Jubilerende musici bij Residentie-Orkest WOENSDAG 15 OKTOBER 19S8 (Van Kunstredacteur.) HET was een echt luisterrijk feest gisteravond in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Een feest dat eigenlijk al begon met de versiering van dit gebouw. Dahlia's, herfstasters, duindoorn, varens en begroeide boomstronken sierden podium en balkons en in de hal prijkte de Japanse kers. Het podium was zo'n beetje in een bos herschapen, waarop men zo straks het sprookje uit de Midzomernachtsdroom zou verwachten. Maar er kwam geen sprookje, er kwamen geen elfjes en er verscheen geen charmante Titania. Als eerste ge beurtenis op deze avond plaatste zich een 16-tal gewone muzikanten op het toneel met 4 trompetten, 4 hoorns, 4 trombones, 1 tuba, 1 contra-fagot, pauken en bekkens. Het was alsof zij zich wat verloren voelden in dat ge ïmproviseerde bos. alsof zij de juiste bospaden hadden verloren. Toen Willem van Otterloo binnenkwam bleek het dat deze muzikanten zich echter volkomen thuis- vnelden in deze entourage: zij gingen een feest inblazen, zij zouden een fanfare spelen om het spel te laten be ginnen. Het spel van muziek en het spel van een drie voudig jubileum. Het voltallige publiek wilde maar al te graag en al te spontaan meedoen met dat spel. Staande bewees het dat toen de eerste jubilaris het podium betrad. J~\IT drievoudig feest betrof de dirigent en de beide eerste concertmeesters Richard Strauss had ontleend hadden het Residentie-Orkest, Willem van Otterloo Theo Olaf en Herman Krebbers. Zij allen vierden een zilveren jubileum: Willem van Otterloo als dje variaties js jn ons blad reeds geschre- dirigent, Theo Olof en Herman Krebbers als violisten. En dan was er nog ven_ De officiële première was echter het 20-jarig bestaan van het duo Olof-Krebbers. De Vereniging van Vrien- gisteren op de feestavond. den van het Residentie-Orkest, dat is dus de organisatie die gevormd wordt Laten we die telegrammen in klank door de kern van het concertpubliek, heeft die jubilea niet ongemerkt voor bij laten gaan. En zo was er deze gala-feestavond georganiseerd, dit open baar huldebetoon van regering en Haagse burgerij aan drie van onze meest eminente kunstenaars. De „Intrada" van Willem van Otterloo, dat eerst diep in de nacht ei het werk dat hij schreef voor het 150- zou vinden. Den .Haag viert jarig bestaan van het Rijksmuseum, gauw feest. Maar als het feest viert dan vormde de verrassende opening van het is het ook goed. En dan duurt het ook feest, verrassend omdat Van Otterloo lang. hiermee toonde in eeer kort bestek heel Spont.an - dus stn.nde en luid klap. H^'k Bsdingï"Eerst ba dele i veel te kunnen zeggen, verrassend ook pend werden daarna de beide jubi- ponjsten w;st men ineens wat een varia- tot chauvinisme verheven) van Bertus van Lier, volgde de flitsende gedachte van Oscar van Hemel. Een wijs en eigen wijs telegram was er van Hendrik An- driessen, welk telegram echter terstond vergeten werd door die rake, gave blik- ichicht van de jonge Hans Kox, is geniale gedachtenconcentratie slechts geëvenaard werd door zijn leraar Receptie sloot het feest waardig af In het oude historische raadhuis van *s-Gravenhage hadden B. en W. van Den Haag gisteravond laat, na afloop van het jubileumconcert, een receptie belegd. Vele burgerlijke en militaire autoriteiten, vele muziekliefhebbers en vele musici kwamen daar de zilveren jubilarissen ge lukwensen. Onder het genot van een goed glas wijn en met als achtergrond de mu ziek van een beschaafd strijkje is er tot ver in de nacht een sfeer van feeste lijkheid en intimiteit geweest, een sfeer die echt bij muziek past. Burgemeester Kolfschoten en zijn wet houders toonden zich opnieuw voortref felijke gastheren. Zo na de spanning van het concert vond men elkaar terug in een geanimeerd gesprek, een hoofse dans of een ondeugende opmerking. Men vond de sfeer terug die zo vroeger, eeuwen geleden, bestaan moet hebben toen aan een of ander rijk hof muzikanten werden uitgenodigd om de vorst en zijn gasten te behagen. En juist in die prachtige zalen en gangen van het oude raadhuis, waar grote staatsieportretten hangen en waar de gangen getooid zijn met groen en bloemen, is het dan goed toeven. Deze sfeervolle ontvangst was een waardige afsluiting van een echt muziekfeest, waar drie van onze meest eminente musici werden geëerd niet alleen omdat ze 25 jaar musici zijn, maar omdat ze zulke musici zijn. Door deze receptie heeft het Haagse gemeentebestuur dus wel zeer duidelijk zijn grote waardering voor deze drie leidende persoonlijkheden in het Residentie-Orkest tot uiting gebracht. De gouden dirigeerstok die Willem van Otterloo kreeg van Philips Phono- grafische Industrie, werd nog eens na het concert bewonderd door de Haagse burgemeester Kolfschoten (links). Naast hem v.l.n.r. de drie jubilarissen Willem van Otterloo, Herman Krebbers en Theo Olof. Links in de hoek ziet de directeur van het Residentie-Orkest, Willem Brederode, toe. omdat de blazers zen zeer goede blazers trada was de opmaat festijn van allure, een orkest bewe- lerende violisten ontvangen door het zijn. Deze In- publiek. Bij dat publiek zag men dit een muzikaal keer ook vele ministers, vele leden van izikaal festijn bet corps diplomatique, vele gemeente raadsleden, alle wethouders, vele mili taire autoriteiten, leden van de Hoge Raad en de Prov. Staten, burgemeesters k]anken ^ex uit omliggende plaatsen en musici uit het gehele land. En we hopen maar dat ze allen genoten hebben van het zuiver muzikale deel dat werd voorgezet. Mensen die zich met Gelukkig"* «tante. gemeentezaken bemoeien, ple- tjng vaj Geza Frid gaf wat onverzorgde oubol ligheid en Marius Flothuis zorgde voor een echt vlotte driekwartsmaat. Maar het was weer pas Hans Henkemans die echt sprankelende scherts liet Deldcn zweefde i schets en verzandde in het ets en Guillaume Land ré kwam met n vrolijke variatie op „twee violen en bas, bas, bas" als humor aandragen. toen de climax-afslui- Willem van Otterloo zelf. Hoe men echter ook over die gemeen- chappelijk geschreven variaties denkt, de uitvoering stond boven elke kritiek. En die variaties bewezen ook hoe alle „richtingen" in ons componerend Neder- toch timlijk wel dat on, Beiden- ,„d m„]„ldtn d„ dri.voud„ ju- gen meestal een beetje doof de klinkende muze. Maar bij dit feest wilde men toch niet wegblijven, want men weet toch wel dat de muziek maar i versiering is van het leven. Men bileum. tie-Orkest een even onmisbare plaats i de samenleving inneemt als een instel ling als laten we maar iets noemen 1V/TAAR NIET ALLEEN alle richtingen het bevolkingsregister of Gevseentcwer- in ons componerend Nederland, ook ken. En voor zover men dat niet wist is alle richtingen in onze heel gewone sa men er gisteravond wel achter gekomen, menleving leefden mee. Want zo mid- Theo Olof en Herman Krebbers gingen den tussen al die muziek in verschenen hun eigen feest eerst vieren met een er plotseling enkele heren op het toneel prachtige vertolking van het Dubbel- om te praten en om nog eens heel duide- vioolconcert van Bach, waarbij de derde geerstok, waarmee hij op de landkaart De grijze vioolpeèagoog, Oscar Back. die de muzikale vader is geweest van de twee jonge jubilarissen Theo Olof en Herman Krebbers, mocht natuurlijk op dit feest niet ontbreken. Hij is het aan wie Olof en Krebbers de ontwikkeling wan hun violistische talenten te danken hebben, hij is het die hen tot deze hoogte heeft gebracht. Vele en zware lessen hebben Olof en Krebbers bij Oscar Back gehad en de mensen kenner Back wist al van te voren of zij de lessen geleerd hadden of niet. Hij heeft gestimuleerd en ge corrigeerd, hij heeft de technische basis gelegd en de muzikaliteit ont wikkeld. Wie Olof en Krebbers spreekt zal altijd weer die naam Oscar Back horen en wie het boekje van Olof „Daar sta je dan" leest, zal de grote waardering terugvinden, die Olof zijn leermeester toedraagt. Ook op de receptie in het historische stadhuis verscheen de vioolpeda goog (zie foto boven) in gezelschap van zijn kleindochter. te beseffen, dat zij toch altijd ieer waard is dan al die goede woor- en en goede geschenken. Dit mo- lent tussen Willem van Otterloo i zijn charmante echtgenote legde onze fotograaf vast tijdens de receptie op het oude stadhuis. Mr. Evert Cornelis, de vroegere directeur van het Residentie-Orkest, tprek met de huidige directeur Willem Brederode. Rechts daarvan Cornelis en de dochter van de heer Brederode. Het Residentie-Orkest heeft het feest van zijn dirigent en zijn twee con certmeesters intens meegevierd en hartelijk applaus klonk telkens ook bij de orkestleden als er goede woor den tot de jubilarissen werden ge sproken. De orkestleden beseffen zelf maar al te goed. dat zij met een dergelijke topbezetting een unieke plaats in de wereld innemen. In afwachting van een langt alvast maar even uit in K. er m wel onder het schilderij Sam Swaap, de vroegere eert e en vermoeiende receptie rustte de bode maar natuurlijk in een muzikale omgeving het voormalige Haags Strijkkwartet met i het orkest, als primarius. In het oude stadhuis had het Ge meentebestuur na afloop van hel jubileumconcert een grote receptie georganiseerd, waar zeer velen de jubilarissen kwamen gelukwensen. Men ziet de gehuldigden hier tus sen de mensen in. Van rechts naar links mevr. Krebbers, Herman Kreb bers, mevr. Olof, Theo Olof, mevr. v. Otterloo en Willem van Otterloo. Staatssecretaris mr. R. G. A. Höppener reikte namens H M. de Koningin aan Theo Olof en Herman Krebbers de versierselen uit, behorende bij de onderscheidingen als ridder in de Orde van Oranje Nassau. jubilaris het heel klein gehouden orkest lijk te zeggen, dat Willem van Otterloo op meesterlijke wijze dirigeerde. En het zo'n goede dirigent is en Theo Olof en valt telkens weer op hoe verrukkelijk Herman Krebbers zulke voorbeeldige het is als Bach op een feest gespeeld violisten zijn. Van die echte jubileum- wordt. Zijn muziek is op zichzelf al een woorden worden dan gebruikt. Maar we feest en zoals die muziek gisteravond twijfelen niet aan de echtheid, zelfs Wil- werd uitgevoerd valt daarover wel niet lem van Otterloo niet die in zijn dank- meer te twisten. Een feest van ritmen woord niet ten onrechte opmerkte en melodieën, een feest van dansen en dat bij zo'n feest natuurlijk altijd vricn- verinnerlijkte blijdschap. delijke dingen moeten worden gezegd. Die echtheid overigens werd wel be- T^tlRECT DAAROP volgde het middel- wezen door de bekendmaking door staats- punt van het muzikale programma, secretaris mr. R. G. A. Höppener van Elf Nederlandse componisten brachten het feit, dat de Koningin Theo Olof en hulde aan de twee violisten en aan de Herman Krebbers benoemd heeft tot dirigent. Op een thema, dat Willem van ridder in de Orde van Oranje Nassau. beste Otterloo aan de Tijl Uilenspiegel Een koninklijke hulde violisten. Burgemeester Kolfschoten wist maar al te goed als is hij dan nog maar kort Hagenaar dat het Haagse chau vinisme niet vaak het toppunt van ver hitting bereikt. Maar wat hier aan do hand is zo'n dirigent en twee zulke eerste concertmeesters was volgens de burgemeester toch wel uniek in de we reld. En dat chauvinisme is nog niet eens opgeschroefd ook. Als voorzitter van het orkestbestuur huldigde jhr. E. J. van Holthe de jubila rissen en als voorzitter van de orkest commissie sprak H. de Roo de wens uit, dat er nog heel veel jaren van samen werking mogen komen tussen de drie jubilarissen en het orkest. De directeur van Philips Phonografische Industrie, J. W. A. Langenberg, de maatschappij die vroeger meerdere platen van het Rcsi- dente-Orkest heeft laten verschijnen, hul digde de dirigent met een gouden diri- ecn muziekcentrum op de wereld moest aanwijzen, waarheen de violisten Olof en Krebbers zich zouden kunnen begeven voor een soort studie-retraite van enkele weken. Natuurlijk op kosten van de grammofoonindustrie. En dan was er ten slotte nog de stem van de vaste concert bezoekers bij monde van mr. D. J. van Gilse, voorzitter van de Vereniging van Vrienden van het Residentie-Orkest. «kx **- 5)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 3