Kansen voor overig Nederland
in krachtenspel met Randstad
Nijverheid en Handel beziet
de ruimtelijke ontwikkeling
E1
Spreiding in twee richtingen
MAATSCHAPPIJ
D
stimuleert welvaart
ORDENING: modewoord
maar niet vrijblijvend
VOORZICHTIG NEDERLAND E]N
DE SCHOOLTELEVISIE
I
J
DONDERDAG 12 JUNI 19|
(Van een onzer redacteuren.)
LK JAAR lukt het de aloude Nederlandse Maat
schappij voor Nijverheid en Handel weer op haar
algemene vergadering een hyper-actueel onderwerp
aan de orde te stellen. Dit jaar wordt deze traditie
voortgezet: „de ruimtelijke ontwikkeling van Neder
land in een nieuw Europa" is het thema, dat heden
aan de orde werd gesteld in het Amsterdamse Concert
gebouw, waar de Maatschappij bijeenkwam. Een thema,
dat reeds in drie preadviezen, gebundeld in een goed
verzorgd boekje, uitvoerig is toegelicht en in de Depar
tementen van de Maatschappij in het gehele land een
voorbespreking heeft ondergaan. De preadviseurs zijn:
prof. dr. Jac. P. Thijsse, algemeen adviseur van de
Rijksdienst voor het Nationale Plan („Het aspect van
JP de ruimtelijke ordening"), ir. Th. P. Tromp, lid
raad van bestuur van de N.V. Philips' Gloeilampenfa
brieken („Het bedrijfs-economisch aspect") en mr. K.
H. Gaarlandt, burgemeester van Emmen („Enkele as
pecten van streekontwikkeling"). Zij zouden des mid
dags de gestelde vragen beantwoorden en daarbij wor
den geassisteerd door ir. S. Herweyer, directeur van de
Cultuurtechnische Dienst, mr. P. H. Valentgoed, direc
teur-generaal van de arbeid, en dr. \V. Steigenga, chef
afdeling planonderzoek van de dienst van stadsontwik
keling en wederopbouw van Rotterdam. De belangstel
ling voor deze vergadering is enorm: meer dan acht
honderd deelnemers hebben zich opgegeven, hetgeen
een record is in de geschiedenis van de Maatschappij.
De bezoekers kwamen uit alle provincies en bovendien
uit alle schakeringen van de Nederlandse samenleving.
Op deze pagina geven wij een samenvatting van het
betoog der drie preadviseurs.
a Om met een opmerking van prof.
3 Thijsse te beginnen: als men in het
oog houdt, dat onze Randstad slechts
één der deelnemers is aan het econo-
i mische spel in West-Europa, dan is
[r' het gewenst ook op internationaal
terrein te werken aan de ruimtelijke
e» ordening van een groter gebied in
i dit deel van de wereld. M.a.w.:
ruimtelijke ordening is een interna-
tionale noodzaak, die sterker wordt
naarmate de Europese integratie toe
rt neemt. Er gbeurt al iets op dit ge-
5 bied: er is een Beneluxcommissie
voor de ruimtelijke ordening en er
f is kortgeleden ook een groter
l lichaam ingesteld onder de naam
Conférence Permante de l'Aménage-
mt der Régenions de l'Europe du
i Nord Ouest.
j n,
Plaats reserveren
H Hoe is nu in Nederland momenteel de
situatie? De ruimte in de Randstad Hol
land wordt steeds minder en daarom ls
c het zaak bij de verdere ontwikkeling
i plaats te reserveren voor die bedrijven,
die essentieel aan deze Randstad zijn ge
bonden elders zal men dus de vesti
ging van andere industrieën moeten be-
t vorderen.
I Om echter te voorkomen, dat In de
Randstad een te eenzijdig beeld van
de werkgelegenheid ontstaat, zullen ook
andere soorten industrie moeten wor
den geaccepteerd. Maar dan zal erop
moeten worden gelet, dat deze de pri-
t maire industrieën (die absoluut aan de
d havens zijn gebonden) zo min mogelijk
beperken in hun armslag.
Daarbij zal er ook naar gestreefd moe-
li ten worden een gunstig evenwicht in de
j werkgelegenheid voor mannelijke en
vrouwelijke arbeidskrachten te schep-
pen. En bij een goed werkend openbaar
U verkeerssysteem kunnen de werkkrachten
I zelfs op vrij grote afstand van de indus
trie hun woonplaats kiezen.
,E NEDERLANDSE Maatschappij voor Nijverheid en Handel is
een begrip geworden in ons land. Het is een instelling, die op
geen enkele wijze bij een bepaalde groep kan worden ingedeeld en
die, ondanks haar hoge leeftijd zij werd in 1777 opgericht
springlevend is en grote activiteit ten toon spreidt.
Haar doel Is: „vermeerdering van volkswelvaart door de bevordering van
nijverheid, handel, verkeer, landbouw, mijnbouw en visserij, zowel in Neder
land als in de overzeese rijksdelen". Dat doel is dus wel bijzonder ruim
gesteld: het gaat om het stimuleren van de welvaart van ons volk. De onder
werpen, die tijdens de hoogtijdagen in het bestaan van de Maatschappij
op de jaarlijkse congressen aan de orde worden gesteld, liggen altijd in
de onmiddellijke sfeer van de belangstelling. Enkele jaren geleden bv. kwam
het Deltaplan aan de orde en nu zal het dan gaan om de ruimtelijke ontwik
keling. Wie mocht denken, dat alleen degenen, die direct met de nijverheid
en de handel te maken mocht hebben, lid kunnen zijn van deze Maatschappij,
vergist zich: de ledenkring is veel groter en uitgebreider. En ieder, die In
het maatschappelijke leven een functie bekleedt en wil medewerken aan de
verwezenlijking van het doel der Maatschappij, is hartelijk welkom in de
kring. De samenkomsten van de Departementen ln het land kenmerken zich
door een prettige en openhartige sfeer. Misschien komt dat ook wel, doordat
„zaken" worden gedaan tijdens lunches! De sprekers, die dan optreden, zijn
stuk voor stuk deskundig in hun vak maar de discussie zorgt er steeds wel
voor, dat het algemene beeld niet uit het oog wordt verloren.
Spreiding
Het behoud en de uitbreiding van de
functie van de Randstad aan de voor»
deur van de 6midse van Europa kan be-
1 tekenen, dat andere belangen (landbouw,
J natuurbescherming, recreatie e.d.) moe-
ten wijken. De industrieën, die volstrekt
l aan de Randstad zijn gebonden, zijn
hoogovens, staalbedrijven, metallurgische
j nijverheid, scheepswerven, petroleum-
b rsffinaderijen, petrochemische bedril ven.
superfoefaatfabri eiken, cokesovens, zwa-
i velzuurfabrieken, fabrieken voor vetten
cn oliën, overslagbedrijven enz. Daar-
j naast allerlei toeleveringsbedrijven.
!Het geheel dient só te worden „ge
schikt", dat aan de primaire industrieën
de kans op zo volledig mogelijke ontwik-
keling niet wordt ontnomen. Dat be
tekent dus spreiding en wel ln twee rich-
I tingen, n.l. langs de Noordzeekust en
meer het binnenland ln.
De mogelijkheden tot Indus trieveetl-
ging en de daarmee gepaard gaande ha-
venaanleg langs de kust zijn gering. Be-
halve de havens van Rotterdam en Am-
sterdam komen mogelijk nog in aanmer-
I Icing de gebieden van de Westerschelde.
het nog in te polderen complex van Balg-
zand en Breehorn (Helderse Zeegat) en de
gebieden aan de Dollard Aan de Dollard
b.v zouden bijzonder kostbare werken
moeten worden uitgevoerd om de toe
gang voor zeer diep stekende schepen
mogelijk te maken, zodat de kans op ves
tiging van basisindustrieën beslist niet
groot is.
Voordelen
Spreiding in het binnenland biedt dui
delijke voordelen, mits deze decentrali
satie geschiedt door regionale concen
tratie. m.a.w.: veetig industrie niet te
ho°i en te gras in elke plaats, die maar
op de kaart 6taat, maar concentreer haar
ln een bepaald aantal plaatsen, die èn
economisch èn demografisch het meest
geschikt zijn. Waarbij de mate van aan
trekkelijkheid van de omgeving een be
langrijk woord zal moeten meespreken
Een groot voordeel voor industrie
vestiging in „overig Nederland" ls on
getwijfeld het in het algemeen lagere
peil der z.g. sociale kosten (stratenaan
leg, riolering, wegen en kanalen), ter
wijl de bouwkosten van huizen ook
lager liggen.
Bij de gewenste spreiding moet niet
■Meen worden gedacht aan de industrie;
ook ten aanzien van opleidingsinstituten,
kantoren, researchinstellingen e.d.
staan er mogelijkheden. Vele daarvan
rijn niet beslist asn de Randstad gebon-
De Randstad kan best een paar krach
tige tegenspelers aan. Zonder bezwaai
kan men in „overig Nederland" enigt
kernen tot 3 of 400.000 en «eJfs meer in
woners laten uitgroeien. De term „twee
de schrijftafel" is al gemeengoed gewor
den. Voor de spreiding van het hoger
onderwijs hebben- sich al verschillende
kandidaten gemeld.
Stimulansen
Om tot ruimtelijk evenwicht te komen
zullen uiteraard in bepaalde gebieden
stimulansen nodig zijn, hier meer, daar
minder. Limburg en Noord-Brabant^ver
keren, tussen Randstad en Ruhrgebied,
in een gunstige positie. De. ligging van
het industriecentrum Antwerpen-Gent-
Brussel, gecombineerd met de mogelijk
heden der Deltawerken, kunnen van
grote invloed zijn voor West-Brabant en
ook voor Zeeland, Gelderland en Over
ijssel liggen nog in het krachtveld tus
sen Randstad en Ruhrgebied, maar de
afstanden zijn al weer veel groter. De
ligging der drie noordelijke provincies ls
het ongunstigst. Delfzijl maakt wel een
sterke ontwikkeling door, maar het ie
niet waarschijnlijk, dat deze in de toe
komst voor de gehele noordoosthoek van
land voldoende basis zal vormen
voldoende werkgelegenheid. Nader
onderzoek zal moeten uitmaken of en in
hoeverre men van overheidswege het
„klimaat" hier zou kunnen verbeteren.
De verkeersverbindingen zullen daarbij
een belangrijke rol 6pelen.
In dit verband bestaat de indruk,
dat het z.g. aanvullende werk (wegen
aanleg e.d.) nog te weinig wordt benul
om dit „klimaat" te verbeteren. Popu
lair gezegd: als men een gemeente
slechts over een verharde zandweg
kan bereiken, komt er nooit industrial
Voor het gehele vraagstuk der sprei
ding geldt: haak zoveel mogelijk in op
de reeds aanwezige activiteiten. Dat
geldt in sterke mate voor Noord-Bra
bant en Twenthe.
Bij dit alles gaat het niet om het ma
ken van een vast ruimtelijk plan Wij
zullen ons steeds moeten aanpassen bij
de economische veranderingen, die zich
ln West-Europa voltrekken. Het gaat om
dynamisch, soepel en plooibaar ruim
telijk beleid, dat uitgaat van een algemeen
wenselijke ruimtelijke ordening, maar
warbij het evenwicht ls al6 dat van een
?r. die zich 6teeds aan past aan elke
windvlaag, die hem treft. Waarbij het
Internationale overleg van grote invloed
zal zijn. En men zich geen te optimisti-
iche voorstelling mag maken, omdat de
ozeer gewenste decentralisatie vooral
ln het be-giin op vele moeilijkheden zal
stuiten. Maar waaihij de resultaten zeer
sterk zullen afhangen van het samenspel
tssen overheid en bedrijfsleven.
Een vraag van het allergrootste belang
wie betaalt? De irwesterlngen in ds
lndustrieële sector zullen (zie slechts ds
laatste Industrialisatienota van minister
Zijl6tra) in de miljarden lopen. Hoe be
langrijk de fiscale politiek der overheid
moge blijken uit het feit, dat van het
bedrijfsresultaat van overheldszijde on
geveer de helft via belastingen aan het
bedrijfsleven wordt onttrokkenHet
restant moet worden verdeeld over aan
deelhouders, sociale voorzieningen en
belegging in eigen bedrijf. Het spreekt
vanzelf, dat de vraag: spreiding van be
drijven of niet? ook heel wat financiëfle
aspecten heeft.
Remmen
Nu moét men wel verschil maken tus-
en principieel nieuwe vestigingen en
evenvestigingen van elders reeds be
staande bedrijven, de s.g. industriesprei
ding. Uit de feiten blijkt, dat de industrie-
nieuwe vestigingen betreft, voor
keur heeft voor streken, waar reeds meer
Industrie is. Pas de laatste Jaren is er
iprake van enige spreiding (nevenvesti
gingen dus), hetgeen ongetwijfeld samen
hangt met het personeeltekort en met
de grote activiteit van vele gemeentebe-
Welke remmende factoren bestaan er
j voor de vestiging en de spreiding
in industrie? Een vijftal dient te wor
den genoemd. In de eerste plaats de aard
het bedrijf: een zware industrie kan
wel heel moeilijk spreiden. In het alge-
E> U1MTEL1JKE ORDENING.
in zeer korte tijd is het een
modewoord geworden. Maar anders
dan hij de mode in de kleding is het
geen zaak van vrijblijvendheid.
Men kent het vraagstuk: de situatie in
Nederland is min of meer scheef ge
groeid: het Westen, de Randstad Hol
land, trekt als een enorme magneet
steeds meer mensen èn industrieën (of
misschien omgekeerd?) tot zich, terwijl
elders, in „overig Nederland", de toe
komstmogelijkheden geringer worden
en de bevolking wegtrekt, naar die
Randstad.
Dat dit op den duur tot een chaos moe*
leiden, als er niet op de één of andere
aminier wat aan gebeurt, behoeft wei
nig betoog Dat met name het laatst.-
jaar de ogen voor dit vraagstuk zijn
opengegaan blijkt uit een groot aantal
activiteiten, niet alleen van planologen
sociologen en economen, en ook uit de
aandacht, welke van overheidszijde aan
het probleem wordt besteed. De minis
terraad heeft uit zijn midden een raad
voor de ruimtelijke ordening ingesteld
de Rijksdienst voor het Nationale Plan
heeft enkele uiterst belangrijke nota'?
over deze materie doen verschijnen
provinciale besturen en diensten heb
ben in rapporten hun desiderata be
kend gemaakt en al heel wat conferen
ties zijn aar. het onderwerp gewijd. Wij
noemen slechts de conferentie van d»
A.R. Partij in Zwolle, de inleidingen
in de jubileumvergadering van het
Koninklijk Aardrijkskundig Genoot
schap, de lezingen op de academische
dag over de grenzen van de planologie
in Groningen enz. Waarbij niet ver
geten mag worden, dat de Staten
Generaal zich al verschillende malen
met het vraagstuk intensief hebben be
«iggehouden
Eenzijdig gericht
n al die rapporten en redevoeringen i>
dit de tendens: waak voor het „dicht
groeien" van de Randstad en maak
„overig Nederland" zodanig gereed,
dat het bedrijven, die niet absoluut
aan die Randstad zijn gebonden,
kan ontvangen. Dat inderc^ad de
belangstelling van de industrie eenzij
dig is gericht hoe verklaarbaar uiter
aard ook - wordt het best gedemon
ïrd dot
de cijfei
i het i
per provincie opgerichte ondernemin
gen in de jaren 1954, 1955 en 1956 In
1954 was dit aantal in Groningen 3. in
Friesland 1. in Drenthe 5, n Overijssel
3, in Gelderland 11, in Utrecht 1, in
Noordholland 12. in Zuid-Holland 9, in
Zeeland nul, in Noordbrabant 5 en in
Limburg 6. In 1955 en 1956 waren deze
cijfers resp.: in Groningen 1 en 4. in
Friesland 3 en 7. in Drenthe nul en 3
in Overijssel 4 en 8. in Gelderland 11
en 12, in Utrecht 3 en 4, in Noord
holland 2 en 2, in Zuid-Holland 14 en
11, in Zeeland 2 en nul, in Noord-
hrabant 10 en 13, in Limburg 6 en 9
Conclusie: in de jaren 1954 tot en mei
1956 lag het zwaartepunt der industria
lisatie in de provincies Gelderland,
Zuid-Holland en Noordbrabant.
zou men kunnen 6tellen: hoe „ldch-
de industrie, hoe gemakkelijker de
spreiding. Een tweede moeilijkheid vor
men de relatief grote investeringen (ter
reinen, openbare voorzieningen e.d.). Ook
de organisatorische problemen maken
een beslissing vaak moeilijk en in de
vierde plaats rijst dikwijls de vraag, of
er voldoende vakkundig personeel kan
worden aangetrokken en of de opleidinge
moeilijkheden niet te groot zijn. Tenslotte
is er vaak de vrees, dat het gespeciali
seerde personeel van het moederbedrijf
■einig animo heeft om te verhuizen.
Voordelen
Niettemin zijn de voordelen van in
dustriespreiding sterk in het oog val
lend, vooral wanneer men trekt naar
een streek, waar men met open armen
wordt ontvangen. De ervaring leert
dat de plaatselijke overheid, de ker
ken en de velerlei organisaties grots
medewerking verlenen.
Andere voordelen? Het pereoneelver-
loop kan men tot een minimum beperkt
houden, het persoonlijke contact tussen
rantwoordelijk leider en pereoneel ia
veel frequenter en intensiever en al spoe
dig bemerkt de ondernemer, dat er uit
stekende jonge mensen zijn, die de be
reidheid tonen zich te laten opleiden in
technische commerciële- of finan.
cieel-admlnistratieve richting Men komt
de ontdekking, dat daardoor een re-
/oir van intellect 16 aangehoord, dat
voordien 6lechts beperkt werd benut,
ïaar nu ineens nieuwe kansen krijgt
Geen verstoring
Voor één ding moet ernstig worden ge-
aarschuwd: abrupte verstoring van het
religieuze, culturele en sociale karakter
de streek is funest. Het Is absoluut
noodzakelijk zich zoveel mogelijk aan ts
passen aan de heersende lokale opvattin
gen.
t met name de overheid op het punt
der gewenste spreiding een taak heeft, ls
al gezegd Niet alleen de verbindingen
ook het wonen en het onderwijs,
de sociale en culturele voorzieningen zijn
van beslissende betekenis. De nieuw*
woonplaats moet in één woord aantrek
kelijk zijn en daarbij kunnen de moge
lijkheden tot vrijetijdsbesteding soms be
langrijker zijn dan de hoogte van het
salaris en de gratificaties! Steun kan de
overheid ook verlenen door de bouw van
eenvoudige, maar moderne industriehal
len, die gehuurd worden. Daarbij komt
het ook voor, dat de lokale overheid een
deel der oprichtingskosten fourneert.
IS'aar de mensen
Uitgangspunt bij dit allee moet zijn
„het werk naar de mensen brengen" en
niet „de mensen naa* het werk halen"
hetgeen met in de laatste plaats uit so
ciaal oogpunt verwerpelijk is. De ont
wikkeling ln ons land wordt bovendien
niet alleen bepaald door nationale facto
ren (o.a. de overgang van een agrarischs
naar een meer industriële structuur en
de enorme bevolkingstoename), maar ook
door internationale factoren zoals het
energievraagstuk, de sterke expansie van
het Industriële speurwerk, de geografi
sche spreiding van de basisindustrieën
in West-Europa, de specialisatie van
Westeuropese bedrijfstakken, de invloed
van de automatisering en last but not
least de groei naar een Europese een
heid. waarvan Nederland deel uitmaakt
Met het oog op deze grotere een
heden. waarnaar wij groeien, ls het
het zij ten overvloede nog eens be-
De ruimte la de Randstad Holland
wordt steeds minder, lnldt het pre
advies van prof. Thijsse. In
toekomst moet de Industrie, dia
toch vooral In dit gebied Is ge
centraliseerd, soveel mogelijk ook
elders worden ondergebracht, be
halve de bedrijven, die essentieel
aan de Randstad zit» gebonden.
Daaronder valt niet deze papier
fabriek aan het Noordzeekanaal.
toogd noodzakelijk, dat ook indus
trieel gezien Nederland een zo even
wichtig mogelijk patroon gaat vertonen.
Daarbij is een zekere planmatigheid
nodig, want egale spreiding van ds
industrie ls economisch onuitvoerbaar
en sociaal minder gewenst. Maar teveel
planmatigheid houdt het gevaar van
verstarring ln en voorkomen moet
worden, dat de wedijver tussen gemeen
ten en tussen provincies onderling ver
dwijnt.
O.m. betekent dit, dat de overheid nooit
ergeten moet, dat het de industrieel is,
die beslist, waar hij zijn bedrijf wil ves
tigen en dat deze zeer goed in staat is
oor- en nadelen van een vestigings
plaats te beoordelen. Dit houdt b.v. ln,
dat de overheid zakelijker leert denken
haar schijnbaar natuurlijke neiging
n slag om de arm te houden" afleert
Omgekeerd zal de industrie zich ervoor
en hoeden op de stoel van de over
heid te gaan zitten (b.v bij de verdeling
woonruimte). En verder worde nooit
vergeten, dat de raad het hoofd der ge
meente is èn de vertegenwoordiging van
de bevolking. Daarom moet men voor
zichtig zijn met de nieuwe Instellingen
en organisaties Wat ds overheid zelf be
treft: zij geve principieel voorrang aan
het particulier Initiatief, zelfs als zij het
zelf iets beter zou doen: de burgerzin is
die prijs ruimschoots waard
Meer middelen
Nog heel wat middelen staan de over
heid voorts ter beschikking om de Indus
triespreiding te stimuleren. Behalve het
verlenen van premies (denk aan de In
dustrialisatienota) kan een regeling wor
den getroffen, die In de verhuiskosten,
met Inbegrip van een eventueel produk-
tievcrlics, een bijdrage geeft.
Ook kunnen de bestaande tralnlngstos-
slagen voor het tewerkstellen van onge
schoolde arbeidskrachten worden aange
past en verhoogd. Op de vraag wis aller
lei „klimaatverbeteronde" werken moeten
uitvoeren, kan het antwoord lulden: ds
oudere arbeidsreserve van veertig Jaar
en ouder die toch niet voor plaatsing id
de industrie in aanmerking zal kunnen
komen Deze zal dan wel mobiel moeten
zijn
Niet generaliseren
Ten slotte: laten wij oppassen al te ge
neraliserend te spreken over de reacties
de veranderingen van een bevolking,
die ln betrekkelijk korte tijd met da in
dustrie wordt geconfronteerd Er moet
niet teveel gepraat en gerapporteerd
worden over die aanpassingsmoeilijk
heden het teveel praten over span
ningen kan deze oproepenl
Natuurlijk zullen er gezinnen zijn, die
de omschakeling zwaar zal vallen. Maar
het aantal, dat er uit eigen kracht zon
der al teveel moeilijkheden komt, ls zo-
malen groter Heel wat vragen ver
langen niettemin een antwoord. Geeste-
Mr. a. b. ROOSJEN, voorzitter van de N.C.r.V., heeft In het programmaMai
van «|jn omroepvereniging een geruststellend en een waarschuwend woordj
geschreven over de mogelijkheid van schooltelevisie In Nederland. Geruststellen!
,.er ls pas een commissie aan het werk om de zaak te bestuderenwe hebben d
eerste paar Jaren nog wel de ttjd voor beraadEn waarschuwend: „We zoude
minister Cals willen adviseren niet op het kompas van Amerika te gaan varen,
men denkt gebrek aan lerkraehten op te heffen door televisie-onderwijs." Nn ge
loven w|j niet, dat minister Cats in die richting denkt, maar dat het t|jd wordt da
ook Nederland zich behoorlijk oriënteert over schooltelevisie na de goede snccesse
met schoolradio, mogen we toch wel vaststellen.
Dit moet ons intussen niet verbazei
of kriegel maken, want is voorzichtig
hedd-en-kat-uit-de-boom-kijleen niet eei
van Nederland'6 befaamde eigenschap
pen? Misschien zijn het de koude
lange winters wel, die ons hebben ge
leerd niet over één nacht ijs te gaan ei
ten slotte wèlbeslagen ten 1J6 komen, al
het dan eenmaal zover is
Mr Roosjen verbaast zich erovei
de „commissie ter bestudering va_
vraagstuk" geen vertegenwoordigers vaif
de NTS noch van enige omroep, laai
staan van ervarenen in de schoolradio!
onderwijs onwat.
„HU heeft gelijk!" zou men gencigJ
rijn uit te roepen. Maar vergist u ziet*
nietdit is óók volgens NederlandsJ
methode. De commissie moet, na ampe'.J
bestudering van het vraagstuk, tod!
weer de gelegenheid krijgen zich me!
deskundigen over bepaalde punten te ver J
staanweet u wel? Zo ls de procedure
nu eenmaal en we komen er op den duun
tóch wel.
De heer Roosjen noemt als buitenland
se voorbeelden „het experiment" in En
geland een vaagweg iets van Amerika
We zouden deze mededelingen een beetje
willen uitbreiden met feiten en cijfers
In Frankrijk zijn ai 2000 scholen bU
de geregelde schooltelevisie aangesloten
In Engeland verzorgen zowel de BBC
als de commerciële ITA televlsieschool-
n voor ln totaal 1200 scholen. Onge-
400 scholen kregen hiervoor eei
levisietoestel van de regering, de
kocht er zelf één.
In Italië worden onderwijeuitzendingen
ïor scholen gegeven, die niet alleen
als aanvulling op het onderwijs zijn be
doeld: hier worden de vakken geschiede
nis, letterkunde, natuurkunde en wiskun
de op het scherm behandeld. Ook in
Zweden en Schotland maakt de schoolte
levisie goede vorderingen en zo zij
kleinere landen, die al met experi
menteel of echt televieleonderwijs bezig
zijn.
Eén van die landen is België, dat ln
1956 met experimenteren begon en dat
nog steeds uitbreidt, zij het dan uitslui
tend op basis van „aanvullend leermid
del"
Het komt ons voor, dat dit ook de
Juiste methode ls, dat er zeker in de
nabije toekomst niet met echooltelevlele
worden Ingegrepen in het normale
lesrooster, evenmin als dat met school
radio het geval moet zijn. Hoe het er
honderd Jaar zal uitzienwie zal
het zeggen? Een medium als televisie,
dat nu, in z|jn begin-ontwikkeling, al
zoveel verrassingen bedt op allerlei ter-
moet bepaaldelijk niet onderschat
worden in zijn mogelijkheden voor do
toekomst.
In West-Ouitsland is de schooltelevisie
nog niet ingevoerd, maar ook hier staat
vlak voor het begin van proefne
mingen.
Een handicap voor Nederland is, dat
e nog zo weinig zendtUd hebben. Het
et er niet naar uit, dat de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
zomaar eventjes een paar uurtjes extra
zendtijd zal beschikbaar stellen voor
schooltélevlsie-expeirlmenten, minder nog
bestaat op het ogenblik in Den Haag de
bereidheid om,scholen die dat niet kun
nen betalen aan een televisie-ontvanger
ts helpen.
Drie vaders strijden
om de hoofdprijs
De KRO radio-wedstrijd „Weet ja
veel", waarin het gaat om een studiever
zekering van 6000 voor een van de
kinderen van de winnaar, loopt ook ten
einde. In het avondprogramma van zater
dag 21 Juni komen drie huisvaders voor
de microfoon om te antwoorden op vra
gen over een onderwerp dat zij één week
mogen bestuderen.
Voor deze wedstrUd hadden zich onge-
fer 6000 gegadigden opgegeven; 51 van
hen zijn voor de microfoon gekomen en
de leeftUden varieerden van 21 tot 95 Jaar
Commentaar
Galaconcert
Dank zij de V.P.R.O. heeft televisie-
kakend Nederland gisteravond een half
uurtje kunnen meeoenieten van het paia-
concert, dat het jubilerende Rotterdamt
Philharmoniich Orkest gaf. Weliswaar
kwam het geluid beter door dan het beeld,
omdat er nog al met de treklens moest
worden gewerkt, maar we kregen toch
een goede indruk van het orkest en van
Eduard Flipse in volle actie.
Daarna zagen we een uitstekende op
voering van Jan de Hartog's spel „Het
hemelbed", dat in fragmenten een gans
huwelijksleven schildert. Het stuk heeft
maar twee rollen en het waren ditmaal
Kees Brusse en Elisabeth Andersen, die
het echtpaar ten tonele voerden. Elisa
beth Andersen was niet geheel opgewas-
tegen het altijd sterke en soepele
van Kees Brusse, maar over het ge
heel gaf zij hem goed partij. Zeer knap
zijn De Hartogs snelle dialoogwendingen.
die het uiterste aan dictie vergen van de
acteurs, en daarom mogen we alle bewon
dering hebben voor de opvoering. waar-
Jack Dixon de regie had.
lijfce en zeer praktische, b.v. het 6lapeo
overdag door degenen, die nachts heb
ben gewerkt Laat In zo'n geval de over
heid geen duplexwonlng toewijzen!
Sehotip knnspn
In die nieuwe fabriek, ergens in
overig Nederland", modern, met
veel licht en lucht, zal de arbeider
zonder rancune en zonder afkeer van
Induxtriewerk zijn intrede doen. De
ze „verlate industrialisatie" biedt,
zeker ook door de instelling van de
werkgevers, schone kansen op een
goede samenwerking in het bedrijf
en op het vermijden van fouten, die
nu veel scherper worden gezien dan
een halve eeuw geleden. Zo zal velen
het geluk van een prettige werk
kring te beurt kunnen vallen, met
goede toekomstmogelijkheden en
met welvaart, die de industrie
brengt in plaatsen en streken, waar
tot voor kort de bevolking wegtrok,
omdat er geen redelijk bestaan was
op te bouwen.
vanavond
„Spoor-
De tweede aflevering v
zoeken door Europa" begint
ln het NCRV-programma. Om 9.30
een half uurtje opgewekte muziek en
10.10 uur een orgelbespeling in de Nic
lai'kerk te Utrecht door Wim van Beek|
U hoort werken van Pepping.
Van 8 06 tot 10.10 uur, me
uur een onderbreking voor „Logboea
1941" ooncerteert ln de AVRO-uitzsndin J
het Radio Filharmonisch Orkest o.l.vJ
Bernard Haitdnk, met medewerking van
Jos d'Hondt, klarinet. Het programma
vermeldt concerten van Rosenberg eJj
Mozart en de 6e Symfonie van Beet-k
vanavond
Vanavond eerst weer voetbal: Zwe-I
den—Hongarije in Stockholm, van 6:45 tod
8.50 uur. Daarna tot 9.10 uur NTS-jour-1
naai en dan een amusementsprogramma!
van de AVRO met Sportpanorama en!
een vrolijk programma uit Zandvoort tod
10.40 uur.
Tips uit het buitenland]
Wagner's opera „Tristan und Isolde"!
wordt, met twee korte onderbrekingen,!
uitgevoerd in het Derde Programma vaal
de BBC. 464 m, tussen 7.30 en 12.05 uur.l
U hoort het Covent Garden orkest en
koor en Engelse solisten; dirigent is Ra-
faël KubeUk
Het Weens Filharmonisch Orkest,
gedirigeerd door Herbert van Karajan,
kunt u in het Johann Strauss-programma
beluisteren ln het programma Brussel'
Vlaams 324 m. Van 8.40 tot 9.45 uur.
Programma voor morgen
H11 Tent mi I, 4*2 m. KRO. 700 Nw» 7
Giim 7.45 Morgengebed en liturg kil 100 Nw»
«.IJ Hooami» 9.35 WaterM 9.40 Schoolradio 10.0!
Franae muz 10.35 Grim 11.00 V d zieken j:.4<
Omr koor 12.00 Middagklok-noodklok 12.0J Grarr
12.30 Land- en tuinbouwmeded 12.33 Neder
12.55 Zonnewijzer 1JOQ Nw» en kul
19.15 Regenngiuitz: Foilgrati
24.00 Jtnunuz.
Hilversum II.
Oym 7.20 Grim 8.00 Nwi
d vrouw 9.15 Gram 9.40 Scboolridio. VPRO:
10.00 Th uil. eau» 10.05 Morgenwijding. VARA:
:0 20 V d vrouw 11.00 V d kleuter» II 15 Strijk
kwartet 1.40 Himmondorgeltpel. AVRO: 12.0
H«mmondorgel»pcl 12.20 Rc gering» mix: Land
bouwrubriek Wij bezoeken d« icntoontttUin,
Linóbouw-meiial in Appingedam 12.30 Land- ei
tuinbouwmeded 12.33 Sport en progooae 12
Lichte muz 13.00 Nw» 13.15 Meded en gram 13 2
lichte mui 13.55 Beur»be: 14.00 Gram 14. J<
literair progr 14.50 Cabiretproir. VARA: ISO
Muzikale eau» 16 40 V d Jeugd 17.10 Inatr kwinte
17.25 Vikantietip».
1100 Nw» H U Act 11.20 Lichte mut 1150
1>« puntje» op de i. eau» 19.00 V d kind 19
M«laje»koor. VPRO: 19.30 legen in Nederland
eau» 19.45 10 Jaar Vrouwenféderitle in Neder
land rer 20.00 Nw» 20.05 De miadaad en de
-choonbeld eau» 20.1J Literair progr 20 vi Eurapa
HVARA: 21.00
richt 21.55 Bultenl
k'ARA: 23 00 h
VPRO 22 4.
23.15 Gra
23.40—241
(over de 4a l|)n)
Vrijdag 13 Jum 1958 van 18-20 uur: Giu»eppe 1
Jtrdl I uit „1 Lombard!": I. Geru»»lem' Geru-
alem! (Je bedrijf) 2. O Signore. dal teuo natlo
4e bedrijf). Koor en Orkeat van hee Teairo aua
Scala. Mlaan olv. Tidlio Serefin. II. uit .kt- I
■Ml": Not fratefU in tal memento .Je bedrijf).
Aoor c0 Orkew van hel Teatro al a Scala. M»-
•an o:v Tuliio Seraf.n III. uit ..II Trovatore":
IrtJf,
uco Curie
i StdU
Rtoberi Weetje, bariton. Concert
oW. NiCholai Kpcigno 4. Or cc
poeo 13e bedrijf). Giuaeppe M<x
i Otkeet nuu
ullio Serafln IV „La Forza del Dewmo"
i 4e bedrijf). Opera in 4 bed-,pen „p iem
Orcheatra
l. ma fra
M» Koor
Calatravi
Dos Car
ClahacM. bi»; Doi
daria Memghlni-Cal
rga*. zijn zooo, Car
Dirigent: Ttrtlio Serefin, Kot