Kansen voor overig Nederland in krachtenspel met Randstad Nijverheid en Handel beziet de ruimtelijke ontwikkeling E1 Spreiding in twee richtingen MAATSCHAPPIJ D stimuleert welvaart ORDENING: modewoord maar niet vrijblijvend VOORZICHTIG NEDERLAND E]N DE SCHOOLTELEVISIE I J DONDERDAG 12 JUNI 19| (Van een onzer redacteuren.) LK JAAR lukt het de aloude Nederlandse Maat schappij voor Nijverheid en Handel weer op haar algemene vergadering een hyper-actueel onderwerp aan de orde te stellen. Dit jaar wordt deze traditie voortgezet: „de ruimtelijke ontwikkeling van Neder land in een nieuw Europa" is het thema, dat heden aan de orde werd gesteld in het Amsterdamse Concert gebouw, waar de Maatschappij bijeenkwam. Een thema, dat reeds in drie preadviezen, gebundeld in een goed verzorgd boekje, uitvoerig is toegelicht en in de Depar tementen van de Maatschappij in het gehele land een voorbespreking heeft ondergaan. De preadviseurs zijn: prof. dr. Jac. P. Thijsse, algemeen adviseur van de Rijksdienst voor het Nationale Plan („Het aspect van JP de ruimtelijke ordening"), ir. Th. P. Tromp, lid raad van bestuur van de N.V. Philips' Gloeilampenfa brieken („Het bedrijfs-economisch aspect") en mr. K. H. Gaarlandt, burgemeester van Emmen („Enkele as pecten van streekontwikkeling"). Zij zouden des mid dags de gestelde vragen beantwoorden en daarbij wor den geassisteerd door ir. S. Herweyer, directeur van de Cultuurtechnische Dienst, mr. P. H. Valentgoed, direc teur-generaal van de arbeid, en dr. \V. Steigenga, chef afdeling planonderzoek van de dienst van stadsontwik keling en wederopbouw van Rotterdam. De belangstel ling voor deze vergadering is enorm: meer dan acht honderd deelnemers hebben zich opgegeven, hetgeen een record is in de geschiedenis van de Maatschappij. De bezoekers kwamen uit alle provincies en bovendien uit alle schakeringen van de Nederlandse samenleving. Op deze pagina geven wij een samenvatting van het betoog der drie preadviseurs. a Om met een opmerking van prof. 3 Thijsse te beginnen: als men in het oog houdt, dat onze Randstad slechts één der deelnemers is aan het econo- i mische spel in West-Europa, dan is [r' het gewenst ook op internationaal terrein te werken aan de ruimtelijke e» ordening van een groter gebied in i dit deel van de wereld. M.a.w.: ruimtelijke ordening is een interna- tionale noodzaak, die sterker wordt naarmate de Europese integratie toe rt neemt. Er gbeurt al iets op dit ge- 5 bied: er is een Beneluxcommissie voor de ruimtelijke ordening en er f is kortgeleden ook een groter l lichaam ingesteld onder de naam Conférence Permante de l'Aménage- mt der Régenions de l'Europe du i Nord Ouest. j n, Plaats reserveren H Hoe is nu in Nederland momenteel de situatie? De ruimte in de Randstad Hol land wordt steeds minder en daarom ls c het zaak bij de verdere ontwikkeling i plaats te reserveren voor die bedrijven, die essentieel aan deze Randstad zijn ge bonden elders zal men dus de vesti ging van andere industrieën moeten be- t vorderen. I Om echter te voorkomen, dat In de Randstad een te eenzijdig beeld van de werkgelegenheid ontstaat, zullen ook andere soorten industrie moeten wor den geaccepteerd. Maar dan zal erop moeten worden gelet, dat deze de pri- t maire industrieën (die absoluut aan de d havens zijn gebonden) zo min mogelijk beperken in hun armslag. Daarbij zal er ook naar gestreefd moe- li ten worden een gunstig evenwicht in de j werkgelegenheid voor mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten te schep- pen. En bij een goed werkend openbaar U verkeerssysteem kunnen de werkkrachten I zelfs op vrij grote afstand van de indus trie hun woonplaats kiezen. ,E NEDERLANDSE Maatschappij voor Nijverheid en Handel is een begrip geworden in ons land. Het is een instelling, die op geen enkele wijze bij een bepaalde groep kan worden ingedeeld en die, ondanks haar hoge leeftijd zij werd in 1777 opgericht springlevend is en grote activiteit ten toon spreidt. Haar doel Is: „vermeerdering van volkswelvaart door de bevordering van nijverheid, handel, verkeer, landbouw, mijnbouw en visserij, zowel in Neder land als in de overzeese rijksdelen". Dat doel is dus wel bijzonder ruim gesteld: het gaat om het stimuleren van de welvaart van ons volk. De onder werpen, die tijdens de hoogtijdagen in het bestaan van de Maatschappij op de jaarlijkse congressen aan de orde worden gesteld, liggen altijd in de onmiddellijke sfeer van de belangstelling. Enkele jaren geleden bv. kwam het Deltaplan aan de orde en nu zal het dan gaan om de ruimtelijke ontwik keling. Wie mocht denken, dat alleen degenen, die direct met de nijverheid en de handel te maken mocht hebben, lid kunnen zijn van deze Maatschappij, vergist zich: de ledenkring is veel groter en uitgebreider. En ieder, die In het maatschappelijke leven een functie bekleedt en wil medewerken aan de verwezenlijking van het doel der Maatschappij, is hartelijk welkom in de kring. De samenkomsten van de Departementen ln het land kenmerken zich door een prettige en openhartige sfeer. Misschien komt dat ook wel, doordat „zaken" worden gedaan tijdens lunches! De sprekers, die dan optreden, zijn stuk voor stuk deskundig in hun vak maar de discussie zorgt er steeds wel voor, dat het algemene beeld niet uit het oog wordt verloren. Spreiding Het behoud en de uitbreiding van de functie van de Randstad aan de voor» deur van de 6midse van Europa kan be- 1 tekenen, dat andere belangen (landbouw, J natuurbescherming, recreatie e.d.) moe- ten wijken. De industrieën, die volstrekt l aan de Randstad zijn gebonden, zijn hoogovens, staalbedrijven, metallurgische j nijverheid, scheepswerven, petroleum- b rsffinaderijen, petrochemische bedril ven. superfoefaatfabri eiken, cokesovens, zwa- i velzuurfabrieken, fabrieken voor vetten cn oliën, overslagbedrijven enz. Daar- j naast allerlei toeleveringsbedrijven. !Het geheel dient só te worden „ge schikt", dat aan de primaire industrieën de kans op zo volledig mogelijke ontwik- keling niet wordt ontnomen. Dat be tekent dus spreiding en wel ln twee rich- I tingen, n.l. langs de Noordzeekust en meer het binnenland ln. De mogelijkheden tot Indus trieveetl- ging en de daarmee gepaard gaande ha- venaanleg langs de kust zijn gering. Be- halve de havens van Rotterdam en Am- sterdam komen mogelijk nog in aanmer- I Icing de gebieden van de Westerschelde. het nog in te polderen complex van Balg- zand en Breehorn (Helderse Zeegat) en de gebieden aan de Dollard Aan de Dollard b.v zouden bijzonder kostbare werken moeten worden uitgevoerd om de toe gang voor zeer diep stekende schepen mogelijk te maken, zodat de kans op ves tiging van basisindustrieën beslist niet groot is. Voordelen Spreiding in het binnenland biedt dui delijke voordelen, mits deze decentrali satie geschiedt door regionale concen tratie. m.a.w.: veetig industrie niet te ho°i en te gras in elke plaats, die maar op de kaart 6taat, maar concentreer haar ln een bepaald aantal plaatsen, die èn economisch èn demografisch het meest geschikt zijn. Waarbij de mate van aan trekkelijkheid van de omgeving een be langrijk woord zal moeten meespreken Een groot voordeel voor industrie vestiging in „overig Nederland" ls on getwijfeld het in het algemeen lagere peil der z.g. sociale kosten (stratenaan leg, riolering, wegen en kanalen), ter wijl de bouwkosten van huizen ook lager liggen. Bij de gewenste spreiding moet niet ■Meen worden gedacht aan de industrie; ook ten aanzien van opleidingsinstituten, kantoren, researchinstellingen e.d. staan er mogelijkheden. Vele daarvan rijn niet beslist asn de Randstad gebon- De Randstad kan best een paar krach tige tegenspelers aan. Zonder bezwaai kan men in „overig Nederland" enigt kernen tot 3 of 400.000 en «eJfs meer in woners laten uitgroeien. De term „twee de schrijftafel" is al gemeengoed gewor den. Voor de spreiding van het hoger onderwijs hebben- sich al verschillende kandidaten gemeld. Stimulansen Om tot ruimtelijk evenwicht te komen zullen uiteraard in bepaalde gebieden stimulansen nodig zijn, hier meer, daar minder. Limburg en Noord-Brabant^ver keren, tussen Randstad en Ruhrgebied, in een gunstige positie. De. ligging van het industriecentrum Antwerpen-Gent- Brussel, gecombineerd met de mogelijk heden der Deltawerken, kunnen van grote invloed zijn voor West-Brabant en ook voor Zeeland, Gelderland en Over ijssel liggen nog in het krachtveld tus sen Randstad en Ruhrgebied, maar de afstanden zijn al weer veel groter. De ligging der drie noordelijke provincies ls het ongunstigst. Delfzijl maakt wel een sterke ontwikkeling door, maar het ie niet waarschijnlijk, dat deze in de toe komst voor de gehele noordoosthoek van land voldoende basis zal vormen voldoende werkgelegenheid. Nader onderzoek zal moeten uitmaken of en in hoeverre men van overheidswege het „klimaat" hier zou kunnen verbeteren. De verkeersverbindingen zullen daarbij een belangrijke rol 6pelen. In dit verband bestaat de indruk, dat het z.g. aanvullende werk (wegen aanleg e.d.) nog te weinig wordt benul om dit „klimaat" te verbeteren. Popu lair gezegd: als men een gemeente slechts over een verharde zandweg kan bereiken, komt er nooit industrial Voor het gehele vraagstuk der sprei ding geldt: haak zoveel mogelijk in op de reeds aanwezige activiteiten. Dat geldt in sterke mate voor Noord-Bra bant en Twenthe. Bij dit alles gaat het niet om het ma ken van een vast ruimtelijk plan Wij zullen ons steeds moeten aanpassen bij de economische veranderingen, die zich ln West-Europa voltrekken. Het gaat om dynamisch, soepel en plooibaar ruim telijk beleid, dat uitgaat van een algemeen wenselijke ruimtelijke ordening, maar warbij het evenwicht ls al6 dat van een ?r. die zich 6teeds aan past aan elke windvlaag, die hem treft. Waarbij het Internationale overleg van grote invloed zal zijn. En men zich geen te optimisti- iche voorstelling mag maken, omdat de ozeer gewenste decentralisatie vooral ln het be-giin op vele moeilijkheden zal stuiten. Maar waaihij de resultaten zeer sterk zullen afhangen van het samenspel tssen overheid en bedrijfsleven. Een vraag van het allergrootste belang wie betaalt? De irwesterlngen in ds lndustrieële sector zullen (zie slechts ds laatste Industrialisatienota van minister Zijl6tra) in de miljarden lopen. Hoe be langrijk de fiscale politiek der overheid moge blijken uit het feit, dat van het bedrijfsresultaat van overheldszijde on geveer de helft via belastingen aan het bedrijfsleven wordt onttrokkenHet restant moet worden verdeeld over aan deelhouders, sociale voorzieningen en belegging in eigen bedrijf. Het spreekt vanzelf, dat de vraag: spreiding van be drijven of niet? ook heel wat financiëfle aspecten heeft. Remmen Nu moét men wel verschil maken tus- en principieel nieuwe vestigingen en evenvestigingen van elders reeds be staande bedrijven, de s.g. industriesprei ding. Uit de feiten blijkt, dat de industrie- nieuwe vestigingen betreft, voor keur heeft voor streken, waar reeds meer Industrie is. Pas de laatste Jaren is er iprake van enige spreiding (nevenvesti gingen dus), hetgeen ongetwijfeld samen hangt met het personeeltekort en met de grote activiteit van vele gemeentebe- Welke remmende factoren bestaan er j voor de vestiging en de spreiding in industrie? Een vijftal dient te wor den genoemd. In de eerste plaats de aard het bedrijf: een zware industrie kan wel heel moeilijk spreiden. In het alge- E> U1MTEL1JKE ORDENING. in zeer korte tijd is het een modewoord geworden. Maar anders dan hij de mode in de kleding is het geen zaak van vrijblijvendheid. Men kent het vraagstuk: de situatie in Nederland is min of meer scheef ge groeid: het Westen, de Randstad Hol land, trekt als een enorme magneet steeds meer mensen èn industrieën (of misschien omgekeerd?) tot zich, terwijl elders, in „overig Nederland", de toe komstmogelijkheden geringer worden en de bevolking wegtrekt, naar die Randstad. Dat dit op den duur tot een chaos moe* leiden, als er niet op de één of andere aminier wat aan gebeurt, behoeft wei nig betoog Dat met name het laatst.- jaar de ogen voor dit vraagstuk zijn opengegaan blijkt uit een groot aantal activiteiten, niet alleen van planologen sociologen en economen, en ook uit de aandacht, welke van overheidszijde aan het probleem wordt besteed. De minis terraad heeft uit zijn midden een raad voor de ruimtelijke ordening ingesteld de Rijksdienst voor het Nationale Plan heeft enkele uiterst belangrijke nota'? over deze materie doen verschijnen provinciale besturen en diensten heb ben in rapporten hun desiderata be kend gemaakt en al heel wat conferen ties zijn aar. het onderwerp gewijd. Wij noemen slechts de conferentie van d» A.R. Partij in Zwolle, de inleidingen in de jubileumvergadering van het Koninklijk Aardrijkskundig Genoot schap, de lezingen op de academische dag over de grenzen van de planologie in Groningen enz. Waarbij niet ver geten mag worden, dat de Staten Generaal zich al verschillende malen met het vraagstuk intensief hebben be «iggehouden Eenzijdig gericht n al die rapporten en redevoeringen i> dit de tendens: waak voor het „dicht groeien" van de Randstad en maak „overig Nederland" zodanig gereed, dat het bedrijven, die niet absoluut aan die Randstad zijn gebonden, kan ontvangen. Dat inderc^ad de belangstelling van de industrie eenzij dig is gericht hoe verklaarbaar uiter aard ook - wordt het best gedemon ïrd dot de cijfei i het i per provincie opgerichte ondernemin gen in de jaren 1954, 1955 en 1956 In 1954 was dit aantal in Groningen 3. in Friesland 1. in Drenthe 5, n Overijssel 3, in Gelderland 11, in Utrecht 1, in Noordholland 12. in Zuid-Holland 9, in Zeeland nul, in Noordbrabant 5 en in Limburg 6. In 1955 en 1956 waren deze cijfers resp.: in Groningen 1 en 4. in Friesland 3 en 7. in Drenthe nul en 3 in Overijssel 4 en 8. in Gelderland 11 en 12, in Utrecht 3 en 4, in Noord holland 2 en 2, in Zuid-Holland 14 en 11, in Zeeland 2 en nul, in Noord- hrabant 10 en 13, in Limburg 6 en 9 Conclusie: in de jaren 1954 tot en mei 1956 lag het zwaartepunt der industria lisatie in de provincies Gelderland, Zuid-Holland en Noordbrabant. zou men kunnen 6tellen: hoe „ldch- de industrie, hoe gemakkelijker de spreiding. Een tweede moeilijkheid vor men de relatief grote investeringen (ter reinen, openbare voorzieningen e.d.). Ook de organisatorische problemen maken een beslissing vaak moeilijk en in de vierde plaats rijst dikwijls de vraag, of er voldoende vakkundig personeel kan worden aangetrokken en of de opleidinge moeilijkheden niet te groot zijn. Tenslotte is er vaak de vrees, dat het gespeciali seerde personeel van het moederbedrijf ■einig animo heeft om te verhuizen. Voordelen Niettemin zijn de voordelen van in dustriespreiding sterk in het oog val lend, vooral wanneer men trekt naar een streek, waar men met open armen wordt ontvangen. De ervaring leert dat de plaatselijke overheid, de ker ken en de velerlei organisaties grots medewerking verlenen. Andere voordelen? Het pereoneelver- loop kan men tot een minimum beperkt houden, het persoonlijke contact tussen rantwoordelijk leider en pereoneel ia veel frequenter en intensiever en al spoe dig bemerkt de ondernemer, dat er uit stekende jonge mensen zijn, die de be reidheid tonen zich te laten opleiden in technische commerciële- of finan. cieel-admlnistratieve richting Men komt de ontdekking, dat daardoor een re- /oir van intellect 16 aangehoord, dat voordien 6lechts beperkt werd benut, ïaar nu ineens nieuwe kansen krijgt Geen verstoring Voor één ding moet ernstig worden ge- aarschuwd: abrupte verstoring van het religieuze, culturele en sociale karakter de streek is funest. Het Is absoluut noodzakelijk zich zoveel mogelijk aan ts passen aan de heersende lokale opvattin gen. t met name de overheid op het punt der gewenste spreiding een taak heeft, ls al gezegd Niet alleen de verbindingen ook het wonen en het onderwijs, de sociale en culturele voorzieningen zijn van beslissende betekenis. De nieuw* woonplaats moet in één woord aantrek kelijk zijn en daarbij kunnen de moge lijkheden tot vrijetijdsbesteding soms be langrijker zijn dan de hoogte van het salaris en de gratificaties! Steun kan de overheid ook verlenen door de bouw van eenvoudige, maar moderne industriehal len, die gehuurd worden. Daarbij komt het ook voor, dat de lokale overheid een deel der oprichtingskosten fourneert. IS'aar de mensen Uitgangspunt bij dit allee moet zijn „het werk naar de mensen brengen" en niet „de mensen naa* het werk halen" hetgeen met in de laatste plaats uit so ciaal oogpunt verwerpelijk is. De ont wikkeling ln ons land wordt bovendien niet alleen bepaald door nationale facto ren (o.a. de overgang van een agrarischs naar een meer industriële structuur en de enorme bevolkingstoename), maar ook door internationale factoren zoals het energievraagstuk, de sterke expansie van het Industriële speurwerk, de geografi sche spreiding van de basisindustrieën in West-Europa, de specialisatie van Westeuropese bedrijfstakken, de invloed van de automatisering en last but not least de groei naar een Europese een heid. waarvan Nederland deel uitmaakt Met het oog op deze grotere een heden. waarnaar wij groeien, ls het het zij ten overvloede nog eens be- De ruimte la de Randstad Holland wordt steeds minder, lnldt het pre advies van prof. Thijsse. In toekomst moet de Industrie, dia toch vooral In dit gebied Is ge centraliseerd, soveel mogelijk ook elders worden ondergebracht, be halve de bedrijven, die essentieel aan de Randstad zit» gebonden. Daaronder valt niet deze papier fabriek aan het Noordzeekanaal. toogd noodzakelijk, dat ook indus trieel gezien Nederland een zo even wichtig mogelijk patroon gaat vertonen. Daarbij is een zekere planmatigheid nodig, want egale spreiding van ds industrie ls economisch onuitvoerbaar en sociaal minder gewenst. Maar teveel planmatigheid houdt het gevaar van verstarring ln en voorkomen moet worden, dat de wedijver tussen gemeen ten en tussen provincies onderling ver dwijnt. O.m. betekent dit, dat de overheid nooit ergeten moet, dat het de industrieel is, die beslist, waar hij zijn bedrijf wil ves tigen en dat deze zeer goed in staat is oor- en nadelen van een vestigings plaats te beoordelen. Dit houdt b.v. ln, dat de overheid zakelijker leert denken haar schijnbaar natuurlijke neiging n slag om de arm te houden" afleert Omgekeerd zal de industrie zich ervoor en hoeden op de stoel van de over heid te gaan zitten (b.v bij de verdeling woonruimte). En verder worde nooit vergeten, dat de raad het hoofd der ge meente is èn de vertegenwoordiging van de bevolking. Daarom moet men voor zichtig zijn met de nieuwe Instellingen en organisaties Wat ds overheid zelf be treft: zij geve principieel voorrang aan het particulier Initiatief, zelfs als zij het zelf iets beter zou doen: de burgerzin is die prijs ruimschoots waard Meer middelen Nog heel wat middelen staan de over heid voorts ter beschikking om de Indus triespreiding te stimuleren. Behalve het verlenen van premies (denk aan de In dustrialisatienota) kan een regeling wor den getroffen, die In de verhuiskosten, met Inbegrip van een eventueel produk- tievcrlics, een bijdrage geeft. Ook kunnen de bestaande tralnlngstos- slagen voor het tewerkstellen van onge schoolde arbeidskrachten worden aange past en verhoogd. Op de vraag wis aller lei „klimaatverbeteronde" werken moeten uitvoeren, kan het antwoord lulden: ds oudere arbeidsreserve van veertig Jaar en ouder die toch niet voor plaatsing id de industrie in aanmerking zal kunnen komen Deze zal dan wel mobiel moeten zijn Niet generaliseren Ten slotte: laten wij oppassen al te ge neraliserend te spreken over de reacties de veranderingen van een bevolking, die ln betrekkelijk korte tijd met da in dustrie wordt geconfronteerd Er moet niet teveel gepraat en gerapporteerd worden over die aanpassingsmoeilijk heden het teveel praten over span ningen kan deze oproepenl Natuurlijk zullen er gezinnen zijn, die de omschakeling zwaar zal vallen. Maar het aantal, dat er uit eigen kracht zon der al teveel moeilijkheden komt, ls zo- malen groter Heel wat vragen ver langen niettemin een antwoord. Geeste- Mr. a. b. ROOSJEN, voorzitter van de N.C.r.V., heeft In het programmaMai van «|jn omroepvereniging een geruststellend en een waarschuwend woordj geschreven over de mogelijkheid van schooltelevisie In Nederland. Geruststellen! ,.er ls pas een commissie aan het werk om de zaak te bestuderenwe hebben d eerste paar Jaren nog wel de ttjd voor beraadEn waarschuwend: „We zoude minister Cals willen adviseren niet op het kompas van Amerika te gaan varen, men denkt gebrek aan lerkraehten op te heffen door televisie-onderwijs." Nn ge loven w|j niet, dat minister Cats in die richting denkt, maar dat het t|jd wordt da ook Nederland zich behoorlijk oriënteert over schooltelevisie na de goede snccesse met schoolradio, mogen we toch wel vaststellen. Dit moet ons intussen niet verbazei of kriegel maken, want is voorzichtig hedd-en-kat-uit-de-boom-kijleen niet eei van Nederland'6 befaamde eigenschap pen? Misschien zijn het de koude lange winters wel, die ons hebben ge leerd niet over één nacht ijs te gaan ei ten slotte wèlbeslagen ten 1J6 komen, al het dan eenmaal zover is Mr Roosjen verbaast zich erovei de „commissie ter bestudering va_ vraagstuk" geen vertegenwoordigers vaif de NTS noch van enige omroep, laai staan van ervarenen in de schoolradio! onderwijs onwat. „HU heeft gelijk!" zou men gencigJ rijn uit te roepen. Maar vergist u ziet* nietdit is óók volgens NederlandsJ methode. De commissie moet, na ampe'.J bestudering van het vraagstuk, tod! weer de gelegenheid krijgen zich me! deskundigen over bepaalde punten te ver J staanweet u wel? Zo ls de procedure nu eenmaal en we komen er op den duun tóch wel. De heer Roosjen noemt als buitenland se voorbeelden „het experiment" in En geland een vaagweg iets van Amerika We zouden deze mededelingen een beetje willen uitbreiden met feiten en cijfers In Frankrijk zijn ai 2000 scholen bU de geregelde schooltelevisie aangesloten In Engeland verzorgen zowel de BBC als de commerciële ITA televlsieschool- n voor ln totaal 1200 scholen. Onge- 400 scholen kregen hiervoor eei levisietoestel van de regering, de kocht er zelf één. In Italië worden onderwijeuitzendingen ïor scholen gegeven, die niet alleen als aanvulling op het onderwijs zijn be doeld: hier worden de vakken geschiede nis, letterkunde, natuurkunde en wiskun de op het scherm behandeld. Ook in Zweden en Schotland maakt de schoolte levisie goede vorderingen en zo zij kleinere landen, die al met experi menteel of echt televieleonderwijs bezig zijn. Eén van die landen is België, dat ln 1956 met experimenteren begon en dat nog steeds uitbreidt, zij het dan uitslui tend op basis van „aanvullend leermid del" Het komt ons voor, dat dit ook de Juiste methode ls, dat er zeker in de nabije toekomst niet met echooltelevlele worden Ingegrepen in het normale lesrooster, evenmin als dat met school radio het geval moet zijn. Hoe het er honderd Jaar zal uitzienwie zal het zeggen? Een medium als televisie, dat nu, in z|jn begin-ontwikkeling, al zoveel verrassingen bedt op allerlei ter- moet bepaaldelijk niet onderschat worden in zijn mogelijkheden voor do toekomst. In West-Ouitsland is de schooltelevisie nog niet ingevoerd, maar ook hier staat vlak voor het begin van proefne mingen. Een handicap voor Nederland is, dat e nog zo weinig zendtUd hebben. Het et er niet naar uit, dat de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zomaar eventjes een paar uurtjes extra zendtijd zal beschikbaar stellen voor schooltélevlsie-expeirlmenten, minder nog bestaat op het ogenblik in Den Haag de bereidheid om,scholen die dat niet kun nen betalen aan een televisie-ontvanger ts helpen. Drie vaders strijden om de hoofdprijs De KRO radio-wedstrijd „Weet ja veel", waarin het gaat om een studiever zekering van 6000 voor een van de kinderen van de winnaar, loopt ook ten einde. In het avondprogramma van zater dag 21 Juni komen drie huisvaders voor de microfoon om te antwoorden op vra gen over een onderwerp dat zij één week mogen bestuderen. Voor deze wedstrUd hadden zich onge- fer 6000 gegadigden opgegeven; 51 van hen zijn voor de microfoon gekomen en de leeftUden varieerden van 21 tot 95 Jaar Commentaar Galaconcert Dank zij de V.P.R.O. heeft televisie- kakend Nederland gisteravond een half uurtje kunnen meeoenieten van het paia- concert, dat het jubilerende Rotterdamt Philharmoniich Orkest gaf. Weliswaar kwam het geluid beter door dan het beeld, omdat er nog al met de treklens moest worden gewerkt, maar we kregen toch een goede indruk van het orkest en van Eduard Flipse in volle actie. Daarna zagen we een uitstekende op voering van Jan de Hartog's spel „Het hemelbed", dat in fragmenten een gans huwelijksleven schildert. Het stuk heeft maar twee rollen en het waren ditmaal Kees Brusse en Elisabeth Andersen, die het echtpaar ten tonele voerden. Elisa beth Andersen was niet geheel opgewas- tegen het altijd sterke en soepele van Kees Brusse, maar over het ge heel gaf zij hem goed partij. Zeer knap zijn De Hartogs snelle dialoogwendingen. die het uiterste aan dictie vergen van de acteurs, en daarom mogen we alle bewon dering hebben voor de opvoering. waar- Jack Dixon de regie had. lijfce en zeer praktische, b.v. het 6lapeo overdag door degenen, die nachts heb ben gewerkt Laat In zo'n geval de over heid geen duplexwonlng toewijzen! Sehotip knnspn In die nieuwe fabriek, ergens in overig Nederland", modern, met veel licht en lucht, zal de arbeider zonder rancune en zonder afkeer van Induxtriewerk zijn intrede doen. De ze „verlate industrialisatie" biedt, zeker ook door de instelling van de werkgevers, schone kansen op een goede samenwerking in het bedrijf en op het vermijden van fouten, die nu veel scherper worden gezien dan een halve eeuw geleden. Zo zal velen het geluk van een prettige werk kring te beurt kunnen vallen, met goede toekomstmogelijkheden en met welvaart, die de industrie brengt in plaatsen en streken, waar tot voor kort de bevolking wegtrok, omdat er geen redelijk bestaan was op te bouwen. vanavond „Spoor- De tweede aflevering v zoeken door Europa" begint ln het NCRV-programma. Om 9.30 een half uurtje opgewekte muziek en 10.10 uur een orgelbespeling in de Nic lai'kerk te Utrecht door Wim van Beek| U hoort werken van Pepping. Van 8 06 tot 10.10 uur, me uur een onderbreking voor „Logboea 1941" ooncerteert ln de AVRO-uitzsndin J het Radio Filharmonisch Orkest o.l.vJ Bernard Haitdnk, met medewerking van Jos d'Hondt, klarinet. Het programma vermeldt concerten van Rosenberg eJj Mozart en de 6e Symfonie van Beet-k vanavond Vanavond eerst weer voetbal: Zwe-I den—Hongarije in Stockholm, van 6:45 tod 8.50 uur. Daarna tot 9.10 uur NTS-jour-1 naai en dan een amusementsprogramma! van de AVRO met Sportpanorama en! een vrolijk programma uit Zandvoort tod 10.40 uur. Tips uit het buitenland] Wagner's opera „Tristan und Isolde"! wordt, met twee korte onderbrekingen,! uitgevoerd in het Derde Programma vaal de BBC. 464 m, tussen 7.30 en 12.05 uur.l U hoort het Covent Garden orkest en koor en Engelse solisten; dirigent is Ra- faël KubeUk Het Weens Filharmonisch Orkest, gedirigeerd door Herbert van Karajan, kunt u in het Johann Strauss-programma beluisteren ln het programma Brussel' Vlaams 324 m. Van 8.40 tot 9.45 uur. Programma voor morgen H11 Tent mi I, 4*2 m. KRO. 700 Nw» 7 Giim 7.45 Morgengebed en liturg kil 100 Nw» «.IJ Hooami» 9.35 WaterM 9.40 Schoolradio 10.0! Franae muz 10.35 Grim 11.00 V d zieken j:.4< Omr koor 12.00 Middagklok-noodklok 12.0J Grarr 12.30 Land- en tuinbouwmeded 12.33 Neder 12.55 Zonnewijzer 1JOQ Nw» en kul 19.15 Regenngiuitz: Foilgrati 24.00 Jtnunuz. Hilversum II. Oym 7.20 Grim 8.00 Nwi d vrouw 9.15 Gram 9.40 Scboolridio. VPRO: 10.00 Th uil. eau» 10.05 Morgenwijding. VARA: :0 20 V d vrouw 11.00 V d kleuter» II 15 Strijk kwartet 1.40 Himmondorgeltpel. AVRO: 12.0 H«mmondorgel»pcl 12.20 Rc gering» mix: Land bouwrubriek Wij bezoeken d« icntoontttUin, Linóbouw-meiial in Appingedam 12.30 Land- ei tuinbouwmeded 12.33 Sport en progooae 12 Lichte muz 13.00 Nw» 13.15 Meded en gram 13 2 lichte mui 13.55 Beur»be: 14.00 Gram 14. J< literair progr 14.50 Cabiretproir. VARA: ISO Muzikale eau» 16 40 V d Jeugd 17.10 Inatr kwinte 17.25 Vikantietip». 1100 Nw» H U Act 11.20 Lichte mut 1150 1>« puntje» op de i. eau» 19.00 V d kind 19 M«laje»koor. VPRO: 19.30 legen in Nederland eau» 19.45 10 Jaar Vrouwenféderitle in Neder land rer 20.00 Nw» 20.05 De miadaad en de -choonbeld eau» 20.1J Literair progr 20 vi Eurapa HVARA: 21.00 richt 21.55 Bultenl k'ARA: 23 00 h VPRO 22 4. 23.15 Gra 23.40—241 (over de 4a l|)n) Vrijdag 13 Jum 1958 van 18-20 uur: Giu»eppe 1 Jtrdl I uit „1 Lombard!": I. Geru»»lem' Geru- alem! (Je bedrijf) 2. O Signore. dal teuo natlo 4e bedrijf). Koor en Orkeat van hee Teairo aua Scala. Mlaan olv. Tidlio Serefin. II. uit .kt- I ■Ml": Not fratefU in tal memento .Je bedrijf). Aoor c0 Orkew van hel Teatro al a Scala. M»- •an o:v Tuliio Seraf.n III. uit ..II Trovatore": IrtJf, uco Curie i StdU Rtoberi Weetje, bariton. Concert oW. NiCholai Kpcigno 4. Or cc poeo 13e bedrijf). Giuaeppe M<x i Otkeet nuu ullio Serafln IV „La Forza del Dewmo" i 4e bedrijf). Opera in 4 bed-,pen „p iem Orcheatra l. ma fra M» Koor Calatravi Dos Car ClahacM. bi»; Doi daria Memghlni-Cal rga*. zijn zooo, Car Dirigent: Ttrtlio Serefin, Kot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 7