ftjhingin, W
PLECHTIG INGEHULDIGD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1958
4. De overste is ook maar een mens
NATUURLIJK, een goed opgevoed soldaat zonder vree» of blaam praat
er liever niet over. En dat i» maar goed ook; het vertrouwen in het
Nederlandse leger zou pijlsnel dalen als iedere militair naar waarheid zou
vertellen, dat hij zich 's nachts allerminst gelukkig voelt in zijn schutters
putje. Het is een zenuwslopende bezigheid, zo'n nacht in het stille bos. De
eenzaamheid is er een enorm gevaarte dat langzaam op je neervalt en als
het morgenlicht schuchter om de hoek gluurt, dan kijk je elkaar als ver
schrikte konijnen aan.
overal bladgoud, en
de houding, want Je weet nooit of
t* zo'n hoge piet nog eens kunt gebrui-
en en ik zeg: Uitstekend generaal. En
hoe is het met u? Nou. dat bleek ook in
orde te zijn en toen zijn we samen bij de
overste naar binnen gestapt. Die wilde al
meteen overeind vliegen, maar dat vond
de generaal maar zo zo Hij zei: Neem er
je gemak van, kerel. Ik kom alleen maar
éven over Van Dipten praten. En daarbij
wees de generaal op mij. Daar was de
overste het niet mee eens. Heel brutaal
zei hij: Neemt u me niet kwalijk gene-
Van Dipten staat daar. De
raai.
de onvergelijkbare soldaat en burger
Joop Gerberink tegen het einde van de
tweede nacht zei: ..Mensen. Ik heb er
schoon genoeg van. Een overste kwaad weg
gelopen. Van Bruggen door i'n dochter ge
schaakt en dat moet Je dan allemaal
maar verwerken terwijl Je in een putje
staat te wachten op dingen die niet ge
beuren Laten we eerlijk zijn mensen, dat
gaat niet
En omdat Gerberink zijn zaakjes altijd
goed afwerkt, riep hij: „Kapitein, kom
eens hier!"
Het was alsof de overste zelf had geroe
pen Als een schichtig hert snelde de ka
pitein naderbij
mr het kraken-
de tapijt van den-
nenaalden Toen
hij merkte dat
Gerberink had
geroepen, zei hU.
een beetje nijdig
,,Wat kalmer kan
ook wel. Gerbe
rink!"
Die waarschu
wing deed Gerbe
rink niets. Opge-
wat gelukkig toen leen maar een wiel van een personenwa-
mm gen in het water was geplonsd.
We keken elkaar Ietwat ontnuchterd aan
en daarna blikten wij beschuldigend naar
de burger die zich. droog en wel. druk
fen ..Zeg Kareltje. nou moet Je
eens wat vertellen. Zijn we hier
plezier of maak Ja ar^ een conti)
ken. Dat zei hij natuurlijk niet.
we wisten genoeg toen hij even later een
vriendschappelijk bezoek ging brengen aan
onze vijand. Dat bezoek leverde een ver
zameling problemen op. want de vijand
zei dat wij en niet zij moesten aanvallen,
terwijl bovendien bleek dat die^ vijand onze
vijand eigenlijk niet
nog drie had. Gerberink hees het wiel
intussen moeizaam tegen de glooiende wal-
lekant en zei: Alstublieft meneer, één
wiel. Is er verder nog iets van uw dienst?"
De lichte ironie van Gerberlnk's woorden
sloeg stuk op de hartelijkheid waarmee de
man zei: ..Fijn. bedankt kerel, dat zal ik
nooit vergeten. Hoe is de naam?"
„Van Dipten", zei Gerberink droog, „en
laat die dank maar zitten.."
DAT wiel bracht
ons behalve
een nat pak ook
nog een extra
probleempje. De
kapitein wilde
plotseling weten
of iedereen weer
boven water was
gekomen. En la
ten wij nou hele
maal Van Dipten
vergeten. De ka
pitein telde een
maal, hij telde
twee maal en na de derda keer kwam hij
tot de conclusie dat er één man te weinig
was. Wat doe Je als doodgewoon soldaat
in zo'n geval: weer de sloot In en zoeken
naar dingen die er niet zijn. Dat doe Je
een half uur en dan zeg Je: „Het la Jam-
hier is Van Dipten
VIER VERHALEN
over ..HERHALEN"
door TON ZEELENBERG
kapitein, maar
bivak, dat geen bivak bleek
zijn. had aangevallen en nog meer van
dingen, die Je niet zonder een beetje hoofd
pijn kunt verwerken. Er was
op-
•ssing: Afnokken, terug naar de kazerne,
alles vergeven en vergeten en een nieuw
leven beginnen.
Een half uur later gromden de auto's
voor de laatste maal over het omgewoel
de bivakterrein en wij probeerden wat
slaap te bemachtigen tusaen de lentpalen
en de rammelende keukentroep, die non
chalant m de wagens was gedeponeerd Dat
lukte niet. want Gerberink moest ons xo
nodig weer wit vertellen. Het was deze
keer geen opgewekt nieuws. Hij zei: ..Men
sen. Ik geloof dat de zaak-Van Dipten in
de soep is gedraald".
DAAR schrokken we toch wel even van.
wam als Gerberink de moed opgeeft
dan ls alles verloren. Klaarwakker hoor
den wij hem seggen: „Die overste van ons
is een aardige Jongen, maar als 'ie t op
z'n heupen krijgt, berg Je dan Hij zoekt
nu natuurlijk de hele zaak uit, ziet rappor-
T...„wrhet hoenderhok en
als hoender begin Je niet veel In het leger
Nee. mensen de «aak ls voorbij, afgelopen,
punt uit". Bedroefd mijmerde Gerberink
voor zich heen: „Dat wordt minstens twee
Jaar brommen maar maken jullie
ongerust, ik neem alle achuld op mc
Wij protesteerden In koor. zo overtuigend
deden wij het. dat er even later weer een
splintertje hoop in Gerbennks trouwharti
ge ogen begon te glinsteren. Nadenkend
zei hij: „Als we nou t Je. die overste
van ons heeft een aardige dochter als
we die nou 's onze charmantste korporaal
op haar dak «turen Cobusscn bijvoorbeeld,
die is onweerstaanbaar met zijn oranje
haar Ik kan natuurlijk zelf wel gaan.
maar als gemeen soldaat maak ja tegen
woordig geen Indruk meer op de vrouw
HET was even atU in de wagen. Alleen de
keukenrommel wist zich weer niet fat
soenlijk te gedragen en rammelde lustig
- - wxei:
verder. Gerberink schudde het hoofd e
„Nee. dat ls het toch niet. Dat kost te veel
tijd. Ais we nou 's die dochter van de
overste in het water smijten en haar dan
redden Dan slepen we er misschien met
een nog een lintje uit.."
later zouden noemen, werden onderbroken
door een klppeval producerende gil. een
alarmerende plons en nog een ander ge
luld. dat we niet direct konden rubriceren
maar dat ook wel ..-ar was om te horen
We dachten ..Wagen in de sloo en als
één man kropen we uit de hoek waarin
we terecht weren gekomen na het krach
tig remmen van onze wagen. Daarna do
ken we in het water om te redden wat
er te redden waa. Wij weren niet de enl-
Sen. die so hadden gereageerd Binnen
en seconden was de hele compagnie, ka
der inclula. te water geleten. Alleen de ka
pitein stond met een vreemde snoeshaan,
die zenuwachtig gebaarde, op de walleken*
om de reddingswerkzaamheden te overzien
en te leiden.
HET ging niet zo vlo» en de mensen die
weer op de wal weren gekropen oen
direct met de kunstmatige ademhaling te
beginnen stonden Juist op het punt weer
netjes op het droge stonden en dat er al-
- De Be
neraal keek eens naar Van Bruggen, ale
stond te werken dat de stukken er af vlo
gen en zei: Pardon overste, ik weet heel ze
ker dat dit Van Dipten is. Hij heeft me
gisteren uitstekend geholpen toen er een
wiel van mijn wagen in de sloot v
rold. De hele compagnie trouwens,
pracht troep. U kunt er trots op zijn. over
ste. Dat zei de generaal en daar kon de
overste het mee doen."
De kapitein was er een beetje beduusd
van en ook de overste, die het verhaal
later op de dag hoorde voelde zich
niet helemaal lekker. En dat ls begrij
pelijk. want een soldaat kun Je niet zo
maar verliezen. Een rantsoenzakje of des
noods een auto. daar valt over te praten,
maar een soldaat.. De familie neemt zo
iets bijna nooit De praktijk heeft dat be
wezen Wij hadden dus echt met onze ka-
Kitein te doen. want hij moest de familie
et ontstellende nieuws gaan vertellen. ..Het
spijt me. moedertje zou de kapitein
zeggen, „het spijt mc meer dan ik u kan
zeggen, maar uw zoon ia zoek., we vre
zen hot ergste!"
onze commandant was
vij nog
een beetje gelukkig konden zijn: voor de
rest was er niet veel meer om te lachen.
We hoorden dat Gerberink in de loop van
de volgende morgen bij de overste zou wor
den geroepen en wij zagen Van Bruggen,
nog altijd even klein en schuchter, weer
rondstappen in zijn vale, sleetse overall,
bezem over de schouder en een zinken em
mer in de hand. Hij was weer bezig aan
zijn dagelijkse schoonmaakronde. Eerst de
kamer van de overste, daarna de gang
en de andere bureaus „Als dat maar goed
afloopt", dachten wij en wij waren plot
seling allemaal gewillige, beleefde en Ijve
rige soldaten.
niets. De overste.
1 had afgeno-
i gezicht van „en straks zullen
we alles weer even recht zetten", diezelf
de overste werd tn de loop van de mor
gen een ander mens. Van de centralist
hoorden wij dat er een generaal had ge
beld en Van Bruggen, die ons toch niet
helemaal kon vergeten, ondanks de lang
niet malse waarschuwingen van zijn doch
ter kwam ons vertellen, dat de overste
heel vriendelijk en heel gezellig en zo was
geweest.
Wat er precies was gebeurd, hoorden wij
van Gerberink. die na een onderhoud met
de overste, ona tegemoet kwam, glunderend
als een ijsco-man op een snik-hete dag. Hij
zei: ..Alles U geregeld, mensen. Iedereen
is weer gelukkig en we kunnen een nieuw
leven beginnen".
Gerberink was alles heel simpel. „Kijk.
het zit zo", zei hij opgewekt, „er heeft
vanmorgen een generaal gebeld en die zei
tegen de overste: Overste, zei hij. als Je
wat voor een zekere Van Dipten kan doen,
laat het dan niet. Nou. die overste van ons
is ook maar een mens. dus vergeet hij he
lemaal dat er iets mis is met Van Dip
ten en hij zegt Uitstekend generaal, nog
lets van uw orders, generaal?
Prompt daarop stapt die droge Van Brug
gen de kamer binnen alsof er niets aan
de hand is. Goede morgen overste, zegt'ie
en begint opgewekt de ramen te boenen.
Nou. die overste keek daar wel even vreemd
van op Hij zei: Waar kom Jij vandaan.
Van Dipten' Van huis. overste, zegt Van
Bruggen M'n dochter zei dat ik maar weer
gewoon moest gaan werken, want aoldaat-
je spelen is ook niet alles, zegt ze".
natuurlijk gegrepen. Ik zei tegen de gene
raal: Generaal, zei Ik. ik heb een request
gemaakt om beroeps-korporaal te worden,
want ln de burgermaatschappij is het ook
niet alles meer. en nu kunt u misschien
een goed woordje voor mij doen. Dat was
prachtig, zei de generaal nog. kerels als
jij, zei hij, kunnen we gebruiken in het
leger.
„En wat zei de overste", wilden wij nog
weten.
„Die was compleet uitgevloerd. Hij zat
alle papieren op zijn bureau te verscheu
ren en mompelde Als hij in een ander
onderdeel komt, vind ik alles goed Nou
ja, als hij dat graag wil dan doe ik dat
graag voor hem Hij is ten slotte ook maar
wij twee uur later weer helemaal compleet
waren, nadat de kapitein met onze eigen
Van Dipten was gearriveerd. Hij was nog
helemaal dezelfde, die Van Dipten Fris
en monter wandelde hij ons tentenkamp
binnen en zei hartelijk: ..Ik was niet van
plan te komen.
„Dat hebben we gemerkt", onderbrak
Cobussen die kennelijk zijn dag niet had.
„Maar", ging Van Dipten verder, „toen
Ik die trouwe Karei van een kapitein weer
zag, toen dacht ik dat het toch wel eens
leuk zou zijn weer de hele „ouwe hap" bij
„Kijk", zei Gerberink tegen Van Dipten,
„daar komt nou mijn generaal, als je nog
beroeps wilt worden, dan praat ik wel even
met hem
..Daar zit wel iets in", zei Van Dipten
en hij keek peinzend naar de dure militair,
die begeleid door de overste, met veel goud
en rood en zo naar ons toe wandelde.
VANDAAG ZESTIG JAAR GELEDEN
„Daarna verhief de Ko
ningin zich en legde met
plechtigen ernst den eed af.
Onmiddellijk nadat allen den
eed hadden afgelegd, zwaai
de de oudste koning van wa
penen met zijn schepter en
riep met luider stem: Hare
Majesteit Koningin Wilhel-
mina is ingehuldigd. Daarop
riep hij driemaal: „Leve de
Koningin", welke kreet door
den anderen koning werd
herhaald, en waarmede alle
aanwezigen instemden in
een stroom van gejuich, dat
minutenlang aanhield."
rige- -
de indrukwekkende
huldigingsplechtigheid op 6 sep
tember 1696 in de Amsterdamse
Nieuwe Kerk werden gegeven.
Vandaag zestig Jaar geleden
werd de jonge vorstin. Koningin
Wllhelmlna. ingehuldigd. De le
den van de Staten-Generaal wa
ren nagenoeg voltallig aanwezig.
De drie socialistische leden van
de Tweede Kamer, H. van Kol,
G. L. van der twssi en mr. P.
J. Troelstra bleven «onder ken
nisgeving weg.
Ook dr. Abraham Kuyper woon
de de grootse plechtigheid niet
bij. Hij gaf gastcolleges aan de
Columbia Universiteit in de Ver
enigde Staten en zond een eerbie
dig telegram (gesteld in een ver
heven Engels> aan de Vorstin, en
kreeg een danktelegram ten ant
woord. In „De Standaard" bleef
het kleurrijke proza van Kuyper
in de feestdagen van 1896 achter
wege. Jammer, concludeert de
schrijver Couvée.
Het jaar 1898 opnieuw beleefd
BU de Uitgeverij Bert Bakker/Daamcn N.V. In Den Haag
verscheen dezer dagen in een goed verzorgde pocketuitgave
„Leve de Willemien". Het boek kreeg als ondertitel „Het jaar
1898 van Wllhelmlna's inhuldiging opnieuw beleefd". In dit deel
van de bekende Oolevaaraerle heeft de heer D. H. Couvee.
bibliothecaris van het Instituut voor de Perswetenschap aan de
Umveislteit van Amsterdam, een boeiend beeld weten te geven
van dat Jaar 1898. toen Nederland en de rest van de wereld naar
het einde van een eeuw en van een tijdperk spoedden. Voor ons
land was het bovendien een Jaar van feestelijkheden, omdat op
6 leplember de 18-jarige Koningin Wllhelmlna werd ingehuldigd.
Het Is de grote verdienste van de heer Couvee. dat hU In sljn
boek de lezer ln staat stelt aan de hand van krantenverslagen,
advertenties en andere feiten het jaar 1898 te doen meebeleven.
Op deze pagina hebben w|j een greep uit de veelheid van interes
sante bijzonderheden gedaan. Een greep uit de 300 pagina's van
„Leve de Willemien"
Gevraagd:
(40 pCt. ieo.UDt),
„HET VOLKSLIED",
w|t«H'ten AUtrlamiich bloéd,
140 H. J. SUIT.
Ia MS 25-tal oourenlen word dit
liad, alt b«tr{j« ingeocmsnbmd er
ffltdo, geplaatst. Hat oordeel vso be-
fuegdo letUrktiodigeo loldt zeer gun
stig. Zich eeo te melden, ook is per-
•ooo, ten huiM ran dan Uitgever:
O. J. SMIT,
KCPPLERSTRAAT 4i. iGrivenhiQ#.
Herinneringen
Het boek staat vol herinnerin
gen aan die dagen van 1898 Her
inneringen ook aan een Neder
landse samenleving, die bepaald
niet van plan was. het pauperis
me als een blijvende begeleiding
van de materiéle vooruitgang te
dulden. Herinneringen aan 1698
roepen onherroepelijk achter de
welvarende burgers het spookbeeld
op van de onderbetaalde, vaak
werkloze, slecht gehuisveste ar
beidersstand. waaraan als enige
door de staat toegelaten troost een
verouderde en niet voor haar
taak berekende armenbedeling
alsmede goedkope jenever stond,
zegt de schrijver in zijn inleiding.
Historisch moment
De Inhuldiging van Koningin
Wllhelmlna was een historisch
moment in de geschiedenis van
ons volk. niet alleen achteraf ge
zien als een era vol schokkende
gebeurtenissen, doch vooral als ïn-
- -lelijkheden
ventarisatie i
ogelljl
land op het einde
der vorige eeuw sluimerden. De
ze inventarisatie werd uitgedrukt
veel gevraagd Maar Gerberink. onverstoor
baar als hij kan aijn. vertrok geen spier
toen hij verder ging: „Die overste vroeg
oók nog aan Van Bruggen of hij soms een
generaal ln de familie had Jazeker, zegt
Van Bruggen, iazeker overste, det «el m n
dochter ook af. Ze zei: ga eena met een
generaal praten, die zal ook wel zegger.
dat je dat niet allemaal hoeft te nemen"
Cobussen kreeg er genoeg van. ..Nog
sterker, paard tn de wieg", smaalde hij
en vertrok.
Dat was voor Gerberink aanleiding ge
noeg om het hogerop te zoeken. HIJ zei:
..Je kunt het geloven of niet. maar toen
TER HERINNERING.
Nu is er alleen nog de herinnering
I aan die dagen van reizen en trekken.
I De eerste dagen van september zijn
voorbij. Het werk is op volle toeren
I hervat. Maar vaak denkt men nog
I terug aan die weken van de grote
vakantiereis. Voor de één ging die
I tocht door het eigen land, voor de
i ander werden achter de grensen de
ontspanning na een Jaar werken ge-
I vonden. Grillig slingerde de weg naar
1 de top van de berg zich omhoog. De
motor belandde na enkele tientallen
meters, van de ene bocht al weer in
de andere. De weg steeg tot het
hoogste punt van de St. Gothard.
steeds nieuwe panorama's openend
van dit Zwitserse bergland. De her
innering daaraan zal nog even blij
ven en om dat levend te houden
werden foto's gemaakt. Bij duizenden
door duizenden. Ze kwamen terecht
bij de grote stapel, of ze werden in
het album geplakt. En bij het door
bladeren op een sombere winter
avond verzucht men: „Ja, ♦oen...."
De bekende tekenaar Joh.
Braakentiek tekende deze prent,
die als onderschrift kreeg: „Prins
Willem de Zuyger tot Koningin
Wilhelmina: ..Ik gaf ons volk
m{jn krachten, mijn fortuin, mijn
leven. Geef Gij. hope des vader
lands, het Uu) hart en Gij zult
millioenen ten zegen zijn."
in al wat werd georganiseerd,
geschreven, gefeest en gemopperd
rondom de septemberfeesten.
In het algemeen was Nederland
in 1898 een welvarend land. De
vruchten van deze welvaart kon
den echter geenszins door allen
worden geplukt. Onder de vele
onderbetaalde arbeiders op het
platteland en in de steden werd
bittere armoede geleden.
Eén rondom de troon
En toch begon geheel Neder-
het fa set IHI^H
zondering van de extreem-linkse
groepen voelde de bevolking zich
één rondom de troon van de Jon
ge Vorstin.
Plannen werden gemaakt, com
missies werden gevormd. Men
was het eens. men had verschil
van mening. Versieringen wer
den aangebracht, erepoorten, ver
lichting met vetpotjes en in de
kranten van die dagen werden die
versieringen hogelijk geprezen of
scherp gecritiseerd.
Advertenties
De zakenlieden bleven niet
achter. In het boek van de heer
Couvée zijn talloze advertenties
uit die dagen opgenomen. Men
greep elke mogelijkheid en on
mogelijkheid aan om de Inhuldi
ging van H.M. in de eigen re
clame te betrekken. En meestal
gebeurde dit niet op zo'n bijzon
der fijne manier. Wat bijvoor
beeld te denken van een annonce
als deze: „Oranje bulle
tin! Het Is verboden met ek
sterogen de Kroningsfeesten me
de te vieren, verwijder dus voor
September uw Eksterogen met
Fagel's Electra. helpt in drie da
gen. Slechts 25 ota.''
Of deze: „Kronings Accoord-
Zlther Zooeven ontvangen de
nieuwe zending expresselijk ver
vaardigde Zithers. Overtreffen al
ie bestaande in prachtige toon.
Prijs, gepolijst 8.50, dof 7.50.
Vilhelmina-zithers, eveneens voor
banden a 6.J50".
Gedichten
Er wa.en „Koningin Wilhelmi-
ia-broodjes". er was „Kronings-
jitter", ..Oranjewijn". „Kronings-
limonade". „Kroningszandkoek-
les" en „Kronings-menus" in ile
estaurants. Er. er waren ook
illerwegen de snorkende gedich-
en en verzen, die echte en ge-
ogenheidsdichters meenden te
noeten naken, omdat er volgens
ïen zo'n behoefte aan nieuwe
olksliederen bestond.
Het werden gedichten vol valae
i-eUiorlek en ln elk vers draafde
de Nederlandse leeuw luid brul
lend op. Het oordeel over de
vloed van vaderlandse liederen
?n gedichten, die naar aanleiding
van de Inhuldlglnr het licht sa
gen, la afdoende door de tijd ge-
- geven. Nu, zestig Jaar later,
blijkt geen enkele nog bekend bij
-te Nederlandse bevolking.
De kranten
De dagbladschrijvers var. die
agen putten zich uit in ellenlange
artikelen De een probeerde de
stijl van dr. Abraham Kuyper te
imiteren en de ander bootste
Louis Couperus na. Dc buiten
landse pers gaf ook blijk van
grote belangstelling voor de In
huldigingsplechtigheid en de fees
ten daar omheen. Niet alle ver
slaggevers van die buitenlandse
kranten begrepen voldoende wat
hier gebeurde. De Duitse Natio
nal Zeltung b.v. schreef, dat er in
Amsterdam met het oog op de
verwachte drukte en de enorme
hitte van die dagen 3000 extra
doodkisten gereed stonden. De
Britse journalisten schreven ver
tederde bijdragen over de „The
Dutch Girl Queen"
Amsterdam
Natuurlijk concentreerde het
grootste deel der belangstellino
:ich op Amsterdam. Het buiten
lands bezoek viel tegen. Vooraj
werd anti-propaganda gemaakt
over de exorbitante prijzen, die
voor logies en een plaats langs
de route werden gevraagd.
Maar op de dag van de Inhul
diging waren vele tienduizenden
op de been. Er waren ook In
dische vorsten, afgevaardigden
van de beschaafde Javaanse
aristocratie.
Het zou te ver voeren in het
korte bestek van dit artikel alles
te vertellen, wat in „Leve de
Willemien" is neergeschreven en
verzameld. Een aanbeveling om
het boek te lezen, zal deze sa
menvatting echter zeker zijn.
Nlsuwe Prachtuitgave, vereerd met
de Inteekenlng van H.H, M.M.
de Koninginnen
MA AND AO 15 Augtutu ij. v«r*cbüat iv
VAN CREVELD an Co't. Boekhindtl u
AmalPrdvm.'
Oranjebloesems
KHZ.
Keurig (rui bewtrkt gadeoktuMk om* Ul
van b\jz0od*rb«4«o uit d» hi*i«ri«bl*d»o
ras NaarUcd* lir«Al.
Koningin der NadrrUadee.
T- TAL.
Opperrabbijn tl 'i GsovfsAop.
ALOM VERKRIJQBAAR I
De prijs tii het gedenkboek ifgenaaW
groot kvu-lo formeel ia I
td«o> op bost Hollandseb papier f I 50
Aan deo sierband ia »eer reel aorg besteed
wetenswaardig
merkwaardig rlLUCili
uit de uv
bijeengebracht door
MET MELK MEER MANS
Het Londense Zuiuelbureau heeft vijf dames in dienst
genomen, die niets anders moeten doen dan in de „Milk-bars"
wan de stad melkdranken te drinken. Zij hebben de opdracht
gekregen de smaak en de kwaliteit van de melk luid en
langdurig te prijzen. Het Zuivelbureau denkt op deze manier
van reclame de omzet te kunnen doen stijgen.
HARDNEKKIG
Twee Japanse soldaten verblijven nog altijd in het oerwoud
van het Philippijnse eiland Lubang. Zij geloven niet, dat de
oorlog dertien jaar geleden eindigde met de nederlaag van
hun vaderland en ze wachten in de jungle op hun bevrijding.
De Japanse regering heeft nu een officieel verzoek aan de
Philippijnen gericht, waarin werd gevraagd een expeditie
te mogen uitrusten om de beide soldaten te zoeken en mee
naar huis te nemen.
WEERHOED
Dominee William Connick uit de Engelse stad Dorchester
staat er bij zijn gemeentenaren om bekend, dat hij zo uit
stekend het weer kan voorspellen. De predikant werd in het
verleden voortdurend geraadpleegd over de weersverwach
ting. HIJ heeft er nu iets anders op gevonden: als hij aan
houdend mooi cn warm weer verwacht draagt hij een lichte
panamahoed, als hij denkt, dat het koud, regenachtig of
winderig weer zal worden draagt hij een zwarte vilthoed.
ÉÉN HOND MAG
Na een langdurig debat heeft de gemeenteraad van Godt-
haab op Groenland het besluit genomen de wet te wijzigen
in die zin, dat een hond in de stad zal worden toegelaten. Tot
dusver was dit streng verboden. De politie van Godthaab
had echter dringend behoefte aan een getrainde politiehond
en toen die werd aangeboden, was een wetswijziging nodig
om het dier binnen de grenzen van Godthaab toe te laten.
BETAALDE VAKANTIE
In Engeland zyn plannen om de gevangenen, die lang
durige vrijheidsstraffen ondergaan, voortaan betaalde vakan
tie te geven. Dit is een van de onderdelen van een pro
gramma om het gevangeniswezen te moderniseren. Ook het
zakgeld der gevangenen is intussen verhoogd. Men denkt
daardoor de spaarzaamheid te verhogen.
PAPEGAAI
ln Zwitserland is het gevangeniswezen nog niet zo ver.
De man, die te Biel een W'eense koopman vermoordde, werd
tot een langdurige celstraf veroordeeld. Omdat hem de gunst
ontzegd werd een celgenoot te hebben, vroeg hij de gevan
genisdirecteur of hij een papegaal zou mogen houden. Dan
had hij nog wat aanspraak in de eensaamheld, zei hij.