HET ROTTERDAMS PHILHARMONISCH
avondkleding
QE GLORIE IS VOOR ZWEET TE KOOP. Een
klein blauw bord in de dirigentenkamer van
een repetitielokaal vertelt deze waarheid. Wie zou
het beter weten dan de man die hier dagelijks uit
rust na een vermoeiende repetitie? Wie zouden
het beter weten dan al die 84 musici, die hier elke
dag nieuwe werken onder handen nemen? Eduard
Flipse en zijn Rotterdams Philharmonisch Orkest
zijn de levende bewijzen dezer spreuk. Ze hebben
gezwoegd en gezweten, jaar in jaar uit. De
roem en de erkenning zijn niet uitgebleven.
Zeker dit jaar niet, nu het orkest zijn 40-jarig
jubileum viert. Is het veel gezegd dat deze dirigent
en dit orkest Rotterdam het culturele aanzien
hebben gegeven, dat deze stad gelijkstelt met de
andere grote steden van ons land? Of misschien
zich in culturele vooruitstrevendheid wel de meer
dere toont.
Toen op 10 juni 1918 in de
oude bovenzaal van Tivoli te
Rotterdam 17 Rotterdamse mu
sici bijeenkwamen met nog en
kele initiatiefnemers om een
orkest op te richten, wist men
het al: de glorie is voor zweet
te koop. Zweet en geld kostte
dit initiatief: hard werken en
bovendien 0.75 contributie per
bij slagwerk staat Karei Das
van Grol.
Wie met Schweitzer praat
weet het al directdit is de man
van de organisatie: bestuur
der van de Stichting Rott.
Philh. Orkest en voorzitter van
de vakgroep Symfonie van de
Ned. Toonkunstenaars Bond.
En z'n hobby is dan ook orga
niseren. En ook componeren,
o.m. van filmmuziek bij de
film over de Rotterdamse ha
ven.
Marius Dado is wel het oudste
orkestlid. Hij is al 66 en
gaat dit jaar met pensioen.
Veertig jaar lang heeft hij de
spreuk op het blauwe bordje
in de dirigentenkamer aan den
lijve gevoeld. Geruime tijd als
le concertmees
ter. Nu gaat hij .un_.L.L.Ln^n.,r
rusten en hij
heeft het ver- 1
diend. NJg
Slagwerker Das j
van Grol, die jl
thans zijn gou-
den jubileum als
musicus viert, blijft nog wat.
Hij is de humorist van het or
kest en bovendien een verwoed
postzegelverzamelaar. In z'n
vrije tijd componeert hij nog.
Op zijn naam staan o.m. 5
operettes. Van de fluit is hij
naar het slagwerk gegaan. Die
bekkens maken ook veel meer
lawaai.
Hobby's
f)VER hobby's gesproken: wist
u dat de tubaïst orgels bouwt,
dat bassist Ben v. d. Bergh
maken, dus doorzetten maar,
ook al bood het amusementsvak
veel meer. En ze hebben door
gezet, die muzikanten. Ze heb
ben een orkest gevormd, dat
eerst onder leiding stond van
Willem Feltzer. Daarna kwam
Alexander Schmuller, in 1927
geassisteerd door Eduard Flip
se als tweede dirigent. Flipse
leidde toen het harmonie-or
kest en werd in 1930 eerste di
rigent.
Dat is het begin van het
Rotterdams Philharmonisch Or
kest. Een begin dat in 1918
heel wankel startte als „Ge
nootschap van beroepsmusici
tot- onderlinge Kunstbeoefe
ning". Wankel nog was de
groepering die Eduard Flipse
in 1930 overnam. Maar hij en
zijn mannen wisten door hard,
heel hard werken naar de glo
rie te komen. Steeds meer werd
het orkest genoemd, soms
spottend als „het Rotterdamse
laboratorium waar experimen
ten werden verricht", soms lo
vend als „het enige orkest
met verantwoordelijkheidsge
voel ten aanzien van de heden
daagse toonkunst".
Van onze
kunstredacteur
maand door alle leden te be
talen. Geen honorarium dus,
maar geld toe geven. Men wil
de nu eenmaal goede muziek
.orie ió voor
internationaal of niet? Hij heeft
het orkest ook internationaal
gemaakt: het speelde in Scan
dinavië, België, Duitsland en
Frankrijk. En het ging over de
gehele wereld met die fantas
tische grammofoonopname van
de Achtste Symfonie van Mah
ler in het Holland Festival 1954.
Gastdirigenten als Eduard
van Beinum, Jean Fournet,
Bernard Haitink, Georg Lud-
wich Jochum, Paul van Kem
pen, Mario Rossi, Jean Marti-
non, Rudolf Moralt, Willem van
Otterloo en Wolfgang Sawal-
lisch stonden voor het orkest.
Hun oordeel? Een apparaat
waarmee je alles kunt doen.
certmeester werd) en Herman
Bril (die al 35 jaar lid van het
orkest is).
In deze orkest-samenleving
treft men vogels van zeer ver
schillende pluimage aan: gebo
ren mopperaars en geboren
zwijgers, geboren lolmakers
en geboren pessimisten, char
mante vrouwen en kaalhoofdi
ge mannen, dikbuikige heertjes
en slanke jongelingen. Met
elkaar kunnen ze het allen
goed vinden. En ook met de on
vermoeide leider
Eduard Flipse. Hij
staat aan het hoofd
en dat weten ze. Dat
moet ook.
T^IE spreuk op dat
bordje in Flip-
se's kamer het
|1 bordje kjeeg hij van
Eduard van Beinum
|1 en het hangt aan de
H muur broederlijk
|2 naast een mooie ou-
jg de madonna uit de
verzameling-Mengel-
Noviteiten
jyjaar juist door deze spot en
deze lof werd de aandacht
op Rotterdam gevestigd. Niet
langer ..haalden de snobs op
kunstgebied de schouders op
over deze havenstad. Wie no
viteiten op het terrein der mu
ziek wilde horen, moest naar
Rotterdam. Wie een intense be
langstelling voor de muziek
wilde zien, kon daar terecht.
Die enorme arbeid heeft vrucht
dragend gewerkt op andere
kunstuitingen in Rotterdam.
Op de architectuur, óp de schil
derkunst, op de beeldhouw
kunst, op de literatuur. Dank
zij de stimulerende kracht die
uitging van het orkest, dat op
10 juni zijn 40-jarig bestaan
viert en ter gelegenheid daar
van op 11 juni een gala-concert
geeft in de Rott. Schouwburg,
met als soliste de harpiste Mar
got Flipse-Broeders.
Doorgewerkt
TN als je dan tijdens een repe-
■Lj titie die zaak eens aankijkt,
dan begrijp je niet dat dit na
de oorlog eigenlijk allemaal
opnieuw opgebouwd is. Het bom
bardement van Rotterdam in
1940 liet het repetitielokaal met
de gehele bibliotheek en het
grootste deel der instrumenten
verloren gaan. Maar de Rotter
dammers gunden de Duitsers
de glorie niet van het kapot
gooien van him culturele le
ven. Er werd doorgewerkt, veel
harder nog. En uit het puin ver
rees een stralend orkest, dat
bereid is alle tegenslagen te
overwinnen.
De jubileumviering vindt
straks haar hoogtepunt in een
reis naar Parijs en Brussel. Op
21 mei speelt het orkest in het
Théatre des Champs Elysées
met Eduardo del Pueyo als
piano-solist in Beethovens Vijf
de Pianoconcert. Als Ned. werk
brengt Flipse de Ouverture 1954
van Henk Badings, als Frans
werk Roussel's „Pour une fête
de priniemps" en als Duits
werk „Till Eulenspiegel" van
Richard Strauss. Voor het
N.I.R. te Brussel wordt 22 mei
geconcerteerd met Cor de Groot
als solist in Ravel's piano
concert. Verder vermeldt dit
programma „Le Tombeau de-
vant l'Escaut" van de Belg
René Bernier (geb. 1905) en de
Vierde Symfonie van Bruckner.
Een orkest viert een jubileum.
En met die jubileumviering
presenteert Rotterdam zijn visi
tekaartje: een stad met een in
tens kunstleven. Mede dank zij
Flipse en zijn mannen.
ste opname van Eduard Flipse, gespannen repeterend
vele noviteiten die het Rott. Philh. Orkest in de loop
van xyn 40 jaar heeft gebracht.
Mensen
ALS we zo die Margot Flipse-
Broeders noemen, dan be
grijpt iedereen dat hier een
eresaluut moet worden ge
bracht. Zij is namelijk niet al
leen solo-harpiste (in 1932 al bij
het orkest gekomen), maar
ook vrouw van de dirigent. Dat
wil heel veel zeggen; dat wil
zeggen altijd klaar staan: thuis,
op de repetitie, op het con
cert, op de concertreizen. En
dan ook nog de leiding hebben
van een Harpkv/intet (harp,
viool, altviool, cello en fluit),
dat in vele plaatsen van ons
land exclusieve programma's
brengt.
Maar de volle veertig jaar
heeft Margot Flipse-Broeders
toch niet meegemaakt. Daar
voor is ze trouwens nog te jong.
Er zijn nog drie orkestle
den, die aanwezig waren bij de
oprichting. Drie van die 17 mu
sici, die in 1918 bij elkaar kwa
men. Bij de le violen zitten
A. Schweitzer en Marius Dado,
'rouw t an de dirigent, leidster
verwoed automobiliste.
een kunstfoto- p
graaf is, dat Ook de charme ontbreekt
trompettist het orkest. De violiste
Becht een heel Klabau is eer.
goed kunst- woordtgstt
schilder ge-
noemd wordt
en dat de aanvoerder van de 2e
violen Cor de la Bije een enor
me muntenverzameling heeft
aangelegd? Heus, bij zo'n or
kest zitten nog heel wat bijzon
dere mensen. Zo is Piet Bouw
meester de enige slagwerker
die een vibrafoon bespeelt. Van
het oudste (de bovengenoemde
Dado) tot het jongste (de 17-ja-
rige fluitist Raymond Delnoy)
toe schuilen er genieën op ver
schillend terrein in het Rott.
Philh. Orkest. En laten we daar
bij vooral de beide concert
meesters niet vergeten: Salva-
tor Tomaso (die in 1940 le con-
berg wordt
ook wel be
waarheid als
Flipse vertelt,
dat het orkest
dit seizoen niet
minder dan 180
speelbeurten heeft. Welk groot
orkest heeft dat? En Flipse
geeft niet minder dan 36 con
certen met commentaar.
Die commentaren zijn leer
zaam, speciaal voor de jeugd.
En het resultaat is de be
wijzen zijn er dat de zoon of
de dochter zo enthousiast wor
den en hun ouders tot vaste
abonnées van het Rott. Philh.
Orkest maken. Tijdens gastdi-
recties in Boedapest, in Rome
en in Helsinki heeft Flipse men
sen ontmoet, die zich voor
stelden als „oud-leerling van
de jeugdconcerten". Is Flipse
De hoorns in het Rott. Philh. Orkest, vJ.n.r. de hoor
v. Leeuwen, Post en Koster.
yprichtingsverga-
Slagwerker Karei Das t an Grol, die ook al
eerst als fluitist, nu als slagwerker, besteedt
Links slagwerker Piel Bouwmeester, di
an de oprichting af lid is,
jn vrye tijd aan postzegels,
ook vibrafoon speelt.
'5?
ZONDAGS
BLAD
ZATERDAG 17 MEI 1958
Het Rotterdams Philh. Orkest, zoals alle
Hieuwf Ccihschc Ifibiiranl
concertbezoekers het kennen: op het po
dium, onder de schijnwerpers en in