ftjhingin, W PLECHTIG INGEHULDIGD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1958 4. De overste is ook maar een mens NATUURLIJK, een goed opgevoed soldaat zonder vree» of blaam praat er liever niet over. En dat i» maar goed ook; het vertrouwen in het Nederlandse leger zou pijlsnel dalen als iedere militair naar waarheid zou vertellen, dat hij zich 's nachts allerminst gelukkig voelt in zijn schutters putje. Het is een zenuwslopende bezigheid, zo'n nacht in het stille bos. De eenzaamheid is er een enorm gevaarte dat langzaam op je neervalt en als het morgenlicht schuchter om de hoek gluurt, dan kijk je elkaar als ver schrikte konijnen aan. overal bladgoud, en de houding, want Je weet nooit of t* zo'n hoge piet nog eens kunt gebrui- en en ik zeg: Uitstekend generaal. En hoe is het met u? Nou. dat bleek ook in orde te zijn en toen zijn we samen bij de overste naar binnen gestapt. Die wilde al meteen overeind vliegen, maar dat vond de generaal maar zo zo Hij zei: Neem er je gemak van, kerel. Ik kom alleen maar éven over Van Dipten praten. En daarbij wees de generaal op mij. Daar was de overste het niet mee eens. Heel brutaal zei hij: Neemt u me niet kwalijk gene- Van Dipten staat daar. De raai. de onvergelijkbare soldaat en burger Joop Gerberink tegen het einde van de tweede nacht zei: ..Mensen. Ik heb er schoon genoeg van. Een overste kwaad weg gelopen. Van Bruggen door i'n dochter ge schaakt en dat moet Je dan allemaal maar verwerken terwijl Je in een putje staat te wachten op dingen die niet ge beuren Laten we eerlijk zijn mensen, dat gaat niet En omdat Gerberink zijn zaakjes altijd goed afwerkt, riep hij: „Kapitein, kom eens hier!" Het was alsof de overste zelf had geroe pen Als een schichtig hert snelde de ka pitein naderbij mr het kraken- de tapijt van den- nenaalden Toen hij merkte dat Gerberink had geroepen, zei hU. een beetje nijdig ,,Wat kalmer kan ook wel. Gerbe rink!" Die waarschu wing deed Gerbe rink niets. Opge- wat gelukkig toen leen maar een wiel van een personenwa- mm gen in het water was geplonsd. We keken elkaar Ietwat ontnuchterd aan en daarna blikten wij beschuldigend naar de burger die zich. droog en wel. druk fen ..Zeg Kareltje. nou moet Je eens wat vertellen. Zijn we hier plezier of maak Ja ar^ een conti) ken. Dat zei hij natuurlijk niet. we wisten genoeg toen hij even later een vriendschappelijk bezoek ging brengen aan onze vijand. Dat bezoek leverde een ver zameling problemen op. want de vijand zei dat wij en niet zij moesten aanvallen, terwijl bovendien bleek dat die^ vijand onze vijand eigenlijk niet nog drie had. Gerberink hees het wiel intussen moeizaam tegen de glooiende wal- lekant en zei: Alstublieft meneer, één wiel. Is er verder nog iets van uw dienst?" De lichte ironie van Gerberlnk's woorden sloeg stuk op de hartelijkheid waarmee de man zei: ..Fijn. bedankt kerel, dat zal ik nooit vergeten. Hoe is de naam?" „Van Dipten", zei Gerberink droog, „en laat die dank maar zitten.." DAT wiel bracht ons behalve een nat pak ook nog een extra probleempje. De kapitein wilde plotseling weten of iedereen weer boven water was gekomen. En la ten wij nou hele maal Van Dipten vergeten. De ka pitein telde een maal, hij telde twee maal en na de derda keer kwam hij tot de conclusie dat er één man te weinig was. Wat doe Je als doodgewoon soldaat in zo'n geval: weer de sloot In en zoeken naar dingen die er niet zijn. Dat doe Je een half uur en dan zeg Je: „Het la Jam- hier is Van Dipten VIER VERHALEN over ..HERHALEN" door TON ZEELENBERG kapitein, maar bivak, dat geen bivak bleek zijn. had aangevallen en nog meer van dingen, die Je niet zonder een beetje hoofd pijn kunt verwerken. Er was op- •ssing: Afnokken, terug naar de kazerne, alles vergeven en vergeten en een nieuw leven beginnen. Een half uur later gromden de auto's voor de laatste maal over het omgewoel de bivakterrein en wij probeerden wat slaap te bemachtigen tusaen de lentpalen en de rammelende keukentroep, die non chalant m de wagens was gedeponeerd Dat lukte niet. want Gerberink moest ons xo nodig weer wit vertellen. Het was deze keer geen opgewekt nieuws. Hij zei: ..Men sen. Ik geloof dat de zaak-Van Dipten in de soep is gedraald". DAAR schrokken we toch wel even van. wam als Gerberink de moed opgeeft dan ls alles verloren. Klaarwakker hoor den wij hem seggen: „Die overste van ons is een aardige Jongen, maar als 'ie t op z'n heupen krijgt, berg Je dan Hij zoekt nu natuurlijk de hele zaak uit, ziet rappor- T...„wrhet hoenderhok en als hoender begin Je niet veel In het leger Nee. mensen de «aak ls voorbij, afgelopen, punt uit". Bedroefd mijmerde Gerberink voor zich heen: „Dat wordt minstens twee Jaar brommen maar maken jullie ongerust, ik neem alle achuld op mc Wij protesteerden In koor. zo overtuigend deden wij het. dat er even later weer een splintertje hoop in Gerbennks trouwharti ge ogen begon te glinsteren. Nadenkend zei hij: „Als we nou t Je. die overste van ons heeft een aardige dochter als we die nou 's onze charmantste korporaal op haar dak «turen Cobusscn bijvoorbeeld, die is onweerstaanbaar met zijn oranje haar Ik kan natuurlijk zelf wel gaan. maar als gemeen soldaat maak ja tegen woordig geen Indruk meer op de vrouw HET was even atU in de wagen. Alleen de keukenrommel wist zich weer niet fat soenlijk te gedragen en rammelde lustig - - wxei: verder. Gerberink schudde het hoofd e „Nee. dat ls het toch niet. Dat kost te veel tijd. Ais we nou 's die dochter van de overste in het water smijten en haar dan redden Dan slepen we er misschien met een nog een lintje uit.." later zouden noemen, werden onderbroken door een klppeval producerende gil. een alarmerende plons en nog een ander ge luld. dat we niet direct konden rubriceren maar dat ook wel ..-ar was om te horen We dachten ..Wagen in de sloo en als één man kropen we uit de hoek waarin we terecht weren gekomen na het krach tig remmen van onze wagen. Daarna do ken we in het water om te redden wat er te redden waa. Wij weren niet de enl- Sen. die so hadden gereageerd Binnen en seconden was de hele compagnie, ka der inclula. te water geleten. Alleen de ka pitein stond met een vreemde snoeshaan, die zenuwachtig gebaarde, op de walleken* om de reddingswerkzaamheden te overzien en te leiden. HET ging niet zo vlo» en de mensen die weer op de wal weren gekropen oen direct met de kunstmatige ademhaling te beginnen stonden Juist op het punt weer netjes op het droge stonden en dat er al- - De Be neraal keek eens naar Van Bruggen, ale stond te werken dat de stukken er af vlo gen en zei: Pardon overste, ik weet heel ze ker dat dit Van Dipten is. Hij heeft me gisteren uitstekend geholpen toen er een wiel van mijn wagen in de sloot v rold. De hele compagnie trouwens, pracht troep. U kunt er trots op zijn. over ste. Dat zei de generaal en daar kon de overste het mee doen." De kapitein was er een beetje beduusd van en ook de overste, die het verhaal later op de dag hoorde voelde zich niet helemaal lekker. En dat ls begrij pelijk. want een soldaat kun Je niet zo maar verliezen. Een rantsoenzakje of des noods een auto. daar valt over te praten, maar een soldaat.. De familie neemt zo iets bijna nooit De praktijk heeft dat be wezen Wij hadden dus echt met onze ka- Kitein te doen. want hij moest de familie et ontstellende nieuws gaan vertellen. ..Het spijt me. moedertje zou de kapitein zeggen, „het spijt mc meer dan ik u kan zeggen, maar uw zoon ia zoek., we vre zen hot ergste!" onze commandant was vij nog een beetje gelukkig konden zijn: voor de rest was er niet veel meer om te lachen. We hoorden dat Gerberink in de loop van de volgende morgen bij de overste zou wor den geroepen en wij zagen Van Bruggen, nog altijd even klein en schuchter, weer rondstappen in zijn vale, sleetse overall, bezem over de schouder en een zinken em mer in de hand. Hij was weer bezig aan zijn dagelijkse schoonmaakronde. Eerst de kamer van de overste, daarna de gang en de andere bureaus „Als dat maar goed afloopt", dachten wij en wij waren plot seling allemaal gewillige, beleefde en Ijve rige soldaten. niets. De overste. 1 had afgeno- i gezicht van „en straks zullen we alles weer even recht zetten", diezelf de overste werd tn de loop van de mor gen een ander mens. Van de centralist hoorden wij dat er een generaal had ge beld en Van Bruggen, die ons toch niet helemaal kon vergeten, ondanks de lang niet malse waarschuwingen van zijn doch ter kwam ons vertellen, dat de overste heel vriendelijk en heel gezellig en zo was geweest. Wat er precies was gebeurd, hoorden wij van Gerberink. die na een onderhoud met de overste, ona tegemoet kwam, glunderend als een ijsco-man op een snik-hete dag. Hij zei: ..Alles U geregeld, mensen. Iedereen is weer gelukkig en we kunnen een nieuw leven beginnen". Gerberink was alles heel simpel. „Kijk. het zit zo", zei hij opgewekt, „er heeft vanmorgen een generaal gebeld en die zei tegen de overste: Overste, zei hij. als Je wat voor een zekere Van Dipten kan doen, laat het dan niet. Nou. die overste van ons is ook maar een mens. dus vergeet hij he lemaal dat er iets mis is met Van Dip ten en hij zegt Uitstekend generaal, nog lets van uw orders, generaal? Prompt daarop stapt die droge Van Brug gen de kamer binnen alsof er niets aan de hand is. Goede morgen overste, zegt'ie en begint opgewekt de ramen te boenen. Nou. die overste keek daar wel even vreemd van op Hij zei: Waar kom Jij vandaan. Van Dipten' Van huis. overste, zegt Van Bruggen M'n dochter zei dat ik maar weer gewoon moest gaan werken, want aoldaat- je spelen is ook niet alles, zegt ze". natuurlijk gegrepen. Ik zei tegen de gene raal: Generaal, zei Ik. ik heb een request gemaakt om beroeps-korporaal te worden, want ln de burgermaatschappij is het ook niet alles meer. en nu kunt u misschien een goed woordje voor mij doen. Dat was prachtig, zei de generaal nog. kerels als jij, zei hij, kunnen we gebruiken in het leger. „En wat zei de overste", wilden wij nog weten. „Die was compleet uitgevloerd. Hij zat alle papieren op zijn bureau te verscheu ren en mompelde Als hij in een ander onderdeel komt, vind ik alles goed Nou ja, als hij dat graag wil dan doe ik dat graag voor hem Hij is ten slotte ook maar wij twee uur later weer helemaal compleet waren, nadat de kapitein met onze eigen Van Dipten was gearriveerd. Hij was nog helemaal dezelfde, die Van Dipten Fris en monter wandelde hij ons tentenkamp binnen en zei hartelijk: ..Ik was niet van plan te komen. „Dat hebben we gemerkt", onderbrak Cobussen die kennelijk zijn dag niet had. „Maar", ging Van Dipten verder, „toen Ik die trouwe Karei van een kapitein weer zag, toen dacht ik dat het toch wel eens leuk zou zijn weer de hele „ouwe hap" bij „Kijk", zei Gerberink tegen Van Dipten, „daar komt nou mijn generaal, als je nog beroeps wilt worden, dan praat ik wel even met hem ..Daar zit wel iets in", zei Van Dipten en hij keek peinzend naar de dure militair, die begeleid door de overste, met veel goud en rood en zo naar ons toe wandelde. VANDAAG ZESTIG JAAR GELEDEN „Daarna verhief de Ko ningin zich en legde met plechtigen ernst den eed af. Onmiddellijk nadat allen den eed hadden afgelegd, zwaai de de oudste koning van wa penen met zijn schepter en riep met luider stem: Hare Majesteit Koningin Wilhel- mina is ingehuldigd. Daarop riep hij driemaal: „Leve de Koningin", welke kreet door den anderen koning werd herhaald, en waarmede alle aanwezigen instemden in een stroom van gejuich, dat minutenlang aanhield." rige- - de indrukwekkende huldigingsplechtigheid op 6 sep tember 1696 in de Amsterdamse Nieuwe Kerk werden gegeven. Vandaag zestig Jaar geleden werd de jonge vorstin. Koningin Wllhelmlna. ingehuldigd. De le den van de Staten-Generaal wa ren nagenoeg voltallig aanwezig. De drie socialistische leden van de Tweede Kamer, H. van Kol, G. L. van der twssi en mr. P. J. Troelstra bleven «onder ken nisgeving weg. Ook dr. Abraham Kuyper woon de de grootse plechtigheid niet bij. Hij gaf gastcolleges aan de Columbia Universiteit in de Ver enigde Staten en zond een eerbie dig telegram (gesteld in een ver heven Engels> aan de Vorstin, en kreeg een danktelegram ten ant woord. In „De Standaard" bleef het kleurrijke proza van Kuyper in de feestdagen van 1896 achter wege. Jammer, concludeert de schrijver Couvée. Het jaar 1898 opnieuw beleefd BU de Uitgeverij Bert Bakker/Daamcn N.V. In Den Haag verscheen dezer dagen in een goed verzorgde pocketuitgave „Leve de Willemien". Het boek kreeg als ondertitel „Het jaar 1898 van Wllhelmlna's inhuldiging opnieuw beleefd". In dit deel van de bekende Oolevaaraerle heeft de heer D. H. Couvee. bibliothecaris van het Instituut voor de Perswetenschap aan de Umveislteit van Amsterdam, een boeiend beeld weten te geven van dat Jaar 1898. toen Nederland en de rest van de wereld naar het einde van een eeuw en van een tijdperk spoedden. Voor ons land was het bovendien een Jaar van feestelijkheden, omdat op 6 leplember de 18-jarige Koningin Wllhelmlna werd ingehuldigd. Het Is de grote verdienste van de heer Couvee. dat hU In sljn boek de lezer ln staat stelt aan de hand van krantenverslagen, advertenties en andere feiten het jaar 1898 te doen meebeleven. Op deze pagina hebben w|j een greep uit de veelheid van interes sante bijzonderheden gedaan. Een greep uit de 300 pagina's van „Leve de Willemien" Gevraagd: (40 pCt. ieo.UDt), „HET VOLKSLIED", w|t«H'ten AUtrlamiich bloéd, 140 H. J. SUIT. Ia MS 25-tal oourenlen word dit liad, alt b«tr{j« ingeocmsnbmd er ffltdo, geplaatst. Hat oordeel vso be- fuegdo letUrktiodigeo loldt zeer gun stig. Zich eeo te melden, ook is per- •ooo, ten huiM ran dan Uitgever: O. J. SMIT, KCPPLERSTRAAT 4i. iGrivenhiQ#. Herinneringen Het boek staat vol herinnerin gen aan die dagen van 1898 Her inneringen ook aan een Neder landse samenleving, die bepaald niet van plan was. het pauperis me als een blijvende begeleiding van de materiéle vooruitgang te dulden. Herinneringen aan 1698 roepen onherroepelijk achter de welvarende burgers het spookbeeld op van de onderbetaalde, vaak werkloze, slecht gehuisveste ar beidersstand. waaraan als enige door de staat toegelaten troost een verouderde en niet voor haar taak berekende armenbedeling alsmede goedkope jenever stond, zegt de schrijver in zijn inleiding. Historisch moment De Inhuldiging van Koningin Wllhelmlna was een historisch moment in de geschiedenis van ons volk. niet alleen achteraf ge zien als een era vol schokkende gebeurtenissen, doch vooral als ïn- - -lelijkheden ventarisatie i ogelljl land op het einde der vorige eeuw sluimerden. De ze inventarisatie werd uitgedrukt veel gevraagd Maar Gerberink. onverstoor baar als hij kan aijn. vertrok geen spier toen hij verder ging: „Die overste vroeg oók nog aan Van Bruggen of hij soms een generaal ln de familie had Jazeker, zegt Van Bruggen, iazeker overste, det «el m n dochter ook af. Ze zei: ga eena met een generaal praten, die zal ook wel zegger. dat je dat niet allemaal hoeft te nemen" Cobussen kreeg er genoeg van. ..Nog sterker, paard tn de wieg", smaalde hij en vertrok. Dat was voor Gerberink aanleiding ge noeg om het hogerop te zoeken. HIJ zei: ..Je kunt het geloven of niet. maar toen TER HERINNERING. Nu is er alleen nog de herinnering I aan die dagen van reizen en trekken. I De eerste dagen van september zijn voorbij. Het werk is op volle toeren I hervat. Maar vaak denkt men nog I terug aan die weken van de grote vakantiereis. Voor de één ging die I tocht door het eigen land, voor de i ander werden achter de grensen de ontspanning na een Jaar werken ge- I vonden. Grillig slingerde de weg naar 1 de top van de berg zich omhoog. De motor belandde na enkele tientallen meters, van de ene bocht al weer in de andere. De weg steeg tot het hoogste punt van de St. Gothard. steeds nieuwe panorama's openend van dit Zwitserse bergland. De her innering daaraan zal nog even blij ven en om dat levend te houden werden foto's gemaakt. Bij duizenden door duizenden. Ze kwamen terecht bij de grote stapel, of ze werden in het album geplakt. En bij het door bladeren op een sombere winter avond verzucht men: „Ja, ♦oen...." De bekende tekenaar Joh. Braakentiek tekende deze prent, die als onderschrift kreeg: „Prins Willem de Zuyger tot Koningin Wilhelmina: ..Ik gaf ons volk m{jn krachten, mijn fortuin, mijn leven. Geef Gij. hope des vader lands, het Uu) hart en Gij zult millioenen ten zegen zijn." in al wat werd georganiseerd, geschreven, gefeest en gemopperd rondom de septemberfeesten. In het algemeen was Nederland in 1898 een welvarend land. De vruchten van deze welvaart kon den echter geenszins door allen worden geplukt. Onder de vele onderbetaalde arbeiders op het platteland en in de steden werd bittere armoede geleden. Eén rondom de troon En toch begon geheel Neder- het fa set IHI^H zondering van de extreem-linkse groepen voelde de bevolking zich één rondom de troon van de Jon ge Vorstin. Plannen werden gemaakt, com missies werden gevormd. Men was het eens. men had verschil van mening. Versieringen wer den aangebracht, erepoorten, ver lichting met vetpotjes en in de kranten van die dagen werden die versieringen hogelijk geprezen of scherp gecritiseerd. Advertenties De zakenlieden bleven niet achter. In het boek van de heer Couvée zijn talloze advertenties uit die dagen opgenomen. Men greep elke mogelijkheid en on mogelijkheid aan om de Inhuldi ging van H.M. in de eigen re clame te betrekken. En meestal gebeurde dit niet op zo'n bijzon der fijne manier. Wat bijvoor beeld te denken van een annonce als deze: „Oranje bulle tin! Het Is verboden met ek sterogen de Kroningsfeesten me de te vieren, verwijder dus voor September uw Eksterogen met Fagel's Electra. helpt in drie da gen. Slechts 25 ota.'' Of deze: „Kronings Accoord- Zlther Zooeven ontvangen de nieuwe zending expresselijk ver vaardigde Zithers. Overtreffen al ie bestaande in prachtige toon. Prijs, gepolijst 8.50, dof 7.50. Vilhelmina-zithers, eveneens voor banden a 6.J50". Gedichten Er wa.en „Koningin Wilhelmi- ia-broodjes". er was „Kronings- jitter", ..Oranjewijn". „Kronings- limonade". „Kroningszandkoek- les" en „Kronings-menus" in ile estaurants. Er. er waren ook illerwegen de snorkende gedich- en en verzen, die echte en ge- ogenheidsdichters meenden te noeten naken, omdat er volgens ïen zo'n behoefte aan nieuwe olksliederen bestond. Het werden gedichten vol valae i-eUiorlek en ln elk vers draafde de Nederlandse leeuw luid brul lend op. Het oordeel over de vloed van vaderlandse liederen ?n gedichten, die naar aanleiding van de Inhuldlglnr het licht sa gen, la afdoende door de tijd ge- - geven. Nu, zestig Jaar later, blijkt geen enkele nog bekend bij -te Nederlandse bevolking. De kranten De dagbladschrijvers var. die agen putten zich uit in ellenlange artikelen De een probeerde de stijl van dr. Abraham Kuyper te imiteren en de ander bootste Louis Couperus na. Dc buiten landse pers gaf ook blijk van grote belangstelling voor de In huldigingsplechtigheid en de fees ten daar omheen. Niet alle ver slaggevers van die buitenlandse kranten begrepen voldoende wat hier gebeurde. De Duitse Natio nal Zeltung b.v. schreef, dat er in Amsterdam met het oog op de verwachte drukte en de enorme hitte van die dagen 3000 extra doodkisten gereed stonden. De Britse journalisten schreven ver tederde bijdragen over de „The Dutch Girl Queen" Amsterdam Natuurlijk concentreerde het grootste deel der belangstellino :ich op Amsterdam. Het buiten lands bezoek viel tegen. Vooraj werd anti-propaganda gemaakt over de exorbitante prijzen, die voor logies en een plaats langs de route werden gevraagd. Maar op de dag van de Inhul diging waren vele tienduizenden op de been. Er waren ook In dische vorsten, afgevaardigden van de beschaafde Javaanse aristocratie. Het zou te ver voeren in het korte bestek van dit artikel alles te vertellen, wat in „Leve de Willemien" is neergeschreven en verzameld. Een aanbeveling om het boek te lezen, zal deze sa menvatting echter zeker zijn. Nlsuwe Prachtuitgave, vereerd met de Inteekenlng van H.H, M.M. de Koninginnen MA AND AO 15 Augtutu ij. v«r*cbüat iv VAN CREVELD an Co't. Boekhindtl u AmalPrdvm.' Oranjebloesems KHZ. Keurig (rui bewtrkt gadeoktuMk om* Ul van b\jz0od*rb«4«o uit d» hi*i«ri«bl*d»o ras NaarUcd* lir«Al. Koningin der NadrrUadee. T- TAL. Opperrabbijn tl 'i GsovfsAop. ALOM VERKRIJQBAAR I De prijs tii het gedenkboek ifgenaaW groot kvu-lo formeel ia I td«o> op bost Hollandseb papier f I 50 Aan deo sierband ia »eer reel aorg besteed wetenswaardig merkwaardig rlLUCili uit de uv bijeengebracht door MET MELK MEER MANS Het Londense Zuiuelbureau heeft vijf dames in dienst genomen, die niets anders moeten doen dan in de „Milk-bars" wan de stad melkdranken te drinken. Zij hebben de opdracht gekregen de smaak en de kwaliteit van de melk luid en langdurig te prijzen. Het Zuivelbureau denkt op deze manier van reclame de omzet te kunnen doen stijgen. HARDNEKKIG Twee Japanse soldaten verblijven nog altijd in het oerwoud van het Philippijnse eiland Lubang. Zij geloven niet, dat de oorlog dertien jaar geleden eindigde met de nederlaag van hun vaderland en ze wachten in de jungle op hun bevrijding. De Japanse regering heeft nu een officieel verzoek aan de Philippijnen gericht, waarin werd gevraagd een expeditie te mogen uitrusten om de beide soldaten te zoeken en mee naar huis te nemen. WEERHOED Dominee William Connick uit de Engelse stad Dorchester staat er bij zijn gemeentenaren om bekend, dat hij zo uit stekend het weer kan voorspellen. De predikant werd in het verleden voortdurend geraadpleegd over de weersverwach ting. HIJ heeft er nu iets anders op gevonden: als hij aan houdend mooi cn warm weer verwacht draagt hij een lichte panamahoed, als hij denkt, dat het koud, regenachtig of winderig weer zal worden draagt hij een zwarte vilthoed. ÉÉN HOND MAG Na een langdurig debat heeft de gemeenteraad van Godt- haab op Groenland het besluit genomen de wet te wijzigen in die zin, dat een hond in de stad zal worden toegelaten. Tot dusver was dit streng verboden. De politie van Godthaab had echter dringend behoefte aan een getrainde politiehond en toen die werd aangeboden, was een wetswijziging nodig om het dier binnen de grenzen van Godthaab toe te laten. BETAALDE VAKANTIE In Engeland zyn plannen om de gevangenen, die lang durige vrijheidsstraffen ondergaan, voortaan betaalde vakan tie te geven. Dit is een van de onderdelen van een pro gramma om het gevangeniswezen te moderniseren. Ook het zakgeld der gevangenen is intussen verhoogd. Men denkt daardoor de spaarzaamheid te verhogen. PAPEGAAI ln Zwitserland is het gevangeniswezen nog niet zo ver. De man, die te Biel een W'eense koopman vermoordde, werd tot een langdurige celstraf veroordeeld. Omdat hem de gunst ontzegd werd een celgenoot te hebben, vroeg hij de gevan genisdirecteur of hij een papegaal zou mogen houden. Dan had hij nog wat aanspraak in de eensaamheld, zei hij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 16