-Voorkeur voor uitbreiding van I
1 bestaande universiteit
A.van Dijk
als lid van
geroyeerd
de partij
lïKcin veelomvattend centrum van
wetenschapsbeoefening worden
Het conflict in de Leidse K.V.P.
In dit stadium is hij niet
van zins, voor functie van
raadslid te bedanken
Twee nieuwe
hoogleraren
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
MAANDAG 15 SEPTEMBER 1938
Prof. S. E. de Jongh droeg rectoraat over
Vt U
da
REEDS VELE JAREN is het probleem van het meerjarige rectoraat, zoals
men dat aan universiteiten in enkele andere landen kent, een onder
werp van discussie, doch een hoogtijdag als vandaag toont toch wel duide-
n^lijk aan, dat het éénjarige rectoraat, zoals dat in Leiden en andere Neder-
vtlandse universiteitssteden bestaat, ongetwijfeld ook zijn schone en, wij
izouden haast zeggen, onmisbare zijde heeft. Immers, wanneer de gehele
iwiLeidse universitaire gemeenschap op de derde maandag in september in de
Pieterskerk bijeenkomt ter gelegenheid van de plechtige rectoraatsover-
dracht, wanneer curatoren, professoren, lectoren, docenten, privaat
docenten, leden van de wetenschappelijke staf, studenten en voorts allen,
*die direct of indirect aan de universiteit verbonden zijn of intens met haar
^lotgevallen meeleven, gezamenlijk geschaard zitten rond de kansel van dit
vtbedehuis, om uit de mond van de rector magnificus te vernemen, wat het
(afgelopen academische jaar aan lief en leed heeft gebracht, gaat er van
irtzulk een samenkomst een bindende kracht uit. En het is zeker, dat de Leidse
an universiteit, waarvoor een dergelijke manifestatie van verbondenheid, ge
worteld in de liefde tot haar, haar historie en haar traditie, van essentieel
en belang is, node een dergelijke hoogtijdag zou willen missen.
is, kan men immers niet plotseling
Zoals gebruikelijk, bestond de rede.
'waarmee prof. dr. S. E. de Jongh het
^Mrectoraat overdroeg aan prof. dr. H. J.
telLam, uit een korte schets van de lot
gevallen der universiteit in het voorbije
l*)cursusjaar, het uitspreken van verschil
lende wensen en het uiten waar nodig
iuvan kritiek.
Geen ivoren toren
In zijn inleiding over de contacten
c*emet de wereld buiten de universiteit
v"wees de aftredende rector erop, dat de
Wluniversiteit ten opzichte van de maat-
ïnlachappij een dienend karakter heeft. Zij
pel mag, ondanks haar eigen karakter, geen
voedsel verlenen aan het harnekkige
imisverstand; dat nog steeds wordt ge
symboliseerd door de uitdrukking „ivo-
De weinigen, aldus prof. De Jongh, die
ook in het huidige tijdsgewricht aan een
meer geïsoleerde positie van de univer-
aPsiteit de voorkeur zouden willen geven,
wordt het feitelijk onmogelijk gemaakt,
g(zich dienovereenkomstig te gedragen,
endoordat de universiteit ook vakschool
tejis. wat sommigen wellicht betreuren,
eDdoch niemand kan ontkennen.
Vervolgens gaf de hoogleraar een uit-
jVoerig overzicht van de hoogte-en diepte
punten in de geschiedenis der academie
over het voorbije jaar en herdacht hij
18 met een enkel woord hen, die door de
CBdood zijn ontvallen, onder wie prof. dr.
J. de Zwaan, prof. mr. F. D. Holleman.
linprof. dr. J. Ph. Vogel en de heer R. A
ti Kern. Hij memoreerde de aftredingen,
e( oraties en benoemingen, onderscheidin-
j gen, jubilea, binnen- en buitenlandse
contacten, schenkingen, congressen en
bijeenkomsten en stond stil bij de in-
ee schrijvingen en daarmee verband hou-
een groot aantal plaatsen met ge
schoolde krachten bezetten. Dat ook
zonder de te verwachten top in het
aantal studenten de ontwikkeling der
wetenschap een steeds verdere dif
ferentiatie in de bezetting van we
tenschappelijke en technische staf
vraagt, is evenzeer duidelijk. Cura
toren plegen de binnenkomende aan
vragen jaarlijks, deels in besprekin
gen met de besturen van senaat, fa
culteiten en vakgroepen, nauwkeurig
te schiften en slechts een deel ervan
bereikt he^ departement. Het is de
primerend van nabij mee te maken,
hoe weinig van dit deel dan in de
-toezegging pleegt te
rug te keren.
Beklemd
weidde prof. De Jongh uitv
rig uit over de huisvestingsproblem
Nadat hij een opsomming had gege-
uitbreiding tot stajad
gekomen, wees hij er nadrukkelijk
dat hiermee de nood allerminst is
lenigd. De A-faculteiten, inclusief de
psychologie, gevoelen zich in hoge mat
beklemd, evenals de universiteitsbiblif
theek. Bij de geologie heerst, in afwacl
Toeneming
Het aantal ingeschreven studenten be-
droeg 4700. onder wie 1647 vrouwen.
u tegenover 4546 resp. 1417 in de vorige
e> cursus. Onder dezen bevond zich onze
kroonprinses, wat de universiteit tot
en trots en vreugde stemt. Behalve voor
gp geneeskunde en theologie liggen de ge
it noemde getallen ook per faculteit hoger
dan in het vorige jaar. In dit verband
vroeg de rector zich af, of de duidelijke
■dl stÜ!'nS 'n bet aantal studenten de inzet
betekent van de door regeringsdeskun-
digen voorspelde sterke, ja in zeker
eI opzicht onheilspellende toeneming in de
e' komende jaren
Volgens spr. is het duidelijk, dat
de bestaande inrichtingen voor hoger
onderwijs in hun huidige constel
latie niet in staat zullen zijn zulk een
stoot op bevredigende wijze op te
vangen. De gedachte aan uitbreiding
OJj van hun aantal ligt in dit verband
voor de hand en het is eveneens van-
•k zelfsprekend dat aan het uiten en
uitwerken van deze gedachte stede
lijk of gewestelijk patriotismc niet
ie vreemd kan blijven. Indien ik mij, zo
a' zei prof. De Jongh, tot de belangen
;n der universiteiten mag beperken
ro- die der hogescholen dus buiten be-
di schouwing latende dan dient m.l.
iet roet klem te worden gewezen op de
voordelen, die zijn verbonden aan
jj. het uitbreiden der bestaande tegen
over het stichten van nieuwe.
aj Het maken van een goed-geoutilleerde
U universiteitsbibliotheek, de belangen der
A-faculteiten wat oude boeken en
handschriften betreft eerbiedigende,
J is vrijwel onmogelijk. Het vergroten van
een bestaande universiteit, eventueel met
°I behulp van zetelverdubbelingen, biedt
kans op meer superspecialistische diffe
rentiatie dan bij een kleine universiteit
mag worden verwacht, zodat voor een
groter aantal onderdelen van één vak
eigen wetenschappelijke werkzaamheid
door leerstoelbezetters word* sewaar-
borgd. De universiteit vermag daardoor
Het lijkt een verstandige politiek,
de voor de komende decennia te ver
wachten noodzaak van grootscheepse
personeelsuitbreiding gestadig t
te bereiden. Als de nood aan de
Indien u de krant eens
niet mocht ontvangen,
kunt u tussen 6 en 7 u.
's avonds onze klachten
dienst bellen: telefoon
no. 31441. Wij pogen
dan alsnog u van dienst
te zijn.
Directie N.L.C.
oldoende aantal i
aard vage oplot
in het bewust e
de ingeslagen w
geschikte functie
professor, de uiter-
ig van het probleem
intens voortgaan op
van integratie van
en senaatsbestuur
derd en, als eenling, wetenschap ad
hoe te gaan bedrijven, buiten het
verband van het team, dat mede
door zijn of haar toedoen tot bloei
geraakte. Het instituut der promotie
geraakt dan in strijd met het werk
groepsysteem, een der opvallendste
kenmerken van de moderne wijze
van natuurwetenschapsbeoefening.
Voorts wees prof. De Jongh op andere
tekenen, die veroudering aanduiden. In
immige wetenschappen zijn vorir
ideling der wetenschappelijke medede
lingen in internationale vaktijdschriften
toenemende mate gaan afwijken
van het nog steeds volgens tamelijk
iditionele regels opgebouwde Nede:
landse proefschrift Het laatste blijkt
iok, zelfs in een wereldtaal geschre-
als publikatie dikwijls zo weinig
gangbaar, dat de inhoud ervan, volgens
internationale normen opnieuw en tn
pregnantere vorm beschreven, alsnog
an een vaktijdschrift ter plaatsing
vordt aangeboden.
In dit verband vroeg de hoogleraar
ich af. of het nog onverminderd ge
rechtvaardigd is, te eisen, dat het ge
leverde werk „ten genoege vap de fa
culteit" d.i. Volgens de traditie in
gedrukte vorm vermenigvuldigd wordt
op kosten van de aanstaande jonge doc
tor. Dat men een open oog heeft voor de
bezwaren, die het gevolg zijn van de
sterke stijging der kosten, blijkt uit de
in dit opzicht verleende faciliteiten. Ten
eerste plegen daar, waar de dissertatie-
stijl weinig afwijkt van die der publi-
katies in vakbladen, de proefschriften
te verschijnen in de vorm van sepa
rata met een aan de omstandigheid aan
gepaste omslag Ten tweede verstrekt
iet rijk op ruime schaal voorschot en
:elfs subsidie om de drukkosten te be
strijden. Beide maatregelen zag prof. De
Jongh als weinig elegante pogingen tot
adaptatie aan een gewijzigde situatie.
Wanneer iemand, wellicht bij her
haling. wetenschappelijk werk heeft
verricht, dat door te goeder naam
bekend staande vaktijdschriften
waardig wordt gekeurd om gepubli
ceerd te worden, zou men van een
faculteit kunnen verlangen ook dit
werk, dus na zijn verschijning, op
omvang en gehalte te beoordelen, en
bij gunstige uitkomst daarvan over
te gaan tot het verlenen van de titel,
desgewenst met behoud van de tra
ditionele plechtige procedure. Het
imperatief verbinden van ernstige fi
nanciële lasten aan een prestatie,
die officieel wordt aangemoedigd,
past niet in onze democratische
maatschappij, ook dan niet wanneer
men die lasten secundair opvangt.
Samenleving
Nadat de aftredende rector nog enkele
andere zaken de revue had laten pas
seren, vroeg hij de aandacht van zijn
gehoor voor de universitaire samenle
ving, die, dank zij de Stichting Pro Ci-
vitate, van een klank een begrip is ge-
aanwezige potenties. Wederzijds inzie
de dat men elkander in dit verband n
dig heeft, kan dit tot goede resultati
leiden. Maar dan zal een curatoriu
leden dienen te bevatten, die, zo ni
hun volle, dan toch een groot deel vt
hun tijd aan de universiteit kunni
itsbe»
irde-
PROF. Dr. H. J. LAM
ting van de effectuering van het
huisplan", een noodtoestand, het rijks
herbarium barst uit zijn muren, d'
ologie zich voorlopig heil in ee» ge
te, dan aan hoogte moet goedm
wat het aan grondoppervlak tekortschiet,
de faculteit der geneeskunde zie
toekomst in vele opzichten met zorg
tegemoet en de scheikundigen zijn
nig minder dan wanhopig.
Sprekend over de studentenhuisvesting
.erkte prof. De Jongh op, dat e
s toekomst bij de woningbouw niet
honderden maar met duizenden zal
•n worden gerekend.
Veroudering
Ernstige woorden wijdde de r
in de promoties. Hij zei, dat de pr
e, die volgens het spraakgebruik de
bekroning van de studie inhoudt, dik
wijls laat tot stand komt, waardoor het
gekunsteld zou zijn, haar als een nor
male afsluiting van de studie te zien.
Wanneer door een gelukkige samenloop
van omstandigheden aanleg, ambitie en
gelegenheid in iemands loopbaan zoda
nig samenvloeien dat, al dan niet in
innig contact met de universiteit, op
latere leeftijd wetenschappelijk werk
van vereiste omvang en gehalte kan
worden verricht, is dit zonder voorbe
houd toe te juichen. Maar wel, zo zei
spr., bekruipt ons een aarzeling om de
studie dergenen, wier carrière minder
gunstige condities schiep, uitdrukkelijk
onbekroond, met de verzwegen suggestie
van onbeëindigd, te noemen. Onder be
doelde lieden zijn er, die bekroonde ant
woorden op prijsvragen hebben.
Het is vooral bij de B-faculteiten
zelfs zo, dat somtijds juist degenen,
die beroepsmatig scheppende weten
schap bedrijven, niet of laat aan een
promotie toekomen. Hun chef zal
immers de werkzaamheden in zijn
instituut zodanig doelmatig ordenen,
dat onderzoek in groepsverband
wordt verricht. Dit brengt mee, dat
het aandeel van de enkeling niet
eenvoudig uit het werk van de groep
kan worden gelicht. Ten einde te be
werkstelligen, dat een verdienstelijk
medewerker „eindelijk" eens promo
veert, dient deze dus uit zijn produc-
i| tieve werkgroep te worden afgezon-
ring voor het streven in zijn geheel. Dit
punt betreft de eis van eenheid in het
gezelligheidsleven der (mannelijke) stu
denten Onder mijn rectoraat heb ik mij
bewust onthouden van elke poging tot
wijziging van dit standpunt, doch bij
mijn heengaan mag ik mijn opvatting
niet geheel verbloemen. Deze gaat uit
van de primaire wens, het nihilisme on
der de studenten zoveel mogelijk tegen
te gaan. Het moet worden betwijfeld, of
van één enkele vereniging een optimale
bestrijding mag worden verwacht. Zulk
een vereniging immers zal slechts dan
aanspraken op monopolierechten kunnen
doen gelden, indien zij karakterloos is
en een op iedereen gelijke attractie uit
oefent. In de praktijk evenwel zijn het
juist stijl en mores, die de aantrekkings
kracht bepalen. Dit leidt tot de wens
van gelijkgerechtigdheid voor meer dan
één (niet-confessionele) vereniging; zij
kunnen door verschil in stijl en mores
op in het oog van ouderen wellicht on
dergeschikte punten verschillend geaar
de studenten aantrekken, zonder dat de
capaciteit van elke vereniging afzonder
lijk behoeft te worden overschredei
Onze, volstrekt niet originele, ge
dachten gaan dan ook uit naar één
neutrale organisatie van mannelijke
studenten, waaronder sociëteitsver
enigingen ressorteren, die geheel
zelfstandig zijn wat betreft de wijze
waarop het gezelligheidsleven wordt
bedreven. De Stichting Pro Civitate
kan er dan op toezien, dat deze so
ciëteitsverenigingen in de leiding der
overkoepelende organisatie naar bil
lijkheid vertegenwoordiging vinden,
zodat eventuele bezwaren tegen het
beperken van representatieve func
ties tot het bestuur daarvan verval
len. De administratieve scheiding die
reeds nu tussen studentenkorps er
sociëteit bestaat, kan een reorganisa
tie in bedoelde zin vergemakkelij
ken. Wij zijn echter weinig hoopvol
gestemd wat betreft het tot uitwer
king komen van de geschetste ge-
dachtengang, zo voegde prof. De
Jongh er direct aan toe.
Bestuursvorm
Aan het eind van zijn oratie stond
prof. De Jongh stil bij de bestuursvorm
der universiteit, die hij zoals die thans
is, niet geheel gelukkig acht. Een „be
drijf" als de universiteit met een begro-
guldi
een deel van zijn professorale plichten
ontlast dienen te worden.
Dat eer. ideale oplossing zou kunnen
worden gevonden door het leggen van
een groot deel van de bestuurstaak op
de schouders van hoogleraren, zei ik
reeds te betwijfelen, zo vervolgde prof.
De Jongh. Ook zonder dat is een sto
rende verschuiving van het zwaartepunt
van hun taak in de richting van admini
en commissariale plichten, be
maatschappen van faculteiten
toraten van klinieken of labo
onmiskenbaar aanwezig. Het
schijnt dan ook, dat de aantrekkelijk
heid van het professoraat zich vooi
velen in dalende lijn beweegt. Persoon
lijk ben ik evenwel nog steeds van me-
t professoraat zo niet het
lui- dan toch het lekkerland bij uitne
mendheid is voor de man van weten
schap. Deze beeldspraak zij slechts ge
plaatst om op haar tekort te ku
wijzende rijstebrijberg bevindt
namelijk niet bij de ingang; men
et hem pas na een paar te argeloos
gelukkig doorgebrachte decenni;
I in de vorm van het rectoraat, aldus
besloot de oud-rector.
ichtte prof. De Jongh zich met
enkele woorden tot zijn opvolger, waa
de traditionele formule hi
erdroeg aan prof. Lam.
Intrede ds. Jansen
te Wagenborgen
Onze stadgenoot ds. P Jansen wei
gisteren bevestigd tot predikant van i
Hervormde Gemeente te Wagenborgen
(Groningen). De bevestiger was prof. di
J. Rasker te Leiden. De tekst wa
Handelingen 20 vers 28.
De hoogleraar wees erop, dat achter dit
beroepingswerk God stond. God verbergt
in mensenwerk. De handopleggi
geschiedde door prof. Rasker en de ct
sulent van Wagenborgen, ds. De Jong.
>es middags om half drie deed ds Jan
onder grote belangstelling zijn in
zijn eerste Gemeente. De tekst
de Intredepreek was Hebr. 11 vers 7a
loven is niet alleen luisteren naar de stem
de levende God, maar ook daaraan
gehoor geven, gehoorzaam zijn aan Gods
■oping, aldus ds. Jansen.
Na de dienst volgden enige toespraken
De heer Weerts sprak namens de kerke-
raad, de burgemeester namens de ge
meente. Termunten, ds. Wamsteke
mens de daar gevestigde stichting
geestelijk gestoorden, ds. Colijn nai
de ring Midwolde en ten slotte ds. De
Jong namens de classis.
Onder de gasten waren ongeveer vijf
tien belangstellenden uit Bergen, waai
ds. Jansen vicaris is geweest. Zij warei
met auto's 's morgens vroeg uit deze
Noordhollandse gemeente vertrokken.
Burgerlijke stand van
Leiden
GEBOREN: Alida Johanna Maria,
d. v. J. J. van Hespen en A. M. Ver-
heij; Jacob, z. v. A. H. Binnekamp en
H. Philipse; Frank Albert Frederik,
z. v. H. Evelein en J. H. Bouma;
Kirsten Gabrielle, d. v. G. F. Lammer-
din en M. J. BanShel, Judit Maria, d.
v. W. J. de Ru en E. van Rossum;
Elisabeth Maria Geertruida, d. v. A.
P. van Houten en H Feenstra; Hen
drik, z. v. H. Binnendijk en J. de
Nobel; Alexander Branco, z. v. W.
Moseman en M. Oldenhuizing; Robert,
z. v. J. Prins en M. C. van der Mark;
Gosling Dirk Johannes, z. v. M. Vel-
dema en T. A. Lust
OVERLEDEN: B. M. G. Liem, 10 j.,
zoon; E. Wijling, 86 j., weduwe v. I.
Pelt; E. Daanje, 78 j.
Spreekbeurt
Woensdagavond acht uur spreekt ds J
A. Smink uit Den Haag in geVmw
"ossensteeg 17.
Formidabel herstel van totaal verwoeste behangsel-
papierfabriek "Gebr. Sanders". Nog geen 8 maanden
na brand9 ultra-moderne in plaats van de vroegere
6 behangseldrukmachines draaien in geheel nieuwe
fabriek te Delfgauw, de nieuwe collectie 1959.
De officiële ingebruikneming vindt plaats op
I rijdug 19 September. Het magazijn en de kantoren
blijven tot nader aankondiging gevestigd in de oude
Bijenkorf te Rotterdam. wa<tr "Gebr. Sanders"
direct na de brand een gastvrij onderdak vonden.
i de KVP heeft de heer A.
oor de KVP, bij schrijven
naar aanleiding van zijn
de gemeenteraad de r.k.
HET BESTUUR van de afdeling Leiden va
Dijk, lid van de Leidse gemeenteraad
zondag 14 september 1958 meegedeeld, dat
klaring in de laatstgehouden vergadering
raadsfractie met algemene stemmen disciplinaire maatregelen tegen hem
verzocht. Dit verzoek ontving het afdelingsbestuur bij schrijven van 10
september. Het afdelingsbestuur heeft in zijn vergadering van 12 septem
ber eenstemmig besloten, de heer Van Dijk als lid van de partij te royeren.
Het verwacht, dat de heer Van Dijk zich zal terugtrekken als raadslid, ge
heel in overeenstemming met de geest van de reglementen.
Met toepassing van artikel 64 lid 2
van het algemeen reglement
de Katholieke Volkspartij de heer A.
Dijk te Leiden te royeren als lid vai
partij. De inhoud van dit artikel is:
afdelingsbestuur is lot royement
plicht indien een lid door zijn houding,
gedrag of uitlatingen in het openbi
Wij herhalen hier eerst de verklaring,
die de neer Van Dijk op dinsdag 2 sep
tember in de eerste vergadering van de
uwe raad aflegde.
Het is ongetwijfeld aan de leden van
raad bekend, dat vóór en gedurende de
kiezingscampagne voor de leden van
de gemeenteraad door enige personen in
de kring van mijn partij onwaardige en
ïware beschuldigingen tegen mij zijn ge-
t in mijn kwaliteit van raadslid en van
lorzitter van de r.k. raadsfractie.
Bij mijn onderzoek is mij gebleken, dat
ook de heren De Bree en Menken hieraan
hebben deelgenomen, hetgeen nadrukke
lijk door de heren De Bree en Menken
aan mij is bevestigd. Aan mijn herhaald
verzoek om deze beschuldigingen terug
te nemen, hebben de heren De Bree en
Menken tot op heden geen gevolg willen
geven.
De houding van de heren De Bree en
Menken te mijnen aanzien zal mij in de
komende periode derhalve nopen mij van
de heren De Bree en Menken te distan-
ciëren daar waar het tegendeel niet strin
gent noodzakelijk is."
Tot zover de verklaring van de heer
Van Dijk.
De heer Ten Broek, die de heer
Van Dijk als voorzitter van de frac
tie opvolgde, verklaarde naar aan
leiding daarvan namens de fractie,
dat de heer Van Dijk geheel persoon
lijk had gesproken. De desbetreffen
de heren, Menken en De Bree, rea
geerden er niet op, maar het was die
middag wel te merken, dat de
klaring van de heer Van Dijk zowel
de fractie van de K.V.P. als de an
dere leden van de raad min of meer
had geschokt. In de theepauze was
zij het onderwerp van intensief ge
sprek.
Ernstig nadeel
Het schrijven van het afdelingsbestuur
van de K.V.P aan de heer Van Dijk, dat
is ondertekend door mr. J. van der Poel
voorzitter en de heer Th. H. de Wilde jr.
luidt als volgt:
afdelingsbestuur heeft besloten:
Echtpaar Kruijshaar nam afscheid
van jeugdhuis aan Breestraat
TAE heer en mevrouw Kruijshaar hebben zaterdagavond afscheid geno-
U men van de Leidse Gereformeerde jeugd. Na ruim anderhalf jaar in
Leiden te hebben gewerkt, vertrekt de heer Kruijshaar naar Hengelo, waar
hij zal verder werken aan een onvoleindigde taak, zoals de heer P. de
Zeeuw, die namens de jeugd en de jeugdhuiscommissie sprak, het uit
drukte.
Dat de heer en mevrouw Kruijshaar
in de betrekkelijk korte tijd van ander
half jaar vele vrienden hebben gemaakt,
bleek zaterdag wel. Reeds in de loop
van de dag waren velen afscheid ko
men nemen. Onder hen bevond zich
pater De Ponty, ook een bekend jeugd
leider. 's Avonds kwam de gehele jeugd.
Voor wat gezelligheid zorgden Leo van
Veen. Koos Schipper, Inge Vogel cn
Cees Janssen, die een paar liedjes zon
gen en een praatje hielden.
Toen de drukte op zijn hoogst was,
sprak de heer De Zeeuw. Hij hoopte,
dat de heer Kruijshaar ook in Hengelo
kan bemerken, wat hij in Leiden heeft
bereikt, namelijk een opleving van het
jeugdleven, en drukte de jeugd op het
hart, door te gaan en ook de nieuwe
concierge van het jeugdhuis, de heer D
van der Voorst, een warm hart toe te
i nog veel meer miljoenen zijn ge- dragen. Namens de jeugd en de jeugd
huiscommissie, bood de heer De Zeeuw
de scheidende directeur de Unvollendete
van Schubert aan.
De heer W. van Venetiën sprak na
mens de oudercommissie. Hij wees op
capaciteiten van de heer Kruijshaar als
jeugdleider en noemde de heer en me
vrouw Kruijshaar een ware vader en
moeder voor de jongere jeugd. Een ets
werd aangeboden.
In verband met dit vertrek delen wij
nog mee. dat voorlopig een concierge is
benoemd. Verder heeft de heer De
Zeeuw, de voorzitter van het jeugdver-
band. in de vergadering van vrijdag zijn
functie neergelegd. Volgens de statuten
zou hij jeugdleider zijn geworden. Naar
zijn mening les hiervoor een jeugdleider
nodig, die een volledige betrekking daar
in heeft. Aan de kerkeraad is nu de
beslissing.
ernstige nadelen berokkent aan de partij."
b. Met toepassing van artikel 85 lid 1
sub d. van hetzelfde reglement de heer
A. van Dijk te Leiden te schorsen als lid
van de partij. Deze bepaling geeft het
afdelingsbestuur de bevoegdheid bij
treding van de reglementen van de partij
een lid voor de duur van ten hoogste ze
maanden te schorsen. Volgens dezelfd<
bepaling is deze schorsing onmiddellijk
van kracht.
Tegen deze beide besluiten staat beroep
open bij het kringbestuur. Het beroep
tegen het eerste besluit moet worden in
gesteld binnen veertien dagen na dagte
kening van het besluit en werkt schor-
Het beroep tegen het tweede besluit
werkt uiteraard niet schorsend.
Het afdelingsbestuur verwacht van u,
at u zich zult terugtrekken als raadslid,
geheel in overeenstemming met de geest
i de reglen-enter
i het afdelings-
Van Dijk: geen gevolg
Tijdens een onderhoud, dat wij
vanmorgen met de heer Van Dijk
hadden, deelde deze ons mee. dat hij
nog steeds geen bericht van het be
stuur van de afdeling Leiden van de
K.V.P. had ontvangen en dat wij de
eersten waren, die hem van het be
sluit van royement en schorsing op
de hoogte stelden. Wel heeft hij een
dag of tien geleden een schrijven van
de fractie van de K.V.P. ontvangen,
waarin deze er bij hem op aandrong,
te bedanken. Zou hij dat voor een be
paalde datum niet doen. dan moest
de fractie het bestuur van de afde
ling Leiden verzoeken, hem te roye
ren. Deze mededeling van de fractie
is dus gekomen na de verklaring, die
de heer Van Dijk in de raad heeft af
gelegd. Over het algemeen kan wor
den gezegd, dat deze in het openbaar
fgelegde verklaring de heer Van
Dijk ernstig wordt aangerekend.
Toen wij de heer Van Dijk de in
houd van de brief van het afdelings
bestuur aan de plaatselijke bladen
hadden weergegeven, zei hij, er ver
baasd over te zijn, dat een royement
of schorsing kan plaats hebben zon
der dat de betrokkene is gehoord. Uit
de woorden van de heer Van Dijk
bleek ons, dat hij rekening houdt met
de mogelijkheid, dat er in de door
hem in deze kwestie gevolgde proce
dure elementen zijn aan te wijzen,
die er beter niet hadden kunnen zijn.
„Maar zelfs al heeft deze procedure
fouten, dan kan ik mij nog niet voor
stellen, dat men mij op grond daar
van wil royeren."
Over de bewuste verklaring zei de
heer Van Dijk: „Ik betreur het wel,
dat ik deze na rijp beraad heb moe
ten afleggen, maar ik meende, niet
anders te kunnen en te mogen han
delen." De heer Van Dijk heeft nog
steeds het vertrouwen, dat de hogere
partijleiding erin slaagt, haar stand
punt in deze zaak definitief te be
palen. In dit stadium is het in ieder
geval zo, dat de heer Van Dijk geen
gevolg geeft aan de aandrang van het
bestuur van de afdeling om zijn
raadslidmaatschap neer te leggen.
Ds. Haan voor de radio
Ds. H. J. A. Haan, Evangelisch Luthers
predikant te Ledden, hoopt donderdag
middag om 4 uur de overdenking uit de
Bijbel voor de NC R V. te verzorgen. Het
onderwerp van zijn overdenking i«:
„Bruid, bruidegom en maeker"
Bij K.B. is met ingang van de dag waar
op hij zijn ambt zal aanvaarden. be
noemd tot gewoon hoogleraar in de fa
culteit der rechtsgeleerdheid aan de
Leidse universiteit om onderwijs te ge
ven in het burgerlijk recht: prof. mr. H.
Drion. thans gewoon hoogleraar aan de
Nederlandse economische hogeschool te
Rotterdam.
Prof. Drion die op 25 april 1917 te
's-Gravenhage is geboren, studeerde aan
de Leidse univeisiteit. Op 7 juli 1936
legde hij het kandidaatsexamen Neder
lands recht af. Tengevolge van de slui
ting der universiteit in de bezettingsja
ren liet hij zich in Groningen aan de
universiteit inschrijven, alwaar hij op 29
mei 1942 het doctoraal examen aflegde.
Na de bevrijding was hij een vijftal
jaren op de juridische afdeling van de
KLM werkzaam. Daarnaast specialiseerde
hij zich in het luchtrecht aan de univer
siteit van Montreal. Op 19 oktober 1954
promoveerde hij in Leiden (cum laude)
op een proefschrift getiteld: „Crimination
of liabilities in international nir-law".
Voorts is met ingang van de dag waar
op hij zijn ambt zal aanvaarden, benoemd
tot buitengewoon hoogleraar in de facul
teit der rechtgeleerdheid aan de Leidse
universiteit, om onderwiis te geven in
het burgerlijk procesrecht, mr. W. L.
Ilaardt. advocaat en procureur te 's-Gra
venhage.
Prof. Haardt. die op 3 oktober 1913 is
geboren, studeerde aan de Leidse uni
versiteit. Op 9 oktober 1934 legde hij het
kandidaats-examen en op 27 april 1937
het doctoraal examen af.
Op 28 november 1945 promoveerde hij
cum laude aan de Leidse universiteit op
een proefschrift getiteld „De veroorde
ling in de kosten van het burgerlijk ge
ding".
Zie vervolg stadsnieuws
op pagina 9