur zijn besluit direct introk.
werd hij
zuivelfa
briek. En later trad hij in rijks
dienst. Toen hij directeur was
van het arbeidsbureau "in Oss.
was zijn echtgenote daar werk-
atschappelijk werk-
Hij heet R. J. H. Bours en hij was vele jaren een gewaardeerd aanlokkelijker scheen,
directeur van enkele arbeidsbureaus in het Zuiden des lands. Hei bedrijfsleider op
laatst van februari 1950 tot 1 oktober 1955 van het bureau
in Oss. Toen hij Den Haag liet weten, dat hij zijn functie ging
verwisselen voor die op ee\i heel ander terrein des levens, vroeg
hem verbaasd: „Maar waarom dan? Heb je het niet naar je
zin? Je hebt alles gekregen, waarom je hebt gevraagd". Zijn ster. Op een keer
kantoor was in die dagen gemoderniseerd en ingericht naar de lijkheden in een gezin, moeilijk-
n, die hij aan een arbeidsbureau stelde. Maar hij zei: „Neen",
en ging, hoofdschuddend nagekeken door collega's die zich af-
vroegen wat hem er toe bewoog een vaste baan met recht op bureaïf gaTn'praten'
pensioen '---i
noemden.
verwisselen voor iets wat zij „een slag in de lucht"
heden, die verband hielden met
erkgelegenheid. ,.'k Zal eens
met de directeur van het arbeids-
beloofde de
maatschappelijk werkster, „ik ken
hem nog al goed".
WFIV^ een wens- al jaren lang bij
r* tiiNO hem leefde: het scheppen van een
hü^deedAls^direeteur tï Tr' ff"JSS3lE?£j5£-
noden en behoeften
leren kennen dan alleen die. wel
ke op het maatschappelijke vlak
liggen. De enorme groei
TECHNIEK
De heer Bours is 49 ja;
doen ten behoeve van het dage- En voorts bekwaamde hij zich
lijks werk. de hunkering van de alle vakken, die hem in het i
stedeling elke vrije minuut te ken van een carrière
kunnen doorbrengen in de vriji
natuur, ver van de beton- ei
steenmassa, waarin hij werkt ei
leeft, de mogelijkheden die
de oorlog
om vacantie te
drang die vacantie door te bren-
zouden kunnen zijn.
het diploma Franse, Duitse
Engelse handelscorrespondentie,
tussendoor, omdat de tech-
LOF
Zijn eerste stap op het terrein
van de recreatie zette hij in 1955,
toen hij werd benoemd tot direc
teur van het vacantiecentrum
„De Klinkaart" te Drunen. een
gemeentelijke stichting, waarvan
de burgervader van Drunen voor
zitter is. Een paar jaar heeft
hij daar de scepter gezwaaid.
„Hoe ik het heb gedaan moet u
maar aan de gasten vragen".
Toen zag hij zijn kans schoon en
hij liet in Vlierden bij het Bra
bantse Deurne een bungalow-
Emigratieblad
„De bewoners van Australië, Ca
nada. Nieuw-Zeeland en Rhode
sia kenden, nog slechts kort ge
leden, op zijn best Nederland al
leen maar bij naam. Omge
keerd was hetzelfde het geval.
Wat wisten wij van deze. toen
nog verre en vreemde landen?"
Deze opmerking van de minister
van sociale zaken en volksge
zondheid de heer J. G. Suurhoff
lazen we in het Woord ter In
leiding van een nieuw driemaan
delijks tijdschrift, dat „Emigra
tie" heeft en wordt uitgegeven
door het Emigratiebestuur in
samenwerking met de Intergou
vernementele Commissie voor
Europese Migratie (I.C.E.M.) te
Genève.
„Maar", zo schrijft de minister
verder, „in enkele jaren is dat
alles veranderd. Meer dan
300.000 emigranten namen onze
eigenschappen, bekwaamheden
levensgewoonten en inzichten
mede en toonden deze in de uit
hoeken van de immigratielan
den. Er is praktisch geen Aus
traliër. Canadees. Nieuwzeelan-
der of Zuidafrikaan meer. die
de Nederlanders niet uit eigen
ervaring kent en waardeert.
Nederland heeft in deze landen
een nieuwe plaats ingenomen en
een nieuwe kans gekregen. Het
hangt uitsluitend van verder Ne
derlands initiatief af. hoe wij
deze nieuwe mogelijkheden zul
len uitbuiten".
In het eerste nummer van „Emi
gratie" dat beoogt de emi-
gratieproblematiek gemakkelijk
toegankelijk te maken voor hen.
die uit hoofde van hun maat
schappelijke functie hieraan be
hoefte hebben in dit eerste
nummer dan. zijn verscheidene
wetenswaardige artikelen gepu
bliceerd. o.m. van de hand van
prof. dr. J. E. de Quay, com
missaris van de Koningin in de
provincie Noordbrabant („Met
vooruitziende blik"), van mr. A.
R. Downer, Australisch minister
van immigratie („Een woord
van dank en.... welkom") en
van ds. C. Gilhuis („De Kerk
aan boord").
ieder kwamen niek hem bpeide. liep hij nog
Hij haalde park bouwen, dat hij,
buurtschap, Vacantiebord „De
Bikkels" noemde. De omgeving
stond er eerst wat sceptisch te
genover. dat daar temidden van
rocn ,J)e Bikkelswerd geopend, was er over gebrek aan belang
telling niet te klagen. Uit de omliggende gemeenten waren tal van
urgemeesters een kijkje komen nemen. Tweede van links: de burge
meester van het Belgische Deurne, geheel rechts de heer Bours.
werd geopend kwamen er
1500 nieuwsgierigen een kijkje
Bij de openingsplechtig-
De hertogin
kreeg honger
Met een ras-echte Engelsman
door Londen wandelend probeer
den wc eens op een middag te
ontkomen aan de ..afternoon-
tea", maar het resultaat was ni
hil. Sinds jaar en dag kan er in
Engeland nog zoveel schokkends
gebeuren. de „afternoon-tea"
wordt gehandhaafd. Zelfs ln de
moeilijke oorlogsjaren werd, voor
zover dat mogelijk was, aan dat
oude gebruik vastgehouden.
Er is de overlevering, dat de
in alle delen van het Gèmene-
best in grote ere gehouden „af
ternoon-tea" omstreeks 1800 is in
gesteld door de echtgenote van
de zevende hertog van Bedford.
En het hield nauw verband met
het tijdstip, waarop toen
omstreeks drie of
middag. Het was de gewoonte na
die maaltijd nog een uurtje bij
elkander te blijven onder het ge
not van ontelbare kopjes thee.
Maar in de loop der jaren
werd de hoofdmaaltijd steeds
naar een later tijdstip verscho
ven. Men vond het vermoedelijk
toch niet zo praktisch een halve
middag tafelend en drinkend door
te brengen. Het werd zes. zeven
en ten slotte acht uur. voordat
men zich aan de maaltijd zette.
De echtgenote van de zevende
hertog van Bedford ging dat ver
velen. Zij hield het niet uit met
een lege maag een hele middag
rond te lopen. En zij begon zo
omstreeks vier uur in de middag
vriendinnen te vragen voor een
kopje thee en serveerde daarbij
dunne sneetjes brood met boter.
De eveneens hongerige
ook de burgemeester vriendinnen vonden het idee
Een diamant onder de dagboeken
Gï,
Ds. J. Overduin, de gereformeerde predikant uit Veenendaal,
moet het wat kalmer aandoen van de dokter. Maar „kalm aan
doen" is voor deze actieve prediker zeker niet „stil zitten".
Nauwelijks is immers zijn boek „Tact en contact" in de kerkbla
den besproken en (terecht) vaak bejubeld of een tweede boek
verschijnt in de etalages van de boekwinkels.
dacht ik. „nog even volhoudenDe vrouw
stond op. en liep vlug de kamer uit. Ze
kwam terug en ik hoorde ze zeggen: „Wat
ben Je laat, schat, en waar ts Herman'
De man zee: ..Herman komt straks langs
op de brommer"
■4ft DtBm
de man een zoen en de man zoende terug
en zee, dat de vrouw mooi haar had en dat
ze z'n lieveling was en nog wat van die din
gen. die ik niet goed kon horen omdat-t-le
zo zachtjes ging spreker: Toen alles
klaar was ging de man naast de vrouw an
tafel zitten. Hij zee: „Nog een paar dagen,
schat en dan gaaneme trouwen Herman
komt dalijk met wat rollen behangselpa
pier. dan ken je uitzoeken en dan gaat-t-
le nog vanavond naar de behanger, dan is
dat ook weer geregfcld. en hebben we daar
JN „Venster op het leven" biedt
ds. Overduin de Nederlandse
christenheid een dagboek aan. dat
als we ons niet vergissen bin
nen enkele jaren wel eens tot één
t'an de meest geliefde dagboeken
van ons land kan worden. Er is een
overmaat van dagboeken en we
vroegen ons een ogenblik af, of er
wel plaats zou ztjn voor weer een
nieuwe uitgave. Wil een dagboek
zich een plaats veroveren dan moet
of de schrijver bijzonder spreken
tot de verbeelding van het publiek
of de inhoud moet de i
zich kunnen trinni
QS OVERDUIN behoort niet tot
de luidruchtige predikanten van
ons land, maar hij kan misschien
wel beschreven worden als geliefd
bij de kerkgangers. Van hem kan
gezegd worden „men hoort hem
graag Een verder punt in z\jn
voordeel is dat hij niet tot een be
paalde kerkelijke richting behoort
Toch zal dit nieuwe dagboek niet
in de eerste plaats ingang vinden
omdat ds Overduin het heeft ge
schreven. Het heeft de naam van de
schrijver niet nodig om een zegen
te worden voor de lezers.
adviseurs en advocaten"„de mens
met een papieren martelaarshoed"
..De psychologie van de make-up".
tfET DAGBOEK is volmaakt in
tegenstelling met een groot aan
tal boeken dat we hebben gebruikt.
Meestal worden in januari de beste
gedachten opgedist. Ds. Overduin
begint wat moeizaam. Hij schrijft
pE MEESTE dagboeken bieden
een serie overdenkingen naar allereerst over de eeuwigheid
aanleiding van een woord of tekst God. het zwarte mysterie vat
ze geven een mooie gedachte, maai
komen vaak niet verder. Dit dag
boek wil een stap verder gaan hei
wil alle aspecten van het leven be
naderen. Daartoe heeft ds. Over
duin zijn boek systematisch jnge
deeld in twaalf onderwerpen, voo.
iedere maand één. Achtereenvol
gens wordt dan geschreven over hei
mysterie, het licht, de strijd, de
spanning, de overwinning enz. Iedei
onderwerp is weer onderverdeeld
In januari worden dan het begin
God. de mens. de wereld en de
zonde behandeld. Er is zo vrijwe
geen facet van het geestelijk leven
dat niet naar voren komt
de
zonde, onderwerpen die we nooit
volkomen zullen doorgronden. Waar
is. Overduin schryft over practi-
sche zaken en tastbare feiten is hij
op zijn best en naar mate we in dit
boek vorderen, worden we meer en
meer getroffen door de eenvoudige
■naar vaak rake gedachten.
JTVENALS in zijn vorig boek mijdt
de predikant alle dogmatische
eenzijdigheid. In begin december
wordt onze verhouding tot de kerk
behandeld en ds. Overduin uraar-
schutvt tegen kerkisme en kerke
lijke onverschilligheid, tegen oecu
menische apathie en oecumenisch
delirium. En zijn rake typering
alleen al in de titels. De schrijver
spreekt over „God omringd van Overduin, Kok, Kampen.
ff ET BOEK is niet goedkoop, maar
het is een ideaal geschenk voor
zen bruidspaar. Een kerkeraad die
jong gehuwden niet alleen een
trouwbijbel wil geven, maar ook
leiding bij het dagelijks bijbellezen,
doet er wel aan om dit dagboek te
geven. Voor alle ongehuwden en
reeds lang gehuwden is het een
schitterend St. Nicolaas- of verjaar
dagsgeschenk. Ds. Overduin schreef
een diamant onder de dagboeken
„Venster op het leven", ds. J.
van het Belgische Deurne.
zwaaide de heer Bours de groot
ste lof toe. Hij zei n.l.: „Kunt u
bij mij ook niet zoiets komen op-
de hertogin de
navolgen waard. Ook zij organi
seerden thee-uurtjes en er waren
weer anderen, die dat van haar
overnamen. En zo ontstond de
beroemde afternoon-tea'', waar
aan geen Engelsman zich zal ont
trekken, ook niet als hij buiten
zijn land vertoeft.
Wat is nu feitelijk: snel? „De gaan? Ja! Het licht bijvoor-
snelste menselijke lopers kun- beeld, is nog sneller. Licht gaat
sneller. De snelste kan per
nuut ongeveer 1 km ren
Maar de snelste vogels winnen
elke wedstrijd met een renpaard.
De valk haalt wel bijna 5 km
in een minuut.
Auto's zijn nog vlugger. De
snelste race-auto kan bijna 10
km in een minuut halen. Maar
zelfs een race-wagen is lang
zaam vergeleken mei een snei
vliegtuig. Lange tijd hebben
vliegtuigbouwers geprobeerd een
vliegtuig te bouwen dat even
snel zou vliegen als het geluid
Geluid gaat met een snelheid
van ruim 20 km per minuut.
Tenslotte slaagden zij er in
straalvliegtuigen te ontwerpen
- kennen niets dat sneller gaat"
Dit is een citaat uit „Het
gouden reuze-boek van de
wetenschap", dat bij de Uit
geverij De Bezige Bij te Am
sterdam
het
verschenen. Men zou
encyclopedie kunnen
zen handige encyclo-
de jeugd, die aan de
voortreffelijk gekleur-
plaatjes op een
noemen,
hand va:
de platen
plezierige manier de interes
santste dingen over natuur,
sterrenkunde, geologie, weer
kunde, electriciteit en machines
die een wedstrijd met het geluid enz. kan lezen. De tekeningen
bekende Harry
konden winnen. Raketten
hoog in de lucht worden afge
schoten. gaan nog sneller. He'
record is meer dan 2.500 km per
Maar zelfs de snelste raket is
vergeleken met de aarde een
treuzelaar. De aarde cirkelt
jaarlijks in een grote kring om
de zon. Om die hele weg per
jaar af te leggen, beweegt de
aarde zich voort met een snel
heid van bijna 30 km per se
conde. Dat betekent, dat :e per
minuut bijna 1.800 km aflegt!
Kan er nog wel iets sneller
McNaught. de tekst van Bertha
Morris Parker. Echt een boek.
dat de jeugd graag zal bezitten.