NIEUWE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 22 AUGUSTUS 1958 „Nee ditmaal wou ik je alleen iets vragen Kiwi." antwoordde mijnheer Schutting. ..En denk goed na. want het is een heel belang rijke vraag die ik je stellen ga. Je hebt na tuurlijk daarnet dde twee mannen met die hutkoffer wel gezien, die het hotel uitkwa men, met nog twee andere heren met valiezen bij zich?" „Kiwi gezien hebben," beaemde het schoen poetsertje „Kiwi schoenen van ene Pan wel is gepoetst hebben." „Heb Je misschien ook gehoord waar ze heengereden zijn?" vroeg mijnheer Schut ting. Blekkie boog zich ademloos naar voren, als vreesde hij dat hij het antwoord van het schoenpoetsertje anders niet duidelijk genoeg zou kunnen verstaan. Maar tot zijn grote te leurstelling schudde Kiwi zijn hoofd. „Mij dat niet gehoord hebben Pan Schut ting." zei bij spijtig. „Maar mij wel kennen die chauffeur van taxi waarin die mannen weg gereden zijn Waren Ossiwattl, chauffeur die Pan Schutting ook goed kennen, meen ik?" „Ossiwatti!" riep Eduard Schutting uit. Na tuurlijk ken ik die! Maar hoe krijgen we hem te pakken? Hij kan wel in een heel ander deel van de stad zitten." „Kiwi misschien raad weten," antwoordde bet schoenpoetsertje. „Ossiwatti altijd eten tussen de middag bij Voesjinari, kleine eet huis op Monitokoplein. Pan Schutting hem daar misschien treffen zullen." „Kiwi je bent onbetaalbaar!" riep mijnheer Schutting uit, het schoenpoetsertje een paar geldstukken in zijn hand stoppend, die deze breed lachend en diep buigend in ontvangst „Kom mee Jo. kom mee, Blekkie," zei hij opgewekt, een taxi wenkend die juist pas seerde. „Wij gaan zien of we Ossiwatti te pak ken kunnen krijgen." (wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 10