Generaal Calmeyer van de regering acht beleid foutief l>*~MARKr M W! Dostojewsky-fragmenten en psalm 150 door Berlijns koor uitgevoerd s Ir. Manusama: laster over C.C.K.P. verspreidde de verstekelingen meester worst smaakt dubbel zo bést no-iron shirts Peek&Cloppenburg Mevrouw de burgemeester Behoudende composities van Chemin - Petit en Blacher Zangcultuur op hoog niveau Garantieprijs van melk '51 DINSDAG 14 OKTOBER 1958 Protest tegen terugzending van de 37 (Van een onzer verslaggevers) itCLECHTS OP BASIS van een criminele achtergrond van de betrokke- r-' nen, had de regering mogen overgaan tot terugzendingvan de 37 uit Indonesië gevluchte verstekelingen. De terugzending van deze 37 jonge „mannen wettigt men thans echter met andere argumenten dan criminele. Het is mijn overtuiging dat dgze houding van de regering volkomen fout is, aldus het Tweede-Kamerlid, luitenant-generaal b.d. M. R. H. Cal meyer (C.H.U.), toen hij ons desgevraagd antwoordde op vragen die wij hem stelden naar aanleiding van bekendmakingen van de zijde der repu bliek Zuid-Molukken, gistermiddag in Den Haag. De minister van buitenlandse zaken van de republiek Zuid-Molukken, ir J. A Manusama sprak op een voor de pers be legde bijeenkomst, geëmotioneerd zijn ipijt uit over het antwoord van de mi nister van justitie prof. rar, I. Samkalden. Nog steeds is de sluier van geheim- ïinnigheid, welke rond de onverwachte ierugzending van de 37 verstekelingen bangt, welke sluier door een openhartige behandeling van deze kwestie voor het Jorum van het Nederlandse volk opge trokken had kunnen worden, ten volle Achter een raam van een woning d aan de IJsclubweg in Den Haag i hangt dit veelzeggende biljet, als ui een stil protest tegen de wegzen- jp ding van 37 verstekelingen. „Ik "r hoop dat velen mijn voorbeeld r volgen", zegt de bewoonster, i mevrouw A. M. L. Oudendijk. [Officiële en semi-officiële instanties, door ihet verspreiden van bepaalde voor enige teruggestuurde verstekelingen ongunstige nadelige geruchten, trachten de daad van de terugzending te aldus de heer Manusama. t Laster Een van deze lasterlijke geruchtenbron- nncn kan ik met stelligheid aanwijzen, zo de Zuidmolukse minister. Dit is het hoofd van de CCKP, het centrale 'comité van particulier en kerkelijk ini tiatief t.b.v. gerepatrieerden. Ik heb er de bewijzen voor dat van deze zijde laster- Sraat wordt rondgestrooid, zo riep de eer Manusama uit. i. Men weet namelijk aan mensen die om ^inlichtingen vragen te vertellen dat min stens vier van de teruggestuurden. com- Ik vraag daarop, aldus minister Manu- i»ama, zou onze actie zin hebben als 36 «van de 37 teruggekeerde jongens com munist waren? En ik antwoord daarop: Het wordt hoog tijd dat we met laster praat gaan afrekenen, want de Johan van lldenbarnevelt, waarop de jongens zich levinden, vaart door in de richting van ndonesië. Het is mij geoleken, aldus ir. 'tanusama, dat men het oor heeft ge- eend aan zgn. buitenambtelijke deskun- 'igen, die niets anders blijken te zijn lan enige particuliere personen, die in j! iet verleden wel eens iets met de terug ezonden jongens te maken hebben ge- niad en die nu menen op buitengewoon i ichtvaardige wijze dingen ten nadele van leze jonge mensen naar voren te kunnen Molestatie Om deze bewering te illustreren, ver- ilde de heer Manusama een voorval dat i het begin van dit jaar in Djakarta yplaats had. Er ontstond in de stad een 'echtpartij tussen Ambonese en Menado- jongens. Hierbij werd een Néder- ands meisje, dat partij had getrokken Broor de Menadonezen, door de Ambonese u jongens gemolesteerd. Het toeval wilde dat met het schip waarop de ouders van dit meisje en het meisje zelf repatrieerden, ook 63 verstekelingen naar Nederland kwa- mmen. Er waren onder deze versteke lingen jongelui die bij de vechtpartij betrokken waren geweest. De verstand houding tussen de verstekelingen en het meisje was aan boord heel goed en toch deed de vader in Nederland aangifte van hetgeen zich destijds in Djakarta had afgespeeld. Hoewel een nader on derzoek op de Kruisberg, waarbij de aanklacht van de vader tegen zeven verstekelingen ongemotiveerd bleek te zijn, werd gehouden, gebruiken bepaal de instanties dit geval om aan hun las terpraat een schijn van betrouwbaarheid te geven. CCKP-commentaar Desgevraagd deelde de heer J. Moora, boofd van het CCKP ons mee, dat zijn 'ociale organisatie geen commentaar op deze aantijgingen wenste te geven. Ons hoofdbestuur is eenstemmig van mening «Ut wij gekregen hebben Zfgering vroegen, toen het eerste schip kleine 70 verstekelingen op weg "aar Nederland was. Er weid toen g' l'faagd om de directe terugzending, di regering aanvankelijk beoogde, na t ?n en eerst een individueel onderzoek te «tellen, waarbij met de menselijke aspecten van elke verstekeling persoon lijk rekening zou worden gehouden. Thans achten wij onze verantwoorde lijkheid beëindigd, wij besteden onze beste zorgen aan de toegelaten versteke lingen en laten het aan politieke organen over uit te maken of de terugzending al of niet juist is te noemen. Voor vrij veel verstekelingen hebben wij de „bouwste nen" aangedragen om aan te tonen dat er factoren waren die hun verblijf in Neder land zeer zeker wettigden. Weliswaar zijn er in rapporten ook andere zijden van de individuen belicht, maar die gaan verder buiten ons om. Om negatief advies t.a.v. de verstekelingen is ons nooit gevraagd en dus hebben wij dit nooit gegeven, aldus de heer Moora. Incidenten In de protestbijeenkomst werd ir. Ma nusama gevraagd waarom hij destijds geen bekendheid had gegeven aan mis standen, die in het kamp de Kruisberg zouden zijn voorgekomen. Er zouden on geregeldheden tussen verstekelingen en het personeel van de rijkspolitie hebben plaats gehad. Een Ambonese jongen zou zijn mishandeld en het zou zijn voorge komen dat alle jongens een uur in werk staking zouden zijn gegaan. Namens minister Manusama antwoord de de heer Aponno op deze vraag. We durfden geen openbaarheid aan deze fei ten te geven, omdat wij dachten dat deze onze zaak alleen maar zouden kunnen schaden. Wij meenden namelijk dat als de jongens zich goed zouden gedragen, zij allen, met uitzondering vari hen die zich aan criminaliteit hadden schuldig gemaakt, zij allen zouden mogen blijven De heer Aponno had zich in verbinding gesteld met de luit-generaal Calmeyer en na dit bezoek meende hij tot deze over tuiging te mogen komen. Geruststelling Generaal Calmeyer had zich in verbin ding gesteld met het ministerie van jus titie en had daar te horen gekregen dat een diepgaaand onderzoek zou worden in gesteld alvorens men tot eventuele terug zending zou overgaan. Alle antecedenten zouden worden nagegaan en slechts wan neer er criminele achtergronden waren, zou de betreffende verstekeling op trans port worden gesteld. In een geruststellend betoog gaf de ge neraal deze mening van het ministerie van justitie aan de heer Aponno door, die spoedig daarna de jongens in de kampen moet hebben gerustgesteld. De generaal gaf desgevraagd volmon dig toe dat de zaak zich destijds zo had toegedragen en dat hij stellig de indruk had gekregen uit hetgeen hem van de zijde van hét ministerie van justitie werd verteld dat slechts criminele anteceden ten het terugsturen zouden bewerkstel ligen. Echter, zo zei hij, ik denk dat de heer Aponno aan mijn woorden overdre ven waarde gehecht heeft De schriftelijke antwoorden die van de zijde van de minister van justitie werden gegeven op vragen van de Kamerleden mej. Ten Broecke Hoekstra en rar. K. T. M. van Rijckevorsel, achtte generaal Cal meyer zeer onbevredigend. De argumen ten die door de minister worden aange voerd om de terugzending te billijken, leken hem niet zwaar genoeg waa betrekking hebben op mensen die levensgevaar gevlucht zijn. Hij achtte weinig waarde aan een bewering als die, waarin gezegd wordt dat er door de Indonesische regering geen represailles t.a.v. de teruggestuurde 37 jonge mt zullen worden genomen. Tevens meende hij dat wel duidelijk vaststaat, gezien de verklaringen die door verscheidene terug gestuurde verstekelingen in Nederland werden afgelegd, dat deze jongens met Kjcldtrse VIEESWARENFABRIEK J MEESTER N V. WIJHE Ook gondelvaart in De Knijpe Storm en regen trotserend hebben de bewoners van het Friese dorp De Knijpe gisteravond voor de 26e maal hun jaar lijkse gondelvaart gehouden. De Knijp- ster gondelvaart werd in 1932 voor eerst gehouden en heeft vooral ni oorlog ieder jaar vele duizenden bezoe kers, ook uit andere provincies getrok ken. De gondelvaart van gisteravond telde in totaal negentien uitbeeldingen, waar onder een fantasie uit de opera „Die Zauberflöte", „Mon coeur est un violin", „Voor ons bestaat geen rassenhaat". „Standbeeld Mozart" en „Fryske blom mei Fryske rom". Waren er toch nog duizenden bezoekers, de optocht der vaartuigen op de compagnonsvaart moest echter wegens de storm gekort worden. Elke woensdag „King" Elke moeder naar de jongens- markt voor het beste no-iron shirt tegen de laagste prijs prima kwaliteit Engelse poplin nieuw Coronet boordmodel dress-manchetten parelmoeren knopen juniörmaten in twee mouwlengten de republiek der Zuid-Molukken sympa- Generaal Calmeyer zei er van over- tnigd te zijn dat deze affaire in het par lement nog lang zijn einde niet gevonden heeft. Voor de behandeling van deze zaak is zeker haast geboden, zo zei de generaal ons gisteravond, en het lijkt mij dan ook zeer waarschijnlijk dat morgenmiddag in de Tweede Kamer vergunning zal wor den gevraagd voor het stellen van mon delinge vragen, waarop eventueel een motie kan worden ingediend. Deze gang Interpellatie Van de zijde van de K.V.P. zal waar schijnlijk over deze zaak niet geïnter pelleerd worden. Mr. Van Rijckevorsel, die vragen aan de minister heeft gesteld, kan dit namelijk niet doen, zo deelde hij ons mee, omdat hij zijn fractie niet een stemmig achter zich heeft staan. Het K.V.P.-kameglid, mr. De Graaf heeft zich dezer dagen namelijk in de Volkskrant volkomen achter het standpunt van de ipinister van justitie gesteld. De heer Van Rijckevorsel meent dan ook dat een interpellatie van de zijde van de V.V.D. zal komen. Overigens vernamen wij van bevoegde zijde dat hedenmiddag een half uur na dat de vergadering van de Tweede Ka mer begon, de kamercommissie voor het gerepatrieerdenvraagstuk op verzoek van het C.H.-lid, de heer F. H. v. d. Wetering in vergadering bijeen zou komen. In de- ergadering zou het vraag de 37 verstekelingen worden stuk als -E HEBBEN in Nederland rouwelijke burgemees ter en ter ere van haar wordt op 16 oktober in drie gemeenten feest gevierd. Op die dag nL is het twaaalfeneenhalf jaar geleden, dat mevrouw G. C. Th. M. Smulders-Belien de scepter ging zwaaien over Oost-, West- en Mid- delbeers. Die van de drie Beersen zijn met hun burgervrouwe dik tevreden en zij hebben dit nooit onder stoelen of banken gestoken. Ook niet omdat zij er trots op zijn. dat hun gemeenten de eerste zijn, waarover een vrou wenhand regeert. Ter gelegenheid van het feest is een programma samengesteld dat als nummer één vermeldt een tocht in een open landauer door de gemeenten. In het gemeentehuis wordt een bijzondere zitting gehou den, en de schoolkinderen uit de drie Beersen zullen met zang hun hulde betuigen. Het cadeau van de ingezetenen krijgt mevrouw Mulder van de loco burgemeester, die namens de drie Beersen een woord van dank zal spreken. De Keieisen uit het woonoord Baarschot zullen in de middag met streekdansen hun hulde aanbieden, waarna een officiële receptie op het gemeentehuis volgt. De rijvereniging ..De 3 Beerzen" en sportclubs zullen later op de middag voor het gemeen tehuis defileren. Na een serenade en een taptoe wordt het feest besloten met een fakkeloptocht. Berliner Festwochen (7) BERLIJN, oktober 1958. TM een van zijn musicologische studies schreef de kort geleden gestorven muziekcriticus Norbert Loeser: „Men kan globaal genomen drie hoofd richtingen in de doolhof der contemporaine toonkunst onderkennen: een late, een allerlaatste nabloei der Romantiek, een radicale breuk met de traditie en ten slotte de geheel getechniseerde klankproduktie, waarin de componist zich gedeeltelijk in een electro-technicus moet transformeren." Deze inderdaad zeer globaal genomen indeling handhavend, kan men zeggen dat de Berliner Festwochen wat de uitgevoerde muziek van deze tijd betreft alle drie richtingen heeft gebracht. De elektronische muziek Aandacht verdiende dit concert echter niet alleen door de composities, maar ook door het uitvoerende koor, het Philharmonischer Chor Berlin, een groot amateur-ensemble. Het is bekend dat de koorzang in Duitsland nog steeds druk beoefend wordt en over het alge meen op een behoorlijk peil staat. Denk maar eens aan de vele uitnemende kerk koren of kantoreien, die Duitsland bezit. Bij dit Philh. Koor viel allereerst een zeer goede bezetting van alle stemmen op, alsmede het groot aantal jongere leden. De gemiddelde leeftijd ligt hier aanmerkelijk lager dan bij de meeste Ned. zangkoren. Dat is uiterst belangrijk, niet omdat de ouderen niet meer zouden kunnen zingen, maar omdat de koorzang door de jongeren een veel frisser en le vendiger klank krijgt. Het is alsof zij de oudere leden ook in enthousiasme en tempo meeslepen. Dat verhoogt veelal het zangpeil en ik kan zonder restrictie zeggen, dat dit Philh. Koor Berlijn zangtechniek en koorcultüur betreft uitnemende indruk maakte. Het Berlijns Philh. Orkest was weer het prachtig begeleidende ensemble in de concertzaal van de Hochschule für Musik. Hans Chemin-Petit dirigeerde zeer kundig en zeer inspirerend. Psalm 150 TN 1956 kreeg Hans Chemin-Petit, des tijds Domkantor in Maagdenburg, op dracht een koorwèrk te schrijven, dat kon worden uitgevoerd bij de inwijding van de \éederopgebouwde Dom in Maagden burg. Hij koos daarvoor de lofzang van Psalm 150 en schreef dit werk voor ge mengd koor en groot orkest. De duur is ongeveer 20 minuten en het werk is uit gegeven door Bote und Bock in Berlin- Charlottenburg. Op het gebied van de Evangelische Kirchenmusik heeft Hans Chemin-Petit als componist reeds meer gedaan. Meer dan de andere Protestantse kerkmuziek- componisten in Duitsland heeft hij aan sluiting bij de late Romantiek gezocht. De anderen en ik noem in dit verband Ernst Pepping, Kurt Thomas, Hugo Distier, Joh. Driessier en Joh. Nep. David hebben meer teruggegrepen naar de was weliswaar zeer betrekkelijk, want ze diende slechts als een aanvulling van de Kameropera „Anaximanders Ende" van Werner Tharicheiu De breuk met de traditie bracht o.a. Ernst Krenek met een eigen compositie avond. De allerlaatste nabloei van de Romantiek kwam o.m. in de vorm van een koorconcert, dat om meer dan één reden aandacht verdient. In de twee koorwerken, die werden uitgevoerd, kon men inderdaad een nabloei van da Romantiek ontdekken, zeker wat betreft Psalm 150 van Hans Chemin-Petit (geb. 1920). Bij het oratorium „Der Groszinquisitor" van Boris Blacher (geb. 1903) iets minder. S-alH'en Hans Chemin-Petit, die in Ber lijn zijn Psalm 150 en „Der Groszinquisitor" van Boris Blacher uitvoerde. tijd van Bach, naar de oude polyfonie in de barok. In zijn Psalm 150 heeft hij zich kenne lijk laten leiden door de vrij langzame artistieke ontwikkeling van het koorwe- dat nog met zoveel banden aai traditie en ook aan de Liedertafelstijl gebonden was. Althans wat de amateu: koren betreft. Hans Chemin-Petit heeft dan ook afgezien van enig experiment, doch bouwde op de traditie voort, echter een zeer sterke verwijzing li nieuwe mogelijkheden, waartoe o.a. „Roi David" van Honcgger hem als v beeld zal hebben gediend. Zo ontstond een koorwerk dat goed in het gehoor ligt, graag gezongen wordt evens heel voorzichtig een nir^H geluid laat horen. Daarbij heeft Hans Chemin-Petit getoond het componeer- vak goed te verstaan en ook de verschei- vormen te beheersen. Er komen meerdere polyfone en fugatlsche delen in het werk voor. De orkestpartij is zelf standig maar toch het koor steunend en werkt bovendien zeer illustratief, waar de woorden van Psalm 150 wel aan leiding geven. Gelukkig heeft Hans Che min-Petit er voor gezorgd geen patheti- Goedkope verwarming sche hymne van deze Psalm te maken, maar een volkomen van binnen-uit door leefde Woordverkondiging. In de compo sitie heeft hij zich daarbij ingesteld op de grote kerkruimte met veel nagalm, zodat vlugge coloraturen vermeden gijn. Voor onze zangkoren is het goed dit werk eens in gedachten te houden. Technisch ligt het binnen het bereik van elk goed getraind zangkoor en van elke koordiri gent die in staat is een groot orkest te Der Groszinquisitor zijn „Variable Metren") schreef zijn ora torium „Der Groszinquisitor" voor bari ton-solo, gemengd koor en groot orkest Ongeveer 11 jaar geleden werd dit werk het eerst uitgevoerd in Berlijn daarna kwam het in meerdere Duitse ste den. ook in Wenen. Voorzover ik weet is n ons land nog nooit uitgevoerd. Ook Blacher heeft op het gebied van de koor muziek meerdere werken geleverd, zoals trouwens veel componisten in Duitsland 1920 deden. Men kan hiervoor sociolo gische redenen aanvoeren, al weet ik niet i-elke overweging Boris Blacher zijn oratorium heeft geschreven. Blacher verklankte hierin het bekende agment van de groot-inquisiteur Dostojewsky's roman „De gebroeders Karamasow". Het vertelt van het 1 verschijnen van Christus op aarde en in de Spaanse stad Sevilla, waar juist door Boris Blacher, de Duitse compo nist, wiens oratorium „Der Grossinquisitor" in Berlijn werd uitgevoerd de kardinaal-groot-inquisiteur vele ketters verbrand zijn. Het koor heeft hierin de vertellende laak en dient tevens net als in Bach's Matthaus Passion als volks koor. De bariton-solist ringt de woorden die de groot-inquisiteur tot Christus richt, nadat hij Hem in de kerker liet opsluiten. De componist heeft zloh geheel ingesteld op de mogelijkheden van een zangkoor met alleen, maar ook op de nieuwe vocale uitdrukkingswijze, waardoor het vertel lend gedeelte een bepaald declamatorisch effect kreeg. Daarbij heeft Blacher toch re expressieve werking weten te n en in de volkskoren heeft hij haast dramatische felheid gegeven. Alle 14 fragmenten van dit twee-delige werk (het duurt ongeveer één uur) hebben bovendien in de geniaal uitgewerkte orkestpartij een bijzondere sfeer-tekening gekregen. Deze verklanking van het aangrijpende Dostojewsky-fragment, waarin het ver raad wordt getekend dat de kerk pleegt ten aanzien van Christus, is een van de behoudende uitingen van Blacher, even aangrijpend als het verhaal van de auteur. Ook hier liggen mogelijkheden voor onze zangkoren, Met deze beide groote koorwerken heeft het festival van West-Berlijn ook op koor- gebied een belangrijke bijdrage geleverd. Belangrijk dus zeer zeker ook door de bijzonder sterke uitvoering onder Hans Chemin-Petit en met medewerking van de bariton Heinz Rehfuss, een zeer groot zanger. Corn. BasoskL (Vervolg van pagina 1) al boven het inleveringsniveau gestegen. De koelhuisboter voor het binnenland blijft nauwelijks beneden de inlevmrings- prijs voor verse boter. Op de vraag of er kans bestaat op de invoering van melk met 3 procent vet, verklaarde de minister dat hem op dit punt elk dogmatisme vreemd ia. Gemaakte fouten wil hij gaarne herstellen, maar hij ziet deze nog niet. De drie procent vet is op het moment niet ln overweging. HU achtte het niet uitgesloten, dat de vraag het percentage melkvet actueel wordt, wanneer de S.E.R. meent dat ln bepaalde omstandigheden de subsidie op consumptiemelk kan verminderd worden. Naar de mening van de minister is er te weinig reclame gemaakt voor de melk met 3.75 pet. door de bedrijven. Temeer daar de marge vrij was, achtte de minister dit onbegrijpelijk. Wat betreft de mogelijkheid voor het bedrijfsleven tot het maken van een mengproduktic van boter en margarine kan elk moment de indiening van een wetsontwerp worden verwacht, waarin da belemmeringen die de Boterwet bevat voor het maken van een melange worden op geheven. De regering speelt voorts nog de gedachte bijzondere belastingen te leggen op de import van grondstoffen oor de margarine-bereiding. Het Landbouwschap had voor de melk »n garantieprijs gevraagd van 29.05 per 100 kg. Het Landbouwschap, dat akkoord was gegaan met een beperking an de garantie tot 5 miljard kg, was ge komen tot een vermindering van hei tekort van het L.E.F. met 40 miljoen. Het heeft afgewezen de maatregel van de regering de boer mede te betrekken bij het risico van het tekort op de melk- opbrengst. i de thans vattgettelde garantleprift •dt reedt alt verdiicontecrd beschouwd werkclassificatie voor de landarbeider, die 1 mei a.t. volledig wordt doorgevoerd, evenalt de doorberekening t>a« da ver hoogde eigenaartlatlen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 5